Kleinschalige kamerbewoning

Bij kleinschalige kamerbewoning woont er maximaal één huishouden plus één extra persoon die niet bij dat huishouden hoort.

Er is sprake van maximaal één huishouden plus hooguit één persoon extra die niet tot dat huishouden behoort;

De kleinschalige kamerbewoning vindt plaats in een pand waar in het omgevingsplan staat dat het om een woonfunctie gaat
Kamerbewoning vindt uitsluitend plaats in het hoofdgebouw;
Elke kamerbewoner beschikt over tenminste een eigen kamer met een aaneengesloten gebruiksoppervlakte van ten minste 7,5 m2, exclusief gemeenschappelijke ruimtes;
Elke kamerbewoner beschikt elk over 25 m2 gebruiksoppervlakte, inclusief gemeenschappelijke ruimtes;
De kamer betreft geen zelfstandige woonruimte.