• Bestuur
  • Commissiestukken Dienstencentrum Groene Campus

Commissiestukken Dienstencentrum Groene Campus

Documentdatum 16-09-2004
Bestuursorgaan Commissie Middelen Ondersteuning en Economie
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

Z UeA @ eu16ed

sndweo aueoj6

.@OOZ jaqweldes 9 @ do :Japon eissiwwoo ap

aweusiuua@ iel t,003 jeqweldes do S eissiwwoo ap

:UEA

uaz,giape ap law uepiom al 4uaip uepnoqeb 6uiue@ei fiqjl-em TOOZ jaqolxo 9 do peci ap ui 6uilepueqaq wo

:4)IOOZJOA M Ug El UCA 0601103 ]OH_

Pu0w19H sndweo

,quE)ojE) wnjlueoualsugi(] gse,4jelsdo ueidjoe)loid Idaouoo :uo>I)Inls UGPUGZ 01 OGW )IGOZJOA ]!p JOIN

-(e6e1@iq eiz) ssgJ60Jd ewwej6ojd laq UeA Jgpe@ IE)q Ui =I'dS

I,gq joop ua lqoejqe@6do S(]>1 joop lpiom 6eipaq @[i196 ue:i -o93-t,@ oin3 UEA PUOWIOH Gluggwe!E) GP JOOP

419J]SJ9A 06ejp[iq uee lpiom asej;ielsdo ep jooa -sndweo euooie) wnjlueoualsue)ip laq ucA 6uip!ajaqjOOA

ep law Iselaq uafiped sndweo euaoje) joop st 6uiia>N!ANuo@aailS u,9 pels awezinnc] wnjluaosiuue>i IGH

-6uilaXX!Nquo eilesiue6jo -'6uileX@!N4uoldeouoo -'@aoziepuolljew -'ope@lAnS do sndweo;gueoj!E)

Op UCA 6u1614S9A JOOA.UGPJCeM100APUBJ UCA C40U gp U9 'ape@lÄnS ueldsl!91!le"pi@aq laq 'p6ooeq lpiom

4cp Ideouoo @[iiapnoqui laq UeA siseq do wni1u90U91SUelp lgq UEA (legoid) eisseidwi UGG UL-A uelialsdo laq -

:UOWOUJ9PU0 UGPJOM 9 UGI!E>I!AI]Oe leluiae uE)E) ueueip wnjluaouE)isuE)ip PWOOUJOOA UCA BUIIGMX!NUO Op J

4 OOA

-sfwiapuo laq ug al'

leejoeilginsiellpooj

ui japuozfiq Igq Ui - U9A91sl@ijpaq leeuoi6ai uassnl uelel@!Nquo al asoiqwas ueE) 16ooaq wnjlueoualsueip ]@H

-puele:geld laq UeA 6uilel@!Aquo awezinnp ap

do lqc)ii96 ss,9J60Jd ewwei6ojd 3@IS ]9q UeA iagpJaPUO IWJOA 6uilall!Aquoueld 9(]' -6uiieM!hquoleejlS ua

pels awezinn(1 wnjlueostuue)i laq ua OSH-09VV-091NA wnijuaos6uip!aldo laq Iseeu 'sndwe0 au,90jE) op

UCA 6U161 S,9A gp UL-A 199pJ@PUO Si (sinh guOOJ!E) pweeu96) sndweo auE)ojE) wnjluaoualsuaip 19H :pnoijul

sndwL-C) euaoj!E) wni4u9oualsuei(] :diemiepuo

T,OOZ snlsn6nL- @Z : UCA BUIJGPUB.EGA M UO 9 Ui PIGISOBISCA

-ButiepucijaqaissiwwoC) JOOA M Ug 9 UCA 0601103 )IGOZJOA

@ewiol-alssiwwoo

puoiula14 alui@)Ulij

iundepu969

0 UJ

Samenwerkingsverband Ruimte Etonornie Zorg

Keizer Karel V Singe[ 8

Regio Eindhoven Postbus 985

5600 AZ Eindhoven

Tel.: 040 2594594

Fax: 040 2594540

Kenniscentrum E-mail: info@re7-sr"l

lntemet: www.sre.ni

Duurzame Stad & Streekontwikkelin

9

t.a.v. de heer W. den Ouden

Postbus 347

5600 AH EINDHOVEN J U N

7

- - - --- L

uw kenmerk uw brief van ons kenmerk Datum

0411409SEZIJM/MK 11-06-2004

Onderwerp doorkiesnummer

beschikking project "Opstartfase Dienstencentrum 040-2594 565

Groene Campus"

projeetnummer: 573

Geachte heer Den Ouden,

Hierbij delen wij u mede dat uw aanvraag met betrekking tot het project 'Opstartfase Dienstencentrum

Groene Campus" in de Stuurgroepvergadering d.d. 21-4-2004 voor het SRE programma Europese

Fondsen is behandeld. De Stuurgroep heeft het project met positief advies ter goedkeuring voorgelegd

aan het Dagelijks Bestuur van het SRE. De Stuurgroep stelt daarbij nadrukkelijk dat marktonderzoek

de basis moet zijn van verdere activiteiten, wat van invloed kan zijn op de volgorde van de geplande

activiteiten.

Het Dagelijks Bestuur van het SRE heeft ver-volgens op 1 0 mei 2004 besloten een maximale SRE-

bijdrage ter beschikking te stellen van E 14.250-00 uit het Aan aagfonds, ten behoeve van het project

Opstartfase Dienstencentrum Groene Campus" . De totale subsidiabele kosten bedragen

E 42.750,00(excl. BTW). Indien de werkelijke subsidiabele kosten lager uitvallen, zal de subsidie naar

rato worden vastgesteld. Deze subsidie is onder voorbehoud van ontvangst van co-

financieringsverklaringen van overige partijen; het eerste voorschot zal dan ook pas na ontvangst wor-

den uitbetaald. Een overzicht van de begrote subsidiabele kosten, alsmede de financiering van het

project, is opgenomen in de bijlage bij deze beschikkingsbrief. Toename van de subsidiabele kosten

tijdens de uitvoering leidt niet tot hogere subsidie dan het aangegeven maximum.

U wordt verzocht in alle correspondentie de in dit besluit genoemde projeetnaam en@projectnummer te

vermelden. Voor nadere informatie betreffende dit besluit kunt u zich rechtstreeks wenden tot het pro-

grammamanagement, telefoonnummer 040-2594596 (Toon Kerkhoff) of 040-2594565 (Jan Monen).

Samenwerkingsverband Ruimte Economie Zorg

Regio Eindhoven

7

.1 Bij deze beschikking zijn de algemene voorwaarden toegevoegd die van kracht zijn voor de uitvoering

van een project binnen het.SRE-programma Europese Fondsen. Tevens zijn als bijlagen toegevoegd

een model voortgangsrapportage, model eindafrekening en een model standaardaccountantsverkla-

ring. De bijlagen bij de algemene voorwaarden zijn, indien wenselijk, ook digitaal aan te vragen bij

j.monen@rez.sre.ni.

Tegen deze beschikking kan bezwaar c.q. beroep worden ingesteld binnen 6 weken na de dag van

verzending van deze beschikking. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen bij deze

beschikking

Hoogachtend,

namens het Dagelijks Bestuur

van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven,

de secretaris,

H.J.M. Gevers.

0411409SEZ/JM/MKI-2

Bijlage beschikking.569.doc

Overzicht begrote kosten

Beg,rofingspost Kosten

Opstellen impressie dienstencentruin E l@7.500,00

Marktonderzoek E 20.000,00

Organisatie- en juridische structuur E 3.250,00

Exploitatieopzet en financiele structuur E 2.000,00

Totaal JE 42.750,00

Overzicht financiering

Bron Financiering

KDS E 14.250,00

Gemeente Heimond E 14.250,00

SRE E 14.250,00

Totaal e 42.750,00

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

PROJECTPLAN

OPSTARTFASE DIENSTENCENTRUM

GROENE CAMPUS HELMOND

April 2004

Opgesteld op verzoek van de onderwijsinstellingen Groene Campus door SRE in kader

programma Progress.

,."@@elicon

@-Fontys

Hoge.scholen

Gemaakt op 2-7-2004

Projectplan Opstar@rase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

Inhoudsopgave

Hoofdstuk Onderwerp Pagina

1 Inleiding 3

2 Voorlopig-concept dienstencentrum 3

3 Doel 6

4 Resultaat 8

5 -'Be gin- en einddatum van de opstartfase 8

6 Activiteiten 9

7 Beheersaspecten

7.1 Organisatie 1 0

7.2 Tij d 1 1

7.3 Geld 1 2

7.4 Infonnatie 1 2

7.5 Kwaliteit 1 3

7.6 Risicoanalyse 1 3

Gemaakt op 2-7-2004 2

Projectplan Opstar@fase Diensteneentrum Groene Campus Helmond

1. Inleiding

De Groene Campus-betreft de fysieke ontwikkeling op het terrein Suytkade in Helmond van:

1. een opleidingscentrum;

2. een dienstencentrum en

3. diverse leisure-v oorzieningen.

Basis van de Groene Campus is een opleidingscentrwn in "groene" opleidingen op VMBO-,

MBO-, en HBO-niveau. Daarbij gaat het om opleidingen op het gebied van: voedsel, groen,

recreatie, leisure, landbouw en plattelandsontwikkeling van Helicon Opleidingen, Fontys

Hogescholen en het Jan van Brabant College. De onderling overeengekomen uitgangspunten

voor het opleidingseentrum zijn weergegeven in het Businessplan Groene Campus (versie 13

oktober 2003).'

De pedagogisch-didactische basis van de Groene Campus waarop het vernieuwende

onderwijsconcept opgebouwd wordt, is de directe relatie met de praktijk. Daarom wordt

integraal met het opleidingscentrum een dienstencentnun gerealiseerd. Deze symbiose moet

door de fysieke verwevenheid leiden tot het ontstaan van een "groen" expertisecentrum met

synergetische voordelen voor onderwijs en bedrijfsleven. Het gaat dus om een centrum waar

".groene" kennis - in de ruimste zin - verzameld, beheerd, opgebouwd, verspreid en toegepast

wordt. Door de bijzondere relatie van het dienstencentrum met het onderwijs, betreft het hier

een complexer project, dan de ontwikkeling van een regulier bedrijveneentrum of een

onderwijsinstelling. Temeer daar het opleidingscentrum , het dienstencentrum en de perifere

bedrijven op duurzame grondslag gebouwd en geëxploiteerd zullen worden.

Fysiek is het terrein van de Groene Campus begrensd tot Suytkade, de bedoeling is, dat de

hele regio Helmond/De Peel profiteert en actief participeert in de Groene Campus. De Groene

Campus zou een stuwende functie voor nieuwe economische activiteiten op het platteland

moeten kunnen gaan vervullen. Het succes van de fonnule Groene Campus en de

aantrekkelijkheid voor bedrijven om zich te vestigen in het dienstencentrum staan of vallen

bij een goed uitgewerkt marketingconcept van zowel de Groene Campus als het

dienstencentruin. Bedrijven onderscheiden zich middels hun marketingmix. De locatie moet

in de mix een pré opleveren voor de doelgroep aan bedrijven.

2. Voorlopig-coneeDt diensteneentrum

Doel van het dienstencentrum van de Groene Campus is door de fysieke koppeling met het

onderwijs, een symbiose te ontwikkelen tussen regionaal bedrijfsleven en onderwijs.

Voor beide partijen moet de meerwaarde duidelijk zijn. Het initiatief voor de Groene Campus

is genomen door het onderwijs. Vanuit de visie van het onderwijs zijn een aantal

uitgangspunten voor het concept te formuleren. Door deze te confronteren met de wensen van

het bedrijfsleven, verwoord in een algemene marketingmix, ontstaat een voorlopig concept,

dat meer biedt dan de optelsom der delen onderwijs en bedrijven.

Voor het onderwijs is dat relatief duidelijk te fonnuleren:

- invulling onderwijsconcept verankerd in omgeving: leren in de praktijk;

- kwaliteitsverbetering onderwijs door interactie met praktijk;

- aantrekkelijkheid concept voor potentiële studenten;

- projectontwikkeling wordt gemakkelijker.

Gemaakt op 2-7-2004 3

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

De voordelen voor het bedrijfsleven zijn minder duidelijk. Alleen de nabijheid van mogelijke

stagiaires, toekomstige werknemers en kennis wordt niet door alle bedrijven als een

belangrijke vestigingfactor gezien. Het "Groene Huis" op de Groene Campus moet een echt

expertisecentrum worden:

- een groen opleidingen en -onderzoekscentrwn;

- een vestigingsplaats voor bedrijven, werkzaam in het groene domein;

- een "groen@'ondememerscafé, waar ideeën, kennis en kunde regelmatig in een

infonnele sfeer gedeeld worden en het groene netwerk uitgebreid en versterkt

wordt;

- coaching van MKB-ondememers door grotere ondernemers of ondernemers met

specifieke ervaring;

- een pakket aan trainingen en workshops gericht op de behoefte van de in huis

gevestigde ondernemers;

- een fysieke marktplaats waar -vraag, aanbod, clustering en uitvoering van R&D op

het gebied van food en leisure bij elkaar komen, waardoor nieuwe

product/marktcombinaties ontstaan;

gezamenlijke P.R. en communicatie als Groene Campus via vakbladen, kranten,

website etc..

De nabijheid van de onderwijsinstelling is, met alle respect, dus maar een van de

vestigingsfactoren waaraan het gebied moet voldoen. Andere voorwaarden zullen bepalend

zijn voor het al dan niet vestigen:

- stedelijke locatie moet aansluiten bij klanten /afnemers en concullegae;

- voorzieningen in de nabijheid moeten meerwaarde bieden voor bedrijf

- prijs/kwaliteit in verhouding tot andere locaties

- arbeidskrachten

- bereikbaarheid en parkeercapaciteit

Bedrijyen onderscheiden zich van hun concurrentie middels de marketingmix. Vestiging op

het dienstencentrum van de Groene Campus dient een bewuste keuze zijn van die bedrijven.

Daarom wordt hier ingegaan op het onderscheidend vermogen, dat het dienstencentrum van

de Groene Campus kan bieden voor de doelgroep.

Product

Om een beeld te krijgen van de potentiële vestigers zal eenprofi@l van deze bedrijven moeten

worden opgesteld.

Door het concept Groene Campus worden een aantal zaken afgebakend:

- De sectoren: food , leisure/recreatie

- Locatie: zakelijks dienstverlening

Dit geeft al een eerste sturing aan het soort bedrijven die zich mogelijk op de Campus

willen/kunnen vestigen. Voorbeelden van bedrijven die dan in aanmerking komen:

- Ontwerpbureaus van hoveniersbedrijven

- Adviesbureaus op het gebied van aquacultuur, teelt van nieuwe gewassen etc

- Adviesbureaus op het gebied van leisure

- Evenementenbureau's

- PR bureaus die bladen uitgeven binnen de genoemde sectoren

- Secretariaten van brancheorganisaties in food en leisure

- Voedingsadviesdiensten

- Fitness/health centra

- Leveranciers van sauna- en wellnessapparatuur

Gemaakt op 2-7-2004 4

Projectplan. Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

- Veterinaire dienstverlening

- Dierenspeciaalzaken

- Toeristis'che-boekingskantoren (al dan niet digitaal)

- Toeristische activiteiten aanbidders; adventure etc

- Opleidingscentra van grote bedrijven in de food en leisure

- Opleidingscentra voor brandbestrijding, bedrijfshulpverlenin' en:handhaving

9

- Ontwikkelingsmij. zoals Omiv,f@m en Agro & Co (te laat waarschijnlijk maar past

wel)

- Verzekeringsbedrijven gespecialiseerd in food en leisure

- "Groene" makelaardij en taxatie

- Verhuurbedrijven van vrijetijdsapparatuur en - benodigdheden

- Administratiebedrijven binnen de sectoren food en leisure

- Buurtverzorgende horeca met health food

Deze lijst kan nader worden aangevuld.

Een tweede niveau kan binnen deze bedrijvigheid worden aangebracht om een evenwichtige

bezetting van de campus te realiseren. Ook met het oog op risicospreiding is een bezetting van

complementerende bedrijvigheid te prefereren. Het betreft dan het ruimtebeslag dat bepaalde

vonnen van dienstverlening vraagt.

1) In een aantal gevallen betreft het alleen een minimale bijna virtuele plek daar waar het

gaat om boekingscentra en andere digitale dienstverlening. Dit zou in de vorm van een

loket kunnen worden ontwikkeld waarb@' het ruimtebeslag minimaal is maar de

mogelijke inzet van studentencapaciteit groot.

2) Klein; 25-1 00 m2 met name voor adviesbureaus, evenementenbureau's, secretariaten

van clusters van bedrijven etc

3) Groot; 100-500 m2 voor verhuur en toonzaalachtige activiteiten.

Bij het vullen van het diensten centrum zal een evenwicht gezocht moeten worden binnen

deze typen van bedrijven. Alleen digitale dienstverleners vullen het centrum niet.

Een tweede element is dat bij het invullen van het profiel van potentiële vestigers nagegaan

moet worden in hoeverre men geïnteresseerd is in het benutten van gezamenlijke ruimtes met

het opleidingscentrum. Dit kan bijvoorbeeld interessant zijn voor bedrijfsopleidingscentra die

in gezamenlijkheid met het Groene Campus opleidingscentrum trainingen organiseren en

geven.

Een duidelijk profiel van de vestigende bedrijven tezamen met een sterk neergezette fonnule

van het "Groene Huis" maakt het totale concept communiceerbaar en aantrekkelijk.

Prijs

Er is een overschot in aanbod op de kantorenmarkt, waardoor bedrijven hun kantorenlocatie

redelijk vrij kunnen kiezen tegen een aantrekkelijke prijs. De huurprijs dient een stuk onder

de marktprij s te liggen vanwege de extra inspanning die de participatie in een

expertisecentrum met zich mee brengt. Onderzoek is nodig om een aantrekkelijke huurprijs

vast te stellen, zonder daarbij door te slaan in opzichtige concurrentievervalsing.

Plaats

De vestigingslocatie van de Groene Campus is gelegen aan de zuidkant van het centrum van

Helmond in plan Suytkade. Het plan bestaat voor een groot deel uit moderne karakteristieke

woningbouw met aan de zuidzijde ruimte voor leisure-activiteiten. Gezien de stedeli ke

Gemaakt op 2-7-2004 5

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

ligging is het lastig voor de gevestigde bedrijven zich moeilijk profileren als

plattelandsbedrijf Echter, als het "Groene Huis" vorm krijgt als een fysiek centrum van een

netwerk aan plattela.ndsbedrijven, biedt de centrale locatie met de nodige faciliteiten in de

directe omgeving een groot voordeel. De locatie ligt namelijk midden in het werkgebied van

de doelgroep aan bedrijven namelijk, die van de oostrand van Eindhoven in het westen tot de

Limburgse Grens bij Deume in het oosten, Gemert in het Noorden en Someren in het zuiden.

De reisafstand vanaf de Groene Campus naar de uithoeken van dit gebied zijn maximaal 20

kilometer.

Promotie

De Groene Campus en een sterke formule en dus goed connnuniceerbaar "Groen Huis"

bieden een pr@. als vestigingplaats, omdat de daar gevestigde bedrijven geassocieerd zullen

worden met: innovatie, kwaliteit, kennis van zaken, lef, vooroplopend in ontwikkelingen'en

dat alles in een moderne omgeving in het centrum van het groene gebied ten oosten van

Eindhoven.

Personeel

Het personeel kan ter plaatse geworven, verder opgeleid en getraind worden. Dat heeft

duidelijk zijn voordelen. Bovendien biedt het "Groene Huis" als concept tal van..

gelegenheden, waarbij personeel steeds weer geënthousiasmeerd en wijzer wordt, zodat alles

in huis is om voorop te lopen in ontwikkeling.

Presentatie

Door de gezamenlijke PR en mogelijkheden in huis en de directe omgeving voor o.a. Beurzen

kunnen kosten bespaard worden op presentatie, terwijl meegelift kan worden op de

gezamenlijke fonnule.

3. Doel

Doel van het dienstencentrum van de Groene Campus is door de fysieke koppelin.g.met het

onderwijs, een symbiose te ontwikkelen tussen regionaal bedrijfsleven en onderwijs.

Op grond van visies en ideeën van de initiatiefnemers is een voorlopig-concept voor het

dienstencentrum ontwikkeld. De realisatie van een idee valt of staat echter met:

- Kracht van het idee

- Inzet van de betrokken partijen: de Power die zij kunnen ontwikkelen;

- Draagvlak bij stakeholders: onderwijsinstellingen, overheden, Suytkade BV,

bedrijfsleven, exploitant, beheerder en financiers

- Haalbaarheid van het idee in ruimtelijke, technische en financiële zin.

Kracht idee.

Het idee van het dienstencentrum is enigszins uitgekristalliseerd, zoals verwoord in het

voorlopig-concept.

Actie: het voorlopig-concept moet verder geconcretiseerd worden. Op grond van het

voorlopig concept zou een behoefte profiel opgesteld moeten worden. Dit kan door middel

van het houden van een gerichte enquéte bij de genoemde typen van bedrijven. Daarnaast

Gemaakt op 2-7-2004 6

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

zullen de bestaande contacten en netwerken benut moeten worden om invulling te geven aan

het dienstencentrum. Om ervoor te zorgen, dat het voldoet aan de wensen van het te vestigen

bedrijfsleven dienen potentieel geïnteresseerde bedrijven hierop bevraagd te worden.

Inzet en Power van partijen.

Een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de drie onderwijsinstellingen heeft een

- den Ouden (directeur KDS) de projectleider is. De

projectgroep ingesteld, waarvan Willem

projectgroep stuurt werkgroepen aan op het gebied van: Publiek Private Samenwerking,

bouw/infrastructuur, communicatie en procedureel/organisatorisch. SRE ondersteunt in de

ontwikkelfase de projectleider bij de opzet van het dienstencentrum.

De stuur-, project- en werkgroepen bestaan voomamelij k uit vertegenwoordigers van

onderwijsinstellingen, gemeente en projectontwikkelaar. Ook is gesproken met NV Rede.

Geen van deze partijen heeft de ambitie om het dienstencentrum te ontwikkelen, te

exploiteren en te beheren. Het concept is voor deze partijen nog te risicovol om zich op te

werpen als eigenaar van het dienstencentrum.

Actie: het voorlopig-concept moet gevisualiseerd worden middels een impressie waannee de-

plannen zowel aan potentiële ontwikkelaars, exploitanten, beheerders als te vestigen bedrijven

gepresenteerd kunnen worden. Door de genoemde inventarisatie van wensen en eisen vanuit

het te vestigen bedrijfsleven te combineren met concrete interesse om zich daadwerkelijk op

het dienstencentrum te vestigen in een marktonderzoek, is het mogelijk zowel de toekomstige

eigenaar als huurders te betrekken en te binden..

Draagvlak bij stakeholders.

Onderwijsinstellingen: de drie participerende onderwijsinstellingen zijn op 18 december 2003

overeen -gekomen het Businessplan Groene Campus te zullen uitvoeren op het terrein

Suytkade, waarbij de aantekening gemaakt is, dat met name in de relatie met het Jan van

Brabant College de materiële en immateriële medewerking van de gemeente Helmond

onontbeerlijk is. Voor de overige partijen is het "point of no return" gepasseerd.

Overheden: het idee is met enthousiasme ontvangen bij de gemeente Helmond (in het kader

van het Grote Stedenbeleid), het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (opgenomen als

voorbeeldproject in het kader van programmalijn Progress), Streekplatform De Peel en de

provincie Noord-Brabant (speerpunt in kader programma Brabantstad).

Suytkade BV: de ontwikkelmaatschappij bestaande 'uit Van Wijnen als projectontwikkelaar en

de gemeente Helmond zien het dienstencentrum als onlosmakelijk deel van hun plannen

m.b.t. Suytkade.

Exploitant: Van Wijnen heeft aangegeven zelf geen belang te hebben en dus rol te zien in het

beheren en exploiteren van het dienstencentrum. NV Rede als DE regionale exploitant van

bedrijvencentra zou deze rol op zich kunnen nemen, maar ook andere beleggers zijn wellicht

geïnteresseerd. Uiteraard zal de exploitant nadrukkelijk kijken naar de haalbaarheid en

exploiteerbaarheid van het diensteneentrum.

Bedrijfsleven: naast het Streekplatfonn De Peel en de Stuurgroep REAP Zuidoost Brabant,

heeft het georganiseerd bedrijfsleven positief gereageerd op het concept van de Groene

Gemaakt op 2-7-2004 7

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

Campus inclusief dienstencentnun (BZW, Industrieel Contact Helmond e.o., Foodregio

Helmond).

Financiers: de financiers van het dienstencentrum willen value for money. De provincie

Noord-Brabant, gemeente Helmond en het SRE hebben ieder 1 miljoen euro gereserveerd,

maar definitieve toewijzing kan pas plaatsvinden na fonnele indiening . Het dienstencentmm

kent een specifieke doelgroep en beperkin gen in de toelating van bedrijven, vereist een extra

inspanning in de relatie naar het onderwijs. Het vrije marktmechanisme is hier dus niet van

toepassing en dus kan ook niet de nonnale marktp@ijs gevraagd worden. Vanwege de

.doelstellingen van het project, het belang voor stad en regio, dient het prijsverschil

gecompenseerd te worden middels een eenmalige injectie van de drie genoemde overheden.

De injectie wordt pas gedaan, nadat aangetoond is dat de doelstellingen duurzaam verankerd

zijn in een organisatorisch/juridische/financiële constructie en de noodzaak en omvang van de

injectie objectief aangetoond is.

Haalbaarheid.

De haalbaarheid staat of valt met een goede opzet van de organisatorische, juridische en

financiële opzet van het dienstencentrum in relatie tot het onderwijs. De toekomstige

exploitant van het dienstencentrum dient hier nauw bij betrokken te worden.

Actie: de haalbaarheid zal deels blijken uit het te verrichten marktonderzoek, maar ook uit de

vervolgstap daarvan. Het voorlopig-concept zal namelijk in samenwerking tussen

initiatiefnemers en toekomstig eigenaar uitgewerkt moeten worden in een definitief concept,

waarbij ook gekeken wordt naar ruimtelijke, organisatorische, juridische en financiële

aspecten.

Doel van de opstartfase is om een haalbaar concept te ontwikkelen.

4. Resultaat

Het eindresultaat om genoemde hoofddoelstelling te bereiken is een kenniseentrum met

daarin een opleidingscentrum en een dienstencentrum gericht op het Groene Domein, waarbij

een optimale samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstelling moet leiden tot

innovatieve producten en diensten voor stad en platteland.

De resultaten van de ópstartfase zijn:

1. impressie diensteneentrum

II. marktonderzoeksrapport

III. concept

5. Begin- en einddatum van de opstartfase

Start 1 april 2004. Oplevering concept: 1 december 2004.

Gemaakt op 2-7-2004

Projectplan Opstaryase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

6. Activiteiten

Om genoemde resultaten te bereiken dienen een aantal activiteiten ondernomen te worden.

1. Opstellen impressie diensteneentrum.

Op grond van:

a. het voornoemd voorlopig-concept diensteneentrum;

b. het Beeldkwaliteitsplan Suytkade en

e. de Nota van Randvoorwaarden van de gemeente Hehnond

kan opdracht worden gegeven voor het opstellen van een art impression, bestaande uit de

ruimtelijke visualisatie van het dienstencentrwn, en een omschrijving van de activiteiten in en

om het dienstencentrum. Potentiële eigenaren en huurders moeten via een CD-rom presentatie

een duideli kë indruk krijgen van hetgeen het dienstencentrum kan bieden. Met name ideeën

rondom de samenwerking tussen,opleidingscentrum en bedrijfsleven en het bedrijfsleven

onderling en de organisatie van die samenwerking moet daartoe verder inhoudelijk,..

organisatorische en ruimtelijk vormgegeven worden. Vanwege de benodigde expertise wordt

een gespecialiseerd bureau ingeschakeld.

11. Marktonderzoek.

Het marktonderzoek bestaat uit twee componenten:

1. een enquéte onder de beoogde doelgroep aan te vestigen bedrijven om de wensen en

eisen ten aanzien van het concept te verscherpen;

2. een peiling bij potentiële huurders om zich daadwerkelijk te vestigen op het

dienstencentrum, in welke fysieke vonn (ruimtebehoefte, volledig, deels of'als loket

en tegen welke prijs).

Voor dit onderzoek wordt eveneens een gespecialiseerd bureau ingeschakeld, maar worden

deze bureaus geacht tevens studenten in te schakelen, om een meerwaarde voor het onderwijs

te genereren. Bovendien kunnen daardoor de kosten beperkt worden.

111. Conceptontwikkeling.

Middels de impressie en het marktonderzoek kunnen potentiële investeerders geïnteresseerd

worden. Dit gebeurt door de projectleider. Deze kosten worden niet meegenomen in de

subsidieaanvraag. Op grond van de randvoorwaarden, expertise en andersoortige inbreng van

de potentiële investeerders wordt er een geselecteerd, die als toekomstig (mede)eigenaar het

dienstencentrum kan ontwikkelen, exploiteren en beheren. De keuze voor een bepaalde

investeerden wordt mede bepaald in welke mate de investeerden bijdraagt aan de volgende

factoren:

¿ Bewaking fonnule

¿ Huurprijsniveau bij start

¿ Te verwachten huurprijs- en marge-ontwikkeling op tennijn

¿ Garantie continiiiteit

¿ Kosten beheer

¿ Slagvaardigheid en besluitvorming

¿ Operationele verantwoordelijkheid en kennis marktsegment

¿ Openbaarheid financiële verslaglegging en verantwoording

Vervolgens zal tezamen met die investeerden een definitief concept uitgewerkt worden

bestaande uit de volgende onderdelen:

a. doorontwikkeling concept:

Gemaakt op 2-7-2004 9

Projectplan Opstaroiue Dienstencentrum Groene Campus Helmond

Het concept kan aan de hand van de gegevens uit het marktonderzoek en de inbreng van de

investeerden verder uitgewerkt worden. De projectgroep voert dit onderdeel zelf uit.

b. bouwkundig ontwerp:

Het concept wordt door de architect vertaald in een ruimtelijk programma van eisen, dat

wordt teruggekoppeld met onderwijsins'téllingen en investeerden. Vervolgens wordt het

programma van eisen vertaald in een bouwkundig ontwerp. Deze kosten zijn meegenomen in

het totale ontwerp van het "Groene Huis".

c. organisatie- en juridische structuur:

Onderwijsinstellingen en investeerden bepalen samen wat er geregeld moet worden om het

concept duurzaam tot zijn recht te laten komen en:hoe verantwoordelijkheden en

bevoegdheden daarbij organisatorisch verankerd worden. Dit geldt dus bijvoorbeeld ook voor

het verhuren van gemeenschappelijke ruimten de interactie tussen opleidingseentrum en

bedrijfsleven en tussen de gevestigde bedrijven onderling. Voor dit onderdeel w -ordt 'externe

juridische deskundigheid ingehuurd.

d. exploitatieopzet en financiële structuur;

Aan de hand van het bouwkundig ontwerp en de te bieden faciliteiten vanuit het concept

enerzijds en gegevens uit het marktonderzoek, zoals de maximaal acceptabele huurprijs

anderzijds volgt een exploitatieopzet en waarschijnlijk een fmancieringstekort. De h1uurprijs

zal immers niet marktconfonn vastgesteld kunnen worden gezien het bijzondere karakter van

het dienstencentrum. Op basis hiervan kan de subsidiebehoefte vastgesteld worden en

daarmee de financiële structuur gecompleteerd. De exploitatieopzet wordt door de

investeerden zelf opgezet, maar voor een financiële check daarop wordt'exteme expertise

ingehuurd.

De inzet in tijd van de direct betrokken partijen wordt wel geraamd om dit inzichtelijk te

maken, maar niet in de projectbegroting en financiering meegenomen.

7. Beheersaspecten

7.1 Organisatie

De ontwikkeling van het "Groene Huis" is als volgt georganiseerd:

Gemaakt op 2~7-2004 10

Projectplan Opstarij@ue Dienstencentrum Groene Campus Helmond

ERMEE EER

De stuurgroep wordt momenteel gevonnd door vertegenwoordigers van de@ drie

onderwijsinstellingen Fontys, Jan van Brabant en Helicon. Na verloop va n tijd wordt deze

aangevuld met de investeerden voor het dienstencentrwn. Projectleider is de directeur van@ het

Kenniseentrtun Duurzame Stad & Stre,ekontwikkeling, Willem den Ouden. De Project- en

werkgroepen worden bemenst door vertegenwoordigers van de drie onderwijsinstellingen.,

aangevuld met externe deskundigen.

7.2 Tijd

Doorlooptijd.

De doorlooptijd en activiteitenplanning luiden als volgt;

456 78 910

activiteit

I. Opstellen impressie diensteneen ni

11. Marktonderzoek

Ill. Conceptontwikkeling

doorontwikkeling concept

bouwkundig ontwerp

organisatie- enjuridische structuur

exploitatieoi)zet en financiële structuur

Bewerkingstijd.

p.l. p.g. w.g. externe

deskundigen

activiteit

I. Opstellen impressie diensteneentrum 1 64140

11. Marktonderzoek 164150 160

III. Conceptontwikkeling

doorontwikkeling concept @@-20 40

Gemaakt op 2-7-2004

Projectplan Opstar«ase Diensteneentrum Groene Campus Helmond

bouwkundig ontwerp 1 201 161 301

.organisatie- en juridische structuur 1 201 :@l:-401 26

-exploitatieopzet en financiële structuur 1 4 1 241 1 1 6

NB.: afkortingen: p.l.=projectleider, p.g.=p@ojectgroep, w.g.=werkgroep/studenten.

Gemaakt op 2-7-2004 12

Projectplan Opstarij@ase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

7.3 Geld

Kosten.

p.l. p.g. w.g. Externe

deskundigen

activiteit

1. Opstellen impressie diensteneentrum x x e 17.500

11. Marktonderzoek x x x C 20.000

111. Conceptontwikkeling

doorontwikkeling concept x x

bouwkundig ontwerp x x x

organisatie- en juridische structuur x x x e 3.250

exploitatieopzet en financiële structuur x x e 2.000

Totaal (excl. BTW) 42.7501

NB.: afkortingen: p.l.=projectleider, p.g.=projectgroep, w-g-=werkgroep/studenten. Met X is aangegeven dat

weliswaar 408 uur in tijd geïnvesteerd wordt, maar dat de inzet van de partners niet in de projectbegroting en -

financiering wordt meegenomen. Uitgaande van een gemiddeld uurtarief van e 65,-, vertegenwoordigt deze inzet

een waarde van £ 26.520@-. Activiteit 1 kan onderbouwd worden middels een offerte. Voor het marktonderzoek

wordt offerte opgevraagd. Dit bedrag is nu gebaseerd op ervaringsgegevens.

De totale out of pocket kosten van dit aanjaagproject bedragen e 42.750,- exclusief BTW. Het

Kenniseentrum Duurzame Stad & Streekontwikkeling kan deze BTW verrekenen en dus zijn

er geen BTW-kosten in het project meegenomen.

Financiering.

Om de opstartfase in gang te kunnen zetten, zal een bijdrage gevraagd worden van de

gemeente Helmond en wordt een beroep gedaan op het aanjaagfonds van het SRE EU-fonds.

Op grond van het PROGRESS-progranuna van het SRE, waarin het project als

voorbeeldproject benoemd is, mag worden verwacht, dat het project aansluit bij de

speerpunten van het SRE-beleid.

Organisatie Bijdrage Bijdrage

(in euro) (in %)

KDS 14.250 33,33

Gemeente Helmond 14.250 33,33

SRE 14.250 33,33

Totaal 42.7501 100,001

7.4 Informatie

De projectleider fungeert als spin in het web en beheert alle infonnatie inzake dit project en is

tevens projectleider voor de oprichting van het opleidingseentrum. Daarnaast maakt hij

onderdeel uit van de werkgroep onderwijs Suytkade. Een goede afstemming. van zaken is

daarmee gegarandeerd.

Gemaakt op 2-7-2004 1 3

Projectplän Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

Naast de infonnatievoorziening richting de betrokken onderwijsinstellingen zorgt hij tevens

voor de communicatie met externe belanghebbenden zoals Streekplatform de Peel, de

Commissie Daandels, verantwoordelijk voor het programma PROGRESS en de diverse

ondememersverenigingen.

Via k-wartaalrapportages worden de financierende partijen op de hoogte gesteld van de

vorderingen van het project.

7.5 Kwaliteit

Het projectresultaat moet dusdanig zijn, dat:

1. een investeerden op basis van dit concept het risico voor de ontwikkeling, exploitatie

en beheer van het dienstencentrum op zich wil nemen;

2. de doelgroep het concept dusdanig aantrekkelijk vindt, dat minimaal 80 % van het

oppervlakte aan verhuurbare ruimte in het dienstencentrum, op basis van een

steekproefpeiling achteraf, bezet zal worden;

3. de onderwijsinstellingen hun criteria en randvoorwaarden voldoende duurzaam

verankerd zien in het concept;

4. de gemeente haar randvoorwaarden voldoende duurzaam verankerd ziet in het

concept;

5. de meerwaarde voor de regio qua innovatiekracht en werkgelegenheid duidelijk

aanwezig is.

7.6 Risicoanalyse

Er zijn per fase een aantal risico's te noemen, dat het project niet tot het gewenste resultaat

leidt. Deze worden ieder benoemd, alsmede de daarop gerichte preventieve maatregelen, om

de kans op het risico te venninderen, en curatieve maatregelen, om het effect in het geval dat

het risico zich voordoet te beperken.

1. Opstellen impressie diensteneentrum

Risico: de impressie sluit niet aan op de wensen van de initiatiefnemers.

Preventieve maatregelen:

- opdrachtnemer spreekt voorafgaand met de gehele stuurgroep;

- tussentijds worden deélresultaten teruggekoppeld met de projectgroep.

Curatieve maatregel: het eindresultaat wordt pas na presentatie en goedkeuring van de

stuurgroep opgeleverd.

11. Marktonderzoek

Risico: ondernemers zijn onvoldoende bereid om mee te werken aan het onderzoek.

Preventieve maatregelen:

- het belang van het project wordt in een begeleidende brief beschreven en ondertekend

door prominente vertegenwoordigers van kennisinstellingen, bedrijfsleven en

overheden;

- via free publicity wordt bekendheid gegeven aan het onderzoek;

- studenten begeleiden de ondervraagden bij het invullen van de enqu@te c.q.

interessepeiling;

Qemaakt op 2-7-2004 14

Projectplan Opstar@fase Dienstencentrum Groene Campus Helmond

Curatieve maatregelen: bij onvoldoende respons wordt onderzocht waarom dit het geval is en

of dit een teken aan de wand is. Hierop wordt dan naar bevinden gehandeld.

111. Conceptontwikkeling

Risico: een investeerden, die de ontwikkeling, exploitatie en het beheer op zich. wil nemen is

niet te vinden of er is niet tot een overeenkomst te komen.

Preventieve maatregel: door diverse ovétheidspartijen is het belang van het project

aangegeven en is iruniddels een bedrag van 3 miljoen euro aan subsidie genoemd.

Curatieve maatregel: het project wordt beëindigd indien geen enkele ter zake deskundige

partij zich na alle inspanningen aandient.

Gemaakt op 2@7-2004 1 5

Uw Reactie
Uw Reactie