• Bestuur
  • Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004 antwoorden college

Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004 antwoorden college

Documentdatum 06-11-2003
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsvoorstellen
Samenvatting

Gemeente Helmond

begroting 2004

antwoorden eerste term ij n

burgemeester en wethouders

31-10-2003

Burgemeester, drs. AAM. Jacobs

Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden

1.

Veiligheid en handhaving

Door nagenoeg alle fracties zijn opmerkingen gemaakt en vragen gesteld over onderwerpen verband

houdend met programma Veiligheid en handhaving. Deels gaat het hierbij om een verwevenheid met

de ID-banenproblematiek, die ook gevolgen heeft voor de Stichting Stadswacht Helmond. Het gaat

hierbij om een brede en complexe problematiek, die de afgelopen weken veel aandacht van ons

college heeft gekregen. Met de presentatie van het plan van aanpak "Helmond, een veilige en

leefbare stad", op 28 oktober jongstleden hebben wij uw raad een inhoudelijk kader aangereikt

waarover besluitvorming kan geschieden. Besluitvorming is nodig over het vaststellen van een

Handhavingsvisie en een daarop gebaseerd Handhavingsprogramma voor 2004

Het is aan uw raad om de procedure te bepalen hoe voornoemde nota door uw raad behandeld zal

worden. Wij hebben gemeend uw raad op een zo vroeg mogelijk tijdstip te informeren over de naar

ons oordeel wenselijke benadering van deze met elkaar verweven onderwerpen. Eerder was helaas

feitelijk niet mogelijk. De uit de nota voortvloeiende beleidsaanbevelingen hebben gevolgen voor de

programmabegroting 2004. Wij doelen daarbij op de noodzaak om een budget van ¿100.000,-

beschikbaar te stellen ter afdekking van de loonkosten van de ID-baners bij de stichting Stadswacht

Helmond en van de buurtconciërges bij de Stichting Welzijnsbevordering Helmond. Dekking is

mogelijk ten laste van het budget knelpunten ID-banenproblematiek.

Naar aanleiding van een vraag van de WD-fractie merken wij het volgende op: In de ontwerp

begroting 2004 was al eerder een bedrag van ¿68.000,- opgenomen bestemd voor het sluitend

maken van de exploitatie van de stichting Stadswacht Helmond. Dekking is in 2004 voorzien uit GSB-

middelen. Het hiervoor genoemd bedrag van ¿1 00.000,- komt hier nog boven op.

Bij de presentatie van het plan van aanpak is aangekondigd dat de hiervoor benoemde problematiek

en de voorgestane toekomstige structurering van de handhavingsorganisatie voor ons aanleiding zijn

geweest een nadere bezinning te gelasten op organisatie, personeel en middelen noodzakelijk om de

bestuurlijk noodzakelijk geachte handhavings- en toezichtsorganisatie in 2007 en in de

tussenliggende periode adequaat te kunnen laten functioneren. Hierover zal een projectgroep nog in

een later stadium rapporteren, zodat de uitkomsten betrokken kunnen worden bij de besprekingen

over de Voorjaarsnota 2004. Het jaar 2004 wordt door ons gezien als een overgangsjaar.

Vooruitlopend op de inhoudelijke behandeling van de nota willen wij toch enkele zaken onder de

aandacht van uw raad brengen, die in de schriftelijke reacties al aan de orde zijn gesteld.

Allereerst betreft dat de inzet van BOA's(buitengewoon opsporingsambtenaren). Met betrekking tot de

daarvoor vereiste akte en beëdiging is van de zijde van de minister van Justitie geëist dat het moet

gaan om een reguliere betrekking in dienst van de overheid of een rechtspersoon waarin het

gemeentebestuur vertegenwoordigd is. Om de overgang van ID-baan naar een reguliere betrekking

mogelijk te maken is ook voor de sector veiligheid een karige tijdelijke stimuleringsregeling

vastgesteld.

In Den Haag is gesuggereerd dat de gemeenten in de toekomst inkomsten kunnen verwerven uit het

fenomeen bestuurlijke boete. Daarbij passen twee opmerkingen. Allereerst dat het wetgevingstraject

rond de bestuurlijke boete nog wel enkele jaren in beslag zal nemen. Mogelijkerwijs is dat het geval

op 1 januari 2006. Daarvoor moet de Algemene wet bestuursrecht en ook de Gemeentewet gewijzigd

worden. De tweede opmerking betreft het feit dat ons thans niet helder is of de baten tegen de lasten

zullen opwegen. Immers ook bij het opleggen van een bestuurlijke boete bestaat de kans dat de

betrokken burger een beroep doet op rechtsbescherming.

In dit kader is overigens nog het volgende van belang. In onze handhavingsvisie wordt uitgegaan van

de stelling dat handhaving regel is. Qua intensiteit is gekozen voor het niveau "voldoende" voor een

aantal geprioriteerde beleidsvelden. Voor andere beleidsvelden geldt het zogenaamde "piepsysteem".

Het gaat hierbij om keuzes. Hierover zijn opmerkingen gemaakt. De fractie van D'66/Groenlinks

plaatst kanttekeningen bij het optreden tegen fietsers in de city. Door de fractie van de PvdA is in dit

kader ook aandacht gevraagd voor preventief handhaven. In onze visie is daarin voorzien door de

inzet van toezichthouders.

In antwoord op vragen van de fractie van SDH/OH over speerpunten in het handhavingsbeleid

verwijzen wij naar het Handhavingsprogranmma 2004. Naast versterking van de organisatie op straat

middels toezichthouders en handhavers(gekwalificeerde toezichthouders) zal ook binnenshuis orde op

1

zaken gesteld moeten zijn. Bij het handhavingsbeleid is onder meer tot speerpunt benoemd de

problematiek van de illegale pensions, die om een multidisciplinaire aanpak vraagt. De situatie in de

Heistraat en omgeving krijgt hierbij onze bijzondere aandacht. Hierop zal programmatisch

gehandhaafd worden.

De fractie van de PvdA heeft in dit verband aandacht gevraagd voor de positie van de

seizoenarbeiders uit Oost-Europa die in bepaalde jaargetijden in de binnenstad onderdak zoeken, al

dan niet in op straat staande auto's. Het gaat om een al langer bestaand fenomeen dat hoe langer

hoe meer manifest wordt. Nu blijkt dat Oost-Europeanen ook in andere bedrijfstakken al werkzaam

zijn, wint dit probleem aan gewicht. De aandacht voor arbeid door "Oost-Europeanen" zal breder

worden. Niet alleen zal gekeken worden naar de ongewenste neveneffecten zoals slechte huisvesting

in illegale pensions maar ook zal in regionaal verband worden opgetreden tegen de verstoring van de

arbeidsmarkt door de instroom van werknemers die buiten de reguliere regels van cao,

belastingafdracht en bijdrage aan het stelsel van sociale zekerheid te werk worden gesteld.

De betrokken werkgevers hebben daarnaast de plicht om in overleg met de gemeenten te zoeken

naar sociaal aanvaardbare huisvestingssituaties, waarbij gehandeld wordt in overeenstemming met de

Nederlandse rechtsorde.

Wethouder Houthooft zal in haar beantwoording namens ons college verder ingaan op de ID-

banen problematiek.

In 2004 wordt een nieuw Masterplan veiligheid en handhaving voor de periode 2005 - 2009

gepresenteerd. Dat plan zal gebaseerd zijn op de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en

veiligheidsbeleving tot en met 2003. Die ontwikkeling wordt in beeld gebracht met behulp van

gegevens van zowel politieregistraties als de in Helmond uitgevoerde bevolkingsonderzoeken. Deze

gegevens zijn eind van dit jaar beschikbaar per wijk. Vanuit die gegevens zal een interpolatie voor

2004 worden gemaakt. Een eerste indicatie van de effecten van het Masterplan IVB 2001-2004 moet

dan mogelijk zijn.

In lijn van de ingezette ontwikkeling zal in het nieuwe Masterplan de verbreding van integraal

veiligheids- naar integraal veiligheids- en handhavingsbeleid verweven zijn.

Veiligheid en handhaving moeten worden verankerd in de werkplannen van alle gemeentelijke

diensten. Lijnmanagers zullen worden aangesproken op de voortgang van de dan onder hun

verantwoordelijkheid uit te voeren activiteiten op veiligheidsgebied.

Veiligheidsbeleid blijft gebaseerd op ketenaanpak en integraliteit. Daarin past dat terdege aandacht

wordt besteed aan de onderliggende oorzaken van onveiligheid. Aan die onderliggende oorzaken zal

ook in de vorm van preventiebeleid in de toekomst ruim aandacht worden geschonken.

Jeugd is vaak zowel slachtoffer als veroorzaker van onveiligheid. In die zin zal het onderwerp jeugd

steeds aandacht vragen en krijgen. In het kader van de eerder gemelde ketenaanpak zal ook in het

jeugd beleid een veiligheidsparagraaf dienen te worden opgenomen dan wel zullen kaders dienen te

worden gesteld voor een jeugd paragraaf in het veiligheidsplan.

De Helmregels hebben zich ook in de belangstelling verheugd van een aantal fracties (CDA,

Helmondse Belangen, WD, D'66/Groen Links Helmond Actief) De reacties zijn gemengd. Onzerzijds

is op aandringen ook van leden uit uw raad bij de behandeling van de gemeentebegroting 2003 dit

actiepunt ter hand genomen. Inhoudelijk kan hiermee een bijdrage geleverd worden aan de

speerpunten uit het Masterplan IVB 2001-2004. Als het beleid resultaat sorteert, vermindert dit de druk

op toezicht en handhaving. Momenteel is een traject uitgezet om de Helmregels ook te laten gaan

leven bij de bevolking. Het is ook een traject dat recht doet aan een van de doelstellingen van

integraal veiligheidsbeleid, namelijk "SAMEN WERKEN aan veiligheid', met andere woorden het gaat

ons allemaal aan. Dit interactief proces moet leiden tot de vaststelling van door de bevolking gedragen

Helmregels. Als dat gebeurd is, zit daar een uitvoeringstraject aan vast. Echter het blijft primair een

zaak van de inwoners van Helmond zelf. Correctie via boetes op grond van de APV is hierbij niet het

uitgangspunt.

Door de fractie van de WD wordt de kostenontwikkeling bij de realisering van de neven post van de

brandweer in Brandevoort aan de orde gesteld. Aanvankelijk lag het in het voornemen van ons college

om een dezer maanden aan uw raad een kredietvoorstel voor te leggen voor de inrichting van een

tijdelijke neven post in Brandevoort. Dat proces is vertraagd voor een studie samen met onze

2

buurgemeenten Mierio en Nuenen om te bezien wat de beste situering voor deze neven post zou

moeten zijn. De conclusie was dat een gezamenlijke brandweerpost niet tot de mogelijkheden

behoort. Toen dat helder was is de verdere planvorming ter hand gekomen. Voor het einde van het

jaar zullen wij bezien of het toch niet de voorkeur verdient meteen te kiezen voor de realisering van

een definitieve huisvesting voor de nevenpost. Enerzijds worden daarmee de kosten van een per

definitie imperfecte tussenoplossing voorkomen, anderzijds betekent het dat de investeringslasten

voor de definitieve huisvesting, althans gedeeltelijk, in tijd naar voren gehaald worden. Wij zullen ons

zoals gezegd hierover nog beraden. Rond de jaarwisseling, zo mogelijk nog in december 2003, zullen

wij hierover met de raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden in overleg treden.

In maart 2002 heeft uw raad een geactualiseerd rampenplan vastgesteld, compleet met alle

deelplannen. In 2004 zal wederom een geactualiseerd plan worden aangeboden, volgens regionaal

model, waarbij met name het opschalingmodel zal zijn aangepast en ook de deelplannen verder zullen

zijn verbeterd. Rest nog te memoreren, dat inmiddels een dertigtal personen zoals de leden van ons

college, de diensthoofden en andere sleutelfunctionarissen van die diensten, in het kader van de

rampenbestrijding in de afgelopen twee jaar een opleiding hebben gevolgd.

Door de fractie van de HSP zijn opmerkingen gemaakt over het vervoer van gevaarlijke stoffen over

de rails, de consequenties voor de verkeersdoorstroming en de toenemende geluidsoverlast.

Uit cijfers van NS blijkt dat in de periode 1998-2001 er sprake is geweest van een toename van 30%

overdag en in de avond, terwijl in de nachtelijke uren er sprake was van een kleine afname. Dit blijkt

ook uit de geluidsemissiecijfers over genoemde periode, waarbij overigens wel de geluidsemissie van

personenterreinen meegeteld is. Deze cijfers geven een stijging te zien van tussen 1,1 en 1,6 dba

voor de verschillende dagdelen. Naar de toekomst toe is nog niet bekend wat exact de gevolgen

zullen zijn van de ingebruikname van de Betuwelijn. Hopelijk biedt dat ook verbetering in relatie tot de

verkeersdoorstroming, die ook te lijden heeft van het toegenomen vervoer per spoor.

Voorts wordt op provinciaal en regionaal niveau door het ingenieursbureau SAVE een risicokaart van

"Brabantspoor" gemaakt, volledig met risicocontouren en voorstellen voor verbeteringen. Inmiddels

zijn ook, op initiatief van gemeenten die aan spoorwegen liggen, twee ministers uitgenodigd in Breda

om de problematiek aan te horen.

2.

Dualisme

Wekelijks blijkt uit de artikelen die in VNG-magazine verschijnen dat de gemeenteraden en colleges

van burgemeester en wethouders in Nederland bezig zijn in de eigen gemeente vorm en inhoud te

geven aan het dualisme. Wettelijk is vastgelegd dat voor 1 januari 2005 de eind rapportage van de

evaluatie dualisering gemeentebestuur moet worden aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-

Generaal. Het feit dat de wetgever enkele jaren heeft uitgetrokken alvorens een evaluatie uit te

voeren, duidt er op dat gemeenten enige tijd gelaten wordt om ervaringen op te doen. Onze ervaring

is dat de vernieuwde Gemeentewet afhankelijk van de lokale voorkeuren en bestuurlijke cultuur,

binnen kaders, ruimte biedt voor een eigen invulling: geen confectiekostuum maar een maatkostuum,

zogezegd.

Door de fracties van het CDA, SDH/OH, Helmondse Belangen, WD, PvdA, D'66/Groen Links

Helmond Actief en FWK zijn over verschillende onderwerpen verband houdend met dualisering van

het gemeentebestuur opmerkingen gemaakt en stellingen betrokken Hierbij gaat het om zaken die

de raad onderling regardeert; om onderwerpen die een bestuurlijke achtergrond hebben en waarop

andere collegeleden zullen reageren; ook gaat het om technische opmerkingen die deels betrekking

hebben op het verkeer met het college van burgemeester en wethouders. Bij de beantwoording is

met het vorenstaande rekening gehouden.

Door de fractie van het CDA is een opmerking gemaakt over evaluatie van de rol en bemensing van

het presidium en het voorzitterschap van de diverse raadscommissies. In de werkgroep dualisme,

samengesteld uit leden van raad en college, is onlangs een voorstel tot evaluatie besproken. De

werkgroep stelt voor om de evaluatie van een raadscommissie te laten geschieden door de commissie

zelve op basis van een uniform stramien. Als onderdeel van de evaluatie wordt het functioneren van

de commissievoorzitter betrokken. De evaluatie zal onder leiding van een onafhankelijke

gespreksleider plaatsvinden. De conclusies van deze evaluatie worden gepresenteerd en besproken

3

in een raadsbijeenkomst in het vroege voorjaar van 2004, die is gewijd aan evaluatie van dualisme.

Voorts is door de werkgroep voorgesteld om de evaluatie van het presidium te laten gebeuren door de

raad. Dat kan eveneens aan de orde komen in genoemde raadsbijeenkomst in het vroege voorjaar

van 2004.

De fractie van Helmondse Belangen heeft aangegeven dat men voorstander is van een

raadsprogramma. Momenteel is dit onderwerp van gesprek in de werkgroep dualisme. Daar zal

moeten worden bezien wat de meerwaarde hiervan is in relatie tot de huidige werkwijze waar het

collegeprogramma, de stadsvisie en het meerjarenontwikkelingsprogramma vertaald in de jaarlijkse

programmabegroting het kader vormen voor de beleidsbepaling door de gemeenteraad en tot leidraad

strekken voor het college van burgemeester en wethouders bij het bestuur over de stad.

In het verlengde van dit pleidooi liggen ook de door de fractie van D'66/Groen Links gemaakte

opmerkingen over de taakvervulling door de gemeenteraad. Men komt tot het oordeel dat de raad tot

op heden beter uit de verf komt bij de uitoefening van de controlerende taak dan bij het stellen van

kaders. Om die reden stelt men voor de griffie uit te breiden. Het is de vraag of men het daarin moet

zoeken. Gaat het hierbij niet om bestuurlijke visies die door fracties zelf vertaald dienen te worden?

Uiteraard is in technische zin de griffie het eerst geroepen om ondersteuning te verlenen en kan als

het gaat om inhoudelijke bijstand een beroep gedaan worden op het ambtelijk apparaat. Bij de

komende evaluatiebijeenkomst in 2004 is dit een onderwerp voor uw raad om een nader standpunt in

te nemen als niet gewacht wordt op de landelijke evaluatie in 2005.

Door de fractie van SDH/OH is een opmerking gemaakt over complexer geworden procedures. Naar

onze opvatting is het niet zo zeer alsof procedures ingewikkelder zijn geworden, maar gaat het eerder

om in de gedualiseerde verhoudingen tussen raad en college duidelijkheid en helderheid te scheppen.

Het scheppen van die duidelijkheid en helderheid kost enige tijd. Dat is ook wel begrijpelijk omdat

procedures dienen te zijn en te worden afgestemd op omstandigheden die zich voordoen. Vanuit ons

college is het streven er in ieder geval op gericht om zaken niet nodeloos te compliceren, maar om ze

eenvoudiger te maken. Wel kan niet ontkend worden dat gebruik van bevoegdheden door uw raad,

zoals het vragenrecht, het recht om initiatief-voorstellen in te dienen, het recht van interpellatie en het

burgerinitiatief leiden tot een meer pluriform beeld van de activiteiten van uw raad.

Door de fractie van SDH/OH wordt een terecht punt gemaakt over voortgangscontroles. Het komt te

vaak voor dat het te lang duurt voordat onderwerpen zijn afgehandeld. Het gaat om onze bestuurlijke

verantwoordelijkheid om de voortgang van door ons college gedane toezeggingen te bewaken en

zaken tijdig af te handelen. Ambtelijk wordt het college hierbij ondersteund door het ambtelijk

managementteam. Het presidium is het gremium dat de voortgang van zaken beoordeeld die bij uw

raad in behandeling zijn. Uiterst recent zijn de procedures hiervoor aangescherpt.

De fractie van het CDA heeft een brief gezonden aan het presidium met het verzoek om een verdeling

van spreektijd toe te wijzen op basis van grootte van fractie. Het presidium heeft aan het CDA

meegedeeld dat zij blijft bij haar eerder ingenomen standpunt dat alle fracties gelijke spreektijd krijgen.

De reden hiervoor is dat geoordeeld is dat elke fractie, groot of klein, zich dezelfde moeite moet

getroosten om onderwerpen voor het voetlicht te brengen.

3. Regionale samenwerking

Al sedert het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw is er sprake van een vorm van

gestructureerde samenwerking met omringende gemeenten. De eerste tientallen jaren is dat gebeurd

in het kader van het Streekorgaan Gewest Helmond. Vanaf 1993 gebeurt dat in het kader van het

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Aan die bereidheid tussen gemeenten om samen te

werken in een geformaliseerd verband ligt de overtuiging ten grondslag dat een aantal

maatschappelijke problemen gemeentegrens overstijgend zijn en om een gezamenlijke aanpak

vragen. Met het verstrijken van de tijd is die onderlinge betrokkenheid groter geworden. Rijks en

provinciaal beleid, opschaling maatschappelijke problemen, mobiliteitsvraagstukken en sociaal-

economische ontwikkelingen vragen om een afgestemde beleidsvoering op een grotere schaal dan

één gemeente. Landelijk gezien heeft Zuidoost-Brabant altijd voorop gelopen met de

intergemeentelijke samenwerking. Door de toekenning van de status kaderwetgebied op grond van

4

Kaderwet bestuur in verandering begin jaren negentig is de bestuurlijke samenwerking in Zuidoost-

Brabant ook wettelijk verankerd. Daaraan komt een einde in 2005.

Begin 2004 zal door de regering bij de Tweede Kamer worden ingediend het wetsontwerp WGR-plus.

Naar het er nu naar uitziet krijgt Zuidoost-Brabant de status van Wgr-plus-gebied. Dit betekent, dit

naar aanleiding van vragen van de CDA-fractie, dat uw raad in de loop van 2004 te oordelen krijgt

over een nieuwe gemeenschappelijke regeling voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven met

daarin opgenomen taken en bevoegdheden. Dat lijkt ons ook het geschikte moment voor de door de

fractie van SDH/OH gevraagde principiële bezinning op deze vorm van structurele samenwerking.

Onze insteek is dat bij de beoordeling daarvan aansluiting gezocht moet worden bij het eindrapport

Nieuwe Koers, de actualisering daarvan uit 2002 en bij het daarop gebaseerd Startdocument. De

sociaal-economische problematiek van dit moment, de ruimtelijke vraagstukken in stad en platteland

vragen om een gezamenlijk optrekken om gemeentegrens overschrijdende oplossingen te kunnen

realiseren. Het in stand houden van het ¿5,22 fonds biedt de mogelijkheid om in gezamenlijkheid te

zoeken naar oplossingen. De portefeuillehouder Economische Aangelegenheden zal namens ons

college in haar beantwoording verder ingaan op de inhoudelijk ter zake gemaakte opmerkingen.

4.

Stadspromotie

De gemeente heeft voor de jaren 2001, 2002 en 2003 met de Stichting WV/Stadspromotie een

subsidieprestatiecontract afgesloten. Onderdeel van het contract was een door de stichting opgesteld

Actieviteitenplan 2001-2002-2003, gebaseerd op het beleidsplan van de Stichting uit 1999.

Ook de nieuwe Stichting Stadspromotie zal gaan werken aan de hand van een

subsidieprestatiecontract en een onderliggend Activiteitenplan. In het bestaande contract staat

verwoord, dat het nieuwe contract een geldigheidsduur van vijf jaren zal krijgen. Zowel het nieuwe

contract als het nieuwe activiteiten plan dienen nog te worden opgesteld. Voorhanden is het oude

prestatiecontract, het oude activiteiten plan van de stichting, alsmede het oude beleidsplan van de

stichting.

Bij het opstellen van een nieuw prestatiecontract zijn de volgende complicerende factoren van belang:

In het oude prestatiecontract waren de prestaties (te) weinig meetbaar geformuleerd. Het College is

dan ook voornemens om in het nieuwe prestatiecontract operationele doelstellingen op te nemen,

alsmede indicatoren aan de hand waarvan de prestaties kunnen worden gemeten. Het formuleren van

doelstellingen én indicatoren dient echter geworteld te zijn in een visie van de gemeente op de rol van

de Stichting Stadspromotie in het uitvoeren van gemeentelijk beleid inzake Stadsmarketing. Die visie

is er nog niet.

Het is daarom de intentie van het College om het oude prestatiecontract, met onderliggend oude

activiteiten plan, gebaseerd op het oude beleidsplan van de stichting te handhaven voor het jaar 2004.

De nieuwe Stichting Stadspromotie zal daarbij gehouden worden zich te conformeren aan

gemeentelijk beleid, waarbij de nieuwe stichting ook nadrukkelijk uitgenodigd zal worden, vanuit haar

expertise en ervaring, om dit nieuwe beleid mede vorm te geven (adviserende rol). In de loop van

2004 zal dan in overleg met de nieuwe Stichting Stadspromotie het prestatiecontact 2005, 2006, 2007

en 2008 inhoud gegeven worden.

5.

Ontwi kkel i ngssamenwerki ng

Door de fractie van de HSP is gevraagd naar een toelichting op de aanstaande verhuizing van de

Wereldwinkel van 't Ketsegenske naar de Ameidestraat. Indertijd is door uw raad een subsidie

beschikbaar gesteld ter afdekking van de huurkosten. Inmiddels heeft het bestuur van de stichting

Wereldwinkel ons laten weten dat men heeft uitgezien naar een ruimere winkel. In de kostencalculatie

is men uitgegaan van continuering van de vaste gemeentelijke bijdrage in de huisvestingskosten. Dat

lijkt ons juist. De eerder door uw raad vastgestelde kaders voor de beleidsvoering op dit terrein zijn

voor ons college hierbij leidend.

5

Wethouder, P.G.M. Tielemans

Financiën, Middelen en Ondersteuning en Cultuur

1.

Inleiding

De begroting 2004 is de eerste begroting die qua opzet verschilt van de begrotingen in de voorgaande

jaren.

Het is namelijk de eerste maal dat in het duale systeem met een zogenoemde programmabegroting

gewerkt wordt.

Het proces om deze begroting tot stand te brengen is genoegzaam bekend.

In overleg met de commissie MO is een model ontworpen en zijn de door uw raad gewenste

programma's gedefinieerd.

Daarnaast zijn de door de wetgever benoemde verplichte paragrafen toegevoegd.

Wij zijn ons er van bewust dat de begroting zoals die thans voorligt nog geen 10 verdient. Met de

commissie MO is de afspraak gemaakt dat in ieder geval een voldoende gescoord moet worden en

dat in de verdere jaren gewerkt moet worden aan een hoger cijfer.

Naar onze mening, en daarin worden wij door uw opmerkingen gesteund~ zijn wij er in geslaagd een

programmabegroting op te stellen, die als vertrekpunt aan de gestelde verwachtingen voldoet.

Conform de gemaakte afspraken zullen wij verder werken aan de verbetering in de komende jaren.

Wij komen hierop nog terug.

TotstandkominQ proqrammabeqrotinQ

Vanwege de dualisering gaat de gemeenteraad meer op hoofdlijnen sturen. Het college heeft

vervolgens de verantwoordelijkheid voor de uitvoering. De raad controleert vervolgens deze

uitvoering.

Als gevolg van de dualisering wordt de uitvoerige producten begroting van de afgelopen jaren

vervangen door een programmabegroting. Ingaande 2004 werken we dus voor het eerst met een

programmabegroting. Bij de aanbieding van deze programmabegroting hebben we reeds

aangegeven, dat het best een lastige materie is en hebben u verzocht om in het kader van de

behandeling van deze begroting uw op- en aanmerkingen te maken om daarmee richting te kunnen

geven aan de verdere ontwikkeling van dit instrument. Gestreefd wordt om samen met uw raad de

programmabegroting verder door te ontwikkelen tot een volwaardig sturingsinstrument voor uw raad.

In de opmerkingen van de diverse fracties wordt onderkend, dat de programmabegroting inderdaad

nog geen volwaardig sturingsinstrument is voor uw raad. Op de weg daar naartoe dienen nog de

nodige stappen gezet te worden. Uitgangspunt daarbij is, dat de gemeenteraad in de

programmabegroting de kaders van het beleid en de te bereiken effecten aangeeft en dat wij als

college binnen de afgesproken financiële randvoorwaarden daaraan invulling geven.

Wij zijn het eens met uw reactie, dat bij een aantal programma's de doelstelling en prestaties niet

altijd even concreet zijn. Zo is er meer behoefte aan meetbare resultaten, aan tijdpaden en aan

(haalbare) doelen. Er blijkt dan ook duidelijk sprake te zijn van een leer- en groeiproces voor alle

betrokkenen, dus zowel voor ons college, maar ook voor de ambtelijke organisatie en uw raad. Het is

onze bedoeling om de programmabegroting op weg naar de begroting 2005, samen met u, verder

door te ontwikkelen. De eerste stap daartoe wordt voorzien bij de voorjaarsnota 2004. Intern zullen wij

dit proces kracht bijzetten o.a. met het project prestatiemanagement. In het besef, dat de

programmabegroting nog verder doorontwikkeld moet worden, stellen wij u voor om 2004 te

beschouwen als een "overgangsjaar". Wij stellen u voor om in 2004 de door ons voorgestane

verschuivingen binnen programma's voor te leggen aan de Commissie MO conform voorstel SDH/OH.

De fractie van Helmondse Belangen vraagt of wij bereid zijn aan elke fractie, mits daaraan behoefte is,

een exemplaar van de producten raming 2004 ter beschikking te stellen. Verwijzend naar de nieuwe

rolverdeling tussen raad en college benadrukken wij, dat het de bedoeling is, dat de raad stuurt op

hoofdlijnen en de kaders stelt in de programmabegroting. De productenraming is de vertaling van de

programmabegroting naar productbudgetten en dient als uitvoeringsplan voor ons college en als

communicatiemiddel naar de organisatie. M.a.w. de raad en het college hebben vanuit hun

rolverdeling ieder hun eigen instrument. De productenraming is zoals gezegd een uitwerking van de

programmabegroting en kan pas worden afgerond na de vaststelling van de programmabegroting

door de raad. Wij zullen per fractie 1 productenraming ter kennisname verstrekken. De gemeentewet

heeft overigens niet beoogd dat de productenraming een sturingsinstrument is voor de gemeenteraad.

Wij gaan er van uit, dat u de productenraming in de geest van de gemeentewet zult bezien.

De fractie SDH/OH heeft ten aanzien van de investeringen behoefte aan meer specificaties en

verzoekt om alsnog het investeringsprogramma "oude stijl" beschikbaar te stellen.

Het investeringsprogramma geeft een totaalbeeld van alle investeringen zoals die per programma zijn

aangeven, maar ook aanvullend inzicht hoe de totale investeringen zich verhouden met de

beschikbare ruimte. Wij streven ernaar om ingaande 2005 dit totaal inzicht in de programmabegroting

op te nemen. Uiteraard willen wij u dit voor 2004 niet onthouden en daarom zullen wij zorgdragen voor

het investeringsprogramma "oude stijl".

2.

De begroting 2004 en het beleid voor 2004

De begroting 2004 kan worden gekenschetst als:

A. Solide;

B. Sociaal evenwichtig;

C. Samenhangend.

Achtereenvolgens laten we deze de revue passeren.

A. Een solide beqrotinq

Ondanks de omvangrijke rijksbezuiniging zijn wij er in geslaagd om een sluitende begroting te

presenteren.

Zoals in de programmabegroting is aangegeven was dit geen eenvoudige opgave. Mede als gevolg

van het steeds verder afglijden van de economie en het aantreden van het huidige kabinet, waarvan

de plannen en de effecten daarvan voor de gemeenten pas in een Iaat stadium bekend werden, heeft

de begrotingsvoorbereiding vooral in het teken gestaan van onzekerheid. Bij de voorjaarsnota is in

overleg met u reeds ruimte ingeruimd voor tegenvallers. Daarna volgde echter berichten over

rijksbezuinigingen elkaar op en was er nauwelijks tijd en ruimte om hierop te reageren. Een en ander

resulteerde uiteindelijk in een tekort op de begroting 2004 van ruim ¿ 2 miljoen, dat op de valreep door

de aankondiging van weer nieuwe rijkskortingen op enig moment zelfs opliep tot een tekort maar bijna

¿ 2,7 miljoen.

Dekkingsplan

Het ombuigen van een tekort van een dergelijk omvang in een kort tijdsbestek vraag om snel, maar

uiteraard ook om financieel verantwoord handelen.

Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een o. i. solide dekkingsplan dat op bladzijde 9 van de

programmabegroting nader is toegelicht. Hierbij waren we genoodzaakt om de reeds geplande

analyse van de voordelen op de jaarrekeningen van de laatste jaren versneld uit te voeren. Deze actie

was immers in het kader van de task-force reeds gepland met het oog op de tekorten in latere jaren.

Daarbij hebben we ons laten leiden door de grootste voordeelposten in de jaarrekeningen, namelijk

het jaarlijkse rentevoordeel, de voordelen als gevolg van het achterblijven van de realisatie van

investeringen en de rente over de algemene reserve van het grondbedrijf (die jaarlijks via het resultaat

van het grondbedrijf naar de algemene middelen vloeit). In dit verband laten we nogmaals enkele

onderdelen van het dekkingsplan de revue passeren op basis van de vragen die bij deze schriftelijk

behandeling hierover gesteld zijn

Voordeel op rentekosten

In het dekkingsplan op pagina 9 van de programmabegroting is rekening gehouden met een bedrag

van ¿ 1,2 miljoen aan lagere rentekosten. Diverse fracties hebben gevraagd om meer duidelijkheid,

waarbij het met name ging om het structurele karakter van het ingecalculeerde rentevoordeel.

Bij onze brief van 16 oktober jl. aan Uw raad hebben wij een nadere toelichting gegeven van de

voorgestelde verlaging. Daarbij hebben wij ook een aantal argumenten aangegeven, waarom sprake

is van een structurele verlaging. Een en ander is verder onderbouwd met een theoretisch

rekenvoorbeeld, waaruit blijkt dat ook wanneer sprake is van een sterke stijging van de rente in de

komende jaren, dit vooralsnog een beperkte invloed heeft op de exploitatie. Kortheidshalve willen wij

U naar de verdere inhoud van deze brief verwijzen.

Ten aanzien van de vraag van Helmondse Belangen waarom we deze verlaging niet eerder hebben

toegepast de volgende reactie.

2

Uitgangspunt geldt ook hier een voorzichtig en terughoudend beleid, voordat we deze stap wilden

zetten. De aanhoudende lage rente, het feit dat onze financieringspositie, zoals omschreven in

voornoemde brief, duidelijk is veranderd en het gegeven, dat we de laatste jaren hebben kunnen

profiteren van de vervroegde aflossing van hoogrentende geldleningen, hebben uiteindelijk geleid tot

deze stap. Er is dan ook geen sprake geweest van creatief, maar van verantwoord financieel beleid.

Het is niet zo, dat we als gemeente de laatste jaren middelen hebben misgelopen door de hantering

van een hogere renteomslag. De rentevoordelen die hieruit voortvloeiden zijn de laatste jaren tot

uitdrukking gekomen in het rekeningresultaat. Een en ander is in de respectievelijke jaarrekeningen

steeds nader toegelicht en verantwoord.

We zullen, zoals verzocht, de accountant vragen een oordeel te geven over de huidige systematiek

van berekening van de renteomslag en de hoogte daarvan, zoals opgenomen in de begroting 2004.

De methodiek van berekening van de rente-omslag is overigens niet gewijzigd ten opzichte van vorige

begrotingen. Kort gezegd komt het er op neer, dat voorcalculatorisch wordt bepaald welke rente wordt

toegerekend aan de totale boekwaarde van de gedane investeringen.

Bij deze methodiek worden de totale kosten van alle financieringsmiddelen in beeld gebracht en

vervolgens verdeeld (omgeslagen) over alle geactiveerde investeringsprojecten en als zodanig

doorberekend naar de exploitatie. Het gaat hierbij dus enkel om een (technische) verdeling en

toerekening van de financieringskosten.

Bij de begroting 2004 zijn deze kosten verdeeld en doorberekend op basis van de voorgestelde

4,25%. Op basis van de uiteindelijk berekende kosten komt het gemiddelde omslag percentage uit op

3,49%. Hierdoor is de doorberekening van de kosten aan de exploitatie hoger geweest dan het totaal

aan kosten en ontstaat er een calculatieverschil van ¿ 1.021.624. Dit calculatieverschil is zoals

gebruikelijk als tegenhanger van de doorberekende kosten verwerkt in de exploitatie 2004. Genoemd

bedrag is als calculatieverschil / saldo van de renteverdeling toegelicht op pagina 59/60 van de

programmabegroting.

Verwijzend naar de opmerking van het CDA wordt opgemerkt, dat dit calculatieverschil niet verward

dient te worden met de hiervoor vermelde lagere rentekosten ad ¿ 1,2 miljoen.

Vertraagde uitvoering IVP

Een van de maatregelen (nr. 2 blz. 9 van de Programmabegroting) bij het ombuigen van het tekort is

het inboeken van een (incidenteel) financieel voordeel van ¿. 730.000 als gevolg van de vertraagde

uitvoering van het investeringsprogramma. Met name het CDA vraagt hierop een toelichting.

In de praktijk blijkt dat een groot aantal investeringen, die in het investeringsprogramma zijn

opgenomen, pas Iaat in het jaar c.q. niet in het geplande jaar maar in het jaar daarop wordt

aangevraagd. Deze vertraging leidt tot incidentele financi~le voordelen, er hoeft namelijk geen rente te

worden betaald en er wordt nog niet worden afgeschreven.

Uit een analyse blijkt dat we ongeveer één volledig jaar achterlopen. Financieel vertaald betekent dit

dat eenmalig een bedrag van ¿ 730.000 kan worden ingeboekt als voordeel. Indien deze achterstand

in de toekomst niet wordt ingelopen dan zal dit ook in latere jaren opnieuw leiden tot een financieel

voordeel. Pas indien blijkt dat de achterstanden daadwerkelijk worden ingelopen ontstaan deze

financi~le voordelen niet meer.

Rente Grondbedrijf

De WD fractie gaat akkoord met de inzet van de rente over de algemene reserve van het

grondbedrijf, mits de omvang van de reserve voldoende is. De benodigde omvang van de reserve is

bepaald op een bedrag met een bandbreedte tussen ¿ 6,8 miljoen (f 15 miljoen) en ¿ 11,34

miljoen.(f 25 miljoen.) Daarbij aansluitend is het maximum van deze reserve bepaald op ¿ 11,34

miljoen. Voor zover de reserve dit maximum te boven gaat wordt dit toegevoegd aan de algemene

middelen. De ondergrens is dus bepaald op ¿ 6,8 miljoen. Mocht de reserve zakken onder de

bovengrens, maar boven de ondergrens blijven, dan levert dit minder rente op en zullen aanvullende

maatregelen nodig zijn. Mocht de reserve onverhoopt onder de ondergrens zakken dan zal een

aanvullende storting nodig zijn. Zoals gebruikelijk zal dit probleem dan bij de jaarrekening getackeld

moeten worden.

De reserve staat op het aangegeven maximum en voldoet daarmee aan de gestelde bandbreedte.

3

Reductie personeelsbestand.

Op bladzijde 9 van de programmabegroting is aangegeven, dat er voor de reductie van het

personeelsbestand ingaande 2004 een bedrag van ¿ 240.000 is ingeboekt. Het CDA vraagt zich af

waarom hierbij niet wordt gekozen voor specifieke taakstellingen gekoppeld aan programma's en de

SP vraagt zich af wat dit betekent en of er ontslagen vallen.

Deze taakstelling richt zich inderdaad niet op specifieke programma's. Deze koppeling is door ons

bewust niet gelegd. Het is namelijk onze bedoeling om deze bezuiniging te effectueren in de indirecte

sfeer, waarbij met name gedacht wordt aan beleidsvoorbereidende en beleidsontwikkelende functies.

Dit sluit aan bij onze filosofie om de aandacht primair te richten op het afmaken van zaken die in gang

zijn gezet in plaats van het presenteren van nieuwe plannen. Het is verder de bedoeling om een en

ander te realiseren op basis van natuurlijk verloop (vacatures).

Op basis van dit dekkingsplan zijn wij er in geslaagd om de intensiveringen zoals die zijn afgesproken

bij de voorjaarsnota een plek te geven in de begroting en resteert er per saldo nog een bedrag van

¿ 222.000.

Bovendien hebben wij u inmiddels nog per brief kunnen melden, dat de septembercirculaire ook nog

een ruimte biedt van ¿ 200.000.

Bij de opstelling van de begroting is echter ook rekening gehouden een voordeel van ¿ 42.000 in

verband met stadspromotie. Aangezien het desbetreffend voorstel niet is overgenomen door uw raad

stellen wij voor om dit bedrag af te boeken op het hiervoor genoemde bedrag van ¿ 200.000 uit de

septembercirculaire.

Overigens noemt het CDA in dit verband een bedrag van ¿ 87.000. Dit bedrag is echter mede

gebaseerd op een formatie-uitbreiding ten behoeve van evenementencobrdinator, waartoe bij de

behandeling van de evenementen nota niet is besloten. Derhalve kan worden uitgegaan van het

genoemde bedrag van ¿ 42.000.

Zoals gezegd zijn de intensiveringen zoals opgenomen in de voorjaarsnota verwerkt in deze

begroting. De fractie Helmondse Belangen stelt nu echter voor om anders te besluiten met betrekking

tot de bij de voorjaarsnota afgesproken formatie-uitbreidingen. Wij zijn hiervan geen voorstander en

houden vast aan de bewuste keuzes zoals gemaakt bij de voorjaarsnota 2003.

Kortom een solide sluitende begroting voor 2004. Om ook een solide begroting in de komende jaren te

kunnen blijven realiseren, zijn er echter nog wel de nodige ombuigingen nodig.

Bezuinigingstaakstelling voor de komende jaren

Van diverse zijden wordt ingegaan op het feit dat voor de komende jaren bezuinigingen nodig zijn en

over de manier waarop die bezuinigingen bereikt (moeten) worden.

Op diverse plaatsen in deze beantwoording wordt nader ingegaan op de door u gestelde vragen.

Wij willen hier nog even specifiek ingaan op het gebruik van de term Task Force.

Als de bijdragen van de diverse fracties hierover tegen het licht worden gehouden ontstaat de indruk

dat hierover wellicht misverstanden zijn gerezen. Vandaar op deze plaats nog enige verduidelijking.

De term Task Force sloeg op een ambtelijk werkgroep die het traject van de bezuinigingen intern

gemeentelijk begeleidt.

Door uw raad is aangegeven dat er behoefte bestaat om ook vanuit uw midden in een vroegtijdig

stadium mee te denken over de (on)mogelijkheden van bezuinigingen en over het formuleren van

randvoorwaarden.

Vandaar dat vanuit uw raad hiervoor een commissie is ingesteld.

Om verdere misverstanden te voorkomen willen wij u voorstellen in het kader van deze commissie niet

te spreken over Task Force maar over Commissie Kaderstelling Ombuigingen.

De ambtelijke werkgroep zullen wij vanaf heden Werkgroep Operatie Ombuigingen betitelen.

Ruimte nieuw beleid

De besluitvorming om over te gaan tot de huidige ombuigingsoperatie was tweeledig. Op de eerste

plaats richt de bezuiniging zich op het wegwerken van de tekorten, die met name veroorzaakt worden

door de rijkskortingen, om daarmee op termijn een sluitende (meerjaren)begroting te kunnen blijven

realiseren. Op de tweede plaats zijn de bezuinigingen ook bedoeld om ruimte te genereren voor nieuw

4

beleid. Hierbij richten we ons op een bedrag van ¿ 1 miljoen ingaande 2006. Verwijzend naar de

opmerkingen van WD zijn wij het met u eens, dat het uitgangspunt is en blijft, dat de ruimte voor

nieuw beleid pas ingezet wordt als de voorgenomen bezuinigingstaakstelling geheel gerealiseerd is.

Wij zijn het dus apert oneens met het standpunt van Helmondse Belangen om dit miljoen nu reeds in

te zetten. Ook hier geldt het adagium dat eerst verdiend moet worden voordat uitgegeven kan worden.

Verder willen wij u hier kortheidshalve verwijzen naar de diverse onderdelen waarbij meer concreet

wordt ingegaan op de diverse gestelde vragen.

B. Een sociaal evenwichtiq beleid

De begroting 2004 is niet alleen financieel solide, maar staat ook garant voor een sociaal

verantwoord en evenwichtig beleid. Het mag duidelijk zijn, dat dit aspect door het voorgenomen

regeringsbeleid onder druk staat en de komende periode naar verwachting nog verder onder druk zal

komen staan o.a. doordat de gemeentelijke (financiële) mogelijkheden verder beperkt zullen worden. .

.

Uitkeren van de Zalmsnip

De Zalmsnip is destijds geïntroduceerd door het Rijk en wordt via het gemeentefonds ook

bekostigd door het Rijk. Indien het Rijk besluit dat een dergelijke voorziening in het kader van het

rijksbeleid met betrekking tot het vergroten van de armoedeval niet langer gewenst is, zal dit

gepaard gaan met een korting op het gemeentefonds. Het voornemen van het Rijk is om deze

faciliteit ingaande 2005 af te schaffen. Verwijzend naar de opmerking van FEH merken wij op, dat

de Zalmsnip in 2004 nog op de gebruikelijke wijze verstrekt wordt.

.

Kwijtscheldingsbeleid

Ondanks dat het kwijtscheldingsbeleid steeds meer op gespannen voet komt te staan met het

regeringsbeleid zullen wij het huidige beleid ook in 2004 continueren. Ingaande 2005 zullen naar

verwachting de mogelijkheden hiertoe gelijktijdig met de voorgenomen afschaffing van de OZB

voor gebruikers, hetgeen op zich voor de burger weer een lastenverlichting betekent, door het rijk

beperkt worden.

.

I D-banen

Zoals aangegeven zijn we er in de begroting 2004 ondanks de economische tegenwind en de

rijksbezuinigingen, toch in geslaagd om extra middelen vrij te maken voor de problematiek van de

ID-banen, namelijk ¿ 222.000 zijnde het saldo van de begroting en ¿ 158.000 (¿ 200.000

septembercirculaire minus ¿ 42.000 in verband met de recente ontwikkelingen Stadspromotie) in

totaal dus ¿ 380.000 structureel.

.

Werkgelegenheid

Bij deze begroting stellen wij voor om in het belang van de werkgelegenheid in onze regio de

bijdrage aan het ¿ 5,22-fonds voort te zetten voor de jaren 2005 tot en met 2007. Dit betekent, dat

drie jaar lang een bedrag van ¿ 5,22 per inwoner wordt bijgedragen (totaal afgerond ¿ 450.000 per

jaar). Deze kosten worden gedekt uit de middelen, die we ontvangen ter compensatie van het

afschaffen van de integratie-uitkering voor precariobelasting op omroepkabels. De afkoopregeling

wordt uitbetaald in de periode 2005 tot en met 2007. (zie ook bladzijde 11 van de

programmabegroting)

.

Verantwoorde overgangsregeling 2004 inzake minimabeleid.

Bij de presentatie van de begroting moesten we melden, dat de gemeente in verband met het

afschaffen van categoriaal inkomensbeleid en het beperken van het minimabeleid geconfronteerd

werd met een rijkskorting van ruim ¿ 1,2 miljoen op jaarbasis. Op het moment van het verzenden

van de begroting was de reikwijdte van deze beleidswijziging van het rijk nog niet geheel te

overzien. Onlangs hebben wij u bij afzonderlijk brief geïnformeerd over deze problematiek. Hierbij

hebben wij aangegeven er in geslaagd te zijn voor 2004 een sociaal verantwoorde

overgangsregeling te presenteren, waarbij enkel de categoriale regelingen zijn afgeschaft en de

overige regelingen vooralsnog voor 2004 gecontinueerd worden. Dit is eenmalig mogelijk door

kosten tot een bedrag van ¿ 765.000 in 2004 incidenteel af te dekken. In de aanloop naar de

voorjaarsnota 2004 zullen wij alle mogelijkheden onderzoeken om het beleid voor de toekomst

binnen de financiële en wettelijke mogelijkheden op een zorgvuldige en sociaal verantwoorde

wijze invulling te geven.

5

C. Samenhanq in beleid

Ofschoon de financiële druk ons meer dan wij zouden willen dwingt tot keuzes, herbezinning en

prioritering is het zaak om binnen de financiële mogelijkheden steeds oog te houden voor een

evenwichtig beleid. Ook bij deze begroting hebben we ons laten leiden door de eerder afgesproken

speerpunten, zoals die met name vanuit de stadsvisie en het collegeprogramma zijn voortgekomen. In

dit verband zijn wij ingenomen met het feit, dat de bij de voorjaarsnota afgesproken intensivering,

ondanks de externe tegenvallers, toch een plek gekregen hebben in deze begroting. Dit geldt niet

alleen voor de intensiveringen die rechtstreeks op de exploitatie drukken, maar ook voor de bij

voorjaarsnota voorgenomen investeringen inclusief de door u gevraagde bijstelling inzake een

buitensportaccommodatie in de wijk Brandevoort.

Wij zijn van mening, dat het doen van gerichte investeringen als vliegwiel kan fungeren ten aanzien

van de participatie van derden en het verkrijgen van cofinanciering. Ter illustratie elke euro, die wij als

gemeente in ons centrum investeren levert een veelvoud aan euro's op vanuit de particuliere sector.

Dit heeft dan weer een positief effect op de verdere ontwikkeling van onze stad en stimulerende

effecten in sociaal en cultureel opzicht, zoals de werkgelegenheid en uiteindelijk voor het welzijn van

onze burgers.

Overigens merken wij naar aanleiding van de vragen van de WD op, dat in het investeringsoverzicht

op bladzijde 35 van de programmabegroting inderdaad niet alle investeringen inzake het centrum

zichtbaar zijn. Deze investeringen zijn namelijk opgenomen in het afzonderlijke

investeringsprogramma Meerjarenprogramma Stedelijke vernieuwing 2004-2007. De

investeringsoverzichten in de programmabegroting geven enkel inzicht in die investeringen voor zover

die rechtstreeks op het investeringsprogramma drukken. In programma 11 Stedelijke Vernieuwing is

de jaarlijkse storting (afgerond) ¿ 2 miljoen in het Fonds Stedelijke Vernieuwing. Een specificatie van

de voorgenomen investeringen in het centrum kunt u vinden in het Investeringsprogramma 2004-

2007, namelijk in de bijlage Meerjarenprogramma Stedelijke vernieuwing. Hieruit blijkt, dat voor

centrumontwikkeling inclusief Stationskwartier rekening wordt gehouden met de volgende investering

¿ 2,2 miljoen in 2004, ¿ 2,9 miljoen in 2005, ¿ 2,5 miljoen in 2006 en ¿ 3,1 miljoen in 2007. Van deze

reeks is enkel ¿ 2,7 miljoen in 2007 zichtbaar bij het programma 8: Centrumontwikkeling. Het

investeringsprogramma wordt zoals gemeld alsnog aan u toegezonden. Ingaande 2005 zullen we de

presentatie zodanig wijzigen, dat hierdoor voortaan ook de investeringsprojecten in het kader van het

meerjarenprogramma stedelijke vernieuwing zichtbaar zijn in de overzichten per programma in de

programmabegroting.

Ambities / voortgang projecten

Zoals bekend heeft Helmond vele ambities. De omvang van de ambities staat op gespannen voet met

de financiële mogelijkheden, maar ook met de praktische uitvoerbaarheid. De fractie SDH/OH

constateert dat vele zaken op dit moment blijven liggen, nog steeds lopen dan welonafgerond blijven.

Tegen deze achtergrond verzoekt deze fractie om nieuw beleid en nieuwe activiteiten in overleg met

de raad te initiëren. Wij onderschrijven de stelling, dat terughoudend moet worden omgegaan met het

opstarten van nieuwe projecten. Ons motto is dan ook om eerst af te maken waar we mee begonnen

zijn. Voor zover er sprake is van nieuwe projecten zullen wij ons uiteraard laten leiden door de kaders

en de prioriteiten zoals u die in de programmabegroting stelt.

3.

Toepassing inflatiecorrectie

Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen door de fracties Helmondse Belangen en WD

merken wij het volgende op. Bij de voorjaarsnota 2003 zijn wij nader ingegaan op de indexering van

het tarieven beleid (zie hoofdstuk II.D van die voorjaarsnota). Aanleiding hiervoor was de behoefte aan

een duidelijke en objectieve gedragslijn.

Er is toen afgesproken dat met ingang van de begroting 2004 de inflatiecorrectie voor de gemeente

Helmond wordt gebaseerd op de "consumentenprijsindex, alle huishoudens" van het CBS en dat het

percentage jaarlijks bij de voorjaarsnota wordt bepaald door het laatst bekende maandcijfer ten tijde

van het opstellen van de voorjaarsnota (zijnde februari of maart). Uit praktische overwegingen (met

name efficiency) is daarbij tevens de afspraak gemaakt dat dit percentage in een later stadium

6

gedurende het jaar (bijvoorbeeld bij de begrotingsbehandeling) niet meer wordt aangepast. Bij dit

laatste is onderkend (zie ook in de voorjaarsnota) dat door deze werkwijze het tijdstip van bepaling

van het indexcijfer 2 jaar voor het tijdstip ligt dat het indexcijfer door het CBS definitief wordt

vastgesteld, namelijk: in maart 2003 is bij de voorjaarsnota 2003 het indexcijfer voor begrotingsjaar

2004 bepaald terwijl in de eerste week van maart 2005 het indexcijfer voor 2004 pas definitief kan

worden vastgesteld door het CBS.

Op zich is tussentijdse aanpassing van het inflatiepercentage dan ook niet nodig. Enerzijds omdat een

aanpassing ten tijde van de begrotingsbehandeling een momentopname is en dus ook nog geen

uitsluitsel geeft over het werkelijke cijfer voor 2004 (definitieve vaststelling van het indexcijfer voor

2004 vindt pas plaats in februari/maart 2005). Anderzijds omdat in de afgesproken systematiek

verschillen met de werkelijkheid in het daaropvolgende jaar worden gecorrigeerd. Met andere

woorden: eventuele voordelen danwel nadelen die voor de burger ontstaan door verschillen met de

werkelijkheid, worden bij de bepaling van het percentage voor het daaropvolgende jaar gecorrigeerd.

De voordelen danwel nadelen voor de burger zijn dan ook slechts incidenteel en werken dus niet

structureel door.

Nogmaals wordt benadrukt dat uit praktische overwegingen is gekozen voor één momentopname per

begrotingsjaar en deze momentopname te leggen bij de voorjaarsnota.

Hiermee is voldaan aan de behoefte aan een duidelijke en objectieve gedragslijn en daarbij is

bovendien gekozen voor een efficiënte aanpak, doordat reeds in het beginstadium van het proces van

opbouwen van de begroting duidelijkheid bestaat over de inflatiecorrectie van de tarieven.

Uw raad heeft bij de vaststelling van de voorjaarsnota ingestemd met deze werkwijze.

Op grond van de hierboven beschreven werkwijze is het percentage voor de begroting 2004 bepaald

op 2,7%. Achteraf is gebleken dat dit percentage door een fout van het CBS te hoog is vastgesteld,

namelijk op 2,7% in plaats van 2,4%. Desondanks stellen wij voor vast te houden aan de afgesproken

werkwijze en dus het percentage voor de begroting 2004 niet aan te passen. Vanzelfsprekend zal bij

de voorjaarsnota 2004 deze systeemfout worden gecorrigeerd, hetgeen aansluit bij het voorstel van

de WD.

4.

Procedures IVP en kredieten

Uit de vragen van o.a. de fracties van CDA en SDH/OH blijkt, dat het goed is om even stil te staan bij

deze procedures mede als gevolg van de dualisering.

Rolverdelino tussen raad en colleQe bij het vaststellen van het IVP

In het investeringsprogramma (IVP) wordt voor een periode van 4 jaar uitgewerkt welke

investeringsprojecten in deze jaren naar verwachting zullen worden uitgevoerd. De

investeringsprojecten zijn daarbij (met ingang van IVP 2004) geclusterd naar de programma's volgens

de programmabegroting.

De raad stelt jaarlijks de programmabegroting (en daarmee ook het IVP) op programmaniveau vast en

alloceert daarmee (onder andere) de investeringsprojecten naar de verschillende programma's.

Ons college heeft de taak de programma's volgens de programmabegroting uit te voeren, en daarmee

dus ook de taak om uitvoering te geven aan de investeringsprojecten.

RolverdelinQ tussen raad en colleqe bij het beschikbaar stellen van een krediet

Het definitief vaststellen van de programmabegroting (en daarmee het investeringsprogramma)

betekent niet dat daarmee toestemming is gegeven om de afzonderlijke investeringsprojecten ook

daadwerkelijk uit te voeren. Daarvoor dient in het desbetreffende jaar een apart voorstel te worden

voorgelegd. Indien akkoord gegaan wordt met het uitvoeren van het investeringsproject wordt een

feitelijk bedrag beschikbaar gesteld. Dit noemen we een krediet.

In het monistische systeem lag de bevoegdheid tot het beschikbaar stellen van een krediet bij de raad.

In het duale systeem is het college zelf bevoegd tot het beschikbaar stellen van een krediet. Indien

echter bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag afwijkt van het in de

programmabegroting opgenomen bedrag, gelden beperkingen bij deze autorisatie (zie blz. 2 en 3 van

de programmabegroting).

7

Rolverdelinq tussen raad en colleqe bij het volqen van de voortqanq van het IVP

In de praktijk blijkt, dat niet voor alle in een bepaald jaar geplande investeringsprojecten de kredieten

worden aangevraagd. Daarom wordt elk jaar bij de jaarrekening nagegaan voor welke projecten uit

het investeringsprogramma wel en voor welke projecten geen krediet is aangevraagd. Dit noemen we

de evaluatie van het investeringsprogramma en vormt een onderdeel van de jaarrekening (in de

toekomst wordt dit mogelijk een onderdeel van de voorjaarsnota).

Ons college zal bij de jaarrekening (en tussentijds bij de marap) verantwoording af moeten leggen aan

de raad over de voortgang van het IVP. Wij moeten dus inzicht geven in de oorzaken waarom voor

bepaalde investeringsprojecten geen kredieten zijn aangevraagd en wanneer dit alsnog gaat

gebeuren. (Overigens wordt op dit moment in opdracht van de rekeningcommissie een onderzoek

gedaan naar de oorzaken van vertragingen van het IVP.)

Rolverdelinq tussen raad en colleqe bij het volqen van de voortqanq bij de bestedinq van kredieten

In principe worden kredieten afgesloten op 31 december van het jaar volgend op het jaar van

kredietvotering. Bij de jaarrekening (en tussentijds bij de marap) leggen wij verantwoording af over de

voortgang en de besteding van de kredieten:

. Indien daarbij blijkt dat een krediet niet binnen de daarvoor gestelde termijn afgesloten kan

worden dan moeten wij aan de raad inzicht geven in de oorzaken van de vertraging van de

besteding en inzicht in de restant benodigde termijn.

. Indien blijkt dat een krediet niet toereikend is dan zullen aanvullende dekkingsmiddelen gevonden

moeten worden. In de lijn van de afspraken bij het beschikbaar stellen van een krediet geldt dat bij

een dreigende overschrijding wij in het duale systeem bevoegd is aanvullende dekkingsmiddelen

toe te kennen aan een krediet. Hierbij geldt wel de beperking dat dit slechts is toegestaan indien

deze aanvullende dekkingsmiddelen gevonden kunnen worden binnen de financiële grenzen van

het betreffende programma van de programmabegroting. Uiteraard wordt hierover in het kader

van de jaarrekening verantwoording afgelegd. Indien het niet mogelijk is om de aanvullende

dekkingsmiddelen te vinden binnen de financiële grenzen van het betreffende programma,

moeten wij vooraf (hiermee wordt bedoeld voordat er verplichtingen zijn aangegaan die leiden tot

overschrijding van het krediet) toestemming vragen aan de raad. Overigens zullen wij bij wijze van

overgang in 2004 ook relevante verschuivingen binnen programma's aan de commissie MO

voorleggen.

Overigens wordt op dit moment in opdracht van de rekeningscommissie een onderzoek gedaan naar

de oorzaken van vertragingen bij de besteding van kredieten. Naar verwachting zal dit leiden tot een

protocol hoe om te gaan met de afsluiting van kredieten.

5.

Gemeentelijke belastingdruk

De fractie Helmondse Belangen geeft aan dat met name uit de gepubliceerde cijfers van de provincie

Noord-Brabant blijkt dat Helmond qua belastingdruk de 5e plaats inneemt van de Brabantse

gemeenten.

Dit beeld wordt wat genuanceerder als we de cijfers nemen uit de "Atlas voor lokale lasten 2003" van

"Coelo" (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, Rijksuniversiteit

Groningen). Daarbij wordt uitgegaan van het gemiddeld bedrag dat een huishouden betaalt aan OZB,

rioolrecht en reinigingsheffing minus de zalmsnip.

Helmond scoort daar landelijk gezien de 187e plaats van de 517 gemeenten qua hoogte van

voormelde belastingen (¿ 671).

Enkele vergelijkbare gemeenten qua grootte en problematiek gaan ons daarbij voor in hoogte:

Hengelo ¿ 678; Almelo ¿ 691; Venlo ¿ 745. Ter illustratie: De goedkoopste gemeente in Nederland is

volgens de genoemde "Atlas" de gemeente Ameland (¿ 387) en de duurste Abcoude (¿ 1.057).

6.

Reservepositie

De fractie Helmondse belangen verzoekt om een volledig overzicht van de reserves en voorzieningen.

Het gevraagde overzicht is als bijlage opgenomen bij deze beantwoording.

Zoals in de programmabegroting op pagina 67 vermeld is bij de bepaling van het beginsaldo 2004 de

stand bij de vastgestelde jaarrekening 2002 als uitgangspunt genomen en vervolgens is rekening

8

gehouden met alle voorgenomen stortingen en onttrekkingen in 2003. In 2004 is rekening gehouden

met alle voorgenomen stortingen en onttrekkingen uit de begroting 2004 en het IVP.

In de tabel op pagina 67 van de programmabegroting is het saldo per 1.1.2004 ¿ 151.225.279. Op

bijgaand overzicht is het saldo per 1.1.2004 ¿ 197.087.548. Het verschil tussen de beide saldo's ad

¿ 45.862.269 heeft betrekking op de reserves en voorzieningen van het grondbedrijf.

7.

Overige zaken:

.

Voordeel inkoopcontract energie

Helmondse Belangen informeert naar het voordeel op onlangs gesloten contract inzake energie-

inkoop. Het contract maakt echter deel uit van de uitvoering van de eerder afgesproken

inkooptaakstelling en voordelen worden in dat kader ingeboekt en leveren in het kader van deze

begroting geen (extra) voordelen op.

Exploitatie Berkendonk

De exploitatie van Berkendonk is in de huidige vorm tot en met 2004 afgedekt (dekking uit

opbrengsten zandwinning). Het is de bedoeling om de periode 2003-2004 te benutten voor nadere

bezinning over de toekomstige exploitatie hiervan. Met de exploitatie is op jaarbasis een bedrag

van ongeveer ¿ 150.000 gemoeid.

Effecten loonstop:

De Fractie Groen Links-D'66 en de WD vragen om aan te geven wat de voorgenomen loonstop

van 2 jaar voor de gemeente als besparing oplevert. Op zich zal een loonstop leiden tot minder

groei van de salariskosten en dus minder kostenstijging. Hier staat echter tegenover, dat bij de

omvang van de uitkering uit het gemeentefonds eveneens rekening wordt gehouden met

dergelijke ontwikkelingen. De uitkering uit het gemeentefonds is namelijk mede gekoppeld aan de

ontwikkeling van de salariskosten op rijksniveau. Op rijksniveau zal de loonstop leiden tot minder

kostengroei en zal zich daardoor rechtlijnig doorvertalen naar de uitkering uit het gemeentefonds.

Kortom de effecten van de loonstop zijn voor de gemeente per saldo budgettair-neutraal en leidt

daarmee niet tot extra financiële ruimte.

.

.

8. Kunst en Cultuur

Naast positieve reacties met betrekking tot het kunst en cultuurbeleid zijn er ook kritische vragen

gesteld en opmerkingen gemaakt. Daarbij stonden de culturele infrastructuur en de Gaviolizaal

centraal. Wij zullen daarop nu nader ingaan.

Culturele infrastructuur

De fracties van CDA, SDH/OH, WD, PvdA en de fractie van Wim Klerkx hebben vragen gesteld of

opmerkingen gemaakt over de in voorbereiding zijnde huisvestingsprojecten voor het KCH, de

Openbare Bibliotheek annex Regionaal Historisch Centrum en de vlakke vloerzaal.

Wij delen de visie van de WD fractie dat versterking van de infrastructuur een stimulans moet geven

aan de verschillende vormen van cultuurbeoefening en een uitstralingseffect dienen te krijgen naar de

regio.

In de Voorjaarsnota is, zoals de PvdA terecht aangeeft, een bedrag van ruimt ¿ 14 miljoen (inclusief

BTW) geraamd voor huisvesting van het Kunstencentrum Helmond, de Openbare Bibliotheek en het

Regionaal Historisch Centrum alsmede de realisering van een multifunctionele zaal.

Voor wat betreft de onderdelen Kunstencentrum Helmond en multifunctionele zaal zal op korte termijn

het resultaat van een haalbaarheidsonderzoek duidelijk moeten maken of realisering in het

Steenweg kwartier in voorbereiding kan worden genomen.

Gezien de stand van de onderhandelingen stellen wij ons op dit moment terughoudend op.

Zo spoedig als enigszins mogelijk, doch in ieder geval binnen de volgende of navolgende

vergadercyclus, zal uw raad hierover geïnformeerd worden.

Vervolgens zal met de voorbereiding van de bibliotheekhuisvesting worden begonnen, waarbij het

Masterplan voor het centrum mede van belang is.

Wij delen het standpunt van de CDA-fractie, dat mede gezien de maatschappelijke ontwikkelingen de

doelstelling van de bibliotheek toe is aan een herijking

9

Het is ons voornemen in 2004 onze visie op het bibliotheekwerk in Helmond voor de komende jaren te

formuleren. Dit zal in nauw overleg met het bibliotheekbestuur gebeuren. Op basis daarvan kan

vervolgens een subsidie-prestatie contract tussen gemeente en bibliotheekbestuur worden

aangegaan. Waar wenselijk is in dat kader ook een herijking van het programma van eisen voor de

herhuisvesting mogelijk.

Met stijgende verbazing hebben wij kennis genomen van het betoog van de PvdA fractie met

betrekking tot de inzet van de voor de herhuisvesting van het Kunstencentrum en de bibliotheek en de

realisatie van een vlakke vloerzaal gereserveerde middelen. De fractie stelt voor 6 miljoen van de

gereserveerde 14 miljoen euro op een alternatieve wijze weg te zetten.

De nieuwbouw voor het Kunstencentrum mag ¿ 3 miljoen kosten en de bibliotheek kan in de visie van

de PvdA een gelijke bijdrage tegemoet zien. Waarop deze bedragen gebaseerd zijn is ons een

volslagen raadsel. De genoemde bedragen doen in elk geval geen recht aan de door ons beoogde

kwaliteitssprong voor de betreffende instellingen en sporen niet met hun ambitieniveau.

Het is overigens niet gebruikelijk dat investeringsmiddelen worden aangewend in de exploitatiesfeer;

een deel van de alternatieve bestedingen waarmee de fractie komt.

Ook de aankoop en restauratie van panden aan de Steenweg acht de PvdA fractie een goede

bestemming voor de "vrij te maken" miljoenen. Daarbij wordt en passant voorgesteld naast 't

Speelhuis en het particuliere Annatheater een tweede gesubsidieerd podium in Helmond te realiseren.

Hoe zich dit verhoudt tot de financiële positie van de gemeente ontgaat ons volledig!

De fractie is het kennelijk ontgaan dat de voormalige Scala mede onderdeel uitmaakt van de

onderhandelingen rond de herhuisvesting van het Kunstencentrum Helmond en de realisatie van een

vlakke vloerzaal.

Het is ook niet zo, dat er onzerzijds voor gekozen is het Annatheater buiten het centrum te huisvesten.

Het betreft hier een particulier initiatief.

Wij missen de gedegen culturele paragraaf, die wij in voorgaande jaren van de PvdA fractie gewend

waren.

Gaviolizaal

De beoogde sluiting van de Gaviolizaal roept de nodige vragen op.

De CDA-fractie concludeert terecht, dat het project Industrieel Erfgoed Toerisme serieus wordt

genomen. Door de fractie van de WD worden harde garanties gevraagd met betrekking tot beheer

van de collectie dansorgels. Ook de fractie Wim Klerkx stelde hierover een vraag.

De intentie is de orgels, in afwachting van een nieuwe accommodatie, in de Gaviolizaal te laten staan.

Ze zullen daar volgens een vast schema worden onderhouden. Het is uiteraard niet onze intentie om

de kwaliteit te laten aantasten; de collectie dient in onze visie een van de publiekstrekkers te worden

van het project, Industrieel Erfgoed Toerisme. Het betreft immers voorwerpen uit de arbeiderscultuur

uit de eerste decennia van de 20e eeuw. Binnen het totaalconcept voor "Industrieel Erfgoed Toerisme"

passen bovendien recreatieve voorzieningen. Hiermee is ook een vraag van de fractie van Groen

Links / D'66 beantwoord.

Wat betreft de aanwending van extra inkomsten bij verkoop van de accommodatie, te behalen door de

afdeling Vastgoed, hebben wij in afwachting van het resultaat onze intentie uitgesproken deze

middelen in overleg met uw raad aan te wenden voor de herhuisvesting van de collectie.

Volgens de fractie van Helmondse Belangen zal de sluiting van de Gaviolizaal leiden tot

kostenstijging. Ook de fractie van Groen Links / D'66 signaleert dit. In dat kader wordt vervolgens door

de fractie van Helmondse Belangen gevraagd naar het bedrag dat is voorzien voor de herhuisvesting

van museum en de verenigingen die thans gebruik maken van de zaal. Wat het laatste betreft: deze

twee verenigingen worden ondersteund bij het zoeken van nieuwe huisvesting. Over mogelijke

financiële consequenties valt nog niets te zeggen. Dat geldt ook voor de herhuisvesting kosten van de

orgelcollectie. De financiële consequenties kunnen immers pas in beeld worden gebracht als er zicht

is op een concrete accommodatie.

De fractie van de HSP'97 kent aan het project Industrieel Erfgoed Toerisme hoge prioriteit toe. Ook

deze fractie maakt zich zorgen over het behoud van de orgelcollectie. Zij stelt voor de Gaviolizaal niet

te sluiten omdat de exploitatie bij multifunctioneel gebruik sluitend te maken is. Wij delen dit standpunt

niet. De Gaviolizaal heeft steeds gefunctioneerd als dependance van het Speelhuis. Als zelfstandige

instelling zou er nooit sprake zijn geweest van een sluitende exploitatie. Ons inziens dienen Speelhuis

10

en Gaviolizaal ontvlochten te worden. Mede om vervuiling van de Speelhuisexploitatie voortaan te

voorkomen. Dit impliceert dat wij voor het Speelhuis, met betrekking tot de Gaviolizaal, ingaande 2004

tot de herhuisvesting, geen verdere taken weggelegd zien dan technisch beheer met betrekking tot

het gebouwen de collecties.

De door de HSP'97 genoemde alternatieve locaties zijn voor ons geen reële opties. Ze zijn van uit hun

aard - Watertoren - of hun uitstraling - voormalige Van Gend en Loos loodsen - niet geschikt.

De fractie Etienne Hesen kan zich vinden in de door ons voorgestane lijn.

De fractie van Groen Links I 0'66 informeert naar de kapitaalvernietiging die voort zou vloeien uit de

voorgenomen verkoop van de Gaviolizaal.

De kosten die de afgelopen 5 jaar rond deze zaal gemaakt zijn hadden met name betrekking op de

tijdelijke versterking van de theaterfunctie en niet op de museale activiteiten. De betreffende

theatervoorzieningen zijn inmiddels grotendeels weer verwijdert en deels ingezet ten behoeve van het

Annatheater.

Ook de fracties van SP en PvdA reageren op het sluitingsvoorstel met betrekking tot de Gaviolizaal.

Op de kostenfactor voor de herhuisvesting - een vraag van de SP fractie - zijn we hiervoor reeds

ingegaan.

De sluiting per 1 januari 2004 heeft voor de gebruikers geen direct gevolg als zij op dat moment nog

geen ander huisvesting hebben gevonden. Ook daarop zijn wij hiervoor al ingegaan. Wij delen het

standpunt van de PvdA fractie niet, dat er eerst een goed alternatief moet komen voor de zaal

gesloten wordt. De exploitatieconsequenties zijn hiervoor te zwaar.

OveriQen

Museum

De fractie van Groen Links I 0'66 informeert naar het verslag van het museumbezoek in de

Boscotondohal. Dit bezoek ontwikkelt zich positief.

In 1999 trok het Gemeentemuseum 28.048 bezoekers, in 2002 lag het bezoekersaantal op 33.838.

Er vindt overigens geen separate telling plaats voor de Boscotondohal. De bezoekers kopen één

kaartje, dat toegang verleent tot beide gebouwen. Het accent in bezoekerstallen wordt bepaald door

de aard van exposities en activiteiten. Wat nevenactiviteiten betreft; het museum organiseert in

toenemende mate - en met succes - activiteiten voor toeristische bezoekers en gezinnen met kleine

kinderen. Daarnaast wordt in samenwerking met de Stichting Carat jaarlijks een open dag

georganiseerd waarbij naast een expositie bezoek, aanvullende activiteiten worden aangeboden. Het

is overigens de intentie na de herinrichting van het kasteel de nevenactiviteiten verder uit te bouwen.

Kermis

Door de fractie van de WO wordt de vraag gesteld of het privatiseren van de uitvoerende taken met

betrekking tot de kermis naar de Stichting Stadspromotie wellicht soullaas biedt om het ten gevolge

van de besluitvorming met betrekking tot Stadspromotie ontstane dekkingsprobleem op te lossen.

Wij zien hier geen reële optie.

De kermisorganisatie is een voorbeeld van hoe de gemeente op creatieve en kwaliteitsgerichte wijze

evenementen organiseert. De toekenning van de recente kermisprijs onderstreept dit. De gemeente

stuurt het tarievenbeleid, om voor modale en beneden modale inkomens onbetaalbare kermissen te

voorkomen. Tenslotte wijzen wij er op dat de kermis een positief rendement oplevert.

Straatnamen

Door de CDA fractie wordt voorgesteld bij nieuwbouwprojecten als Suytkade en de Groene Loper

straatnamen te vernoemen naar voormalige Helmondse bedrijven en mensen die een rol hebben

gespeeld in het industriële verleden van de stad, dit als ondersteuning van het project met betrekking

tot Industrieel Erfgoed Toerisme.

Binnen de regels en mogelijkheden van het systeem van straatnaamvernoeming wordt dit reeds

gedaan.

Het eveneens van de CDA afkomstige voorstel om bij vernoeming van straatnaamborden kort iets

over de historie van de straat te vermelden zal worden betrokken bij de uitwerking van de recent

vastgestelde Monumentennota.

11

Speelhuis

De door de HSP'97 gemaakte opmerking met betrekking tot de Speelhuispubliciteit vraagt om enige

nuancering. De huidige stand van zaken is bereikt dankzij de inzet van extra publiciteitsmiddelen. Het

aantal bezoekers op jaarbasis valt nog niet aan te geven omdat het theaterseizoen nog maar pas

begonnen is en de resultaten van de losse verkoop nog niet in beeld gebracht kunnen worden. De

HSP'97 is dus wat voorbarig met haar conclusie

Tenslotte:

De HSP'97 fractie plaatst een kanttekening bij de subsidietoekenning voor het straattheaterfestival

gezien de overeenkomst met de programmering van het Lentefestival. Gezien het feit dat de

commissie S en E ingestemd heeft met zowel het conceptprogramma Kunst en Cultuur 2004 als met

de Evenementennota, inmiddels voor wat het subsidiedeel betreft ook geaccordeerd door de raad,

achten wij deze overweging niet meer opportuun.

Door de HSP'97 wordt gesteld dat de Adviescommissie Beeldende Kunst, voor tot plaatsing van

kunstwerken in de openbare ruimte wordt overgegaan, zich dient te laten leiden door de "kunst-

acceptatie" van "de Helmonder".

Nu is "de Helmonder' een moeilijk te definiëren begrip; overigens is het zo dat de Adviescommissie

Beeldende Kunst zich op grond van provinciale richtlijnen - de provincie subsidieert beeldende kunst

activiteiten voor een substantieel deel - dient te laten leiden door kwaliteitscriteria.

De fractie van Wim Klerkx houdt een pleidooi voor herziening van de "Subsidieverordening

Amateurkunst Helmond". Deze subsidieverordening is in 2002 geëvalueerd. Ten behoeve van deze

evaluatie is toen een concept verordening naar alle verenigingen gestuurd. Het hier genoemde punt is

toen niet aan de orde gekomen. Bij de evaluatie in 2002 is echter toegezegd dat de verordening om

de 2 jaar geëvalueerd zal worden. In de eerste helft van 2004 zal dit proces plaatsvinden. Daarbij zal

uw verzoek zeker welwillend worden meegenomen omdat wij uw opmerking onderschrijven dat het

uitermate belangrijk is dat de jeugd lid kan blijven van verenigingen waarbij zij een zinvolle

vrijetijdsbesteding vinden.

12

Wethouder, G.J. Bethlehem

Maatschappelijke Dienstverlening en Sport

1.

Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

Proqramma Welzijn 2004

De suggestie van de CDA-fractie om het vrijvallend bedrag van de Kinderopvang in te zetten voor

knelpunten en de toekomstige problematiek van de jO-banen roept bij ons enkele vragen op. Tot welk

bedrag wil de fractie dan inzetten voor het welzijnsprogramma en reserveren voor de 10 problematiek?

Wij wachten uw nadere voorstellen hierin af. Wel constateren we dat er door de fractie niet gekozen

wordt voor: oud geld voor nieuw geld, zoals verzocht in de commissiebehandeling.

Uit de bijdragen van de diverse fracties begrijpen we dat de raad in feite een discussie wil over het

gehele subsidiebeleid binnen Welzijn, zowel vrijwillig als professioneel. Vragen die gaan richting

productfinanciering en subsidie/prestatiecontracten, maar ook vragen over controle op de

subsidieverstrekking. In feite betreft het een door de raad te voeren discussie over nieuwe

kaderstelling binnen het programma Welzijn. Voorwaar een belangrijke discussie voor 2004. Een

discussie die ook goed past in de op dit moment lopende ontwikkeling en toekomstige uitwerking van

de nota Lokaal Sociaal Beleid. Overigens werken we al enige jaren aan de stapsgewijze verbetering

van de subsidierelaties met de professionele instellingen. Maar ook hier is het een leerproces voor

beide partijen en worden steeds duidelijkere voorwaarden gesteld aan de verantwoordingsplicht van

de inzet van de middelen.

Daarnaast heeft de commissie al, raadsbreed, aangegeven een discussie te willen voeren over de

inzet van de minderhedensubsidies, vooruitlopend op de nota Integratiebeleid. We zijn van mening dat

deze discussie in een breder verband dient te worden gevoerd. Het betreft tenslotte een

heroverweging van minimaal alle huisvestingssubsidies versus activiteitensubsidies voor

vrijwilligerswerk. Daarnaast is het van belang dat er nu geen besluiten worden genomen die later op

gespannen voet staan met de nog vast te stellen visie van de raad op het integratiebeleid als geheel.

Hierbij dient wel te worden gerealiseerd dat wij voorstander blijven van algemeen beleid in plaats van

strikt doelgroepen beleid. Gaarne vernemen we tijdens de verdere begrotingsbehandeling uw

definitieve opvatting hierover, zodat we de discussie goed kunnen voorbereiden in 2004. Wij gaan er

hierbij van uit, dat dit nog geen directe consequenties heeft voor het programma van 2004, maar pas

voor later.

Overigens ten overvloede zij hier nog vermeld dat het programma welzijn nog steeds binnen de

begroting past, c.q. zelfs nog een bijdrage zou kunnen leveren aan toekomstige structurele

bezuinigingen.

Een vergelijking van onze financiële inspanningen op welzijnsgebied met een landelijke benchmark

kunnen wij op dit moment niet geven. En als een benchmark al te maken is, zijn over het algemeen de

gegevens niet echt vergelijkbaar. Het betreft zo'n breed terrein dat veelal niet dezelfde gegevens en

bedragen worden vergeleken.

Er wordt door meerdere fracties gesteld dat de programmabegroting, niet alleen op het onderdeel

Welzijn, maar ook op de hieronder genoemde onderdelen, niet concreet genoeg zou zijn. We wijzen u

erop dat juist de onderliggende nota's aangeven hoe het gemeentelijk beleid is en dus de inzet van

middelen. De programmabegroting is niet het kader om alles tot in detail uit te werken; vandaar dat

vaak wordt volstaan met het noemen van nota's. Wel is in de commissie al aangekondigd, dat we hier

meer structureel aandacht aan gaan besteden binnen de commissievergaderingen om zodoende tijdig

met u van gedachten te wisselen over het beleid, zodat u daarin steeds de richting en kaders kunt

aangeven.

Ouderenbeleid

Het college staat positief tegenover de suggestie van de CDA-fractie om de nota over het

ouderenbeleid, nu ook intern, "Nota Seniorenbeleid" te noemen.

Zoals de fractie van de HSP aangeeft zal het een integrale nota zijn waar wonen, welzijn en zorg in

hun samenhang wordt bekeken en waarin aandacht is voor preventie, behoud van zelfstandigheid en

maatschappelijke participatie van senioren. Het is de bedoeling om steeds jaarlijks de nota bij te

stellen via behandeling in de commissie en raad. Wij zullen daarbij zeker de demografische

ontwikkelingen in Helmond en de vergrijzing per wijk meenemen.

Wij willen er alvast twee thema's kort uitlichten: participatie en wonen.

De inbreng van de senioren, nu en in de toekomst, in de ontwikkeling van het senioren beleid staat

voor ons hoog in het vaandel. Zoals u weet zal o.a. als uitkomst van de nota een voorstel komen om

een seniorenraad in te stellen en om het traject "Is uw gemeente ouderenproof' uit te laten voeren.

Met deels verwijzing naar de aandacht voor onder meer opplussen en levensloop bestendig bouwen

(o.a. domotica) in de onlangs vastgestelde Nota Wonen, zullen wij ingaan op het onderwerp

"woonservicezone". Mede in dat licht en in het kader van de nieuwe regelgeving participeren wij in een

recent door het rijk en het zorgkantoor opgestart project om te bezien wat er in de nabije toekomst

(2004 - 2007) nodig is op het gebied van wonen, welzijn en zorg om met name senioren de

mogelijkheden te bieden zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Wij proberen ons

daarbij op alle wijken te richten, dus ook op 't Hout en Helmond West, zoals door de fractie Helmond

Aktief gevraagd.

Vriiwilliqersbeleid

Wij constateren dat de raad het beleid inzake het vrijwilligerswerk steunt. Een expliciete blijk van

waardering hiervoor is uitgesproken door de fractie van de SDH/OH. Wij kunnen dan ook de

veronderstelling van de fractie van Helmondse Belangen, dat er geen financiële intensivering is

opgenomen, niet plaatsen.

In de in dit jaar nog te verschijnen vrijwilligersnota zullen wij ingaan op de mogelijkheden voor

vergroting van de financiële ondersteuning van vrijwilligersorganisaties.

Tevens wijst de fractie van Helmondse Belangen op de landelijke stimuleringsregeling

vrijwilligerswerk. Het betreft echter een tijdelijke regeling (met in de praktijk een looptijd tot en met

2005), die cofinanciering door de gemeente verlangt. Een bekend probleem met een dergelijke

regeling is altijd de discussie over eventuele voortzetting van het project en de structurele

gemeentelijk subsidie na afloop van de regeling.

Eén van de mogelijkheden voor financiële ondersteuning van vrijwilligers zelf betreft de stadspas of

vrijwilligerspas, waarnaar de fracties van SDH/OH en PvdA informeren. Over dit onderwerp is ook de

mening van de vrijwilligers zelf gevraagd, maar het blijkt een lastigere discussie als dat het op het

eerste oog lijkt.

De koppeling met de stadspas, als kortingspas zijnde een soort extra bijstand voor minima ter

voorkoming van stigmatisering, blijkt door landelijk beleid inmiddels onmogelijk. Hierdoor is de

discussie nu verengd tot een pas voor de vrijwilligers en wordt onderzocht in welke vorm dit zou

moeten kunnen. Ook andere steden worden benaderd hierover. De gedachten op dit moment variëren

van een kortingspas, waarvan de kosten te betalen zijn uit de gemeentelijke middelen - en gezien de

circa 12.000 vrijwilligers in onze stad lijkt ons dit een behoorlijke financiële last - tot een onderlinge

verrekening of bijdrage, een soort pas die deelname aan andere verenigingen, of

verenigingsactiviteiten, goedkoper maakt.

Inteqratiebeleid

Het doelgroepen beleid, waarvoor de fracties van het CDA en de PvdA aandacht vragen, vormt

onderdeel van de nog te voeren discussie over het integratiebeleid, dat gestalte krijgt in de loop van

2004. Een herzieningsvoorstel wat de subsidiegrondslagen vanaf 2005 betreft maakt hiervan

onderdeel uit.

Op de vraag van de fractie SDH/OH kunnen wij melden dat wij volgend jaar, als vervolgstap op het

geactualiseerde plan van aanpak, de nota Integratiebeleid zullen opstellen. Het gaat ons vooralsnog

om het bevorderen van samenhang en het stimuleren van interactie tussen allochtone en autochtone

groepen maar ook binnen de groepen waar significante verschillen bestaan.

Tevens beogen wij hierbij vraaggericht, maar niet vraaggestuurd beleid te ontwikkelen. Ten behoeve

van genoemd document wordt een klankbordgroep gevormd, die onder meer uit allochtonen zal

bestaan. Dit betekent dat we op dit moment niet vooruit willen lopen op de integratienota en dan pas

de discussie willen voeren over het voorstel van het CDA om nu al de subsidie voor het product

220.01 van de SWH te beëindigen.

Vluchtelinqen / asielzoekers

Er bestaat geen reservefonds voor uitgeprocedeerde asielzoekers, zoals de fractie van het CDA naar

aanleiding van een recent persbericht veronderstelt. Wel bestaat er een reserve asielzoekers doch

deze is in principe bestemd voor kosten verband houdende met de in de gemeentelijke opvang

verblijvende asielzoekers.

2

Er is eveneens geen Rijksbijdrage voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Wel lag er een

toezegging van de vorige Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie om onder voorwaarden en

achteraf een vergoeding voor opvang aan gemeenten te verstrekken. Deze voorwaarden zijn achteraf

echter zo beperkend dat er in de praktijk nauwelijks sprake kan zijn van enige bijdragen vanuit het

Rijk. De huidige Minister heeft recent gesteld op dit standpunt te blijven en dus komt er geen extra

geld naar de gemeenten voor deze opvang. De VNG heeft hierover nog overleg met de Minister.

Daarnaast hebben wij in SRE-verband aan de regiogemeenten een bijdrage verzocht om de

noodopvang in de lucht te kunnen houden. Dit wordt nog nader besproken.

Helmond tracht samen met andere gemeenten, SRE en B5, en via de VNG met de Minister

oplossingen te bereiken om met name de schrijnende gevallen te kunnen helpen. Uitgangspunt

daarbij is dat de gemeente het rijksbeleid niet wil frustreren, maar het gaat hierbij om tijdelijke opvang

in afwachting van terugkeer naar het land van herkomst. Om deze reden is er in het SRE een

onafhankelijke Regionale Toetsingscommissie, RTC, ingesteld die toetst of uitgeprocedeerden

voldoen aan criteria om voor tijdelijke noodopvang in aanmerking te komen. De centrumgemeenten

Eindhoven en Helmond stellen hiervoor panden ter beschikking. In de regio Helmond wordt de opvang

uitgevoerd door de Stichting Vluchteling Als Naaste.

Het totale aantal uitgeprocedeerde asielzoekers is niet exact te geven, omdat een deel volledig buiten

het zicht van de gemeente of instanties blijft en verder afhankelijk is van het wisselende

uitzettingsbeleid van het rijk. Behalve het door de CDA-fractie genoemde aantal van circa 40

personen, die regionaal in aanmerking komen voor tijdelijke noodopvang, onderhoudt de Stichting

Vluchteling Als Naaste per jaar meer dan 200 verdergaande contacten met uitgeprocedeerde

asielzoekers.

Sociaal-maatschappelijke voorzieninqen Binnenstad-Oost

De fractie van het CDA veronderstelt een toekomstig dekkingsprobleem met het wijkhuis/brede

school. Thans wordt een onderzoek verricht om meer in detail inzicht te geven in het beheer en

exploitatie van het wijkhuis brede school, uiteraard inclusief de financiële dekking. Dit traject zal naar

verwachting dit najaar in concept worden afgerond. Of er dan sprake is van een probleem, is nu nog

niet te zeggen.

In reactie op een vraag van de PvdA-fractie kunnen wij mededelen dat bij de vaststelling van het

programma van eisen voor het jongerencentrum ook randvoorwaarden worden gesteld voor een goed

beheer. Dit najaar wordt in overleg met alle betrokkenen dit traject afgerond.

2.

Zorg en volksgezondheid

Gezondheidsbeleid

Er zijn belangrijke wijzigingen in het rijksbeleid op het terrein van zorg en volksgezondheid te

verwachten.

Eén daarvan is verdere modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het

rijk is van plan de AWBZ te gaan beperken tot een aantal kernaanspraken, waardoor bijvoorbeeld het

ondersteunen van cliënten primair de eigen verantwoordelijkheid van het individu wordt en ook de

huidige financiële ondersteuning van de zorgvernieuwing verdwijnt. Het is tegelijk de bedoeling dat de

gemeente verantwoordelijk wordt voor een goede infrastructuur voor maatschappelijke zorg in de

vorm van zogenoemde vangnetvoorzieningen (integrale ketens van wonen, zorg en welzijn; één

loket). Daarvoor wil het rijk een nieuwe wettelijke grondslag ontwerpen in de Wet Maatschappelijke

Zorg, waarin behalve de verantwoordelijkheid voor het vangnet ook die voor de Wvg en de

Welzijnswet samenkomen. Tevens zullen gemeenten voor uitvoering van die nieuwe wet financiële

middelen ontvangen. Op dit moment is niet veel meer bekend over de uitwerking van bovengenoemde

plannen en de bijbehorende middelen. En daarmee in feite ook niets definitiefs over de eventuele

gevolgen voor onze burgers.

Deels in het verlengde van en in aanvulling op genoemde landelijke ontwikkelingen kunnen wij, in

antwoord op vragen van diverse fracties over enkele regionale ontwikkelingen het volgende melden.

Onlangs is een advies uitgebracht door de zogenoemde "commissie Buurmeijer" om onder meer de

huidige gemeentelijke bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het RIO onder te brengen in een nieuw

op te richten zelfstandig bestuursorgaan. Tevens wordt het rijk geadviseerd om de eerder beoogde

3

integratie van de Wvg-indicatiestelling in het RIO niet meer verplichtend te stellen. Het

kabinetsstandpunt over dit advies is nog niet bekend, maar wel aangekondigd voor dit najaar. Verder

merken wij op dat de Stuurgroep Robuuste RIO's ons nog geen voorstel heeft gedaan over de

beoogde fusie van de drie RIO's in Zuidoost Brabant. Tot op dit moment wordt nog steeds gestreefd

naar de oprichting van één RIO voor heel Zuidoost Brabant.

Daarnaast is er een discussie gaande om de zogeheten witte kolom te versterken door de huidige

twee GGD's in Zuidoost Brabant te fuseren en de bestuurlijke aansturing onder te brengen in de

gemeenschappelijke regeling inzake de hulpverleningsregio om de rampen bestrijding te

optimaliseren. Ook hierover hebben ons op dit moment nog geen definitieve voorstellen bereikt. In

antwoord op vragen van de fractie Helmond Aktief mogen we als bekend veronderstellen dat het

preventiebeleid door de GGD wordt uitgevoerd. Hierbij valt te denken aan onder meer preventieve

gezondheidsonderzoeken van de jeugd, bevolkingsonderzoeken op borstkanker en

baarmoederhalskanker en het rijks-vaccinatieprogramma. Overigens, in aanvulling op hetgeen

hierboven over het ouderen beleid is gesteld, wordt door de GGD op landelijk niveau onderzocht of

een soort consultatiebureau voor gezondheidsproblemen van ouderen zinvol is.

Nog dit jaar zullen wij een rapportage over het gezondheidsbeleid onder uw aandacht brengen, waarin

wij naast op bovenstaande ook in zullen gaan op met name de uitwerking van ons gezondheidsbeleid

in Binnenstad-Oost en ook op de huisartsenproblematiek. Wat dit laatste onderwerp betreft komt ook

onze rol expliciet aan bod. Omdat op het terrein van gezondheidsbeleid steeds meer een beroep op

de gemeente wordt gedaan (kerntaak), zal onze rol, die volgens de WD-fractie niet actief mag zijn, te

zijner tijd ook uitdrukkelijk aan de orde komen naar aanleiding van de eerdergenoemde pilot over

wonen, zorg en welzijn (zie onder ouderenbeleid). Ten principale staan wij afwijzend tegenover een

zogeheten regierol zonder voldoende bevoegdheden en financiële middelen.

Voedselbank

Het Voedselbank-project, waar de fractie Helmondse Belangen naar informeert, is ons bekend. Al

enkele maanden geleden hebben wij het eerste contact gehad met de familie van Bakel uit Aarle-

Rixtel, initiatiefnemers van dit project, en vervolgens met diverse andere betrokkenen.

Naar aanleiding van een verzoek om ondersteuning hebben wij gevraagd om een uitgewerkt

projectplan met daarin onder meer aandacht voor de door hen gewenste medewerking van de

gemeente Helmond en anderen (overige regiogemeenten, maatschappelijke organisaties e.d.).

Het projectplan wordt momenteel door de Stichting Voedselbank Zuidoost Brabant opgesteld. Op

basis hiervan zullen wij ons standpunt bepalen.

3.

Onderwijs, jeugd en kinderopvang

Jeuqd

Wij hechten, in reactie op een vraag van de fractie Helmondse Belangen, grote waarde aan de

mening die jongeren hebben over zaken die betrekking hebben op de leefwereld van jongeren. Denk

in dat kader bijvoorbeeld aan het betrekken van jongeren bij het realiseren van een voorziening

(JOVIC in Helmond Noord, containers in Brouwhuis).

Om de sociale cohesie en communicatie tussen jong en oud te bevorderen is het van belang jongeren

structureel te betrekken bij de samenleving waar zij deel van uitmaken en dat volwassenen ruimte

scheppen waardoor jeugdigen daadwerkelijk betrokken raken.

Hoe dit op wijkniveau wordt georganiseerd is vooral een zaak van de wijkbewoners zelf. Tot de

mogelijkheden behoren een jongeren kader per wijk, participerend in bestaande werkgroepen. En

wellicht het oprichten van jongerenwerkgroepen (niet persé jongeren raden) die een aantal activiteiten

per jaar organiseren, met als doel communicatie tussen jongeren en wijkbewoners te bevorderen. Ook

kan worden gedacht aan het bevorderen van het veiligheidsgevoel van wijkbewoners en van de

sociale controle, waarbij zowel jongeren als wijkbewoners (allochtoon en autochtoon) een actieve rol

vervullen.

Van daaruit zou dan eventueel het initiatief kunnen worden genomen tot een stedelijke jongerenraad,

bestaande uit vertegenwoordigers van de wijkjongerenraden.

4

Kinderopvanq

Met het voorgenomen beleid sluiten wij aan bij het landelijk beleid, dat de Tweede Kamer recent

nogmaals heeft bekrachtigd. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe wet (WBK) zal ook gestart worden

met de nieuwe financieringssystematiek, waarbij de kosten voor rekening komen van ouders,

rijksoverheid (via de belastingen) en de werkgevers.

In de commissievergadering zijn bijna alle partijen akkoord gegaan met de voorgenomen bezuiniging.

Er is wel verzocht om een overgangsregeling voor 2004 voor de schrijnende gevallen, die nu al

gebruik maken van de opvang bij de SKOH en waarvan de werkgevers vooralsnog niet willen

meebetalen.

Zoals in de commissie reeds is aangegeven denken wij bij de overgangsregeling aan het omzetten

van sociaal-medische plaatsen in beperkte algemene plaatsen voor het jaar 2004. Het aantal dat in de

commissie genoemd is 10, nl. de zgn. reserveplaatsen. We hebben echter nog geen bericht

ontvangen over het aantal van de SKOH en kunnen dus niet exact aangeven om hoeveel plaatsen het

zou gaan. In de commissie is het aantal van 44 kinderen genoemd die voor een overgangsregeling in

aanmerking zouden kunnen komen, dat zijn ongeveer 20 kindplaatsen, dus dat zou maximaal het

aantal kunnen zijn. Echter we schatten in dat gezien de inkomensbeperking die, inkomens tussen

¿ 1.200,= en ¿ 1.600,= (inclusief moeder- en kindalimentatie), zoals ook de fractie Hesen

veronderstelt, we dit aantal niet nodig zullen hebben. Vandaar dat we er op dit moment als college van

uitgaan dat het uiteindelijk om 10 kind plaatsen zal gaan en zijn we bereid om deze sociaal-medische

plaatsen om te zetten in algemeen toegankelijke plaatsen voor die kinderen die er nu gebruik van

maken bij de SKOH. Daarnaast kunnen we ons voorstellen dat er ook een soort afbouw van de

gemeentelijke bijdrage komt in de loop van het jaar, aangezien deze overgangsregeling in 2005

definitief komt te vervallen. Dit betekent dus dat we u nu voorstellen om maximaal 10 kind plaatsen te

reserveren als overgangsregeling en te bezien of er alsnog aanspraak gemaakt moet worden op meer

plaatsen. Even in cijfers. We hadden 25 kindplaatsen voor sociaal-medische opvang binnen SKOH +

10 kindplaatsen voor marktwerking. Het voorstel wordt nu: 5 al bestaande sociaal-medische

indicatieplaatsen, aangevuld met 10 plaatsen voor mogelijke groei hierin. We houden verder rekening

met de bestaande (reserve)plaatsen van 10 voor de marktwerking. De overige 10 plaatsen zijn dan

bedoeld om in te zetten voor de overgangsregeling. De definitieve regeling zullen we u voorleggen

zodra we beschikken over de gevraagde gegevens.

Behalve bovenstaande is er wel een specifieke rijksregeling voor alleenstaande ouders, naast die voor

uitkeringsgerechtigden en nieuwkomers. De uitvoering van deze regelingen in Helmond blijft bestaan.

In reactie op een vraag van de fractie van de SP kunnen we dus stellen dat er in deze zin niet wordt

bezuinigd op de specifieke kinderopvang voor alleenstaande ouders.

4.

Inburgering

Nog dit najaar zullen wij aan de raad het nieuwe inburgeringbeleid ter besluitvorming voorleggen. In

het huidige inburgeringsbeleid is sprake van een zogeheten incentivebeleid voor inburgeraars. Vanaf

augustus 2003 wordt deze voor zowel oud- als nieuwkomers gehanteerd. Het betreft een borg en

beloningsysteem. Het kabinet heeft ook andere sancties (negatieve, waar de WD fractie naar

informeert) aangekondigd voor groepen inburgeraars.

Richting de fractie van de PvdA merken wij hierbij op, dat de vraag naar inburgeringtrajecten

weliswaar moet aansluiten bij de behoefte van de doelgroep, maar dat de gemeente vanuit haar rol

van regisseur moet toezien dat ook een norm gesteld wordt ten aanzien van wat migranten nodig

hebben aan competenties (kennis, vaardigheden en attitude) om effectief te kunnen zijn in de

Helmondse samenleving. Het kabinetsvoornemen om van inburgering een commerciële markt te

maken kan conflicterend zijn met het gemeentelijk beleid, omdat we mogelijk onze regietaak

kwijtraken. Op haar werkbezoek aan Helmond dd. 5 november a.s. zullen we dit de minister ook

toelichten.

5

5.

Sport en recreatie

Sportbeleid

De commissie SE hebben wij de concept nota "Helmond gaat ervoor" doen toekomen, die wij op 24

juni 2003 hebben vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. Deze nota is , zoals u bekend

samengesteld in samenwerking met de Raad voor de Sport. Inmiddels zijn ook alle Helmondse

sportverenigingen in het bezit van de nota en is er op 10 december 2003 een inspraakbijeenkomst

belegd. Op basis van het resultaat van de inspraak zullen wij de nota definitief vaststellen. De

behandeling in commissie en raad, waar de fractie van het CDA naar vraagt, is voorzien in het eerste

kwartaal van 2004.

In reactie op met name een vraag van de WD-fractie kunnen wij stellen dat de in de beleidsnota

opgenomen ambities redelijk fors zijn, maar dat is gebruikelijk. Bij onze definitieve standpuntbepaling

worden de ambities vanzelfsprekend nog getoetst op hun (onder meer financiële) haalbaarheid.

Wij constateren een positieve opstelling van het CDA inzake de breedtesportstimulering, waarin

doelgroepen beleid wordt geaccentueerd. We onderschrijven echter ook, dat de aandacht en de inzet

van de gemeente zich terug zou moeten richten op de gewone Helmondse jongeren. Via het

stimuleren en subsidiëren van de Helmondse sportverenigingen proberen we dat ook zo goed

mogelijk te doen. De stelling "Beloning van probleemgedrag leidt tot frustratie bij andere jongeren en

moet niet uitgangspunt van beleid zijn" spreekt ons tot op zekere hoogte aan. In de huidige beleidslijn

is geen sprake van beloning, maar van poging tot bijstelling van probleemgedrag en dat is een

wezenlijk verschil.

Wij delen de kwalificatie "mager en afwachtend" van de CDA-fractie voor de ontwikkeling van

sportvoorzieningen in uitleggebieden als Brandevoort, Berkendonk en Suytkade niet. Binnen de

mogelijkheden en binnen de kaders van de betreffende planontwikkeling komt ook het onderwerp

sportvoorzieningen aan bod. De fractie van Helmondse Belangen steunt, evenals de Helmondse

Seniorenpartij, de voornemens ten aanzien van de versnelde ontwikkeling van de

buitensportaccommodatie in Brandevoort en de relatie met de expansieproblemen van RKSV MierIo-

Hout. Over de sportontwikkeling in andere uitleggebieden, zoals Berkendonk, Suytkade zijn nog geen

definitieve mededelingen te doen. We zullen beide situaties in het voorjaar van 2004 in

commissieverband aan de orde stellen.

Verder vraagt Helmondse Belangen naar de ontwikkelingen op het terrein van verhuur van

binnensportaccommodaties. Op de planning staat de realisering van een beheersplan

binnensportaccommodaties, dat moet leiden tot een optimalere situatie voor de huurder en tot een

meer adequate exploitatie- en beheerssituatie. Of dit beheersplan in 2004 haalbaar is zal mede

afhangen van de tijd die in de andere ontwikkelingen en met name in de herhuisvesting van Klein

Arsenal moet worden gestoken.

De Helmondse Seniorenpartij vraagt naar informatie over de besteding van de ¿ 100.000,-- voor de

uitvoering van de Sportnota. Die middelen worden niet specifiek ingezet voor manifestaties zoals

Helmond Sportief afgelopen juli op het Havenplein en omgeving. Overigens gaat het hier om een

bijzonder geslaagd evenement, dat met name geleid heeft tot een forse toename van het

ledenbestand van een aantal sportverenigingen.

De ¿ 100.000,-- worden ingezet voor het realiseren van de doelstellingen van de Beleidsnota Sport en

voor de breedtesportstimulering.

6.

Bestuur en organisatie

Verbouwinq Stadskantoor

Ook wij gaan uit van de veronderstelling van de CDA-fractie dat de verbouwing van het Stadskantoor

wordt gerealiseerd binnen de gestelde budgetten. Inmiddels is ongeveer 75% van het werk

aanbesteed en dat past binnen de voorcalculaties. Voor de volgende nog te realiseren voorzieningen

zijn de middelen die nog niet zijn ingezet I gevoteerd maar wel in IVP zijn geraamd: tijdregistratie en

toegangscontrolesysteem, verbouwing personeelsrestaurant, nieuwbouw fietsenstalling, aanpassen

(enkele) toiletten en vervangen vloerbedekking.

6

De aanpassingen aan plafonds en installaties, waarover de fractie van SDH/OH duidelijk vraagt,

betreffen nieuw beleid voor 2004 als aanvulling op de eerder bestemde middelen vanuit het IVP voor

de aanpassingen en verbouwingen van het stadskantoor. De raad heeft op 30 september jongstleden

een besluit genomen over deze bijraming, die is ingezet in het totaalkrediet van ¿ 1.903.000. Naar

verwachting kan in het plan van aanpak volledig voorzien worden met genoemd vastgesteld krediet

van ¿ 1.903.000.

Informatiebeleid en Kenniswiik

a. e-service, e-democracy en e-city

Vanuit het ministerie van BZK zijn ten aanzien van elektronische dienstverlening (het e-service

domein) de volgende doelstellingen geformuleerd (bron: ontwerp begroting 2004 Ministerie van BZK):

ultimo 2004 kan minimaal 45% van de totale publieke dienstverlening elektronisch worden

afgehandeld;

ultimo 2004 zal 60% van alle formulieren elektronisch beschikbaar zijn;

Ons streven is erop gericht deze doelstelling in Helmond te realiseren. De belangrijkste bijdrage om

deze doelstelling te halen wordt geleverd door de deelname van de gemeente Helmond aan

superpilot, een samenwerkingsverband tussen vier steden (Den Haag, Enschede, Eindhoven en

Helmond) met het ministerie van BZK om elektronische dienstverlening te realiseren. In dat kader zijn

afspraken gemaakt om (bron: convenant Superpilot) ons in te spannen om binnen de tijdsduur van dit

convenant (27 september 2001 t.m. 31 december 2004) een situatie te realiseren waarin burgers en

bedrijven de producten en diensten van de gemeente, die zich daarvoor lenen, langs elektronische

weg kunnen aanvragen en verkrijgen.

Om u toch een indruk te geven wat er tot op heden is gerealiseerd en wat naar verwachting eind 2004

operationeel is het volgende overzicht van de belangrijkste lopende e-service projecten:

inmiddels zijn 150 gemeentelijke productbeschrijvingen met waar relevant formulieren (een

vijftigtal op dit moment) beschikbaar in het digitaal loket;

vastgoed informatie op internet is operationeel, momenteel wordt gewerkt aan de uitbreiding naar

meer thema's;

statusinformatie bouwvergunningen;

realisatie van virtueel loket burgerzaken; hiermee worden minimaal 8 diensten voor de burger op

het gebied van burgerzaken vanuit thuis elektronisch volledig geautomatiseerd aan te vragen zijn,

moet de voortgang bewaakt kunnen worden door de medewerkers van de Stadswinkel en de

afhandeling optimaal geautomatiseerd verlopen;

realisatie van virtueel loket zorg; idem als het virtueel loket burgerzaken maar dan voor minimaal 5

gemeentelijke zorg producten;

realisatie van het virtueel loket Bouwen wonen en leefomgeving; idem aan het virtueel loket

burgerzaken maar dan met gemeentelijke producten op dit domein;

bezwaar en beroep op internet; hiermee wordt ingezet op de transparante overheid door het

publiceren van voor de betrokkenen relevante informatie over de bezwaar- en beroepsprocedures,

onder andere de status;

Wal-informatie toegankelijk via internet;

Horecavergunningen op internet.

In aanvulling op de hierboven genoemde lopende projecten is ons voornemen om in 2004 het aantal

producten op internet fors uit te breiden waarbij de ambitie is om te komen tot een zo hoog mogelijk

serviceniveau per product. Dit sluit aan bij de inspanningsverplichting die de gemeente Helmond heeft

in het kader van Superpilot.

In het e-democracy domein is het Bestuurlijk Informatiesysteem reeds geruime tijd operationeel en is

een project gerealiseerd om enquêtes via internet uit te voeren. Gereedschappen voor chatten,

forums en opiniepeilingen zijn inzetbaar zodra er geschikte actuele onderwerpen voorhanden zijn.

Daarnaast is subsidie aangevraagd voor de realisatie van een project omtrent de inzet van ICT ten

behoeve van de participatie van de burger bij de realisatie van de plannen voor Binnenstad Oost

waarbij gebruik gemaakt wordt van virtuele maquettes en 30 visualisaties. Realisatie hiervan is 2e

kwartaal 2004 voorzien.

7

Ten aanzien van het e-citv domein is de realisatie van een breedbandinfrastructuur een belangrijk

item. Op dit moment worden initiatieven genomen om met bestaande netwerkaanbieders (o.a. KPN en

UPC) te bezien of er tot een opzet van een glasvezelnetwerk gekomen kan worden. In het eerste

kwartaal van 2004 moet dit traject uiterlijk worden afgerond. Verder worden op het e-city domein

primair interessante initiatieven van marktpartijen of dienstenaanbieders opgepakt.

b. Kenniswijk

Over de besluitvorming inzake Kenniswijk, waarover de fractie van SDH/OH een opmerking maakt

merken wij het volgende op.

Om het experiment Kenniswijk (de consumentenmarkt van de toekomst) te kunnen realiseren is een

BV opgericht, genaamd Kenniswijk BV. De gemeenteraad heeft op 2 oktober 2001 besloten in te

stemmen met de samenwerkingsovereenkomst en de conceptstatuten ten behoeve van de oprichting

van deze BV en de gemeentelijke deelname aan de BV. Hiermee is de gemeente 1 van de 27

aandeelhouders met stemrecht op de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA). Daarnaast

heeft de gemeente aangegeven een bijdrage te zullen leveren in de exploitatie van de BV voor de

jaren 2002, 2003 en 2004. Jaarlijks wordt door Kenniswijk BV een jaarplan opgesteld welk ter

goedkeuring wordt voorgelegd aan de AvA en aan de subsidiënten (waaronder de gemeente

Helmond) voor het verkrijgen van de jaarlijkse subsidies. Het kredietvoorstelom de gereserveerde

middelen in het investeringsprogramma voor 2003 en voor 2004 beschikbaar te stellen zal zoals

gebruikelijk worden voorgelegd aan de commissie en de gemeenteraad.

c. hosting

Door de Gemeente Helmond wordt steeds meer dienstverlening via internet aangeboden. De externe

ICT-infrastructuur die benodigd is om deze internet dienstverlening te faciliteren (computersystemen,

breedbandige internetaansluiting, systeemprogrammatuur, etc) is niet aanwezig binnen de organisatie

van de gemeente Helmond. Ook het beheer hieromtrent is nog niet geregeld (afdeling automatisering

en Informatiebeheer is voornamelijk intern georienteerd). Het technisch faciliteren van internet

dienstverlening wordt hosting genoemd.

Omdat het, zoals terecht door de fractie van SDH/OH wordt opgemerkt, een kostbare aangelegenheid

is om dit in eigen beheer te realiseren, wordt dit momenteel per project gefinancierd extern

gefaciliteerd. Met name ook omdat het momenteel, gezien de relatief lage intensiteit van internet

dienstverlening, niet rendabel is om het in eigen beheer uit te voeren. Afhankelijk van de

ontwikkelingen met betrekking tot de internet dienstverlening, die de gemeente Helmond in de

komende jaren doormaakt, kan het in de toekomst vanwege te behalen schaalvoordelen rendabel, of

technisch noodzakelijk worden dit in eigen beheer uit te gaan voeren.

8

Wethouder, RAG. van Heugten

Stedelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondzaken

1.

Algemeen

In de beantwoording van de vragen van de fracties op het vlak van de portefeuille Stedelijke

ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondbedrijf willen wij graag de lijn aanhouden die bij de andere

portefeuilles ook zoveel mogelijk wordt gevolgd waarbij wordt aangesloten op de in de

programmabegroting gehanteerde volgorde van beleidsprogramma's.

2.

Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting

Beleidsontwikkelinq

De fractie van de WD vraagt naar de planning van het nieuwe Algemeen StructuurPlan 2015. De

planning is er op gericht de eerste contouren van het ASP (voorlopig ontwerp met daarbij een aantal

primaire beleidskeuzes) in het voorjaar van 2004 aan de raadscommissie RF voor te leggen. De

planning is daarbij mede afgestemd op de gang van zaken rond de Regionale Ruimtelijke Visie die

door het SRE en Provincie gezamenlijk wordt uitgewerkt.

Bijna in een adem vraagt deze fractie tevens naar de herijking van de woonvisie en van de nota

Grondbedrijf.

Bij de vaststelling van de nota Wonen: een visie op het wonen in Helmond tot 2010 in november 2002

is afgesproken deze nota eens per twee jaar te actualiseren. Onlangs heeft de enquêtering

plaatsgevonden voor het nieuwe Regionale Woningbehoefteonderzoek. De resultaten hiervan zullen

in de geactualiseerde versie verwerkt worden die in de loop van 2004 in uw raad behandeld zal

kunnen worden.

Voor wat betreft de nota Grondbedrijf wijzen wij erop dat de vigerende nota nog vrij recent is en dat

qua hoofdlijnen van beleid er weinig aanleiding is tot een fundamentele herijking van de ingezette

koers. Niettemin zeggen wij u toe dat een tussentijdse monitoring in de vorm van een beperkte

evaluatienotitie zal worden opgesteld die naar onze verwachting in de loop van 2004 aan de raad zal

worden aangeboden.

Beleidsproqrammerinq

Door de Fractie Wim Klerkx (FWK) wordt gevraagd naar de relatie tussen het beleidsprogramma (4.) 8

Centrumontwikkeling en (4.) 10 Ruimtelijke ontwikkeling en Volkshuisvesting waarin ook over het

centrum wordt gesproken. Het verschil betreft het onderscheid dat centrumontwikkeling met name de

algemene coërdinatie en afstemming van beleid omvat waaronder ook integrale visievorming

(waaronder Masterplan centrum) terwijl in beleidsprogramma 10 een aantal specifieke (bouw)

projecten wordt benoemd die weliswaar onder het ruime gebied Centrum vallen maar door hun

omvang wel een eigen projectbenadering hebben en daarmee veelal ook een eigen

exploitatierekening kennen. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn Suytkade en Steenwegkwartier. Een

zelfde vraag geldt ook de positionering van Binnenstad-Oost in de verschillende beleidsprogramma's.

Deze wijk / herstructureringsgebied kent vanzelfsprekend ook duidelijke ruimtelijke

ordeningscomponenten en volkshuisvestingscomponenten maar valt inhoudelijk en qua budgetten

onder het programma Stedelijke Vernieuwing, Het is precies deze reden dat in beleidsprogramma 10

verwezen wordt naar dit separate programma. Via eenduidige communicatie (rapportages,

presentaties, overleg etc.) langs hulpstructuren met een coërdinatiefunctie (o.a. de raadscommissie

ruimtelijk-fysiek) wordt de overzichtelijkheid en controleerbaarheid zoveel als mogelijk bevorderd.

Specifieke proqrammaonderdelen

De fracties van PvdA en SP vragen naar de stand van zaken rond de leegstaande panden aan het

Rijpelplein en dringen er bij ons aan tot duidelijkheid en voortvarendheid.

Wij kunnen u melden dat dit pand onze volle aandacht heeft en dat niet alleen in de laatste maanden

maar reeds over een lange tijd. De gemeente heeft als eigenaar van dit pand intensief gezocht naar

een goede bestemming voor dit pand en heeft hier met allerlei instanties en partijen uitvoerig overleg

gepleegd. Mogelijkheden die -vaak uitgebreid onderzocht - de revue hebben gepasseerd zijn het

realiseren van een gezondheidscentrum, een opvanghuis voor Ama's, een vrouwencentrum en meest

recentelijk een invulling met een viertal woningen. De eerstgenoemde 3 opties zijn door afhaken van

instanties of financiële onhaalbaarheid afgevallen. De laatstgenoemde invulling wordt op dit moment

door de gemeente zelfstandig uitgewerkt. Wij houden u op de hoogte van de resultaten.

1

De fractie van de SP vraagt tevens naar de stand van zaken rond de nieuwbouw van

verzorgingstehuis de Eeuwsels. Wij kunnen u melden dat inmiddels de aanliggende school en

gymzaal aan het Nieuwveld zijn gesloopt en dat het onderliggende perceel deel uitmaakt van

stedenbouwkundige en architectonische planvorming voor de uitbreiding voor de extramurale zorg van

het verzorgingstehuis. Naar verwachting kan op basis van hiervan binnenkort tot een concrete

grondaanbieding aan Savant worden overgegaan.

De fractie van de PVDA vraagt naar de bestemming van het voormalig postkantoor aan het Oostende.

De situatie is de volgende.

Nadat het postkantoor is vertrokken uit het pand is het aangekocht door woningcorporatie

Volksbelang. Wij hebben op dat moment aangegeven dat het pand in gebruik genomen kan worden

overeenkomstig de bestemming kantoor. De woningcorporatie speelt met de gedachte om daar het

eigen kantoor onder te brengen. Een nieuwe ontwikkeling beperkt tot het hoekperceel ligt wat ons

betreft niet in de rede. Vanwege de belangrijkheid van de locatie gelegen aan een belangrijke

invalsweg, de nabijheid van de Groene Loper en de samenhang met de Centrumontwikkeling moet

veeleer gedacht worden aan een integrale gebiedsontwikkeling van de gehele bedrijvenstrip aan de

Kanaaldijk NO. In het kader van het ASP 2015 zal hier aandacht aan besteed worden.

Reqionale afstemminq woninqbouwafspraken

Binnen het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven functioneren 22 autonome gemeenten, die elk

hun eigen woningbouwprogramma op een eigen manier willen vormgeven. In het verleden mondde dit

vaak uit in discussies tussen de steden enerzijds en de randgemeenten en het landelijk gebied

anderzijds, en ook tussen randgemeenten en landelijke gemeenten onderling. Nadat de provincie

Noord-Brabant de afgelopen jaren de bouw in met name de landelijke gemeenten aan banden had

gelegd, heeft de provincie onlangs deze gemeenten weer enige ruimte gegeven (overigens tot

maximaal migratiesaldo 0). De vraag van de fractie van het CDA of het met deze toenemende vrijheid

moeilijker wordt om de regionale markt te sturen en de woningproductie in Helmond te garanderen,

kan dan ook bevestigd worden. Dat neemt niet weg dat er ook positieve elementen te noemen zijn.

Binnen SRE-verband is onlangs de Regionale Woonvisie in concept gereed gekomen. Deze

conceptvisie is in goede onderlinge verstandhouding en met een positieve grondhouding van alle

partijen tot stand gekomen en zal op korte termijn de inspraak ingaan. In deze visie zijn door de

verschillende gemeenten op vrijwillige basis afspraken gemaakt omtrent aantallen te bouwen

woningen en de doelgroepen die daarmee bereikt dienen te worden. Ons college zal vanzelfsprekend

de voortgang hiervan volgen en erop toe zien dat de gemaakte afspraken ook daadwerkelijk

uitgevoerd worden. De regionale woonvisie is daarnaast ook ondergrond voor de ruimtelijke vertaling

in het kader van de regionale ruimtelijke visie (RRV) die momenteel in voorbereiding is. Ook hier

zullen wij de belangen en zienswijze van Helmond op dit vlak inbrengen.

Voortqanq woninqproductie

De fracties van het CDA, de WD, PvdA, de Helmondse Seniorenpartij en de fractie van Helmondse

Belangen maken zich zorgen over de sterk vertraagde woningproductie. Deze vertraging is geen

specifiek Helmonds probleem, maar komt in het hele land voor. Voor de rijksoverheid was dit

aanleiding verleden jaar reeds een "Taskforce" deze problematiek te laten onderzoeken. De oorzaken

zijn, volgens deze Taskforce, voor een deel gelegen in een grote variëteit van gebieden, zoals

regelgeving, procedures, verwerving, onteigening, etc. De rijksoverheid tracht op diverse manieren de

productie te versnellen, onder andere door het afschaffen van onnodige regelgeving en het inzetten

van aanjaagteams. Ook de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven hier de nodige aandacht aan

te besteden. De effecten hiervan zullen echter pas op termijn zichtbaar worden.

Dit neemt niet weg dat de productie in Helmond voor het jaar 2003 een kleine 500 woningen zal

bedragen, terwijl dit vorig jaar nog geschat werd op 972 woningen. Indien daar nog de sloop in het

kader van de herstructurering op in mindering gebracht wordt, zal dat resulteren in een groei van de

voorraad van iets meer dan 300 woningen. Ook voor de eerstvolgende jaren wordt hierin nauwelijks

verbetering verwacht.

Vooral de huidige economische situatie is debet aan de vertragingen in de productie. Een malaise die

langer en dieper is dan eerder verwacht. Een verminderd consumentenvertrouwen noodzaakt

realisatoren de start van de bouw steeds verder uit te stellen aangezien het nu langer duurt voordat

2

het noodzakelijk voorverkooppercentage wordt bereikt Door de terugval in de verkoop stagneert ook

de noodzakelijke doorstroming en neemt de druk op de huurmarkt daardoor toe.

Onze inspanningen zijn er vooral op gericht een stilvallen van de woningmarkt te voorkomen. Het

stimuleren van de markt in de zin van het bevorderen van een opwaartse beweging ofwel een goede

doorstroming is ons inziens het meest effectief. Om nu het aandeel sociale huurwoningen (aan de

onderzijde van de woningmarkt) aanzienlijk te verhogen bevordert niet de doorstroming en levert op

termijn ook niet de gewenste duurzame samenstelling van de woningvoorraad. Daarbij tekenen wij

nogmaals aan dat de toename van de wachtlijst bij woningcorporaties slechts voor een beperkt deel

bestaat uit starters op de Helmondse woningmarkt. Het realiseren van beleggershuurwoningen die op

termijn (onder betere conjuncturele omstandigheden) omgezet worden in vrije sector koopwoningen

levert, naast de bouw van sociale koopwoningen, ons inziens wel deze bijdrage aan de noodzakelijke

doorstroming.

Sommige partijen (Pvd, FWK) vinden dat we in Helmond maar eens wat minder aandacht moeten

hebben voor "prestige"-projecten, en noemen dan in één adem Dierdonk, Brandevoort, Centrum, De

Groene Loper en Suytkade. Op de eerste plaats vind ik dit een volstrekt verkeerde beeldvorming. Dat

Helmond goede woonwijken bouwt die bijdragen aan een positief imago van onze stad, is wat anders

dan dat dit "prestige"-projecten zijn. Op de tweede plaats is het inhoudelijk hartstikke tegenstrijdig, als

je aan de ene kant roept om bouwen,bouwen,bouwen in het kader van de voortgang en taakstelling in

de woning productie en verbetering van de woningvoorraad, en van de andere kant voortstelt om de

belangrijkste bouwprojecten te temporiseren of stopzetten. Je kunt niet met de ene voet gasgeven en

met de andere remmen.

Helmond heeft ons inziens meer baat bij een solide langere termijn visie, waarbij (koop)woningen

gerealiseerd worden die de doorstroming op gang brengen en aansluiten bij de onderliggende

woning behoefte en de gewenste duurzame samenstelling van de woningvoorraad, met daarnaast

marktgerichte korte termijn maatregelen die de productie weer op gang brengen.

Zo zullen wij de komende jaren vooral insteken op een gedifferentieerd woningbouwprogramma met

relatief kleine hoeveelheden te ontwikkelen woningen ( projectgrootte). Dit biedt ons inziens:

. Maximale keus voor de woonconsument

. Maximale flexibiliteit t.a.v. de woonwensen

. Geen overaanbod in de markt maar gedoseerd inzetten van gevarieerde projecten

. Maximale garantie voor het handhaven van de kwaliteit.

Teneinde de doorstroming te stimuleren en met name om goedkopere koopwoningen voor starters op

de markt bereikbaar te maken heeft ons college onlangs de starterlening in het leven geroepen,

waarvoor door uw raad de verordening in uw vergadering van 30 september jl. is vastgesteld.

Daarnaast hebben wij de corporaties ook heel duidelijk geadviseerd om huurkoopconstructies binnen

de sociale koopsector te realiseren.

Een andere belangrijke doelstelling van beleid is het behoud c.q. op peil brengen van de kernvoorraad

aan huurwoningen voor de specifieke doelgroepen die nadere zorg verdienen. De te realiseren

nieuwbouw dient vanuit deze doelstelling strategisch te worden ingezet. De te realiseren kwaliteit van

de woningbouw moet wel aansluiten bij de toekomstige woningbehoefte.

Ten aanzien van de in de Nota Wonen en de verstedelijkingsafspraken genoemde aantallen woningen

merken wij op dat onder de huidige marktomstandigheden deze niet langer realistisch zijn voor de

eerstkomende jaren. Door de lange voorbereidings- en ontwikkelingstijd (RO-procedures,

bouwvergunningen, etc) heeft de woning productie het karakter van een mammoettanker waarvan het

tempo en de koers slechts moeizaam en stapsgewijs zijn bij te sturen.

De planning van volgende jaren bijstellen om de vertraging in te halen, is een instrument dat we jaren

hebben toegepast en in economisch gunstige tijden ook goed verdedigbaar is. Maar een keuze om de

vertraagde productie van 2003 nu te compenseren in de planning van 2004, is naar onze mening niet

reëel Enerzijds omdat voor de jaren 2004 en 2005 in de huidige planning al circa 1.000 woningen (per

jaar) zijn opgenomen, terwijl onder de huidige marktomstandigheden naar verwachting een deel

eveneens weer vertraagd zal worden. Anderzijds zou toevoeging van 500 woningen aan de reeds

geplande 1.000 woningen een voor de huidige markt onhaalbaar hoog aantal woningen op de markt

brengen.

Voor de lange termijn, tot 2015, gaan wij er niettemin van uit -aannemende dat de woningmarkt zich

binnen enkele jaren herstelt - dat de totale taakstelling alsnog gerealiseerd kan worden.

3

Wel willen wij erop wijzen dat de huidige situatie een impact kan hebben op de voor Helmond uiterst

belangrijke plannen die over enkele jaren van start zullen gaan of nog in productie zijn. Wij denken

hierbij aan Brandevoort I en 11, Suytkade, de Groene Loper, Binnenstad-Oost en het Centrumproject,

alsook allerlei kleinere projecten op invullocaties die belangrijk zijn voor Helmond. Indien de huidige

marktsituatie zich blijft voordoen zullen zich in deze projecten ongetwijfeld vertragingen voordoen.

Bouwen voor de laqere inkomensqroepen, starters en senioren

De fractie van het CDA vraagt of er in 2004 naast bouwen voor de doorstroming ook rechtstreeks

gebouwd gaat worden voor de doelgroep lage inkomens, zoals starters en senioren. Ons antwoord is

bevestigend. In de woningbouwplanning voor het jaar 2004 zijn immers 230 sociale huurwoningen en

173 goedkopere koopwoningen opgenomen. Zoals hiervoor al uitvoerig aangegeven zal ook een deel

van deze plannen aan vertraging onderhevig zijn. Voor de langere termijn hebben wij al aangegeven

dat binnen de kaders van de gewenste woningdifferentiatie en op basis van uitgangspunten voor

strategische nieuwbouw, voor deze specifieke doelgroepen nieuwbouwplannen zullen blijven worden

ontwikkeld. Daarbij dienen de woningen, met name in de sociale sector bezoekbaar- en aanpasbaar

te zijn, met andere woorden, geschikt voor ouderen.

De afgelopen jaren hebben wel geleerd dat bij het huidige bouwkosten niveau het uitermate lastig blijft

betaalbare huur- en koopwoningen te realiseren.

Met de voorgenomen (strategische) planning, met onze toezegging om de realisatoren te stimuleren

deze woningen ook daadwerkelijk in deze prijsklassen te realiseren en met de toepassing van een

evenwichtig woonruimteverdelingsysteem zijn echter ook al onze beschikbare mogelijkheden op dit

moment aangeboord om de schrijnende gevallen aan passende woonruimte te helpen en de lange

wachtlijst te reduceren, zoals de fractie van het CDA vraagt. Wij zijn voor een structurele oplossing

echter ook in grote mate afhankelijk van het weer op gang komen van de doorstroming op de

woningmarkt, waarbij goedkopere woningen worden vrijgemaakt en hebben daar ook alle inzet en

medewerking van de andere partners en spelers op de woningmarkt bij nodig. Dit brengt ons tevens

op het volgende aspect.

Prestatieafspraken

Nagenoeg alle fracties gaan in op de lange duur van het onderhandelingstraject met de Helmondse

corporaties betreffende de prestatieafspraken. In het kader van de in november 2001 gemaakte

verstedelijkingsafspraken, zijn ten aanzien van diverse aspecten afspraken gemaakt. Deze zijn

verwerkt en opgenomen in de Helmondse Nota Wonen. Aangezien de indruk bestond dat de

Helmondse corporaties hun deel van de woonopgave financieel gezien niet konden volbrengen, heeft

de toenmalige staatssecretaris volkshuisvesting, Remkes, voor Helmond een pilotproject hierover

aangekondigd. Onder leiding van het ministerie van VROM is gestart met het in beeld brengen van de

opgave voor de corporaties en de financiële posities van de Helmondse corporaties. Op 14 februari jl.

hebben de vier Helmondse corporaties het manifest "De schouders onder Helmond" ondertekend,

waarbij ze aangaven de door ons vastgestelde woonopgave als uitgangspunt te ondersteunen. Ook

bleek zowel uit berekeningen van het Centraal Fonds als van de Helmondse corporaties, dat er

voldoende financiële middelen voorhanden waren om deze opgave te volbrengen.

Op basis van deze informatie zijn onder leiding van het ministerie van VROM de onderhandelingen

gestart over de prestatieafspraken. Het is gebleken dat dit een uiterst moeilijk onderhandelingsproces

is. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat vanaf 1998 het toezicht op de corporaties niet meer bij

de gemeenten ligt maar bij de rijksoverheid. Vanaf dat tijdstip is de rol van corporaties, gemeente en

rijk gewijzigd evenals de posities ten opzichte van elkaar. De rijksoverheid is toezichthouder maar de

corporaties moeten voldoen aan het gemeentelijk beleid, zoals dat vast ligt in een gemeentelijke

woonvisie. Dit alles is geregeld in het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen. Vanaf 1998 heeft de

rijksoverheid enkele nieuwe prestatievelden aan dit besluit toegevoegd, zoals het veld wonen-zorg, de

ouderen en de leefbaarheid. In dat kader moet ook de grondprijswijziging van de "sociale kavel"

worden bezien waarbij de gemeente tracht te stimuleren dat corporaties meebetalen aan het oplossen

van de parkeerproblematiek. De zelfde principes en ook de zelfde afspraken met de uiteindelijke koper

/ huurder als in de vrije sector van toepassing zijn ( zoals een kettingbeding) zullen ook hier van

toepassing zijn. We verwachten geen extra problemen..

We hebben de indruk dat het voor de Helmondse corporaties soms nog zoeken is hoe om te gaan

met deze veranderende rol en nieuwe taken. Hoewel de Helmondse corporaties in zijn algemeenheid

akkoord gaan met de grote lijnen van het beleid, hebben zij grote moeite met het maken van concrete

en toetsbare afspraken over de inzet van zowel de corporaties als van onze gemeente op een aantal

4

terreinen en met name op het gebied van de leefbaarheid (directe woonomgeving en openbare

ruimte).

Het is op dit moment nog absoluut niet duidelijk of en wanneer de onderhandelingen kunnen worden

afgerond, maar wij verwachten niet dat dit nog voor de jaarwisseling zal plaatsvinden.

Om overigens Cobra bij deze onderhandelingen te betrekken, zoals de fractie van de SDH/OH

voorstelt, lijkt ons op dit moment niet aan de orde. Zoals wij reeds eerder dit jaar aan uw raad hebben

medegedeeld, hebben wij Cobra met veel genoegen in onze stad mogen verwelkomen. Ons college

heeft de handreiking van Stichting Cobra, om medewerking te verlenen aan de Helmondse

woonopgave, ten zeerste op prijs gesteld. Over de wijze van samenwerking verwijzen wij naar de

desbetreffende brief die wij de Raad ter hand hebben gesteld.

Woonruimteverdelino

De fracties van de SDH/OH, PvdA en SP hebben vragen gesteld over de woonruimteverdeling. In

2001 heeft de gemeenteraad de nota Woonopgave vastgesteld. Deze nota is de leidraad geweest

voor enerzijds de verstedelijkingsafspraken (Remkes 11) en anderzijds het opstellen van de Woonvisie

(vastgesteld door de raad op 5 november 2002).

Destijds is met de gezamenlijke woningcorporaties een discussie gevoerd over het aantal

ingeschreven woningzoekenden (en met over name de stijging in de afgelopen jaren).

Geconcludeerd is dat (vervangende-) nieuwbouw slechts een deel van de oplossing is. Naast het op

gang brengen van de doorstroming is het van groot belang de bestaande woningvoorraad zo goed

mogelijk te verdelen.

Eind 2001 is gestart met een evaluatie van het huidige woonruimteverdelingsysteem, vastgelegd in de

Huisvestingsverordening (gebaseerd op de Huisvestingswet en door de gemeenteraad in 1997

vastgesteld).

De aan dit overleg deelnemende partijen, naast gemeente vertegenwoordigers van de

woningcorporaties en het Platform Helmondse Bewonersorganisaties (PHB), hebben een notitie

opgesteld op basis waarvan ofwel een aanpassing van de huidige verordening zou moeten

plaatsvinden ofwel gekozen moet worden voor een nieuwe systematiek.

Nadat deze notitie is aangeboden aan de directeuren van de woningcorporaties zijn hierover geen

concrete afspraken meer gemaakt. Dit betreuren wij ten zeerste.

Een goede verdeling van de beschikbare woonruimte is naar onze overtuiging een zeer belangrijk

instrument om in te spelen op de gewijzigde woningbehoefte. De kernvoorraad, zijnde sociale

huurwoningen met een huurprijs beneden de aftoppingsgrens uit de Huursubsidiewet, moet ook

daadwerkelijk voor de doelgroep van beleid beschikbaar komen c.q. blijven. Naast een passendheid

toets bij toewijzing van huurwoningen kan het instrument van huurdifferentiatie een bijdrage leveren.

Strategische nieuwbouw gericht op doorstroming, het bevorderen van beweging in de woningmarkt, is

zoals gesteld een tweede instrument. Gelet op de huidige ontwikkelingen in de woningmarkt zal deze

beweging met name aan de onderkant van de woningmarkt moeten worden bevorderd.

Naar ons oordeel zou in de loop van 2003 de discussie over de systematiek afgerond moeten zijn. Nu

dit niet mogelijk is, is door ons in de concept prestatie-afspraken met de 4 plaatselijk werkende

woningcorporaties de datum van 1 januari 2004 genoemd. Naar het zich Iaat aanzien zal echter eerst

in de loop van 2004 invulling worden gegeven aan deze concept-afspraak.

Marktconform verhuurbeleid

Door de fractie Hesen is gewezen op de mogelijkheden van een marktconform huurbeleid. Een

marktconform huurbeleid kan een bijdrage leveren aan het genereren van financiële middelen ten

behoeve van o.a. de herstructureringsopgave.

Wij delen echter uw zorg ten aanzien van de betaaibaarheid van de sociale huurvoorraad.

Omdat op grond van de huidige bouwkosten de aanvangshuren van nieuw te bouwen sociale

huurwoningen relatief hoog zijn (de ervaring leert dat merendeels een huurprijs om en nabij dan

wel boven de aftoppingsgrens uit de Huursubsidiewet bij aanvang wordt berekend) is het van belang

in de bestaande woningvoorraad een aandeel goedkope huurwoningen te behouden.

Met de gezamenlijke woningcorporaties willen wij prestatie afspraken maken over de kernvoorraad

voor de doelgroep van beleid. Binnen deze kernvoorraad dient een minimaal percentage (ons voorstel

is dit te stellen op 70 %) aan huurwoningen beschikbaar te zijn met een huurprijs onder de

aftoppingsgrens.

Naar ons oordeel kan in dit verband ook beter van huurdifferentiatie worden gesproken. Door meer

courante huurwoningen tegen een hogere huurprijs te verhuren ontstaat ruimte voor behoud van een

5

voorraad aan echt goedkope huurwoningen. Deze differentiatie kan zowel op complexniveau als op

het totale woningbezit worden bezien (uitgaande van het realiseren van een minimale huursom).

Overigens is ons uit de discussie met de gezamenlijke woningcorporaties gebleken dat de huidige

financiële positie van de woningcorporaties het realiseren van de geplande herstructureringsopgave

mogelijk maakt, zonder daarbij uit te gaan van een volledig marktconform huurbeleid.

Tot slot merken wij nogmaals op dat een goede woonruimteverdeling, rekening houdend met de

relatie inkomen/huur, van groot belang is. Hiermee wordt scheef wonen voorkomen en kan de

kernvoorraad ook daadwerkelijk voor de doelgroep van beleid worden ingezet.

Evenwichtiqe verdelinq van woninotvpen en woonmilieus

De fractie van de SP maakt melding van een artikel in de Volkskrant waarin wordt gesteld dat

Brandevoort een van de "witste" wijken van Helmond is, en vraagt ons college of wij de mening delen

dat Brandevoort 11 "anders moet". Ook de fractie Wim Klerkx informeert naar het aspect van

woningdifferentiatie in relatie tot de verschillende woon milieus.

Allereerst willen wij erop wijzen dat de uiteindelijke woning-en bevolkingssamenstelling van de totale

wijk Brandevoort gezien moet worden tegen het tijdsperspectief van ca. 20 jaar dat de realisering van

dit deel van Helmond gaat omvatten. Het mag bekend worden verondersteld dat de raad steeds heeft

gekozen voor een strategische benadering van de woningbouwproductie waarbij in de eerste jaren

nadrukkelijk is gekozen voor de bovenkant van de markt. In Brandevoort I is niettemin een aantal van

ca. 450 woningen in de sociale sector voorzien die momenteel ook in de planning zit. Voor

Brandevoort 11 wordt uitgegaan van een nog forser aantal woningen in de sociale sfeer. Van de 3.000

woningen, die daar gerealiseerd zullen worden, behoren 600 woningen tot de sociale huursector en

300 tot de sociale koopsector. In totaal spreken we dus van een aantal van 1350 woningen in de

sociale sector op een totaal van ca. 6000 woningen. Naar onze mening geeft deze verdeling een

redelijke afspiegeling van hoe de totale situatie in Helmond zou moeten zijn, zeker indien rekening

wordt gehouden met het feit dat het hier randstedelijk wonen betreft die qua doelgroepen en

woonvoorkeuren altijd een sterker accent op eengezinswoningen en ook koopwoningen kent.

Daarnaast mag niet uit het oog worden verloren dat de verdeling van de woningvoorraad over het

gemeentelijk grondgebied ook vraagt om verscheidenheid en contrasten.

Ook in het herstructureringsgebied Binnenstad-Oost, waar een concentratie van goedkope

huurwoningen is gelegen, wordt gestreefd naar meer differentiatie door middel van het opnemen van

een niet onaanzienlijk aandeel koopwoningen (ook in het duurdere segment). Als gevolg van de

huidige economische situatie en de bezwaren van de desbetreffende corporaties is het aandeel van

dit segment echter wel verminderd. Overigens willen wij op deze plaats even aanstippen dat het

aandeel allochtonen in Binnenstad-Oost inderdaad 43% is. Wanneer echter gesproken wordt over

niet-westerse allochtonen bedraagt dit percentage 32% waar dit gemiddeld voor Helmond 21 % is.

Wonen boven winkels

De fractie van GroenLinks/D'66 vraagt onze mening over het initiatief in een aantal steden om wonen

boven winkels mogelijk te maken. Wij hebben deze ontwikkeling al langer positief benaderd. Dat geldt

zowel voor het ontwikkelen van nieuwbouwprojecten als voor het opnieuw in gebruik nemen van lege

verdiepingen boven bestaande winkels. Naast natuurlijk het centrum speelt dit ook voor het project

Heistraat. In het kader van het masterplan Centrum is in samenwerking met de marktpartijen een

notitie in voorbereiding over het wonen in het centrum van Helmond. Hierin wordt ook een programma

opgenomen, zowel kwantitatief als kwalitatief uitgewerkt en gericht op nieuwbouw als hergebruik. Een

van de onderdelen van deze notitie wordt namelijk specifiek op het laatstgenoemde gericht. Er heeft in

dat verband een eerste grove inventarisatie plaatsgevonden en op basis hiervan wordt ingeschat dat

er mogelijkheden zijn om deze woonvorm te realiseren. Twee zaken vallen daarbij op: het aantal

woningen / ruimten die voor hergebruik in aanmerking komt moet niet overschat worden (max. Ca.

100 woningen) en het vraagt zeer veel inspanning en maatwerk om dit (in een langzaam tempo)

gerealiseerd te krijgen De besluitvorming hieromtrent is nog in een voorbereidend stadium. U begrijpt

echter dat wij het belang van deze woonvorm voor het centrumgebeuren zeker onderschrijven.

Nieuwe woontechnieken

De Helmondse Seniorenpartij vraagt zich af waarom er in een voortvarende stad als Helmond zo

weinig nieuwe woontechnieken zoals domotica worden toegepast.

Ook wij zijn van mening dat deze techniek in onze stad meer aandacht kan krijgen.

6

Met name op het vlak wonen-welzijn-zorg ligt hier een veld open waarover wij graag met de

instellingen en woonstichtingen afspraken proberen te maken. In de bijdrage van collega Bethlehem

wordt ook gewag gemaakt van een pilotproject op dit terrein waarnaar wordt verwezen. Verder kan

ook de inzet van Kenniswijk mogelijk leiden tot ontwikkelingen en nieuwe toepassingen op dit vlak

3.

Stedelijke vernieuwing

GebiedsindelinQ.

De fractie van de PvdA staat stil bij de herziening van statistische gebiedsindeling en uit de zorg dat

de "grenscorrecties", met name rond de Binnenstad-Oost, vertroebelend dan wel verhullend kunnen

werken. De fractie stelt de vraag waarom er geen overleg is gepleegd en of de statische gegevens

voor dit aandachtsgebied nog separaat kunnen worden aangeleverd.

Het moet ons van het hart dat met deze vraagstelling de fractie van de PvdA lijkt te suggereren of er

sprake is van een "complot" om de problematiek rond Binnenstad-Oost te bagatelliseren dan wel te

verhullen. Niets is minder waar. Over de aanleiding tot het komen van een nieuwe statische

gebiedsindeling is eind 2002 uitvoerig geïnformeerd via een speciale uitgave van het informatiebulletin

"Helmond in zicht" dat ook alle raadsleden is toegezonden. Daarin is duidelijk aangegeven dat de

aanleiding tot de herziening is gelegen in een aantal administratieve ontwikkelingen, waaronder de

opzet van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en het landelijk vastgestelde "STUF-GB-

formaat". Deze laatste Iaat slechts een indeling in twee gebiedsniveaus toe waardoor de tot nu toe

gebruikte 3-deling niet langer toepasbaar is. Wij verwijzen voor een uitgebreide toelichting naar dit

informatiebulletin. Niettemin kunnen wij de PvdA-fractie geruststellen dat middels de koppeling van de

nieuwe buurten 1002/1003/1005 de statische gegevens voor de "oude begrenzing" van Binnenstad-

Oost nog steeds terug te vinden is en waar nodig dus ook gebruikt kunnen worden.

De PvdA vraagt tevens naar een mogelijke naamswijzigingen in de Binnenstad-Oost.

In de regiegroep Binnenstad-Oost (waarin gemeente met de betrokken woningbouwcorporaties en

marktpartijen de herstructureringsprocessen afstemmen) wordt momenteel gesproken over mogelijke

naamswijzigingen van Dierenbuurt en Sassen buurt. Het is namelijk niet ongebruikelijk om bij

ingrijpende herstructurering straat- of buurtnamen die negatief geassocieerd worden met de

problemen die er speelden, in het vernieuwingsproces van een nieuwe naam te voorzien. Daarmee

wordt tevens gemarkeerd dat een periode van problemen wordt afgesloten en een periode van nieuwe

kansen en een nieuw elan aanbreekt. Op dit moment vindt nog de laatste afstemming plaats met

betrokkenen, waaronder de straatnaamcommissie, omtrent voorstellen tot naamswijzigingen.

Leonarduskerk.

Door verschillende fracties (PvdA, SP, HSP'97) wordt geïnformeerd naar de stand van zaken rond de

plannen voor het gezondheidscentrum Leonarduskerk.

Het gezondheidscentrum in de Leonarduskerk (rijksmonument) wordt door Groeps Care BV

ontwikkeld. Naar aanleiding van de adviezen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de

Monumentencommissie heeft Groeps Care een nieuw (inmiddels 36) herontwikkelingsplan opgesteld.

Met betrekking tot dit nieuwe herontwikkelingsplan is echter sprake van een exploitatietekort. Groeps

Care spant zich tot het uiterste in om het plan financieel rond te krijgen en ook de gemeente doet alles

wat binnen haar mogelijkheden ligt. Wij gaan er vanuit dat Groeps Care het plan rond krijgt. Eind

november moet hier definitief duidelijkheid over bestaan.

Bouwplan Wezelstraat

De fractie van de PvdA vraagt of het bouwplan Wezelstraat op schema ligt. Concreet wordt gewezen

op signalen dat eind 2003/ januari 2004 niet gehaald zal worden.

Wij kunnen antwoorden dat deze signalen alle grond missen; het bouwplan Wezelstraat e.o. ligt op

schema. Nog in 2003 zal volgens planning gestart worden met het bouwrijp maken van de

Wezelstraat e.o. Het bouwplan is inmiddels in het kader van de vrijstelling van het bestemmingsplan

(onderdeel bouwvergunning procedure) gepubliceerd. Naar verwachting kan in januari 2004 de

bouwvergunning worden verleend. Vervolgens kan dan in februari / maart 2004 met de bouw van de

woningen worden gestart (ijs en wederdienenden).

7

4.

Verbetering bereikbaarheid

Autoverkeer en weqenstructuur

De fractie Helmond Aktief informeert naar de stand van zaken rond de BaSE-studie en de deelname

van Helmond daarin.

De BaSE-studie bevindt zich nu in de zogenaamde Planstudiefase van het MIT. Het SRE treedt

hierbij op als initiatiefnemer en projectleider, Helmond participeert bestuurlijk in de Stuurgroep en

ambtelijk in de ambtelijke begeleidingsgroep.

op het project rust een MER-plicht. Dit betekent dat voor alle te onderzoeken alternatieven een

milieueffect rapportage moet plaatsvinden. Op dit moment is niet aan te geven welk voorstel het meest

haalbaar is in de regio, simpelweg omdat hierover nog geen overeenstemming bestaat en de gehele

planstudiefase nog moet plaatsvinden. De MER zal voor alle in de Planstudiefase opgenomen

alternatieven (6!) moeten worden doorlopen. De "ruit om Eindhoven-Helmond" is een van deze

varianten. De doorlooptijd van het project wordt geraamd op 18 maanden en derhalve in het 2e

kwartaal 2005 aan de SRE-Regioraad wordt aangeboden ter vaststelling. Het collegestandpunt zal te

zijner tijd met uw raadsfractie RF kunnen worden besproken.

Meer specifiek vragen de fracties van Helmond Aktief en van de PvdA naar het standpunt ten aanzien

van de "ruit rond Eindhoven-Helmond".

Wij kunnen u meedelen dat het College heeft meegewerkt aan een initiatief van de KvK ZO-Brabant

voor extra aandacht voor de Ruit. Inmiddels is er een brief aan minister Peijs gestuurd over dit

onderwerp. Er is zowel bestuurlijk als ambtelijk steeds afstemming met Eindhoven rond dit onderwerp

geweest. Het College beraadt zich momenteel op een vraag van de KvK om de druk op Den Haag

verder op te voeren door onder andere opening van een internetsite.

In dit verband wijzen wij er ook op dat in het kader van het Regionale Ruimtelijk Plan reeds in een

eerder stadium - naar verwachting in mei 2004- een zekere "voorsortering" door de regio zal

plaatsvinden. Dit RRP zal wat ons betreft rond dit tijdstip zeker aanleiding kunnen geven tot een

discussie in de Raad.

Diverse fracties zijn ingegaan op de situatie rond de hoofdwegenstructuur in Helmond. Zo zijn vragen

gesteld als wel opmerkingen gemaakt door de fracties van SDH ( haalbaarheid ondertunneling

Traverse), WD ( voortgang studie Hoofdwegenstructuur), FWK (onderbrengen toegankelijkheid

Eikendreef en Kanaaldijk bij dit beleidsprogramma) en FEH (gekozen scenario1 studie HWS qua

kwaliteit afhankelijk van wijze van uitwerking).

Wij willen deze vragen graag in onderling verband beantwoorden.

Op 1 juli 2003 is door de gemeenteraad het krediet voor de 3e fase van de studie hoofdwegenstructuur

verleend op basis van het gemeentelijke plan van aanpak en de offerte van een extern bureau.

De derde fase is opgedeeld in een 4-tal stappen. In stap 1 vindt een nadere optimalisatie van het

gekozen scenario 1 plaats.

In stap 2 komt de vraag over de haalbaarheid (verkeerstechnisch, stedenbouwkundig, financieel) van

specifiek de ondertunneling van de Kasteeltraverse als een van de onderdelen / maatregelen uit

scenario 1, nadrukkelijk aan de orde. Maar ook de consequenties voor het overige hoofdwegennet

worden in beeld gebracht mede in relatie tot het Masterplan Centrum en Suytkade en de

bereikbaarheid van de afzonderlijke wijken.

Dat betekent ook dat vragen over andere hoofdwegen (zoals bijvoorbeeld Eikendreef, Kanaaldijk NW

en knelpunten bij spoorwegovergangen) die op dit moment meer op zichzelf staan daarin een plaats

moeten krijgen; m.a.w.: hoe wordt daarmee op langere termijn mee omgegaan? .

Stap 2 dient als eindplaatje de geplande toekomstige hoofdwegenstructuur van Helmond weer te

geven. In de vervolgstappen 3 en 4 wordt de gekozen wegenstructuur verder uitgewerkt in planning,

faseerbaarheid en schetsontwerp. De financiële haalbaarheid loopt als een rode draad door alle

stappen heen.

Het eind plaatje van stap 2 met daarin de vraagstelling over de tunnel zal aan de commissie RF en de

gemeenteraad worden voorgelegd. In samenspraak met het opdrachtnemende bureau wordt

momenteel de laatste hand gelegd aan de definitieve planning van stap 2; naar verwachting zal het

resultaat eind van dit jaar worden neergelegd waarna het advies hierover in januari 2004 kan worden

afgerond.

8

De fractie van de WD blijft aandacht vragen voor een voetgangers- en fietserovergang over de

Brandevoortsedreef en stelt voor deze te bekostigen uit de planexploitatie.

Wij kunnen u melden dat de verkeerssituatie ter plaatse ruim de aandacht heeft gekregen en uitvoerig

is besproken met de wijkraad. Er zijn ter plaatse ook metingen verricht. In samenspraak met de

wijkraad is toen besloten om op de toegangsstroken tot de rotonde "waarschuwende ribbels" op het

wegdek aan te brengen om de aanrijdsnelheid terug te dringen. Het bleek namelijk dat vooral het

subjectieve veiligheidsgevoel in het geding was. De eerste ervaringen lijken positief te zijn. Met een

door u gesuggereerde ongelijkvloerse oversteek (kosten globaal 1mio Euro) is ook geen rekening

gehouden, noch financieel in de exploitatierekening, noch ruimtelijk. De fysieke mogelijkheden om een

dergelijke overgang te realiseren zijn uiterst beperkt door de schaarse ruimte. We willen er tevens op

wijzen dat bij het spoorviaduct wel rekening is gehouden met een aparte langzaamverkeerroute.

Het openbaar vervoer en het fietsverkeer heeft aanleiding gegeven tot diverse vragen vanuit de raad.

Zo vraagt de fractie van D66/GL of het college zijn voornemen met betrekking tot maatregelen die

het fietsgebruik en het openbaar vervoergebruik stimuleren, wat meer handen en voeten kan geven,

opdat de raad ook daadwerkelijk haar controlerende taak op dit punt kan uitvoeren.

Fietsverkeer.

Het fietsbeleidsplan zal nog dit jaar in procedure gebracht worden. In dit plan staat hoe het fietsklimaat

in Helmond verbeterd kan worden. Het fietsbeleidsplan bevat een actieprogramma dat jaarlijks

opgesteld wordt. In het actieprogramma staat beschreven welke maatregelen die bijdragen aan het

verbeteren van het fietsklimaat, uitgevoerd kunnen worden. Het gaat hierbij om zowel verbeteringen

van de bestaande fietspaden als verbeteringen en uitbreiding van stallingsvoorzieningen. Ook

maatregelen met betrekking tot educatie, voorlichting, handhaving en beheer en onderhoud worden in

het actieprogramma beschreven.

Vooruitlopend op het fietsbeleidsplan wordt de stallingcapaciteit in het centrum op diverse locaties

uitgebreid. Het gaat hier om bijvoorbeeld Boscotondo (Pathé en Stadswinkel), Kerkstraat, Kamstraat

en Kasteellaan ter hoogte van de Veestraatbrug. Door deze uitbreiding van stallingvoorzieningen aan

de randen van het voetgangersgebied is het mogelijk geworden tegemoet te komen aan de wens van

onder andere het centrum management om de 'wild' gestalde fiets uit delen van het centrum te weren.

Na het uitbreiden van de stallingcapaciteit zal in de Ameidestraat, de Veestraat en de kop van de

Markt een verbod voor het stallen van (brom)fietsen worden ingevoerd.

Openbaar vervoer

Met betrekking tot het beleidsonderdeelopenbaar vervoer en tevens in antwoord op vragen van de

fractie van de PvdA, het volgende.

Zoals bekend zijn door de recente ontwikkelingen i.c. bezuinigingen bij de rijksoverheid de middelen

voor het openbaar vervoer nog verder beperkt. Helaas zal in ieder geval op korte termijn het streven

moeten zijn om de schade zoveel mogelijk te beperken. Bij de nieuwe dienstregeling die Hermes

vanaf 14 december 2003 gaat invoeren, lijkt dit redelijk gelukt. Dit staat overigens los van het nieuwe

beleidsplan ORlON 11.

Bij dit alles komt ook nog het feit, dat de externe financiering vanuit het SRE waarvan uit was gegaan

voor ov-stimulerende maatregelen, wegens uitputting van de fondsen voorlopig komt te vervallen. In

het IVP 2003 en ook in het nieuwe IVP 2004 is nog uitgegaan van een bijdrage vanuit SRE-middelen

van jaarlijks ruim ¿ 100.000,- voor dit soort maatregelen (in aanvulling op de eigen gemeentelijke

inzet van ¿ 10.000,- ). Voor 2003 en volgende jaren zal vanuit het SRE slechts ¿ 10.000 beschikbaar

zijn. Duidelijk is, dat hiermee geen grote maatregelen kunnen worden getroffen. Voor 2003 / 2004 zal

een groot deel van dit (geringe) bedrag opgaan aan de realisatie van de keerlus bij het ROe Ter Aa.

De fractie van HSP '97 vraagt naar nieuwe informatie over shuttlebussen.

In Nederland is er een aantal initiatieven geweest die in uiteenlopende vormen tot doel hadden op

maat gesneden dienstverlening aan ouderen te bieden. Bij navraag bij diverse busvervoerders en

collega-gemeenten lijkt er echter regulier nog weinig concreets te bestaan. Er lijken vooral particuliere

initiatieven te bestaan, bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden tussen diverse zorginstellingen binnen

een gemeente. Zo is in Assen een experiment gestart met een servicebus, vooral toegespitst op

ouderen. In het busje is bijvoorbeeld plaats voor een rolstoel of rollator, en de bus stopt direct voor de

9

ingang van de verzorgingstehuizen. De prijs ligt wel iets hoger dan voor gewoon openbaar vervoer.

De ontwikkelingen met dit experiment zullen vanuit Helmond verder worden gevolgd.

Aan vervoersbedrijf Hermes is recentelijk reeds de vraag voorgelegd, in hoeverre zij zouden kunnen

participeren in een eventueel vrijwilligersproject in Helmond. Dit is echter nog zeer prematuur, het

overleg met de zorginstellingen in Helmond zal dan ook nog moeten worden opgestart.

Wij zijn het met de conclusie van de HSP eens, dat het vraaggestuurde Taxibussysteem op dit

moment in Helmond onmisbaar is in aanvulling op het stads-en regiobusnet en in een duidelijk

aanwezige behoefte voorziet.

Op ambtelijk niveau vindt er gestructureerd maandelijks overleg met vervoersbedrijf Hermes plaats.

Hier wordt besproken hoe de beperkte middelen kunnen worden ingezet om kleinere knelpunten,

bijvoorbeeld op gebied verkeersdoorstroming voor de bus, op te lossen. Ook is aan Hermes gevraagd

mee te denken (en te financieren!) over het realiseren van fietsenstallingen bij bepaalde haltes voor

het streekvervoer om zo de keten fiets I ov te stimuleren.

Particuliere initiatieven, zoals de gratis bus op koopzondagen, zullen uiteraard door de gemeente

waar mogelijk worden gestimuleerd en indien nodig eventueel ondersteund door middel van

ambtelijke inzet.

Voor wat betreft het spoorvervoer blijft uiteraard de focus gericht op een spoedige realisatie van

station Brandevoort. Verder wordt zoals bekend in BS-verband meegewerkt aan het project OV-

Netwerk Brabantstad. Voor Helmond ligt het belang vooral in een blijvend goede spoorverbinding met

de andere Brabantse steden en daardoor indirect een goede verbinding met de Randstad en een

indirecte aansluiting op de toekomstige HSL. Met betrekking tot de gevraagde inspanningen om te

komen tot een verbetering van het centraal station en de Stationsomgeving kent u ons standpunt en

verwijzen wij naar de besluitvorming in de raad medio dit jaar. De uitwerking van deze

visieontwikkeling die wij in samenwerking met de partners NS en ProRail uitvoeren, is inmiddels van

start gegaan. Wat het punt van de financiële haalbaarheid betreft kunnen wij u ondertussen melden

dat onze aanvraag voor toekenning van de BIRK-subsidie, die zeer substantieel kan zijn, ontvankelijk

is verklaard door VROM.

10

Wethouder, B.M. Houthooft-Stockx

Economische Zaken, Sociale Zaken en Centrumontwikkeling

1.

Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

ID Problematiek

Op deze materie is raadsbreed ingegaan.

Wij hebben een tweetal notities, te weten, Toekomstlijnen gesubsidieerde arbeid in Helmond, 1 juli

2003, en de notitie Gesubsidieerde arbeid in Helmond vastgesteld. De Raadscomissie Samenleving

en Economie heeft aangegeven naar aanleiding van deze notities en behandeling daarvan,

gesprekken met werkgevers aan te gaan voor een nadere inventarisatie en mogelijkheden van het

voorgestane beleid. Op 17 juli 2003 heeft een algemene informatiebijeenkomst plaats gevonden met

werkgevers waarin de wens naar voren kwam om vervolg gesprekken aan te gaan met de individuele /

sectorale werkgevers omstreeks september / oktober 2003.

Per sector en afhankelijk van financiering (professioneel respectievelijk vrijwilligersorganisatie) zijn

deze gesprekken georganiseerd. Op 2-10, 8-10 en 14-10 hebben deze vervolg gesprekken in 6

sessies plaats gevonden.

Uit de gesprekken blijkt dat er geen concrete bezwaren zijn tegen de systematiek van het eigen

bijdrage stelsel. Men heeft begrip voor de gemaakte keuze van een eigen bijdrage in loonkosten maar

voorziet financiële problemen voor hun instelling naar de toekomst. Voor 2004 zijn er geen bezwaren

het concept zoals weergegeven in de notitie gesubsidieerde arbeid voor 2004 in beginsel in te voeren.

Wel is het wenselijk en ook het verzoek vanuit de werkgevers het jaar 2004 te gebruiken als

overgangsjaar en in samenwerking met de instellingen te zoeken naar structurele oplossingen voor

die instellingen die niet in de kosten van de eigen bijdrage in de loonkosten kunnen voorzien.

Dit betekent dat eerst in de loop van 2004 een definitief voorstel gedaan kan worden ten aanzien van

het ID beleid en de gevolgen die dat heeft.

Een en ander impliceert ook dat de werkgevers, dus ook de gemeente, voor 2004 een percentage van

10% per ID werknemer in de vorm van een eigen bijdrage in de loonkosten bij dragen.

Kleine gesubsidieerde, in hoofdzaak op vrijwilligerswerk draaiende instellingen, wordt onder

overlegging van de financiële gegevens de mogelijkheid geboden voor 2004 geen eigen bijdrage te

betalen. Maatwerk dient aan deze instellingen geleverd te worden.

Uitgangspunt is dat er geen gedwongen ontslagen vallen. Gelet op het maatschappelijk belang van

veel functies maar zeker niet in de laatste plaats, ook voor de individuele ID werknemer, is het voorstel

in beginsel alle functies in stand te houden. Daarmee wordt voorkomen dat er gaten vallen bij de

instellingen en wordt gezorgd dat de dienstverlening in stand kan blijven. Wel wordt gestreefd naar

structurele uitstroom uit de ID regeling. Nieuwe instroom in de ID regeling is niet meer mogelijk. Voor

de uitgestroomde ID werknemers krijgen de werkgevers nieuwe werkloze werknemers voor een

beperkte periode volgens een doorstroom scenario terug.

Gesubsidieerde arbeid blijft een belangrijk instrument voor reïntegratie van werkloze werknemers. Er

moet echter gewerkt worden naar nieuwe modellen van gesubsidieerde arbeid. Geen levenslange

gesubsidieerde banen meer, maar voor een beperkte periode van bijvoorbeeld maximaal 2 jaar en

een opbouw van de eigen bijdrage in de loonkosten naar 100% in die periode. Vervolgens wordt de

persoon regulier in dienst genomen respectievelijk vindt plaatsing naar een andere, wel reguliere

werkplek, plaats. Gesubsidieerde arbeid kan zo voor meer werkloze werknemers een reïntegratie

instrument worden. Door deze nieuwe vorm kan gesubsidieerde arbeid ook naar de toekomst toe

betaalbaar blijven. Plaatsing van werkloze werknemers met het instrument gesubsidieerde arbeid kan

per 1 januari 2004 plaats vinden bij zowel profit- als non-profit organisaties.

Door deze ombuigingen in de financieringsstructuur en structurele afbouw van ID banen met inzet van

nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid wordt voldoende ruimte gecreëerd voor reïntegratie

activiteiten ten behoeve van nieuwe instroom in de uitkering met ingang van 1 januari 2004. Ruim

driekwart van het reïntegratie budget zit nu vast in de ID banen en Wiw. Binnen de Wiw worden

arbeidsovereenkomsten voor een beperkte periode gesloten, waardoor overgang naar nieuwe vormen

van gesubsidieerde arbeid vereenvoudigd wordt.

Daarnaast is de gemeente per 1 januari 2004 voor 100% verantwoordelijk voor de uitgaven op het

gebied van uitkeringen. Reïntegratie en daarmee ook gesubsidieerde arbeid, is en blijft een belangrijk

instrument om beperking van instroom in de uitkering te bevorderen. Daarmee wordt gesubsidieerde

arbeid weer een reïntegratie instrument waar meer personen gebruik van kunnen maken.

De gemeente dient het aantallD banen terug te brengen tot 266,5 fte per 1-1-2004, gelet op het door

het Rijk beschikbaar gestelde budget. Door de gemeente waren per september 2002, bij wijziging

1

Rijksbeleid, 296 fte gerealiseerd. De stand per 23 oktober 2003 is 274 fte. Gelet op de terugloop tot nu

toe wordt er voorzichtig van uitgegaan dat het aantal ID werknemers per 1-1-2004 om en nabij de

266,5 zal bedragen.

Ontwikkelinqen OP het qebied van bijzondere bijstand / inkomensondersteuninq minima

Raadsbreedzijn over dit onderwerp opmerkingen gemaakt.

In ons schrijven d.d. 21 oktober 2003 bent u op de hoogte gesteld van actuele ontwikkelingen op het

gebied van de bijzondere bijstand en overige inkomensondersteuning aan minima. Gezien het belang

hiervan hebben wij besloten om ondanks de behandeling van de begroting 2004, de leden van uw

gemeenteraad reeds over dit onderwerp te informeren middels hierboven genoemd schrijven. Met het

risico dat hiermee wederom (gedeeltelijk) dezelfde informatie wordt verstrekt het volgende:

Uit de circulaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat er voor het uitkeringsjaar 2004

door de afschaffing van het categoriale inkomensbeleid ¿ 70 mil. minder middelen beschikbaar

komen, doordat de algemene uitkering wordt verlaagd met het oog op de inwerkingtreding van de Wet

Werk en Bijstand (WWB).

Verder zal met het oog op het hoofdlijnenakkoord de algemene uitkering worden verlaagd in verband

met de beperking van het gemeentelijk minimabeleid met een bedrag van ¿ 150 mil. m.i.v. 2004. In

totaliteit zal de gemeente Helmond (structureel) ¿ 1.226.423,= minder aan middelen ontvangen.

De afgelopen jaren is er een forse onderbenutting geweest ten aanzien van verstrekking in het kader

van de bijzondere bijstand / inkomensondersteuning minima. Naar aanleiding van deze

onderbenutting is daarom vanuit de raad aangedrongen op intensivering van beleid. Er is in het jaar

2002 op de diverse fronten beleid ontwikkeld, o.a. invoering van het Minimaplusfonds, hetgeen heeft

geleid tot extra bestedingen. De beleidsontwikkelingen zijn ook gericht op huishoudens met een ander

minimum inkomen dan bijstand, zoals personen met een inkomen uit bijvoorbeeld WAO, WW of AOW.

Met de invoering van het Minimaplusfonds, in combinatie met de mogelijkheid van schuldhulpverlening

en de uitvoering van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kunnen de minima in Helmond

in aanmerking komen voor een pakket van inkomensondersteunende voorzieningen. Bij de

ontwikkeling van beleid voor de eenmalige langdurigheidtoeslag voor het jaar 2003 zal dit bestaande

pakket worden meegenomen. Voor het einde van het jaar 2003 zullen nadere voorstellen worden

voorgelegd.

Het budget voor de bijzondere bijstand in het jaar 2002 (¿ 1.109.000), is mede als gevolg van de

intensivering, overschreden. Ook voor her jaar 2003 is er sprake van een dergelijke overschrijding van

het, behoudens indexering, ongewijzigde budget voor de bijzondere bijstand.

Gezien de eerder genoemde onderbenutting is er geen reden geweest het budget voor de bijzondere

bijstand te herzien. De overgebleven middelen van dit budget zijn tot die tijd in het reserve

hulpverleningsfonds gevloeid, welke deels is opgegaan in de huidige pijlerreserve SE.

Ten laste van het budget bijzondere bijstand worden nu meerdere inkomensondersteunende

regelingen voor minima gefinancierd.

Ten behoeve van de totale inkomensondersteuning aan minima zijn in het jaar 2003 een aantal

budgetten opgenomen tot een bedrag van circa ¿ 3,3 miljoen. Gezien de rijksbezuinigingen van circa

1,2 miljoen als gevolg van het gewijzigde rijksbeleid ziet de gemeente zich genoodzaakt het beleid op

het terrein van de bijzondere bijstand / inkomensondersteuning aan minima te heroverwegen.

Zo mogen er, met de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004, via de bijzondere bijstand

geen categoriale regelingen meer worden verstrekt aan personen < 65 jaar met het oog op de

armoedeval. Aanvragen voor bijzondere bijstand voor personen < 65 jaar moeten individueel worden

bezien.

Voor de langdurige minima van 5 jaar en langer, zonder arbeidsperspectief is in de WWB een

mogelijkheid opgenomen voor een zogeheten langdurigheidtoeslag. De overweging tot het gewijzigde

rijksbeleid is geweest dat inkomenspolitiek aan het rijk is voorbehouden.

Bij de (her)overwegingen dient terdege rekening gehouden te worden met de (maatschappelijke)

verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij de uitgaven als gevolg van uitvoering van de (bijzondere)

bijstand gaat het om uitgaven ten behoeve van de laagste en dus kwetsbare inkomensgroepen.

Buiten de 'vangnetfunctie' van de bijstand (aanspraak op bijstand is alleen mogelijk als er geen andere

voorziening is) zijn er geen andere mogelijkheden meer. De desbetreffende kosten dienen bestreden

te worden uit het beschikbare reguliere inkomen.

2

Voor het jaar 2004 is mede als gevolg van de late informatie van de kant van het rijk en de omvang

van de bezuinigingen voorgesteld om dat jaar als een overgangsjaar aan te merken. De gemeente

streeft ernaar zoveel mogelijk compensatie te vinden voor de door het rijk opgelegde bezuinigingen.

Voor de begroting van het jaar 2005, in het kader van de Voorjaarsnota, kan dan naar een meer

structurele sluitende aanpak worden gekeken.

Voor overgangsbeleid van het jaar 2004 worden, met zoveel mogelijk voortzetting van huidig beleid,

de volgende voorstellen gedaan:

Ombuigingen ter grootte van ¿ 645.000.

Alternatieve dekking tot een bedrag van ¿ 240.000.

Incidentele dekking ten behoeve van uitvoering van overgangsmaatregelen ¿ 765.000,=

Voor het jaar 2004 resteert hiermee circa ¿ 2,85 miljoen waarmee inkomensondersteuning (waaronder

o.m. het kwijtscheldingsbeleid) aan minima, kan worden verleend.

Er is aldus meer tijd beschikbaar om een grondige analyse te maken van de beleidseffecten van

verdere ombuigingen, alternatieve dekkingsmogelijkheden, eventuele mogelijkheden tot verdere

besparingen op (directe en indirecte) personele kosten bij afstoting van taken in relatie met de

algemene ombuigingstaak van de gemeente. Daarmee wordt het beleid zorgvuldig verder invulling

gegeven en in financieel opzicht sluitend gemaakt.

2.

Beknopt samenQevat

1. Middelen:

een rijkskorting van ruim ¿ 1.2 miljoen; ombuigingen van ¿ 645.000, een alternatieve dekking

van ¿ 240.000 en een aanvullende incidentele dekking van ¿ 765.000.

Over blijft een aanvaardbaar pakket beleidsmaatreQelen ter qrootte van ¿ 2.85 miHoen.

Wat vervalt (ombuiQinQen):

Het minimaplusfonds voor een bedrag van ¿ 400.000 (rijksbeleid); lagere kosten

kwijtschelding voor ¿ 195.000 en een bezuiniging op personeel van 1 fte voor ¿ 50.000 (totaal

¿ 645.000).

Wat kan noq wel:

Dagbestedingen maatschappelijke opvang; project activering vrijwilligerscentrale; Helmond

Actief; Stichting Leergeld; maaltijdvoorziening ouderen; individuele bijzondere bestand (incl.

budgetwinkel); bijzonder bijstand t.b.v. uitkering jongeren; woonkostentoeslag e.d.

Gevolqen:

Deze zijn voor 2004 vooral gelegen in de effecten van het verval van het minimaplusfonds

(rijksbeleid).

qaat

het

voor

2004

om:

3.

4.

Wet Werk en Bijstand

Naar aanleiding van vragen van de fractie SP merken wij het volgende op.

De gemeente heeft de mogelijkheid in redelijkheid om te gaan met het begrip 'algemeen

geaccepteerde arbeid'. Door de gemeente wordt momenteel volop gewerkt aan een nadere uitwerking

van beleid die met de Wet Werk en Bijstand samenhangt. Ook dit onderwerp maakt daar onderdeel

vanuit.

Het project Direct Werk krijgt inderdaad landelijk veel aandacht. Het gaat bij Direct Werk om een

reïntegratietraject waarin onderzocht wordt wat de vaardigheden en eventuele beperkingen in de

kwalificaties van de persoon zijn. Het is dus geen werk in de zin van een dienstverband waar minister

Rutte op heeft geantwoord, maar een systematiek om kwalificaties te beoordelen en daarop de

persoon een maatwerk reïntegratietraject te kunnen laten volgen om zijn kansen op de reguliere

arbeidsmarkt te vergroten.

Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand wordt ook 100% verantwoordelijkheid van de

gemeente ten aanzien van uitgaven aan uitkeringen ingevoerd. Daarbij is het van belang dat de

gemeente sterk inzet op de poortwachterfunctie en de reïntegratie taakstelling. Een uitkering wanneer

nodig maar niet zondermeer.

3

Met het CWI wordt middels een Service Niveau Overeenkomst contractueel afspraken gemaakt over

de invulling van de poortwachterfunctie. Het CWI heeft wettelijk geen taak in de uitvoering c.q.

invulling van reïntegratietrajecten.

Budqetwinkell Schuldhulpverleninq

Met betrekking tot de door de fracties CDA en Helmondse Belangen gemaakte opmerkingen het

volgende.

Het afgelopen jaar (2003) is er een wachtlijst ontstaan bij de Budgetwinkel enerzijds door toename

van het aantal vragen (ongeveer 16% to.V. 2002) anderzijds door vertrek van een ervaren

medewerker. Goede vervanging is gezien het specialistische werk moeilijk te realiseren. Inmiddels is

een nieuwe medewerker schuldhulpverlening per januari 2004 aangesteld. Tevens wordt momenteel

gebruik gemaakt van tijdelijke inhuur om de wachtlijst te reduceren.

Ondanks de wachtlijst wordt bij iedere aanvraag op voorhand beoordeeld of er problematische

situaties zijn dan wel ontstaan (het betreft concreet bijvoorbeeld aanzegging tot ontruiming of afsluiting

van nutsvoorzieningen). Is dit het geval dan wordt onmiddellijk een aanvraag in behandeling

genomen.

Momenteel wordt de cursus "omgaan met geld" in samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk

Werk voor de derde keer georganiseerd. Gezien de goede resultaten willen we hiermee graag

doorgaan. Op basis van de opgedane ervaringen ligt het in de bedoeling meer preventieve activiteiten

te ontplooien. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan het geven van voorlichting op scholen. Op deze

wijze kunnen grote groepen jongeren worden bereikt, met als doel gerichte voorlichting te geven over

het omgaan met geld, het voorkomen van schulden, budgettering, schuldhulpverlening, etc.

De eerste prioriteit zal echter worden gelegd bij het wegwerken van de wachtlijst

Kortom:

Door de gemeente wordt een uiterste inspanning geleverd om een adequaat voorzieningenniveau in

stand te houden. De gemeente wordt op diverse terreinen geconfronteerd met forse van rijkswege

opgelegde bezuinigingen. Daarnaast wordt de gemeente geconfronteerd met nieuwe regelgeving in

de vorm van de nieuwe Wet Werk en Bijstand. Op basis van nieuwe wet en regelgeving zal nieuw

beleid worden geformuleerd en u bij de voorjaarsnota worden aangeboden.

2.

Centrumontwikkeling

In de reacties op de begroting 2004 zijn er door veel fracties vragen gesteld dan wel opmerkingen

gemaakt over de centrumplannen. Deze kunnen in een tweetal categorieën worden onderscheiden.

De fracties van SDH/OH, WD, HSP'97, GLlD'66 en FWK hebben ieder op eigen wijze en met

verschillende accenten te kennen gegeven duidelijk behoefte te hebben aan nadere informatie over

de voortgang en achtergronden van de planontwikkeling en de verschillende projecten. De tweede

categorie van vragen en opmerkingen stelt daarentegen vooral de prioriteitstelling en ambities (fracties

van PvdA, SP en GI/D'66) dan wel de temporisering van de plannen (fractie HB) ter discussie.

Met betrekking tot de behoefte aan informatie heeft u inmiddels kunnen ervaren dat wij op 28 oktober

jl., via een presentatie in de commissie, een overzicht van de stand van zaken hebben gegeven en

daarbij ook aangegeven op welke termijn er producten ter bespreking en ter besluitvorming zullen

worden voorgelegd. Bij deze zeggen wij u toe dat u periodiek op de hoogte wordt gehouden over de

centrumontwikkelingen.

Alvorens dieper in te gaan op een aantal achtergronden van de planvorming en de beantwoording van

de gestelde vragen daarover, zult u begrijpen dat wij eerst willen ingaan op de (fundamentele)

discussie over de prioriteitstelling en de ambities rond het centrumproject Wij willen daar van onze

kant geen misverstand over laten bestaan en maken ons zorgen over een mogelijke scepsis of zelfs

terugtrekkende beweging die kennelijk bij enkele fracties is waar te nemen.

Helmond bevindt zich al enige tijd in een opgaande lijn van ontwikkeling. Zij heeft inmiddels het

inwoneraantal van 85.000 bereikt en zal doorgroeien naar de 100.000. Deze ontwikkeling heeft vooral

te maken met de bouw van nieuwe woningen in onze uitbreidingswijken. Maar daarmee hebben wij

nog geen complete stad gekregen. Niet alleen het college maar vooral ook uw raad heeft er voor

gekozen om met de groei van de stad ook de kwaliteit van het leef-, woon- en werkmilieu te

verbeteren en niet in de laatste plaats ook de centrum positie van Helmond te versterken. De

Stadsvisie 2010 is daar klip en klaar over. Dit betekent een integrale aanpak waarbij niet alleen

wordt geïnvesteerd in fysieke aspecten maar ook in mensen. Investeren in mensen betekent ons

4

inziens niet alleen uitgaven in bijvoorbeeld zorg en opvang maar ook investeren "aan de voorkant van

sociaal beleid". Het creëren van werk, een goede woonomgeving, basisvoorzieningen hoort bij de

faciliterende taken van de overheid. De upgrading van het centrum is daarbij bewust aangegeven als

een van de kernprioriteiten c.q. speerpunten van beleid en heeft een duidelijke vertaling in het

huidige MOP gekregen en zal een centraal item zijn in de nieuw op te stellen stadsvisie. Niet alleen de

behoefte aan kwalitatieve woningen krijgt daarbij de aandacht maar ook de verbetering van het

sociaal culturele, sociaal maatschappelijke en sociaal economische klimaat van de stad. Concreet

hebben we het over dringend noodzakelijke voorzieningen als een goede bibliotheek, een hotel,

versterking van het winkelapparaat, horeca en al die andere activiteiten die een stad een echte stad

maken. De upgrading van het centrum is daarmee geen 'hobby' of prestigeproject dat dus in tijden van

teruglopende conjunctuur en bezuinigingen kan worden teruggedraaid of verwaarloosd. De

ontwikkeling van het centrum -van welke stad dan ook maar zeker Helmond- is namelijk geen

vanzelfsprekendheid maar een voortdurende concurrentiestrijd om de consument, de bezoeker, de

regiobewoner maar ook de eigen stadsbewoner. Stilstand is achteruitgang en het momentum dat we

nu net in ons centrum aan het ontwikkelen zijn vraagt om een continue aandacht en een goed

afgestemd integraal beleid.

Investeren in het centrum (in de brede zin van het woord) is geen zaak van de overheid alleen;

integendeel. Centrumontwikkeling vraagt een inzet van alle partijen en is een gedeelde

verantwoordelijkheid. De overheid jaagt aan, voert regie, faciliteert en investeert ook geld met het doel

dat de andere (markt)partijen het veelvoud daarvan voor hun rekening nemen. Het zogenaamde

'multipliereffect'. De marktpartijen die in Helmond zijn betrokken bij het centrumproject hebben keer op

keer hiervan rekenschap gegeven. Ondanks de teruglopende conjunctuur blijken de omstandigheden

in onze stad gunstig: snel groeiende bevolking, inhaalslag van voorzieningen, etc. Maar dit alles

vraagt wel continuïteit in beleid en een betrouwbare overheid; kortom: het uitzetten van een duidelijk

langjarig traject met duidelijke doelen en een solide financieel kader.

Om de kwaliteitsverbetering van het centrum vorm te geven hebben wij in december 2001 de integrale

structuurvisie vastgesteld. Deze visie geeft het globale kader voor de ontwikkeling van het centrum

voor de komende vijftien tot twintig jaar Belangrijk is daarbij te vermelden dat daarmee het centrum

de grootste inbreidingslocatie voor Helmond wordt. Deze structuurvisie moet worden vertaald in een

masterplan (c.q. uitvoeringsplan) met alle daarbij behorende elementen als gedetailleerde

stedenbouwkundige structuur, uitwerking functioneel programma, beeldkwaliteit, fasering, financiële

middelen en architectonische visie. Veel inzet en creativiteit zal echter nodig zijn om, in het licht van

de huidige economische ontwikkelingen, te komen tot een realistisch plan. Met het vervolgtraject op

de integrale structuurvisie zijn we gestart nadat de discussie over het Kunst en Cultuurplein was

afgerond (mei 2003).

De in de structuurvisie aangegeven ontwikkeling van de stad, en de uitwerking daarvan in het

masterplan, is gericht op de lange termijn (1e spoor). Dit betekent niet dat er in de tussentijd geen

zaken worden opgepakt. Onder het motto: "De winkel is open" wordt er gewerkt aan de upgrading van

het bestaande centrum om de consument een aangenamer en langer verblijf in de stad te bieden

(kwaliteitsimpuis: 2e spoor). De kwaliteitsimpuis aan het centrum wordt vormgegeven met het

centrummanagement en de heer Jan Verspaget.

Masterplan

Om te komen tot een masterplan en de uitvoering daarvan zijn na een uitvoerige en zorgvuldige

procedure de marktpartijen ING en Amstelland (inmiddels AM) geselecteerd. Met deze partijen

hebben wij als gemeente in mei jl. een intentieovereenkomst getekend. Deze marktpartijen zijn

gekozen omdat zij de nodige expertise en ervaring hebben met grootschalige ontwikkelingen en

bereid zijn langjarig in onze stad te investeren. Om te komen tot een goed integraal masterplan

hebben wij samen de stedenbouwkundige Prof. Joan Busquets in de arm genomen. In de afgelopen

maanden is met de marktpartijen en de heer Busquets hard gewerkt aan het concept-masterplan.

Het concept-plan zullen wij in januari 2004 aan u voorleggen.

Door u zijn de uitgangspunten van de Integrale Structuurvisie Centrum in mei nogmaals bevestigd. De

structuurvisie blijft daarmee de basis (" het skelet") vormen voor die verdere uitwerking. De positie van

Helmond als betrouwbare partner komt o.i. hiermee volop tot uitdrukking.

Omdat het plangebied van het masterplan ook het zuidelijk deel van woonbuurt de Waart omvat

kunnen wij ook de vraag van de fractie van de SP bevestigend beantwoorden dat de bestemming van

het gebouw waarin de Gaviolizaal is gevestigd in samenhang met de herstructurering van dit gebied

wordt gezien.

5

3.

Kwaliteitsimpuis & centrummanagement

Kwaliteitsimpuis

Om de (kritische) consument een aangenamer en langer verblijf in het centrum te bieden dient het

centrum een aantrekkelijke en hoogwaardige uitstraling te krijgen. Dit zien wij niet als een

prestigeproject maar als een harde economische noodzaak. Om dit te bereiken wordt er gewerkt aan

de kwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte, kwaliteit en uitstraling van de panden, kwaliteit en

uitstraling van de winkels, de organisatie van de activiteiten in het centrum en de organisatie van

beheer en handhaving. Deze kwaliteitsimpuis is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd, maar

de eerste resultaten zijn al zichtbaar zoals door verschillende fracties aangegeven. De vormgeving

van de kwaliteitsimpuis vindt plaats in overleg met betrokken partijen in het centrum. In de begroting

zijn voor 2004 en 2005 middelen opgenomen voor de kwaliteitsimpuis.

Ook de bevolking hebben wij betrokken bij de kwaliteitsimpuis. De Markt is in Helmond een markante

plek en is al jaren onderwerp van discussie. Aan de inwoners is gevraagd hun ideeën over de Markt

aan het papier toe te vertrouwen. Als blijk van betrokkenheid en enthousiasme zijn maar liefst 148

ideeën ingezonden. In november wordt de prijswinnaar bekend gemaakt. In het voorjaar van 2004

wordt het inrichtingsplan voor de markt opgesteld en ter besluitvorming aan u voorgelegd. Het is de

bedoeling om met de uitvoering van het plan in het najaar van 2004 te starten.

Centrummanaqement

Het centrummanagement is als belangrijke partner in de centrumontwikkeling volop bezig geweest

met de uitvoering van het jaaractieprogramma. Diverse projecten en studies zijn voortvarend gestart

en deels zelf al afgerond. Een voorbeeld hiervan is het ter hand nemen van het fietsproject in het

centrum. Het verblijfsklimaat in de winkelstraten is door dit project al aanzienlijk verbeterd. In januari

2004 worden u de resultaten aangeboden van een recent afgesloten brancherings- en

koopstromenonderzoek naar het centrum van Helmond. De brancheringscommissie is bijzonder actief

bezig geweest. Mede door haar inspanningen is er tot op heden een laag leegstandspercentage in de

winkelpanden in het centrum ondanks de economische recessie. Ook de aanwezigheid van een groot

warenhuis in de stad zien wij in het kader van de optimale branchemix als een belangrijke kwaliteit

om het centrum zo volwaardig mogelijk te laten functioneren.

Het college van B&W heeft deze week overleg gevoerd met de directie van Vendex om het behoud

van de V&D vestiging voor Helmond te bepleiten. De directie van V&D blijft bij het eerder ingenomen

standpunt. Bij de verdere uitwerking van de centrum plannen houden wij rekening met dit gegeven. De

directie van Vendex blijft wel geïnteresseerd in de toekomstige ontwikkeling van ons centrum. Wij

zullen de directie uiteraard hiervan op de hoogte houden.

In het kader van de verbetering van de veiligheid kan recent het project collectieve winkelontzegging

genoemd worden. In deze vorm uniek voor Nederland. De start van dit project leidde tot veel

belangstelling uit het land hoe dit project in Helmond in elkaar zat. Ook het recent aangekondigde

lokettenbeleid zal verder bijdragen aan een verbetering van de belevingswaarde van het centrum door

de consument. Op het programma staan nog concreet onder andere het uitstallingen beleid, de

problematiek van het Iaden en lossen en het verbeteringstraject voor het huisafval en het bedrijfsafval

in het centrum.

De professionaliseringslag van het centrummanagement kost echter veel kruim. Het vergt een zeer

intensief overleg met de vele partijen in het centrum: de winkeliersverenigingen, de

vastgoedeigenaren, de ambulante handel, de horeca en de bewoners. De recente instelling van de

klankbordgroep voor het centrum draagt bij aan de verbetering van de overlegstructuur. Een knelpunt

is nog de onvoldoende participatiegraad van de verschillende ondernemersverenigingen. Ook de

Federatie en de vastgoed eigenaren maken nog een groeiproces door. Het zal de komende jaren nog

veel aandacht en inspanning vragen van het centrummanagement om bijdragen te gaan leveren aan

de verhoging van zowel de participatie- als de organisatiegraad van deze partijen. In december 2002

hebben wij dan ook een samenwerkingsovereenkomst getekend voor een periode van drie jaren met

de Federatie en de vastgoedeigenaren.

Een aantal fracties vindt dat de neerwaartse spiraal in het nabij het centrumgebied gelegen deel van

de Molenstraat tussen Koninginnewal en luidende, nog steeds niet in positieve zin is omgebogen. Wij

6

hebben dit ook moeten constateren, maar we kunnen inmiddels wel mededelen dat er initiatieven in

voorbereiding zijn om een groot deel van de noordwand aan te pakken. Deze initiatieven zijn in

principe door ons positief ontvangen. Voor beide initiatieven zal naar alle waarschijnlijkheid een

beroep gedaan worden op de Uitvoeringsregeling Stimuleringsgebied Molenstraat. Naar verwachting

kan medio 2004 gestart worden met de realisatie van deze initiatieven. Ook aan de zuidzijde is door

een ontwikkelaar een pand verworven. Daarnaast zullen de eigenaren/ondernemers in de Molenstraat

op korte termijn per brief nogmaals op de hoogte gesteld worden van het bestaan van de regeling en

wordt er in deze brief aangekondigd dat de eigenaren/ondernemers op korte termijn nog persoonlijk

benaderd zullen worden om te bezien of ze samen met de gemeente initiatieven willen ontplooien die

kunnen leiden tot een forse upgrading van dit deel van de Molenstraat.

Samenvattend willen wij stellen;

In de afgelopen periode is er veel gebeurd in het centrum en er staat er nog veel te gebeuren. Echter,

de ontwikkeling van het centrum is een langdurig en zeer complex proces dat veel overleg en

zodoende tijd vergt maar vooral ook continuïteit van beleid vraagt. Wij zullen ons inspannen om

resultaten te boeken waardoor het voor u en de bevolking van Helmond duidelijk wordt dat het

centrum van Helmond iets is en wordt om trots op te zijn. Of zoals de fractie van HSP'97 oproept:

actie!

4.

Economisch beleid en werkgelegenheid

De mogelijkheden voor de ontwikkeling van sociaal beleid, waar eerder over gesproken is, staat of valt

met de economische positie van de stad en meer in het bijzonder de beschikbaarheid van voldoende

werkgelegenheid voor de bevolking. In dat verband deelt ons college met u de zorgen over de

ontwikkeling van de economische situatie in Helmond. Na jaren van sterke groei is de Helmondse

economie tot stilstand gekomen en is zelfs sprake van een krimp. Regelmatig kunnen wij in de krant

lezen dat dit grote gevolgen heeft voor de werkgelegenheid. Als voorbeelden van belangrijke

bedrijvigheid die ons is ontvallen zouden wij willen noemen: Shell Solar, Technicolor en Avesta

Sandvik Tube. Daarnaast verdwijnen sluipenderwijs banen in veel Helmondse bedrijven.

De sterke neergang in de economie is niet typisch Helmonds, maar voor een groot deel te wijten aan

de tegenvallende economische ontwikkeling in Nederland. Wel is het zo dat wij net als geheel

Zuidoost Brabant extra hard worden getroffen door de economische recessie. Dit heeft te maken met

het grote aandeel productieactiviteiten in de industriële sector. Hier ligt in de visie van ons college dan

ook een belangrijke uitdaging voor de ontwikkeling van Helmondse economie: onze stedelijke

economie zal meer kennisgeoriënteerd moeten worden en zal moeten worden verbreed naar nieuwe

economische dragers. Hierbij willen wij focussen op food, zorg en vrije tijdseconomie: sectoren die

een sterke groei zullen vertonen.

Concrete acties van werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijs, en andere overheden

waaraan door de Gemeente Helmond een actieve bijdrage is verleend zijn: "drieslag voor behoud

vakmanschap zuidoost Brabant", breed banenoffensief (banenplein) gericht op de werving van

vacatures, foodregio Helmond, agrofood community (samenwerking met de provincie Limburg tot

versterking van de foodsector), preventieve acties tot bestrijding van de jeugdwerkloosheid.

Daarnaast wordt in het streekplatform De Peel met regiogemeenten en andere partijen gewerkt aan

de versterking van de sociaal-economische infrastructuur. Mede door de inzet van het Kenniscentrum

Duurzame Stad en Streekontwikkeling is vanuit Helmond een impuls gegeven aan de ontwikkeling van

de Groene Peelvallei, de samenwerking tussen de foodindustrie en de ZL TO (milieucooperatie De

Peel) en concrete initiatieven in de agrofood (Tilapia viskweek). De robuustheid van dergelijke

initiatieven kan pas op termijn worden vastgesteld.

In het sociaal-economisch beleidsplan zullen wij nadrukkelijk de relatie leggen tussen de bedrijvigheid,

de mensen en de omgeving. Economisch beleid is immers bedoeld om werk voor inwoners van

Helmond en omgeving te behouden en te creëren. Dat is waar wij het voor doen! Een aantrekkelijk

woon- en leefmilieu, een goede bereikbaarheid en de beschikbaarheid van ruimte zijn daarbij

belangrijke randvoorwaarden om ook invulling te kunnen geven aan het economische beleid.

Het sociaal-economisch beleidsplan voor onze gemeente werken wij momenteel uit. Onlosmakelijk

onderdeel van het beleidsplan zijn concrete acties neergelegd in een uitvoeringsprogramma.

7

Draagvlak voor het sociaal-economisch beleidsplan is randvoorwaardelijk om ook in de praktijk

resultaten te kunnen bereiken. Daarom zullen externe partners intensief bij het ontwikkelen van het

sociaal-economisch beleidsplan worden betrokken. Het is de bedoeling om het sociaal-economisch

beleidsplan in het voorjaar van 2004 met uw raad te bespreken.

Het is goed om hier nog eens te benadrukken dat naast de ontwikkeling van een sociaal-economisch

beleidsplan de huidige werkzaamheden gericht op economische structuurversterking gewoon worden

doorgezet. Zonder compleet te zijn kunt u dan denken aan de Ondernemende Stad, de participatie in

het Programma Horizon en het programma Progress, acquisitie-inspanningen, de revitalisering van

Hoogeind en de ontwikkeling van businesspark Brandevoort.

Tenslotte willen wij u meegeven dat de ontwikkeling van het aantal werkzoekenden en de

openstaande vacatures ook onderstrepen dat actie is geboden. In september 2003 stonden er bij het

CWI 4303 werkzoekenden ingeschreven, terwijl er slechts 251 vacatures in de databanken van het

CWI waren opgenomen. De verwachting is dat de situatie op de arbeidsmarkt verder zal

verslechteren.

Meer concreet is dit reden tezamen met andere partijen het initiatief te ondersteunen te komen tot een

breed banenoffensief "het banenplein", een tijdelijke hulpstructuur om de leemte in te vullen ontstaan

door de opheffing van de arbeidsvoorzieningsorganisatie (RBA). Het gaat er daarbij om de

"vraagzijde" van de arbeidsmarkt te versterken door de vacaturevraag te bundelen, en tevens te

koppelen met de landelijke vraag uit verschillende branches, particuliere aanbieders (waaronder SBK)

en projecten. Dit moet na een jaar leiden tot een versterking van het CWI op de vacaturemarkt. De

eerste resultaten wijzen reeds op een succes van het banen plein (vanaf de start zijn enkele

honderden vacatures gemeld). Daarnaast moet het initiatief Banenplein leiden tot een betere

stroomlijning, afstemming van werkprocessen, tussen partijen die nog zeer recent (2001) na de

opheffing van het RBA zijn ontstaan (CWI, UWV, gemeentelijke afdelingen WIZ). Ook heeft de

gemeente Helmond in SRE verband opgeroepen de krachten van gemeenten te bundelen door

gezamenlijk regie te voeren op de arbeidsmarkt. In het bijzonder gaat het er daarbij om de vraagzijde

(werkgevers, werknemers, concrete bedrijven) van de arbeidsmarkt structureel actief te betrekken bij

dit beleid. Hierbij kan een vergelijking getrokken worden met de gezamenlijke acties bij de teruggang

van de werkgelegenheid bij DAF, VO LVO , Philips in de jaren negentig. Wij moeten hierbij opmerken

dat wij het, in vergelijking tot de aanpak in de jaren negentig (tri-partite aansturing van het RBA) het

als een gemis ervaren geen sturing te kunnen geven aan het Centrum Werk en Inkomen. (N.B. De

wijze waarop de nieuwe structuur werkt, heeft gevolgen voor de omvang van de bijstandsgerechtigden

met alle gevolgen van dien.)

Ons college geeft zoals hiervoor al aangegeven de komende jaren prioriteit aan het sociaal-

economisch beleid. Onze inzet is erop gericht te voorkomen dat grote groepen in onze gemeente aan

de kant komen te staan. Werk betekent immers voor velen meer dan inkomen, werk draagt bij aan

maatschappelijke participatie en is een zinvolle besteding van tijd.

4.

Werkgelegen heid

Met de PvdA fractie zijn wij de mening toegedaan dat er in Nederland meer geïnvesteerd zou moeten

worden in de kwalificatie van bestaand arbeidspotentieel in de bedrijven. De primaire

verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij werkgevers- en werknemersorganisaties. De overheid stimuleert

met name het bereiken van het startkwalificatieniveau voor diegenen die in het onderwijs verblijven.

Om jeugdwerkloosheid te voorkomen wordt door middel van het Regionaal Meld- en Coërdinatiepunt

voortijdig schoolverlaten (ingebed in "team jeugd" afdeling WOS) bij jongeren de deelname aan het

onderwijs bevorderd tot het startkwalificatieniveau is bereikt. In het Regionaal Platform

Arbeidsmarktbeleid worden specifieke maatregelen bevorderd voor sectoren die te lijden hebben

onder de teruggang in de economie. De eerder genoemde actie "Drieslag" voor behoud vakmanschap

Zuidoost Brabant in de metaal- en elektrobranches is hiervan een concreet resultaat. 900 vaklieden

konden met deze actie voor deze bedrijfstak worden behouden. In "Ondernemende Stad" wordt de

relatie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs actief bevorderd. Ook in dit kader worden concrete

resultaten bereikt gericht op bestaand arbeidspotentieel in de bedrijven. In het project "Foodregio

Helmond", een initiatief van werkgevers in de voedingsmiddelenindustrie, wordt binnenkort de eerste

opleiding procesoperator voedingsmiddelenindustrie afgesloten, waarbij zittend personeel op

startkwalificatieniveau wordt gebracht. In onze preventieve acties gericht op de bestrijding van de

8

jeugdwerkloosheid zal ingespeeld worden op het MKB leerbanenplan. Initiatieven van de Vereniging

Industrieel Contact Helmond e.o. en de BZW Helmond e.o. moeten ook hier leiden tot een actieve

participatie van de vraagzijde van de arbeidsmarkt.

De fracties FWK en Groen Links/D'66 informeren naar de in Ondernemende Stad te realiseren

opleidingen. De opleidingen in de mechatronica zijn reeds gerealiseerd. De eerste studenten hebben

hierin hun diploma op het ROC Ter AA behaald. In het VMBO is een verrijkingsdeel mechatronica aan

de Iesstof van de opleidingen metaal en elektro toegevoegd. Alle scholen voor VMBO in Zuidoost

Brabant met deze afdelingen hebben aan dit project deelgenomen. In de nieuwbouw van het Ter

Kemenade College is e.e.a. ook fysiek waarneembaar. Dit schooljaar start de herontwerp van

opleidingen in metaal en elektro, genoemd "integraal ontwerpen" in het TKC en het ROC Ter AA. Het

betreft een continu proces van "anders werken en anders Ieren" in VMBO en MBO.

De HBO opleiding leisure management is dit jaar in Eindhoven van start gegaan en zal zodra de

"Groene Campus" is gerealiseerd naar Helmond verhuizen. De initiatieffase voor realisatie van de

Groene Campus is onlangs met een overeenkomst tussen partijen afgesloten. In het plan "Suytkade"

vindt de fysieke vertaling plaats (het tijdpad is hiervan afhankelijk).

¿ 5.22-fonds

Enkele fracties hebben stilgestaan bij de ¿ 5,22 bijdrage aan het SRE.

Door het grote aantal aanvragen is uitputting van middelen in dit fonds sterk toegenomen.

Hervatting van de betaling van de ¿ 5,22 bijdrage is in 2005 aan de orde.

In het verleden is uw Raad geïnformeerd over de aanzienlijke bedragen die vanuit dit fonds voor

Helmondse projecten beschikbaar zijn gekomen. Vanuit het Stimulus programma's I en 11 zijn voor een

totaal bedrag van ruim 32 miljoen gulden in de periode van 1994 tot begin 2000 Helmondse projecten

gefinancierd. Bedragen zijn onder andere beschikbaar gekomen voor de herstructurering en

ontsluiting van bedrijventerreinen, de realisering van een bedrijvencentrum, de verschillende

stimulerings- en investeringsregelingen voor het bedrijfsleven en dergelijke. De directe bijdragen uit

het stimuleringsprogramma werden vanuit het ministerie van EZ, de provincie en het SRE

gecofinancierd. Het SRE stelt op dit moment een actuele lijst samen van de Helmondse bedrijven die

op dit moment gebruik maken van de diverse regelingen. Binnenkort is deze lijst beschikbaar en zullen

wij deze de Commissie Samenleving en Economie doen toekomen.

Ook onder het programma stimulus 111 worden de stimuleringsregelingen voor het bedrijfsleven

voortgezet. Extra aandacht geven wij ook aan het indienen van projecten in het kader van het

programmaonderdeel Stimulus Investeringsregeling Toerisme.

De aandacht is er uiteraard op gevestigd om het Helmondse bedrijfsleven op een evenwichtige en

evenredige manier gebruik te laten maken van deze financiële ondersteuningsfaciliteiten. Zeker in

deze tijd van economische teruggang is het van groot belang om in het kader van structuurversterking

dergelijke fondsen tot onze beschikking te hebben.

Bijzondere vermelding verdient voorts het zogenaamde Vehil project van TNO, dat recent gerealiseerd

is in onze stad. Voor de realisering van dit project is een substantiële bijdrage vanuit het EFRO-

programma beschikbaar gekomen. In het kader van de structurele versterking van onze stedelijke

economie een hoogst belangrijk project.

Het College van burgemeester en wethouders is van mening dat participatie in het ¿ 5,22 fonds

alleszins verantwoord is mede in het belang van de zo juist genoemde economische

structuurversterking.

5.

Toerisme, vrijetijd en recreatie

Voortqanq leisurebeleid

Voor het leisurebeleid van onze gemeente vormt het rapport 'Op weg naar een leisurebeleid voor de

gemeente Helmond', dat eind 2002 door de gemeenteraad is vastgesteld, het uitgangspunt. De nota

benoemt twee prioritaire leisurelocaties, te weten Berkendonk en Suytkade, waarbij nadrukkelijk

gesteld is dat deze zich complementair aan elkaar en overige leisure locaties (met name het Centrum)

moeten ontwikkelen. Vanaf 2003 is dan ook een aanvang gemaakt met het opstellen van

leisureprogramma's voor Berkendonk, Suytkade en Centrum. Voor Berkendonk zijn onlangs eerste

voorstellen gepresenteerd voor een leisureprogramma. Bij definitieve voorstellen willen wij graag de

ideeën en de expertise van diverse (markt)partijen buiten de gemeente betrekken. Voor Suytkade

9

zullen naar verwachting begin 2004 voorstellen worden gepresenteerd. Voor het Centrumgebied geldt,

dat leisure nadrukkelijk meegenomen wordt in de Masterplanontwikkeling. Voor alle locaties geldt, dat

gemeente een sturende en trekkende rol vervult; partijen die zich spontaan bij de gemeente melden

worden daarnaast met open armen ontvangen. 2004 staat aldus in het teken van definitieve

planvorming en gerichte acquisitie.

Comité Kanaal met Vaart

Het initiatief van het Comité Kanaal met Vaart is in het kader van het project Industrieel Erfgoed

Toerisme besproken en op zijn merites onderzocht. Wij realiseren ons terdege dat een boottocht over

het kanaal een forse impuls kan betekenen voor het toeristisch-recreatieve product Helmond in het

algemeen en het project Industrieel Erfgoed Toerisme in het bijzonder. Wij hebben daarbij echter te

maken met een aantal beperkingen. Op de eerste plaats de staat van onderhoud van Sluis 7.

Renovatie vergt miljoenen; geld, dat wij niet beschikbaar hebben. Wel staan wij open voor

mogelijkheden die ontstaan vanuit cofinanciering (uit bijvoorbeeld subsidies). Op de tweede plaats de

opstelling van de gemeente Laarbeek inzake de bediening van de brug in Aarle Rixtel. De gemeente

Laarbeek hebben wij gevraagd geen onomkeerbare initiatieven te initi~ren, die de

doorvaartmogelijkheden van het kanaal in de toekomst verder zullen beperken.

De mogelijkheden van het realiseren van een boottocht (geen rondvaart) zoals verleden jaar heeft

plaatsgevonden i.s.m. Kanaal met Vaart en Rederij Wolthuis, worden momenteel onderzocht.

6.

Revitalisering

Revitalisering van bedrijfsterreinen is een belangrijk speerpunt van ons college, aangezien wij grote

waarde hechten aan een goed vestigingsmilieu voor het bestaande bedrijfsleven. Juist in deze tijd van

economische neergang is het van groot belang om ervoor te zorgen dat de ruimtelijk-economische

randvoorwaarden voor het economisch functioneren optimaal in orde zijn. Het revitalisering beleid wil

ons college dan ook krachtig voortzetten. Ook zijn wij voornemens hierbij de Brabantse Ontwikkelings

Maatschappij (NV BOM) en NV Rede intensief te betrekken. Voor bedrijventerreinen Hoogeind willen

wij voor 2004 inzetten op een aantal concrete projecten:

verdere ontwikkeling van het Roburterrein;

ontwikkeling van het PDV-cluster;

ontwikkeling centrale vrachtwagenparkeerplaats.

Voorts zullen wij in beeld brengen de omvang van de leegstand en zal worden bezien op welke wijze

de aanpak van de leegstaande panden kan geschieden. Daarnaast willen wij de samenwerking met

ondernemers en eigenaren steviger neerzetten door een vorm van parkmanagement te introduceren.

Samenwerking met de eigenaren en ondernemers is bij de revitalisering het uitgangspunt, draagvlak

een essenti~le randvoorwaarde.

Tenslotte vindt ons college het van groot belang een Masterplan voor Hoogeind op te stellen. In dit

Masterplan wordt voortbouwend op de studies van BRO een economische visie voor Hoogeind

neergelegd. Dit Masterplan biedt de mogelijkheid te sturen op segmentatie en geeft bovendien naar

bestaande en nieuwe investeerders duidelijkheid over de gemeentelijke visie op Hoogeind. Daarmee

werkt het Masterplan ook investeringsbevorderend. Tevens dient het Masterplan als input voor het op

korte termijn op te stellen bestemmingsplan.

7. NV Rede

De fractie SDH/OH stelt vast dat de eerder ingediende vragen van deze fractie rond het functioneren

van NV Rede nog niet afgewerkt zijn. Deze zaak heeft onze volle aandacht. NV Rede heeft eerder bij

ons college een verzoek ingediend om een structurele verhoging van de zogenaamde

basisfinanciering voor de jaren 2004 tlm 2008.

Wij hebben ten aanzien van het verzoek overleg gevoerd met de andere aandeelhouders van deze

Regionale Ontwikkelings Maatschappij, te weten de gemeente Eindhoven en het SRE. Op basis van

dit overleg is een gezamenlijk standpunt geformuleerd. Onderdeel van dit standpunt is dat de

aandeelhouders gezamenlijk de wens hebben uitgesproken alvorens een besluit te nemen over de

10

gevraagde financiering allereerst een kerntakendiscussie dient plaats te vinden. Wij vinden het van

groot belang dat het functioneren van dit regionaal instituut zoveel mogelijk plaatsvindt in afstemming

en in complementariteit met het eigen stedelijk organiserend vermogen. Op deze wijze kunnen naar

onze mening efficiency voordelen worden gehaald, met name ook op financieel vlak. Het houden van

een kerntakendiscussie vinden wij voorts van belang om de ieders taken op het vlak van economisch

ontwikkelingsbeleid goed op elkaar afgestemd te houden en te versterken. Deze behoefte leeft niet

alleen bij ons maar ook bij het SRE en de gemeente Eindhoven.

NV Rede vervult een taak op het vlak van regionaal economische structuurversterking. Wij denken

dan met name aan de ontwikkeling en uitvoering van bepaalde programma's zoals Horizon en

Stimulus. Ook op het vlak van regionale promotie en internationale acquisitie vervult het instituut

wezenlijke taken, doch het geheel vraagt op dit moment om een nadere analysering. Deze behoefte

van ons college speelt in op de vraagstelling van de fractie SDH/OH.

Het College heeft NV Rede al wel in kennis gesteld van het feit dat de bezuinigingsoperatie waarvoor

de stad zich geplaatst ziet in ieder geval ook zal doorwerken in de financiële bijdrage van de

gemeente Helmond in de basisfinanciering voor de jaren 2004 Um 2008.

Vermeldenswaard in deze is dat wij recent gesprekken hebben gevoerd met de directie van de

Brabantse Ontwikkelings Maatschappij om de relatie met de gemeente Helmond ook op het vlak van

structuurversterkende projecten te versterken.

11

Wethouder, J.B.C.W. van den Heuvel

Onderwijs, Stedelijk Beheer en Milieu

1. Wijk en buurtbeheer

De fractie Helmondse Belangen spreekt waarderende woorden over het netwerk van klankbordgroe-

pen en de participatie van het wijk- en buurtbeheer in Helmond. Daarbij vraagt de fractie aandacht om

in samenspraak met de doelgroep te komen tot een uniforme wijkbeheer-overeenkomst, waarin duide-

lijk wordt beschreven welke positie de wijkorganisaties en de klankbordgroepen hebben en welke wij-

ze zij geacht worden te functioneren.

In de notitie "werkwijze klankbordgroepen" (november 2002 vastgesteld door uw raad) en de notitie

"herijking buurtbudgetten" (welke in december 2003 ter besluitvorming aan uw raad zal worden voor-

gelegd) staan de werkwijze, de (gewijzigde) subsidievoorwaarden en de kaders al reeds vernoemd.

In het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan het beter laten functioneren van de klankbordgroe-

pen en de ondersteuning van de wijkorganisaties. Daarbij is veel aandacht voor het onderling uitwis-

selen van de wederzijdse verwachtingen. Financiële en inhoudelijke kaders maken daar onderdeel

van uit en worden helder gecommuniceerd naar de wijkorganisaties. In de praktijk blijkt dat deze di-

recte werkwijze goed werkt.

Begin 2004 zal in samenspraak met de wijkorganisaties een evaluatie "werkwijze klankbordgroepen"

worden opgesteld om eventuele verbeteringen door te voeren.

Daarnaast hebben wij het thema "wijkgericht werken" hoog op de agenda staan. Daarbij draait het om

de efficiënte en open samenwerking met onze (professionele) partners op wijkniveau om gezamenlijk

tot resultaten te komen.

In de startnotitie wijkgericht werken (besproken in de commissies RF en SE in juni 2003) wordt een

aantal instrumenten genoemd die nader zullen worden uitgewerkt in de pilot die we in Helmond West

gaan starten. Eén van die instrumenten is de wijkagenda, waarin door alle (professionele) partners

aangegeven kan worden welke belangrijke activiteiten / plannen er in een bepaald jaar worden geor-

ganiseerd. Het is de bedoeling daar tevens bij aan te geven welke rol van de wijkorganisatie wordt

verwacht (kennisnemen, adviseren, besluiten).

Dit voornemen sluit aan bij suggestie van de fractie van Helmondse Belangen.

In 2005 zal de pilot worden geëvalueerd en kunnen daarna volgende stappen worden gezet.

2. Veiligheid en handhaving

30km-zone Dierdonk

De CDA-fractie wenst de uitvoering van het principe-besluit inzake de inrichting van Dierdonk als

30km-zone op te schorten. Dit gelet op de verkeersveiligheid in de wijk en een zo efficiënt mogelijke

inzet van middelen.

De raad heeft het initiatiefvoorstel van het CDA met betrekking tot de 30 km zone in Dierdonk aange-

nomen. Dit voorstel behelsde dat de maximum snelheid in de gehele wijk zou worden teruggebracht

tot 30 km dus inclusief de drie ontsluitingswegen in de wijk. Het college had voorgesteld om, conform

de uitgangspunten van duurzaam veilig, deze drie wegen daarbuiten te houden.

In het kader van de begrotingsbehandeling stelt het CDA nu voor om de uitvoering van het principe-

besluit van de gemeenteraad d.d. 7 januari 2003 op te schorten. De argumentatie hiervoor is dat de fi-

nanciële middelen beperkt zijn en dat Dierdonk op dit moment al een veilige wijk is, blijkend uit de on-

gevallencijfers. Het CDA wil daarom nu geen prioriteit geven aan Dierdonk maar een afweging maken

op basis van de beschikbare middelen voor verkeersveiligheid in relatie tot de echte knelpunten in de

stad.

Vanuit het college past hierbij de kanttekening dat inrichting van 30 km zones niet alleen wordt inge-

geven door feitelijke ongevalcijfers. Immers landelijk is er een Convenant Duurzaam Veilig op basis

waarvan verkeersveiligheid wordt benaderd en doorgevoerd. Ook zijn daarvan zaken doorvertaaid in

het Gemeentelijk Verkeersveiligheidsplan (GVP). Het laten bestaan van een 50 km regime in wijken is

daarmee in strijd. Daarnaast is de beleving van verkeersveiligheid input bij het voorgestelde maatre-

gelenpakket in de wijk.

In afwachting van een evaluatie van het GVP waarin de 30 km-problematiek opnieuw aan de orde

komt, heeft ons college er echter geen moeite om met een opschorting van de 30km zone in Dierdonk

in te stemmen.

1

Uitgangspunt in het MOP is wel dat het aantal verkeersongevallen moet dalen met 20%. Vanwege het

feit dat er zich de afgelopen vijf jaar in Dierdonk toch 78 bij de politie geregistreerde ongevallen (0 do-

delijke ongevallen, 9 met letselschade en 69 met materiële schade) hebben voorgedaan, ligt er een

opgave. Daarnaast zullen we de recent bekend geworden cijfers van het Provinciaal Orgaan Ver-

keersveiligheid die voor Helmond aangeven dat het aantal verkeersslachtoffers met letsel met 5% zijn

gestegen tot 195 in 2002, een vertaling moeten geven in het te actualiseren beleid.

3. Onderwijs en Jeugd

Resultaten Proqramma Onderwijs en Jeuqd.

De fractie Wim Klerk.x vindt de te behalen resultaten zeer vaag omschreven en vraagt waarop ons

college mag worden afgerekend.

Paragraaf 4.4.4 vermeldt onder andere een aantal concrete beleidsproducten. Deze beleidsproducten

zullen de kapstok zijn voor het ontplooien van activiteiten door ons zelf en anderen. Het moge duidelijk

zijn dat de budgettaire ruimte waar heel Nederland op dit moment mee van doen heeft, niet leidt tot

een insteek: we kijken wat we al goed doen, we kijken waar nog witte vlekken zijn en daar gaan we

extra op inzetten. De beleidsproducten zullen vooral een instrument zijn om gericht te kiezen: wat

doen we nog wel, en wat (vinden we ook belangrijk, maar) moeten wij helaas schrappen.

U mag ons afrekenen op het leveren van de beleidsproducten. Wanneer die niet geleverd worden,

dan zal dat met goede argumenten gemotiveerd worden.

Voortbestaan ROB

Op vragen inzake de Stichting Relatie Onderwijs Bedrijfsleven (ROB) van de raadsfracties van

SDH/OH, WD en Groen Links/D66, het volgende:

De Stichting ROB is in 1996 opgericht door een aantal bedrijven in de regio Peelland, de gemeente

Helmond en het ROe Ter AA, met als belangrijkste doelen: het verbeteren van de relatie tussen be-

roepsonderwijs en bedrijfsleven, alsmede het vergroten van de interesse bij jonge mensen voor het

werk in bedrijven, dienstverlening en zorgsector in de regio Peelland. Er werd een tekort voorzien aan

beroepsmatig geschoolde medewerkers, waardoor de productiviteit en daarmee de economische ont-

wikkeling zou gaan stagneren.

In 2003 is het stichtingsbestuur tot de volgende conclusies gekomen:

. Er is vorm gegeven aan de doelstellingen van de stichting, doordat alle scholen vanaf 1996 eigen

netwerken met regionale bedrijven hebben opgebouwd, waarbij het ROB intermediaire diensten

heeft verleend.

. De verantwoordelijkheid voor voorlichting en het aangaan van relaties met bedrijven ligt nu bij het

onderwijs. Sinds de wettelijke invoering van Loopbaan Oriëntatie Begeleiding binnen de VO-

scholen in 2001 hebben scholen veel meer activiteiten ontwikkeld om leerlingen te begeleiden in

het beroepskeuzeproces.

. Er blijkt geen basis te zijn om het ROB-project te laten betalen door de direct belanghebbenden,

het regionale bedrijfsleven en de scholen. Het bedrijfsleven neemt slecht op individueel bedrijfsni-

veau haar verantwoordelijkheid voor het promoten van vakmanschap. En de projectsubsidies van

zowel provincie als van de gemeente Helmond hebben een eindig karakter.

. Techniekpromotie heeft een informatieve waarde, maar echt het keuzegedrag voor techniek beïn-

vloeden doet het niet. Daarvoor dient reeds gedurende de basisschoolleeftijd veel aandacht gege-

ven te worden aan techniekeducatie. Sinds kort staat dit thema "techniekonderwijs" hoog op de

agenda van het primair onderwijs (als onderdeel van de kerndoelen).

Het bestuur van de Stichting ROB heeft dan ook in september jl. het besluit genomen om zichzelf op

te heffen. Dit in de wetenschap dat de promotionele activiteiten t.b.v. voortgezet onderwijs door het

ROe zullen worden voortgezet. De gemeente Helmond heeft toegezegd te zullen zorgdragen voor het

onderbrengen van goed lopende activiteiten t.b.v. het basisonderwijs, te weten gastlessen chemie en

meten. Daarvoor zijn we nu in gesprek met enkele partijen. Verder hebben we als gemeente het initia-

tief genomen met partijen in de stad en de regio te overleggen over een succesvolle inbedding van

techniekeducatie in het primair onderwijs. Inmiddels is zo'n "expertgroup" al enige malen bijeengeko-

men. De gedachten gaan daarbij uit naar een geïntegreerde aanpak door Onderwijs, Ondernemers en

Overheid op de schaal van Zuidoost Brabant. Zodra een voorstel is uitgekristalliseerd dat vatbaar is

2

voor discussie, zal dit aan u worden voorgelegd. Ten behoeve van de gemeentelijke initiatieven heeft

u bij de behandeling van de voorjaarsnota voor 2004 voor techniekeducatie ¿15.000,-- beschikbaar

gesteld. Voldoende om een eerste aanzet te geven.

VMBO

De fracties van SDH/OH, Helmondse Belangen en WD informeren naar de positie van het vmbo, het

proces van versterking van de beroepskolom en de rol van de gemeente daarbij.

Zowel de vormgeving wat betreft infrastructuur alsook de inhoudelijke inrichting van het onderwijs is

wettelijk gelegd bij de schoolbesturen. Het onderwijs kent dus een verregaande mate van autonomie

waarbij de schoolbesturen de primaire verantwoordelijkheid dragen. Voor het overige, bijvoorbeeld

huisvesting en toekenning van afdelingen, heeft de rijksoverheid beslissingsbevoegdheid. Voor ge-

meenten is in beginsel een andersoortige positie weggelegd. De gemeente heeft de taak op te treden

als algemene belangen behartiger van het lokale onderwijs.

Vanuit die positie onderneemt de gemeente Helmond tal van initiatieven en activiteiten die bijdragen

aan meer en betere kansen voor juist ook "anders getalenteerde" leerlingen in Helmond. Op het ge-

bied van zorg voor leerlingen, coërdineert, stimuleert, initieert en faciliteert de gemeente activiteiten en

processen, die het schoolbeleid ondersteunen en versterken. Voorbeelden hiervan zijn het school-

maatschappelijk werk en het tegengaan van voortijdig schoolverlaten in het kader van het rangeerter-

rein.

In principe neemt de gemeente regieverantwoordelijkheid, veelal op verzoek van scholen hiertoe, ten-

einde schooloverstijgende samenhang en samenwerking te realiseren. Een recent voorbeeld hiervan

is de huisvesting van de Praktijkschool 't Nieuwveld in een vrijkomend GMD-gebouw. Dit stimuleert

ook de inhoudelijke samenwerking tussen vmbo en praktijkonderwijs. De nieuwbouw aan de Keizerin

Marialaan, waarin TKC en ROC Ter AA zijn gehuisvest, blijkt als opmaat gewerkt te hebben voor meer

samenwerking tussen vmbo en mbo, bijvoorbeeld op het terrein van mechatronica, veiligheid (een ge-

zamenlijk project van beide scholen met de politie), het project doorlopende leerweg en gezamenlijke

inspanningen om de relatie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs beter vorm te geven. Bovendien

is het aantal aanmeldingen voor het vmbo groeiende. Allemaal signalen dat het vmbo in de beroeps-

kolom aan kracht wint.

Het niet doorgaan van de fusie tussen de ROC's van Helmond en Eindhoven, is in belangrijke mate

ingegeven door het ontbreken van voldoende garanties om de verworvenheden van het Helmondse

ROC (ontschot werken met korte lijnen dwars door afdelingen heen) te kunnen behouden. Hoewel het

belang van een fusie tussen beide ROC's wel degelijk aanwezig is, biedt de huidige situatie ook de

mogelijkheid om naast een horizontale partner te kijken naar versterking van de positie met verticale

partners in de beroepskolom, daarmee de kansen op regionale verankering van een sterke Helmond-

se beroepskolom vergrotend.

aALT

De fractie Helmondse Belangen wil weten of ons college bereid is om in overleg te treden met de in-

burgerings-ketenpartners om zodoende kennis etc. van de aALT-leerkrachten bij hen onder te bren-

gen.

Als gemeente is het onze taak om aALT - nu dit van rijkswege wordt beëindigd - ook lokaal op pas-

sende wijze af te ronden. In de stuurgroep OAL T zal een uitgewerkt stappenplan worden opgesteld,

waarin alle te nemen stappen voorzien zijn van een tijdspad en een verantwoordelijke.

De OAL T-Ieerkrachten zijn allen in dienst van de betreffende schoolbesturen. In die zin is het de ver-

antwoordelijkheid van de schoolbesturen om samen met de OAL T-Ieerkrachten te kijken hoe de loop-

baan van de leerkrachten kan worden voortgezet. Als gemeente zullen wij daar waar mogelijk verban-

den leggen, zo ook met de inburgeringstrajecten. Op dit moment staat de aAL T-coërdinatie op de lijst

van mogelijke ketenpartners met betrekking tot de inburgeringsprojecten. Zij worden steeds uitgeno-

digd om deze werkgroepen bij te wonen.

Binnenkort zullen notities worden gepresenteerd waarin de keten partners van inburgering hun doelen

formuleren. Omdat Inburgering een brede impact heeft en feitelijk als een dwarsverband door diverse

speerpunten loopt ( Binnenstad Oost - versterking sociaal-culturele infrastructuur), zouden wij het

toejuichen als de kennis, inzet, de directe betrokkenheid van deze OAL T-Ieerkrachten zouden wor-

den ingezet voor inburgerings-projecten bijv. bij de keten partners.

3

"Groene Campus"

De HSP-fractie wijst op het belang van het versterken van de infrastructuur in het beroepsonderwijs en

de totstandkoming van de Groene Campus.

Wij onderschrijven deze mening van de HSP-fractie en brengen onder uw aandacht dat de HBO-

opleiding leisure management dit jaar in Eindhoven van start is gegaan. Zodra de Groene Campus is

gerealiseerd, zal deze naar Helmond verhuizen. De initiatieffase van de Groene Campus is onlangs

met een overeenkomst tussen partijen afgesloten.

Zwemonderwijs

De PvdA-fractie constateert dat ons college tot een nieuwe aanpak van het zwemonderwijs wil komen.

Bestuurlijk is ingezet op het continueren van het zwemonderwijs door middel van een nieuwe driejaar-

lijkse cyclus 2003-2006. Door de stijging van het totaal aantal leerlingen en de stijging van de ver-

voerskosten als gevolg van de nieuwe zitplaatsen regeling, is het beschikbare budget onder druk ge-

komen. In het kader van de Voorjaarsnota procedure is niet gekozen voor een uitbreiding van de ge-

raamde middelen. Besloten is om voor het eerste schooljaar 2003-2004 de overschrijding op de be-

groting te accepteren.

Met ingang van het schooljaar 2004-2005 dienen er met het onderwijsveld afspraken te worden ge-

maakt over de aanpassing van de criteria voor deelname aan zwemonderwijs, waardoor bewerkstel-

ligd wordt dat vanaf het schooljaar 2004-2005 binnen het huidige budget wordt gebleven.

Tevens start de gemeente in het huidige schooljaar met het opzetten van een registratie, waarbij per

school de resultaten van het schoolzwemmen worden bijgehouden. Op deze manier kan de gemeente

de resultaten volgen van kinderen met een onvoldoende zwemvaardigheid. De gemeente is van plan

om resultaatsturing te verbinden aan het meten van deze gegevens.

Peuterspeelzaalwerk

De PvdA-fractie verzoekt ons toe te zeggen dat een nota over de toekomst van het peuterspeelzaal-

werk uiterlijk in maart 2004 aan de Commissie SE wordt aangeboden.

De Commissie SE heeft in haar vergadering in oktober besloten een opdracht te verstrekken tot het

oprichten van aan ambtelijke werkgroep. Deze ambtelijke werkgroep zal

- de uitgangspunten bepalen;

- zich beraden over de meest geschikte positie van de voorschoolse voorziening,

rekening houdend met de verplichting van een Europese aanbesteding. De uitkomsten van deze

ambtelijke werkgroep zullen aan de Commissie SE worden voorgelegd en na accordering door de

Commissie zal opnieuw in samenspraak met het veld gesproken worden over de herpositionering van

het Helmondse peuterspeelzaalwerk.

4. Beheer openbare ruimte

Inhoud Proqramma

De fractie Wim Klerkx vraagt om meer duidelijkheid wat betreft de "Uitvoering Kunstwerkenbeheer-

plan" ?

Dit betekent dat het gemeentelijk kunstwerken-beheerplan (GKP) 2003-2007, dat door de gemeente-

raad in zijn vergadering van 30 september 2003 is vastgesteld, thans operationeel is. Het plan bestrijkt

een uitvoeringsperiode van vijf jaar. Het GKP vormt de basis voor het bestuur bij besluiten over doe-

len en middelen voor vervanging en het beheer van kunstwerken op de langere termijn.

Kanaaldiik-Noordwest

De HSP-fractie vraagt zich af hoe ons college denkt met ¿ 82.000 voor de Herinrichting Kanaalzo-

ne/Kanaaldijk Noordwest de daar aanwezige problemen op te lossen.

De geraamde kosten van het meest recente, bijgestelde ontwerp voor de herinrichting van de Kanaal-

dijk Noordwest worden geraamd op ¿ 1.333.000,- exclusief BTW. Hiervoor zijn diverse financierings-

bronnen beschikbaar. De door de HSP-fractie genoemde ¿ 82.000 betreft dus slechts één van de fi-

nancieringsbronnen voor de aanpak van de Kanaaldijk-Noordwest.

4

Het definitieve voorstel voor de financiering van de reconstructie van de Kanaaldijk wordt op korte

termijn voorgelegd.

Mierloseweq (tussen Krollaan - Hoefkens)

De PvdA-fractie vraagt zich af wanneer de herstrating van dit gedeelte van de Mierloseweg aan de or-

de is.

De herstrating van dit gedeelte is in het POV voorzien in 2003. Echter, in overleg met en op verzoek

van de winkeliers is besloten dit uit te voeren nadat de reconstructie van de Hoofdstraat voltooid is.

De planning daarbij is dat de genoemde herstrating kan starten in februari/ maart 2004. Met de aan-

nemer zijn deze afspraken vastgelegd en deze worden aldus uitgevoerd afhankelijk van de weersom-

standigheden.

Gronddepot. Kapitaalswerken in eiqen beheer e.d.

De fractie van Helmondse Belangen zet vraagtekens bij de uitvoering van bepaalde kerntaken als bij-

voorbeeld eigen gronddepot, uitvoering in eigen beheer van kapitaalswerken e.d.

Naar onze mening is sprake van een misverstand bij de fractie van HB dat onze gemeente projecten

c.q. werken in eigen beheer zou uitvoeren. De projecten worden uitgevoerd door derden, voornamelijk

aannemers; de Dienst S & B houdt alleen toezicht op de projecten/werken die door derden worden

uitgevoerd. De projecten/werken worden aanbesteed conform het aanbestedingsbeleid van onze ge-

meente.

Specifiek over het gronddepot is er momenteel een voorstel van ons college aangaande de aanleg

van het gronddepot reeds behandeld in de commissies RF en MO. In het kort komt het erop neer dat

het gronddepot wordt gebruikt om flexibel en kostenbesparend met vrijgekomen grond (uit Projecten)

te kunnen omgaan. Een financiële onderbouwing wordt momenteel opgesteld ten behoeve van de be-

handeling door uw raad. In het kader van de financiële onderbouwing zal worden aangegeven dat het

hebben van een eigen gronddepot voordelen oplevert ten opzichte van het gebruik maken van een

dergelijk depot bij derden.

P&R-terrein

De PvdA-fractie vraagt wanneer het huurcontract inzake het P&R-terrein afloopt, zodat dit terrein bij

het openbare gedeelte kan worden getrokken.

Het is een bekend probleem dat het bestaande terrein regelmatig vol is, waardoor treinreizigers niet of

niet op tijd een parkeerplaats voor hun auto kunnen vinden. Van tijd tot tijd bereiken ons hierover

klachten. Enkele weken geleden is een en ander voorgelegd en besproken met NS Vastgoed. Zij

zullen zich hierover beraden en eventueel met voorstellen komen. Uiteraard zal dit terrein betrokken

worden bij de visie-ontwikkeling van de totale stationsomgeving. Dit neemt niet weg dat maatregelen

om de parkeersituatie for the time being te verbeteren onzerzijds positief tegemoet zullen worden ge-

treden.

5. Groenvoorzieningen en natuurbescherming

Inhoud Proqramma

De fractie Wim Klerkx vindt het Programma Groen vraagt om meer duidelijkheid wat er met bijna ¿ 5

miljoen binnen dit programma gaat gebeuren.

Het in paragraaf 4.14.5, pagina 40 genoemde bedrag van ¿ 4.992.581,= heeft betrekking op de kosten

die gemoeid zijn met het reguliere onderhoud van openbaar groen, bossen, recreatiegebieden etc.

zoals begroot voor het jaar 2004. (het zijn dus géén afzonderlijke projecten resp. investeringen; deze

staan verwoord in het tweede schema op pagina 51)

Woonomqevinq Frieslandpad - Peel hof (Riipelberq)

De PvdA-fractie pleit voor verbetering van de woonomgeving (met name van het groen) rondom het

Frieslandpad ter hoogte van het Peelhof en Kempenhof.

5

Herinrichting van het groen van de Woningbouwvereniging en het aanstellen van een huismeester

heeft een duidelijk positief effect gehad op de directe woonomgeving rondom het Frieslandpad ter

hoogte van Peelhof en Kempenhof. In het openbare gebied zijn, blijkens informatie van onze wijkop-

zichters, geen structurele gebreken, onderhoudsachterstanden of -problemen aan te geven. Zaken

als groenonderhoud, stadsreiniging e.d. kunnen binnen gestelde kaders worden ingevuld.

Wat betreft het voormalige EDAH-pand verwijzen wij u naar de beantwoording binnen de portefeuille

Stedelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondzaken.

Faunabeheer

De WO-fractie wenst in het kader van het gemeentelijk faunabeheersplan speciale aandacht voor het

toezicht op en het bestrijden van stroperij.

Ook de HSP-fractie ziet de "flora- en faunanota" met belangstelling tegemoet en pleit voor een para-

graaf "Dierenwelzijn" in deze nota.

Het gemeentelijk faunabeleidsplan (inmiddels omgedoopt tot 'Beleidsplan jacht en wildschade') zal in

het eerste kwartaal 2004 in het bestuurlijke besluitvormingstraject worden gebracht (zie ook aankondi-

ging in 2e Marap 2003; bovenaan bladzijde 49). In het kader hiervan zal tevens worden aangegeven

op welke wijze aan de bijbehorende handhavingstaken, voorzover een gemeentelijke verantwoorde-

lijkheid, invulling kan worden gegeven.

Een paragraaf "Dierenwelzijn maakt geen deel van uit van dit beleidsplan.

Wel kan worden gemeld dat in de raadsvergadering van 2 december 2003 de Raad gevraagd zal

worden een standpunt te bepalen t.a.v. het aangaan van een 'Convenant Dierenwelzijn'. Een behan-

deling in de commissie ABA op 12 november 2003 zal hieraan vooraf gaan.

6. Milieu

Gemeentelijke Sturinqsmoqeliikheden MORE

De fractie Wim Klerkx constateert dat in de programmabegroting wordt gesproken over de "vergroting

van de gemeentelijke sturingsmogelijkheden van de MORE"

Naar aanleiding hiervan vraagt deze fractie:

. te onderbouwen waarom de gemeente dat wil

. aan te geven wanneer het milieuwerkprogramma aan de raad aangeboden wordt en of het budget

daarvan in het aangegeven budget van programma 15 is meegenomen.

In antwoord hierop kan het volgende worden gesteld.

In de huidige samenwerkingsrelatie stelt de regionale milieudienst jaarlijks een milieuwerkprogramma

voor de gemeente Helmond op. Het betreft een programma met hierin een omschrijving van de uit te

voeren taken inclusief te verwachten productie en kosten. De uit te voeren taken zijn vrij algemeen

omschreven. Daardoor wordt de inhoud van het werk en met name bijvoorbeeld de beleidsuitgangs-

punten, randvoorwaarden, prioriteiten, resultaten e.d zelfstandig bepaald door de milieudienst. Bij ge-

breke aan een goed instrument beschikt de gemeente niet over mogelijkheden om de milieudienst op

deze aspecten te sturen. Via een andere programmatische aanpak van de uit te voeren milieutaken

moet de gemeentelijke grip op de taakuitvoering worden verbeterd. Aan DHV is opdracht gegeven een

dergelijk milieuwerkprogramma te ontwikkelen.

Het door DHV op te stellen milieuwerkprogramma 2004 zal eind november 2003 gereed zijn. In de-

cember zal dit programma ter besluitvorming aan ons worden aangeboden. Vervolgens zullen wij het

programma voorleggen aan de Commissie RF. De kosten van dit programma zijn opgenomen in de

ontwerpbegroting 2004.

Milieuwerkproqramma

De CDA-fractie vraagt welke taken binnen het Milieuwerkprogramma geheel of gedeeltelijk komen te

vervallen?

In het kader van het milieuwerkprogramma zal duidelijkheid worden verstrekt over milieutaken, die

komen te vervallen. Dit programma zal - zoals hiervoor uiteengezet - separaat aan de orde worden

gesteld in de Commissie RF.

6

Enerqie-inkoopcontract

De fractie van Helmondse Belangen wil weten wat naast het milieuvoordeel het financieel voordeel is

vanwege het gezamenlijke SRE energie-inkoopcontract?

Het jaarverbruik van de 24 gemeenten die deelnamen aan de aanbesteding, is ca. 60 miljoen kWh.

Hetjaarverbruik in Helmond is ca. 8,3 miljoen kWh.

De totale kosten van levering zijn in Helmond ca. ¿ 550.000 inclusief REB (Regulerende Energie Be-

lasting). Sedert 1 oktober 2003 is NRE onze leverancier, daarvoor was dat Essent Energie. Naast de

kosten voor levering van energie moeten wij nog ca. ¿ 250.000 betalen aan de Netbeheerder, die de

aansluitingen verzorgt. De Netbeheerder is van overheidswege aangewezen per regio; voor ons is dat

altijd Essent Netwerk. De tarieven voor netbeheer worden bij AMvB vastgesteld en zijn niet onderhan-

delbaar. Alleen de keuze van de leverancier van energie is vrij en dat is voor de komende jaren NRE.

Wij hebben, samen met 23 andere gemeenten, gekozen voor een Europese aanbesteding.

Het nieuwe contract met NRE is een vijfjarige overeenkomst voor levering van energie, die in 2004

een voordeel van 4 a12% oplevert ten opzichte van het oude contract met Essent Energie, dat is on-

geveer ¿ 20.000 a ¿ 65.000 op jaarbasis. De exacte uitkomst is afhankelijk van de manier waarop het

beleid van Minister Brinckhorst inzake REB en MEP (Milieubevorderende maatregelen Energie Pro-

ductie) doorwerkt in de tarieven.

Het nieuwe contract garandeert ons ook een goede prijs voor de jaren 2005 en 2006: de huidige prijs

is het plafond, waar wij wel onder maar niet boven kunnen komen.

Bodemonderzoek

De SP-fractie informeert naar de stand van zaken met betrekking tot het bodemonderzoek Axxicon?

Wij kunnen u melden dat een extern bureau in opdracht van Axxicon een bodemonderzoek heeft uit-

gevoerd. Op 16 oktober j.1. is het onderzoeksrapport bij de MDRE binnengekomen. Medio november

wordt dit rapport door de MDRE aan ons ter besluitvorming aangeboden.

Gemeentelijke Interne Milieuzorq (GIM)

De Fractie Etienne Hesen wil weten of in 2004 het GIM, dat de voorbeeldfunctie van de overheid vorm

zou moeten geven, beëindigd wordt.

Het is geenszins de bedoeling het GIM in 2004 te beëindigen. Voor 2004 staan een aantal besparen-

de maatregelen op de rol met name waar het gaat om energiebesparing. De middelen hiervoor zijn

opgenomen in de Productramingenstaat onderdeel ARBO, Bedrijfshulpverlening en GIM.

Rioolrecht

De CDA-fractie vraagt zich af welke taken t.o.v. 2003 onder druk komen te staan of komen te verval-

len, als we niet zouden overgaan tot een extra verhoging van het rioolrecht in 2004. Het CDA verzoekt

om aan te geven welke beleidsmatige uitgangspunten liggen onder de extra verhoging met ¿10 voor

huishoudens en een extra verhoging van slechts ¿ 0 voor grootverbruikers. Gevraagd wordt aan te

geven met welke extra verhoging grootverbruikers geconfronteerd zouden worden als de huishoudens

geen extra verhoging zou worden opgelegd.

Het antwoord op de vraag welke taken onder druk komen te staan als de extra verhoging van het ri-

oolrecht in 2004 niet door zou gaan, is eenvoudig: er kunnen minder rioleringen worden vervangen,

zoals conform het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) hard nodig is.

De extra verhoging van ¿ 10,-- geldt niet alleen voor huishoudens, maar voor alle aansluitinqen dus

inclusief bedrijven. Het tarief grootverbruikers geldt alleen voor die aansluitingen waar meer dan 1200

m3 water wordt verbruikt en komt bovenop het basistarief voor alle aansluitingen dat ook door de

grootverbruikers wordt betaald.

In totaal gaat het bij de grootverbruikers om ruim 100 bedrijven met een hoog waterverbruik.

Als de extra verhoging van ¿ 10,-- voor ruim 37.000 aansluitingen afgewenteld zou worden op de

grootverbruikers, dan zou dit leiden tot een tariefsverhoging van 62% voor deze categorie bedrijven.

Dit is naar onze mening een wel erg buitensporige extra belasting voor een kleine groep verbruikers.

7

7. Bouwvergunningen

De SDH/OH-fractie vindt dat de procedures voor bouw- en verbouwaanvragen te lang duren.

De dienstverlening naar de burger - óók waar het gaat om bouw- en verbouwaanvragen - heeft zeker

de aandacht van ons college.

De functioneren van de Stadswinkel en de continue aandacht voor de verbetering van de dienstverle-

ning heeft duidelijk vruchten afgeworpen.

Dat door het SDH/OH aangehaald wordt dat onze gemeentelijke procedures te lang zouden zijn,

wordt door ons college niet onderschreven.

Onze afdeling Bouwen en Wonen doet er alles aan om de procedures zo kort mogelijk te houden. Bij

een landelijke Benchmark binnen het Platform BWT Grote Gemeenten bleek de doorlooptijd van de

bouwplannen in Helmond absoluut de kortste te zijn namelijk gemiddeld 6,1 week voor de grote plan-

nen en 1,6 week voor kleine plannen. (Formele wettelijke termijnen 12 resp. 6 weken) Dit komt mede

door het feit dat de afdeling zich organisatorisch en qua werkproces heeft gericht op klantgroepen

(Team Bedrijven en Team Particulieren), waardoor snel gereageerd kan worden op het verschillende

vraagpatroon.

Dat de wetgeving, zeker ook met de nieuwe woningwet, er eenduidiger op is geworden wil zeker niet

zeggen dat de procedures makkelijker en/of korter zijn geworden.

Wij kunnen u verzekeren dat er niets op stapels blijft liggen en met genoemde procedures kan nu

eenmaal niet de hand gelicht worden.

Ook wordt vaak aangehaald dat de welstandscommissie een vertragende factor is.

Helmond heeft juist de afgelopen periode een naam opgebouwd als stad waar architectuur hoog in het

vaandel staat. Dat is ook mede aan de welstand te danken en vaak is het ook zo dat wanneer, door

de opdrachtgever een goede architect wordt ingeschakeld en het niet als sluitpost in zijn begroting

wordt genomen, de welstandscommissie in bijna alle gevallen in maximaal twee behandelingen tot

een akkoord is gekomen.

Dit Iaat onverlet, dat in de bijna afgeronde welstandsnota duidelijkere criteria komen te staan waardoor

opdrachtgevers en architecten vooraf weten waaraan de welstandscommissie zal toetsen.

Daarnaast hebben wij natuurlijk te maken met de wettelijke verplichtingen in het kader van de WRO.

Als een voorgenomen bouwplan (zoals bijvoorbeeld het geplande Multifunctioneel Centrum Stiphout)

niet binnen het geldende bestemmingsplan past, zal er een bestemmingsplanprocedure volgens art.

19 lid 1 WRO gevolgd moeten worden, welke zijn wettelijke termijnen vergt.

Dit betekent dat het plan van een goede ruimtelijke onderbouwing moet worden voorzien en de in-

spraakprocedure moet volgen waarna ook het bouwplan vier weken ter inzage moet worden gelegd.

Juist allemaal ter bescherming van diezelfde burger die tegen de voorgenomen plannen zijn zienswij-

ze kenbaar kan maken. Na becommentariëring van de inspraakreacties op de ruimtelijke onderbou-

wing alsmede het oordeel over ingekomen zienswijzen tegen het concrete bouwplan kan (en moet) bij

GS hiervoor de benodigde verklaring van geen bezwaar worden aangevraagd. Deze procedure vergt

nu eenmaal zijn behandelingstijd en wettelijke termijnen.

Ter adstructie: wanneer er géén bezwaarprocedure van toepassing is, duurt een artikel 19 lid 1-

procedure minimaal vier maanden vanaf het moment dat de ruimtelijke onderbouwing gereed is

(waarmee op zich reeds de nodige tijd is gemoeid) tot aan het moment waarop bouwvergunning kan

worden afgegeven. Wanneer er wél sprake is van formele bezwaren, wordt de proceduretermijn - zo-

als bekend - nog aanzienlijk verlengd.

Complicerende factor hierbij is dat Gedeputeerde Staten op 22 januari 2003 een beleidsregel heeft

uitgevaardigd over de toepassing van artikel 19.2 WRO waardoor deze nog slechts bij uitzondering

toepasbaar zal zijn. Het volgen van een artikel 19 lid 2 procedure voor postzegel plannen is sindsdien

niet meer toegestaan. Een geldend bestemmingsplan blijft de basis voor een bouwvergunning.

Door de wetgever en de provinciale richtlijnen worden steeds strengere procedurele en inhoudelijke

eisen gesteld aan voornemens hiervan middels vrijstellingen (artikel 19 lid 1 en 2 WRO) af te wijken.

Dit houdt in dat altijd de langere gehele bestemmingsplanprocedure doorlopen moet worden. Dit geldt

voor alle gevallen waarbij sprake is van het volgen van genoemde vrijstellingsprocedures.

Ten aanzien van het bouwplan voor het Multifunctioneel Centrum Stiphout is thans de verwachting

dat in mei a.s. met de bouw zal kunnen worden gestart.

8

DIENSTJAAR 2004

____m____n_n--- -______mm --______m____- mm______n___- __n_m_____- nmmmm __m______----

Omschrijving reserve/voorziening Saldo Vermeerder Rente t.g.v. Rente t.g.v. Mutaties Mutaties Saldo

begin wegens de gew.dienst de gew.dienst in dienstjaar in dienstjaa einde

---- - nm mmmmmmmmm------ - ____oom dienstjaar rente- INCIDENTEl STRUCTUREI stortingen onttrekking dienstjaar

bijschrijv. 4,25% 4,25%

4,25%

m_mm m________m______-----______mmmm mmm_____----- _n_mmm m_mmmm -__---___mmm mm_mm- ______mmm

I. ALGEMENE RESERVES

7.9.511 algemene reserve 6.150.485 0 0 261.396 0 32.569 6.117.916

7.9.512 res. dienstgebouwen 27.295 0 1.160 0 0 0 27.295

7.9.513 reserve obragas verkoop aandelen 35.177.607 0 0 1.728.880 0 0 35.177.607

7.9.514 reserve investeringsimpuIs Obragas 7.896.107 0 0 335.585 0 0 7.896.107

7.9.515 reserve ui kering Grondsbedrij£'Gara 8.198.093 0 -81.981 430.400 0 0 8.198.093

7.9.516 reserve Wolfsputterbaan afk.onderh 907.560 0 -9.076 47.647 0 0 907.560

7.9.517 reserve onderwijs OMO 934.349 0 -9.343 49.053 0 0 934.349

7.9.518 reserve Bouwfonds 1.685.794 0 -16.858 88.504 0 0 1.685.794

7.9.519 reserve AZC 0 0 0 0 0 0 0

0

m_mmmmm nn-_---_m mmmmm- m__-___---mm _mmm___- nm______--- n____m___m

totaal reserves 60.977.290 0 -116.098 2.941.464 0 32.569 60.944.721

2. BESTEMMINGSRESERVES

7.9.601 reserve economische pijler 563.382 0 23.944 0 30.345 533.037

7.9.604 reserve fysieke pijler 2.194.996 0 93.287 0 75.000 2.119.996

7.9.607 reserve sociale pijler 1.574.399 0 66.912 0 439.972 1.134.427

7.9.610 reserve organisatie pijler 647.653 0 27.525 0 385.000 262.653

7.9.613 reserve stadskantoor 693.349 0 29.467 0 0 693.349

7.9.614 reserve exploitatie saldi BGG 474.704 0 20.175 7.663 482.367

7.9.615 reserve uitzuivering onderhoud 68.394 2.907 0 0 90.756 -19.455

7.9.616 reserve management ontwikkeling 300.000 0 12.750 0 300.000 0

7.9.619 reserve integraal veiligheidsbeleid 173.782 0 7.386 0 173.782

7.9.621 reserve infrastructurele werken 8.320.759 353.632 0 1.850.000 7.608.485 2.915.906

7.9.625 reserve verkeersveiligheid 0 0 0 0 0

7.9.626 reserve mobiliteitsfonds 569.500 0 24.204 550.000 1.119.500

7.9.631 reserve acquisitie 0 0 0 0 0

7.9.632 reserve werkgelegenheid 0 0 0 0 0

7.9.649 reserve onderwijs projecten 0 0 0 0 0

7.9.653 reserve sportstimulering 0 0 0 0 0 0

7.9.655 reserve culturele leven 0 0 0 0 0 0

7.9.656 reserve evenementen en toerisme 0 0 0 0 0

7.9.657 reserve restauratie/renovatie monun 52.095 0 2.214 0 0 52.095

7.9.661 reserve sociaal/cultureel welzijn 0 0 0 0 0

7.9.662 reserve hulpverlening 611.129 0 25.973 0 422.689 188.440

7.9.681 reserve BWS 5e fonds 292.018 0 12.411 0 292.018

7.9.689 reserve investeringsimpuis 2004 0 0 0 6.235.544 4.389.275 1.846.269

7.9.690 reserve investeringsimpuIs 2003 5.258.439 0 223.484 440.424 3.413.225 2.285.638

7.9.691 reserve investeringsimpuIs 2002 0 0 0 0

7.9.693 reserve combivisie middelen 0 0 0 0 0 0

7.9.694 reserve assurantiereserve 428.432 0 18.208 163.578 34.033 557.977

7.9.695 reserve investeringsimpuIs 200 I 0 0 0 0 0 0

7.9.696 reserve structuurversterking 0 0 0 302.337 204.286 98.051

_n_mmmmm. nmm____-- _---mmmm mm_---m__--- mmmnm m_---____--- mmmmm

TOTAAL BESTEMMINGSRESER 22.223.031 356.539 587.940 0 9.549.546 ######### 14.736.050

3. EGALISATIERESERVES

7.9.715 reserve automatisering! verv. grote 584.361 0 24.835 0 0 584.361

7.9.716 reserve automatisering algemeen 1.634.911 0 69.484 82.567 0 1.717.478

7.9.718 reserveflexibelearbeidsinzet 284.880 0 12.107 0 0 284.880

7.9.751 reserve openbaar groen 861.130 0 36.598 0 500.000 361.130

7.9.770 reserve afvalstoffenheffing 809.704 0 34.412 0 0 809.704

7.9.773 reserve milieubeheer 0 0 0 0 0

7.9.794 reserve WOZ -256.46~ 0 -10.900 24.400 0 .232.064

7.9.795 reserve renteschommelingen 1.510.000 0 64.175 0 0 1.510.000

7.9.796 reserve resultaten GEM BANK 0 0 0 0 0 0

7.9.904 reserve 'golisal;' kosten 0 0 0 0

_m___---_m__---' --mmmm nm_mn----- mnmmnnm ---n--n_m- --mnmnn m_--_-_------

TOTAAL EGALISATIERESERVE 5.428.522 0 230.712 0 106.967 500.000 5.035.489

4. VOORZIENINGEN

7.9.530 voorz. Grote Steden Beleid 13.832.220 587.869 0 7.700.000 8.000.000 14.120.089

7.9.817 voorz. arbeidsvoorwaarden beleid 1.502.399 0 63.852 0 79.000 1.423.399

7.9.818 voorz. personele organisatieverlieze 2.229.963 94.773 0 830.109 588.888 2.565.958

7.9.819 voorz. wethouders 1.598.075 67.918 0 159.441 425.980 1.399.455

7.9.823 voorz. pensioenverpl. Vm personeel 1.621.549 68.916 0 0 332.000 1.358.465

7.9.825 Brandevoort voorzieningen 0 0 0 0 0 0

7.9.841 voorz. onderwijs onderhoud buitenz 1.800.824 0 76.535 0 1.800.824

7.9.842 voorz. onderwijs kansenbeleid 879.884 0 37.395 0 879.884

7.9.844 voorz. openbaar speciaal onderwijs 211.454 0 8.987 0 211.454

7.9.848 voorz. onderwijs Allochtone Leven< 202.360 0 8.600 0 202.360

7.9.854 voorz. onderhoud sportaccommodat 391.248 0 16.628 64.256 0 455.504

7.9.864 voorz. nieuwkomers 1.053.230 0 44.762 232.770 1.286.000

7.9.865 voorz. asielzoekers 31.851 0 1.354 0 121.359 -89.508

7.9.867 voorz. lD-banen 157.938 0 6.712 0 0 157.938

7.9.871 voorz. rioleringslasten 707.031 30.049 0 0 0 737.080

7.9.874 voorz. bodemsanering Begemannte 500.786 0 21.283 0 0 500.786

DIENSTJAAR 2004

m___m__m___U mm____m _____mmum m_m_mm_m mmmum _m___m_m _____m___m-

Omschrijving reserve/voorziening Saldo Vermeerder Rente tg.v. Rente tg.v. Mutaties Mutaties Saldo

begin wegens de gew.dienst de gew.dienst in dienstjaar in dienstjaa einde

__mmu mum_mm__m__m__m_____mm_- dienstjaar rente- INCIDENTEl STRUCTUREI stortingen onttrekking dienstjaar

bijschrijv. 4,25% 4,25%

4,25%

m -_u m - u -- mmm --mum - m- mu mmm m--m_mmm- _mm--m- ____--mmu-- mm--_mmm mmm--m m___--um- mum____m

7.9.875 voorz. onderhoud BGG 205.000 0 8.713 0 0 205.000

7.9.885 voorz. stedelijke vernieuwing 6.254.336 265.809 0 1.996.483 2.952.462 5.564.166

7.9.890 voorz. BCF 6.344.045 269.622 0 0 1.054.093 5.559.574

7.9.892 voorz. uitkeringen gemeentefonds 2.345.696 0 99.692 0 0 2.345.696

7.9.898 Yoorz. Obragas ingehouden aandel 11.793.785 501.236 0 12.295.020

7.9.899 risicovoorziening 4.932.762 209.642 0 0 17.636 5.124.768

7.9.8u Voorziening BWS 4.000.000 170.000 0 4.170.000

--mm----m-m _um_m_-- mm-mmm _m_m__mum --mum_m mm--_mu _--mmm__-

TOTAAL VOORZIENINGEN 62.596.436 2.265.835 394.513 0 11######## 11######## 62.273.912

GRONDBEDRIJF

I. ALGEMENE RESERVES

Algemene reserve Grondbedrijf 11.350.000 0 0 482.375 11.350.000

2. BESTEMMINGSRESERVES

BR Fonds ophogen 1.326.480 56.375 0 1.382.855

4. VOORZIENINGEN EN FONDSEN

Voorziening bedrijventerreinen 776.302 32.993 0 809.295

Voorziening overige exploitatieteko 817.904 34.761 0 852.665

Fonds acquisitie promotie Helmond 57.167 2.430 0 200.000 200.000 59.597

Voorziening nadelige exploitatiesal 31.534.416 1.340.213 0 32.874.629

mmmmmm- mmm-m m--mmm-- m----mm----- mm--mm ----m_m--- mm---mm

TOTAAL GRONDBEDRIJF 45.862.269 1.466.771 0 482.375 200.000 200.000 47.329.040

TOTALEN 197.087.548 4.089.146 1.097.068 3.423.839 ######### ######### ##########

Uw Reactie
Uw Reactie