Waarom worden de waarden van TenneT gebruikt om de magneetveldzones te berekenen?

Voor het vaststellen van de theoretische breedte van een magneetveldzone wordt de methode gebruikt zoals die is beschreven in ‘Handreiking 4.1’ van het RIVM. Daarbij geldt als uitgangspunt het ontwerp van de masten: welke geleiders, isolatoren, circuits en voltages worden er gebruikt en welke hoeveelheden stroom kunnen deze aan?

Om de huidige feitelijke magneetveldzone in Brandevoort te berekenen zijn de waarden en prognoses van TenneT in dat model ingevoerd. We kunnen als gemeente vooralsnog niet zelf meten hoe sterk op Moment M de stroom door Geleider G is. Daarom moeten we uitgaan van de opgaven van netwerkbeheerder TenneT.

(Deze methode, het rekenen met feitelijke stroomwaarden (en prognoses tot 2025), wijkt af van Handreiking 4.1. van het RIVM. Die gaat uit van 30% capaciteit van de 380kV-lijn en 50% van de 150kV-lijn. Deze waarden worden in Brandevoort vrijwel nooit gehaald. Volgens een recente opgave van het ministerie van EZK gebruikt TenneT tot 2025 gemiddeld respectievelijk 21% (380kV) en 19% (150kV) van de capaciteit. Op die waarden zijn ‘onze’ berekeningen van de magneetveldzone gebaseerd.

Uw Reactie
Uw Reactie