- Bestuur
- Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004 antwoorden college
Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004 antwoorden college
Documentdatum | 06-11-2003 |
---|---|
Bestuursorgaan | Gemeenteraad |
Documentsoort | Raadsvoorstellen |
Samenvatting |
Gemeente Helmond begroting 2004 antwoorden eerste term ij n burgemeester en wethouders 31-10-2003 Burgemeester, drs. AAM. Jacobs Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden 1. Veiligheid en handhaving Door nagenoeg alle fracties zijn opmerkingen gemaakt en vragen gesteld over onderwerpen verband houdend met programma Veiligheid en handhaving. Deels gaat het hierbij om een verwevenheid met de ID-banenproblematiek, die ook gevolgen heeft voor de Stichting Stadswacht Helmond. Het gaat hierbij om een brede en complexe problematiek, die de afgelopen weken veel aandacht van ons college heeft gekregen. Met de presentatie van het plan van aanpak "Helmond, een veilige en leefbare stad", op 28 oktober jongstleden hebben wij uw raad een inhoudelijk kader aangereikt waarover besluitvorming kan geschieden. Besluitvorming is nodig over het vaststellen van een Handhavingsvisie en een daarop gebaseerd Handhavingsprogramma voor 2004 Het is aan uw raad om de procedure te bepalen hoe voornoemde nota door uw raad behandeld zal worden. Wij hebben gemeend uw raad op een zo vroeg mogelijk tijdstip te informeren over de naar ons oordeel wenselijke benadering van deze met elkaar verweven onderwerpen. Eerder was helaas feitelijk niet mogelijk. De uit de nota voortvloeiende beleidsaanbevelingen hebben gevolgen voor de programmabegroting 2004. Wij doelen daarbij op de noodzaak om een budget van ¿100.000,- beschikbaar te stellen ter afdekking van de loonkosten van de ID-baners bij de stichting Stadswacht Helmond en van de buurtconciërges bij de Stichting Welzijnsbevordering Helmond. Dekking is mogelijk ten laste van het budget knelpunten ID-banenproblematiek. Naar aanleiding van een vraag van de WD-fractie merken wij het volgende op: In de ontwerp begroting 2004 was al eerder een bedrag van ¿68.000,- opgenomen bestemd voor het sluitend maken van de exploitatie van de stichting Stadswacht Helmond. Dekking is in 2004 voorzien uit GSB- middelen. Het hiervoor genoemd bedrag van ¿1 00.000,- komt hier nog boven op. Bij de presentatie van het plan van aanpak is aangekondigd dat de hiervoor benoemde problematiek en de voorgestane toekomstige structurering van de handhavingsorganisatie voor ons aanleiding zijn geweest een nadere bezinning te gelasten op organisatie, personeel en middelen noodzakelijk om de bestuurlijk noodzakelijk geachte handhavings- en toezichtsorganisatie in 2007 en in de tussenliggende periode adequaat te kunnen laten functioneren. Hierover zal een projectgroep nog in een later stadium rapporteren, zodat de uitkomsten betrokken kunnen worden bij de besprekingen over de Voorjaarsnota 2004. Het jaar 2004 wordt door ons gezien als een overgangsjaar. Vooruitlopend op de inhoudelijke behandeling van de nota willen wij toch enkele zaken onder de aandacht van uw raad brengen, die in de schriftelijke reacties al aan de orde zijn gesteld. Allereerst betreft dat de inzet van BOA's(buitengewoon opsporingsambtenaren). Met betrekking tot de daarvoor vereiste akte en beëdiging is van de zijde van de minister van Justitie geëist dat het moet gaan om een reguliere betrekking in dienst van de overheid of een rechtspersoon waarin het gemeentebestuur vertegenwoordigd is. Om de overgang van ID-baan naar een reguliere betrekking mogelijk te maken is ook voor de sector veiligheid een karige tijdelijke stimuleringsregeling vastgesteld. In Den Haag is gesuggereerd dat de gemeenten in de toekomst inkomsten kunnen verwerven uit het fenomeen bestuurlijke boete. Daarbij passen twee opmerkingen. Allereerst dat het wetgevingstraject rond de bestuurlijke boete nog wel enkele jaren in beslag zal nemen. Mogelijkerwijs is dat het geval op 1 januari 2006. Daarvoor moet de Algemene wet bestuursrecht en ook de Gemeentewet gewijzigd worden. De tweede opmerking betreft het feit dat ons thans niet helder is of de baten tegen de lasten zullen opwegen. Immers ook bij het opleggen van een bestuurlijke boete bestaat de kans dat de betrokken burger een beroep doet op rechtsbescherming. In dit kader is overigens nog het volgende van belang. In onze handhavingsvisie wordt uitgegaan van de stelling dat handhaving regel is. Qua intensiteit is gekozen voor het niveau "voldoende" voor een aantal geprioriteerde beleidsvelden. Voor andere beleidsvelden geldt het zogenaamde "piepsysteem". Het gaat hierbij om keuzes. Hierover zijn opmerkingen gemaakt. De fractie van D'66/Groenlinks plaatst kanttekeningen bij het optreden tegen fietsers in de city. Door de fractie van de PvdA is in dit kader ook aandacht gevraagd voor preventief handhaven. In onze visie is daarin voorzien door de inzet van toezichthouders. In antwoord op vragen van de fractie van SDH/OH over speerpunten in het handhavingsbeleid verwijzen wij naar het Handhavingsprogranmma 2004. Naast versterking van de organisatie op straat middels toezichthouders en handhavers(gekwalificeerde toezichthouders) zal ook binnenshuis orde op 1 zaken gesteld moeten zijn. Bij het handhavingsbeleid is onder meer tot speerpunt benoemd de problematiek van de illegale pensions, die om een multidisciplinaire aanpak vraagt. De situatie in de Heistraat en omgeving krijgt hierbij onze bijzondere aandacht. Hierop zal programmatisch gehandhaafd worden. De fractie van de PvdA heeft in dit verband aandacht gevraagd voor de positie van de seizoenarbeiders uit Oost-Europa die in bepaalde jaargetijden in de binnenstad onderdak zoeken, al dan niet in op straat staande auto's. Het gaat om een al langer bestaand fenomeen dat hoe langer hoe meer manifest wordt. Nu blijkt dat Oost-Europeanen ook in andere bedrijfstakken al werkzaam zijn, wint dit probleem aan gewicht. De aandacht voor arbeid door "Oost-Europeanen" zal breder worden. Niet alleen zal gekeken worden naar de ongewenste neveneffecten zoals slechte huisvesting in illegale pensions maar ook zal in regionaal verband worden opgetreden tegen de verstoring van de arbeidsmarkt door de instroom van werknemers die buiten de reguliere regels van cao, belastingafdracht en bijdrage aan het stelsel van sociale zekerheid te werk worden gesteld. De betrokken werkgevers hebben daarnaast de plicht om in overleg met de gemeenten te zoeken naar sociaal aanvaardbare huisvestingssituaties, waarbij gehandeld wordt in overeenstemming met de Nederlandse rechtsorde. Wethouder Houthooft zal in haar beantwoording namens ons college verder ingaan op de ID- banen problematiek. In 2004 wordt een nieuw Masterplan veiligheid en handhaving voor de periode 2005 - 2009 gepresenteerd. Dat plan zal gebaseerd zijn op de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en veiligheidsbeleving tot en met 2003. Die ontwikkeling wordt in beeld gebracht met behulp van gegevens van zowel politieregistraties als de in Helmond uitgevoerde bevolkingsonderzoeken. Deze gegevens zijn eind van dit jaar beschikbaar per wijk. Vanuit die gegevens zal een interpolatie voor 2004 worden gemaakt. Een eerste indicatie van de effecten van het Masterplan IVB 2001-2004 moet dan mogelijk zijn. In lijn van de ingezette ontwikkeling zal in het nieuwe Masterplan de verbreding van integraal veiligheids- naar integraal veiligheids- en handhavingsbeleid verweven zijn. Veiligheid en handhaving moeten worden verankerd in de werkplannen van alle gemeentelijke diensten. Lijnmanagers zullen worden aangesproken op de voortgang van de dan onder hun verantwoordelijkheid uit te voeren activiteiten op veiligheidsgebied. Veiligheidsbeleid blijft gebaseerd op ketenaanpak en integraliteit. Daarin past dat terdege aandacht wordt besteed aan de onderliggende oorzaken van onveiligheid. Aan die onderliggende oorzaken zal ook in de vorm van preventiebeleid in de toekomst ruim aandacht worden geschonken. Jeugd is vaak zowel slachtoffer als veroorzaker van onveiligheid. In die zin zal het onderwerp jeugd steeds aandacht vragen en krijgen. In het kader van de eerder gemelde ketenaanpak zal ook in het jeugd beleid een veiligheidsparagraaf dienen te worden opgenomen dan wel zullen kaders dienen te worden gesteld voor een jeugd paragraaf in het veiligheidsplan. De Helmregels hebben zich ook in de belangstelling verheugd van een aantal fracties (CDA, Helmondse Belangen, WD, D'66/Groen Links Helmond Actief) De reacties zijn gemengd. Onzerzijds is op aandringen ook van leden uit uw raad bij de behandeling van de gemeentebegroting 2003 dit actiepunt ter hand genomen. Inhoudelijk kan hiermee een bijdrage geleverd worden aan de speerpunten uit het Masterplan IVB 2001-2004. Als het beleid resultaat sorteert, vermindert dit de druk op toezicht en handhaving. Momenteel is een traject uitgezet om de Helmregels ook te laten gaan leven bij de bevolking. Het is ook een traject dat recht doet aan een van de doelstellingen van integraal veiligheidsbeleid, namelijk "SAMEN WERKEN aan veiligheid', met andere woorden het gaat ons allemaal aan. Dit interactief proces moet leiden tot de vaststelling van door de bevolking gedragen Helmregels. Als dat gebeurd is, zit daar een uitvoeringstraject aan vast. Echter het blijft primair een zaak van de inwoners van Helmond zelf. Correctie via boetes op grond van de APV is hierbij niet het uitgangspunt. Door de fractie van de WD wordt de kostenontwikkeling bij de realisering van de neven post van de brandweer in Brandevoort aan de orde gesteld. Aanvankelijk lag het in het voornemen van ons college om een dezer maanden aan uw raad een kredietvoorstel voor te leggen voor de inrichting van een tijdelijke neven post in Brandevoort. Dat proces is vertraagd voor een studie samen met onze 2 buurgemeenten Mierio en Nuenen om te bezien wat de beste situering voor deze neven post zou moeten zijn. De conclusie was dat een gezamenlijke brandweerpost niet tot de mogelijkheden behoort. Toen dat helder was is de verdere planvorming ter hand gekomen. Voor het einde van het jaar zullen wij bezien of het toch niet de voorkeur verdient meteen te kiezen voor de realisering van een definitieve huisvesting voor de nevenpost. Enerzijds worden daarmee de kosten van een per definitie imperfecte tussenoplossing voorkomen, anderzijds betekent het dat de investeringslasten voor de definitieve huisvesting, althans gedeeltelijk, in tijd naar voren gehaald worden. Wij zullen ons zoals gezegd hierover nog beraden. Rond de jaarwisseling, zo mogelijk nog in december 2003, zullen wij hierover met de raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden in overleg treden. In maart 2002 heeft uw raad een geactualiseerd rampenplan vastgesteld, compleet met alle deelplannen. In 2004 zal wederom een geactualiseerd plan worden aangeboden, volgens regionaal model, waarbij met name het opschalingmodel zal zijn aangepast en ook de deelplannen verder zullen zijn verbeterd. Rest nog te memoreren, dat inmiddels een dertigtal personen zoals de leden van ons college, de diensthoofden en andere sleutelfunctionarissen van die diensten, in het kader van de rampenbestrijding in de afgelopen twee jaar een opleiding hebben gevolgd. Door de fractie van de HSP zijn opmerkingen gemaakt over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de rails, de consequenties voor de verkeersdoorstroming en de toenemende geluidsoverlast. Uit cijfers van NS blijkt dat in de periode 1998-2001 er sprake is geweest van een toename van 30% overdag en in de avond, terwijl in de nachtelijke uren er sprake was van een kleine afname. Dit blijkt ook uit de geluidsemissiecijfers over genoemde periode, waarbij overigens wel de geluidsemissie van personenterreinen meegeteld is. Deze cijfers geven een stijging te zien van tussen 1,1 en 1,6 dba voor de verschillende dagdelen. Naar de toekomst toe is nog niet bekend wat exact de gevolgen zullen zijn van de ingebruikname van de Betuwelijn. Hopelijk biedt dat ook verbetering in relatie tot de verkeersdoorstroming, die ook te lijden heeft van het toegenomen vervoer per spoor. Voorts wordt op provinciaal en regionaal niveau door het ingenieursbureau SAVE een risicokaart van "Brabantspoor" gemaakt, volledig met risicocontouren en voorstellen voor verbeteringen. Inmiddels zijn ook, op initiatief van gemeenten die aan spoorwegen liggen, twee ministers uitgenodigd in Breda om de problematiek aan te horen. 2. Dualisme Wekelijks blijkt uit de artikelen die in VNG-magazine verschijnen dat de gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders in Nederland bezig zijn in de eigen gemeente vorm en inhoud te geven aan het dualisme. Wettelijk is vastgelegd dat voor 1 januari 2005 de eind rapportage van de evaluatie dualisering gemeentebestuur moet worden aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal. Het feit dat de wetgever enkele jaren heeft uitgetrokken alvorens een evaluatie uit te voeren, duidt er op dat gemeenten enige tijd gelaten wordt om ervaringen op te doen. Onze ervaring is dat de vernieuwde Gemeentewet afhankelijk van de lokale voorkeuren en bestuurlijke cultuur, binnen kaders, ruimte biedt voor een eigen invulling: geen confectiekostuum maar een maatkostuum, zogezegd. Door de fracties van het CDA, SDH/OH, Helmondse Belangen, WD, PvdA, D'66/Groen Links Helmond Actief en FWK zijn over verschillende onderwerpen verband houdend met dualisering van het gemeentebestuur opmerkingen gemaakt en stellingen betrokken Hierbij gaat het om zaken die de raad onderling regardeert; om onderwerpen die een bestuurlijke achtergrond hebben en waarop andere collegeleden zullen reageren; ook gaat het om technische opmerkingen die deels betrekking hebben op het verkeer met het college van burgemeester en wethouders. Bij de beantwoording is met het vorenstaande rekening gehouden. Door de fractie van het CDA is een opmerking gemaakt over evaluatie van de rol en bemensing van het presidium en het voorzitterschap van de diverse raadscommissies. In de werkgroep dualisme, samengesteld uit leden van raad en college, is onlangs een voorstel tot evaluatie besproken. De werkgroep stelt voor om de evaluatie van een raadscommissie te laten geschieden door de commissie zelve op basis van een uniform stramien. Als onderdeel van de evaluatie wordt het functioneren van de commissievoorzitter betrokken. De evaluatie zal onder leiding van een onafhankelijke gespreksleider plaatsvinden. De conclusies van deze evaluatie worden gepresenteerd en besproken 3 in een raadsbijeenkomst in het vroege voorjaar van 2004, die is gewijd aan evaluatie van dualisme. Voorts is door de werkgroep voorgesteld om de evaluatie van het presidium te laten gebeuren door de raad. Dat kan eveneens aan de orde komen in genoemde raadsbijeenkomst in het vroege voorjaar van 2004. De fractie van Helmondse Belangen heeft aangegeven dat men voorstander is van een raadsprogramma. Momenteel is dit onderwerp van gesprek in de werkgroep dualisme. Daar zal moeten worden bezien wat de meerwaarde hiervan is in relatie tot de huidige werkwijze waar het collegeprogramma, de stadsvisie en het meerjarenontwikkelingsprogramma vertaald in de jaarlijkse programmabegroting het kader vormen voor de beleidsbepaling door de gemeenteraad en tot leidraad strekken voor het college van burgemeester en wethouders bij het bestuur over de stad. In het verlengde van dit pleidooi liggen ook de door de fractie van D'66/Groen Links gemaakte opmerkingen over de taakvervulling door de gemeenteraad. Men komt tot het oordeel dat de raad tot op heden beter uit de verf komt bij de uitoefening van de controlerende taak dan bij het stellen van kaders. Om die reden stelt men voor de griffie uit te breiden. Het is de vraag of men het daarin moet zoeken. Gaat het hierbij niet om bestuurlijke visies die door fracties zelf vertaald dienen te worden? Uiteraard is in technische zin de griffie het eerst geroepen om ondersteuning te verlenen en kan als het gaat om inhoudelijke bijstand een beroep gedaan worden op het ambtelijk apparaat. Bij de komende evaluatiebijeenkomst in 2004 is dit een onderwerp voor uw raad om een nader standpunt in te nemen als niet gewacht wordt op de landelijke evaluatie in 2005. Door de fractie van SDH/OH is een opmerking gemaakt over complexer geworden procedures. Naar onze opvatting is het niet zo zeer alsof procedures ingewikkelder zijn geworden, maar gaat het eerder om in de gedualiseerde verhoudingen tussen raad en college duidelijkheid en helderheid te scheppen. Het scheppen van die duidelijkheid en helderheid kost enige tijd. Dat is ook wel begrijpelijk omdat procedures dienen te zijn en te worden afgestemd op omstandigheden die zich voordoen. Vanuit ons college is het streven er in ieder geval op gericht om zaken niet nodeloos te compliceren, maar om ze eenvoudiger te maken. Wel kan niet ontkend worden dat gebruik van bevoegdheden door uw raad, zoals het vragenrecht, het recht om initiatief-voorstellen in te dienen, het recht van interpellatie en het burgerinitiatief leiden tot een meer pluriform beeld van de activiteiten van uw raad. Door de fractie van SDH/OH wordt een terecht punt gemaakt over voortgangscontroles. Het komt te vaak voor dat het te lang duurt voordat onderwerpen zijn afgehandeld. Het gaat om onze bestuurlijke verantwoordelijkheid om de voortgang van door ons college gedane toezeggingen te bewaken en zaken tijdig af te handelen. Ambtelijk wordt het college hierbij ondersteund door het ambtelijk managementteam. Het presidium is het gremium dat de voortgang van zaken beoordeeld die bij uw raad in behandeling zijn. Uiterst recent zijn de procedures hiervoor aangescherpt. De fractie van het CDA heeft een brief gezonden aan het presidium met het verzoek om een verdeling van spreektijd toe te wijzen op basis van grootte van fractie. Het presidium heeft aan het CDA meegedeeld dat zij blijft bij haar eerder ingenomen standpunt dat alle fracties gelijke spreektijd krijgen. De reden hiervoor is dat geoordeeld is dat elke fractie, groot of klein, zich dezelfde moeite moet getroosten om onderwerpen voor het voetlicht te brengen. 3. Regionale samenwerking Al sedert het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw is er sprake van een vorm van gestructureerde samenwerking met omringende gemeenten. De eerste tientallen jaren is dat gebeurd in het kader van het Streekorgaan Gewest Helmond. Vanaf 1993 gebeurt dat in het kader van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Aan die bereidheid tussen gemeenten om samen te werken in een geformaliseerd verband ligt de overtuiging ten grondslag dat een aantal maatschappelijke problemen gemeentegrens overstijgend zijn en om een gezamenlijke aanpak vragen. Met het verstrijken van de tijd is die onderlinge betrokkenheid groter geworden. Rijks en provinciaal beleid, opschaling maatschappelijke problemen, mobiliteitsvraagstukken en sociaal- economische ontwikkelingen vragen om een afgestemde beleidsvoering op een grotere schaal dan één gemeente. Landelijk gezien heeft Zuidoost-Brabant altijd voorop gelopen met de intergemeentelijke samenwerking. Door de toekenning van de status kaderwetgebied op grond van 4 Kaderwet bestuur in verandering begin jaren negentig is de bestuurlijke samenwerking in Zuidoost- Brabant ook wettelijk verankerd. Daaraan komt een einde in 2005. Begin 2004 zal door de regering bij de Tweede Kamer worden ingediend het wetsontwerp WGR-plus. Naar het er nu naar uitziet krijgt Zuidoost-Brabant de status van Wgr-plus-gebied. Dit betekent, dit naar aanleiding van vragen van de CDA-fractie, dat uw raad in de loop van 2004 te oordelen krijgt over een nieuwe gemeenschappelijke regeling voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven met daarin opgenomen taken en bevoegdheden. Dat lijkt ons ook het geschikte moment voor de door de fractie van SDH/OH gevraagde principiële bezinning op deze vorm van structurele samenwerking. Onze insteek is dat bij de beoordeling daarvan aansluiting gezocht moet worden bij het eindrapport Nieuwe Koers, de actualisering daarvan uit 2002 en bij het daarop gebaseerd Startdocument. De sociaal-economische problematiek van dit moment, de ruimtelijke vraagstukken in stad en platteland vragen om een gezamenlijk optrekken om gemeentegrens overschrijdende oplossingen te kunnen realiseren. Het in stand houden van het ¿5,22 fonds biedt de mogelijkheid om in gezamenlijkheid te zoeken naar oplossingen. De portefeuillehouder Economische Aangelegenheden zal namens ons college in haar beantwoording verder ingaan op de inhoudelijk ter zake gemaakte opmerkingen. 4. Stadspromotie De gemeente heeft voor de jaren 2001, 2002 en 2003 met de Stichting WV/Stadspromotie een subsidieprestatiecontract afgesloten. Onderdeel van het contract was een door de stichting opgesteld Actieviteitenplan 2001-2002-2003, gebaseerd op het beleidsplan van de Stichting uit 1999. Ook de nieuwe Stichting Stadspromotie zal gaan werken aan de hand van een subsidieprestatiecontract en een onderliggend Activiteitenplan. In het bestaande contract staat verwoord, dat het nieuwe contract een geldigheidsduur van vijf jaren zal krijgen. Zowel het nieuwe contract als het nieuwe activiteiten plan dienen nog te worden opgesteld. Voorhanden is het oude prestatiecontract, het oude activiteiten plan van de stichting, alsmede het oude beleidsplan van de stichting. Bij het opstellen van een nieuw prestatiecontract zijn de volgende complicerende factoren van belang: In het oude prestatiecontract waren de prestaties (te) weinig meetbaar geformuleerd. Het College is dan ook voornemens om in het nieuwe prestatiecontract operationele doelstellingen op te nemen, alsmede indicatoren aan de hand waarvan de prestaties kunnen worden gemeten. Het formuleren van doelstellingen én indicatoren dient echter geworteld te zijn in een visie van de gemeente op de rol van de Stichting Stadspromotie in het uitvoeren van gemeentelijk beleid inzake Stadsmarketing. Die visie is er nog niet. Het is daarom de intentie van het College om het oude prestatiecontract, met onderliggend oude activiteiten plan, gebaseerd op het oude beleidsplan van de stichting te handhaven voor het jaar 2004. De nieuwe Stichting Stadspromotie zal daarbij gehouden worden zich te conformeren aan gemeentelijk beleid, waarbij de nieuwe stichting ook nadrukkelijk uitgenodigd zal worden, vanuit haar expertise en ervaring, om dit nieuwe beleid mede vorm te geven (adviserende rol). In de loop van 2004 zal dan in overleg met de nieuwe Stichting Stadspromotie het prestatiecontact 2005, 2006, 2007 en 2008 inhoud gegeven worden. 5. Ontwi kkel i ngssamenwerki ng Door de fractie van de HSP is gevraagd naar een toelichting op de aanstaande verhuizing van de Wereldwinkel van 't Ketsegenske naar de Ameidestraat. Indertijd is door uw raad een subsidie beschikbaar gesteld ter afdekking van de huurkosten. Inmiddels heeft het bestuur van de stichting Wereldwinkel ons laten weten dat men heeft uitgezien naar een ruimere winkel. In de kostencalculatie is men uitgegaan van continuering van de vaste gemeentelijke bijdrage in de huisvestingskosten. Dat lijkt ons juist. De eerder door uw raad vastgestelde kaders voor de beleidsvoering op dit terrein zijn voor ons college hierbij leidend. 5 Wethouder, P.G.M. Tielemans Financiën, Middelen en Ondersteuning en Cultuur 1. Inleiding De begroting 2004 is de eerste begroting die qua opzet verschilt van de begrotingen in de voorgaande jaren. Het is namelijk de eerste maal dat in het duale systeem met een zogenoemde programmabegroting gewerkt wordt. Het proces om deze begroting tot stand te brengen is genoegzaam bekend. In overleg met de commissie MO is een model ontworpen en zijn de door uw raad gewenste programma's gedefinieerd. Daarnaast zijn de door de wetgever benoemde verplichte paragrafen toegevoegd. Wij zijn ons er van bewust dat de begroting zoals die thans voorligt nog geen 10 verdient. Met de commissie MO is de afspraak gemaakt dat in ieder geval een voldoende gescoord moet worden en dat in de verdere jaren gewerkt moet worden aan een hoger cijfer. Naar onze mening, en daarin worden wij door uw opmerkingen gesteund~ zijn wij er in geslaagd een programmabegroting op te stellen, die als vertrekpunt aan de gestelde verwachtingen voldoet. Conform de gemaakte afspraken zullen wij verder werken aan de verbetering in de komende jaren. Wij komen hierop nog terug. TotstandkominQ proqrammabeqrotinQ Vanwege de dualisering gaat de gemeenteraad meer op hoofdlijnen sturen. Het college heeft vervolgens de verantwoordelijkheid voor de uitvoering. De raad controleert vervolgens deze uitvoering. Als gevolg van de dualisering wordt de uitvoerige producten begroting van de afgelopen jaren vervangen door een programmabegroting. Ingaande 2004 werken we dus voor het eerst met een programmabegroting. Bij de aanbieding van deze programmabegroting hebben we reeds aangegeven, dat het best een lastige materie is en hebben u verzocht om in het kader van de behandeling van deze begroting uw op- en aanmerkingen te maken om daarmee richting te kunnen geven aan de verdere ontwikkeling van dit instrument. Gestreefd wordt om samen met uw raad de programmabegroting verder door te ontwikkelen tot een volwaardig sturingsinstrument voor uw raad. In de opmerkingen van de diverse fracties wordt onderkend, dat de programmabegroting inderdaad nog geen volwaardig sturingsinstrument is voor uw raad. Op de weg daar naartoe dienen nog de nodige stappen gezet te worden. Uitgangspunt daarbij is, dat de gemeenteraad in de programmabegroting de kaders van het beleid en de te bereiken effecten aangeeft en dat wij als college binnen de afgesproken financiële randvoorwaarden daaraan invulling geven. Wij zijn het eens met uw reactie, dat bij een aantal programma's de doelstelling en prestaties niet altijd even concreet zijn. Zo is er meer behoefte aan meetbare resultaten, aan tijdpaden en aan (haalbare) doelen. Er blijkt dan ook duidelijk sprake te zijn van een leer- en groeiproces voor alle betrokkenen, dus zowel voor ons college, maar ook voor de ambtelijke organisatie en uw raad. Het is onze bedoeling om de programmabegroting op weg naar de begroting 2005, samen met u, verder door te ontwikkelen. De eerste stap daartoe wordt voorzien bij de voorjaarsnota 2004. Intern zullen wij dit proces kracht bijzetten o.a. met het project prestatiemanagement. In het besef, dat de programmabegroting nog verder doorontwikkeld moet worden, stellen wij u voor om 2004 te beschouwen als een "overgangsjaar". Wij stellen u voor om in 2004 de door ons voorgestane verschuivingen binnen programma's voor te leggen aan de Commissie MO conform voorstel SDH/OH. De fractie van Helmondse Belangen vraagt of wij bereid zijn aan elke fractie, mits daaraan behoefte is, een exemplaar van de producten raming 2004 ter beschikking te stellen. Verwijzend naar de nieuwe rolverdeling tussen raad en college benadrukken wij, dat het de bedoeling is, dat de raad stuurt op hoofdlijnen en de kaders stelt in de programmabegroting. De productenraming is de vertaling van de programmabegroting naar productbudgetten en dient als uitvoeringsplan voor ons college en als communicatiemiddel naar de organisatie. M.a.w. de raad en het college hebben vanuit hun rolverdeling ieder hun eigen instrument. De productenraming is zoals gezegd een uitwerking van de programmabegroting en kan pas worden afgerond na de vaststelling van de programmabegroting door de raad. Wij zullen per fractie 1 productenraming ter kennisname verstrekken. De gemeentewet heeft overigens niet beoogd dat de productenraming een sturingsinstrument is voor de gemeenteraad. Wij gaan er van uit, dat u de productenraming in de geest van de gemeentewet zult bezien. De fractie SDH/OH heeft ten aanzien van de investeringen behoefte aan meer specificaties en verzoekt om alsnog het investeringsprogramma "oude stijl" beschikbaar te stellen. Het investeringsprogramma geeft een totaalbeeld van alle investeringen zoals die per programma zijn aangeven, maar ook aanvullend inzicht hoe de totale investeringen zich verhouden met de beschikbare ruimte. Wij streven ernaar om ingaande 2005 dit totaal inzicht in de programmabegroting op te nemen. Uiteraard willen wij u dit voor 2004 niet onthouden en daarom zullen wij zorgdragen voor het investeringsprogramma "oude stijl". 2. De begroting 2004 en het beleid voor 2004 De begroting 2004 kan worden gekenschetst als: A. Solide; B. Sociaal evenwichtig; C. Samenhangend. Achtereenvolgens laten we deze de revue passeren. A. Een solide beqrotinq Ondanks de omvangrijke rijksbezuiniging zijn wij er in geslaagd om een sluitende begroting te presenteren. Zoals in de programmabegroting is aangegeven was dit geen eenvoudige opgave. Mede als gevolg van het steeds verder afglijden van de economie en het aantreden van het huidige kabinet, waarvan de plannen en de effecten daarvan voor de gemeenten pas in een Iaat stadium bekend werden, heeft de begrotingsvoorbereiding vooral in het teken gestaan van onzekerheid. Bij de voorjaarsnota is in overleg met u reeds ruimte ingeruimd voor tegenvallers. Daarna volgde echter berichten over rijksbezuinigingen elkaar op en was er nauwelijks tijd en ruimte om hierop te reageren. Een en ander resulteerde uiteindelijk in een tekort op de begroting 2004 van ruim ¿ 2 miljoen, dat op de valreep door de aankondiging van weer nieuwe rijkskortingen op enig moment zelfs opliep tot een tekort maar bijna ¿ 2,7 miljoen. Dekkingsplan Het ombuigen van een tekort van een dergelijk omvang in een kort tijdsbestek vraag om snel, maar uiteraard ook om financieel verantwoord handelen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een o. i. solide dekkingsplan dat op bladzijde 9 van de programmabegroting nader is toegelicht. Hierbij waren we genoodzaakt om de reeds geplande analyse van de voordelen op de jaarrekeningen van de laatste jaren versneld uit te voeren. Deze actie was immers in het kader van de task-force reeds gepland met het oog op de tekorten in latere jaren. Daarbij hebben we ons laten leiden door de grootste voordeelposten in de jaarrekeningen, namelijk het jaarlijkse rentevoordeel, de voordelen als gevolg van het achterblijven van de realisatie van investeringen en de rente over de algemene reserve van het grondbedrijf (die jaarlijks via het resultaat van het grondbedrijf naar de algemene middelen vloeit). In dit verband laten we nogmaals enkele onderdelen van het dekkingsplan de revue passeren op basis van de vragen die bij deze schriftelijk behandeling hierover gesteld zijn Voordeel op rentekosten In het dekkingsplan op pagina 9 van de programmabegroting is rekening gehouden met een bedrag van ¿ 1,2 miljoen aan lagere rentekosten. Diverse fracties hebben gevraagd om meer duidelijkheid, waarbij het met name ging om het structurele karakter van het ingecalculeerde rentevoordeel. Bij onze brief van 16 oktober jl. aan Uw raad hebben wij een nadere toelichting gegeven van de voorgestelde verlaging. Daarbij hebben wij ook een aantal argumenten aangegeven, waarom sprake is van een structurele verlaging. Een en ander is verder onderbouwd met een theoretisch rekenvoorbeeld, waaruit blijkt dat ook wanneer sprake is van een sterke stijging van de rente in de komende jaren, dit vooralsnog een beperkte invloed heeft op de exploitatie. Kortheidshalve willen wij U naar de verdere inhoud van deze brief verwijzen. Ten aanzien van de vraag van Helmondse Belangen waarom we deze verlaging niet eerder hebben toegepast de volgende reactie. 2 Uitgangspunt geldt ook hier een voorzichtig en terughoudend beleid, voordat we deze stap wilden zetten. De aanhoudende lage rente, het feit dat onze financieringspositie, zoals omschreven in voornoemde brief, duidelijk is veranderd en het gegeven, dat we de laatste jaren hebben kunnen profiteren van de vervroegde aflossing van hoogrentende geldleningen, hebben uiteindelijk geleid tot deze stap. Er is dan ook geen sprake geweest van creatief, maar van verantwoord financieel beleid. Het is niet zo, dat we als gemeente de laatste jaren middelen hebben misgelopen door de hantering van een hogere renteomslag. De rentevoordelen die hieruit voortvloeiden zijn de laatste jaren tot uitdrukking gekomen in het rekeningresultaat. Een en ander is in de respectievelijke jaarrekeningen steeds nader toegelicht en verantwoord. We zullen, zoals verzocht, de accountant vragen een oordeel te geven over de huidige systematiek van berekening van de renteomslag en de hoogte daarvan, zoals opgenomen in de begroting 2004. De methodiek van berekening van de rente-omslag is overigens niet gewijzigd ten opzichte van vorige begrotingen. Kort gezegd komt het er op neer, dat voorcalculatorisch wordt bepaald welke rente wordt toegerekend aan de totale boekwaarde van de gedane investeringen. Bij deze methodiek worden de totale kosten van alle financieringsmiddelen in beeld gebracht en vervolgens verdeeld (omgeslagen) over alle geactiveerde investeringsprojecten en als zodanig doorberekend naar de exploitatie. Het gaat hierbij dus enkel om een (technische) verdeling en toerekening van de financieringskosten. Bij de begroting 2004 zijn deze kosten verdeeld en doorberekend op basis van de voorgestelde 4,25%. Op basis van de uiteindelijk berekende kosten komt het gemiddelde omslag percentage uit op 3,49%. Hierdoor is de doorberekening van de kosten aan de exploitatie hoger geweest dan het totaal aan kosten en ontstaat er een calculatieverschil van ¿ 1.021.624. Dit calculatieverschil is zoals gebruikelijk als tegenhanger van de doorberekende kosten verwerkt in de exploitatie 2004. Genoemd bedrag is als calculatieverschil / saldo van de renteverdeling toegelicht op pagina 59/60 van de programmabegroting. Verwijzend naar de opmerking van het CDA wordt opgemerkt, dat dit calculatieverschil niet verward dient te worden met de hiervoor vermelde lagere rentekosten ad ¿ 1,2 miljoen. Vertraagde uitvoering IVP Een van de maatregelen (nr. 2 blz. 9 van de Programmabegroting) bij het ombuigen van het tekort is het inboeken van een (incidenteel) financieel voordeel van ¿. 730.000 als gevolg van de vertraagde uitvoering van het investeringsprogramma. Met name het CDA vraagt hierop een toelichting. In de praktijk blijkt dat een groot aantal investeringen, die in het investeringsprogramma zijn opgenomen, pas Iaat in het jaar c.q. niet in het geplande jaar maar in het jaar daarop wordt aangevraagd. Deze vertraging leidt tot incidentele financi~le voordelen, er hoeft namelijk geen rente te worden betaald en er wordt nog niet worden afgeschreven. Uit een analyse blijkt dat we ongeveer één volledig jaar achterlopen. Financieel vertaald betekent dit dat eenmalig een bedrag van ¿ 730.000 kan worden ingeboekt als voordeel. Indien deze achterstand in de toekomst niet wordt ingelopen dan zal dit ook in latere jaren opnieuw leiden tot een financieel voordeel. Pas indien blijkt dat de achterstanden daadwerkelijk worden ingelopen ontstaan deze financi~le voordelen niet meer. Rente Grondbedrijf De WD fractie gaat akkoord met de inzet van de rente over de algemene reserve van het grondbedrijf, mits de omvang van de reserve voldoende is. De benodigde omvang van de reserve is bepaald op een bedrag met een bandbreedte tussen ¿ 6,8 miljoen (f 15 miljoen) en ¿ 11,34 miljoen.(f 25 miljoen.) Daarbij aansluitend is het maximum van deze reserve bepaald op ¿ 11,34 miljoen. Voor zover de reserve dit maximum te boven gaat wordt dit toegevoegd aan de algemene middelen. De ondergrens is dus bepaald op ¿ 6,8 miljoen. Mocht de reserve zakken onder de bovengrens, maar boven de ondergrens blijven, dan levert dit minder rente op en zullen aanvullende maatregelen nodig zijn. Mocht de reserve onverhoopt onder de ondergrens zakken dan zal een aanvullende storting nodig zijn. Zoals gebruikelijk zal dit probleem dan bij de jaarrekening getackeld moeten worden. De reserve staat op het aangegeven maximum en voldoet daarmee aan de gestelde bandbreedte. 3 Reductie personeelsbestand. Op bladzijde 9 van de programmabegroting is aangegeven, dat er voor de reductie van het personeelsbestand ingaande 2004 een bedrag van ¿ 240.000 is ingeboekt. Het CDA vraagt zich af waarom hierbij niet wordt gekozen voor specifieke taakstellingen gekoppeld aan programma's en de SP vraagt zich af wat dit betekent en of er ontslagen vallen. Deze taakstelling richt zich inderdaad niet op specifieke programma's. Deze koppeling is door ons bewust niet gelegd. Het is namelijk onze bedoeling om deze bezuiniging te effectueren in de indirecte sfeer, waarbij met name gedacht wordt aan beleidsvoorbereidende en beleidsontwikkelende functies. Dit sluit aan bij onze filosofie om de aandacht primair te richten op het afmaken van zaken die in gang zijn gezet in plaats van het presenteren van nieuwe plannen. Het is verder de bedoeling om een en ander te realiseren op basis van natuurlijk verloop (vacatures). Op basis van dit dekkingsplan zijn wij er in geslaagd om de intensiveringen zoals die zijn afgesproken bij de voorjaarsnota een plek te geven in de begroting en resteert er per saldo nog een bedrag van ¿ 222.000. Bovendien hebben wij u inmiddels nog per brief kunnen melden, dat de septembercirculaire ook nog een ruimte biedt van ¿ 200.000. Bij de opstelling van de begroting is echter ook rekening gehouden een voordeel van ¿ 42.000 in verband met stadspromotie. Aangezien het desbetreffend voorstel niet is overgenomen door uw raad stellen wij voor om dit bedrag af te boeken op het hiervoor genoemde bedrag van ¿ 200.000 uit de septembercirculaire. Overigens noemt het CDA in dit verband een bedrag van ¿ 87.000. Dit bedrag is echter mede gebaseerd op een formatie-uitbreiding ten behoeve van evenementencobrdinator, waartoe bij de behandeling van de evenementen nota niet is besloten. Derhalve kan worden uitgegaan van het genoemde bedrag van ¿ 42.000. Zoals gezegd zijn de intensiveringen zoals opgenomen in de voorjaarsnota verwerkt in deze begroting. De fractie Helmondse Belangen stelt nu echter voor om anders te besluiten met betrekking tot de bij de voorjaarsnota afgesproken formatie-uitbreidingen. Wij zijn hiervan geen voorstander en houden vast aan de bewuste keuzes zoals gemaakt bij de voorjaarsnota 2003. Kortom een solide sluitende begroting voor 2004. Om ook een solide begroting in de komende jaren te kunnen blijven realiseren, zijn er echter nog wel de nodige ombuigingen nodig. Bezuinigingstaakstelling voor de komende jaren Van diverse zijden wordt ingegaan op het feit dat voor de komende jaren bezuinigingen nodig zijn en over de manier waarop die bezuinigingen bereikt (moeten) worden. Op diverse plaatsen in deze beantwoording wordt nader ingegaan op de door u gestelde vragen. Wij willen hier nog even specifiek ingaan op het gebruik van de term Task Force. Als de bijdragen van de diverse fracties hierover tegen het licht worden gehouden ontstaat de indruk dat hierover wellicht misverstanden zijn gerezen. Vandaar op deze plaats nog enige verduidelijking. De term Task Force sloeg op een ambtelijk werkgroep die het traject van de bezuinigingen intern gemeentelijk begeleidt. Door uw raad is aangegeven dat er behoefte bestaat om ook vanuit uw midden in een vroegtijdig stadium mee te denken over de (on)mogelijkheden van bezuinigingen en over het formuleren van randvoorwaarden. Vandaar dat vanuit uw raad hiervoor een commissie is ingesteld. Om verdere misverstanden te voorkomen willen wij u voorstellen in het kader van deze commissie niet te spreken over Task Force maar over Commissie Kaderstelling Ombuigingen. De ambtelijke werkgroep zullen wij vanaf heden Werkgroep Operatie Ombuigingen betitelen. Ruimte nieuw beleid De besluitvorming om over te gaan tot de huidige ombuigingsoperatie was tweeledig. Op de eerste plaats richt de bezuiniging zich op het wegwerken van de tekorten, die met name veroorzaakt worden door de rijkskortingen, om daarmee op termijn een sluitende (meerjaren)begroting te kunnen blijven realiseren. Op de tweede plaats zijn de bezuinigingen ook bedoeld om ruimte te genereren voor nieuw 4 beleid. Hierbij richten we ons op een bedrag van ¿ 1 miljoen ingaande 2006. Verwijzend naar de opmerkingen van WD zijn wij het met u eens, dat het uitgangspunt is en blijft, dat de ruimte voor nieuw beleid pas ingezet wordt als de voorgenomen bezuinigingstaakstelling geheel gerealiseerd is. Wij zijn het dus apert oneens met het standpunt van Helmondse Belangen om dit miljoen nu reeds in te zetten. Ook hier geldt het adagium dat eerst verdiend moet worden voordat uitgegeven kan worden. Verder willen wij u hier kortheidshalve verwijzen naar de diverse onderdelen waarbij meer concreet wordt ingegaan op de diverse gestelde vragen. B. Een sociaal evenwichtiq beleid De begroting 2004 is niet alleen financieel solide, maar staat ook garant voor een sociaal verantwoord en evenwichtig beleid. Het mag duidelijk zijn, dat dit aspect door het voorgenomen regeringsbeleid onder druk staat en de komende periode naar verwachting nog verder onder druk zal komen staan o.a. doordat de gemeentelijke (financiële) mogelijkheden verder beperkt zullen worden. . . Uitkeren van de Zalmsnip De Zalmsnip is destijds geïntroduceerd door het Rijk en wordt via het gemeentefonds ook bekostigd door het Rijk. Indien het Rijk besluit dat een dergelijke voorziening in het kader van het rijksbeleid met betrekking tot het vergroten van de armoedeval niet langer gewenst is, zal dit gepaard gaan met een korting op het gemeentefonds. Het voornemen van het Rijk is om deze faciliteit ingaande 2005 af te schaffen. Verwijzend naar de opmerking van FEH merken wij op, dat de Zalmsnip in 2004 nog op de gebruikelijke wijze verstrekt wordt. . Kwijtscheldingsbeleid Ondanks dat het kwijtscheldingsbeleid steeds meer op gespannen voet komt te staan met het regeringsbeleid zullen wij het huidige beleid ook in 2004 continueren. Ingaande 2005 zullen naar verwachting de mogelijkheden hiertoe gelijktijdig met de voorgenomen afschaffing van de OZB voor gebruikers, hetgeen op zich voor de burger weer een lastenverlichting betekent, door het rijk beperkt worden. . I D-banen Zoals aangegeven zijn we er in de begroting 2004 ondanks de economische tegenwind en de rijksbezuinigingen, toch in geslaagd om extra middelen vrij te maken voor de problematiek van de ID-banen, namelijk ¿ 222.000 zijnde het saldo van de begroting en ¿ 158.000 (¿ 200.000 septembercirculaire minus ¿ 42.000 in verband met de recente ontwikkelingen Stadspromotie) in totaal dus ¿ 380.000 structureel. . Werkgelegenheid Bij deze begroting stellen wij voor om in het belang van de werkgelegenheid in onze regio de bijdrage aan het ¿ 5,22-fonds voort te zetten voor de jaren 2005 tot en met 2007. Dit betekent, dat drie jaar lang een bedrag van ¿ 5,22 per inwoner wordt bijgedragen (totaal afgerond ¿ 450.000 per jaar). Deze kosten worden gedekt uit de middelen, die we ontvangen ter compensatie van het afschaffen van de integratie-uitkering voor precariobelasting op omroepkabels. De afkoopregeling wordt uitbetaald in de periode 2005 tot en met 2007. (zie ook bladzijde 11 van de programmabegroting) . Verantwoorde overgangsregeling 2004 inzake minimabeleid. Bij de presentatie van de begroting moesten we melden, dat de gemeente in verband met het afschaffen van categoriaal inkomensbeleid en het beperken van het minimabeleid geconfronteerd werd met een rijkskorting van ruim ¿ 1,2 miljoen op jaarbasis. Op het moment van het verzenden van de begroting was de reikwijdte van deze beleidswijziging van het rijk nog niet geheel te overzien. Onlangs hebben wij u bij afzonderlijk brief geïnformeerd over deze problematiek. Hierbij hebben wij aangegeven er in geslaagd te zijn voor 2004 een sociaal verantwoorde overgangsregeling te presenteren, waarbij enkel de categoriale regelingen zijn afgeschaft en de overige regelingen vooralsnog voor 2004 gecontinueerd worden. Dit is eenmalig mogelijk door kosten tot een bedrag van ¿ 765.000 in 2004 incidenteel af te dekken. In de aanloop naar de voorjaarsnota 2004 zullen wij alle mogelijkheden onderzoeken om het beleid voor de toekomst binnen de financiële en wettelijke mogelijkheden op een zorgvuldige en sociaal verantwoorde wijze invulling te geven. 5 C. Samenhanq in beleid Ofschoon de financiële druk ons meer dan wij zouden willen dwingt tot keuzes, herbezinning en prioritering is het zaak om binnen de financiële mogelijkheden steeds oog te houden voor een evenwichtig beleid. Ook bij deze begroting hebben we ons laten leiden door de eerder afgesproken speerpunten, zoals die met name vanuit de stadsvisie en het collegeprogramma zijn voortgekomen. In dit verband zijn wij ingenomen met het feit, dat de bij de voorjaarsnota afgesproken intensivering, ondanks de externe tegenvallers, toch een plek gekregen hebben in deze begroting. Dit geldt niet alleen voor de intensiveringen die rechtstreeks op de exploitatie drukken, maar ook voor de bij voorjaarsnota voorgenomen investeringen inclusief de door u gevraagde bijstelling inzake een buitensportaccommodatie in de wijk Brandevoort. Wij zijn van mening, dat het doen van gerichte investeringen als vliegwiel kan fungeren ten aanzien van de participatie van derden en het verkrijgen van cofinanciering. Ter illustratie elke euro, die wij als gemeente in ons centrum investeren levert een veelvoud aan euro's op vanuit de particuliere sector. Dit heeft dan weer een positief effect op de verdere ontwikkeling van onze stad en stimulerende effecten in sociaal en cultureel opzicht, zoals de werkgelegenheid en uiteindelijk voor het welzijn van onze burgers. Overigens merken wij naar aanleiding van de vragen van de WD op, dat in het investeringsoverzicht op bladzijde 35 van de programmabegroting inderdaad niet alle investeringen inzake het centrum zichtbaar zijn. Deze investeringen zijn namelijk opgenomen in het afzonderlijke investeringsprogramma Meerjarenprogramma Stedelijke vernieuwing 2004-2007. De investeringsoverzichten in de programmabegroting geven enkel inzicht in die investeringen voor zover die rechtstreeks op het investeringsprogramma drukken. In programma 11 Stedelijke Vernieuwing is de jaarlijkse storting (afgerond) ¿ 2 miljoen in het Fonds Stedelijke Vernieuwing. Een specificatie van de voorgenomen investeringen in het centrum kunt u vinden in het Investeringsprogramma 2004- 2007, namelijk in de bijlage Meerjarenprogramma Stedelijke vernieuwing. Hieruit blijkt, dat voor centrumontwikkeling inclusief Stationskwartier rekening wordt gehouden met de volgende investering ¿ 2,2 miljoen in 2004, ¿ 2,9 miljoen in 2005, ¿ 2,5 miljoen in 2006 en ¿ 3,1 miljoen in 2007. Van deze reeks is enkel ¿ 2,7 miljoen in 2007 zichtbaar bij het programma 8: Centrumontwikkeling. Het investeringsprogramma wordt zoals gemeld alsnog aan u toegezonden. Ingaande 2005 zullen we de presentatie zodanig wijzigen, dat hierdoor voortaan ook de investeringsprojecten in het kader van het meerjarenprogramma stedelijke vernieuwing zichtbaar zijn in de overzichten per programma in de programmabegroting. Ambities / voortgang projecten Zoals bekend heeft Helmond vele ambities. De omvang van de ambities staat op gespannen voet met de financiële mogelijkheden, maar ook met de praktische uitvoerbaarheid. De fractie SDH/OH constateert dat vele zaken op dit moment blijven liggen, nog steeds lopen dan welonafgerond blijven. Tegen deze achtergrond verzoekt deze fractie om nieuw beleid en nieuwe activiteiten in overleg met de raad te initiëren. Wij onderschrijven de stelling, dat terughoudend moet worden omgegaan met het opstarten van nieuwe projecten. Ons motto is dan ook om eerst af te maken waar we mee begonnen zijn. Voor zover er sprake is van nieuwe projecten zullen wij ons uiteraard laten leiden door de kaders en de prioriteiten zoals u die in de programmabegroting stelt. 3. Toepassing inflatiecorrectie Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen door de fracties Helmondse Belangen en WD merken wij het volgende op. Bij de voorjaarsnota 2003 zijn wij nader ingegaan op de indexering van het tarieven beleid (zie hoofdstuk II.D van die voorjaarsnota). Aanleiding hiervoor was de behoefte aan een duidelijke en objectieve gedragslijn. Er is toen afgesproken dat met ingang van de begroting 2004 de inflatiecorrectie voor de gemeente Helmond wordt gebaseerd op de "consumentenprijsindex, alle huishoudens" van het CBS en dat het percentage jaarlijks bij de voorjaarsnota wordt bepaald door het laatst bekende maandcijfer ten tijde van het opstellen van de voorjaarsnota (zijnde februari of maart). Uit praktische overwegingen (met name efficiency) is daarbij tevens de afspraak gemaakt dat dit percentage in een later stadium 6 gedurende het jaar (bijvoorbeeld bij de begrotingsbehandeling) niet meer wordt aangepast. Bij dit laatste is onderkend (zie ook in de voorjaarsnota) dat door deze werkwijze het tijdstip van bepaling van het indexcijfer 2 jaar voor het tijdstip ligt dat het indexcijfer door het CBS definitief wordt vastgesteld, namelijk: in maart 2003 is bij de voorjaarsnota 2003 het indexcijfer voor begrotingsjaar 2004 bepaald terwijl in de eerste week van maart 2005 het indexcijfer voor 2004 pas definitief kan worden vastgesteld door het CBS. Op zich is tussentijdse aanpassing van het inflatiepercentage dan ook niet nodig. Enerzijds omdat een aanpassing ten tijde van de begrotingsbehandeling een momentopname is en dus ook nog geen uitsluitsel geeft over het werkelijke cijfer voor 2004 (definitieve vaststelling van het indexcijfer voor 2004 vindt pas plaats in februari/maart 2005). Anderzijds omdat in de afgesproken systematiek verschillen met de werkelijkheid in het daaropvolgende jaar worden gecorrigeerd. Met andere woorden: eventuele voordelen danwel nadelen die voor de burger ontstaan door verschillen met de werkelijkheid, worden bij de bepaling van het percentage voor het daaropvolgende jaar gecorrigeerd. De voordelen danwel nadelen voor de burger zijn dan ook slechts incidenteel en werken dus niet structureel door. Nogmaals wordt benadrukt dat uit praktische overwegingen is gekozen voor één momentopname per begrotingsjaar en deze momentopname te leggen bij de voorjaarsnota. Hiermee is voldaan aan de behoefte aan een duidelijke en objectieve gedragslijn en daarbij is bovendien gekozen voor een efficiënte aanpak, doordat reeds in het beginstadium van het proces van opbouwen van de begroting duidelijkheid bestaat over de inflatiecorrectie van de tarieven. Uw raad heeft bij de vaststelling van de voorjaarsnota ingestemd met deze werkwijze. Op grond van de hierboven beschreven werkwijze is het percentage voor de begroting 2004 bepaald op 2,7%. Achteraf is gebleken dat dit percentage door een fout van het CBS te hoog is vastgesteld, namelijk op 2,7% in plaats van 2,4%. Desondanks stellen wij voor vast te houden aan de afgesproken werkwijze en dus het percentage voor de begroting 2004 niet aan te passen. Vanzelfsprekend zal bij de voorjaarsnota 2004 deze systeemfout worden gecorrigeerd, hetgeen aansluit bij het voorstel van de WD. 4. Procedures IVP en kredieten Uit de vragen van o.a. de fracties van CDA en SDH/OH blijkt, dat het goed is om even stil te staan bij deze procedures mede als gevolg van de dualisering. Rolverdelino tussen raad en colleQe bij het vaststellen van het IVP In het investeringsprogramma (IVP) wordt voor een periode van 4 jaar uitgewerkt welke investeringsprojecten in deze jaren naar verwachting zullen worden uitgevoerd. De investeringsprojecten zijn daarbij (met ingang van IVP 2004) geclusterd naar de programma's volgens de programmabegroting. De raad stelt jaarlijks de programmabegroting (en daarmee ook het IVP) op programmaniveau vast en alloceert daarmee (onder andere) de investeringsprojecten naar de verschillende programma's. Ons college heeft de taak de programma's volgens de programmabegroting uit te voeren, en daarmee dus ook de taak om uitvoering te geven aan de investeringsprojecten. RolverdelinQ tussen raad en colleqe bij het beschikbaar stellen van een krediet Het definitief vaststellen van de programmabegroting (en daarmee het investeringsprogramma) betekent niet dat daarmee toestemming is gegeven om de afzonderlijke investeringsprojecten ook daadwerkelijk uit te voeren. Daarvoor dient in het desbetreffende jaar een apart voorstel te worden voorgelegd. Indien akkoord gegaan wordt met het uitvoeren van het investeringsproject wordt een feitelijk bedrag beschikbaar gesteld. Dit noemen we een krediet. In het monistische systeem lag de bevoegdheid tot het beschikbaar stellen van een krediet bij de raad. In het duale systeem is het college zelf bevoegd tot het beschikbaar stellen van een krediet. Indien echter bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag afwijkt van het in de programmabegroting opgenomen bedrag, gelden beperkingen bij deze autorisatie (zie blz. 2 en 3 van de programmabegroting). 7 Rolverdelinq tussen raad en colleqe bij het volqen van de voortqanq van het IVP In de praktijk blijkt, dat niet voor alle in een bepaald jaar geplande investeringsprojecten de kredieten worden aangevraagd. Daarom wordt elk jaar bij de jaarrekening nagegaan voor welke projecten uit het investeringsprogramma wel en voor welke projecten geen krediet is aangevraagd. Dit noemen we de evaluatie van het investeringsprogramma en vormt een onderdeel van de jaarrekening (in de toekomst wordt dit mogelijk een onderdeel van de voorjaarsnota). Ons college zal bij de jaarrekening (en tussentijds bij de marap) verantwoording af moeten leggen aan de raad over de voortgang van het IVP. Wij moeten dus inzicht geven in de oorzaken waarom voor bepaalde investeringsprojecten geen kredieten zijn aangevraagd en wanneer dit alsnog gaat gebeuren. (Overigens wordt op dit moment in opdracht van de rekeningcommissie een onderzoek gedaan naar de oorzaken van vertragingen van het IVP.) Rolverdelinq tussen raad en colleqe bij het volqen van de voortqanq bij de bestedinq van kredieten In principe worden kredieten afgesloten op 31 december van het jaar volgend op het jaar van kredietvotering. Bij de jaarrekening (en tussentijds bij de marap) leggen wij verantwoording af over de voortgang en de besteding van de kredieten: . Indien daarbij blijkt dat een krediet niet binnen de daarvoor gestelde termijn afgesloten kan worden dan moeten wij aan de raad inzicht geven in de oorzaken van de vertraging van de besteding en inzicht in de restant benodigde termijn. . Indien blijkt dat een krediet niet toereikend is dan zullen aanvullende dekkingsmiddelen gevonden moeten worden. In de lijn van de afspraken bij het beschikbaar stellen van een krediet geldt dat bij een dreigende overschrijding wij in het duale systeem bevoegd is aanvullende dekkingsmiddelen toe te kennen aan een krediet. Hierbij geldt wel de beperking dat dit slechts is toegestaan indien deze aanvullende dekkingsmiddelen gevonden kunnen worden binnen de financiële grenzen van het betreffende programma van de programmabegroting. Uiteraard wordt hierover in het kader van de jaarrekening verantwoording afgelegd. Indien het niet mogelijk is om de aanvullende dekkingsmiddelen te vinden binnen de financiële grenzen van het betreffende programma, moeten wij vooraf (hiermee wordt bedoeld voordat er verplichtingen zijn aangegaan die leiden tot overschrijding van het krediet) toestemming vragen aan de raad. Overigens zullen wij bij wijze van overgang in 2004 ook relevante verschuivingen binnen programma's aan de commissie MO voorleggen. Overigens wordt op dit moment in opdracht van de rekeningscommissie een onderzoek gedaan naar de oorzaken van vertragingen bij de besteding van kredieten. Naar verwachting zal dit leiden tot een protocol hoe om te gaan met de afsluiting van kredieten. 5. Gemeentelijke belastingdruk De fractie Helmondse Belangen geeft aan dat met name uit de gepubliceerde cijfers van de provincie Noord-Brabant blijkt dat Helmond qua belastingdruk de 5e plaats inneemt van de Brabantse gemeenten. Dit beeld wordt wat genuanceerder als we de cijfers nemen uit de "Atlas voor lokale lasten 2003" van "Coelo" (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, Rijksuniversiteit Groningen). Daarbij wordt uitgegaan van het gemiddeld bedrag dat een huishouden betaalt aan OZB, rioolrecht en reinigingsheffing minus de zalmsnip. Helmond scoort daar landelijk gezien de 187e plaats van de 517 gemeenten qua hoogte van voormelde belastingen (¿ 671). Enkele vergelijkbare gemeenten qua grootte en problematiek gaan ons daarbij voor in hoogte: Hengelo ¿ 678; Almelo ¿ 691; Venlo ¿ 745. Ter illustratie: De goedkoopste gemeente in Nederland is volgens de genoemde "Atlas" de gemeente Ameland (¿ 387) en de duurste Abcoude (¿ 1.057). 6. Reservepositie De fractie Helmondse belangen verzoekt om een volledig overzicht van de reserves en voorzieningen. Het gevraagde overzicht is als bijlage opgenomen bij deze beantwoording. Zoals in de programmabegroting op pagina 67 vermeld is bij de bepaling van het beginsaldo 2004 de stand bij de vastgestelde jaarrekening 2002 als uitgangspunt genomen en vervolgens is rekening 8 gehouden met alle voorgenomen stortingen en onttrekkingen in 2003. In 2004 is rekening gehouden met alle voorgenomen stortingen en onttrekkingen uit de begroting 2004 en het IVP. In de tabel op pagina 67 van de programmabegroting is het saldo per 1.1.2004 ¿ 151.225.279. Op bijgaand overzicht is het saldo per 1.1.2004 ¿ 197.087.548. Het verschil tussen de beide saldo's ad ¿ 45.862.269 heeft betrekking op de reserves en voorzieningen van het grondbedrijf. 7. Overige zaken: . Voordeel inkoopcontract energie Helmondse Belangen informeert naar het voordeel op onlangs gesloten contract inzake energie- inkoop. Het contract maakt echter deel uit van de uitvoering van de eerder afgesproken inkooptaakstelling en voordelen worden in dat kader ingeboekt en leveren in het kader van deze begroting geen (extra) voordelen op. Exploitatie Berkendonk De exploitatie van Berkendonk is in de huidige vorm tot en met 2004 afgedekt (dekking uit opbrengsten zandwinning). Het is de bedoeling om de periode 2003-2004 te benutten voor nadere bezinning over de toekomstige exploitatie hiervan. Met de exploitatie is op jaarbasis een bedrag van ongeveer ¿ 150.000 gemoeid. Effecten loonstop: De Fractie Groen Links-D'66 en de WD vragen om aan te geven wat de voorgenomen loonstop van 2 jaar voor de gemeente als besparing oplevert. Op zich zal een loonstop leiden tot minder groei van de salariskosten en dus minder kostenstijging. Hier staat echter tegenover, dat bij de omvang van de uitkering uit het gemeentefonds eveneens rekening wordt gehouden met dergelijke ontwikkelingen. De uitkering uit het gemeentefonds is namelijk mede gekoppeld aan de ontwikkeling van de salariskosten op rijksniveau. Op rijksniveau zal de loonstop leiden tot minder kostengroei en zal zich daardoor rechtlijnig doorvertalen naar de uitkering uit het gemeentefonds. Kortom de effecten van de loonstop zijn voor de gemeente per saldo budgettair-neutraal en leidt daarmee niet tot extra financiële ruimte. . . 8. Kunst en Cultuur Naast positieve reacties met betrekking tot het kunst en cultuurbeleid zijn er ook kritische vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Daarbij stonden de culturele infrastructuur en de Gaviolizaal centraal. Wij zullen daarop nu nader ingaan. Culturele infrastructuur De fracties van CDA, SDH/OH, WD, PvdA en de fractie van Wim Klerkx hebben vragen gesteld of opmerkingen gemaakt over de in voorbereiding zijnde huisvestingsprojecten voor het KCH, de Openbare Bibliotheek annex Regionaal Historisch Centrum en de vlakke vloerzaal. Wij delen de visie van de WD fractie dat versterking van de infrastructuur een stimulans moet geven aan de verschillende vormen van cultuurbeoefening en een uitstralingseffect dienen te krijgen naar de regio. In de Voorjaarsnota is, zoals de PvdA terecht aangeeft, een bedrag van ruimt ¿ 14 miljoen (inclusief BTW) geraamd voor huisvesting van het Kunstencentrum Helmond, de Openbare Bibliotheek en het Regionaal Historisch Centrum alsmede de realisering van een multifunctionele zaal. Voor wat betreft de onderdelen Kunstencentrum Helmond en multifunctionele zaal zal op korte termijn het resultaat van een haalbaarheidsonderzoek duidelijk moeten maken of realisering in het Steenweg kwartier in voorbereiding kan worden genomen. Gezien de stand van de onderhandelingen stellen wij ons op dit moment terughoudend op. Zo spoedig als enigszins mogelijk, doch in ieder geval binnen de volgende of navolgende vergadercyclus, zal uw raad hierover geïnformeerd worden. Vervolgens zal met de voorbereiding van de bibliotheekhuisvesting worden begonnen, waarbij het Masterplan voor het centrum mede van belang is. Wij delen het standpunt van de CDA-fractie, dat mede gezien de maatschappelijke ontwikkelingen de doelstelling van de bibliotheek toe is aan een herijking 9 Het is ons voornemen in 2004 onze visie op het bibliotheekwerk in Helmond voor de komende jaren te formuleren. Dit zal in nauw overleg met het bibliotheekbestuur gebeuren. Op basis daarvan kan vervolgens een subsidie-prestatie contract tussen gemeente en bibliotheekbestuur worden aangegaan. Waar wenselijk is in dat kader ook een herijking van het programma van eisen voor de herhuisvesting mogelijk. Met stijgende verbazing hebben wij kennis genomen van het betoog van de PvdA fractie met betrekking tot de inzet van de voor de herhuisvesting van het Kunstencentrum en de bibliotheek en de realisatie van een vlakke vloerzaal gereserveerde middelen. De fractie stelt voor 6 miljoen van de gereserveerde 14 miljoen euro op een alternatieve wijze weg te zetten. De nieuwbouw voor het Kunstencentrum mag ¿ 3 miljoen kosten en de bibliotheek kan in de visie van de PvdA een gelijke bijdrage tegemoet zien. Waarop deze bedragen gebaseerd zijn is ons een volslagen raadsel. De genoemde bedragen doen in elk geval geen recht aan de door ons beoogde kwaliteitssprong voor de betreffende instellingen en sporen niet met hun ambitieniveau. Het is overigens niet gebruikelijk dat investeringsmiddelen worden aangewend in de exploitatiesfeer; een deel van de alternatieve bestedingen waarmee de fractie komt. Ook de aankoop en restauratie van panden aan de Steenweg acht de PvdA fractie een goede bestemming voor de "vrij te maken" miljoenen. Daarbij wordt en passant voorgesteld naast 't Speelhuis en het particuliere Annatheater een tweede gesubsidieerd podium in Helmond te realiseren. Hoe zich dit verhoudt tot de financiële positie van de gemeente ontgaat ons volledig! De fractie is het kennelijk ontgaan dat de voormalige Scala mede onderdeel uitmaakt van de onderhandelingen rond de herhuisvesting van het Kunstencentrum Helmond en de realisatie van een vlakke vloerzaal. Het is ook niet zo, dat er onzerzijds voor gekozen is het Annatheater buiten het centrum te huisvesten. Het betreft hier een particulier initiatief. Wij missen de gedegen culturele paragraaf, die wij in voorgaande jaren van de PvdA fractie gewend waren. Gaviolizaal De beoogde sluiting van de Gaviolizaal roept de nodige vragen op. De CDA-fractie concludeert terecht, dat het project Industrieel Erfgoed Toerisme serieus wordt genomen. Door de fractie van de WD worden harde garanties gevraagd met betrekking tot beheer van de collectie dansorgels. Ook de fractie Wim Klerkx stelde hierover een vraag. De intentie is de orgels, in afwachting van een nieuwe accommodatie, in de Gaviolizaal te laten staan. Ze zullen daar volgens een vast schema worden onderhouden. Het is uiteraard niet onze intentie om de kwaliteit te laten aantasten; de collectie dient in onze visie een van de publiekstrekkers te worden van het project, Industrieel Erfgoed Toerisme. Het betreft immers voorwerpen uit de arbeiderscultuur uit de eerste decennia van de 20e eeuw. Binnen het totaalconcept voor "Industrieel Erfgoed Toerisme" passen bovendien recreatieve voorzieningen. Hiermee is ook een vraag van de fractie van Groen Links / D'66 beantwoord. Wat betreft de aanwending van extra inkomsten bij verkoop van de accommodatie, te behalen door de afdeling Vastgoed, hebben wij in afwachting van het resultaat onze intentie uitgesproken deze middelen in overleg met uw raad aan te wenden voor de herhuisvesting van de collectie. Volgens de fractie van Helmondse Belangen zal de sluiting van de Gaviolizaal leiden tot kostenstijging. Ook de fractie van Groen Links / D'66 signaleert dit. In dat kader wordt vervolgens door de fractie van Helmondse Belangen gevraagd naar het bedrag dat is voorzien voor de herhuisvesting van museum en de verenigingen die thans gebruik maken van de zaal. Wat het laatste betreft: deze twee verenigingen worden ondersteund bij het zoeken van nieuwe huisvesting. Over mogelijke financiële consequenties valt nog niets te zeggen. Dat geldt ook voor de herhuisvesting kosten van de orgelcollectie. De financiële consequenties kunnen immers pas in beeld worden gebracht als er zicht is op een concrete accommodatie. De fractie van de HSP'97 kent aan het project Industrieel Erfgoed Toerisme hoge prioriteit toe. Ook deze fractie maakt zich zorgen over het behoud van de orgelcollectie. Zij stelt voor de Gaviolizaal niet te sluiten omdat de exploitatie bij multifunctioneel gebruik sluitend te maken is. Wij delen dit standpunt niet. De Gaviolizaal heeft steeds gefunctioneerd als dependance van het Speelhuis. Als zelfstandige instelling zou er nooit sprake zijn geweest van een sluitende exploitatie. Ons inziens dienen Speelhuis 10 en Gaviolizaal ontvlochten te worden. Mede om vervuiling van de Speelhuisexploitatie voortaan te voorkomen. Dit impliceert dat wij voor het Speelhuis, met betrekking tot de Gaviolizaal, ingaande 2004 tot de herhuisvesting, geen verdere taken weggelegd zien dan technisch beheer met betrekking tot het gebouwen de collecties. De door de HSP'97 genoemde alternatieve locaties zijn voor ons geen reële opties. Ze zijn van uit hun aard - Watertoren - of hun uitstraling - voormalige Van Gend en Loos loodsen - niet geschikt. De fractie Etienne Hesen kan zich vinden in de door ons voorgestane lijn. De fractie van Groen Links I 0'66 informeert naar de kapitaalvernietiging die voort zou vloeien uit de voorgenomen verkoop van de Gaviolizaal. De kosten die de afgelopen 5 jaar rond deze zaal gemaakt zijn hadden met name betrekking op de tijdelijke versterking van de theaterfunctie en niet op de museale activiteiten. De betreffende theatervoorzieningen zijn inmiddels grotendeels weer verwijdert en deels ingezet ten behoeve van het Annatheater. Ook de fracties van SP en PvdA reageren op het sluitingsvoorstel met betrekking tot de Gaviolizaal. Op de kostenfactor voor de herhuisvesting - een vraag van de SP fractie - zijn we hiervoor reeds ingegaan. De sluiting per 1 januari 2004 heeft voor de gebruikers geen direct gevolg als zij op dat moment nog geen ander huisvesting hebben gevonden. Ook daarop zijn wij hiervoor al ingegaan. Wij delen het standpunt van de PvdA fractie niet, dat er eerst een goed alternatief moet komen voor de zaal gesloten wordt. De exploitatieconsequenties zijn hiervoor te zwaar. OveriQen Museum De fractie van Groen Links I 0'66 informeert naar het verslag van het museumbezoek in de Boscotondohal. Dit bezoek ontwikkelt zich positief. In 1999 trok het Gemeentemuseum 28.048 bezoekers, in 2002 lag het bezoekersaantal op 33.838. Er vindt overigens geen separate telling plaats voor de Boscotondohal. De bezoekers kopen één kaartje, dat toegang verleent tot beide gebouwen. Het accent in bezoekerstallen wordt bepaald door de aard van exposities en activiteiten. Wat nevenactiviteiten betreft; het museum organiseert in toenemende mate - en met succes - activiteiten voor toeristische bezoekers en gezinnen met kleine kinderen. Daarnaast wordt in samenwerking met de Stichting Carat jaarlijks een open dag georganiseerd waarbij naast een expositie bezoek, aanvullende activiteiten worden aangeboden. Het is overigens de intentie na de herinrichting van het kasteel de nevenactiviteiten verder uit te bouwen. Kermis Door de fractie van de WO wordt de vraag gesteld of het privatiseren van de uitvoerende taken met betrekking tot de kermis naar de Stichting Stadspromotie wellicht soullaas biedt om het ten gevolge van de besluitvorming met betrekking tot Stadspromotie ontstane dekkingsprobleem op te lossen. Wij zien hier geen reële optie. De kermisorganisatie is een voorbeeld van hoe de gemeente op creatieve en kwaliteitsgerichte wijze evenementen organiseert. De toekenning van de recente kermisprijs onderstreept dit. De gemeente stuurt het tarievenbeleid, om voor modale en beneden modale inkomens onbetaalbare kermissen te voorkomen. Tenslotte wijzen wij er op dat de kermis een positief rendement oplevert. Straatnamen Door de CDA fractie wordt voorgesteld bij nieuwbouwprojecten als Suytkade en de Groene Loper straatnamen te vernoemen naar voormalige Helmondse bedrijven en mensen die een rol hebben gespeeld in het industriële verleden van de stad, dit als ondersteuning van het project met betrekking tot Industrieel Erfgoed Toerisme. Binnen de regels en mogelijkheden van het systeem van straatnaamvernoeming wordt dit reeds gedaan. Het eveneens van de CDA afkomstige voorstel om bij vernoeming van straatnaamborden kort iets over de historie van de straat te vermelden zal worden betrokken bij de uitwerking van de recent vastgestelde Monumentennota. 11 Speelhuis De door de HSP'97 gemaakte opmerking met betrekking tot de Speelhuispubliciteit vraagt om enige nuancering. De huidige stand van zaken is bereikt dankzij de inzet van extra publiciteitsmiddelen. Het aantal bezoekers op jaarbasis valt nog niet aan te geven omdat het theaterseizoen nog maar pas begonnen is en de resultaten van de losse verkoop nog niet in beeld gebracht kunnen worden. De HSP'97 is dus wat voorbarig met haar conclusie Tenslotte: De HSP'97 fractie plaatst een kanttekening bij de subsidietoekenning voor het straattheaterfestival gezien de overeenkomst met de programmering van het Lentefestival. Gezien het feit dat de commissie S en E ingestemd heeft met zowel het conceptprogramma Kunst en Cultuur 2004 als met de Evenementennota, inmiddels voor wat het subsidiedeel betreft ook geaccordeerd door de raad, achten wij deze overweging niet meer opportuun. Door de HSP'97 wordt gesteld dat de Adviescommissie Beeldende Kunst, voor tot plaatsing van kunstwerken in de openbare ruimte wordt overgegaan, zich dient te laten leiden door de "kunst- acceptatie" van "de Helmonder". Nu is "de Helmonder' een moeilijk te definiëren begrip; overigens is het zo dat de Adviescommissie Beeldende Kunst zich op grond van provinciale richtlijnen - de provincie subsidieert beeldende kunst activiteiten voor een substantieel deel - dient te laten leiden door kwaliteitscriteria. De fractie van Wim Klerkx houdt een pleidooi voor herziening van de "Subsidieverordening Amateurkunst Helmond". Deze subsidieverordening is in 2002 geëvalueerd. Ten behoeve van deze evaluatie is toen een concept verordening naar alle verenigingen gestuurd. Het hier genoemde punt is toen niet aan de orde gekomen. Bij de evaluatie in 2002 is echter toegezegd dat de verordening om de 2 jaar geëvalueerd zal worden. In de eerste helft van 2004 zal dit proces plaatsvinden. Daarbij zal uw verzoek zeker welwillend worden meegenomen omdat wij uw opmerking onderschrijven dat het uitermate belangrijk is dat de jeugd lid kan blijven van verenigingen waarbij zij een zinvolle vrijetijdsbesteding vinden. 12 Wethouder, G.J. Bethlehem Maatschappelijke Dienstverlening en Sport 1. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Proqramma Welzijn 2004 De suggestie van de CDA-fractie om het vrijvallend bedrag van de Kinderopvang in te zetten voor knelpunten en de toekomstige problematiek van de jO-banen roept bij ons enkele vragen op. Tot welk bedrag wil de fractie dan inzetten voor het welzijnsprogramma en reserveren voor de 10 problematiek? Wij wachten uw nadere voorstellen hierin af. Wel constateren we dat er door de fractie niet gekozen wordt voor: oud geld voor nieuw geld, zoals verzocht in de commissiebehandeling. Uit de bijdragen van de diverse fracties begrijpen we dat de raad in feite een discussie wil over het gehele subsidiebeleid binnen Welzijn, zowel vrijwillig als professioneel. Vragen die gaan richting productfinanciering en subsidie/prestatiecontracten, maar ook vragen over controle op de subsidieverstrekking. In feite betreft het een door de raad te voeren discussie over nieuwe kaderstelling binnen het programma Welzijn. Voorwaar een belangrijke discussie voor 2004. Een discussie die ook goed past in de op dit moment lopende ontwikkeling en toekomstige uitwerking van de nota Lokaal Sociaal Beleid. Overigens werken we al enige jaren aan de stapsgewijze verbetering van de subsidierelaties met de professionele instellingen. Maar ook hier is het een leerproces voor beide partijen en worden steeds duidelijkere voorwaarden gesteld aan de verantwoordingsplicht van de inzet van de middelen. Daarnaast heeft de commissie al, raadsbreed, aangegeven een discussie te willen voeren over de inzet van de minderhedensubsidies, vooruitlopend op de nota Integratiebeleid. We zijn van mening dat deze discussie in een breder verband dient te worden gevoerd. Het betreft tenslotte een heroverweging van minimaal alle huisvestingssubsidies versus activiteitensubsidies voor vrijwilligerswerk. Daarnaast is het van belang dat er nu geen besluiten worden genomen die later op gespannen voet staan met de nog vast te stellen visie van de raad op het integratiebeleid als geheel. Hierbij dient wel te worden gerealiseerd dat wij voorstander blijven van algemeen beleid in plaats van strikt doelgroepen beleid. Gaarne vernemen we tijdens de verdere begrotingsbehandeling uw definitieve opvatting hierover, zodat we de discussie goed kunnen voorbereiden in 2004. Wij gaan er hierbij van uit, dat dit nog geen directe consequenties heeft voor het programma van 2004, maar pas voor later. Overigens ten overvloede zij hier nog vermeld dat het programma welzijn nog steeds binnen de begroting past, c.q. zelfs nog een bijdrage zou kunnen leveren aan toekomstige structurele bezuinigingen. Een vergelijking van onze financiële inspanningen op welzijnsgebied met een landelijke benchmark kunnen wij op dit moment niet geven. En als een benchmark al te maken is, zijn over het algemeen de gegevens niet echt vergelijkbaar. Het betreft zo'n breed terrein dat veelal niet dezelfde gegevens en bedragen worden vergeleken. Er wordt door meerdere fracties gesteld dat de programmabegroting, niet alleen op het onderdeel Welzijn, maar ook op de hieronder genoemde onderdelen, niet concreet genoeg zou zijn. We wijzen u erop dat juist de onderliggende nota's aangeven hoe het gemeentelijk beleid is en dus de inzet van middelen. De programmabegroting is niet het kader om alles tot in detail uit te werken; vandaar dat vaak wordt volstaan met het noemen van nota's. Wel is in de commissie al aangekondigd, dat we hier meer structureel aandacht aan gaan besteden binnen de commissievergaderingen om zodoende tijdig met u van gedachten te wisselen over het beleid, zodat u daarin steeds de richting en kaders kunt aangeven. Ouderenbeleid Het college staat positief tegenover de suggestie van de CDA-fractie om de nota over het ouderenbeleid, nu ook intern, "Nota Seniorenbeleid" te noemen. Zoals de fractie van de HSP aangeeft zal het een integrale nota zijn waar wonen, welzijn en zorg in hun samenhang wordt bekeken en waarin aandacht is voor preventie, behoud van zelfstandigheid en maatschappelijke participatie van senioren. Het is de bedoeling om steeds jaarlijks de nota bij te stellen via behandeling in de commissie en raad. Wij zullen daarbij zeker de demografische ontwikkelingen in Helmond en de vergrijzing per wijk meenemen. Wij willen er alvast twee thema's kort uitlichten: participatie en wonen. De inbreng van de senioren, nu en in de toekomst, in de ontwikkeling van het senioren beleid staat voor ons hoog in het vaandel. Zoals u weet zal o.a. als uitkomst van de nota een voorstel komen om een seniorenraad in te stellen en om het traject "Is uw gemeente ouderenproof' uit te laten voeren. Met deels verwijzing naar de aandacht voor onder meer opplussen en levensloop bestendig bouwen (o.a. domotica) in de onlangs vastgestelde Nota Wonen, zullen wij ingaan op het onderwerp "woonservicezone". Mede in dat licht en in het kader van de nieuwe regelgeving participeren wij in een recent door het rijk en het zorgkantoor opgestart project om te bezien wat er in de nabije toekomst (2004 - 2007) nodig is op het gebied van wonen, welzijn en zorg om met name senioren de mogelijkheden te bieden zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Wij proberen ons daarbij op alle wijken te richten, dus ook op 't Hout en Helmond West, zoals door de fractie Helmond Aktief gevraagd. Vriiwilliqersbeleid Wij constateren dat de raad het beleid inzake het vrijwilligerswerk steunt. Een expliciete blijk van waardering hiervoor is uitgesproken door de fractie van de SDH/OH. Wij kunnen dan ook de veronderstelling van de fractie van Helmondse Belangen, dat er geen financiële intensivering is opgenomen, niet plaatsen. In de in dit jaar nog te verschijnen vrijwilligersnota zullen wij ingaan op de mogelijkheden voor vergroting van de financiële ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. Tevens wijst de fractie van Helmondse Belangen op de landelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk. Het betreft echter een tijdelijke regeling (met in de praktijk een looptijd tot en met 2005), die cofinanciering door de gemeente verlangt. Een bekend probleem met een dergelijke regeling is altijd de discussie over eventuele voortzetting van het project en de structurele gemeentelijk subsidie na afloop van de regeling. Eén van de mogelijkheden voor financiële ondersteuning van vrijwilligers zelf betreft de stadspas of vrijwilligerspas, waarnaar de fracties van SDH/OH en PvdA informeren. Over dit onderwerp is ook de mening van de vrijwilligers zelf gevraagd, maar het blijkt een lastigere discussie als dat het op het eerste oog lijkt. De koppeling met de stadspas, als kortingspas zijnde een soort extra bijstand voor minima ter voorkoming van stigmatisering, blijkt door landelijk beleid inmiddels onmogelijk. Hierdoor is de discussie nu verengd tot een pas voor de vrijwilligers en wordt onderzocht in welke vorm dit zou moeten kunnen. Ook andere steden worden benaderd hierover. De gedachten op dit moment variëren van een kortingspas, waarvan de kosten te betalen zijn uit de gemeentelijke middelen - en gezien de circa 12.000 vrijwilligers in onze stad lijkt ons dit een behoorlijke financiële last - tot een onderlinge verrekening of bijdrage, een soort pas die deelname aan andere verenigingen, of verenigingsactiviteiten, goedkoper maakt. Inteqratiebeleid Het doelgroepen beleid, waarvoor de fracties van het CDA en de PvdA aandacht vragen, vormt onderdeel van de nog te voeren discussie over het integratiebeleid, dat gestalte krijgt in de loop van 2004. Een herzieningsvoorstel wat de subsidiegrondslagen vanaf 2005 betreft maakt hiervan onderdeel uit. Op de vraag van de fractie SDH/OH kunnen wij melden dat wij volgend jaar, als vervolgstap op het geactualiseerde plan van aanpak, de nota Integratiebeleid zullen opstellen. Het gaat ons vooralsnog om het bevorderen van samenhang en het stimuleren van interactie tussen allochtone en autochtone groepen maar ook binnen de groepen waar significante verschillen bestaan. Tevens beogen wij hierbij vraaggericht, maar niet vraaggestuurd beleid te ontwikkelen. Ten behoeve van genoemd document wordt een klankbordgroep gevormd, die onder meer uit allochtonen zal bestaan. Dit betekent dat we op dit moment niet vooruit willen lopen op de integratienota en dan pas de discussie willen voeren over het voorstel van het CDA om nu al de subsidie voor het product 220.01 van de SWH te beëindigen. Vluchtelinqen / asielzoekers Er bestaat geen reservefonds voor uitgeprocedeerde asielzoekers, zoals de fractie van het CDA naar aanleiding van een recent persbericht veronderstelt. Wel bestaat er een reserve asielzoekers doch deze is in principe bestemd voor kosten verband houdende met de in de gemeentelijke opvang verblijvende asielzoekers. 2 Er is eveneens geen Rijksbijdrage voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Wel lag er een toezegging van de vorige Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie om onder voorwaarden en achteraf een vergoeding voor opvang aan gemeenten te verstrekken. Deze voorwaarden zijn achteraf echter zo beperkend dat er in de praktijk nauwelijks sprake kan zijn van enige bijdragen vanuit het Rijk. De huidige Minister heeft recent gesteld op dit standpunt te blijven en dus komt er geen extra geld naar de gemeenten voor deze opvang. De VNG heeft hierover nog overleg met de Minister. Daarnaast hebben wij in SRE-verband aan de regiogemeenten een bijdrage verzocht om de noodopvang in de lucht te kunnen houden. Dit wordt nog nader besproken. Helmond tracht samen met andere gemeenten, SRE en B5, en via de VNG met de Minister oplossingen te bereiken om met name de schrijnende gevallen te kunnen helpen. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente het rijksbeleid niet wil frustreren, maar het gaat hierbij om tijdelijke opvang in afwachting van terugkeer naar het land van herkomst. Om deze reden is er in het SRE een onafhankelijke Regionale Toetsingscommissie, RTC, ingesteld die toetst of uitgeprocedeerden voldoen aan criteria om voor tijdelijke noodopvang in aanmerking te komen. De centrumgemeenten Eindhoven en Helmond stellen hiervoor panden ter beschikking. In de regio Helmond wordt de opvang uitgevoerd door de Stichting Vluchteling Als Naaste. Het totale aantal uitgeprocedeerde asielzoekers is niet exact te geven, omdat een deel volledig buiten het zicht van de gemeente of instanties blijft en verder afhankelijk is van het wisselende uitzettingsbeleid van het rijk. Behalve het door de CDA-fractie genoemde aantal van circa 40 personen, die regionaal in aanmerking komen voor tijdelijke noodopvang, onderhoudt de Stichting Vluchteling Als Naaste per jaar meer dan 200 verdergaande contacten met uitgeprocedeerde asielzoekers. Sociaal-maatschappelijke voorzieninqen Binnenstad-Oost De fractie van het CDA veronderstelt een toekomstig dekkingsprobleem met het wijkhuis/brede school. Thans wordt een onderzoek verricht om meer in detail inzicht te geven in het beheer en exploitatie van het wijkhuis brede school, uiteraard inclusief de financiële dekking. Dit traject zal naar verwachting dit najaar in concept worden afgerond. Of er dan sprake is van een probleem, is nu nog niet te zeggen. In reactie op een vraag van de PvdA-fractie kunnen wij mededelen dat bij de vaststelling van het programma van eisen voor het jongerencentrum ook randvoorwaarden worden gesteld voor een goed beheer. Dit najaar wordt in overleg met alle betrokkenen dit traject afgerond. 2. Zorg en volksgezondheid Gezondheidsbeleid Er zijn belangrijke wijzigingen in het rijksbeleid op het terrein van zorg en volksgezondheid te verwachten. Eén daarvan is verdere modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het rijk is van plan de AWBZ te gaan beperken tot een aantal kernaanspraken, waardoor bijvoorbeeld het ondersteunen van cliënten primair de eigen verantwoordelijkheid van het individu wordt en ook de huidige financiële ondersteuning van de zorgvernieuwing verdwijnt. Het is tegelijk de bedoeling dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor een goede infrastructuur voor maatschappelijke zorg in de vorm van zogenoemde vangnetvoorzieningen (integrale ketens van wonen, zorg en welzijn; één loket). Daarvoor wil het rijk een nieuwe wettelijke grondslag ontwerpen in de Wet Maatschappelijke Zorg, waarin behalve de verantwoordelijkheid voor het vangnet ook die voor de Wvg en de Welzijnswet samenkomen. Tevens zullen gemeenten voor uitvoering van die nieuwe wet financiële middelen ontvangen. Op dit moment is niet veel meer bekend over de uitwerking van bovengenoemde plannen en de bijbehorende middelen. En daarmee in feite ook niets definitiefs over de eventuele gevolgen voor onze burgers. Deels in het verlengde van en in aanvulling op genoemde landelijke ontwikkelingen kunnen wij, in antwoord op vragen van diverse fracties over enkele regionale ontwikkelingen het volgende melden. Onlangs is een advies uitgebracht door de zogenoemde "commissie Buurmeijer" om onder meer de huidige gemeentelijke bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het RIO onder te brengen in een nieuw op te richten zelfstandig bestuursorgaan. Tevens wordt het rijk geadviseerd om de eerder beoogde 3 integratie van de Wvg-indicatiestelling in het RIO niet meer verplichtend te stellen. Het kabinetsstandpunt over dit advies is nog niet bekend, maar wel aangekondigd voor dit najaar. Verder merken wij op dat de Stuurgroep Robuuste RIO's ons nog geen voorstel heeft gedaan over de beoogde fusie van de drie RIO's in Zuidoost Brabant. Tot op dit moment wordt nog steeds gestreefd naar de oprichting van één RIO voor heel Zuidoost Brabant. Daarnaast is er een discussie gaande om de zogeheten witte kolom te versterken door de huidige twee GGD's in Zuidoost Brabant te fuseren en de bestuurlijke aansturing onder te brengen in de gemeenschappelijke regeling inzake de hulpverleningsregio om de rampen bestrijding te optimaliseren. Ook hierover hebben ons op dit moment nog geen definitieve voorstellen bereikt. In antwoord op vragen van de fractie Helmond Aktief mogen we als bekend veronderstellen dat het preventiebeleid door de GGD wordt uitgevoerd. Hierbij valt te denken aan onder meer preventieve gezondheidsonderzoeken van de jeugd, bevolkingsonderzoeken op borstkanker en baarmoederhalskanker en het rijks-vaccinatieprogramma. Overigens, in aanvulling op hetgeen hierboven over het ouderen beleid is gesteld, wordt door de GGD op landelijk niveau onderzocht of een soort consultatiebureau voor gezondheidsproblemen van ouderen zinvol is. Nog dit jaar zullen wij een rapportage over het gezondheidsbeleid onder uw aandacht brengen, waarin wij naast op bovenstaande ook in zullen gaan op met name de uitwerking van ons gezondheidsbeleid in Binnenstad-Oost en ook op de huisartsenproblematiek. Wat dit laatste onderwerp betreft komt ook onze rol expliciet aan bod. Omdat op het terrein van gezondheidsbeleid steeds meer een beroep op de gemeente wordt gedaan (kerntaak), zal onze rol, die volgens de WD-fractie niet actief mag zijn, te zijner tijd ook uitdrukkelijk aan de orde komen naar aanleiding van de eerdergenoemde pilot over wonen, zorg en welzijn (zie onder ouderenbeleid). Ten principale staan wij afwijzend tegenover een zogeheten regierol zonder voldoende bevoegdheden en financiële middelen. Voedselbank Het Voedselbank-project, waar de fractie Helmondse Belangen naar informeert, is ons bekend. Al enkele maanden geleden hebben wij het eerste contact gehad met de familie van Bakel uit Aarle- Rixtel, initiatiefnemers van dit project, en vervolgens met diverse andere betrokkenen. Naar aanleiding van een verzoek om ondersteuning hebben wij gevraagd om een uitgewerkt projectplan met daarin onder meer aandacht voor de door hen gewenste medewerking van de gemeente Helmond en anderen (overige regiogemeenten, maatschappelijke organisaties e.d.). Het projectplan wordt momenteel door de Stichting Voedselbank Zuidoost Brabant opgesteld. Op basis hiervan zullen wij ons standpunt bepalen. 3. Onderwijs, jeugd en kinderopvang Jeuqd Wij hechten, in reactie op een vraag van de fractie Helmondse Belangen, grote waarde aan de mening die jongeren hebben over zaken die betrekking hebben op de leefwereld van jongeren. Denk in dat kader bijvoorbeeld aan het betrekken van jongeren bij het realiseren van een voorziening (JOVIC in Helmond Noord, containers in Brouwhuis). Om de sociale cohesie en communicatie tussen jong en oud te bevorderen is het van belang jongeren structureel te betrekken bij de samenleving waar zij deel van uitmaken en dat volwassenen ruimte scheppen waardoor jeugdigen daadwerkelijk betrokken raken. Hoe dit op wijkniveau wordt georganiseerd is vooral een zaak van de wijkbewoners zelf. Tot de mogelijkheden behoren een jongeren kader per wijk, participerend in bestaande werkgroepen. En wellicht het oprichten van jongerenwerkgroepen (niet persé jongeren raden) die een aantal activiteiten per jaar organiseren, met als doel communicatie tussen jongeren en wijkbewoners te bevorderen. Ook kan worden gedacht aan het bevorderen van het veiligheidsgevoel van wijkbewoners en van de sociale controle, waarbij zowel jongeren als wijkbewoners (allochtoon en autochtoon) een actieve rol vervullen. Van daaruit zou dan eventueel het initiatief kunnen worden genomen tot een stedelijke jongerenraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de wijkjongerenraden. 4 Kinderopvanq Met het voorgenomen beleid sluiten wij aan bij het landelijk beleid, dat de Tweede Kamer recent nogmaals heeft bekrachtigd. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe wet (WBK) zal ook gestart worden met de nieuwe financieringssystematiek, waarbij de kosten voor rekening komen van ouders, rijksoverheid (via de belastingen) en de werkgevers. In de commissievergadering zijn bijna alle partijen akkoord gegaan met de voorgenomen bezuiniging. Er is wel verzocht om een overgangsregeling voor 2004 voor de schrijnende gevallen, die nu al gebruik maken van de opvang bij de SKOH en waarvan de werkgevers vooralsnog niet willen meebetalen. Zoals in de commissie reeds is aangegeven denken wij bij de overgangsregeling aan het omzetten van sociaal-medische plaatsen in beperkte algemene plaatsen voor het jaar 2004. Het aantal dat in de commissie genoemd is 10, nl. de zgn. reserveplaatsen. We hebben echter nog geen bericht ontvangen over het aantal van de SKOH en kunnen dus niet exact aangeven om hoeveel plaatsen het zou gaan. In de commissie is het aantal van 44 kinderen genoemd die voor een overgangsregeling in aanmerking zouden kunnen komen, dat zijn ongeveer 20 kindplaatsen, dus dat zou maximaal het aantal kunnen zijn. Echter we schatten in dat gezien de inkomensbeperking die, inkomens tussen ¿ 1.200,= en ¿ 1.600,= (inclusief moeder- en kindalimentatie), zoals ook de fractie Hesen veronderstelt, we dit aantal niet nodig zullen hebben. Vandaar dat we er op dit moment als college van uitgaan dat het uiteindelijk om 10 kind plaatsen zal gaan en zijn we bereid om deze sociaal-medische plaatsen om te zetten in algemeen toegankelijke plaatsen voor die kinderen die er nu gebruik van maken bij de SKOH. Daarnaast kunnen we ons voorstellen dat er ook een soort afbouw van de gemeentelijke bijdrage komt in de loop van het jaar, aangezien deze overgangsregeling in 2005 definitief komt te vervallen. Dit betekent dus dat we u nu voorstellen om maximaal 10 kind plaatsen te reserveren als overgangsregeling en te bezien of er alsnog aanspraak gemaakt moet worden op meer plaatsen. Even in cijfers. We hadden 25 kindplaatsen voor sociaal-medische opvang binnen SKOH + 10 kindplaatsen voor marktwerking. Het voorstel wordt nu: 5 al bestaande sociaal-medische indicatieplaatsen, aangevuld met 10 plaatsen voor mogelijke groei hierin. We houden verder rekening met de bestaande (reserve)plaatsen van 10 voor de marktwerking. De overige 10 plaatsen zijn dan bedoeld om in te zetten voor de overgangsregeling. De definitieve regeling zullen we u voorleggen zodra we beschikken over de gevraagde gegevens. Behalve bovenstaande is er wel een specifieke rijksregeling voor alleenstaande ouders, naast die voor uitkeringsgerechtigden en nieuwkomers. De uitvoering van deze regelingen in Helmond blijft bestaan. In reactie op een vraag van de fractie van de SP kunnen we dus stellen dat er in deze zin niet wordt bezuinigd op de specifieke kinderopvang voor alleenstaande ouders. 4. Inburgering Nog dit najaar zullen wij aan de raad het nieuwe inburgeringbeleid ter besluitvorming voorleggen. In het huidige inburgeringsbeleid is sprake van een zogeheten incentivebeleid voor inburgeraars. Vanaf augustus 2003 wordt deze voor zowel oud- als nieuwkomers gehanteerd. Het betreft een borg en beloningsysteem. Het kabinet heeft ook andere sancties (negatieve, waar de WD fractie naar informeert) aangekondigd voor groepen inburgeraars. Richting de fractie van de PvdA merken wij hierbij op, dat de vraag naar inburgeringtrajecten weliswaar moet aansluiten bij de behoefte van de doelgroep, maar dat de gemeente vanuit haar rol van regisseur moet toezien dat ook een norm gesteld wordt ten aanzien van wat migranten nodig hebben aan competenties (kennis, vaardigheden en attitude) om effectief te kunnen zijn in de Helmondse samenleving. Het kabinetsvoornemen om van inburgering een commerciële markt te maken kan conflicterend zijn met het gemeentelijk beleid, omdat we mogelijk onze regietaak kwijtraken. Op haar werkbezoek aan Helmond dd. 5 november a.s. zullen we dit de minister ook toelichten. 5 5. Sport en recreatie Sportbeleid De commissie SE hebben wij de concept nota "Helmond gaat ervoor" doen toekomen, die wij op 24 juni 2003 hebben vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. Deze nota is , zoals u bekend samengesteld in samenwerking met de Raad voor de Sport. Inmiddels zijn ook alle Helmondse sportverenigingen in het bezit van de nota en is er op 10 december 2003 een inspraakbijeenkomst belegd. Op basis van het resultaat van de inspraak zullen wij de nota definitief vaststellen. De behandeling in commissie en raad, waar de fractie van het CDA naar vraagt, is voorzien in het eerste kwartaal van 2004. In reactie op met name een vraag van de WD-fractie kunnen wij stellen dat de in de beleidsnota opgenomen ambities redelijk fors zijn, maar dat is gebruikelijk. Bij onze definitieve standpuntbepaling worden de ambities vanzelfsprekend nog getoetst op hun (onder meer financiële) haalbaarheid. Wij constateren een positieve opstelling van het CDA inzake de breedtesportstimulering, waarin doelgroepen beleid wordt geaccentueerd. We onderschrijven echter ook, dat de aandacht en de inzet van de gemeente zich terug zou moeten richten op de gewone Helmondse jongeren. Via het stimuleren en subsidiëren van de Helmondse sportverenigingen proberen we dat ook zo goed mogelijk te doen. De stelling "Beloning van probleemgedrag leidt tot frustratie bij andere jongeren en moet niet uitgangspunt van beleid zijn" spreekt ons tot op zekere hoogte aan. In de huidige beleidslijn is geen sprake van beloning, maar van poging tot bijstelling van probleemgedrag en dat is een wezenlijk verschil. Wij delen de kwalificatie "mager en afwachtend" van de CDA-fractie voor de ontwikkeling van sportvoorzieningen in uitleggebieden als Brandevoort, Berkendonk en Suytkade niet. Binnen de mogelijkheden en binnen de kaders van de betreffende planontwikkeling komt ook het onderwerp sportvoorzieningen aan bod. De fractie van Helmondse Belangen steunt, evenals de Helmondse Seniorenpartij, de voornemens ten aanzien van de versnelde ontwikkeling van de buitensportaccommodatie in Brandevoort en de relatie met de expansieproblemen van RKSV MierIo- Hout. Over de sportontwikkeling in andere uitleggebieden, zoals Berkendonk, Suytkade zijn nog geen definitieve mededelingen te doen. We zullen beide situaties in het voorjaar van 2004 in commissieverband aan de orde stellen. Verder vraagt Helmondse Belangen naar de ontwikkelingen op het terrein van verhuur van binnensportaccommodaties. Op de planning staat de realisering van een beheersplan binnensportaccommodaties, dat moet leiden tot een optimalere situatie voor de huurder en tot een meer adequate exploitatie- en beheerssituatie. Of dit beheersplan in 2004 haalbaar is zal mede afhangen van de tijd die in de andere ontwikkelingen en met name in de herhuisvesting van Klein Arsenal moet worden gestoken. De Helmondse Seniorenpartij vraagt naar informatie over de besteding van de ¿ 100.000,-- voor de uitvoering van de Sportnota. Die middelen worden niet specifiek ingezet voor manifestaties zoals Helmond Sportief afgelopen juli op het Havenplein en omgeving. Overigens gaat het hier om een bijzonder geslaagd evenement, dat met name geleid heeft tot een forse toename van het ledenbestand van een aantal sportverenigingen. De ¿ 100.000,-- worden ingezet voor het realiseren van de doelstellingen van de Beleidsnota Sport en voor de breedtesportstimulering. 6. Bestuur en organisatie Verbouwinq Stadskantoor Ook wij gaan uit van de veronderstelling van de CDA-fractie dat de verbouwing van het Stadskantoor wordt gerealiseerd binnen de gestelde budgetten. Inmiddels is ongeveer 75% van het werk aanbesteed en dat past binnen de voorcalculaties. Voor de volgende nog te realiseren voorzieningen zijn de middelen die nog niet zijn ingezet I gevoteerd maar wel in IVP zijn geraamd: tijdregistratie en toegangscontrolesysteem, verbouwing personeelsrestaurant, nieuwbouw fietsenstalling, aanpassen (enkele) toiletten en vervangen vloerbedekking. 6 De aanpassingen aan plafonds en installaties, waarover de fractie van SDH/OH duidelijk vraagt, betreffen nieuw beleid voor 2004 als aanvulling op de eerder bestemde middelen vanuit het IVP voor de aanpassingen en verbouwingen van het stadskantoor. De raad heeft op 30 september jongstleden een besluit genomen over deze bijraming, die is ingezet in het totaalkrediet van ¿ 1.903.000. Naar verwachting kan in het plan van aanpak volledig voorzien worden met genoemd vastgesteld krediet van ¿ 1.903.000. Informatiebeleid en Kenniswiik a. e-service, e-democracy en e-city Vanuit het ministerie van BZK zijn ten aanzien van elektronische dienstverlening (het e-service domein) de volgende doelstellingen geformuleerd (bron: ontwerp begroting 2004 Ministerie van BZK): ultimo 2004 kan minimaal 45% van de totale publieke dienstverlening elektronisch worden afgehandeld; ultimo 2004 zal 60% van alle formulieren elektronisch beschikbaar zijn; Ons streven is erop gericht deze doelstelling in Helmond te realiseren. De belangrijkste bijdrage om deze doelstelling te halen wordt geleverd door de deelname van de gemeente Helmond aan superpilot, een samenwerkingsverband tussen vier steden (Den Haag, Enschede, Eindhoven en Helmond) met het ministerie van BZK om elektronische dienstverlening te realiseren. In dat kader zijn afspraken gemaakt om (bron: convenant Superpilot) ons in te spannen om binnen de tijdsduur van dit convenant (27 september 2001 t.m. 31 december 2004) een situatie te realiseren waarin burgers en bedrijven de producten en diensten van de gemeente, die zich daarvoor lenen, langs elektronische weg kunnen aanvragen en verkrijgen. Om u toch een indruk te geven wat er tot op heden is gerealiseerd en wat naar verwachting eind 2004 operationeel is het volgende overzicht van de belangrijkste lopende e-service projecten: inmiddels zijn 150 gemeentelijke productbeschrijvingen met waar relevant formulieren (een vijftigtal op dit moment) beschikbaar in het digitaal loket; vastgoed informatie op internet is operationeel, momenteel wordt gewerkt aan de uitbreiding naar meer thema's; statusinformatie bouwvergunningen; realisatie van virtueel loket burgerzaken; hiermee worden minimaal 8 diensten voor de burger op het gebied van burgerzaken vanuit thuis elektronisch volledig geautomatiseerd aan te vragen zijn, moet de voortgang bewaakt kunnen worden door de medewerkers van de Stadswinkel en de afhandeling optimaal geautomatiseerd verlopen; realisatie van virtueel loket zorg; idem als het virtueel loket burgerzaken maar dan voor minimaal 5 gemeentelijke zorg producten; realisatie van het virtueel loket Bouwen wonen en leefomgeving; idem aan het virtueel loket burgerzaken maar dan met gemeentelijke producten op dit domein; bezwaar en beroep op internet; hiermee wordt ingezet op de transparante overheid door het publiceren van voor de betrokkenen relevante informatie over de bezwaar- en beroepsprocedures, onder andere de status; Wal-informatie toegankelijk via internet; Horecavergunningen op internet. In aanvulling op de hierboven genoemde lopende projecten is ons voornemen om in 2004 het aantal producten op internet fors uit te breiden waarbij de ambitie is om te komen tot een zo hoog mogelijk serviceniveau per product. Dit sluit aan bij de inspanningsverplichting die de gemeente Helmond heeft in het kader van Superpilot. In het e-democracy domein is het Bestuurlijk Informatiesysteem reeds geruime tijd operationeel en is een project gerealiseerd om enquêtes via internet uit te voeren. Gereedschappen voor chatten, forums en opiniepeilingen zijn inzetbaar zodra er geschikte actuele onderwerpen voorhanden zijn. Daarnaast is subsidie aangevraagd voor de realisatie van een project omtrent de inzet van ICT ten behoeve van de participatie van de burger bij de realisatie van de plannen voor Binnenstad Oost waarbij gebruik gemaakt wordt van virtuele maquettes en 30 visualisaties. Realisatie hiervan is 2e kwartaal 2004 voorzien. 7 Ten aanzien van het e-citv domein is de realisatie van een breedbandinfrastructuur een belangrijk item. Op dit moment worden initiatieven genomen om met bestaande netwerkaanbieders (o.a. KPN en UPC) te bezien of er tot een opzet van een glasvezelnetwerk gekomen kan worden. In het eerste kwartaal van 2004 moet dit traject uiterlijk worden afgerond. Verder worden op het e-city domein primair interessante initiatieven van marktpartijen of dienstenaanbieders opgepakt. b. Kenniswijk Over de besluitvorming inzake Kenniswijk, waarover de fractie van SDH/OH een opmerking maakt merken wij het volgende op. Om het experiment Kenniswijk (de consumentenmarkt van de toekomst) te kunnen realiseren is een BV opgericht, genaamd Kenniswijk BV. De gemeenteraad heeft op 2 oktober 2001 besloten in te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst en de conceptstatuten ten behoeve van de oprichting van deze BV en de gemeentelijke deelname aan de BV. Hiermee is de gemeente 1 van de 27 aandeelhouders met stemrecht op de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA). Daarnaast heeft de gemeente aangegeven een bijdrage te zullen leveren in de exploitatie van de BV voor de jaren 2002, 2003 en 2004. Jaarlijks wordt door Kenniswijk BV een jaarplan opgesteld welk ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de AvA en aan de subsidiënten (waaronder de gemeente Helmond) voor het verkrijgen van de jaarlijkse subsidies. Het kredietvoorstelom de gereserveerde middelen in het investeringsprogramma voor 2003 en voor 2004 beschikbaar te stellen zal zoals gebruikelijk worden voorgelegd aan de commissie en de gemeenteraad. c. hosting Door de Gemeente Helmond wordt steeds meer dienstverlening via internet aangeboden. De externe ICT-infrastructuur die benodigd is om deze internet dienstverlening te faciliteren (computersystemen, breedbandige internetaansluiting, systeemprogrammatuur, etc) is niet aanwezig binnen de organisatie van de gemeente Helmond. Ook het beheer hieromtrent is nog niet geregeld (afdeling automatisering en Informatiebeheer is voornamelijk intern georienteerd). Het technisch faciliteren van internet dienstverlening wordt hosting genoemd. Omdat het, zoals terecht door de fractie van SDH/OH wordt opgemerkt, een kostbare aangelegenheid is om dit in eigen beheer te realiseren, wordt dit momenteel per project gefinancierd extern gefaciliteerd. Met name ook omdat het momenteel, gezien de relatief lage intensiteit van internet dienstverlening, niet rendabel is om het in eigen beheer uit te voeren. Afhankelijk van de ontwikkelingen met betrekking tot de internet dienstverlening, die de gemeente Helmond in de komende jaren doormaakt, kan het in de toekomst vanwege te behalen schaalvoordelen rendabel, of technisch noodzakelijk worden dit in eigen beheer uit te gaan voeren. 8 Wethouder, RAG. van Heugten Stedelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondzaken 1. Algemeen In de beantwoording van de vragen van de fracties op het vlak van de portefeuille Stedelijke ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondbedrijf willen wij graag de lijn aanhouden die bij de andere portefeuilles ook zoveel mogelijk wordt gevolgd waarbij wordt aangesloten op de in de programmabegroting gehanteerde volgorde van beleidsprogramma's. 2. Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting Beleidsontwikkelinq De fractie van de WD vraagt naar de planning van het nieuwe Algemeen StructuurPlan 2015. De planning is er op gericht de eerste contouren van het ASP (voorlopig ontwerp met daarbij een aantal primaire beleidskeuzes) in het voorjaar van 2004 aan de raadscommissie RF voor te leggen. De planning is daarbij mede afgestemd op de gang van zaken rond de Regionale Ruimtelijke Visie die door het SRE en Provincie gezamenlijk wordt uitgewerkt. Bijna in een adem vraagt deze fractie tevens naar de herijking van de woonvisie en van de nota Grondbedrijf. Bij de vaststelling van de nota Wonen: een visie op het wonen in Helmond tot 2010 in november 2002 is afgesproken deze nota eens per twee jaar te actualiseren. Onlangs heeft de enquêtering plaatsgevonden voor het nieuwe Regionale Woningbehoefteonderzoek. De resultaten hiervan zullen in de geactualiseerde versie verwerkt worden die in de loop van 2004 in uw raad behandeld zal kunnen worden. Voor wat betreft de nota Grondbedrijf wijzen wij erop dat de vigerende nota nog vrij recent is en dat qua hoofdlijnen van beleid er weinig aanleiding is tot een fundamentele herijking van de ingezette koers. Niettemin zeggen wij u toe dat een tussentijdse monitoring in de vorm van een beperkte evaluatienotitie zal worden opgesteld die naar onze verwachting in de loop van 2004 aan de raad zal worden aangeboden. Beleidsproqrammerinq Door de Fractie Wim Klerkx (FWK) wordt gevraagd naar de relatie tussen het beleidsprogramma (4.) 8 Centrumontwikkeling en (4.) 10 Ruimtelijke ontwikkeling en Volkshuisvesting waarin ook over het centrum wordt gesproken. Het verschil betreft het onderscheid dat centrumontwikkeling met name de algemene coërdinatie en afstemming van beleid omvat waaronder ook integrale visievorming (waaronder Masterplan centrum) terwijl in beleidsprogramma 10 een aantal specifieke (bouw) projecten wordt benoemd die weliswaar onder het ruime gebied Centrum vallen maar door hun omvang wel een eigen projectbenadering hebben en daarmee veelal ook een eigen exploitatierekening kennen. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn Suytkade en Steenwegkwartier. Een zelfde vraag geldt ook de positionering van Binnenstad-Oost in de verschillende beleidsprogramma's. Deze wijk / herstructureringsgebied kent vanzelfsprekend ook duidelijke ruimtelijke ordeningscomponenten en volkshuisvestingscomponenten maar valt inhoudelijk en qua budgetten onder het programma Stedelijke Vernieuwing, Het is precies deze reden dat in beleidsprogramma 10 verwezen wordt naar dit separate programma. Via eenduidige communicatie (rapportages, presentaties, overleg etc.) langs hulpstructuren met een coërdinatiefunctie (o.a. de raadscommissie ruimtelijk-fysiek) wordt de overzichtelijkheid en controleerbaarheid zoveel als mogelijk bevorderd. Specifieke proqrammaonderdelen De fracties van PvdA en SP vragen naar de stand van zaken rond de leegstaande panden aan het Rijpelplein en dringen er bij ons aan tot duidelijkheid en voortvarendheid. Wij kunnen u melden dat dit pand onze volle aandacht heeft en dat niet alleen in de laatste maanden maar reeds over een lange tijd. De gemeente heeft als eigenaar van dit pand intensief gezocht naar een goede bestemming voor dit pand en heeft hier met allerlei instanties en partijen uitvoerig overleg gepleegd. Mogelijkheden die -vaak uitgebreid onderzocht - de revue hebben gepasseerd zijn het realiseren van een gezondheidscentrum, een opvanghuis voor Ama's, een vrouwencentrum en meest recentelijk een invulling met een viertal woningen. De eerstgenoemde 3 opties zijn door afhaken van instanties of financiële onhaalbaarheid afgevallen. De laatstgenoemde invulling wordt op dit moment door de gemeente zelfstandig uitgewerkt. Wij houden u op de hoogte van de resultaten. 1 De fractie van de SP vraagt tevens naar de stand van zaken rond de nieuwbouw van verzorgingstehuis de Eeuwsels. Wij kunnen u melden dat inmiddels de aanliggende school en gymzaal aan het Nieuwveld zijn gesloopt en dat het onderliggende perceel deel uitmaakt van stedenbouwkundige en architectonische planvorming voor de uitbreiding voor de extramurale zorg van het verzorgingstehuis. Naar verwachting kan op basis van hiervan binnenkort tot een concrete grondaanbieding aan Savant worden overgegaan. De fractie van de PVDA vraagt naar de bestemming van het voormalig postkantoor aan het Oostende. De situatie is de volgende. Nadat het postkantoor is vertrokken uit het pand is het aangekocht door woningcorporatie Volksbelang. Wij hebben op dat moment aangegeven dat het pand in gebruik genomen kan worden overeenkomstig de bestemming kantoor. De woningcorporatie speelt met de gedachte om daar het eigen kantoor onder te brengen. Een nieuwe ontwikkeling beperkt tot het hoekperceel ligt wat ons betreft niet in de rede. Vanwege de belangrijkheid van de locatie gelegen aan een belangrijke invalsweg, de nabijheid van de Groene Loper en de samenhang met de Centrumontwikkeling moet veeleer gedacht worden aan een integrale gebiedsontwikkeling van de gehele bedrijvenstrip aan de Kanaaldijk NO. In het kader van het ASP 2015 zal hier aandacht aan besteed worden. Reqionale afstemminq woninqbouwafspraken Binnen het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven functioneren 22 autonome gemeenten, die elk hun eigen woningbouwprogramma op een eigen manier willen vormgeven. In het verleden mondde dit vaak uit in discussies tussen de steden enerzijds en de randgemeenten en het landelijk gebied anderzijds, en ook tussen randgemeenten en landelijke gemeenten onderling. Nadat de provincie Noord-Brabant de afgelopen jaren de bouw in met name de landelijke gemeenten aan banden had gelegd, heeft de provincie onlangs deze gemeenten weer enige ruimte gegeven (overigens tot maximaal migratiesaldo 0). De vraag van de fractie van het CDA of het met deze toenemende vrijheid moeilijker wordt om de regionale markt te sturen en de woningproductie in Helmond te garanderen, kan dan ook bevestigd worden. Dat neemt niet weg dat er ook positieve elementen te noemen zijn. Binnen SRE-verband is onlangs de Regionale Woonvisie in concept gereed gekomen. Deze conceptvisie is in goede onderlinge verstandhouding en met een positieve grondhouding van alle partijen tot stand gekomen en zal op korte termijn de inspraak ingaan. In deze visie zijn door de verschillende gemeenten op vrijwillige basis afspraken gemaakt omtrent aantallen te bouwen woningen en de doelgroepen die daarmee bereikt dienen te worden. Ons college zal vanzelfsprekend de voortgang hiervan volgen en erop toe zien dat de gemaakte afspraken ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. De regionale woonvisie is daarnaast ook ondergrond voor de ruimtelijke vertaling in het kader van de regionale ruimtelijke visie (RRV) die momenteel in voorbereiding is. Ook hier zullen wij de belangen en zienswijze van Helmond op dit vlak inbrengen. Voortqanq woninqproductie De fracties van het CDA, de WD, PvdA, de Helmondse Seniorenpartij en de fractie van Helmondse Belangen maken zich zorgen over de sterk vertraagde woningproductie. Deze vertraging is geen specifiek Helmonds probleem, maar komt in het hele land voor. Voor de rijksoverheid was dit aanleiding verleden jaar reeds een "Taskforce" deze problematiek te laten onderzoeken. De oorzaken zijn, volgens deze Taskforce, voor een deel gelegen in een grote variëteit van gebieden, zoals regelgeving, procedures, verwerving, onteigening, etc. De rijksoverheid tracht op diverse manieren de productie te versnellen, onder andere door het afschaffen van onnodige regelgeving en het inzetten van aanjaagteams. Ook de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven hier de nodige aandacht aan te besteden. De effecten hiervan zullen echter pas op termijn zichtbaar worden. Dit neemt niet weg dat de productie in Helmond voor het jaar 2003 een kleine 500 woningen zal bedragen, terwijl dit vorig jaar nog geschat werd op 972 woningen. Indien daar nog de sloop in het kader van de herstructurering op in mindering gebracht wordt, zal dat resulteren in een groei van de voorraad van iets meer dan 300 woningen. Ook voor de eerstvolgende jaren wordt hierin nauwelijks verbetering verwacht. Vooral de huidige economische situatie is debet aan de vertragingen in de productie. Een malaise die langer en dieper is dan eerder verwacht. Een verminderd consumentenvertrouwen noodzaakt realisatoren de start van de bouw steeds verder uit te stellen aangezien het nu langer duurt voordat 2 het noodzakelijk voorverkooppercentage wordt bereikt Door de terugval in de verkoop stagneert ook de noodzakelijke doorstroming en neemt de druk op de huurmarkt daardoor toe. Onze inspanningen zijn er vooral op gericht een stilvallen van de woningmarkt te voorkomen. Het stimuleren van de markt in de zin van het bevorderen van een opwaartse beweging ofwel een goede doorstroming is ons inziens het meest effectief. Om nu het aandeel sociale huurwoningen (aan de onderzijde van de woningmarkt) aanzienlijk te verhogen bevordert niet de doorstroming en levert op termijn ook niet de gewenste duurzame samenstelling van de woningvoorraad. Daarbij tekenen wij nogmaals aan dat de toename van de wachtlijst bij woningcorporaties slechts voor een beperkt deel bestaat uit starters op de Helmondse woningmarkt. Het realiseren van beleggershuurwoningen die op termijn (onder betere conjuncturele omstandigheden) omgezet worden in vrije sector koopwoningen levert, naast de bouw van sociale koopwoningen, ons inziens wel deze bijdrage aan de noodzakelijke doorstroming. Sommige partijen (Pvd, FWK) vinden dat we in Helmond maar eens wat minder aandacht moeten hebben voor "prestige"-projecten, en noemen dan in één adem Dierdonk, Brandevoort, Centrum, De Groene Loper en Suytkade. Op de eerste plaats vind ik dit een volstrekt verkeerde beeldvorming. Dat Helmond goede woonwijken bouwt die bijdragen aan een positief imago van onze stad, is wat anders dan dat dit "prestige"-projecten zijn. Op de tweede plaats is het inhoudelijk hartstikke tegenstrijdig, als je aan de ene kant roept om bouwen,bouwen,bouwen in het kader van de voortgang en taakstelling in de woning productie en verbetering van de woningvoorraad, en van de andere kant voortstelt om de belangrijkste bouwprojecten te temporiseren of stopzetten. Je kunt niet met de ene voet gasgeven en met de andere remmen. Helmond heeft ons inziens meer baat bij een solide langere termijn visie, waarbij (koop)woningen gerealiseerd worden die de doorstroming op gang brengen en aansluiten bij de onderliggende woning behoefte en de gewenste duurzame samenstelling van de woningvoorraad, met daarnaast marktgerichte korte termijn maatregelen die de productie weer op gang brengen. Zo zullen wij de komende jaren vooral insteken op een gedifferentieerd woningbouwprogramma met relatief kleine hoeveelheden te ontwikkelen woningen ( projectgrootte). Dit biedt ons inziens: . Maximale keus voor de woonconsument . Maximale flexibiliteit t.a.v. de woonwensen . Geen overaanbod in de markt maar gedoseerd inzetten van gevarieerde projecten . Maximale garantie voor het handhaven van de kwaliteit. Teneinde de doorstroming te stimuleren en met name om goedkopere koopwoningen voor starters op de markt bereikbaar te maken heeft ons college onlangs de starterlening in het leven geroepen, waarvoor door uw raad de verordening in uw vergadering van 30 september jl. is vastgesteld. Daarnaast hebben wij de corporaties ook heel duidelijk geadviseerd om huurkoopconstructies binnen de sociale koopsector te realiseren. Een andere belangrijke doelstelling van beleid is het behoud c.q. op peil brengen van de kernvoorraad aan huurwoningen voor de specifieke doelgroepen die nadere zorg verdienen. De te realiseren nieuwbouw dient vanuit deze doelstelling strategisch te worden ingezet. De te realiseren kwaliteit van de woningbouw moet wel aansluiten bij de toekomstige woningbehoefte. Ten aanzien van de in de Nota Wonen en de verstedelijkingsafspraken genoemde aantallen woningen merken wij op dat onder de huidige marktomstandigheden deze niet langer realistisch zijn voor de eerstkomende jaren. Door de lange voorbereidings- en ontwikkelingstijd (RO-procedures, bouwvergunningen, etc) heeft de woning productie het karakter van een mammoettanker waarvan het tempo en de koers slechts moeizaam en stapsgewijs zijn bij te sturen. De planning van volgende jaren bijstellen om de vertraging in te halen, is een instrument dat we jaren hebben toegepast en in economisch gunstige tijden ook goed verdedigbaar is. Maar een keuze om de vertraagde productie van 2003 nu te compenseren in de planning van 2004, is naar onze mening niet reëel Enerzijds omdat voor de jaren 2004 en 2005 in de huidige planning al circa 1.000 woningen (per jaar) zijn opgenomen, terwijl onder de huidige marktomstandigheden naar verwachting een deel eveneens weer vertraagd zal worden. Anderzijds zou toevoeging van 500 woningen aan de reeds geplande 1.000 woningen een voor de huidige markt onhaalbaar hoog aantal woningen op de markt brengen. Voor de lange termijn, tot 2015, gaan wij er niettemin van uit -aannemende dat de woningmarkt zich binnen enkele jaren herstelt - dat de totale taakstelling alsnog gerealiseerd kan worden. 3 Wel willen wij erop wijzen dat de huidige situatie een impact kan hebben op de voor Helmond uiterst belangrijke plannen die over enkele jaren van start zullen gaan of nog in productie zijn. Wij denken hierbij aan Brandevoort I en 11, Suytkade, de Groene Loper, Binnenstad-Oost en het Centrumproject, alsook allerlei kleinere projecten op invullocaties die belangrijk zijn voor Helmond. Indien de huidige marktsituatie zich blijft voordoen zullen zich in deze projecten ongetwijfeld vertragingen voordoen. Bouwen voor de laqere inkomensqroepen, starters en senioren De fractie van het CDA vraagt of er in 2004 naast bouwen voor de doorstroming ook rechtstreeks gebouwd gaat worden voor de doelgroep lage inkomens, zoals starters en senioren. Ons antwoord is bevestigend. In de woningbouwplanning voor het jaar 2004 zijn immers 230 sociale huurwoningen en 173 goedkopere koopwoningen opgenomen. Zoals hiervoor al uitvoerig aangegeven zal ook een deel van deze plannen aan vertraging onderhevig zijn. Voor de langere termijn hebben wij al aangegeven dat binnen de kaders van de gewenste woningdifferentiatie en op basis van uitgangspunten voor strategische nieuwbouw, voor deze specifieke doelgroepen nieuwbouwplannen zullen blijven worden ontwikkeld. Daarbij dienen de woningen, met name in de sociale sector bezoekbaar- en aanpasbaar te zijn, met andere woorden, geschikt voor ouderen. De afgelopen jaren hebben wel geleerd dat bij het huidige bouwkosten niveau het uitermate lastig blijft betaalbare huur- en koopwoningen te realiseren. Met de voorgenomen (strategische) planning, met onze toezegging om de realisatoren te stimuleren deze woningen ook daadwerkelijk in deze prijsklassen te realiseren en met de toepassing van een evenwichtig woonruimteverdelingsysteem zijn echter ook al onze beschikbare mogelijkheden op dit moment aangeboord om de schrijnende gevallen aan passende woonruimte te helpen en de lange wachtlijst te reduceren, zoals de fractie van het CDA vraagt. Wij zijn voor een structurele oplossing echter ook in grote mate afhankelijk van het weer op gang komen van de doorstroming op de woningmarkt, waarbij goedkopere woningen worden vrijgemaakt en hebben daar ook alle inzet en medewerking van de andere partners en spelers op de woningmarkt bij nodig. Dit brengt ons tevens op het volgende aspect. Prestatieafspraken Nagenoeg alle fracties gaan in op de lange duur van het onderhandelingstraject met de Helmondse corporaties betreffende de prestatieafspraken. In het kader van de in november 2001 gemaakte verstedelijkingsafspraken, zijn ten aanzien van diverse aspecten afspraken gemaakt. Deze zijn verwerkt en opgenomen in de Helmondse Nota Wonen. Aangezien de indruk bestond dat de Helmondse corporaties hun deel van de woonopgave financieel gezien niet konden volbrengen, heeft de toenmalige staatssecretaris volkshuisvesting, Remkes, voor Helmond een pilotproject hierover aangekondigd. Onder leiding van het ministerie van VROM is gestart met het in beeld brengen van de opgave voor de corporaties en de financiële posities van de Helmondse corporaties. Op 14 februari jl. hebben de vier Helmondse corporaties het manifest "De schouders onder Helmond" ondertekend, waarbij ze aangaven de door ons vastgestelde woonopgave als uitgangspunt te ondersteunen. Ook bleek zowel uit berekeningen van het Centraal Fonds als van de Helmondse corporaties, dat er voldoende financiële middelen voorhanden waren om deze opgave te volbrengen. Op basis van deze informatie zijn onder leiding van het ministerie van VROM de onderhandelingen gestart over de prestatieafspraken. Het is gebleken dat dit een uiterst moeilijk onderhandelingsproces is. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat vanaf 1998 het toezicht op de corporaties niet meer bij de gemeenten ligt maar bij de rijksoverheid. Vanaf dat tijdstip is de rol van corporaties, gemeente en rijk gewijzigd evenals de posities ten opzichte van elkaar. De rijksoverheid is toezichthouder maar de corporaties moeten voldoen aan het gemeentelijk beleid, zoals dat vast ligt in een gemeentelijke woonvisie. Dit alles is geregeld in het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen. Vanaf 1998 heeft de rijksoverheid enkele nieuwe prestatievelden aan dit besluit toegevoegd, zoals het veld wonen-zorg, de ouderen en de leefbaarheid. In dat kader moet ook de grondprijswijziging van de "sociale kavel" worden bezien waarbij de gemeente tracht te stimuleren dat corporaties meebetalen aan het oplossen van de parkeerproblematiek. De zelfde principes en ook de zelfde afspraken met de uiteindelijke koper / huurder als in de vrije sector van toepassing zijn ( zoals een kettingbeding) zullen ook hier van toepassing zijn. We verwachten geen extra problemen.. We hebben de indruk dat het voor de Helmondse corporaties soms nog zoeken is hoe om te gaan met deze veranderende rol en nieuwe taken. Hoewel de Helmondse corporaties in zijn algemeenheid akkoord gaan met de grote lijnen van het beleid, hebben zij grote moeite met het maken van concrete en toetsbare afspraken over de inzet van zowel de corporaties als van onze gemeente op een aantal 4 terreinen en met name op het gebied van de leefbaarheid (directe woonomgeving en openbare ruimte). Het is op dit moment nog absoluut niet duidelijk of en wanneer de onderhandelingen kunnen worden afgerond, maar wij verwachten niet dat dit nog voor de jaarwisseling zal plaatsvinden. Om overigens Cobra bij deze onderhandelingen te betrekken, zoals de fractie van de SDH/OH voorstelt, lijkt ons op dit moment niet aan de orde. Zoals wij reeds eerder dit jaar aan uw raad hebben medegedeeld, hebben wij Cobra met veel genoegen in onze stad mogen verwelkomen. Ons college heeft de handreiking van Stichting Cobra, om medewerking te verlenen aan de Helmondse woonopgave, ten zeerste op prijs gesteld. Over de wijze van samenwerking verwijzen wij naar de desbetreffende brief die wij de Raad ter hand hebben gesteld. Woonruimteverdelino De fracties van de SDH/OH, PvdA en SP hebben vragen gesteld over de woonruimteverdeling. In 2001 heeft de gemeenteraad de nota Woonopgave vastgesteld. Deze nota is de leidraad geweest voor enerzijds de verstedelijkingsafspraken (Remkes 11) en anderzijds het opstellen van de Woonvisie (vastgesteld door de raad op 5 november 2002). Destijds is met de gezamenlijke woningcorporaties een discussie gevoerd over het aantal ingeschreven woningzoekenden (en met over name de stijging in de afgelopen jaren). Geconcludeerd is dat (vervangende-) nieuwbouw slechts een deel van de oplossing is. Naast het op gang brengen van de doorstroming is het van groot belang de bestaande woningvoorraad zo goed mogelijk te verdelen. Eind 2001 is gestart met een evaluatie van het huidige woonruimteverdelingsysteem, vastgelegd in de Huisvestingsverordening (gebaseerd op de Huisvestingswet en door de gemeenteraad in 1997 vastgesteld). De aan dit overleg deelnemende partijen, naast gemeente vertegenwoordigers van de woningcorporaties en het Platform Helmondse Bewonersorganisaties (PHB), hebben een notitie opgesteld op basis waarvan ofwel een aanpassing van de huidige verordening zou moeten plaatsvinden ofwel gekozen moet worden voor een nieuwe systematiek. Nadat deze notitie is aangeboden aan de directeuren van de woningcorporaties zijn hierover geen concrete afspraken meer gemaakt. Dit betreuren wij ten zeerste. Een goede verdeling van de beschikbare woonruimte is naar onze overtuiging een zeer belangrijk instrument om in te spelen op de gewijzigde woningbehoefte. De kernvoorraad, zijnde sociale huurwoningen met een huurprijs beneden de aftoppingsgrens uit de Huursubsidiewet, moet ook daadwerkelijk voor de doelgroep van beleid beschikbaar komen c.q. blijven. Naast een passendheid toets bij toewijzing van huurwoningen kan het instrument van huurdifferentiatie een bijdrage leveren. Strategische nieuwbouw gericht op doorstroming, het bevorderen van beweging in de woningmarkt, is zoals gesteld een tweede instrument. Gelet op de huidige ontwikkelingen in de woningmarkt zal deze beweging met name aan de onderkant van de woningmarkt moeten worden bevorderd. Naar ons oordeel zou in de loop van 2003 de discussie over de systematiek afgerond moeten zijn. Nu dit niet mogelijk is, is door ons in de concept prestatie-afspraken met de 4 plaatselijk werkende woningcorporaties de datum van 1 januari 2004 genoemd. Naar het zich Iaat aanzien zal echter eerst in de loop van 2004 invulling worden gegeven aan deze concept-afspraak. Marktconform verhuurbeleid Door de fractie Hesen is gewezen op de mogelijkheden van een marktconform huurbeleid. Een marktconform huurbeleid kan een bijdrage leveren aan het genereren van financiële middelen ten behoeve van o.a. de herstructureringsopgave. Wij delen echter uw zorg ten aanzien van de betaaibaarheid van de sociale huurvoorraad. Omdat op grond van de huidige bouwkosten de aanvangshuren van nieuw te bouwen sociale huurwoningen relatief hoog zijn (de ervaring leert dat merendeels een huurprijs om en nabij dan wel boven de aftoppingsgrens uit de Huursubsidiewet bij aanvang wordt berekend) is het van belang in de bestaande woningvoorraad een aandeel goedkope huurwoningen te behouden. Met de gezamenlijke woningcorporaties willen wij prestatie afspraken maken over de kernvoorraad voor de doelgroep van beleid. Binnen deze kernvoorraad dient een minimaal percentage (ons voorstel is dit te stellen op 70 %) aan huurwoningen beschikbaar te zijn met een huurprijs onder de aftoppingsgrens. Naar ons oordeel kan in dit verband ook beter van huurdifferentiatie worden gesproken. Door meer courante huurwoningen tegen een hogere huurprijs te verhuren ontstaat ruimte voor behoud van een 5 voorraad aan echt goedkope huurwoningen. Deze differentiatie kan zowel op complexniveau als op het totale woningbezit worden bezien (uitgaande van het realiseren van een minimale huursom). Overigens is ons uit de discussie met de gezamenlijke woningcorporaties gebleken dat de huidige financiële positie van de woningcorporaties het realiseren van de geplande herstructureringsopgave mogelijk maakt, zonder daarbij uit te gaan van een volledig marktconform huurbeleid. Tot slot merken wij nogmaals op dat een goede woonruimteverdeling, rekening houdend met de relatie inkomen/huur, van groot belang is. Hiermee wordt scheef wonen voorkomen en kan de kernvoorraad ook daadwerkelijk voor de doelgroep van beleid worden ingezet. Evenwichtiqe verdelinq van woninotvpen en woonmilieus De fractie van de SP maakt melding van een artikel in de Volkskrant waarin wordt gesteld dat Brandevoort een van de "witste" wijken van Helmond is, en vraagt ons college of wij de mening delen dat Brandevoort 11 "anders moet". Ook de fractie Wim Klerkx informeert naar het aspect van woningdifferentiatie in relatie tot de verschillende woon milieus. Allereerst willen wij erop wijzen dat de uiteindelijke woning-en bevolkingssamenstelling van de totale wijk Brandevoort gezien moet worden tegen het tijdsperspectief van ca. 20 jaar dat de realisering van dit deel van Helmond gaat omvatten. Het mag bekend worden verondersteld dat de raad steeds heeft gekozen voor een strategische benadering van de woningbouwproductie waarbij in de eerste jaren nadrukkelijk is gekozen voor de bovenkant van de markt. In Brandevoort I is niettemin een aantal van ca. 450 woningen in de sociale sector voorzien die momenteel ook in de planning zit. Voor Brandevoort 11 wordt uitgegaan van een nog forser aantal woningen in de sociale sfeer. Van de 3.000 woningen, die daar gerealiseerd zullen worden, behoren 600 woningen tot de sociale huursector en 300 tot de sociale koopsector. In totaal spreken we dus van een aantal van 1350 woningen in de sociale sector op een totaal van ca. 6000 woningen. Naar onze mening geeft deze verdeling een redelijke afspiegeling van hoe de totale situatie in Helmond zou moeten zijn, zeker indien rekening wordt gehouden met het feit dat het hier randstedelijk wonen betreft die qua doelgroepen en woonvoorkeuren altijd een sterker accent op eengezinswoningen en ook koopwoningen kent. Daarnaast mag niet uit het oog worden verloren dat de verdeling van de woningvoorraad over het gemeentelijk grondgebied ook vraagt om verscheidenheid en contrasten. Ook in het herstructureringsgebied Binnenstad-Oost, waar een concentratie van goedkope huurwoningen is gelegen, wordt gestreefd naar meer differentiatie door middel van het opnemen van een niet onaanzienlijk aandeel koopwoningen (ook in het duurdere segment). Als gevolg van de huidige economische situatie en de bezwaren van de desbetreffende corporaties is het aandeel van dit segment echter wel verminderd. Overigens willen wij op deze plaats even aanstippen dat het aandeel allochtonen in Binnenstad-Oost inderdaad 43% is. Wanneer echter gesproken wordt over niet-westerse allochtonen bedraagt dit percentage 32% waar dit gemiddeld voor Helmond 21 % is. Wonen boven winkels De fractie van GroenLinks/D'66 vraagt onze mening over het initiatief in een aantal steden om wonen boven winkels mogelijk te maken. Wij hebben deze ontwikkeling al langer positief benaderd. Dat geldt zowel voor het ontwikkelen van nieuwbouwprojecten als voor het opnieuw in gebruik nemen van lege verdiepingen boven bestaande winkels. Naast natuurlijk het centrum speelt dit ook voor het project Heistraat. In het kader van het masterplan Centrum is in samenwerking met de marktpartijen een notitie in voorbereiding over het wonen in het centrum van Helmond. Hierin wordt ook een programma opgenomen, zowel kwantitatief als kwalitatief uitgewerkt en gericht op nieuwbouw als hergebruik. Een van de onderdelen van deze notitie wordt namelijk specifiek op het laatstgenoemde gericht. Er heeft in dat verband een eerste grove inventarisatie plaatsgevonden en op basis hiervan wordt ingeschat dat er mogelijkheden zijn om deze woonvorm te realiseren. Twee zaken vallen daarbij op: het aantal woningen / ruimten die voor hergebruik in aanmerking komt moet niet overschat worden (max. Ca. 100 woningen) en het vraagt zeer veel inspanning en maatwerk om dit (in een langzaam tempo) gerealiseerd te krijgen De besluitvorming hieromtrent is nog in een voorbereidend stadium. U begrijpt echter dat wij het belang van deze woonvorm voor het centrumgebeuren zeker onderschrijven. Nieuwe woontechnieken De Helmondse Seniorenpartij vraagt zich af waarom er in een voortvarende stad als Helmond zo weinig nieuwe woontechnieken zoals domotica worden toegepast. Ook wij zijn van mening dat deze techniek in onze stad meer aandacht kan krijgen. 6 Met name op het vlak wonen-welzijn-zorg ligt hier een veld open waarover wij graag met de instellingen en woonstichtingen afspraken proberen te maken. In de bijdrage van collega Bethlehem wordt ook gewag gemaakt van een pilotproject op dit terrein waarnaar wordt verwezen. Verder kan ook de inzet van Kenniswijk mogelijk leiden tot ontwikkelingen en nieuwe toepassingen op dit vlak 3. Stedelijke vernieuwing GebiedsindelinQ. De fractie van de PvdA staat stil bij de herziening van statistische gebiedsindeling en uit de zorg dat de "grenscorrecties", met name rond de Binnenstad-Oost, vertroebelend dan wel verhullend kunnen werken. De fractie stelt de vraag waarom er geen overleg is gepleegd en of de statische gegevens voor dit aandachtsgebied nog separaat kunnen worden aangeleverd. Het moet ons van het hart dat met deze vraagstelling de fractie van de PvdA lijkt te suggereren of er sprake is van een "complot" om de problematiek rond Binnenstad-Oost te bagatelliseren dan wel te verhullen. Niets is minder waar. Over de aanleiding tot het komen van een nieuwe statische gebiedsindeling is eind 2002 uitvoerig geïnformeerd via een speciale uitgave van het informatiebulletin "Helmond in zicht" dat ook alle raadsleden is toegezonden. Daarin is duidelijk aangegeven dat de aanleiding tot de herziening is gelegen in een aantal administratieve ontwikkelingen, waaronder de opzet van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en het landelijk vastgestelde "STUF-GB- formaat". Deze laatste Iaat slechts een indeling in twee gebiedsniveaus toe waardoor de tot nu toe gebruikte 3-deling niet langer toepasbaar is. Wij verwijzen voor een uitgebreide toelichting naar dit informatiebulletin. Niettemin kunnen wij de PvdA-fractie geruststellen dat middels de koppeling van de nieuwe buurten 1002/1003/1005 de statische gegevens voor de "oude begrenzing" van Binnenstad- Oost nog steeds terug te vinden is en waar nodig dus ook gebruikt kunnen worden. De PvdA vraagt tevens naar een mogelijke naamswijzigingen in de Binnenstad-Oost. In de regiegroep Binnenstad-Oost (waarin gemeente met de betrokken woningbouwcorporaties en marktpartijen de herstructureringsprocessen afstemmen) wordt momenteel gesproken over mogelijke naamswijzigingen van Dierenbuurt en Sassen buurt. Het is namelijk niet ongebruikelijk om bij ingrijpende herstructurering straat- of buurtnamen die negatief geassocieerd worden met de problemen die er speelden, in het vernieuwingsproces van een nieuwe naam te voorzien. Daarmee wordt tevens gemarkeerd dat een periode van problemen wordt afgesloten en een periode van nieuwe kansen en een nieuw elan aanbreekt. Op dit moment vindt nog de laatste afstemming plaats met betrokkenen, waaronder de straatnaamcommissie, omtrent voorstellen tot naamswijzigingen. Leonarduskerk. Door verschillende fracties (PvdA, SP, HSP'97) wordt geïnformeerd naar de stand van zaken rond de plannen voor het gezondheidscentrum Leonarduskerk. Het gezondheidscentrum in de Leonarduskerk (rijksmonument) wordt door Groeps Care BV ontwikkeld. Naar aanleiding van de adviezen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Monumentencommissie heeft Groeps Care een nieuw (inmiddels 36) herontwikkelingsplan opgesteld. Met betrekking tot dit nieuwe herontwikkelingsplan is echter sprake van een exploitatietekort. Groeps Care spant zich tot het uiterste in om het plan financieel rond te krijgen en ook de gemeente doet alles wat binnen haar mogelijkheden ligt. Wij gaan er vanuit dat Groeps Care het plan rond krijgt. Eind november moet hier definitief duidelijkheid over bestaan. Bouwplan Wezelstraat De fractie van de PvdA vraagt of het bouwplan Wezelstraat op schema ligt. Concreet wordt gewezen op signalen dat eind 2003/ januari 2004 niet gehaald zal worden. Wij kunnen antwoorden dat deze signalen alle grond missen; het bouwplan Wezelstraat e.o. ligt op schema. Nog in 2003 zal volgens planning gestart worden met het bouwrijp maken van de Wezelstraat e.o. Het bouwplan is inmiddels in het kader van de vrijstelling van het bestemmingsplan (onderdeel bouwvergunning procedure) gepubliceerd. Naar verwachting kan in januari 2004 de bouwvergunning worden verleend. Vervolgens kan dan in februari / maart 2004 met de bouw van de woningen worden gestart (ijs en wederdienenden). 7 4. Verbetering bereikbaarheid Autoverkeer en weqenstructuur De fractie Helmond Aktief informeert naar de stand van zaken rond de BaSE-studie en de deelname van Helmond daarin. De BaSE-studie bevindt zich nu in de zogenaamde Planstudiefase van het MIT. Het SRE treedt hierbij op als initiatiefnemer en projectleider, Helmond participeert bestuurlijk in de Stuurgroep en ambtelijk in de ambtelijke begeleidingsgroep. op het project rust een MER-plicht. Dit betekent dat voor alle te onderzoeken alternatieven een milieueffect rapportage moet plaatsvinden. Op dit moment is niet aan te geven welk voorstel het meest haalbaar is in de regio, simpelweg omdat hierover nog geen overeenstemming bestaat en de gehele planstudiefase nog moet plaatsvinden. De MER zal voor alle in de Planstudiefase opgenomen alternatieven (6!) moeten worden doorlopen. De "ruit om Eindhoven-Helmond" is een van deze varianten. De doorlooptijd van het project wordt geraamd op 18 maanden en derhalve in het 2e kwartaal 2005 aan de SRE-Regioraad wordt aangeboden ter vaststelling. Het collegestandpunt zal te zijner tijd met uw raadsfractie RF kunnen worden besproken. Meer specifiek vragen de fracties van Helmond Aktief en van de PvdA naar het standpunt ten aanzien van de "ruit rond Eindhoven-Helmond". Wij kunnen u meedelen dat het College heeft meegewerkt aan een initiatief van de KvK ZO-Brabant voor extra aandacht voor de Ruit. Inmiddels is er een brief aan minister Peijs gestuurd over dit onderwerp. Er is zowel bestuurlijk als ambtelijk steeds afstemming met Eindhoven rond dit onderwerp geweest. Het College beraadt zich momenteel op een vraag van de KvK om de druk op Den Haag verder op te voeren door onder andere opening van een internetsite. In dit verband wijzen wij er ook op dat in het kader van het Regionale Ruimtelijk Plan reeds in een eerder stadium - naar verwachting in mei 2004- een zekere "voorsortering" door de regio zal plaatsvinden. Dit RRP zal wat ons betreft rond dit tijdstip zeker aanleiding kunnen geven tot een discussie in de Raad. Diverse fracties zijn ingegaan op de situatie rond de hoofdwegenstructuur in Helmond. Zo zijn vragen gesteld als wel opmerkingen gemaakt door de fracties van SDH ( haalbaarheid ondertunneling Traverse), WD ( voortgang studie Hoofdwegenstructuur), FWK (onderbrengen toegankelijkheid Eikendreef en Kanaaldijk bij dit beleidsprogramma) en FEH (gekozen scenario1 studie HWS qua kwaliteit afhankelijk van wijze van uitwerking). Wij willen deze vragen graag in onderling verband beantwoorden. Op 1 juli 2003 is door de gemeenteraad het krediet voor de 3e fase van de studie hoofdwegenstructuur verleend op basis van het gemeentelijke plan van aanpak en de offerte van een extern bureau. De derde fase is opgedeeld in een 4-tal stappen. In stap 1 vindt een nadere optimalisatie van het gekozen scenario 1 plaats. In stap 2 komt de vraag over de haalbaarheid (verkeerstechnisch, stedenbouwkundig, financieel) van specifiek de ondertunneling van de Kasteeltraverse als een van de onderdelen / maatregelen uit scenario 1, nadrukkelijk aan de orde. Maar ook de consequenties voor het overige hoofdwegennet worden in beeld gebracht mede in relatie tot het Masterplan Centrum en Suytkade en de bereikbaarheid van de afzonderlijke wijken. Dat betekent ook dat vragen over andere hoofdwegen (zoals bijvoorbeeld Eikendreef, Kanaaldijk NW en knelpunten bij spoorwegovergangen) die op dit moment meer op zichzelf staan daarin een plaats moeten krijgen; m.a.w.: hoe wordt daarmee op langere termijn mee omgegaan? . Stap 2 dient als eindplaatje de geplande toekomstige hoofdwegenstructuur van Helmond weer te geven. In de vervolgstappen 3 en 4 wordt de gekozen wegenstructuur verder uitgewerkt in planning, faseerbaarheid en schetsontwerp. De financiële haalbaarheid loopt als een rode draad door alle stappen heen. Het eind plaatje van stap 2 met daarin de vraagstelling over de tunnel zal aan de commissie RF en de gemeenteraad worden voorgelegd. In samenspraak met het opdrachtnemende bureau wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de definitieve planning van stap 2; naar verwachting zal het resultaat eind van dit jaar worden neergelegd waarna het advies hierover in januari 2004 kan worden afgerond. 8 De fractie van de WD blijft aandacht vragen voor een voetgangers- en fietserovergang over de Brandevoortsedreef en stelt voor deze te bekostigen uit de planexploitatie. Wij kunnen u melden dat de verkeerssituatie ter plaatse ruim de aandacht heeft gekregen en uitvoerig is besproken met de wijkraad. Er zijn ter plaatse ook metingen verricht. In samenspraak met de wijkraad is toen besloten om op de toegangsstroken tot de rotonde "waarschuwende ribbels" op het wegdek aan te brengen om de aanrijdsnelheid terug te dringen. Het bleek namelijk dat vooral het subjectieve veiligheidsgevoel in het geding was. De eerste ervaringen lijken positief te zijn. Met een door u gesuggereerde ongelijkvloerse oversteek (kosten globaal 1mio Euro) is ook geen rekening gehouden, noch financieel in de exploitatierekening, noch ruimtelijk. De fysieke mogelijkheden om een dergelijke overgang te realiseren zijn uiterst beperkt door de schaarse ruimte. We willen er tevens op wijzen dat bij het spoorviaduct wel rekening is gehouden met een aparte langzaamverkeerroute. Het openbaar vervoer en het fietsverkeer heeft aanleiding gegeven tot diverse vragen vanuit de raad. Zo vraagt de fractie van D66/GL of het college zijn voornemen met betrekking tot maatregelen die het fietsgebruik en het openbaar vervoergebruik stimuleren, wat meer handen en voeten kan geven, opdat de raad ook daadwerkelijk haar controlerende taak op dit punt kan uitvoeren. Fietsverkeer. Het fietsbeleidsplan zal nog dit jaar in procedure gebracht worden. In dit plan staat hoe het fietsklimaat in Helmond verbeterd kan worden. Het fietsbeleidsplan bevat een actieprogramma dat jaarlijks opgesteld wordt. In het actieprogramma staat beschreven welke maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van het fietsklimaat, uitgevoerd kunnen worden. Het gaat hierbij om zowel verbeteringen van de bestaande fietspaden als verbeteringen en uitbreiding van stallingsvoorzieningen. Ook maatregelen met betrekking tot educatie, voorlichting, handhaving en beheer en onderhoud worden in het actieprogramma beschreven. Vooruitlopend op het fietsbeleidsplan wordt de stallingcapaciteit in het centrum op diverse locaties uitgebreid. Het gaat hier om bijvoorbeeld Boscotondo (Pathé en Stadswinkel), Kerkstraat, Kamstraat en Kasteellaan ter hoogte van de Veestraatbrug. Door deze uitbreiding van stallingvoorzieningen aan de randen van het voetgangersgebied is het mogelijk geworden tegemoet te komen aan de wens van onder andere het centrum management om de 'wild' gestalde fiets uit delen van het centrum te weren. Na het uitbreiden van de stallingcapaciteit zal in de Ameidestraat, de Veestraat en de kop van de Markt een verbod voor het stallen van (brom)fietsen worden ingevoerd. Openbaar vervoer Met betrekking tot het beleidsonderdeelopenbaar vervoer en tevens in antwoord op vragen van de fractie van de PvdA, het volgende. Zoals bekend zijn door de recente ontwikkelingen i.c. bezuinigingen bij de rijksoverheid de middelen voor het openbaar vervoer nog verder beperkt. Helaas zal in ieder geval op korte termijn het streven moeten zijn om de schade zoveel mogelijk te beperken. Bij de nieuwe dienstregeling die Hermes vanaf 14 december 2003 gaat invoeren, lijkt dit redelijk gelukt. Dit staat overigens los van het nieuwe beleidsplan ORlON 11. Bij dit alles komt ook nog het feit, dat de externe financiering vanuit het SRE waarvan uit was gegaan voor ov-stimulerende maatregelen, wegens uitputting van de fondsen voorlopig komt te vervallen. In het IVP 2003 en ook in het nieuwe IVP 2004 is nog uitgegaan van een bijdrage vanuit SRE-middelen van jaarlijks ruim ¿ 100.000,- voor dit soort maatregelen (in aanvulling op de eigen gemeentelijke inzet van ¿ 10.000,- ). Voor 2003 en volgende jaren zal vanuit het SRE slechts ¿ 10.000 beschikbaar zijn. Duidelijk is, dat hiermee geen grote maatregelen kunnen worden getroffen. Voor 2003 / 2004 zal een groot deel van dit (geringe) bedrag opgaan aan de realisatie van de keerlus bij het ROe Ter Aa. De fractie van HSP '97 vraagt naar nieuwe informatie over shuttlebussen. In Nederland is er een aantal initiatieven geweest die in uiteenlopende vormen tot doel hadden op maat gesneden dienstverlening aan ouderen te bieden. Bij navraag bij diverse busvervoerders en collega-gemeenten lijkt er echter regulier nog weinig concreets te bestaan. Er lijken vooral particuliere initiatieven te bestaan, bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden tussen diverse zorginstellingen binnen een gemeente. Zo is in Assen een experiment gestart met een servicebus, vooral toegespitst op ouderen. In het busje is bijvoorbeeld plaats voor een rolstoel of rollator, en de bus stopt direct voor de 9 ingang van de verzorgingstehuizen. De prijs ligt wel iets hoger dan voor gewoon openbaar vervoer. De ontwikkelingen met dit experiment zullen vanuit Helmond verder worden gevolgd. Aan vervoersbedrijf Hermes is recentelijk reeds de vraag voorgelegd, in hoeverre zij zouden kunnen participeren in een eventueel vrijwilligersproject in Helmond. Dit is echter nog zeer prematuur, het overleg met de zorginstellingen in Helmond zal dan ook nog moeten worden opgestart. Wij zijn het met de conclusie van de HSP eens, dat het vraaggestuurde Taxibussysteem op dit moment in Helmond onmisbaar is in aanvulling op het stads-en regiobusnet en in een duidelijk aanwezige behoefte voorziet. Op ambtelijk niveau vindt er gestructureerd maandelijks overleg met vervoersbedrijf Hermes plaats. Hier wordt besproken hoe de beperkte middelen kunnen worden ingezet om kleinere knelpunten, bijvoorbeeld op gebied verkeersdoorstroming voor de bus, op te lossen. Ook is aan Hermes gevraagd mee te denken (en te financieren!) over het realiseren van fietsenstallingen bij bepaalde haltes voor het streekvervoer om zo de keten fiets I ov te stimuleren. Particuliere initiatieven, zoals de gratis bus op koopzondagen, zullen uiteraard door de gemeente waar mogelijk worden gestimuleerd en indien nodig eventueel ondersteund door middel van ambtelijke inzet. Voor wat betreft het spoorvervoer blijft uiteraard de focus gericht op een spoedige realisatie van station Brandevoort. Verder wordt zoals bekend in BS-verband meegewerkt aan het project OV- Netwerk Brabantstad. Voor Helmond ligt het belang vooral in een blijvend goede spoorverbinding met de andere Brabantse steden en daardoor indirect een goede verbinding met de Randstad en een indirecte aansluiting op de toekomstige HSL. Met betrekking tot de gevraagde inspanningen om te komen tot een verbetering van het centraal station en de Stationsomgeving kent u ons standpunt en verwijzen wij naar de besluitvorming in de raad medio dit jaar. De uitwerking van deze visieontwikkeling die wij in samenwerking met de partners NS en ProRail uitvoeren, is inmiddels van start gegaan. Wat het punt van de financiële haalbaarheid betreft kunnen wij u ondertussen melden dat onze aanvraag voor toekenning van de BIRK-subsidie, die zeer substantieel kan zijn, ontvankelijk is verklaard door VROM. 10 Wethouder, B.M. Houthooft-Stockx Economische Zaken, Sociale Zaken en Centrumontwikkeling 1. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening ID Problematiek Op deze materie is raadsbreed ingegaan. Wij hebben een tweetal notities, te weten, Toekomstlijnen gesubsidieerde arbeid in Helmond, 1 juli 2003, en de notitie Gesubsidieerde arbeid in Helmond vastgesteld. De Raadscomissie Samenleving en Economie heeft aangegeven naar aanleiding van deze notities en behandeling daarvan, gesprekken met werkgevers aan te gaan voor een nadere inventarisatie en mogelijkheden van het voorgestane beleid. Op 17 juli 2003 heeft een algemene informatiebijeenkomst plaats gevonden met werkgevers waarin de wens naar voren kwam om vervolg gesprekken aan te gaan met de individuele / sectorale werkgevers omstreeks september / oktober 2003. Per sector en afhankelijk van financiering (professioneel respectievelijk vrijwilligersorganisatie) zijn deze gesprekken georganiseerd. Op 2-10, 8-10 en 14-10 hebben deze vervolg gesprekken in 6 sessies plaats gevonden. Uit de gesprekken blijkt dat er geen concrete bezwaren zijn tegen de systematiek van het eigen bijdrage stelsel. Men heeft begrip voor de gemaakte keuze van een eigen bijdrage in loonkosten maar voorziet financiële problemen voor hun instelling naar de toekomst. Voor 2004 zijn er geen bezwaren het concept zoals weergegeven in de notitie gesubsidieerde arbeid voor 2004 in beginsel in te voeren. Wel is het wenselijk en ook het verzoek vanuit de werkgevers het jaar 2004 te gebruiken als overgangsjaar en in samenwerking met de instellingen te zoeken naar structurele oplossingen voor die instellingen die niet in de kosten van de eigen bijdrage in de loonkosten kunnen voorzien. Dit betekent dat eerst in de loop van 2004 een definitief voorstel gedaan kan worden ten aanzien van het ID beleid en de gevolgen die dat heeft. Een en ander impliceert ook dat de werkgevers, dus ook de gemeente, voor 2004 een percentage van 10% per ID werknemer in de vorm van een eigen bijdrage in de loonkosten bij dragen. Kleine gesubsidieerde, in hoofdzaak op vrijwilligerswerk draaiende instellingen, wordt onder overlegging van de financiële gegevens de mogelijkheid geboden voor 2004 geen eigen bijdrage te betalen. Maatwerk dient aan deze instellingen geleverd te worden. Uitgangspunt is dat er geen gedwongen ontslagen vallen. Gelet op het maatschappelijk belang van veel functies maar zeker niet in de laatste plaats, ook voor de individuele ID werknemer, is het voorstel in beginsel alle functies in stand te houden. Daarmee wordt voorkomen dat er gaten vallen bij de instellingen en wordt gezorgd dat de dienstverlening in stand kan blijven. Wel wordt gestreefd naar structurele uitstroom uit de ID regeling. Nieuwe instroom in de ID regeling is niet meer mogelijk. Voor de uitgestroomde ID werknemers krijgen de werkgevers nieuwe werkloze werknemers voor een beperkte periode volgens een doorstroom scenario terug. Gesubsidieerde arbeid blijft een belangrijk instrument voor reïntegratie van werkloze werknemers. Er moet echter gewerkt worden naar nieuwe modellen van gesubsidieerde arbeid. Geen levenslange gesubsidieerde banen meer, maar voor een beperkte periode van bijvoorbeeld maximaal 2 jaar en een opbouw van de eigen bijdrage in de loonkosten naar 100% in die periode. Vervolgens wordt de persoon regulier in dienst genomen respectievelijk vindt plaatsing naar een andere, wel reguliere werkplek, plaats. Gesubsidieerde arbeid kan zo voor meer werkloze werknemers een reïntegratie instrument worden. Door deze nieuwe vorm kan gesubsidieerde arbeid ook naar de toekomst toe betaalbaar blijven. Plaatsing van werkloze werknemers met het instrument gesubsidieerde arbeid kan per 1 januari 2004 plaats vinden bij zowel profit- als non-profit organisaties. Door deze ombuigingen in de financieringsstructuur en structurele afbouw van ID banen met inzet van nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid wordt voldoende ruimte gecreëerd voor reïntegratie activiteiten ten behoeve van nieuwe instroom in de uitkering met ingang van 1 januari 2004. Ruim driekwart van het reïntegratie budget zit nu vast in de ID banen en Wiw. Binnen de Wiw worden arbeidsovereenkomsten voor een beperkte periode gesloten, waardoor overgang naar nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid vereenvoudigd wordt. Daarnaast is de gemeente per 1 januari 2004 voor 100% verantwoordelijk voor de uitgaven op het gebied van uitkeringen. Reïntegratie en daarmee ook gesubsidieerde arbeid, is en blijft een belangrijk instrument om beperking van instroom in de uitkering te bevorderen. Daarmee wordt gesubsidieerde arbeid weer een reïntegratie instrument waar meer personen gebruik van kunnen maken. De gemeente dient het aantallD banen terug te brengen tot 266,5 fte per 1-1-2004, gelet op het door het Rijk beschikbaar gestelde budget. Door de gemeente waren per september 2002, bij wijziging 1 Rijksbeleid, 296 fte gerealiseerd. De stand per 23 oktober 2003 is 274 fte. Gelet op de terugloop tot nu toe wordt er voorzichtig van uitgegaan dat het aantal ID werknemers per 1-1-2004 om en nabij de 266,5 zal bedragen. Ontwikkelinqen OP het qebied van bijzondere bijstand / inkomensondersteuninq minima Raadsbreedzijn over dit onderwerp opmerkingen gemaakt. In ons schrijven d.d. 21 oktober 2003 bent u op de hoogte gesteld van actuele ontwikkelingen op het gebied van de bijzondere bijstand en overige inkomensondersteuning aan minima. Gezien het belang hiervan hebben wij besloten om ondanks de behandeling van de begroting 2004, de leden van uw gemeenteraad reeds over dit onderwerp te informeren middels hierboven genoemd schrijven. Met het risico dat hiermee wederom (gedeeltelijk) dezelfde informatie wordt verstrekt het volgende: Uit de circulaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat er voor het uitkeringsjaar 2004 door de afschaffing van het categoriale inkomensbeleid ¿ 70 mil. minder middelen beschikbaar komen, doordat de algemene uitkering wordt verlaagd met het oog op de inwerkingtreding van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Verder zal met het oog op het hoofdlijnenakkoord de algemene uitkering worden verlaagd in verband met de beperking van het gemeentelijk minimabeleid met een bedrag van ¿ 150 mil. m.i.v. 2004. In totaliteit zal de gemeente Helmond (structureel) ¿ 1.226.423,= minder aan middelen ontvangen. De afgelopen jaren is er een forse onderbenutting geweest ten aanzien van verstrekking in het kader van de bijzondere bijstand / inkomensondersteuning minima. Naar aanleiding van deze onderbenutting is daarom vanuit de raad aangedrongen op intensivering van beleid. Er is in het jaar 2002 op de diverse fronten beleid ontwikkeld, o.a. invoering van het Minimaplusfonds, hetgeen heeft geleid tot extra bestedingen. De beleidsontwikkelingen zijn ook gericht op huishoudens met een ander minimum inkomen dan bijstand, zoals personen met een inkomen uit bijvoorbeeld WAO, WW of AOW. Met de invoering van het Minimaplusfonds, in combinatie met de mogelijkheid van schuldhulpverlening en de uitvoering van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kunnen de minima in Helmond in aanmerking komen voor een pakket van inkomensondersteunende voorzieningen. Bij de ontwikkeling van beleid voor de eenmalige langdurigheidtoeslag voor het jaar 2003 zal dit bestaande pakket worden meegenomen. Voor het einde van het jaar 2003 zullen nadere voorstellen worden voorgelegd. Het budget voor de bijzondere bijstand in het jaar 2002 (¿ 1.109.000), is mede als gevolg van de intensivering, overschreden. Ook voor her jaar 2003 is er sprake van een dergelijke overschrijding van het, behoudens indexering, ongewijzigde budget voor de bijzondere bijstand. Gezien de eerder genoemde onderbenutting is er geen reden geweest het budget voor de bijzondere bijstand te herzien. De overgebleven middelen van dit budget zijn tot die tijd in het reserve hulpverleningsfonds gevloeid, welke deels is opgegaan in de huidige pijlerreserve SE. Ten laste van het budget bijzondere bijstand worden nu meerdere inkomensondersteunende regelingen voor minima gefinancierd. Ten behoeve van de totale inkomensondersteuning aan minima zijn in het jaar 2003 een aantal budgetten opgenomen tot een bedrag van circa ¿ 3,3 miljoen. Gezien de rijksbezuinigingen van circa 1,2 miljoen als gevolg van het gewijzigde rijksbeleid ziet de gemeente zich genoodzaakt het beleid op het terrein van de bijzondere bijstand / inkomensondersteuning aan minima te heroverwegen. Zo mogen er, met de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004, via de bijzondere bijstand geen categoriale regelingen meer worden verstrekt aan personen < 65 jaar met het oog op de armoedeval. Aanvragen voor bijzondere bijstand voor personen < 65 jaar moeten individueel worden bezien. Voor de langdurige minima van 5 jaar en langer, zonder arbeidsperspectief is in de WWB een mogelijkheid opgenomen voor een zogeheten langdurigheidtoeslag. De overweging tot het gewijzigde rijksbeleid is geweest dat inkomenspolitiek aan het rijk is voorbehouden. Bij de (her)overwegingen dient terdege rekening gehouden te worden met de (maatschappelijke) verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij de uitgaven als gevolg van uitvoering van de (bijzondere) bijstand gaat het om uitgaven ten behoeve van de laagste en dus kwetsbare inkomensgroepen. Buiten de 'vangnetfunctie' van de bijstand (aanspraak op bijstand is alleen mogelijk als er geen andere voorziening is) zijn er geen andere mogelijkheden meer. De desbetreffende kosten dienen bestreden te worden uit het beschikbare reguliere inkomen. 2 Voor het jaar 2004 is mede als gevolg van de late informatie van de kant van het rijk en de omvang van de bezuinigingen voorgesteld om dat jaar als een overgangsjaar aan te merken. De gemeente streeft ernaar zoveel mogelijk compensatie te vinden voor de door het rijk opgelegde bezuinigingen. Voor de begroting van het jaar 2005, in het kader van de Voorjaarsnota, kan dan naar een meer structurele sluitende aanpak worden gekeken. Voor overgangsbeleid van het jaar 2004 worden, met zoveel mogelijk voortzetting van huidig beleid, de volgende voorstellen gedaan: Ombuigingen ter grootte van ¿ 645.000. Alternatieve dekking tot een bedrag van ¿ 240.000. Incidentele dekking ten behoeve van uitvoering van overgangsmaatregelen ¿ 765.000,= Voor het jaar 2004 resteert hiermee circa ¿ 2,85 miljoen waarmee inkomensondersteuning (waaronder o.m. het kwijtscheldingsbeleid) aan minima, kan worden verleend. Er is aldus meer tijd beschikbaar om een grondige analyse te maken van de beleidseffecten van verdere ombuigingen, alternatieve dekkingsmogelijkheden, eventuele mogelijkheden tot verdere besparingen op (directe en indirecte) personele kosten bij afstoting van taken in relatie met de algemene ombuigingstaak van de gemeente. Daarmee wordt het beleid zorgvuldig verder invulling gegeven en in financieel opzicht sluitend gemaakt. 2. Beknopt samenQevat 1. Middelen: een rijkskorting van ruim ¿ 1.2 miljoen; ombuigingen van ¿ 645.000, een alternatieve dekking van ¿ 240.000 en een aanvullende incidentele dekking van ¿ 765.000. Over blijft een aanvaardbaar pakket beleidsmaatreQelen ter qrootte van ¿ 2.85 miHoen. Wat vervalt (ombuiQinQen): Het minimaplusfonds voor een bedrag van ¿ 400.000 (rijksbeleid); lagere kosten kwijtschelding voor ¿ 195.000 en een bezuiniging op personeel van 1 fte voor ¿ 50.000 (totaal ¿ 645.000). Wat kan noq wel: Dagbestedingen maatschappelijke opvang; project activering vrijwilligerscentrale; Helmond Actief; Stichting Leergeld; maaltijdvoorziening ouderen; individuele bijzondere bestand (incl. budgetwinkel); bijzonder bijstand t.b.v. uitkering jongeren; woonkostentoeslag e.d. Gevolqen: Deze zijn voor 2004 vooral gelegen in de effecten van het verval van het minimaplusfonds (rijksbeleid). qaat het voor 2004 om: 3. 4. Wet Werk en Bijstand Naar aanleiding van vragen van de fractie SP merken wij het volgende op. De gemeente heeft de mogelijkheid in redelijkheid om te gaan met het begrip 'algemeen geaccepteerde arbeid'. Door de gemeente wordt momenteel volop gewerkt aan een nadere uitwerking van beleid die met de Wet Werk en Bijstand samenhangt. Ook dit onderwerp maakt daar onderdeel vanuit. Het project Direct Werk krijgt inderdaad landelijk veel aandacht. Het gaat bij Direct Werk om een reïntegratietraject waarin onderzocht wordt wat de vaardigheden en eventuele beperkingen in de kwalificaties van de persoon zijn. Het is dus geen werk in de zin van een dienstverband waar minister Rutte op heeft geantwoord, maar een systematiek om kwalificaties te beoordelen en daarop de persoon een maatwerk reïntegratietraject te kunnen laten volgen om zijn kansen op de reguliere arbeidsmarkt te vergroten. Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand wordt ook 100% verantwoordelijkheid van de gemeente ten aanzien van uitgaven aan uitkeringen ingevoerd. Daarbij is het van belang dat de gemeente sterk inzet op de poortwachterfunctie en de reïntegratie taakstelling. Een uitkering wanneer nodig maar niet zondermeer. 3 Met het CWI wordt middels een Service Niveau Overeenkomst contractueel afspraken gemaakt over de invulling van de poortwachterfunctie. Het CWI heeft wettelijk geen taak in de uitvoering c.q. invulling van reïntegratietrajecten. Budqetwinkell Schuldhulpverleninq Met betrekking tot de door de fracties CDA en Helmondse Belangen gemaakte opmerkingen het volgende. Het afgelopen jaar (2003) is er een wachtlijst ontstaan bij de Budgetwinkel enerzijds door toename van het aantal vragen (ongeveer 16% to.V. 2002) anderzijds door vertrek van een ervaren medewerker. Goede vervanging is gezien het specialistische werk moeilijk te realiseren. Inmiddels is een nieuwe medewerker schuldhulpverlening per januari 2004 aangesteld. Tevens wordt momenteel gebruik gemaakt van tijdelijke inhuur om de wachtlijst te reduceren. Ondanks de wachtlijst wordt bij iedere aanvraag op voorhand beoordeeld of er problematische situaties zijn dan wel ontstaan (het betreft concreet bijvoorbeeld aanzegging tot ontruiming of afsluiting van nutsvoorzieningen). Is dit het geval dan wordt onmiddellijk een aanvraag in behandeling genomen. Momenteel wordt de cursus "omgaan met geld" in samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk Werk voor de derde keer georganiseerd. Gezien de goede resultaten willen we hiermee graag doorgaan. Op basis van de opgedane ervaringen ligt het in de bedoeling meer preventieve activiteiten te ontplooien. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan het geven van voorlichting op scholen. Op deze wijze kunnen grote groepen jongeren worden bereikt, met als doel gerichte voorlichting te geven over het omgaan met geld, het voorkomen van schulden, budgettering, schuldhulpverlening, etc. De eerste prioriteit zal echter worden gelegd bij het wegwerken van de wachtlijst Kortom: Door de gemeente wordt een uiterste inspanning geleverd om een adequaat voorzieningenniveau in stand te houden. De gemeente wordt op diverse terreinen geconfronteerd met forse van rijkswege opgelegde bezuinigingen. Daarnaast wordt de gemeente geconfronteerd met nieuwe regelgeving in de vorm van de nieuwe Wet Werk en Bijstand. Op basis van nieuwe wet en regelgeving zal nieuw beleid worden geformuleerd en u bij de voorjaarsnota worden aangeboden. 2. Centrumontwikkeling In de reacties op de begroting 2004 zijn er door veel fracties vragen gesteld dan wel opmerkingen gemaakt over de centrumplannen. Deze kunnen in een tweetal categorieën worden onderscheiden. De fracties van SDH/OH, WD, HSP'97, GLlD'66 en FWK hebben ieder op eigen wijze en met verschillende accenten te kennen gegeven duidelijk behoefte te hebben aan nadere informatie over de voortgang en achtergronden van de planontwikkeling en de verschillende projecten. De tweede categorie van vragen en opmerkingen stelt daarentegen vooral de prioriteitstelling en ambities (fracties van PvdA, SP en GI/D'66) dan wel de temporisering van de plannen (fractie HB) ter discussie. Met betrekking tot de behoefte aan informatie heeft u inmiddels kunnen ervaren dat wij op 28 oktober jl., via een presentatie in de commissie, een overzicht van de stand van zaken hebben gegeven en daarbij ook aangegeven op welke termijn er producten ter bespreking en ter besluitvorming zullen worden voorgelegd. Bij deze zeggen wij u toe dat u periodiek op de hoogte wordt gehouden over de centrumontwikkelingen. Alvorens dieper in te gaan op een aantal achtergronden van de planvorming en de beantwoording van de gestelde vragen daarover, zult u begrijpen dat wij eerst willen ingaan op de (fundamentele) discussie over de prioriteitstelling en de ambities rond het centrumproject Wij willen daar van onze kant geen misverstand over laten bestaan en maken ons zorgen over een mogelijke scepsis of zelfs terugtrekkende beweging die kennelijk bij enkele fracties is waar te nemen. Helmond bevindt zich al enige tijd in een opgaande lijn van ontwikkeling. Zij heeft inmiddels het inwoneraantal van 85.000 bereikt en zal doorgroeien naar de 100.000. Deze ontwikkeling heeft vooral te maken met de bouw van nieuwe woningen in onze uitbreidingswijken. Maar daarmee hebben wij nog geen complete stad gekregen. Niet alleen het college maar vooral ook uw raad heeft er voor gekozen om met de groei van de stad ook de kwaliteit van het leef-, woon- en werkmilieu te verbeteren en niet in de laatste plaats ook de centrum positie van Helmond te versterken. De Stadsvisie 2010 is daar klip en klaar over. Dit betekent een integrale aanpak waarbij niet alleen wordt geïnvesteerd in fysieke aspecten maar ook in mensen. Investeren in mensen betekent ons 4 inziens niet alleen uitgaven in bijvoorbeeld zorg en opvang maar ook investeren "aan de voorkant van sociaal beleid". Het creëren van werk, een goede woonomgeving, basisvoorzieningen hoort bij de faciliterende taken van de overheid. De upgrading van het centrum is daarbij bewust aangegeven als een van de kernprioriteiten c.q. speerpunten van beleid en heeft een duidelijke vertaling in het huidige MOP gekregen en zal een centraal item zijn in de nieuw op te stellen stadsvisie. Niet alleen de behoefte aan kwalitatieve woningen krijgt daarbij de aandacht maar ook de verbetering van het sociaal culturele, sociaal maatschappelijke en sociaal economische klimaat van de stad. Concreet hebben we het over dringend noodzakelijke voorzieningen als een goede bibliotheek, een hotel, versterking van het winkelapparaat, horeca en al die andere activiteiten die een stad een echte stad maken. De upgrading van het centrum is daarmee geen 'hobby' of prestigeproject dat dus in tijden van teruglopende conjunctuur en bezuinigingen kan worden teruggedraaid of verwaarloosd. De ontwikkeling van het centrum -van welke stad dan ook maar zeker Helmond- is namelijk geen vanzelfsprekendheid maar een voortdurende concurrentiestrijd om de consument, de bezoeker, de regiobewoner maar ook de eigen stadsbewoner. Stilstand is achteruitgang en het momentum dat we nu net in ons centrum aan het ontwikkelen zijn vraagt om een continue aandacht en een goed afgestemd integraal beleid. Investeren in het centrum (in de brede zin van het woord) is geen zaak van de overheid alleen; integendeel. Centrumontwikkeling vraagt een inzet van alle partijen en is een gedeelde verantwoordelijkheid. De overheid jaagt aan, voert regie, faciliteert en investeert ook geld met het doel dat de andere (markt)partijen het veelvoud daarvan voor hun rekening nemen. Het zogenaamde 'multipliereffect'. De marktpartijen die in Helmond zijn betrokken bij het centrumproject hebben keer op keer hiervan rekenschap gegeven. Ondanks de teruglopende conjunctuur blijken de omstandigheden in onze stad gunstig: snel groeiende bevolking, inhaalslag van voorzieningen, etc. Maar dit alles vraagt wel continuïteit in beleid en een betrouwbare overheid; kortom: het uitzetten van een duidelijk langjarig traject met duidelijke doelen en een solide financieel kader. Om de kwaliteitsverbetering van het centrum vorm te geven hebben wij in december 2001 de integrale structuurvisie vastgesteld. Deze visie geeft het globale kader voor de ontwikkeling van het centrum voor de komende vijftien tot twintig jaar Belangrijk is daarbij te vermelden dat daarmee het centrum de grootste inbreidingslocatie voor Helmond wordt. Deze structuurvisie moet worden vertaald in een masterplan (c.q. uitvoeringsplan) met alle daarbij behorende elementen als gedetailleerde stedenbouwkundige structuur, uitwerking functioneel programma, beeldkwaliteit, fasering, financiële middelen en architectonische visie. Veel inzet en creativiteit zal echter nodig zijn om, in het licht van de huidige economische ontwikkelingen, te komen tot een realistisch plan. Met het vervolgtraject op de integrale structuurvisie zijn we gestart nadat de discussie over het Kunst en Cultuurplein was afgerond (mei 2003). De in de structuurvisie aangegeven ontwikkeling van de stad, en de uitwerking daarvan in het masterplan, is gericht op de lange termijn (1e spoor). Dit betekent niet dat er in de tussentijd geen zaken worden opgepakt. Onder het motto: "De winkel is open" wordt er gewerkt aan de upgrading van het bestaande centrum om de consument een aangenamer en langer verblijf in de stad te bieden (kwaliteitsimpuis: 2e spoor). De kwaliteitsimpuis aan het centrum wordt vormgegeven met het centrummanagement en de heer Jan Verspaget. Masterplan Om te komen tot een masterplan en de uitvoering daarvan zijn na een uitvoerige en zorgvuldige procedure de marktpartijen ING en Amstelland (inmiddels AM) geselecteerd. Met deze partijen hebben wij als gemeente in mei jl. een intentieovereenkomst getekend. Deze marktpartijen zijn gekozen omdat zij de nodige expertise en ervaring hebben met grootschalige ontwikkelingen en bereid zijn langjarig in onze stad te investeren. Om te komen tot een goed integraal masterplan hebben wij samen de stedenbouwkundige Prof. Joan Busquets in de arm genomen. In de afgelopen maanden is met de marktpartijen en de heer Busquets hard gewerkt aan het concept-masterplan. Het concept-plan zullen wij in januari 2004 aan u voorleggen. Door u zijn de uitgangspunten van de Integrale Structuurvisie Centrum in mei nogmaals bevestigd. De structuurvisie blijft daarmee de basis (" het skelet") vormen voor die verdere uitwerking. De positie van Helmond als betrouwbare partner komt o.i. hiermee volop tot uitdrukking. Omdat het plangebied van het masterplan ook het zuidelijk deel van woonbuurt de Waart omvat kunnen wij ook de vraag van de fractie van de SP bevestigend beantwoorden dat de bestemming van het gebouw waarin de Gaviolizaal is gevestigd in samenhang met de herstructurering van dit gebied wordt gezien. 5 3. Kwaliteitsimpuis & centrummanagement Kwaliteitsimpuis Om de (kritische) consument een aangenamer en langer verblijf in het centrum te bieden dient het centrum een aantrekkelijke en hoogwaardige uitstraling te krijgen. Dit zien wij niet als een prestigeproject maar als een harde economische noodzaak. Om dit te bereiken wordt er gewerkt aan de kwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte, kwaliteit en uitstraling van de panden, kwaliteit en uitstraling van de winkels, de organisatie van de activiteiten in het centrum en de organisatie van beheer en handhaving. Deze kwaliteitsimpuis is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd, maar de eerste resultaten zijn al zichtbaar zoals door verschillende fracties aangegeven. De vormgeving van de kwaliteitsimpuis vindt plaats in overleg met betrokken partijen in het centrum. In de begroting zijn voor 2004 en 2005 middelen opgenomen voor de kwaliteitsimpuis. Ook de bevolking hebben wij betrokken bij de kwaliteitsimpuis. De Markt is in Helmond een markante plek en is al jaren onderwerp van discussie. Aan de inwoners is gevraagd hun ideeën over de Markt aan het papier toe te vertrouwen. Als blijk van betrokkenheid en enthousiasme zijn maar liefst 148 ideeën ingezonden. In november wordt de prijswinnaar bekend gemaakt. In het voorjaar van 2004 wordt het inrichtingsplan voor de markt opgesteld en ter besluitvorming aan u voorgelegd. Het is de bedoeling om met de uitvoering van het plan in het najaar van 2004 te starten. Centrummanaqement Het centrummanagement is als belangrijke partner in de centrumontwikkeling volop bezig geweest met de uitvoering van het jaaractieprogramma. Diverse projecten en studies zijn voortvarend gestart en deels zelf al afgerond. Een voorbeeld hiervan is het ter hand nemen van het fietsproject in het centrum. Het verblijfsklimaat in de winkelstraten is door dit project al aanzienlijk verbeterd. In januari 2004 worden u de resultaten aangeboden van een recent afgesloten brancherings- en koopstromenonderzoek naar het centrum van Helmond. De brancheringscommissie is bijzonder actief bezig geweest. Mede door haar inspanningen is er tot op heden een laag leegstandspercentage in de winkelpanden in het centrum ondanks de economische recessie. Ook de aanwezigheid van een groot warenhuis in de stad zien wij in het kader van de optimale branchemix als een belangrijke kwaliteit om het centrum zo volwaardig mogelijk te laten functioneren. Het college van B&W heeft deze week overleg gevoerd met de directie van Vendex om het behoud van de V&D vestiging voor Helmond te bepleiten. De directie van V&D blijft bij het eerder ingenomen standpunt. Bij de verdere uitwerking van de centrum plannen houden wij rekening met dit gegeven. De directie van Vendex blijft wel geïnteresseerd in de toekomstige ontwikkeling van ons centrum. Wij zullen de directie uiteraard hiervan op de hoogte houden. In het kader van de verbetering van de veiligheid kan recent het project collectieve winkelontzegging genoemd worden. In deze vorm uniek voor Nederland. De start van dit project leidde tot veel belangstelling uit het land hoe dit project in Helmond in elkaar zat. Ook het recent aangekondigde lokettenbeleid zal verder bijdragen aan een verbetering van de belevingswaarde van het centrum door de consument. Op het programma staan nog concreet onder andere het uitstallingen beleid, de problematiek van het Iaden en lossen en het verbeteringstraject voor het huisafval en het bedrijfsafval in het centrum. De professionaliseringslag van het centrummanagement kost echter veel kruim. Het vergt een zeer intensief overleg met de vele partijen in het centrum: de winkeliersverenigingen, de vastgoedeigenaren, de ambulante handel, de horeca en de bewoners. De recente instelling van de klankbordgroep voor het centrum draagt bij aan de verbetering van de overlegstructuur. Een knelpunt is nog de onvoldoende participatiegraad van de verschillende ondernemersverenigingen. Ook de Federatie en de vastgoed eigenaren maken nog een groeiproces door. Het zal de komende jaren nog veel aandacht en inspanning vragen van het centrummanagement om bijdragen te gaan leveren aan de verhoging van zowel de participatie- als de organisatiegraad van deze partijen. In december 2002 hebben wij dan ook een samenwerkingsovereenkomst getekend voor een periode van drie jaren met de Federatie en de vastgoedeigenaren. Een aantal fracties vindt dat de neerwaartse spiraal in het nabij het centrumgebied gelegen deel van de Molenstraat tussen Koninginnewal en luidende, nog steeds niet in positieve zin is omgebogen. Wij 6 hebben dit ook moeten constateren, maar we kunnen inmiddels wel mededelen dat er initiatieven in voorbereiding zijn om een groot deel van de noordwand aan te pakken. Deze initiatieven zijn in principe door ons positief ontvangen. Voor beide initiatieven zal naar alle waarschijnlijkheid een beroep gedaan worden op de Uitvoeringsregeling Stimuleringsgebied Molenstraat. Naar verwachting kan medio 2004 gestart worden met de realisatie van deze initiatieven. Ook aan de zuidzijde is door een ontwikkelaar een pand verworven. Daarnaast zullen de eigenaren/ondernemers in de Molenstraat op korte termijn per brief nogmaals op de hoogte gesteld worden van het bestaan van de regeling en wordt er in deze brief aangekondigd dat de eigenaren/ondernemers op korte termijn nog persoonlijk benaderd zullen worden om te bezien of ze samen met de gemeente initiatieven willen ontplooien die kunnen leiden tot een forse upgrading van dit deel van de Molenstraat. Samenvattend willen wij stellen; In de afgelopen periode is er veel gebeurd in het centrum en er staat er nog veel te gebeuren. Echter, de ontwikkeling van het centrum is een langdurig en zeer complex proces dat veel overleg en zodoende tijd vergt maar vooral ook continuïteit van beleid vraagt. Wij zullen ons inspannen om resultaten te boeken waardoor het voor u en de bevolking van Helmond duidelijk wordt dat het centrum van Helmond iets is en wordt om trots op te zijn. Of zoals de fractie van HSP'97 oproept: actie! 4. Economisch beleid en werkgelegenheid De mogelijkheden voor de ontwikkeling van sociaal beleid, waar eerder over gesproken is, staat of valt met de economische positie van de stad en meer in het bijzonder de beschikbaarheid van voldoende werkgelegenheid voor de bevolking. In dat verband deelt ons college met u de zorgen over de ontwikkeling van de economische situatie in Helmond. Na jaren van sterke groei is de Helmondse economie tot stilstand gekomen en is zelfs sprake van een krimp. Regelmatig kunnen wij in de krant lezen dat dit grote gevolgen heeft voor de werkgelegenheid. Als voorbeelden van belangrijke bedrijvigheid die ons is ontvallen zouden wij willen noemen: Shell Solar, Technicolor en Avesta Sandvik Tube. Daarnaast verdwijnen sluipenderwijs banen in veel Helmondse bedrijven. De sterke neergang in de economie is niet typisch Helmonds, maar voor een groot deel te wijten aan de tegenvallende economische ontwikkeling in Nederland. Wel is het zo dat wij net als geheel Zuidoost Brabant extra hard worden getroffen door de economische recessie. Dit heeft te maken met het grote aandeel productieactiviteiten in de industriële sector. Hier ligt in de visie van ons college dan ook een belangrijke uitdaging voor de ontwikkeling van Helmondse economie: onze stedelijke economie zal meer kennisgeoriënteerd moeten worden en zal moeten worden verbreed naar nieuwe economische dragers. Hierbij willen wij focussen op food, zorg en vrije tijdseconomie: sectoren die een sterke groei zullen vertonen. Concrete acties van werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijs, en andere overheden waaraan door de Gemeente Helmond een actieve bijdrage is verleend zijn: "drieslag voor behoud vakmanschap zuidoost Brabant", breed banenoffensief (banenplein) gericht op de werving van vacatures, foodregio Helmond, agrofood community (samenwerking met de provincie Limburg tot versterking van de foodsector), preventieve acties tot bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Daarnaast wordt in het streekplatform De Peel met regiogemeenten en andere partijen gewerkt aan de versterking van de sociaal-economische infrastructuur. Mede door de inzet van het Kenniscentrum Duurzame Stad en Streekontwikkeling is vanuit Helmond een impuls gegeven aan de ontwikkeling van de Groene Peelvallei, de samenwerking tussen de foodindustrie en de ZL TO (milieucooperatie De Peel) en concrete initiatieven in de agrofood (Tilapia viskweek). De robuustheid van dergelijke initiatieven kan pas op termijn worden vastgesteld. In het sociaal-economisch beleidsplan zullen wij nadrukkelijk de relatie leggen tussen de bedrijvigheid, de mensen en de omgeving. Economisch beleid is immers bedoeld om werk voor inwoners van Helmond en omgeving te behouden en te creëren. Dat is waar wij het voor doen! Een aantrekkelijk woon- en leefmilieu, een goede bereikbaarheid en de beschikbaarheid van ruimte zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden om ook invulling te kunnen geven aan het economische beleid. Het sociaal-economisch beleidsplan voor onze gemeente werken wij momenteel uit. Onlosmakelijk onderdeel van het beleidsplan zijn concrete acties neergelegd in een uitvoeringsprogramma. 7 Draagvlak voor het sociaal-economisch beleidsplan is randvoorwaardelijk om ook in de praktijk resultaten te kunnen bereiken. Daarom zullen externe partners intensief bij het ontwikkelen van het sociaal-economisch beleidsplan worden betrokken. Het is de bedoeling om het sociaal-economisch beleidsplan in het voorjaar van 2004 met uw raad te bespreken. Het is goed om hier nog eens te benadrukken dat naast de ontwikkeling van een sociaal-economisch beleidsplan de huidige werkzaamheden gericht op economische structuurversterking gewoon worden doorgezet. Zonder compleet te zijn kunt u dan denken aan de Ondernemende Stad, de participatie in het Programma Horizon en het programma Progress, acquisitie-inspanningen, de revitalisering van Hoogeind en de ontwikkeling van businesspark Brandevoort. Tenslotte willen wij u meegeven dat de ontwikkeling van het aantal werkzoekenden en de openstaande vacatures ook onderstrepen dat actie is geboden. In september 2003 stonden er bij het CWI 4303 werkzoekenden ingeschreven, terwijl er slechts 251 vacatures in de databanken van het CWI waren opgenomen. De verwachting is dat de situatie op de arbeidsmarkt verder zal verslechteren. Meer concreet is dit reden tezamen met andere partijen het initiatief te ondersteunen te komen tot een breed banenoffensief "het banenplein", een tijdelijke hulpstructuur om de leemte in te vullen ontstaan door de opheffing van de arbeidsvoorzieningsorganisatie (RBA). Het gaat er daarbij om de "vraagzijde" van de arbeidsmarkt te versterken door de vacaturevraag te bundelen, en tevens te koppelen met de landelijke vraag uit verschillende branches, particuliere aanbieders (waaronder SBK) en projecten. Dit moet na een jaar leiden tot een versterking van het CWI op de vacaturemarkt. De eerste resultaten wijzen reeds op een succes van het banen plein (vanaf de start zijn enkele honderden vacatures gemeld). Daarnaast moet het initiatief Banenplein leiden tot een betere stroomlijning, afstemming van werkprocessen, tussen partijen die nog zeer recent (2001) na de opheffing van het RBA zijn ontstaan (CWI, UWV, gemeentelijke afdelingen WIZ). Ook heeft de gemeente Helmond in SRE verband opgeroepen de krachten van gemeenten te bundelen door gezamenlijk regie te voeren op de arbeidsmarkt. In het bijzonder gaat het er daarbij om de vraagzijde (werkgevers, werknemers, concrete bedrijven) van de arbeidsmarkt structureel actief te betrekken bij dit beleid. Hierbij kan een vergelijking getrokken worden met de gezamenlijke acties bij de teruggang van de werkgelegenheid bij DAF, VO LVO , Philips in de jaren negentig. Wij moeten hierbij opmerken dat wij het, in vergelijking tot de aanpak in de jaren negentig (tri-partite aansturing van het RBA) het als een gemis ervaren geen sturing te kunnen geven aan het Centrum Werk en Inkomen. (N.B. De wijze waarop de nieuwe structuur werkt, heeft gevolgen voor de omvang van de bijstandsgerechtigden met alle gevolgen van dien.) Ons college geeft zoals hiervoor al aangegeven de komende jaren prioriteit aan het sociaal- economisch beleid. Onze inzet is erop gericht te voorkomen dat grote groepen in onze gemeente aan de kant komen te staan. Werk betekent immers voor velen meer dan inkomen, werk draagt bij aan maatschappelijke participatie en is een zinvolle besteding van tijd. 4. Werkgelegen heid Met de PvdA fractie zijn wij de mening toegedaan dat er in Nederland meer geïnvesteerd zou moeten worden in de kwalificatie van bestaand arbeidspotentieel in de bedrijven. De primaire verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij werkgevers- en werknemersorganisaties. De overheid stimuleert met name het bereiken van het startkwalificatieniveau voor diegenen die in het onderwijs verblijven. Om jeugdwerkloosheid te voorkomen wordt door middel van het Regionaal Meld- en Coërdinatiepunt voortijdig schoolverlaten (ingebed in "team jeugd" afdeling WOS) bij jongeren de deelname aan het onderwijs bevorderd tot het startkwalificatieniveau is bereikt. In het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid worden specifieke maatregelen bevorderd voor sectoren die te lijden hebben onder de teruggang in de economie. De eerder genoemde actie "Drieslag" voor behoud vakmanschap Zuidoost Brabant in de metaal- en elektrobranches is hiervan een concreet resultaat. 900 vaklieden konden met deze actie voor deze bedrijfstak worden behouden. In "Ondernemende Stad" wordt de relatie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs actief bevorderd. Ook in dit kader worden concrete resultaten bereikt gericht op bestaand arbeidspotentieel in de bedrijven. In het project "Foodregio Helmond", een initiatief van werkgevers in de voedingsmiddelenindustrie, wordt binnenkort de eerste opleiding procesoperator voedingsmiddelenindustrie afgesloten, waarbij zittend personeel op startkwalificatieniveau wordt gebracht. In onze preventieve acties gericht op de bestrijding van de 8 jeugdwerkloosheid zal ingespeeld worden op het MKB leerbanenplan. Initiatieven van de Vereniging Industrieel Contact Helmond e.o. en de BZW Helmond e.o. moeten ook hier leiden tot een actieve participatie van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. De fracties FWK en Groen Links/D'66 informeren naar de in Ondernemende Stad te realiseren opleidingen. De opleidingen in de mechatronica zijn reeds gerealiseerd. De eerste studenten hebben hierin hun diploma op het ROC Ter AA behaald. In het VMBO is een verrijkingsdeel mechatronica aan de Iesstof van de opleidingen metaal en elektro toegevoegd. Alle scholen voor VMBO in Zuidoost Brabant met deze afdelingen hebben aan dit project deelgenomen. In de nieuwbouw van het Ter Kemenade College is e.e.a. ook fysiek waarneembaar. Dit schooljaar start de herontwerp van opleidingen in metaal en elektro, genoemd "integraal ontwerpen" in het TKC en het ROC Ter AA. Het betreft een continu proces van "anders werken en anders Ieren" in VMBO en MBO. De HBO opleiding leisure management is dit jaar in Eindhoven van start gegaan en zal zodra de "Groene Campus" is gerealiseerd naar Helmond verhuizen. De initiatieffase voor realisatie van de Groene Campus is onlangs met een overeenkomst tussen partijen afgesloten. In het plan "Suytkade" vindt de fysieke vertaling plaats (het tijdpad is hiervan afhankelijk). ¿ 5.22-fonds Enkele fracties hebben stilgestaan bij de ¿ 5,22 bijdrage aan het SRE. Door het grote aantal aanvragen is uitputting van middelen in dit fonds sterk toegenomen. Hervatting van de betaling van de ¿ 5,22 bijdrage is in 2005 aan de orde. In het verleden is uw Raad geïnformeerd over de aanzienlijke bedragen die vanuit dit fonds voor Helmondse projecten beschikbaar zijn gekomen. Vanuit het Stimulus programma's I en 11 zijn voor een totaal bedrag van ruim 32 miljoen gulden in de periode van 1994 tot begin 2000 Helmondse projecten gefinancierd. Bedragen zijn onder andere beschikbaar gekomen voor de herstructurering en ontsluiting van bedrijventerreinen, de realisering van een bedrijvencentrum, de verschillende stimulerings- en investeringsregelingen voor het bedrijfsleven en dergelijke. De directe bijdragen uit het stimuleringsprogramma werden vanuit het ministerie van EZ, de provincie en het SRE gecofinancierd. Het SRE stelt op dit moment een actuele lijst samen van de Helmondse bedrijven die op dit moment gebruik maken van de diverse regelingen. Binnenkort is deze lijst beschikbaar en zullen wij deze de Commissie Samenleving en Economie doen toekomen. Ook onder het programma stimulus 111 worden de stimuleringsregelingen voor het bedrijfsleven voortgezet. Extra aandacht geven wij ook aan het indienen van projecten in het kader van het programmaonderdeel Stimulus Investeringsregeling Toerisme. De aandacht is er uiteraard op gevestigd om het Helmondse bedrijfsleven op een evenwichtige en evenredige manier gebruik te laten maken van deze financiële ondersteuningsfaciliteiten. Zeker in deze tijd van economische teruggang is het van groot belang om in het kader van structuurversterking dergelijke fondsen tot onze beschikking te hebben. Bijzondere vermelding verdient voorts het zogenaamde Vehil project van TNO, dat recent gerealiseerd is in onze stad. Voor de realisering van dit project is een substantiële bijdrage vanuit het EFRO- programma beschikbaar gekomen. In het kader van de structurele versterking van onze stedelijke economie een hoogst belangrijk project. Het College van burgemeester en wethouders is van mening dat participatie in het ¿ 5,22 fonds alleszins verantwoord is mede in het belang van de zo juist genoemde economische structuurversterking. 5. Toerisme, vrijetijd en recreatie Voortqanq leisurebeleid Voor het leisurebeleid van onze gemeente vormt het rapport 'Op weg naar een leisurebeleid voor de gemeente Helmond', dat eind 2002 door de gemeenteraad is vastgesteld, het uitgangspunt. De nota benoemt twee prioritaire leisurelocaties, te weten Berkendonk en Suytkade, waarbij nadrukkelijk gesteld is dat deze zich complementair aan elkaar en overige leisure locaties (met name het Centrum) moeten ontwikkelen. Vanaf 2003 is dan ook een aanvang gemaakt met het opstellen van leisureprogramma's voor Berkendonk, Suytkade en Centrum. Voor Berkendonk zijn onlangs eerste voorstellen gepresenteerd voor een leisureprogramma. Bij definitieve voorstellen willen wij graag de ideeën en de expertise van diverse (markt)partijen buiten de gemeente betrekken. Voor Suytkade 9 zullen naar verwachting begin 2004 voorstellen worden gepresenteerd. Voor het Centrumgebied geldt, dat leisure nadrukkelijk meegenomen wordt in de Masterplanontwikkeling. Voor alle locaties geldt, dat gemeente een sturende en trekkende rol vervult; partijen die zich spontaan bij de gemeente melden worden daarnaast met open armen ontvangen. 2004 staat aldus in het teken van definitieve planvorming en gerichte acquisitie. Comité Kanaal met Vaart Het initiatief van het Comité Kanaal met Vaart is in het kader van het project Industrieel Erfgoed Toerisme besproken en op zijn merites onderzocht. Wij realiseren ons terdege dat een boottocht over het kanaal een forse impuls kan betekenen voor het toeristisch-recreatieve product Helmond in het algemeen en het project Industrieel Erfgoed Toerisme in het bijzonder. Wij hebben daarbij echter te maken met een aantal beperkingen. Op de eerste plaats de staat van onderhoud van Sluis 7. Renovatie vergt miljoenen; geld, dat wij niet beschikbaar hebben. Wel staan wij open voor mogelijkheden die ontstaan vanuit cofinanciering (uit bijvoorbeeld subsidies). Op de tweede plaats de opstelling van de gemeente Laarbeek inzake de bediening van de brug in Aarle Rixtel. De gemeente Laarbeek hebben wij gevraagd geen onomkeerbare initiatieven te initi~ren, die de doorvaartmogelijkheden van het kanaal in de toekomst verder zullen beperken. De mogelijkheden van het realiseren van een boottocht (geen rondvaart) zoals verleden jaar heeft plaatsgevonden i.s.m. Kanaal met Vaart en Rederij Wolthuis, worden momenteel onderzocht. 6. Revitalisering Revitalisering van bedrijfsterreinen is een belangrijk speerpunt van ons college, aangezien wij grote waarde hechten aan een goed vestigingsmilieu voor het bestaande bedrijfsleven. Juist in deze tijd van economische neergang is het van groot belang om ervoor te zorgen dat de ruimtelijk-economische randvoorwaarden voor het economisch functioneren optimaal in orde zijn. Het revitalisering beleid wil ons college dan ook krachtig voortzetten. Ook zijn wij voornemens hierbij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (NV BOM) en NV Rede intensief te betrekken. Voor bedrijventerreinen Hoogeind willen wij voor 2004 inzetten op een aantal concrete projecten: verdere ontwikkeling van het Roburterrein; ontwikkeling van het PDV-cluster; ontwikkeling centrale vrachtwagenparkeerplaats. Voorts zullen wij in beeld brengen de omvang van de leegstand en zal worden bezien op welke wijze de aanpak van de leegstaande panden kan geschieden. Daarnaast willen wij de samenwerking met ondernemers en eigenaren steviger neerzetten door een vorm van parkmanagement te introduceren. Samenwerking met de eigenaren en ondernemers is bij de revitalisering het uitgangspunt, draagvlak een essenti~le randvoorwaarde. Tenslotte vindt ons college het van groot belang een Masterplan voor Hoogeind op te stellen. In dit Masterplan wordt voortbouwend op de studies van BRO een economische visie voor Hoogeind neergelegd. Dit Masterplan biedt de mogelijkheid te sturen op segmentatie en geeft bovendien naar bestaande en nieuwe investeerders duidelijkheid over de gemeentelijke visie op Hoogeind. Daarmee werkt het Masterplan ook investeringsbevorderend. Tevens dient het Masterplan als input voor het op korte termijn op te stellen bestemmingsplan. 7. NV Rede De fractie SDH/OH stelt vast dat de eerder ingediende vragen van deze fractie rond het functioneren van NV Rede nog niet afgewerkt zijn. Deze zaak heeft onze volle aandacht. NV Rede heeft eerder bij ons college een verzoek ingediend om een structurele verhoging van de zogenaamde basisfinanciering voor de jaren 2004 tlm 2008. Wij hebben ten aanzien van het verzoek overleg gevoerd met de andere aandeelhouders van deze Regionale Ontwikkelings Maatschappij, te weten de gemeente Eindhoven en het SRE. Op basis van dit overleg is een gezamenlijk standpunt geformuleerd. Onderdeel van dit standpunt is dat de aandeelhouders gezamenlijk de wens hebben uitgesproken alvorens een besluit te nemen over de 10 gevraagde financiering allereerst een kerntakendiscussie dient plaats te vinden. Wij vinden het van groot belang dat het functioneren van dit regionaal instituut zoveel mogelijk plaatsvindt in afstemming en in complementariteit met het eigen stedelijk organiserend vermogen. Op deze wijze kunnen naar onze mening efficiency voordelen worden gehaald, met name ook op financieel vlak. Het houden van een kerntakendiscussie vinden wij voorts van belang om de ieders taken op het vlak van economisch ontwikkelingsbeleid goed op elkaar afgestemd te houden en te versterken. Deze behoefte leeft niet alleen bij ons maar ook bij het SRE en de gemeente Eindhoven. NV Rede vervult een taak op het vlak van regionaal economische structuurversterking. Wij denken dan met name aan de ontwikkeling en uitvoering van bepaalde programma's zoals Horizon en Stimulus. Ook op het vlak van regionale promotie en internationale acquisitie vervult het instituut wezenlijke taken, doch het geheel vraagt op dit moment om een nadere analysering. Deze behoefte van ons college speelt in op de vraagstelling van de fractie SDH/OH. Het College heeft NV Rede al wel in kennis gesteld van het feit dat de bezuinigingsoperatie waarvoor de stad zich geplaatst ziet in ieder geval ook zal doorwerken in de financiële bijdrage van de gemeente Helmond in de basisfinanciering voor de jaren 2004 Um 2008. Vermeldenswaard in deze is dat wij recent gesprekken hebben gevoerd met de directie van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij om de relatie met de gemeente Helmond ook op het vlak van structuurversterkende projecten te versterken. 11 Wethouder, J.B.C.W. van den Heuvel Onderwijs, Stedelijk Beheer en Milieu 1. Wijk en buurtbeheer De fractie Helmondse Belangen spreekt waarderende woorden over het netwerk van klankbordgroe- pen en de participatie van het wijk- en buurtbeheer in Helmond. Daarbij vraagt de fractie aandacht om in samenspraak met de doelgroep te komen tot een uniforme wijkbeheer-overeenkomst, waarin duide- lijk wordt beschreven welke positie de wijkorganisaties en de klankbordgroepen hebben en welke wij- ze zij geacht worden te functioneren. In de notitie "werkwijze klankbordgroepen" (november 2002 vastgesteld door uw raad) en de notitie "herijking buurtbudgetten" (welke in december 2003 ter besluitvorming aan uw raad zal worden voor- gelegd) staan de werkwijze, de (gewijzigde) subsidievoorwaarden en de kaders al reeds vernoemd. In het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan het beter laten functioneren van de klankbordgroe- pen en de ondersteuning van de wijkorganisaties. Daarbij is veel aandacht voor het onderling uitwis- selen van de wederzijdse verwachtingen. Financiële en inhoudelijke kaders maken daar onderdeel van uit en worden helder gecommuniceerd naar de wijkorganisaties. In de praktijk blijkt dat deze di- recte werkwijze goed werkt. Begin 2004 zal in samenspraak met de wijkorganisaties een evaluatie "werkwijze klankbordgroepen" worden opgesteld om eventuele verbeteringen door te voeren. Daarnaast hebben wij het thema "wijkgericht werken" hoog op de agenda staan. Daarbij draait het om de efficiënte en open samenwerking met onze (professionele) partners op wijkniveau om gezamenlijk tot resultaten te komen. In de startnotitie wijkgericht werken (besproken in de commissies RF en SE in juni 2003) wordt een aantal instrumenten genoemd die nader zullen worden uitgewerkt in de pilot die we in Helmond West gaan starten. Eén van die instrumenten is de wijkagenda, waarin door alle (professionele) partners aangegeven kan worden welke belangrijke activiteiten / plannen er in een bepaald jaar worden geor- ganiseerd. Het is de bedoeling daar tevens bij aan te geven welke rol van de wijkorganisatie wordt verwacht (kennisnemen, adviseren, besluiten). Dit voornemen sluit aan bij suggestie van de fractie van Helmondse Belangen. In 2005 zal de pilot worden geëvalueerd en kunnen daarna volgende stappen worden gezet. 2. Veiligheid en handhaving 30km-zone Dierdonk De CDA-fractie wenst de uitvoering van het principe-besluit inzake de inrichting van Dierdonk als 30km-zone op te schorten. Dit gelet op de verkeersveiligheid in de wijk en een zo efficiënt mogelijke inzet van middelen. De raad heeft het initiatiefvoorstel van het CDA met betrekking tot de 30 km zone in Dierdonk aange- nomen. Dit voorstel behelsde dat de maximum snelheid in de gehele wijk zou worden teruggebracht tot 30 km dus inclusief de drie ontsluitingswegen in de wijk. Het college had voorgesteld om, conform de uitgangspunten van duurzaam veilig, deze drie wegen daarbuiten te houden. In het kader van de begrotingsbehandeling stelt het CDA nu voor om de uitvoering van het principe- besluit van de gemeenteraad d.d. 7 januari 2003 op te schorten. De argumentatie hiervoor is dat de fi- nanciële middelen beperkt zijn en dat Dierdonk op dit moment al een veilige wijk is, blijkend uit de on- gevallencijfers. Het CDA wil daarom nu geen prioriteit geven aan Dierdonk maar een afweging maken op basis van de beschikbare middelen voor verkeersveiligheid in relatie tot de echte knelpunten in de stad. Vanuit het college past hierbij de kanttekening dat inrichting van 30 km zones niet alleen wordt inge- geven door feitelijke ongevalcijfers. Immers landelijk is er een Convenant Duurzaam Veilig op basis waarvan verkeersveiligheid wordt benaderd en doorgevoerd. Ook zijn daarvan zaken doorvertaaid in het Gemeentelijk Verkeersveiligheidsplan (GVP). Het laten bestaan van een 50 km regime in wijken is daarmee in strijd. Daarnaast is de beleving van verkeersveiligheid input bij het voorgestelde maatre- gelenpakket in de wijk. In afwachting van een evaluatie van het GVP waarin de 30 km-problematiek opnieuw aan de orde komt, heeft ons college er echter geen moeite om met een opschorting van de 30km zone in Dierdonk in te stemmen. 1 Uitgangspunt in het MOP is wel dat het aantal verkeersongevallen moet dalen met 20%. Vanwege het feit dat er zich de afgelopen vijf jaar in Dierdonk toch 78 bij de politie geregistreerde ongevallen (0 do- delijke ongevallen, 9 met letselschade en 69 met materiële schade) hebben voorgedaan, ligt er een opgave. Daarnaast zullen we de recent bekend geworden cijfers van het Provinciaal Orgaan Ver- keersveiligheid die voor Helmond aangeven dat het aantal verkeersslachtoffers met letsel met 5% zijn gestegen tot 195 in 2002, een vertaling moeten geven in het te actualiseren beleid. 3. Onderwijs en Jeugd Resultaten Proqramma Onderwijs en Jeuqd. De fractie Wim Klerk.x vindt de te behalen resultaten zeer vaag omschreven en vraagt waarop ons college mag worden afgerekend. Paragraaf 4.4.4 vermeldt onder andere een aantal concrete beleidsproducten. Deze beleidsproducten zullen de kapstok zijn voor het ontplooien van activiteiten door ons zelf en anderen. Het moge duidelijk zijn dat de budgettaire ruimte waar heel Nederland op dit moment mee van doen heeft, niet leidt tot een insteek: we kijken wat we al goed doen, we kijken waar nog witte vlekken zijn en daar gaan we extra op inzetten. De beleidsproducten zullen vooral een instrument zijn om gericht te kiezen: wat doen we nog wel, en wat (vinden we ook belangrijk, maar) moeten wij helaas schrappen. U mag ons afrekenen op het leveren van de beleidsproducten. Wanneer die niet geleverd worden, dan zal dat met goede argumenten gemotiveerd worden. Voortbestaan ROB Op vragen inzake de Stichting Relatie Onderwijs Bedrijfsleven (ROB) van de raadsfracties van SDH/OH, WD en Groen Links/D66, het volgende: De Stichting ROB is in 1996 opgericht door een aantal bedrijven in de regio Peelland, de gemeente Helmond en het ROe Ter AA, met als belangrijkste doelen: het verbeteren van de relatie tussen be- roepsonderwijs en bedrijfsleven, alsmede het vergroten van de interesse bij jonge mensen voor het werk in bedrijven, dienstverlening en zorgsector in de regio Peelland. Er werd een tekort voorzien aan beroepsmatig geschoolde medewerkers, waardoor de productiviteit en daarmee de economische ont- wikkeling zou gaan stagneren. In 2003 is het stichtingsbestuur tot de volgende conclusies gekomen: . Er is vorm gegeven aan de doelstellingen van de stichting, doordat alle scholen vanaf 1996 eigen netwerken met regionale bedrijven hebben opgebouwd, waarbij het ROB intermediaire diensten heeft verleend. . De verantwoordelijkheid voor voorlichting en het aangaan van relaties met bedrijven ligt nu bij het onderwijs. Sinds de wettelijke invoering van Loopbaan Oriëntatie Begeleiding binnen de VO- scholen in 2001 hebben scholen veel meer activiteiten ontwikkeld om leerlingen te begeleiden in het beroepskeuzeproces. . Er blijkt geen basis te zijn om het ROB-project te laten betalen door de direct belanghebbenden, het regionale bedrijfsleven en de scholen. Het bedrijfsleven neemt slecht op individueel bedrijfsni- veau haar verantwoordelijkheid voor het promoten van vakmanschap. En de projectsubsidies van zowel provincie als van de gemeente Helmond hebben een eindig karakter. . Techniekpromotie heeft een informatieve waarde, maar echt het keuzegedrag voor techniek beïn- vloeden doet het niet. Daarvoor dient reeds gedurende de basisschoolleeftijd veel aandacht gege- ven te worden aan techniekeducatie. Sinds kort staat dit thema "techniekonderwijs" hoog op de agenda van het primair onderwijs (als onderdeel van de kerndoelen). Het bestuur van de Stichting ROB heeft dan ook in september jl. het besluit genomen om zichzelf op te heffen. Dit in de wetenschap dat de promotionele activiteiten t.b.v. voortgezet onderwijs door het ROe zullen worden voortgezet. De gemeente Helmond heeft toegezegd te zullen zorgdragen voor het onderbrengen van goed lopende activiteiten t.b.v. het basisonderwijs, te weten gastlessen chemie en meten. Daarvoor zijn we nu in gesprek met enkele partijen. Verder hebben we als gemeente het initia- tief genomen met partijen in de stad en de regio te overleggen over een succesvolle inbedding van techniekeducatie in het primair onderwijs. Inmiddels is zo'n "expertgroup" al enige malen bijeengeko- men. De gedachten gaan daarbij uit naar een geïntegreerde aanpak door Onderwijs, Ondernemers en Overheid op de schaal van Zuidoost Brabant. Zodra een voorstel is uitgekristalliseerd dat vatbaar is 2 voor discussie, zal dit aan u worden voorgelegd. Ten behoeve van de gemeentelijke initiatieven heeft u bij de behandeling van de voorjaarsnota voor 2004 voor techniekeducatie ¿15.000,-- beschikbaar gesteld. Voldoende om een eerste aanzet te geven. VMBO De fracties van SDH/OH, Helmondse Belangen en WD informeren naar de positie van het vmbo, het proces van versterking van de beroepskolom en de rol van de gemeente daarbij. Zowel de vormgeving wat betreft infrastructuur alsook de inhoudelijke inrichting van het onderwijs is wettelijk gelegd bij de schoolbesturen. Het onderwijs kent dus een verregaande mate van autonomie waarbij de schoolbesturen de primaire verantwoordelijkheid dragen. Voor het overige, bijvoorbeeld huisvesting en toekenning van afdelingen, heeft de rijksoverheid beslissingsbevoegdheid. Voor ge- meenten is in beginsel een andersoortige positie weggelegd. De gemeente heeft de taak op te treden als algemene belangen behartiger van het lokale onderwijs. Vanuit die positie onderneemt de gemeente Helmond tal van initiatieven en activiteiten die bijdragen aan meer en betere kansen voor juist ook "anders getalenteerde" leerlingen in Helmond. Op het ge- bied van zorg voor leerlingen, coërdineert, stimuleert, initieert en faciliteert de gemeente activiteiten en processen, die het schoolbeleid ondersteunen en versterken. Voorbeelden hiervan zijn het school- maatschappelijk werk en het tegengaan van voortijdig schoolverlaten in het kader van het rangeerter- rein. In principe neemt de gemeente regieverantwoordelijkheid, veelal op verzoek van scholen hiertoe, ten- einde schooloverstijgende samenhang en samenwerking te realiseren. Een recent voorbeeld hiervan is de huisvesting van de Praktijkschool 't Nieuwveld in een vrijkomend GMD-gebouw. Dit stimuleert ook de inhoudelijke samenwerking tussen vmbo en praktijkonderwijs. De nieuwbouw aan de Keizerin Marialaan, waarin TKC en ROC Ter AA zijn gehuisvest, blijkt als opmaat gewerkt te hebben voor meer samenwerking tussen vmbo en mbo, bijvoorbeeld op het terrein van mechatronica, veiligheid (een ge- zamenlijk project van beide scholen met de politie), het project doorlopende leerweg en gezamenlijke inspanningen om de relatie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs beter vorm te geven. Bovendien is het aantal aanmeldingen voor het vmbo groeiende. Allemaal signalen dat het vmbo in de beroeps- kolom aan kracht wint. Het niet doorgaan van de fusie tussen de ROC's van Helmond en Eindhoven, is in belangrijke mate ingegeven door het ontbreken van voldoende garanties om de verworvenheden van het Helmondse ROC (ontschot werken met korte lijnen dwars door afdelingen heen) te kunnen behouden. Hoewel het belang van een fusie tussen beide ROC's wel degelijk aanwezig is, biedt de huidige situatie ook de mogelijkheid om naast een horizontale partner te kijken naar versterking van de positie met verticale partners in de beroepskolom, daarmee de kansen op regionale verankering van een sterke Helmond- se beroepskolom vergrotend. aALT De fractie Helmondse Belangen wil weten of ons college bereid is om in overleg te treden met de in- burgerings-ketenpartners om zodoende kennis etc. van de aALT-leerkrachten bij hen onder te bren- gen. Als gemeente is het onze taak om aALT - nu dit van rijkswege wordt beëindigd - ook lokaal op pas- sende wijze af te ronden. In de stuurgroep OAL T zal een uitgewerkt stappenplan worden opgesteld, waarin alle te nemen stappen voorzien zijn van een tijdspad en een verantwoordelijke. De OAL T-Ieerkrachten zijn allen in dienst van de betreffende schoolbesturen. In die zin is het de ver- antwoordelijkheid van de schoolbesturen om samen met de OAL T-Ieerkrachten te kijken hoe de loop- baan van de leerkrachten kan worden voortgezet. Als gemeente zullen wij daar waar mogelijk verban- den leggen, zo ook met de inburgeringstrajecten. Op dit moment staat de aAL T-coërdinatie op de lijst van mogelijke ketenpartners met betrekking tot de inburgeringsprojecten. Zij worden steeds uitgeno- digd om deze werkgroepen bij te wonen. Binnenkort zullen notities worden gepresenteerd waarin de keten partners van inburgering hun doelen formuleren. Omdat Inburgering een brede impact heeft en feitelijk als een dwarsverband door diverse speerpunten loopt ( Binnenstad Oost - versterking sociaal-culturele infrastructuur), zouden wij het toejuichen als de kennis, inzet, de directe betrokkenheid van deze OAL T-Ieerkrachten zouden wor- den ingezet voor inburgerings-projecten bijv. bij de keten partners. 3 "Groene Campus" De HSP-fractie wijst op het belang van het versterken van de infrastructuur in het beroepsonderwijs en de totstandkoming van de Groene Campus. Wij onderschrijven deze mening van de HSP-fractie en brengen onder uw aandacht dat de HBO- opleiding leisure management dit jaar in Eindhoven van start is gegaan. Zodra de Groene Campus is gerealiseerd, zal deze naar Helmond verhuizen. De initiatieffase van de Groene Campus is onlangs met een overeenkomst tussen partijen afgesloten. Zwemonderwijs De PvdA-fractie constateert dat ons college tot een nieuwe aanpak van het zwemonderwijs wil komen. Bestuurlijk is ingezet op het continueren van het zwemonderwijs door middel van een nieuwe driejaar- lijkse cyclus 2003-2006. Door de stijging van het totaal aantal leerlingen en de stijging van de ver- voerskosten als gevolg van de nieuwe zitplaatsen regeling, is het beschikbare budget onder druk ge- komen. In het kader van de Voorjaarsnota procedure is niet gekozen voor een uitbreiding van de ge- raamde middelen. Besloten is om voor het eerste schooljaar 2003-2004 de overschrijding op de be- groting te accepteren. Met ingang van het schooljaar 2004-2005 dienen er met het onderwijsveld afspraken te worden ge- maakt over de aanpassing van de criteria voor deelname aan zwemonderwijs, waardoor bewerkstel- ligd wordt dat vanaf het schooljaar 2004-2005 binnen het huidige budget wordt gebleven. Tevens start de gemeente in het huidige schooljaar met het opzetten van een registratie, waarbij per school de resultaten van het schoolzwemmen worden bijgehouden. Op deze manier kan de gemeente de resultaten volgen van kinderen met een onvoldoende zwemvaardigheid. De gemeente is van plan om resultaatsturing te verbinden aan het meten van deze gegevens. Peuterspeelzaalwerk De PvdA-fractie verzoekt ons toe te zeggen dat een nota over de toekomst van het peuterspeelzaal- werk uiterlijk in maart 2004 aan de Commissie SE wordt aangeboden. De Commissie SE heeft in haar vergadering in oktober besloten een opdracht te verstrekken tot het oprichten van aan ambtelijke werkgroep. Deze ambtelijke werkgroep zal - de uitgangspunten bepalen; - zich beraden over de meest geschikte positie van de voorschoolse voorziening, rekening houdend met de verplichting van een Europese aanbesteding. De uitkomsten van deze ambtelijke werkgroep zullen aan de Commissie SE worden voorgelegd en na accordering door de Commissie zal opnieuw in samenspraak met het veld gesproken worden over de herpositionering van het Helmondse peuterspeelzaalwerk. 4. Beheer openbare ruimte Inhoud Proqramma De fractie Wim Klerkx vraagt om meer duidelijkheid wat betreft de "Uitvoering Kunstwerkenbeheer- plan" ? Dit betekent dat het gemeentelijk kunstwerken-beheerplan (GKP) 2003-2007, dat door de gemeente- raad in zijn vergadering van 30 september 2003 is vastgesteld, thans operationeel is. Het plan bestrijkt een uitvoeringsperiode van vijf jaar. Het GKP vormt de basis voor het bestuur bij besluiten over doe- len en middelen voor vervanging en het beheer van kunstwerken op de langere termijn. Kanaaldiik-Noordwest De HSP-fractie vraagt zich af hoe ons college denkt met ¿ 82.000 voor de Herinrichting Kanaalzo- ne/Kanaaldijk Noordwest de daar aanwezige problemen op te lossen. De geraamde kosten van het meest recente, bijgestelde ontwerp voor de herinrichting van de Kanaal- dijk Noordwest worden geraamd op ¿ 1.333.000,- exclusief BTW. Hiervoor zijn diverse financierings- bronnen beschikbaar. De door de HSP-fractie genoemde ¿ 82.000 betreft dus slechts één van de fi- nancieringsbronnen voor de aanpak van de Kanaaldijk-Noordwest. 4 Het definitieve voorstel voor de financiering van de reconstructie van de Kanaaldijk wordt op korte termijn voorgelegd. Mierloseweq (tussen Krollaan - Hoefkens) De PvdA-fractie vraagt zich af wanneer de herstrating van dit gedeelte van de Mierloseweg aan de or- de is. De herstrating van dit gedeelte is in het POV voorzien in 2003. Echter, in overleg met en op verzoek van de winkeliers is besloten dit uit te voeren nadat de reconstructie van de Hoofdstraat voltooid is. De planning daarbij is dat de genoemde herstrating kan starten in februari/ maart 2004. Met de aan- nemer zijn deze afspraken vastgelegd en deze worden aldus uitgevoerd afhankelijk van de weersom- standigheden. Gronddepot. Kapitaalswerken in eiqen beheer e.d. De fractie van Helmondse Belangen zet vraagtekens bij de uitvoering van bepaalde kerntaken als bij- voorbeeld eigen gronddepot, uitvoering in eigen beheer van kapitaalswerken e.d. Naar onze mening is sprake van een misverstand bij de fractie van HB dat onze gemeente projecten c.q. werken in eigen beheer zou uitvoeren. De projecten worden uitgevoerd door derden, voornamelijk aannemers; de Dienst S & B houdt alleen toezicht op de projecten/werken die door derden worden uitgevoerd. De projecten/werken worden aanbesteed conform het aanbestedingsbeleid van onze ge- meente. Specifiek over het gronddepot is er momenteel een voorstel van ons college aangaande de aanleg van het gronddepot reeds behandeld in de commissies RF en MO. In het kort komt het erop neer dat het gronddepot wordt gebruikt om flexibel en kostenbesparend met vrijgekomen grond (uit Projecten) te kunnen omgaan. Een financiële onderbouwing wordt momenteel opgesteld ten behoeve van de be- handeling door uw raad. In het kader van de financiële onderbouwing zal worden aangegeven dat het hebben van een eigen gronddepot voordelen oplevert ten opzichte van het gebruik maken van een dergelijk depot bij derden. P&R-terrein De PvdA-fractie vraagt wanneer het huurcontract inzake het P&R-terrein afloopt, zodat dit terrein bij het openbare gedeelte kan worden getrokken. Het is een bekend probleem dat het bestaande terrein regelmatig vol is, waardoor treinreizigers niet of niet op tijd een parkeerplaats voor hun auto kunnen vinden. Van tijd tot tijd bereiken ons hierover klachten. Enkele weken geleden is een en ander voorgelegd en besproken met NS Vastgoed. Zij zullen zich hierover beraden en eventueel met voorstellen komen. Uiteraard zal dit terrein betrokken worden bij de visie-ontwikkeling van de totale stationsomgeving. Dit neemt niet weg dat maatregelen om de parkeersituatie for the time being te verbeteren onzerzijds positief tegemoet zullen worden ge- treden. 5. Groenvoorzieningen en natuurbescherming Inhoud Proqramma De fractie Wim Klerkx vindt het Programma Groen vraagt om meer duidelijkheid wat er met bijna ¿ 5 miljoen binnen dit programma gaat gebeuren. Het in paragraaf 4.14.5, pagina 40 genoemde bedrag van ¿ 4.992.581,= heeft betrekking op de kosten die gemoeid zijn met het reguliere onderhoud van openbaar groen, bossen, recreatiegebieden etc. zoals begroot voor het jaar 2004. (het zijn dus géén afzonderlijke projecten resp. investeringen; deze staan verwoord in het tweede schema op pagina 51) Woonomqevinq Frieslandpad - Peel hof (Riipelberq) De PvdA-fractie pleit voor verbetering van de woonomgeving (met name van het groen) rondom het Frieslandpad ter hoogte van het Peelhof en Kempenhof. 5 Herinrichting van het groen van de Woningbouwvereniging en het aanstellen van een huismeester heeft een duidelijk positief effect gehad op de directe woonomgeving rondom het Frieslandpad ter hoogte van Peelhof en Kempenhof. In het openbare gebied zijn, blijkens informatie van onze wijkop- zichters, geen structurele gebreken, onderhoudsachterstanden of -problemen aan te geven. Zaken als groenonderhoud, stadsreiniging e.d. kunnen binnen gestelde kaders worden ingevuld. Wat betreft het voormalige EDAH-pand verwijzen wij u naar de beantwoording binnen de portefeuille Stedelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondzaken. Faunabeheer De WO-fractie wenst in het kader van het gemeentelijk faunabeheersplan speciale aandacht voor het toezicht op en het bestrijden van stroperij. Ook de HSP-fractie ziet de "flora- en faunanota" met belangstelling tegemoet en pleit voor een para- graaf "Dierenwelzijn" in deze nota. Het gemeentelijk faunabeleidsplan (inmiddels omgedoopt tot 'Beleidsplan jacht en wildschade') zal in het eerste kwartaal 2004 in het bestuurlijke besluitvormingstraject worden gebracht (zie ook aankondi- ging in 2e Marap 2003; bovenaan bladzijde 49). In het kader hiervan zal tevens worden aangegeven op welke wijze aan de bijbehorende handhavingstaken, voorzover een gemeentelijke verantwoorde- lijkheid, invulling kan worden gegeven. Een paragraaf "Dierenwelzijn maakt geen deel van uit van dit beleidsplan. Wel kan worden gemeld dat in de raadsvergadering van 2 december 2003 de Raad gevraagd zal worden een standpunt te bepalen t.a.v. het aangaan van een 'Convenant Dierenwelzijn'. Een behan- deling in de commissie ABA op 12 november 2003 zal hieraan vooraf gaan. 6. Milieu Gemeentelijke Sturinqsmoqeliikheden MORE De fractie Wim Klerkx constateert dat in de programmabegroting wordt gesproken over de "vergroting van de gemeentelijke sturingsmogelijkheden van de MORE" Naar aanleiding hiervan vraagt deze fractie: . te onderbouwen waarom de gemeente dat wil . aan te geven wanneer het milieuwerkprogramma aan de raad aangeboden wordt en of het budget daarvan in het aangegeven budget van programma 15 is meegenomen. In antwoord hierop kan het volgende worden gesteld. In de huidige samenwerkingsrelatie stelt de regionale milieudienst jaarlijks een milieuwerkprogramma voor de gemeente Helmond op. Het betreft een programma met hierin een omschrijving van de uit te voeren taken inclusief te verwachten productie en kosten. De uit te voeren taken zijn vrij algemeen omschreven. Daardoor wordt de inhoud van het werk en met name bijvoorbeeld de beleidsuitgangs- punten, randvoorwaarden, prioriteiten, resultaten e.d zelfstandig bepaald door de milieudienst. Bij ge- breke aan een goed instrument beschikt de gemeente niet over mogelijkheden om de milieudienst op deze aspecten te sturen. Via een andere programmatische aanpak van de uit te voeren milieutaken moet de gemeentelijke grip op de taakuitvoering worden verbeterd. Aan DHV is opdracht gegeven een dergelijk milieuwerkprogramma te ontwikkelen. Het door DHV op te stellen milieuwerkprogramma 2004 zal eind november 2003 gereed zijn. In de- cember zal dit programma ter besluitvorming aan ons worden aangeboden. Vervolgens zullen wij het programma voorleggen aan de Commissie RF. De kosten van dit programma zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2004. Milieuwerkproqramma De CDA-fractie vraagt welke taken binnen het Milieuwerkprogramma geheel of gedeeltelijk komen te vervallen? In het kader van het milieuwerkprogramma zal duidelijkheid worden verstrekt over milieutaken, die komen te vervallen. Dit programma zal - zoals hiervoor uiteengezet - separaat aan de orde worden gesteld in de Commissie RF. 6 Enerqie-inkoopcontract De fractie van Helmondse Belangen wil weten wat naast het milieuvoordeel het financieel voordeel is vanwege het gezamenlijke SRE energie-inkoopcontract? Het jaarverbruik van de 24 gemeenten die deelnamen aan de aanbesteding, is ca. 60 miljoen kWh. Hetjaarverbruik in Helmond is ca. 8,3 miljoen kWh. De totale kosten van levering zijn in Helmond ca. ¿ 550.000 inclusief REB (Regulerende Energie Be- lasting). Sedert 1 oktober 2003 is NRE onze leverancier, daarvoor was dat Essent Energie. Naast de kosten voor levering van energie moeten wij nog ca. ¿ 250.000 betalen aan de Netbeheerder, die de aansluitingen verzorgt. De Netbeheerder is van overheidswege aangewezen per regio; voor ons is dat altijd Essent Netwerk. De tarieven voor netbeheer worden bij AMvB vastgesteld en zijn niet onderhan- delbaar. Alleen de keuze van de leverancier van energie is vrij en dat is voor de komende jaren NRE. Wij hebben, samen met 23 andere gemeenten, gekozen voor een Europese aanbesteding. Het nieuwe contract met NRE is een vijfjarige overeenkomst voor levering van energie, die in 2004 een voordeel van 4 a12% oplevert ten opzichte van het oude contract met Essent Energie, dat is on- geveer ¿ 20.000 a ¿ 65.000 op jaarbasis. De exacte uitkomst is afhankelijk van de manier waarop het beleid van Minister Brinckhorst inzake REB en MEP (Milieubevorderende maatregelen Energie Pro- ductie) doorwerkt in de tarieven. Het nieuwe contract garandeert ons ook een goede prijs voor de jaren 2005 en 2006: de huidige prijs is het plafond, waar wij wel onder maar niet boven kunnen komen. Bodemonderzoek De SP-fractie informeert naar de stand van zaken met betrekking tot het bodemonderzoek Axxicon? Wij kunnen u melden dat een extern bureau in opdracht van Axxicon een bodemonderzoek heeft uit- gevoerd. Op 16 oktober j.1. is het onderzoeksrapport bij de MDRE binnengekomen. Medio november wordt dit rapport door de MDRE aan ons ter besluitvorming aangeboden. Gemeentelijke Interne Milieuzorq (GIM) De Fractie Etienne Hesen wil weten of in 2004 het GIM, dat de voorbeeldfunctie van de overheid vorm zou moeten geven, beëindigd wordt. Het is geenszins de bedoeling het GIM in 2004 te beëindigen. Voor 2004 staan een aantal besparen- de maatregelen op de rol met name waar het gaat om energiebesparing. De middelen hiervoor zijn opgenomen in de Productramingenstaat onderdeel ARBO, Bedrijfshulpverlening en GIM. Rioolrecht De CDA-fractie vraagt zich af welke taken t.o.v. 2003 onder druk komen te staan of komen te verval- len, als we niet zouden overgaan tot een extra verhoging van het rioolrecht in 2004. Het CDA verzoekt om aan te geven welke beleidsmatige uitgangspunten liggen onder de extra verhoging met ¿10 voor huishoudens en een extra verhoging van slechts ¿ 0 voor grootverbruikers. Gevraagd wordt aan te geven met welke extra verhoging grootverbruikers geconfronteerd zouden worden als de huishoudens geen extra verhoging zou worden opgelegd. Het antwoord op de vraag welke taken onder druk komen te staan als de extra verhoging van het ri- oolrecht in 2004 niet door zou gaan, is eenvoudig: er kunnen minder rioleringen worden vervangen, zoals conform het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) hard nodig is. De extra verhoging van ¿ 10,-- geldt niet alleen voor huishoudens, maar voor alle aansluitinqen dus inclusief bedrijven. Het tarief grootverbruikers geldt alleen voor die aansluitingen waar meer dan 1200 m3 water wordt verbruikt en komt bovenop het basistarief voor alle aansluitingen dat ook door de grootverbruikers wordt betaald. In totaal gaat het bij de grootverbruikers om ruim 100 bedrijven met een hoog waterverbruik. Als de extra verhoging van ¿ 10,-- voor ruim 37.000 aansluitingen afgewenteld zou worden op de grootverbruikers, dan zou dit leiden tot een tariefsverhoging van 62% voor deze categorie bedrijven. Dit is naar onze mening een wel erg buitensporige extra belasting voor een kleine groep verbruikers. 7 7. Bouwvergunningen De SDH/OH-fractie vindt dat de procedures voor bouw- en verbouwaanvragen te lang duren. De dienstverlening naar de burger - óók waar het gaat om bouw- en verbouwaanvragen - heeft zeker de aandacht van ons college. De functioneren van de Stadswinkel en de continue aandacht voor de verbetering van de dienstverle- ning heeft duidelijk vruchten afgeworpen. Dat door het SDH/OH aangehaald wordt dat onze gemeentelijke procedures te lang zouden zijn, wordt door ons college niet onderschreven. Onze afdeling Bouwen en Wonen doet er alles aan om de procedures zo kort mogelijk te houden. Bij een landelijke Benchmark binnen het Platform BWT Grote Gemeenten bleek de doorlooptijd van de bouwplannen in Helmond absoluut de kortste te zijn namelijk gemiddeld 6,1 week voor de grote plan- nen en 1,6 week voor kleine plannen. (Formele wettelijke termijnen 12 resp. 6 weken) Dit komt mede door het feit dat de afdeling zich organisatorisch en qua werkproces heeft gericht op klantgroepen (Team Bedrijven en Team Particulieren), waardoor snel gereageerd kan worden op het verschillende vraagpatroon. Dat de wetgeving, zeker ook met de nieuwe woningwet, er eenduidiger op is geworden wil zeker niet zeggen dat de procedures makkelijker en/of korter zijn geworden. Wij kunnen u verzekeren dat er niets op stapels blijft liggen en met genoemde procedures kan nu eenmaal niet de hand gelicht worden. Ook wordt vaak aangehaald dat de welstandscommissie een vertragende factor is. Helmond heeft juist de afgelopen periode een naam opgebouwd als stad waar architectuur hoog in het vaandel staat. Dat is ook mede aan de welstand te danken en vaak is het ook zo dat wanneer, door de opdrachtgever een goede architect wordt ingeschakeld en het niet als sluitpost in zijn begroting wordt genomen, de welstandscommissie in bijna alle gevallen in maximaal twee behandelingen tot een akkoord is gekomen. Dit Iaat onverlet, dat in de bijna afgeronde welstandsnota duidelijkere criteria komen te staan waardoor opdrachtgevers en architecten vooraf weten waaraan de welstandscommissie zal toetsen. Daarnaast hebben wij natuurlijk te maken met de wettelijke verplichtingen in het kader van de WRO. Als een voorgenomen bouwplan (zoals bijvoorbeeld het geplande Multifunctioneel Centrum Stiphout) niet binnen het geldende bestemmingsplan past, zal er een bestemmingsplanprocedure volgens art. 19 lid 1 WRO gevolgd moeten worden, welke zijn wettelijke termijnen vergt. Dit betekent dat het plan van een goede ruimtelijke onderbouwing moet worden voorzien en de in- spraakprocedure moet volgen waarna ook het bouwplan vier weken ter inzage moet worden gelegd. Juist allemaal ter bescherming van diezelfde burger die tegen de voorgenomen plannen zijn zienswij- ze kenbaar kan maken. Na becommentariëring van de inspraakreacties op de ruimtelijke onderbou- wing alsmede het oordeel over ingekomen zienswijzen tegen het concrete bouwplan kan (en moet) bij GS hiervoor de benodigde verklaring van geen bezwaar worden aangevraagd. Deze procedure vergt nu eenmaal zijn behandelingstijd en wettelijke termijnen. Ter adstructie: wanneer er géén bezwaarprocedure van toepassing is, duurt een artikel 19 lid 1- procedure minimaal vier maanden vanaf het moment dat de ruimtelijke onderbouwing gereed is (waarmee op zich reeds de nodige tijd is gemoeid) tot aan het moment waarop bouwvergunning kan worden afgegeven. Wanneer er wél sprake is van formele bezwaren, wordt de proceduretermijn - zo- als bekend - nog aanzienlijk verlengd. Complicerende factor hierbij is dat Gedeputeerde Staten op 22 januari 2003 een beleidsregel heeft uitgevaardigd over de toepassing van artikel 19.2 WRO waardoor deze nog slechts bij uitzondering toepasbaar zal zijn. Het volgen van een artikel 19 lid 2 procedure voor postzegel plannen is sindsdien niet meer toegestaan. Een geldend bestemmingsplan blijft de basis voor een bouwvergunning. Door de wetgever en de provinciale richtlijnen worden steeds strengere procedurele en inhoudelijke eisen gesteld aan voornemens hiervan middels vrijstellingen (artikel 19 lid 1 en 2 WRO) af te wijken. Dit houdt in dat altijd de langere gehele bestemmingsplanprocedure doorlopen moet worden. Dit geldt voor alle gevallen waarbij sprake is van het volgen van genoemde vrijstellingsprocedures. Ten aanzien van het bouwplan voor het Multifunctioneel Centrum Stiphout is thans de verwachting dat in mei a.s. met de bouw zal kunnen worden gestart. 8 DIENSTJAAR 2004 ____m____n_n--- -______mm --______m____- mm______n___- __n_m_____- nmmmm __m______---- Omschrijving reserve/voorziening Saldo Vermeerder Rente t.g.v. Rente t.g.v. Mutaties Mutaties Saldo begin wegens de gew.dienst de gew.dienst in dienstjaar in dienstjaa einde ---- - nm mmmmmmmmm------ - ____oom dienstjaar rente- INCIDENTEl STRUCTUREI stortingen onttrekking dienstjaar bijschrijv. 4,25% 4,25% 4,25% m_mm m________m______-----______mmmm mmm_____----- _n_mmm m_mmmm -__---___mmm mm_mm- ______mmm I. ALGEMENE RESERVES 7.9.511 algemene reserve 6.150.485 0 0 261.396 0 32.569 6.117.916 7.9.512 res. dienstgebouwen 27.295 0 1.160 0 0 0 27.295 7.9.513 reserve obragas verkoop aandelen 35.177.607 0 0 1.728.880 0 0 35.177.607 7.9.514 reserve investeringsimpuIs Obragas 7.896.107 0 0 335.585 0 0 7.896.107 7.9.515 reserve ui kering Grondsbedrij£'Gara 8.198.093 0 -81.981 430.400 0 0 8.198.093 7.9.516 reserve Wolfsputterbaan afk.onderh 907.560 0 -9.076 47.647 0 0 907.560 7.9.517 reserve onderwijs OMO 934.349 0 -9.343 49.053 0 0 934.349 7.9.518 reserve Bouwfonds 1.685.794 0 -16.858 88.504 0 0 1.685.794 7.9.519 reserve AZC 0 0 0 0 0 0 0 0 m_mmmmm nn-_---_m mmmmm- m__-___---mm _mmm___- nm______--- n____m___m totaal reserves 60.977.290 0 -116.098 2.941.464 0 32.569 60.944.721 2. BESTEMMINGSRESERVES 7.9.601 reserve economische pijler 563.382 0 23.944 0 30.345 533.037 7.9.604 reserve fysieke pijler 2.194.996 0 93.287 0 75.000 2.119.996 7.9.607 reserve sociale pijler 1.574.399 0 66.912 0 439.972 1.134.427 7.9.610 reserve organisatie pijler 647.653 0 27.525 0 385.000 262.653 7.9.613 reserve stadskantoor 693.349 0 29.467 0 0 693.349 7.9.614 reserve exploitatie saldi BGG 474.704 0 20.175 7.663 482.367 7.9.615 reserve uitzuivering onderhoud 68.394 2.907 0 0 90.756 -19.455 7.9.616 reserve management ontwikkeling 300.000 0 12.750 0 300.000 0 7.9.619 reserve integraal veiligheidsbeleid 173.782 0 7.386 0 173.782 7.9.621 reserve infrastructurele werken 8.320.759 353.632 0 1.850.000 7.608.485 2.915.906 7.9.625 reserve verkeersveiligheid 0 0 0 0 0 7.9.626 reserve mobiliteitsfonds 569.500 0 24.204 550.000 1.119.500 7.9.631 reserve acquisitie 0 0 0 0 0 7.9.632 reserve werkgelegenheid 0 0 0 0 0 7.9.649 reserve onderwijs projecten 0 0 0 0 0 7.9.653 reserve sportstimulering 0 0 0 0 0 0 7.9.655 reserve culturele leven 0 0 0 0 0 0 7.9.656 reserve evenementen en toerisme 0 0 0 0 0 7.9.657 reserve restauratie/renovatie monun 52.095 0 2.214 0 0 52.095 7.9.661 reserve sociaal/cultureel welzijn 0 0 0 0 0 7.9.662 reserve hulpverlening 611.129 0 25.973 0 422.689 188.440 7.9.681 reserve BWS 5e fonds 292.018 0 12.411 0 292.018 7.9.689 reserve investeringsimpuis 2004 0 0 0 6.235.544 4.389.275 1.846.269 7.9.690 reserve investeringsimpuIs 2003 5.258.439 0 223.484 440.424 3.413.225 2.285.638 7.9.691 reserve investeringsimpuIs 2002 0 0 0 0 7.9.693 reserve combivisie middelen 0 0 0 0 0 0 7.9.694 reserve assurantiereserve 428.432 0 18.208 163.578 34.033 557.977 7.9.695 reserve investeringsimpuIs 200 I 0 0 0 0 0 0 7.9.696 reserve structuurversterking 0 0 0 302.337 204.286 98.051 _n_mmmmm. nmm____-- _---mmmm mm_---m__--- mmmnm m_---____--- mmmmm TOTAAL BESTEMMINGSRESER 22.223.031 356.539 587.940 0 9.549.546 ######### 14.736.050 3. EGALISATIERESERVES 7.9.715 reserve automatisering! verv. grote 584.361 0 24.835 0 0 584.361 7.9.716 reserve automatisering algemeen 1.634.911 0 69.484 82.567 0 1.717.478 7.9.718 reserveflexibelearbeidsinzet 284.880 0 12.107 0 0 284.880 7.9.751 reserve openbaar groen 861.130 0 36.598 0 500.000 361.130 7.9.770 reserve afvalstoffenheffing 809.704 0 34.412 0 0 809.704 7.9.773 reserve milieubeheer 0 0 0 0 0 7.9.794 reserve WOZ -256.46~ 0 -10.900 24.400 0 .232.064 7.9.795 reserve renteschommelingen 1.510.000 0 64.175 0 0 1.510.000 7.9.796 reserve resultaten GEM BANK 0 0 0 0 0 0 7.9.904 reserve 'golisal;' kosten 0 0 0 0 _m___---_m__---' --mmmm nm_mn----- mnmmnnm ---n--n_m- --mnmnn m_--_-_------ TOTAAL EGALISATIERESERVE 5.428.522 0 230.712 0 106.967 500.000 5.035.489 4. VOORZIENINGEN 7.9.530 voorz. Grote Steden Beleid 13.832.220 587.869 0 7.700.000 8.000.000 14.120.089 7.9.817 voorz. arbeidsvoorwaarden beleid 1.502.399 0 63.852 0 79.000 1.423.399 7.9.818 voorz. personele organisatieverlieze 2.229.963 94.773 0 830.109 588.888 2.565.958 7.9.819 voorz. wethouders 1.598.075 67.918 0 159.441 425.980 1.399.455 7.9.823 voorz. pensioenverpl. Vm personeel 1.621.549 68.916 0 0 332.000 1.358.465 7.9.825 Brandevoort voorzieningen 0 0 0 0 0 0 7.9.841 voorz. onderwijs onderhoud buitenz 1.800.824 0 76.535 0 1.800.824 7.9.842 voorz. onderwijs kansenbeleid 879.884 0 37.395 0 879.884 7.9.844 voorz. openbaar speciaal onderwijs 211.454 0 8.987 0 211.454 7.9.848 voorz. onderwijs Allochtone Leven< 202.360 0 8.600 0 202.360 7.9.854 voorz. onderhoud sportaccommodat 391.248 0 16.628 64.256 0 455.504 7.9.864 voorz. nieuwkomers 1.053.230 0 44.762 232.770 1.286.000 7.9.865 voorz. asielzoekers 31.851 0 1.354 0 121.359 -89.508 7.9.867 voorz. lD-banen 157.938 0 6.712 0 0 157.938 7.9.871 voorz. rioleringslasten 707.031 30.049 0 0 0 737.080 7.9.874 voorz. bodemsanering Begemannte 500.786 0 21.283 0 0 500.786 DIENSTJAAR 2004 m___m__m___U mm____m _____mmum m_m_mm_m mmmum _m___m_m _____m___m- Omschrijving reserve/voorziening Saldo Vermeerder Rente tg.v. Rente tg.v. Mutaties Mutaties Saldo begin wegens de gew.dienst de gew.dienst in dienstjaar in dienstjaa einde __mmu mum_mm__m__m__m_____mm_- dienstjaar rente- INCIDENTEl STRUCTUREI stortingen onttrekking dienstjaar bijschrijv. 4,25% 4,25% 4,25% m -_u m - u -- mmm --mum - m- mu mmm m--m_mmm- _mm--m- ____--mmu-- mm--_mmm mmm--m m___--um- mum____m 7.9.875 voorz. onderhoud BGG 205.000 0 8.713 0 0 205.000 7.9.885 voorz. stedelijke vernieuwing 6.254.336 265.809 0 1.996.483 2.952.462 5.564.166 7.9.890 voorz. BCF 6.344.045 269.622 0 0 1.054.093 5.559.574 7.9.892 voorz. uitkeringen gemeentefonds 2.345.696 0 99.692 0 0 2.345.696 7.9.898 Yoorz. Obragas ingehouden aandel 11.793.785 501.236 0 12.295.020 7.9.899 risicovoorziening 4.932.762 209.642 0 0 17.636 5.124.768 7.9.8u Voorziening BWS 4.000.000 170.000 0 4.170.000 --mm----m-m _um_m_-- mm-mmm _m_m__mum --mum_m mm--_mu _--mmm__- TOTAAL VOORZIENINGEN 62.596.436 2.265.835 394.513 0 11######## 11######## 62.273.912 GRONDBEDRIJF I. ALGEMENE RESERVES Algemene reserve Grondbedrijf 11.350.000 0 0 482.375 11.350.000 2. BESTEMMINGSRESERVES BR Fonds ophogen 1.326.480 56.375 0 1.382.855 4. VOORZIENINGEN EN FONDSEN Voorziening bedrijventerreinen 776.302 32.993 0 809.295 Voorziening overige exploitatieteko 817.904 34.761 0 852.665 Fonds acquisitie promotie Helmond 57.167 2.430 0 200.000 200.000 59.597 Voorziening nadelige exploitatiesal 31.534.416 1.340.213 0 32.874.629 mmmmmm- mmm-m m--mmm-- m----mm----- mm--mm ----m_m--- mm---mm TOTAAL GRONDBEDRIJF 45.862.269 1.466.771 0 482.375 200.000 200.000 47.329.040 TOTALEN 197.087.548 4.089.146 1.097.068 3.423.839 ######### ######### ########## |