• Bestuur
  • Commissiestukken Wet Bodemsanering

Commissiestukken Wet Bodemsanering

Documentdatum 17-04-2002
Bestuursorgaan Commissie Ruimtelijk Fysiek
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

C)l

Gemeente Heimond - Commissie Ruimtelijk-Fysiek

Beknopte toelichting

Onderwerp:

Uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodemsanering

Verzoek aan commissie: ii kennis te nemen

;namelijk:

Inleiding (achtergrondinformatie 1 aanleiding):

Op 3 oktober 200 heeft de gemeenteraad ingestemd met de aanvaarding van de bevoegd gezagstatus

in het kader van de Wet bodembescherming. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor

de bodemsanering van stedelijk gebied en het behalen van de Nationaal Milieubeleidplan 3

doelstellingen. De status van bevoegd gezag maakt de gemeente een slagvaardiger partij. De taken

die hieruit voort vloeien, dienen een plaats te krijgen in de gemeentelijke organisatie. Hiertoe is de

nota geschreven Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de

gemeente Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing.

Voorstel:

1. Kennis te nemen van de nota Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet

bodembescherming aan de gemeente Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke

vernieuwing;

2. De taken genoemd in bijlage I en de bijbehorende budgetten op te nemen in het

milieuwerkprogramma 2002. Hiermee geeft de gemeente vorm aan de bodemtaken zoals die in de

nota genoemd worden.

Argumenten voor het voorstel:

Zie nota Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente

Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing

Kanttekeningen:

Zie nota Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente

Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing

Financiële consequenties:

De bestaande en nieuwe bodemtaken kunnen uitgevoerd worden binnen de reeds beschikbaar

gestelde budgetten en de budgetten die het Rijk beschikbaar stelde (ISV en Wbb-budget).

Partijen betrokken bij opstellen van het voorstel:

Dienst Stadsontwikkeling, Dienst Stadsbeheer, Stafafdeling, Milieudienst Regio Eindhoven, provincie

Noord-Brabant; ondersteuning door Adviesbureau MMG.

Uitvoering 1 aanpak en communicatie:

Zie nota Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente

Helmond in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing

Commissievergadering 17 april 2002

Dit format biedt een kort overzicht van de thematiek; de volledige informatie staat in de bijlagen

Behoort bij agenda nr.

Toelichting bij B en W-adviesnota datum vergadering

Nr

ingekomen van: College

Datum 06-februari-2002

Onderwerp Voorstel inzake uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodembescherming

Inleiding

Op 3 oktober 2000 heeft de gemeenteraad ingestemd met de aanvaarding van de

bevoegd gezagstatus in het kader van de Wet bodembescherming onder de voor-

waarde dat de uitvoeringskosten worden vergoed door het Rijk (budgettair neutraal).

Inmiddels is de gemeente Heimond bij AMVB van 12 december 2000 als bevoegd-

gezaggemeente Wet bodembescherming aangewezen met ingang van 1 januari

2002. Daarnaast heeft de minister van VROM bij brief van 24 november 2000 een

apparaatskostenvergoeding beschikbaar gesteld ter grootte van drie formatieplaat-

sen (E 204.000,-)

De overdracht van de bevoegdgezagtaken van provincie naar gemeente is een ge-

volg van de landelijke beleidsvernieuwing bodem (BEVER) en hangt ook samen met

de uitvoering van het ISV-bodemprogramma. De decentralisatie van de bodemtaken

moet de voorwaarden scheppen voor de door het rijk geformuleerde NMP3-

doelstellingen.

Om de taken die voortvloeien uit de bevoegdgezagstatus in de gemeentelijke organi-

satie een plaats te geven is in september 2000 een project gestart waarbinnen zowel

intern (MDRE) als extern (met de provincie en de B5) in werkgroepverband een en

ander nader is uitgewerkt.

Het project heeft geresulteerd in bijgaande Nota " Project overdracht provinciale be-

voegdheden Wet Bodembescherming aan de gemeente Heimond in samenhang met

de Wet op de stedelijke vernieuwing. In deze nota is een organisatieplan opgenomen

voor de uitvoering van de bodemtaken door de MDRE in nauwe samenhang met de

de gemeentelijke organisatie en een werkplan (bijlage 3) waarin de werkzaamheden

zijn genoemd ter verdere operationalisering van de bevoegd gezagtaken.

Achtergrond toewijzing bevoegdgezagstatus

De gemeente is verantwoordelijk voor de bodemsanering van het stedelijk gebied en

het behalen van de NMP3-doeistellingen daarbij. De bevoegdgezagstatus maakt dat

de gemeente slagvaardiger hierin kan opereren, zoals bijvoorbeeld in onderhande-

lingssituaties met projectontwikkelaars. Door de bevoegdgezagstatus over te dragen

van provincie naar (rechtstreekse) gemeente kunnen ook procedures bij goedkeuring

van saneringsplannen worden bekort. De gemeente is bekend met de situatie (voor-

overleg) en geeft ook de beschikking af. Daardoor gaat minder tijd verloren met

vooroverleg.

De overdracht betekent een verdere uitbouw van de éénloketgedachte. In de nieuwe

situatie zal er geen (tweede) loket meer bij de provincie bestaan, maar geeft alleen

de gemeente - vaak in samenhang met een bouw- en een milieuvergunning - de be-

schikking op een saneringsplan af.

Ook de handhaving van de beschikkingen (controle op uitvoering saneringen) kan

efficiënter verlopen. De gemeente heeft immers het inzicht en overzicht van alle sa-

neringen binnen haar grondgebied.

In de nieuwe situatie heeft de gemeente dus drie verantwoordelijkheden inzake bo-

demsanering, te weten de programmering en begeleiding van bodemsanering in het

stedelijk gebied, het afgeven van beschikkingen en de controle en handhaving.

Scheiding van deze verantwoordelijkheden was een belangrijk gegeven voor het

project.

Het proces

De operationalisering van de bevoegd gezagtaken is conform uw besluit van 1 1

september 2001 voorbereid door de MDRE in nauwe samenwerking met de Project-

3

Toelichting bij B en W-adviesnota

Nr

Ingekomen van: College

Datum 06-februari-2002

Onderwerp Voorstel inzake uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodembescherming

groep Bodem. Deze projectgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de

Bestuursdienst, de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst Stadsbeheer en de MDRE.

Het project is ondersteund door adviesbureau MMG.

In het project is goed samengewerkt met zowel provincie als betrokken afdelingen

binnen de gemeente hetgeen heeft geleid tot de hiervoorgenoemde nota.

Nota "Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet Bodembescherming

aan de gemeente Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieu-

wing"

In deze nota zijn de bestaande bodemtaken geïnventariseerd en zijn de doelstellin-

gen ten aanzien van oude en nieuwe taken geformuleerd (zie bijlage 2).

Bestaande bodemtaken

a. bodemtaken in kader van de uitvoering Wet Milieubeheer (vergunningverlening

en handhaving bij bedrijven)

b. bodemtaken in kader van de uitvoering Woningwet 1 Wet Ruimtelijke Ordening

(bouwvergunningen en bestemmingsplannen)

c. bodemtaken in kader van de uitvoering Bouwstoffenbesluit (afhandelen van mel-

dingen en toezicht 1 handhaving)

d. bodemtaken in kader van uitvoering Besluit Ondergrondse Opslagtanks

e. bodemtaken die voortvloeien uit gemeentelijke grondtransacties

f. bodemtaken die voortvloeien uit de invoering van de Wet Stedelijke Vernieuwing

en de bestuursovereenkomst GSB voor het stedelijk gebied.

Nieuwe bodemtaken per 1 januari 2002

a. afhandelen van meldingen, afgeven van beschikkingen, toepassen van het juri-

disch instrumentarium en controle en handhaving Wet Bodembescherminq?

b. uitvoeren van de bodemtaken bij bedrijven en branches

c. uitvoeren van saneringen in het landelijk gebied.

Naast alle geformuleerde inhoudelijke ambities is een belangrijke voorwaarde om bij

de uitvoering van de bevoegdgezagrol de kwaliteit en transparantje van het verlenen

van de beschikkingen en de handhaving daarvan te waarborgen. Op landelijk niveau

is deze zorg actueel.

Dit betekent dat in de praktijk een goede positionering moet zijn gerealiseerd van de

verschillende bodemtaken en menging van belangen moet worden voorkomen.

Tegelijkertijd dient gebruik te worden gemaakt van de aanwezige deskundigheid en

ervaring.

Bovenstaande heeft er toe geleid dat er in de nota voor is gekozen om de uitvoering

van de bodemtaken binnen de MDRE onder te brengen in drie aparte clusters:

¿ Cluster "ondersteuning ISV en landelijke gebied;

¿ Cluster "bevoegd gezag" (Wet bodembescherming);

¿ Cluster "toezicht, handhaving en kwaliteit".

Voor eik cluster is één functionaris, de clustercoördinator, verantwoordelijk voor de procedu-

rele correctheid en de inhoudelijke toetsing van de betreffende taken.

Binnen eik der clusters dient de MDRE de taken zodanig te verdelen dat degenen, die belast

zijn met de bevoegd gezagtaken zich niet tevens mogen bezig houden met de advisering van

de gemeente op het terrein van bodemsanering. Ook in de aansturing van de MDRE door de

gemeente zal rekening moeten worden gehouden met deze functionele scheiding van taken.

4

Toelichting bij B en W-adviesnota

Nr

Ingekomen van: College

Datum 06-februari-2002

Onderwerp Voorstel inzake uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodembescherming

In de nota wordt ruim aandacht besteed aan de wijze waarop de afstemming tussen de

MDRE en de gemeentelijke organisatie plaats dient te vinden. Deze afstemming is noodza-

kelijk opdat het bodembeleid op een samenhangende wijze kan worden uitgevoerd. In de

nota wordt voorgesteld daartoe binnen de bestuursdienst, Dienst SO en Dienst SB zoge-

naamde ankerpunten te realiseren: een ankerpunt Bestuursdienst dat toeziet op de kwaliteit

van de besluitvorming in relatie tot de bevoegd gezagrol en een ankerpunt voor de Diensten

Stadsontwikkeling en Stadsbeheer dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling, revitalisering,

onderhoud en beheer van het stedelijk gebied. Deze ankerpunten dienen zodanig te worden

geëquipeerd dat:

1 . kan worden beoordeeld welke wettelijke taken door de gemeenten dienen te worden uit-

gevoerd inclusief de prioriteitenbepaling;

2. zorg kan worden gedragen voor de financiële vertaling van de werkplanning in de begro-

ting

3. op adequate wijze opdrachten aan de MDRE kunnen worden verleend en zorg kan wor-

den gedragen voor de aansturing, financiering en afrekening van aan de MDRE opgedra-

gen taken

4. vanuit bestuurlijk oogpunt een globale integrale inhoudelijke toets kan plaats vinden op

de eindprodukten (beschikkingen, evaluatierapporten, voortgangsrapporten etc. ) van de

MDRE

5. de voortgang van de bodemtaakstelling voor het stedelijk gebied kan wonden beoordeeld.

De functies en taken van de ankerpunten alsmede de daaraan te stellen eisen komen sterk

overeen met de huidige werkwijze van de beleidscoördinator milieu van de Bestuursdienst in

relatie tot de inschakeling van de MDRE voor andere milieutaken.

Gegeven het feit dat binnen afzienbare termijn de Diensten Stadsbeheer en Stadsontwikke-

ling op zullen gaan in een nieuwe dienst ( de fysieke pijler) wordt het niet zinvol geacht om

conform bovengenoemde aanbeveling over te gaan tot het inrichten per dienst van een an-

kerpunt. Het Managementteam heeft de projectleider voor de oprichting van de fysieke pijler

opgedragen voorstellen te ontwikkelen voor de positionering van de milieutaak in de nieuwe

dienst. In afwachting daarvan wordt voorgesteld de afsteming tussen de MDRE en de ge-

meente alsvolgt te laten plaatsvinden:

1 . Bodembeleid en programmering Wet Bodembescherming en Wet Stedelijke Vernieuwing:

Projectgroep Bodem

2. Uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodembescherming: milieucoördinator Bestuurs-

dienst

3. Verantwoording, monitoring en verslaglegging: milieucoördinator Bestuursdienst

4. Opdrachtverlening en uitvoering bodemsaneringen stedelijk gebied en landelijk gebied:

Projectgroep Bodem

5. Financieel Beheer: Afdeling Financieel Beleid van de Dienst Middelen en Ondersteuning

Op dit moment kan een beoordeling van de gewenste formatiebehoefte binnen de gemeente-

lijke organisatie moeilijk worden gegeven. Vast staat echter wel dat, mede ook als gevolg van

de nieuwe bevoegd gezagtaken de benodigde inzet zal toenemen.

Toelichting bij B en W-adviesnota

Nr

Ingekomen van: College

Datum 06-februari-2002

Onderwerp Voorstel inzake uitvoering bevoegd gezagtaken Wet Bodembescherming

Financiën

In de Nota "Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet Bodembescherming" wordt

aangeven welke menskracht en daarbij behorende kosten noodzakelijk zijn om de bestaande

en nieuwe bodemtaken uit te voeren. Onderstaand treft U samenvattend per taakgroep de

kostenraming aan met de daarbij behorende dekking. Zie in dit verband ook de bijgevoegde

bijlage 1.

Taak Kosten in euro Bestaand budget ISV - budget Wbb - budget

lnformatiesirategie 366.416,18 366.416,18

Planning en pro- 25.082,69 25.082,69

grammerin@i

Uitvoering onder- 256.199,76 242.767,87 13.431,89

zoek en sanering 1

Monitoring 4.029,56 3.357,97 671,59

Wbb-taken 341.604,82 147.183,61 194.421,21

Monitoring 'Nbb 4.029,56 4.029,56

Overige bedemta- 360.403,60 335.638,54 24.765,06

ken

TOTAAL 11.357.766,- 1728.948,- 1429.696,- 1199.122,-

Mandatering

Het als bevoegd gezag beoordelen van nadere onderzoeken, saneringsplannen etc.

is een sterk technisch- en juridische taak die vergelijkbaar is met het verlenen van

een bouwvergunning of een milieuvergunning. Uw College heeft mandaat verleend

aan het hoofd van de Vestiging Heimond van de MDRE voor de uitoefening van een

groot aantal bevoegdheden met betrekking tot de milieuwetgeving. Het is de vraag of

ook de uitvoering van de bevoegd gezagtaken ingevolge de Wet Bodembescherming

gemandateerd zouden moeten worden aan het vestigingshoofd. Gegeven het feit,

dat sprake is van een nieuwe taak, waarmee door de gemeente en door de MDRE

nog ervaring moet worden opgedaan, wordt het niet verstandig geoordeeld om tot

mandatering over te gaan. Het verdient daarentegen aanbeveling om de uitvoering

van de bevoegd gezagtaken na één jaar te evalueren. In dat verband kan een even-

tuele mandatering aan de MDRE worden bezien.

Communicatie

De overdracht van de bevoegd gezagtaken aan de gemeente Heimond moet onder

de aandacht gebracht worden van belanghebbenden. Het indienen van bodemsane-

ringsplannen en resulaten van bodemonderzoeken bij het bevoegd gezag wordt over

het algemeen niet door burgers of bedrijven zelf verzorgd maar meestal door een

intermediair. In de meeste gevallen is deze intermediair een ingenieursbureau. De

meest logische doelgroep voor communicatie over de overdracht van bevoegd ge-

zagtaken van de provincie naar de gemeente zijn dan ook deze ingenieursbureau's.

In provinciaal verband is afgesproken dat de communicatie naar deze doelgroep ter

voorkoming van dubbelwerk en verwarring zoveel mogelijk zal geschieden door de

gemeente (tesamen met de overige bevoegd gezag gemeenten) en de provincie ge-

zamenlijk.

6

MILIEUDIENST REGIO EINDHOVEN

Omschrijving taken Nota MM Budgetten Dekking uit budget bestaande taken Dekking uit budget nieuwe taken

Parafgraafni in Nig in Euro £sv Wbb BSB BOOT Wm WRO/Ww Overig isv Wbb Overig

Bijzonder Inventariserend onderzoek (BI 3.2.2 335.000,00 152.016,37 152.016,37

Orièntemnd onderzoek landsdokkend be 3.2.2. 472.475,00 214.399,81 214.399,81

Plannina en pmummme"n

Opstallen meerjamnpmgramma ISV 3.2.3. 19.500,00 8.848,71

Opstallen jaarprogramma ISV 3.2.3 14.500,00 6.579,81 6.579,81

Bijstellen pmgmmmaaring 3.2.3. 19.425,00 8.814,68 8.814,68

Afstemming pmgramma met pro.Incie 3.2.3. 1.850,00 839,49 839,49

Uitvoorinu onderzoek en sanering

Uitvoeren verkennend onderzoek 3.2.4 300.000,00 136.134,06 136.134,06

Uitvoeren nader onderzoek 3.2.4. 75.000,00 34.033,52 34.033,52

saneringen 3.2.4. 150.000,00 68.067,03 68.067,03

Advisering J.ridisch instrumentarium 3.2.4 29.600,00 13.431,89 13.431,89

Projectgmep Bodem 3.2.4. 9.990,00 4.533,26 4.533,26

Financieel behoor 3.2.4.

monitodna

Jaarlijks. monitoringsmpportag. 3.2.5 7.400,00 3.357,97 3.357,97

Onderhoud monitoring 3.2.5. 1.480,00 671,59 671,59

Wbb - taken

Opstellen meerjamnpmgramma Wbb 3.3.3. 14.500,00 6.579,81 6.579,81

Opstellen jaarprogramma Wbb 3.3.3 8.325,00 3.777,72 3.777,72

Afstemming provincie .3.3 i.aso,oo 839,49 839,49

gmmm.-n b*drijvenrecoling .3.3 11.100,00 5.036,96 1 5.036,96

.*schikkingen, controle en handhaving .3.4 333.473,00 151.323,45 151.323,43

uitvoeren bedrijvenregeling .3.4 29.600,00 13.431,89 13.431,89

Toepassen juridisch Instrumentarium .3.4 29.600,00 13.431,89 13.431,89

Uitvoering m~rjarenprogramma .3.4 324.350,00 147.183,61 147.183,61

Monitorina Wbb

Rapportage moorjarenpmgmmma VWbb 3.3.5 4.440,00 2.014,78 2.014,78

Rapportage bedrijventerroinen 3.3.5 4.440,00 2.014,78 2.014,78

Overige bedmtaken Heimend

Wet milieubeheer - 3.41 bijlage 1 21.750,00 9.869,72 9.869,72

Wet Ruimtelijke Ordening 1 Woningwot 3.41 bijlage 1 30.800,00 13.976,43 13.976,43

Bouwstoffenbeleid 3.41 bijlage 1 256.000,00 116.167,74 34.033,52 82.134,22

Besluit Ondergrondse opslag In tanks 3.W bijlage 1 26.000,00 11.798,29 1 11.798,29 1 1

Gemeentelijke grondtransacties 3.41 bijlage 1 233.525,00 105.969,02 105.969,02

Facilitemnde taken 3.41 bijlage 1 226.150,00 102.622,40 48.497,76 13.023,49 16.336,09 24.765,06

TOTAAL IN EURO: 1.357.766,22 434.626,16 147.183,61 95.157,71 11.798,29 9.869,72 13.976,43 16.336,09 429.695,84 199.122,39

TOTAAL IN HFL-. 2.992.123,00 957.790,01 324.350 00 209.700,00 26.000,00 21.750,00 30.800,00 36.000,00 946.925,01 438.808,00

Overig. Dekking door lag.* gemeent. Heimond

De bestaande ISV 1 Wbb taken zijn niet volledig uitgesplitst.

at c@ -e-

Project

overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming

aan de gemeente Heimond in samenhang met de Wet op de stedelijke

vernieuwing.

Derde concept

6 december 2001

Management samenvafting

In 1997 verscheen het 'Kabinetsstandpunt over de vernieuwing van het bodemsanedngsbeleid'.

Een belangrijk voornemen daadn betrof het vergroten van de slagvaardigheid van de overheid op

bodemgebied en het opheffen van stagnatie. Met de resultaten van de beleidsvemieuwing

bodemsanedng moeten de oorzaken hiervan worden weggenomen teneinde de volgende dubbele

doelstelling te verwezenlijken:

¿ het opheffen van stagnatie in ruimtelijke en economische processen; en

¿ het realiseren van de bodemdoeistellingen in het NMP-3.

Voor het halen van de dubbeldoeisteiling gaat het nieuwe bodembeleid uit van een maximale

integratie van bodemsanering in andere maatschappelijke activiteiten en dynamiek. Dit betreft

enerzijds ruimtelijke dynamiek in zowel het stedelijk als het landelijk gebied en anderzijds

ondememingsdynamiek. Dit betekent dat voor bodemsanehng aansluiting moet worden gezocht

bij locale en regionale investeflngsprogramma's. Deze (markt)investeringen worden

medebepalend voor de planning, uitvoering en financiedng van bodemsanedng. Met deze

benadering sluit het nieuwe bodembeleid aan op de systematiek van de Wet stedeli,i I., -U

vernieuwing en is het overdragen van bodemtaken van provincie naar gemeenten daarvan een

logisch vervolg.

Als onderdeel van het 'Uitvoeringsprogramma beleidsvernieuwing bodemsanering (UPR-BEVER)

is het overdragen van taken en bevoegdheden vervolgens uitgewerkt, hetgeen resulteerde in een

door het DUIV-overleg op 17 februari 2000 aanvaard voorstel voor het overdragen van alle

bodemtaken en -bevoegdheden, die er op grond van de Wet bodembescherming (Wbb) zijn, van

de provincies naar de rechtstreekse ISV-gemeenten, waarvan de gemeente Heimond er één is.

Vervolgens zond de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

een brief aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van deze gemeenten, waarin hij

vroeg om aan te geven of en wanneer men alle taken en bevoegdheden op zich zou willen

nemen.

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heimond heeft de minister

geantwoord, dat zij voor haar grondgebied alle taken en bevoegdheden van de Wbb per 1 januari

2002 van de provincie overneemt.

Voorts is eind 2000 een uitbreiding van artikel 88 van de Wet bodembescherming in werking

getreden op grond waarvan het mogelijk wordt om door middel van een AMVB taken en

bevoegdheden die in deze wet aan de provincie worden opgedragen, te attribueren aan de

gemeenten. Deze AMVB is op 15 november in werking getreden, waarmee de overdracht van de

bevoegd gezagtaken aan de gemeente per 1-1-2002 een wettelijke grondslag heeft verkregen.

1

Ter voorbereiding van de overdracht van de bevoegd gezag taken is op inibatief van de gemeente

Heimond in samenwerking met de Milieudienst Regio Eindhoven, vestiging Heimond (verder te

noemen Milieudienst) een project gestart met de volgende probleemstelling:

a: Wat zijn de gevolgen voor de gemeente Heimond van de uitvoering van de Wet stedelijke

vernieuwing Wsv en het vernieuwd bodembeleid (BEVER)?

b: Wat zijn de gevolgen voor de gemeente van de beleidsvemieuwing bodemsanedng en de

op deze vernieuwing gebaseerde overdracht van de bevoegde gezagstaken?

c: Wat zijn de functies en taken van de gemeente als bevoegd gezag Wbb?

d: Wat zijn de consequenties van de Wsv en de bevoegde gezagstaken voor de gemeente

in bestuurlijk (bestuurlijke integriteit), organisatorisch en personeel opzicht mede in relatie

tot de Milieudienst?

Ad a en b) Wat zi@n de gevolgen voor de ri

-gemeente Heimond van de uitvoe ng van de Wet

stedelijke vernieuwing Wsv en het vernieuwd bodembeleid (BEVER)?

Eén van de belangrijkste gevolgen van het UPR-BEVER (tevens een belangrijk idee achter de

invoering van het ISV) is het principe van de vangnetfinanciedng (de overheid financiert

bodemsanering indien geen enkele andere partij daarop kan worden aangesproken) vervangen

wordt door een zogenoemd participatiestelsel, waarin de overheid geld actief en bewust besteedt,

daar waar het effectief is voor het bereiken van de gestelde doelen. Het accent ligt daarbij op het

behalen van een maximaal rendement van de'milieugulden', door het genereren van gelden uit de

markt. Voor een optimale werking van het participatiestelsel wordt aansluiting gezocht bij de

stedelijke dynamiek.

Het nieuwe financieringssysteem houdt op hoofdlijnen het volgende in.

- De gemeente ontvangt een vijfjaarsbudget voor respectievelijk het stedelijk gebied en het

niet-stedelijk gebied op basis van vijfjarenprogramma's .

- De bijdrage is gekoppeld aan een inspanningsverplichting voor de gemeente om circa 75%

van de saneringskosten door te berekenen aan derden (muitiplier).

- De eigen bijdrage van de gemeente (7,5% + 1 00.000,- per geval) komt te vervallen. De eigen

bijdrage van de gemeente is voortaan afhankelijk van de mate waadn kosteneffectief wordt

gesaneerd en de mate waadn het de gemeente lukt om geld van derden te genereren.

- De gemeente legt aan het ministerie van VROM primair verantwoordelijkheid af over de

bereikte resultaten (prestatieverantwoording) en niet meer over de wijze waarop die resultaten

zijn bereikt (bestedingsverantwoordelijkheid op basis van single-audit).

2

Het nieuwe bodembeleid verdeelt het werkveld bodemsanedng in drie segmenten. leder segment

heeft een eigen aanpak.

werkveld bodemsanedng

segment segment segment

stedelijk landelijk bedrijven

gebied gebied

A) Het stedelijk gebied met als financieflngsregeling de Wsv. De gemeente Heimond verzorgt in

dit segment op grond van de Wsv als saneerden in eigen beheer de planning, programmering

en uitvoering van bodemsanehng (Meeijarenontwikkelingsprogramma MOP). Wanneer de

overdracht van de bevoegd gezagtaken per 1-1-2002 een feit is verzorgt de gemeente ook de

besluitvorming over de wijze van saneren;

B) Het landelijk gebied, waarvoor vooralsnog de Wbb als financieringsregeling geldt. De

gemeente Heimond stelt voor het landelijk gebied wanneer de overdracht van alle taken en

bevoegdheden een feit is een vijfjarenprogramma op in het kader van de Wbb, 'is

verantwoordelijk voor de uitvoering van dit programma en is bevoegd gezag;

C) De in gebruik zijnde en blijvende bedhjfsterreinen, waarvoor een medefinancieringsregeling in

voorbereiding is in combinatie met een saneringsplicht voor bedrijven. Bedrijven zijn zelf

verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering; de gemeente is bevoegd gezag. De

gemeente Heimond wordt met de uitvoering van de medefinancieringsregeling belast per 1-1-

2002.

De momenten waarop deze taken zijn, respectievelijk worden overgedragen kunnen schematisch

als volgt worden weergegeven.

1-1-2000 1-1-2002

A planning programmering

uitvoering bodemtaken in het >

stedelijk gebied

B en C

- planning programmering >

landelijk gebied

- besluitvorming over de wijze

van saneren in het landelijk F

gebied

- besluitvorming over de wijze

van saneren in het stedelijk

gebied

- uitvoeren bedrijvenregeling

3

De gemeente heeft per 1-1-2000 de bodemtaken ad A) in het kader van de Wsv ter hand

genomen. Met de uitvoering van deze taken is ingevolge de in de rapportage gemaakte ramingen

1,5 fte op jaarbasis gemoeid. Daarnaast dient over een periode van 3 jaar tijdelijk ongeveer 1 fte

te worden ingezet.

Ad c) Wat ziin de functies en taken van de gemeente als bevoegd -gezag Wbb?

De gemeente wordt verantwoordelijk voor:

- Het realiseren van de NMP-doelen voor bodemsanehng voor het gehele gemeentelijke

grondgebied.

- Het programmeren en het zorgdragen voor de uitvoering van in principe alle saneringen

binnen de gemeente.

- Het afhandelen van meldingen en het nemen van beschikkingen voor zowel saneringen die

door de gemeente zelf of door derden worden uitgevoerd.

- Het inzetten van het juridisch instrumentarium ingevolge de Wbb (bevel, kostenverhaal, etc.).

- Het toezicht en de handhaving van alle bodemsaneringen binnen het gemeentelijk

grondgebied.

- Het monitoren van de voortgang van de bodemsanedngsoperatie binnen de gemeente.

Ad d) Wat zi'n van dit alles de organisatorische en personele consequenties?

De toename van taken en bevoegdheden leidt in het bijzonder voor de Milieudienst tot nieuwe

producten en diensten. Omdat de beleidsvemieuwing de uitvoering van de bodemtaken

nadrukkelijk koppelt aan ruimtelijke dynamiek bij bedrijven en branches, is het belangrijk dat de

nieuwe bodemtaken in samenhang met het ruimtelijk en economische beleid van de gemeente

worden ontwikkeld en uitgevoerd

In de huidige situatie voert de Milieudienst de werkzaamheden (beleid, onderzoek, saneringen) uit

in opdracht van de Bestuursdienst, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer. Uit beschikbare informatie

kan niet altijd eenduidig worden afgeleid welk organisatieonderdeel voor welke specifieke taken

als opdrachtgever fungeert. Mede hierdoor is niet duidelijk in welke mate de nieuwe wijze van

financiering van de stedelijke ontwikkeling door het Rijk leidt tot wijzigingen in de wijze van

opdrachtverlening en financiering van de Milieudienst.

Beslispuntl

Om hier duidelijkheid in te brengen verdient het aanbeveling, mede met het oog op de

gewenste integratie van ruimtelijke en economische ontwikkeling met bodemsanering, om

binnen de gemeente met betrekking tot financiering en aansturing de door het rijk

aangebrachte segmentatie in het werkveld bodemsanering toe te passen, te weten:

uitvoering bodemsanering in het stedelijk gebied en landelijk gebied geschiedt

middels aansturing en financiering door StadsontwikkelinglStadsbeheer;

besluitvorming over de wijze van saneren in het stedelijk- en landelijk gebied door

bedrijven en door de gemeente (bevoegd gezag rol) geschiedt door middel van

aansturing door de Bestuursdienst.

4

In het verlengde van dit beslispunt ontstaat het volgende beeld.

Bestuursdienst StadsonWikkeling

Stadsbeheer

opdracht opdracht

ir

Opdrachtgever en financiedng van: Opdrachtgever en financiedng in het stedelijk

¿ bevoegd gezagtaken Wbb en landelijk gebied van:

¿ Toezicht en handhaving

¿ Inzet juridisch instrumentarium 0 Raming werkvoorraad en invoeren van

¿ Toepassing subsidieregelingen voor data

derden 0 Programmering uitvoering

¿ Uitvoeren bedrijvenregeling 0 Uitvoering van onderzoek en saneringen

¿ Verantwoording NMP3-doeistelling 0 Besteding prestaijeverantwoording

¿ Beleidsontwikkeling bodembeheer 0 Partijkeuhngen bouwstoffenbesluit

¿ Uitvoering Bouwstoffenbesluit (bevoegd

gezagdeel)

¿ Bodemkwaliteitskaarten

¿ BOOT

¿ Automatisering Bodeminfo

¿ Bodeminbreng bij toezicht

bouwvergunningen bestemmingsplannen

Bodeminbreng grondtransacties

geirieciiteiildeideii

uitvoering

Milieudienst

De organisatie van de Milieudienst kan het beste als "contra-mal" van de gemeentelijke

organisatie worden ingericht. Dit kan het beste worden gerealiseerd door het instellen van een

eenheid bevoegd gezag en een eenheid stedelijk- en landelijk gebied. Voor een zuivere scheiding

van verantwoordelijkheden kan toezicht en handhaving bij "Handhaving en vergunningverlening

worden ondergebracht'. Dit kan schematisch als volgt worden weergegeven.

Milieudienst

Bodem Algemeen Geluid Handhaving en

beleid vergunningverlening

Cluster uster

bevoegd facilitering

gezag stedelijk gebied

5

Beslispunt 2

In het verlengde van beslispunt 1 dient met het oog op de gewenste functiescheiding en de

wijze van aansturing door het gemeentelijk apparaat de Milieudienst zich voor het uitvoeren

van de bodemtaken van de gemeente Heimond te organiseren als "contra-mal" van de

gemeente conform het hierboven aangegeven figuur.

Met dit voorstel kan het bodembeleid op een samenhangende wijze worden uitgevoerd met in

achtneming van de gewenste scheiding van verantwoordelijkheden. Op gemeentelijk niveau kan

de scheiding in verantwoordelijkheden worden gerealiseerd door de hierboven voorgestelde

scheiding in taken en verantwoordelijkheden tussen de Bestuursdienst enerzijds en de diensten

Stadsontwikkeling en Stadsbeheer anderzijds. De scheiding in verantwoordelijkheden kan binnen

de Milieudienst worden gerealiseerd naar analogie van de gewenste functiescheiding tussen de

Bestuursdienst en de beide andere diensten.

De Bestuursdienst is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de (bestuurlijke) besluitvorming

in relatie tot de bevoegd gezagrol van de gemeente. Voor de afbakening van de

verantwoordelijkheden dient een nieuwe administratieve organisatie te worden opgesteld en dient

een nieuwe mandatedngregeling voor de Milieudienst te worden vastgesteld. Voorts dient te

worden voorzien in een gestructureerd overleg tussen de Bestuursdienst en de Milieudienst over

uitvoering van de bevoegd gezagtaken.

Beslispunt 3

In te stemmen met de hierboven beschreven funties en taken van de bestuursdienst mede

in relatie tot de taakuitvoering van de Milieudienst. De voorgestelde afbakening van taken

en verantwoordelijkheden dient als uitgangspunt voor de op te stellen administratieve

organisatie en mandateringregeling

De dienst Stadsontwikkeling is samen met de dienst Stadsbeheer primair verantwoordelijk voor de

ontwikkeling, revitalisedng, onderhoud en beheer van het stedelijk gebied. Daaronder valt tevens

de verantwoordelijkheid voor het saneren en behe(e)r(s)en van bodemkwaliteit, uitgaande van het

bestuurlijk vastgestelde bodemkwaliteitsniveau. De Milieudienst fungeert met betrekking tot het

bodembeheer als ware het een adviesbureau (met specifieke kwaliteiten). De beide diensten

fungeren als saneerders in eigen beheer, hetgeen inhoudt dat de producten van de beide diensten

in relatie tot de bevoegd gezagrol van de gemeente beschouwd worden als producten van derden.

Het gevolg hiervan is dat de bestuurlijke besluitvorming over de betekenis van de

onderzoeksresuitaten en de kwaliteit van de voorgestelde sanedngspiánnen plaatsvindt via de

eenheid bevoegd gezag van de Milieudienst met eindverantwoordelijkheid bij de Bestuursdienst.

Voor de planning en programmering (meerjarenprogramma en jaarprogramma) en de dagelijkse

uitvoeringspraktijk dient een gestructureerd overleg te worden ingesteld met de beide

gemeentelijke diensten en de Milieudienst.

6

Beslispunt 4

In te stemmen met de hierboven beschreven taken en verantwoordelijkheden van de

diensten StadsontwikkelingiStadsbeheer in relatie tot de taakuitoefening van de

Milleudienst. De voorgestelde afbakening van taken en verantwoordelijkheden dient als

uitgangspunt voor de op te stellen jaarprogrammering en de op te stellen administratieve

organisatie.

In hoofdstuk 3 zijn de huidige en de nieuwe bevoegd gezagtaken voor de Milieudienst

beschreven. Een samenvatting van deze taken treft u aan in paragraaf 3.4. Zoals hieruit blijkt

omvat het huidige takenpakket de volgende onderdelen.

al *,alert

B Ww@en;WRO 212 uur

o@E

D BOOT 234 uur

Fl Bodemtaken ]SV 2105 uur

Totaal 6063

Omgerekend in formatieplaatsen is hiermee 4.5 fte gemoeid. Afhankelijk van meer of minder aan

derden uit te besteden werkzaamheden kan de benodigde inzet voor taak Fl veranderen.

Thans is bij de Milieudienst voor de uitvoering van de bodemtaken voor de gemeente Heimond 4.2

fte beschikbaar. Het tekort aan beschikbare menskracht wordt met tijdelijke formatie aangevuld.

Om te kunnen "voorsorteren" op de bevoegd gezagtaken per 1 januari 2002 moeten extra

werkzaamheden worden verricht. Ook in deze werkzaamheden wordt voorzien door middel van

tijdelijke formatie. De hieruit voortvloeiende kosten kunnen worden gedekt met een extra bijdrage

van het rijk ad. fl. 250.000,- Dit bedrag wordt per 1 januari 2002 structureel verhoogd tot fl.

450.000,- als apparaatskostenvergoeding voor de nieuwe bevoegd gezagtaken.

De nieuwe taken zijn als volgt geraamd.

Planning en programmering 78 115

Monitoring 48

In deze raming zijn inbegrepen de personele kosten voor de uitvoering van het

Meerjarenprogramma (projectgebonden kosten). Deze kosten komen ten laste van de Wbb-

bijdrage die de gemeente van het rijk ontvangt voor de sanering van het niet-stedelijk gebied.

De nieuwe taken met uitsluiting van de zogenaamde projectgeboden kosten zijn als volgt geraamd.

7

Pfänning@en programmering 78 115 35.775

'Wizjam- ma-Ego/ E,

Monitodng 48

Op grond van deze raming is het door VROM beschikbaar gestelde budget ad. fl. 450.000,-

voldoende om de extra apparaatskosten voor de uitvoedng van de bevoegd gezagtaken te kunnen

dekken. Het resterende bedrag kan worden benut voor het zonodig versterken van het ankerpunt

bevoegd gezag bij de bestuursdienst. Uitgaande van het is bijlage 2 opgenomen overzicht van de

te nemen besluiten met enige bestuurlijke importanties.

(15 beschikkingen saneflngsplan, 2 bezwaarschriften, 2 handhavingsacties) zullen de extra

werkzaamheden ten opzichte van de huidige situatie beperkt blijven. Op grond van deze ramingen

dient de formatie voor de uitvoeflng van de nieuwe taken, dus inclusief de uitvoering

Meedarenprogramma bij de Milieudienst met tenminste 2 formatieplaatsen te worden uitgebreid

en bij de Bestuursdienst met ongeveer 0,1 fte. De hiermee samenhangende kosten kunnen vrijwel

volledig ten laste worden gebracht van de extra apparaatsvergoeding van het rijk ad. fl. 450.000,-

Omdat als gevolg van de invoedng van de Wsv(ISV) en de wijziging van de Wbb, tot 2005 tijdelijk

extra werkzaamheden moeten worden verricht, dient voor een pedode van 3 jaar in 1 extra

formatieplaats te worden voorzien. De hiermee samenhangende kosten kunnen ten laste worden

gebracht van de ISV-bijdrage en de Wbb bijdrage van het rijk.

Beslispunt 5

In te stemmen met het voorstel om voor de uitvoering van de bevoegd gezagtaken de

bodemformatie van de Milieudienst uit te breiden met 2,3 fte en de kosten ten laste te

brengen van de extra rijksbijdrage ad f 450.000,-

Beslispunt 6

In te stemmen met het voorstel om bij de Milleudienst voor de uitvoering van de ]SV-taken

een tijdelijk formatieplaats te financieren voor het verrichten van incidentele activiteiten

met betrekking tot het in kaart brengen van de werkvoorraad bodemsanering in het stedelijk

en landelijk gebied. De bijbehorende kosten ten laste te brengen van de ISV-bijdrage van

het rijk.

Uitgaande van de organisatorische vormgeving zoals bedoeld in paragraaf 5.1, kunnen bij de

Milieudienst de taken en bijbehorende formatie als volgt worden gereorganiseerd.

8

Wet milieubeheer 0.1 @fte Bouwstoffenbesluit 0.3-fte Toezibht en; 0,5@fte

patbj~ngen handhaving

Bouwstòffë,nbesluit 0.6fte Bodoffitaken@z.fanderijk 0.2@fte

bevoegd@ deel gebied

~9

Bodeminbreng 0.1 fte

grondtrans-äcfies

Fa 1cilitërendé@@täken@

Totaal tijdelijk totaal fijdelijk 1 fte

Beslispunt 7

Met instemming kennis te nemen van de organisatie van de Milieudienst en de verdeling

van de beschikbare bodemformatie over de onderscheiden clusters.

9

Inhoudsopgave

1. Inleiding 5

1.1 Achtergrond en aanleiding van het project 5

1.2 Probleemstelling van het project 5

1.3 Faseflng van het project en doelen per fase 6

1.4 Opbouw van het rapport 6

1.5 Projectstructuur en bemensing 7

2. Beleidsontwikkelingen, ambitie Heimond en uitvoeringsstrategie 8

2.1 Ontwikkelingen in het djksbeleid en gevolgen voor de functies en taken van de

gemeente Helmond 8

2.2 De provincie Noord-Brabant 1 1

2.3 De gemeente Heimond 12

2.3.1 Ambitie van de gemeente Heimond 12

2.3.2 Uitvoeringsstrategie integraal bodembeleid van de gemeente Heimond 12

3. Beschrijving van de huidige en toekomstige werkwijze 15

3.1 Huidige werkwijze 15

3. 1. 1 Huidige organisatie 15

3.1,2 De werkwijze inclusief ISV 17

3.2 Werkwijze als gevolg van ISV 18

3.2. 1. Inleiding 18

3.2.2. Informatiestrategi'e 18

3.2.3 Planning en programmering 19

3.2.4 Uitvoering onderzoek en sanering 20

3.2.5 Monitofing 22

3.2.6 Capaciteitsbehoefte bodemtaken ISV 23

3.3 Werkwijze als gevolg van de nieuwe bevoegd gezagtaken Wbb 24

3.3.1 Inleiding 24

3.3.2 lnformatiestrategie 24

3.3.3 Planning en programmering 24

3.3.4 Uitvoering 26

3.3.5 Monitoring, controle en handhaving 29

3.3.6 Capaciteitsbehoefte bevoegd gezagtaken 30

3.4 Conclusie totale formatiebehoefte voor de uitvoering van bestaande en nieuwe

taken 30

4. Uitgangspunten vormgeving nieuwe werkwijze en organisatie 32

4.1 Overwegingen met betrekking tot het te voeren beleid 32

4.2 Overwegingen met betrekking tot de vereiste vaardigheden 34

4.2. 1 Vaardigheden in verband met de Wsv 34

4.2.2 Vaardigheden in verband met de bevoegd gezag rol Wbb 35

4.3 Benodigde instrumenten 35

5. Voorstel voor de organisatorische vormgeving van de taken 37

5.1 De Organisatorische vormgeving 37

5.2 Functies en taken van de ankerpunten 39

5.3 Personele en financiële consequenties 42

5.4 inbedding van de formatie 43

Bijlage 1 Huidige situatie 45

Bijlage 2 Raming bevoegd gezagtaken Wbb 51

Bijlage 3 Werkplan gemeente Heimond 52

1. Inleiding

1.1 Achtergrond en aanleiding van het project

In 1997 verscheen het 'Kabinetsstandpunt over de vernieuwing van het bodemsaneflngsbeleid'.

Een belangrijk voornemen daarin betrof het vergroten van de slagvaardigheid van de overheid op

bodemgebied, onder andere door het meer structureel mogelijk maken van het overdragen van

taken en bevoegdheden van provincies aan gemeenten. Als onderdeel van het 'Uitvoehngs-

programma beleidsvemieuwing bodemsanedng' is dit vervolgens uitgewerkt. Dit resulteerde in

een door het DUIV-overleg 1 op 17 februari 2000 aanvaard voorstel voor het overdragen van alle

bodemtaken en -bevoegdheden, die er op grond van de Wet bodembescherming (Wbb) zijn, van

de provincies naar de rechtstreekse ISV-gemeenten 2@ waarvan Heimond er één is. Vervolgens

zond de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) een brief

aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van deze gemeenten, waarin hij vroeg om aan

te geven of en wanneer men alle taken en bevoegdheden op zich zou willen nemen. Het college

van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heimond heeft de minister geantwoord, dat

zij voor haar grondgebied alle taken en bevoegdheden van de Wbb per 1 januari 2002 van de

provincie Noord-Brabant wil overnemen. Daarop is het project 'overdracht provinciale

bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente Heimond'opgestart.

Omdat er in belangrijke mate verband bestaat tussen de ISV-bodemtaken als gevolg van de Wet

stedelijke vernieuwing en de beleidsvernieuwing bodemsanering, wordt in het onderhavige rapport

niet alleen ingegaan op de gevolgen voor de gemeente van de beleidsvernieuwing

bodemsanering maar ook op de gevolgen van de Wet stedelijke vernieuwing voor de uitvoering

van de bodemtaken.

1.2 Probleemstelling van het project

De probleemstelling van het project is drieledig:

1 . Wat zijn de functies en taken van de gemeente Heimond met betrekking tot bodemsanedng in

het algemeen en met betrekking tot ISV en de bevoegd gezagrol Wbb in het bijzonder?

2. Op welke wijze is de uitvoering van de huidige bodemtaken thans georganiseerd en op welke

wijze kunnen de nieuwe bodemtaken hieraan het beste worden toegevoegd?

3. Welke inhoudelijke, organisatorische en personele gevolgen hebben de (nieuwe) bodemtaken

voor de gemeente Heimond enerzijds en de Milieudienst anderzijds?

Het periodieke overleg van het Directoraat Generaal Milieubeheer van het Ministerie van VROM, de Unie van

Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

2 Dit zijn de 30 grootste gemeenten van Nederland, inclusief de vier grote steden die reeds enkele jaren over alle

taken en bevoegdheden van de Wbb beschikken. De afkorting ISV staat voor investeringsbudget Stedelijke

Vernieuwing. Dit is een integraal budget dat gemeenten krijgen op grond van de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) en

waaruit zij onder andere bodemsanering kunnen bekostigen. Op grond van de Wsv hadden rechtstreekse

gemeenten al enkele taken en bevoegdheden van de Wbb voor wat betreft de uitvoering van bodemsanering in het

stedelijk gebied gekregen.

5

1.3 Fasering van het project en doelen per fase

Voor het beantwoorden van de in paragraaf 1.2 geschetste problematiek is gekozen voor een

projectmatige aanpak. Zodoende kunnen alle relevante aspecten op systematische wijze bij het

proces worden betrokken en is tevens een gestructureerde besluitvorming mogelijk. Kenmerkend

voor de projectmatige aanpak is een fasering van het proces in zes fasen. In figuur 1.1 zijn deze

fasen opgenomen, evenals de doelen per fase. Dit document heeft betrekking op de definitiefase

en een deel van de ontwerpfase. Het opstellen van de administratieve organisatie maakt

vooralsnog geen onderdeel uit van dit project.

1.4 Opbouw van het rapport

De opbouw van het rapport volgt in grote lijnen de fasen, zoals die zijn verwoord in figuur 1.1. In

hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen in het djksbeleid en het provinciale

beleid, alsmede aan de gevolgen ervan voor de gemeente Heimond. Tevens wordt in dit

hoofdstuk aandacht besteed aan het ambitieniveau van de gemeente en de gevolgen van deze

ambitie voor de aanpak en werkwijze binnen de gemeente.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de huidige en de nieuwe taken van de gemeente op

bodem gebied. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de gevolgen van deze taken voor de organisatie

en benodigde instrumenten waarna in hoofdstuk 5 een voorstel wordt gedaan voor de

organisatorische vormgeving.

FASERING DOEL

lnitiatieffase > * Besluit B&W en Gemeenteraad tot aanvaarden

taken en bevoegdheden

p c lan * Maken en vaststellen offerte

e se * Gevolgen rijks- en provinciaal beleid

Vaststellen ambitieniveau gemeente Heimond

Programma van ei.sen * Betekenis voor organisatie (mens/middelen)

Ontwerpfase > 9 Opstellen werk- en organisatieplan

* Opstellen administratieve organisatie

+ Werkplan (geen onderdeel van dit project)

Voorbereidings- > 0 Inrichten van de organisatie

fase * lmplementatie gemaakte afspraken

lan * Vertalen financiële afspraken in begroting

ne e se * Start feitelijke werkzaamheden in nieuwe setting

Evaluatieplan

Evaluatiefase * Evaluatie

Figuur 1. 1: fasering van het project en doelen per fase

6

1.5 Projectstructuur en bemensing

Het onderhavige project is een gemeenschappelijk project van de gemeente Heimond en de

Milieudienst waarbij de Milieudienst als formeel opdrachtgever fungeert. Voor de begeleiding van

het project is een interne begeleidingsgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de

Milieudienst en een vertegenwoordiger van de Bestuursdienst van de gemeente.

De opzet en uitvoering van het project is tussentijds aan de orde geweest in de Projectgroep

Bodem waaraan vertegenwoordigers deelnemen van de Bestuursdienst, de dienst

Stadsontwikkeling, de dienst Stadsbeheer, de afdeling Grondzaken en de Milieudienst.

7

2. Beleidsontwikkelingen, ambitie Heimond en uitvoeringsstrategie

2.1 Ontwikkelingen in het rijksbeleid en gevolgen voor de functies en taken van de

gemeente Heimond

In hoofdstuk 1 is kort ingegaan op een aantal ontwikkelingen in het Rijksbeleid die mede

aanleiding zijn geweest voor het opstarten van het onderhavige project. In deze paragraaf wordt

ingegaan op de belangrijkste gevolgen van het djksbeleid voor de gemeente Heimond.

De volgende onderwerpen komen in deze paragraaf in hoofdlijnen aan de orde:

1. De gevolgen van de Wsv en de beleidsvemieuwing bodemsanedng.

2. De gevolgen van de bevoegd gezagrol van de gemeente Heimond.

Ad. 1: gevolgen van Wsv en de beleidsvemieuwing bodemsanednq

Eén van de belangrijkste resultaten van de beleidsvemieuwing (tevens een belangrijk idee achter

de invoering van het ]SV) is het principe van de vangnetfinanciering (de overheid financiert

bodemsanedng indien geen enkele andere partij daarop kan worden aangesproken) vervangen

wordt door een zogenoemd participatiestelsel, waarin de overheid geld actief en bewust besteedt,

daar waar het effectief is voor het bereiken van de gestelde doelen. Het accent ligt daarbij op het

behalen van een maximaal rendement van de'milieugulden', door het genereren van gelden uit de

markt. Voor een optimale werking van het participatiestelsel wordt aansluiting gezocht bij

dynamiek. Deze aansluiting wordt gerealiseerd met behulp van een drieledige segmenterin van

g

het werkveld.

werkveld bodemsaneri'ng

segment segment segmen

stedelijk landelijk bedrijven

gebied gebied

A) Het stedelijk gebied met als financieringsregeling de Wsv. De gemeente Heimond verzorgt in

dit segment op grond van de Wsv als saneerden in eigen beheer de planning, programmering

en uitvoering van bodemsanering. Hiervoor heeft de gemeente Heimond het MOP voor de

periode 2000-2004 opgesteld dat voor de programmering en financiering van de

8

bodemsanedng de basis vormt. Wanneer de overdracht van de bevoegd gezagtaken een feit

is neemt de gemeente ook de besluiten over de wijze van saneren;

B) Het landelijk gebied, waarvoor vooralsnog de Wbb als financiednqsregeling geldt. De

gemeente Heimond stelt - als de overdracht van alle taken en bevoegdheden een fee is - voor

het landelijk gebied een meeijarenprogramma op in het kader van de Wbb, is

verantwoordelijk voor de uitvoering van dit programma en is bevoegd gezag. Het eerste

programma heeft betrekking op de periode 2002-2004;

C) De in -gebruik zi@nde en bli@vende beddifsterreinen, waarvoor een medefinanciedn-gsregeling in

voorbereiding is in combinatie met een sanedngsplicht voor bedrijven. Bedrijven zijn zelf

verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering; de gemeente wordt bevoegd gezag en is

belast met de financiering.

De momenten waarop deze taken zijn, respectievelijk worden overgedragen kunnen schematisch

als volgt worden weergegeven.

1-1-2000 1-1-2002

A planning programmering

uitvoering bodemtaken in het

stedelijk gebied

B en C

- planning programmering

landelijk gebied

- besluitvorming over de wijze

van saneren in het landelijk

gebied

- besluitvorming over de wijze

van saneren in het stedelijk

gebied

- uitvoeren bedrijvenregeling

Wezenlijke veranderingen voor de gemeente Heimond zijn voor het segment stedelijk gebied:

¿ In plaats van de provincie stelt voortaan het rijk de financiële middelen voor bodemsanedng

aan de gemeente ter beschiking.

¿ De financiele middelen voor bodemsanehng worden voortaan door het rijk niet meer per

geval, maar op basis van meerjarenprogramma's per segment (stedelijk gebied, landelijk

gebied en bedrijven) ter beschikking gesteld.

¿ De gemeente is voortaan binnen de met het rijk op basis van het MOP afgesproken

prestatieafspraken en programmering vrij om het door het rijk beschikbaar gestelde budget

binnen de programmaperiode naar eigen inzichten in te zetten.

¿ De huidige eigen bijdrage van 7,5% + 1 00.000 per geval voor gemeenten komt te vervallen.

9

¿ De eigen bijdrage van de gemeente wordt voortaan bepaald door de mate waarin

kosteneffectief wordt gesaneerd en de mate waarin het de gemeente lukt om geld van derden

te genereren (muitiplier). De bijdrage van het rijk is gebaseerd op een marktbijdrage van 75%

¿ De gemeente stelt een totaalbeeld op van de bodemproblemabek in het stedelijk gebied.

¿ De gemeente wordt belast met de uitvoering en financiering van alle (na)zorgtaken voor alle

reeds gesaneerde respectievelijk nog te saneren locaties in het stedelijk gebied.

¿ De gemeente doet periodiek verslag aan de Minister over de voortgang van de

bodemsanedng in het stedelijk gebied.

Ad. 2: de gevolgen voor de bevoegd gezagrol voor de gemeente Heimond

De onder ad 1 genoemde veranderingen zijn het gevolg van de invoering van de Wsv. Op grond

van de beleidsvemieuwing bodemsanedng nemen de rechtstreekse gemeenten ook de bevoegd

gezagtaken van de provincie Noord-Brabant over. Feitelijk worden deze taken op verzoek van de

gemeenten bij wet geatt@bueerd. Dit betekent voor de gemeente Heimond het volgende.

¿ Naast budgethouder in het stedelijk gebied is de gemeente vanaf 1-1-2002 bevoegd om op

basis van eigen beleid beslissingen te nemen over de wijze waarop de bodemverontreiniging

in het stedelijk gebied moet worden aangepakt.

¿ De gemeente wordt naast budgethouder en bevoegd gezag in het stedelijk gebied, tevens

budgethouder en bevoegd gezag in het landelijk gebied. Voor het verkrijgen van de

benodigde financiële middelen voor de sanering van de bodemverontreiniging in het landelijk

gebied dient de gemeente bij het rijk een vijfjarenprogramma voor het landelijk gebied in.

Omdat de gemeente Heimond per 1-1-2002 bevoegd gezag wordt heeft het eerste

programma betrekking op de periode 1-1-2002 tot 31-12-2004. Dit programma is thans bij de

gemeente in voorbereiding. Kortom, wat voor het stedelijk gebied geldt, geldt ook voor het

landelijk gebied.

¿ De gemeente wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van de bedrijvenregeling. Dit betreft

een regeling op basis waarvan bedrijven verplicht worden het bedrijventerrein te saneren met

een op basis van deze regeling verkrijgbare financiële bijdrage voor een deel van de totale

sanedngskosten.

¿ De gemeente wordt verantwoordelijkheid voor het realiseren van de NMP-doelen voor het

complete gemeentelijke grondgebied (stedelijk én landelijk gebied); dit omvat het

landsdekkend beeld van de bodemkwaliteit in 2005 en het in 2022 beheersbaar en gesaneerd

hebben van de ernstige bodemverontreiniging;

¿ Voorts is de gemeente verantwoordelijk voor het afhandelen van meldingen en het nemen

van beschikkingen in verband met bodemsaneringen (ernst en urgentie, goedkeuring

saneringsplan) zoals opgenomen in de artikelen 27, 28, 30, 39 en 41 Wbb (nb: saneringen

die in het kader van ISV worden uitgevoerd worden aangemerkt als saneringen in eigen

beheer, de gemeente dient hierbij dus zichzelf beschikkingen te verlenen)3;

¿ de inzet van het juridisch instrumentarium (bevelen, kostenverhaal, AMVB Verbond);

3 Tot voor kort werd een onderscheid gehanteerd in 'overheidssaneringen' en 'saneringen in eigen beheer.

Saneringen die door of vanwege het bevoegd gezag Wbb werden uitgevoerd werden 'overheidssaneringen'

genoemd. Dit onderscheid is als gevolg van de beleidsvernieuwing vervallen. Alle saneringen, ook die door

provincies en gemeenten worden uitgevoerd, worden saneringen in eigen beheer genoemd.

1 0

¿ het uitoefenen van toezicht op en het handhaven van zowel overheidssanedngen als

saneringen in eigen beheer voor het gehele grondgebied van de gemeente;

¿ het uitvoeren van de programmering op grond van artikel 4.14 Wm, waarin het opstellen van

een bodemsanedngsprogramma met betrekking tot alle saneringen in het gehele

grondgebied is voorgeschreven;

¿ het monitoren van de voortgang van de bodemsanedngsoperaije binnen het gehele

gemeentelijke grondgebied middels de in het kader van project BEVER C2 ontwikkelde 18

monitoflngsindicatoren;

¿ het afleggen van verantwoording aan het ministerie van VROM over de voortgang van de

uitvoering en de bereikte resultaten met het oog op het behalen van de NMP-3

doelstellingen;

De rechtstreekse gemeente krijgt hiermee een positie die vergelijkbaar is aan die van de huidige

G4 (Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam). De provincie heeft geen toezichthoudende of

controlerende rol ten aanzien van de rechtstreekse gemeenten. De provincie en de rechtstreekse

gemeenten zullen wel, als 'collega' bevoegd gezag binnen één provincie, zoveel mogelijk

gezamenlijk optrekken op het gebied van beleidsontwikkeling en kwaliteit van de uitvoering.

Hierop zal in de volgende paragraaf nader worden ingegaan.

2.2 De provincie Noord-Brabant

De uitkomst van het beleidsvernieuwingsproces bodemsanering, dat op onderdelen door de

komst van het ISV nog eens versneld tot stand is gekomen, maakt het onder meer mogelijk dat de

rechtstreekse gemeenten hebben kunnen aangeven (op termijn) ook bevoegd gezag ex Wbb te

worden. Heimond heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en zal per 1-1-2002 collega-

bevoegd gezag ex Wbb van de provincie zijn.

Deze territoriale indeling schept de wens, zo niet de noodzaak, om tot afspraken te komen tussen

de provincie en de gemeenten. Deze afspraken moeten onder meer betrekking hebben op de

beleidsmatige aspecten van de uitvoering van de Wbb en de Wsv voor zover het bodem betreft.

Deze afspraken moeten voorkomen dat binnen de provincie (te) grote verschillen ontstaan in de

behandeling van bedrijven en particulieren met betrekking tot het (laten) uitvoeren van

bodemonderzoek en sanering enerzijds en het verstrekken van ISV-bijdragen of subsidies

anderzijds. Ten aanzien van het beleid kan onderscheid gemaakt worden in bestaand beleid,

beleid dat tot stand komt tot 1-1-2002 en beleid dat tot stand komt in de periode daarna.

De B5-gemeenten hebben in samenwerking met de provincie een werkplan opgesteld waarin de

activiteiten zijn opgenomen die vóór 1-1-2002 moeten zijn afgerond.

2.3 De gemeente Heimond

2.3. 1 Amb#ie van de gemeente Heimond

Ingevolge het milieubeleidsplan van de gemeente Heimond luidt het ambitieniveau als volgt:

¿ Voorkomen van bodemverontreiniging door het opnemen van bodembeschermende

voorschriften in Wm-vergunningen, het met prioriteit uitvoeren van de AMvB's (BOOT,

Lozingenbesluit Bodembescherming) en controle op de naleving van de voorschriften.

¿ Het verkrijgen van een gemeentedekkend beeld van de bodemkwaliteit en het bijhouden van

gegevens ten aanzien van de bodemkwaliteit door middel van een bodeminformatiesysteem.

¿ Het realiseren van de basiskwaliteit4) door middel van functiegedchte sanering en maximale

integratie van de sanering met andere maatschappelijke activiteiten.

¿ Door bodemsanedng optimaal te integreren met andere maatschappelijke activiteiten wordt

de marktbijdrage (muitiplier) gemaximaliseerd en de totale bodemsanedngskosten

geminimaliseerd.

¿ Verantwoord hergebruik van de bij de saneringen en bouwactiviteiten vrijkomende

grondstromen zal zoveel mogelijk worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

¿ Omdat het gemeentelijk schaainiveau zich het best leent om saneren en beheren van de

bodem doelmatig uit te voeren heeft de gemeente Heimond gekozen voor de bevoegd gezag-

status Wet bodembescherming. De interne organisatie en de werkprocessen zullen in dit

verband zodanig worden vormgegeven dat de jaarlijkse prestatie- en

bestedingsverantwoording op een adequate wijze kunnen plaatsvinden.

¿ Bij de uitvoering van de bevoegd gezag rol dient de kwaliteit van de besluitvorming te worden

geborgd. Hiertoe zal een kwaliteitsborgingsysteem worden ingevoerd.

¿ De kwaliteit van de uitvoering dient op een adequaat niveau plaats te vinden. Hiertoe zal

onder meer een controle- en handhavingstrategie worden ontwikkeld.

¿ De informatievoorziening van de burgers en de betrokkenheid van de burgers bij de uitvoering

is van groot belang. Communicatie zal een vast onderdeel vormen bij de uitvoering van de

werkzaamheden.

¿ De gemeente Heimond streeft naar afstemming van het gemeentelijk bodembeleid met het

provinciaal bodembeleid.

2.3.2 Uitvoeringsstrategie integraal bodembeleid van de gemeente Heimond

De uitvoeringsstrategie voor het door de gemeente Heimond bereiken van het gestelde

ambitieniveau voor de bodemkwaliteit kan het beste volgens onderstaand schema nader worden

toegelicht.

4 nog nader vast te leggen

12

Informatie- Program- Uitvoeren Monitorenfl

strategie meren Nazorg

Wro MOP Stedelijke Bestedings-

(Stedelijk vernieuwing verantw.

ww gebied) Strategie

Verwerving

Prestatie-

.................. ............................................... ............................... 1.1.1 ........................ ................ ................................ .............. .......................... ............................................... ..........................

verantw. Beleid

Wm landelijk landelijk

gebied gebied Middelen

Bsb

Wbb (Bio's) Bedrijven Bedrijven Controle/

regeling regeling Handhav.

Figuur 2. 1

Ter toelichting dient het volgende.

De gemeente heeft plannen voor het verkrijgen van de zeggenschap over de wijze van saneren

en beheren van de bodem in de gemeente. Dit betekent dat de gemeente, binnen de door het rijk

en de provincie gestelde kaders, primair verantwoordelijk wordt voor:

- Het definiëren van de beoogde basiskwaliteit en het vastleggen van de mate waarin de

bodemkwaliteit in concrete gevallen van de beoogde kwaliteit afwijkt (informatiestrategie);

- Het moment waarop de beoogde kwaliteit bereikt wordt (programmeren);

- De wijze waarop deze kwaliteit wordt bereikt (besluiten over saneringsplannen etc.);

- De wijze waarop de bodemsanering wordt gefinancierd en uitgevoerd;

- Prestatatie- en bestedingsverantwoording aan het rijk (monitodng).

Met het buitenste kader van het bovenstaande figuur wordt deze verantwoordelijkheid uitgedrukt.

Alle binnen het kader aangeduide wettelijke, beleidsmatige en organisatorische instrumenten zijn

voor het gemeentebestuur beschikbaar om aan de bestuurlijke verantwoordelijkheid, zoals

hierboven aangeduid, invulling te geven. Beneden de stippellijn wordt het milieu-instrumentadum

aangegeven. Boven de stippellijn staan instrumenten in de sfeer van ruimtelijke en economische

ontwikkeling. Bij de programmering en later bij de uitvoering vindt integratie plaats. Controle en

handhaving ziet toe op de wijze van uitvoering, waarbij in het kader van monitodng verslag wordt

gedaan van de vorderingen.

13

In het volgende hoofdstuk zal worden ingegaan op de huidige werkwijze. Omdat de ISV-taken nog

betrekkelijk nieuw zijn worden deze taken apart beschreven. Vervolgens zal aan de hand van het

hiervoor aangegeven schema achtereenvolgens worden aangegeven wat de gevolgen voor de

huidige werkwijze zijn door de invoering van:

a) de Wsv,

b) de bevoegd gezagtaken ingevolge de Wbb en

.c) de invoering van de beddjvenregeling inclusief de daarmee samenhangende intensivedng

van de controle en handhaving.

14

3. Beschrijving van de huidige en toekomstige werkwijze

3.1 Huidige werkwijze

3. 1. 1 Huidige organisatie

De gemeentelijke organisatie is als volgt samengesteld.

Gemeenteraad

--I-

B en W

Secretaris

Dienst Algemeen Brandweer Archiefdienst

en Welzijn

Vanuit de optiek van de Milieudienst zijn de Bestuursdienst, de dienst Stadsbeheer en de dienst

Stadsontwikkeling de belangrijkste opdrachtgevers. Binnen de dienst Stadsbeheer lopen de

contacten primair via de afdeling lngenieursbureau.

Dienst Stadsbeheer

Ondersteuning Beheer

De functionele contacten met de dienst Stadsontwikkeling vinden met name plaats met

Grondzaken.

Dienst Stadsontwikkeling

Bouwzaken Ruimtelijke Bedrijfs- Project- Economi-

ordening bureau bureau sche zaken

Heimond

15

De Milieudienst is ondergebracht in een Gemeenschappelijke Regeling. De werkzaamheden

worden door de Milieudienst venicht op basis van een Dienstvedeningsovereenkomst per

individueel deelnemende gemeente. De jaarlijks uit te voeren werkzaamheden zijn gebaseerd op

een werkplan waarin zowel structurele als incidentele activiteiten zijn opgenomen. De

Bestuursdienst draagt zorg voor de coördinatie binnen de gemeente bij het tot stand komen van

het werkplan en fungeert als eerste aanspreekpunt voor de Milieudienst. Ook de periodieke

voortgangsrapportages van de Milieudienst vinden plaats via de Bestuursdienst. De Milieudienst

venicht werkzaamheden voor de Bestuurdienst, de Dienst Stadsontwikkeling en de Dienst

Stadsbeheer. Uit het Milieuwerkprogramma Heimond 2001 blijkt onder meer dat er bij de

opdrachtvedening aan de Milieudienst geen scherp onderscheid wordt gemaakt in de algemene

milieutaken van de gemeente die via de Bestuursdienst lopen (zoals milieuplanning,

vergunningvedening, toezicht en handhaving) en specifieke uitvoeflngstaken ter ondersteuning

van de ontwikkeling en revitalisehng van het stedelijk gebied. Het gevolg hiervan is bijvoorbeeld,

dat in de huidige situatie drie diensten als opdrachtgever fungeren voor bodemonderzoek en

sanering in het stedelijk gebied.

In aansluiting op de gemeentelijke organisatie is de Milieudienst in organisatorisch opzicht als

volgt vormgegeven.

Vestigingsleider

Secretariaat

Milieuconsulent Prod. Coördinator

Alg meen beleid en uid Ilandhaving en

Milieucommunicatie vergunningverlening

Alle bodemgerelateerde taken worden uitgevoerd door de eenheid Bodem. Dit geldt ook voor

toezicht en handhaving. De eenheid Bodem heeft thans voor de uitvoering van bodemtaken voor

de gemeente Heimond 4,2 fte beschikbaar. Hierbij gaat het overwegend om bodemtechnisch

functies.

1 6

In de projectgroep Bodem worden tussen de betrokken gemeentelijke organisaties enerzijds en de

Milieudienst anderzijds werkafspraken gemaakt. De volgende organisaties zijn in de projectgroep

Bodem met 1 of meerdere personen vertegenwoordigd:

¿ Bestuursdienst

¿ Stadsontm(ikkeling

¿ Stadsbeheer

¿ Grondzaken

¿ Milieudienst

3.1.2 De werkwijze inclusief flSV

De activiteiten binnen de gemeente Heimond die samenhangen met de bodemkwatiteit kunnen als

volgt gerubriceerd worden:

A. bodemtaken in het kader van de uitvoering Wet milieubeheer door de gemeente;

B. bodemtaken in het kader van de uitvoering Woningwet;

C. bodemtaken die voortkomen uit het uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit;

D. bodemtaken die voortkomen uit het BOOT-particulieren;

E. bodemtaken die voortkomen uit het doen van grondtransacties door de gemeente;

Fl bodemtaken die voortvloeien uit de uitvoering van de Wsv en de bestuursovereenkomst

GSB:

a bepalen werkvoorraad bodemsanering stedelijk gebied (informatiestrategie);

b opstellen bodemmoduie van het ontwikkelingsprogramma (planning en

programmering);

e begeleiden en faciliteren van saneringen in het stedelijk gebied (uitvoedng);

F2 bevoegd gezagtaken Wbb

a bepalen werkvoorraad bodemsanering landelijk gebied (informatiestrategie);

b opstellen meeijarenprogramma Wbb landelijk gebied (planning en

programmehng);

c begeleiden en faciliteren van saneringen in het landelijk gebied (uitvoering);

d prestatie en bestedingsverantwoording met betrekking tot de uitvoering van de

bodemsanering in het landelijk gebied (monitoflng);

e opstellen beschikkingen etc. met betrekking tot de wijze van saneren van

gevallen van bodemverontreiniging in het stedelijk en landelijk gebied;

G. faciliterende taken ten behoeve van de uitvoering van de bovengemelde taken:

a opstellen van het beleidskader;

b informatiesysteem;

c bodemloket (communicatie);

De huidige taken exclusief ISV en Wbb bevoegd gezag zijn beschreven en geraamd in bijlage 1.

In het nu volgende zal in paragraaf 3.2 worden ingegaan op de werkwijze als gevolg van ISV en in

paragraaf 3.3 wordt ingegaan op de bevoegd gezagtaken.

17

3.2 Werkwijze als gevolg van ISV

3.2. 1. Inleiding

In paragraaf 2.3.3. is in figuur 2.1 een onderscheid gemaakt in 'informatiestrategie,

programmeren, uitvoeren en monitohng. In de volgende paragrafen zullen de daarmee voor de

gemeente Heimond samenhangende werkzaamheden voor het segment ISV kort worden

beschreven.

3.2.2. lnformatiestrategie

Een van de afspraken met het rijk (beleidskader ISV/overeenkomst Grote Stedenbeleid) bestaat

uit het opstellen van een gemeentedekkend beeld van de bodemkwaliteit in het stedelijk gebied.

Voor het verkrijgen van een gemeentedekkend beeld staat de gemeente tal van informatiebronnen

beschikbaar. Hierbij gaat het niet alleen om bodeminformatie die wordt verkregen bij de uitvoering

van de Wbb, maar ook om bodeminformatie die beschikbaar komt bij de uitvoering van bevoegd

gezag taken ingevolge de Wet milieubeheer, Woningwet, Wet Ruimtelijke Ordening etc. Ook bij bij

grondtransacties door de gemeente en uitvoedngstaken zoals civiel- en cultuurtechnische werken

komt bodeminformatie beschikbaar. Voor het verkrijgen van een gemeentedekkend beeld van de

bodemkwaliteit is het van belang om bodeminformatie centraal bij en door de MDRE vestiging

Heimond te laten registreren. De MDRE vestiging Heimond beschikt over een

bodeminformatiesysteem (BIS) gekoppeld aan een geografisch informatiesysteem (GIS) waarin

alle beschikbare (technische) bodeminformatie wordt verzameld. Daarnaast beheert de MDRE

vestiging Heimond het semi-statisch en dynamisch bodemarchief van de gemeente Heimond.

Inmiddels is een gedeelte van het Bijzonder inventariserend onderzoek (BIO) uitgevoerd. Hetgeen

inhoudt dat alle niet actuele milieuvergunningen opgenomen zijn in een geautomatiseerd bestand.

In aanvulling op dit bestand wordt voor 2002 een inventariserend archiefonderzoek uitgevoerd van

(alle actuele milieuvergunningen) en de ophooglagen.

Voorts zal bij de programmeringstaak in kader van ISV de informatiebehoefte toenemen evenals

voor de periodieke prestatie- en bestedingsverantwoording. De financieel administratieve

informatie wordt opgeslagen in GLOBIS (zodra dit beschikbaar is) een eveneens geautomatiseerd

bodeminformatie systeem. Daarnaast vormt de totale informatiestructuur de basis voor de

monitoringssystematiek. In het kader van de intensivehng van de bodemoperatie wordt verwacht

dat het aantal in te voeren rapporten en de hoeveelheid gegevens zal toenemen. De huidige

informatie op grond van het uitgevoerde BiO laat zien dat, binnen de programmaperiode 2000-

2004, ongeveer 150 inventadserende onderzoeken moeten worden uitgevoerd. Anderzijds zal

naar verwachting het invoeren van gegevens sneller gaan door ontwikkelingen in de applicatie en

het digitaal aanieveren van gegevens.

1 8

Werkwijze en raming tijdbesteding

zoïïm om WEN aaien

Uitvoeren bijzonder 325@ 47.125 287.875 BD

inventariserend

onderzoek

Totaal 325 155 69.600 737.875

Tabel Fl: Tijdsbesteding lnformatiestrategie ISV

Het ligt in de rede dat deze kosten worden gefinancierd door Stadsontwikkeling. Deze dienst kan

worden beschouwd als verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het (bodem) beheer voor het

stedelijk gebied. Daartoe is in het kader van de Wsv een bijdrage beschikbaar gesteld. De hier

voorgestelde wijze van financieren sluit niet geheel aan bij de huidige uitvoeringspraktijk.

3.2,3 Planning en programmefing

Programmeren betekent het plannen van de uitvoedng van bodemsanering van verontreinigde

locaties, inclusief het regelen van de financiering.

Voor de statische locaties (verontreinigde locaties waar geen dynamiek is voorzien) geldt dat de

gemeente Heimond deze afzonderlijk en kenbaar in de programma's opneemt en volgens plan

saneert, dan wel veilig stelt dat deze worden gesaneerd als het gaat om saneringen door derden.

In ieder geval wordt bij iedere sanering vooraf een juridische toets uitgevoerd om vast te stellen of

en in hoeverre een eigenaar enlof veroorzaken kan worden aangesproken. Het tijdstip waarop de

sanering volgens de urgentiesystematiek dient te worden uitgevoerd is voor de planning van de

statische locaties maatgevend, behalve wanneer binnen afzienbare tijd de locatie "dynamisch"

kan worden gemaakt.

In deze paragraaf wordt het programmeringsproces geschetst voor wat betreft de dynamische

locaties in het stedelijk gebied.

Het nieuwe financieringssysteem voor de bodemsanehng in het stedelijk gebied houdt op

hoofdlijnen het volgende in.

- De gemeente ontvangt een vijfjaarsbudget voor het stedelijk gebied.

- De bijdrage is gekoppeld aan een inspanningsverplichting voor de gemeente om circa 75%

van de saneringskosten door te berekenen aan derden (muitiplier).

19

De eigen bijdrage van de gemeente (7,5% + f 100.000 per geval) is vervallen. De eigen

bijdrage van de gemeente is voortaan afhankelijk van de mate waarin kosteneffectief wordt

gesaneerd en de mate waarin het de gemeente lukt om geld van derden te genereren.

De gemeente legt aan het ministerie van VROM primair verantwoordelijkheid af over de

bereikte resultaten (prestatieverantwoording) en niet meer over de wijze waarop die resultaten

zijn bereikt (bestedingsverantwoordelijkheid op basis van single-audit).

Op basis van de bodemmoduie van het MOP heeft het rijk ISV-budget beschikbaar gesteld.

De Wsv maakt een flexibele wijze van programmeren mogelijk voor het uitvoeren van onderzoek

en saneringen in het stedelijk gebied. Om de geboden mate van flexibilisedng als gemeente

maximaal te kunnen benutten, is het van belang om ontwikkelingen in het stedelijk gebied

integraal te programmeren en de bestaande financiehngsstromen binnen de gemeente voor het

stedelijk gebied te 'ontschotten'. Evenals voor de informatiestrategie lijkt de dienst

Stadsontwikkeling de meest aangewezen dienst voor het uitvoeren van de programmering mede

op basis van de verkregen informatie op grond van het gemeentedekkend beeld. De in het kader

van de Wsv verkregen financiële middelen, kunnen voor de bekostiging van de uitvoering mede

worden benut. De tijdsbesteding van de Milieudienst voor de ondersteuning van de

programmering kan als volgt worden geraamd.

t'k

IW'

Opstellen meerjaren- 105 19.500 S.O.

programma ISV

teug",

Periodiek bijstellen 105 19.425 S.O.

jaarprogramma ISV

Totaal 105 193 57.125

Tabel F.- Tijdsbesteding programmering

3.2.4 Uitvoering onderzoek en sanering

In het stedelijk gebied maakt bodemsanedng vrijwel altijd onderdeel uit (met uitzondering van

statische gevallen) van een groter geheel (nieuwbouw, revitalisering). Hierdoor verandert ook de

betrokkenheid van de overheid bij de uitvoering van de bodemsanering. Meestal is het voortaan

niet de "milieuoverheid" die de kar trekt maar een ander organisatieonderdeel binnen de

gemeente of een derde, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar. De mate van betrokkenheid is

afhankelijk van het volgende onderscheid:

20

1 - De aanwezige bodemverontreiniging wordt binnen het grotere geheel marktconfon-n

gefinancierd en uitgevoerd, waarbij de milieuoverheid uitsluitend betrokken is op grond van de

bevoegd gezagtaak.

2. De bodemverontreiniging wordt gedeeltelijk binnen het project gefinancierd (ISV-bijdrage).

Hierbij is het onderscheid van belang in locabes waarvan de gemeente eigenaar is en locaties

waarvan derden eigenaar zijn.

3. Vanwege het ontbreken van een groter geheel (statische locatie) komen de kosten geheel ten

laste van de overheid.

Ad. l.:

Wanneer een derde de initiatiefnemer is, is de overheid hierbij uitsluitend betrokken in het kader

van vergunningvedening en dergelijke. Wanneer de gemeente de initiatiefnemer is, is de

Milieudienst evenals in het verleden, hierbij betrokken op grond van de aldaar aanwezige

deskundigheid.

Ad.2.:

Vanwege de medefinanciedng uit ISV-middelen is de betrokkenheid van de Dienst

Stadsontwikkeling en de Milieudienst intensiever (kostenverhaal). Het realiseren van een zo groot

mogelijke externe financiële participatie (muitiplier) vormt hier hèt centrale item.

Ad.3.:

De sanering van statische gevallen komen als gevolg van ISV, qua werk en kosten, volledig voor

rekening van de gemeente. In feite vormt dit het deel van de activiteiten dat nu ook door de

overheid, voornamelijk de provincie, wordt uitgevoerd. Deze sanehngen worden binnen de nieuwe

systematiek, in tegenstelling tot het verleden, beschouwd als saneringen in eigen beheer.

21

De onder ad 1, 2 en 3 bedoelde werkzaamheden van de Milieudienst, kunnen qua tijdsbesteding

als worden geraamd.

maagzw~ wil

EEN 1 aan

uitvoeren verkennend 1.034 150.QQO 150.000 S.O.

ond~

S?nèd gen5 37.500 1,-l2.500 S.B.

Projectgropp 54 9.990 S.O.

-R",Wk

Totaal 1.709 264.590 300,000

Tabel F3: Tijdsbesteding uitvoering stedelijk gebied

In lijn met de voorgaande taakonderdelen, ligt het voor de hand dat deze kosten voor rekening

komen van de bestuursdienst.

3.2.5 Monitoring

De bestedingsverantwoording wordt in de ISV-systematiek geplaatst binnen het gangbare

verantwoordingssysteem van de gemeente zelf. Bij een integrale controle (single-audit op

gemeentelijk niveau) zal de controlerend accountant bij de beoordeling van de financiën niet

volstaan met een procesmatige toetsing, maar zal hij een boekenonderzoek doen naar de

rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van middelen en de beoordeling van de administra-

tie van de gemeente. Daarin wordt, vanaf de inwerkingtreding van de programmatische aanpak,

de rechtmatigheid van de besteding van bodemsaneflngsgelden verankerd, voor zover deze

gelden door de gemeente zijn besteed. Uitkomsten van deze controle zullen - in de vorm van een

financieel verslag van de gemeente - hun weg vinden naar B&W respectievelijk de

Gemeenteraad. De periodieke rapportages die in het kader van de bestedingsverantwoording

worden gezonden aan de minister van BZK, worden in afschrift gestuurd aan de minister van

VROM. Dit om te bewerkstelligen dat de minister van VROM zich van de rechtmatigheid van de

besteding van door hem ter beschikking gestelde bodemsanehngsmiddelen kan vergewissen en

zich daarover kan verantwoorden aan de Tweede Kamer.

Bezien moet worden in hoeverre de huidige wijze van verantwoording binnen de gemeente

aansluit met de wijze van verslaglegging zoals deze door het Rijk wordt verwacht.

5 Bij deze raming is er van uitgegaan dat eventuele 'pieken " in de uitvoering door de MDRE worden uitbesteed aan

derden. Afhankelijk van het uitbestedingsbeleid is de formatiebehoefte groter of kleiner.

22

De Prestatieverantwoording vindt in de geschetste programmatische aanpak plaats doordat de

gemeente Heimond jaarlijks, door middel van een output-rapportage aan de minister van VROM,

verantwoording aflegt over de vorderingen in het realiseren van het gedefinieerde

vijfjarenprogramma (inclusief statische gevallen) en de daarin opgenomen doelen tegen de

achtergrond van de totale opgave om ultimo 2022 de bodemproblematiek beheersbaar te hebben.

De output-rapportage is in beginsel gebaseerd op alle 18 (in BEVER-deelproject C2 ontwikkelde)

monitodngs-indicator-en. Monitodng en (prestatie)verantwoording zijn daarmee onlosmakelijk met

elkaar verbonden geworden.

Als gevolg van de hierboven geschetste systematiek is de individuele beoordeling van gevallen

verlaten. In plaats van de individuele beoordeling zal een meer procesmatige toetsing

plaatsvinden binnen de hiervoor geschetste opzet. Het hebben van een adequate administratieve

organisatie en een kwaliteitsborgingsysteem speelt daarbij een belangrijke rol.

Jaarlijkse rapportage 40 7.400 S.O.

Totaal 48 8.880

Tabel Fl Tijdsbesteding Monitoring ISV

3.2,6 Capaciteitsbehoefte bodemtaken flSV

"Wil§ @ luis mmm

lnformatiestrategie 325 155 69.600 737.875

lsv

M'

Uitvoering 1.709 264.590 300.000

MOLEN

Totaal ISV 430 2.105 392.195 1.037.875

Tabel Fl: Cumulatief totaal bodemtaken ISV

Uitgaande van 1.350 effectieve uren is met de uitvoering van ]SV-taken door de Milieudienst

structureel 1.6 formatieplaats gemoeid en ongeveer 0.3 formatieplaats voor incidentele taken.

Zowel de interne als externe kosten door de gemeente kunnen ten laste worden gebracht van de

ISV-bijdrage van het rijk, met in achtneming van de muitiplier. De kosten voor het bepalen van de

werkvoorraad kunnen geheel ten lasten worden gebracht van de ISV-bijdrage.

23

3.3 Werkwijze als gevolg van de nieuwe bevoegd gezagtaken Wbb

3.3.1 Inleiding

Wanneer voor de beschrijving van deze gevolgen opnieuw het schema 2.1 in paragraaf 2.3.3 in

beschouwing wordt genomen, dan blijkt dat de nieuwe bevoegd gezagtaken zich onder de

stippellijn bevinden. Het gaat om autonome verantwoordelijkheid voor de bodemkwaliteit, de

besluitvorming en de controle en handhaving. De nieuwe taken zijn globaal beschreven in

paragraaf 2.1. Volgens het schema 2.1 in paragraaf 2.3.3 wordt een onderscheid gemaakt in

informatiestrategie, planning en programmering, uitvoering en monitodng. De hiermee

samenvallende taken worden hieronder nader beschreven.

3.3.2 lnformatiestrategie

Evenals in het kader van ISV zal bodeminformatie een belangrijke plaats innemen. Met de

overdracht van de bevoegd gezagtaken Wbb wordt de gemeente tevens expliciet verantwoordelijk

voor het behalen van de NMP-3 doelstellingen voor het hele gemeentelijke grondgebied (dus

inclusief landelijk gebied en beddjvenregeling). De gemeente dient niet alleen in het kader van de

prestatie-chteda ingevolge het beleidskader ISV de voortgang te melden, maar zal ook de

voortgang van de bodemoperatie moeten rapporteren middels de vastgestelde

monitoringsindicatoren Wbb. (zie ook 3.3.5 monitoring). Het automatiseringsprogramma Globis

kan hierin een belangrijke bijdrage leveren. Voorts dient voor het bepalen van de werkvoorraad in

het landelijk gebied het benodigde inventariserend onderzoek te worden gedaan. De hiermee

gepaard gaande kosten zijn opgenomen in tabel Fl in paragraaf 3.2.2.

3.3.3 Planning en programmering

Bodembeleid

Voor het programmeren ingevolge de Wbb geldt als vertrekpunt het gemeentelijk bodembeleid

met de daarin opgenomen uitgangspunten voor de prioritedng (NMP-3 doelstellingen). Zoals in

paragraaf 3.2.3 is beschreven, kan bij het programma worden aangesloten bij de ruimtelijke

dynamiek (MOP). Indien dat niet mogelijk is spreekt men van statische locaties. Hiervoor gelden

voor het programmeren uitsluitend de milieuhygiënische urgentiecriteria. De bevoegd gezag status

van de gemeente leidt tot extra werkzaamheden als gevolg van de verplichting tot het opstellen

van een meeijarenprogramma Wbb voor het niet stedelijk gebied ven de gemeente en het

beleidsprogramma ingevolge art. 4.14 Wm. Wat dit laatste betreft moet worden vastgesteld dat de

gemeente nog niet beschikt over een actueel bodembeleidsplan waarin alle nieuwe

ontwikkelingen en gevolgen van BEVER en ISV zijn geïntegreerd. Er dienen nog tal van

activiteiten te worden opgestapt en uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de bevoegd gezagrol moet

rekening worden gehouden met intensivering van de communicatie met burgers en bedrijven. De

hiermee gemoeid zijnde tijdsbesteding is geraamd in bijlage 1 onder G.

24

Meeijarenprogramma Wbb

De aanpak voor wat betreft verontreinigde locaties in het landelijk gebied (segment landelijk

gebied) van de gemeente Heimond wijkt in essentie niet af van de geschetste aanpak in het

stedelijk gebied, met dien verstande dat in het landelijk gebied over het algemeen minder

respectievelijk andere vormen van dynamiek aanwezig zijn.

Vanaf 1-1-2002 is de gemeente Heimond verantwoordelijk voor de programmering (inclusief

financiering) van de verontreinigde locaties in het landelijk gebied van de gemeente. Voor de

periode 2002-2004 zal de gemeente Heimond zelf een meeijarenprogramma Wbb dienen op te

stellen. De gemeente Heimond zal dit doen door aan het MOP een bodemmoduie toe te voegen

voor wat betreft het onderdeel 'niet stedelijk gebied'. Het MOP beperkt zich immers niet tot het

stedelijk gebied maar heeft in principe betrekking op het gehele gemeentelijk grondgebied.

De mogelijkheid voor het opstellen van een meedarenprogramma Wbb voor het landelijk gebied is

verankerd in artikel 76 eerste lid van de Wbb. Het meerjarenprogramma Wbb is, in navolging van

het MOP voor het stedelijk gebied, een voorwaarde voor een financiële bijdrage voor een periode

van vijf jaar.

Ondememingsgerichte / branche gerichte benadering bij de programmering van de bodemtaken

bij in gebruik zijnde bedrijfsterreinen.

Voor de medefinanciering van in gebruik zijnde en blijvende bed@jfsterreinen is een aparte

bedrijvenregeling door het rijk in voorbereiding (segment bedrijven). Bij de programmering is het

van belang rekening te houden met het feit dat de regeling eindigt in 2023. Het is in dit verband

van belang dat vóór die datum alle ernstig urgent verontreinigde bedrijfsterreinen zijn gesaneerd

en 1 of beheerd. Bij de programmering dient rekening te worden gehouden met de

milieuhygiënische urgentie en kan rekening worden gehouden met natuurlijke momenten in de

bedrijfsvoering waarop nieuwe investeringen worden gedaan, verbouwing of nieuwbouw wordt

gepleegd en / of in het kader van de Wm-vergunningvedening revisies plaatsvinden. Vanuit de

gemeentelijke optiek bestaan voor de programmering, ambities en uitgangspunten

aangrijpingspunten in het vergunningenbeleid en het ruimtelijke beleid. Samenwerking bij de

programmering met de regionale BSB-stichtingen ligt voor de hand. Tot 2002 blijft de provincie

verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de ondememingsgerichte /branche

gerichte aanpak. Naar verwachting zal tot 1-1-2003 intedmbeleid van toepassing zijn met nog een

beperkte gemeentelijke rol. Dit zal ná 2003 anders worden. Voor het onderdeel plannen en

programmeren zijn hieronder de benodigde uren en kosten geraamd.

25

walm

Opä@ellen meeijaren 78 14.50U

p~ää@Wbb

Afstéin 10 1850

ming S.O.

provincie

Totaal 78 115 35.775

Tabel F2: Planning en programmering Wbb-taken

Met uitzondering van de Bedrijvenregeling ligt opdrachtverlening en financiering door

Stadsontwikkeling het meest voor de hand.

3.3.4 Uitvoering

Wanneer het gaat om de uitvoering van de Wbb-bevoegd gezagtaken kunnen de volgende taken

worden onderscheiden:

1. Afhandelen meldingen, afgeven van beschikkingen, toepassen van het juridisch

instrumentarium en controle en handhaving.

2. Uitvoeren van de bodemtaken bij bedrijven en branches.

3. Uitvoeringen van saneringen in het landelijk gebied.

Ad l.:

Het gaat in dit verband om een voor de gemeente geheel nieuwe taak (per 1-1-2002) waarbij

onder meer de volgende activiteiten aan de orde zijn:

- Beschikking niet ernstig

- Beschikking ernst en urgentie

- Beoordeling saneringsonderzoek

- Beschikking sanedngsplan

- Beschikking ernsuurgentielsanedngsplan

Melding niet in behandeling

- Onthouding goedkeuring

- Vaststelling sanehngsverslag

- Beoordeling nazorg

- Beoordeling grondwatersanering

26

Behandeling zienswijzen

Behandeling bezwaarschriften

Controle uitvoering

Handhaving

Doormeidingen gem ex art 41 Wbb (niet ernstig)

Doormeidingen gem ex art 41 Wbb (potentieel ernstig)

Doormeidingen door derden (niet emsbg)

Uitvoedng calamiteitenregeling buiten Wm-indchbngen

In bijlage 2 is een raming opgenomen voor de hoeveelheid te verwachten producten en de

daarmee gepaard gaande tijdsbesteding.

Ad 2: Uitvoering van de bodemtaken bis bedd'ven en branches (BSB-11)

Bij de uitvoeflng van de bodemtaken binnen dit segment dient naast programmering rekening te

worden gehouden met de volgende werkzaamheden:

A Introductie en stimuledngvan het nieuwe beleid aan het beddjfsleven.

B Uitvoeren van de bevoegd gezag taak ingevolge de Wbb inclusief de beoogde

intensivehng van de controle en handhaving van de uitvoedng.

Ad A:

De bedrijvenregeling (medefinanciering en saneringsplicht) is gedcht op het stimuleren van

ondernemers om te investeren in bodemsanering. Van groot belang is dat deze regeling op een

adequate wijze bekend gemaakt wordt en wordt vertaald naar de situatie van de individuele

ondernemer.

Om de bodemsaneringsoperatie een impuls te geven is een uitgebalanceerde instrumentenmix

noodzakelijk, bestaande uit de spreekwoordelijke elementen "zweep, wortel en preek". In de

"zweep" en de "wortel" is voorzien; zij maken deel uit van de reeds beschreven beddjvenregeling

in de vorm van een saneringsplicht respectievelijk medefinanciering door de overheid. De

uitvoering komt in handen van het bevoegd gezag Wbb, in casu de gemeente Heimond, en een

centraal loket (kassiersfunctie). Voor de korte termijn, tot 2002 blijft de huidige bevoegd gezag rol

ongewijzigd van kracht.

Ad B:

Ingevolge de bedhjvenregeling kunnen vier clusters van activiteiten worden onderscheiden, te

weten:

1 beoordeling van het onderzoek en de sanehngsaanpak en de dien ten gevolge te nemen

besluiten (huidige situatie);

2 beoordeling of het betreffende bedrijf voor financiering ingevolge de bedrijvenregeling in

aanmerking komt (nieuw);

3 beoordeling welk deel van de saneringskosten subsidiabel zijn (nieuw);

4 controle en handhaving van de uitvoering (huidige situatie),

27

De eerste cluster van activiteiten komt overeen met de huidige taken die de provincies venichten

in het kader van sanedng in eigen beheer. De activiteiten die vallen onder cluster 2 zijn vooral

juddisch van aard, terwijl de activiteiten zoals bedoeld onder 3 meer technisch en financieel van

karakter zijn. Cluster 4 gaat over controle en handhaving van de uitvoering en de beoogde

intensivedngen komt overeen met de huidige werkwijze.

Ad 3: Uitvoednq van sanedngen in het landeli'k gebied

Alleen gemeenten met de bevoegd gezag status ingevolge de Wbb, zoals de gemeente Heimond,

zijn verantwoordelijk voor de uitvoeflng van sanedngen in het landelijk gebied. De aanpak is sterk

vergelijkbaar met de aanpak van sanedngen in het stedelijk gebied, vanwege de als gevolg van

BEVER gekozen werkwijze met betrekking tot de opzet en uitvoehng van het

meeijarenprogramma Wbb. De daadwerkelijke omvang van dat taakonderdeel zal blijken nadat

per 1-1-2002 een meerjarenprogramma Wbb door de gemeente is opgesteld (zie paragraaf 3.3.3

Programmedng). Voor het onderdeel uitvoering wordt de volgende tijdbesteding geraamd.

Opstellen 2,065 333.473 Rijksbijdrage

beschikkingen, controle

en handhaving

Toepassen juridisch 160 29.600

instrumentarium

Totaal 793 2.651 544.523 172.500

Tabel F2: Uitvoering Wbb-taken

28

3.3.5 Monitoring, controle en handhaving

Monijg@M

In de voorgaande paragrafen is op de achtergronden van monitodng ingegaan. In operationele zin

betekent dit voor de gemeente Heimond dat de bestedingslverantwoording plaatsvindt in het kader

van het beheer van het bodemsanedngsfonds ]SV. De jaarlijkse prestatieverantwoording vindt

integraal plaats met de prestatieverantwoording in ISV-kader. Daarnaast dient in het kader van de

NMP-3 doelstellingen een integrale monitodng plaats te vinden van de bodemsaneflng binnen

gemeenten. Dit betreft de voortgang van de bodemsane@ng in het stedelijk gebied, het landelijk

gebied en de uitvoedng van de beddjvenregeling.

Controle en handhaving

Als gevolg van het in hoofdstuk 2 geschetste nieuwe bodemsaneflngsbeleid ontstaat een meer

pludforme bodemsanedngsoperatie in Nederland met meer accent op saneflngen in eigen beheer

en als gevolg daarvan een grotere afstand van de overheid bij de uitvoedng van de sanedngen. In

het kader van de beleidsvemieuwing zijn daarom afspraken gemaakt om de kwaliteitsborging,

controle en handhaving door het bevoegd gezag te verbeteren en te intensiveren. Uitvoeflng van

deze afspraken heeft gevolgen voor de bevoegde instanties en de saneerders in eigen beheer

(beddjven en overheden). Voor de gemeente Heimond betekent dit enerzijds dat extra aandacht

moet worden besteed aan het interne kwaliteitsborgingsysteem en anderzijds dat ten opzichte van

de huidige uitvoeringspraktijk van provincies extra aandacht moet worden geschonken aan de

controle op de uitvoering van de bodemsanedng door derden. Integratie van de

controleactiviteiten voor bodemsanering met de controles in het kader van andere milieuwetgeving

ligt voor de hand (integraal controleplan). De voor controle en handhaving benodigde tijd is

opgenomen in het onderdeel uitvoering bevoegd gezagtaken. Voor monitoring zijn in de volgende

paragraaf ramingen opgenomen.

Rapportage meer- 24 4.440 S.O.

jarenprogramma

Wbb

EEN'

Totaal 48 8.880

Tabel F2: Monitohng Wbb

29

3.3.6 Capaciteftsbehoefte bevoegd gezagtaken

Planning en 78 115 35.775

programmedng

omom

Monitodiig 48

Tabel F2: Bevoegd gezagtaken Wbb cumulatief

De totale formatiebehoefte voor de uitvoering van de Wbb-taken bedraagt 2.814 (2.1 fte).

Dit is inclusief de tijdbesteding voor de projectgebonden kosten voor de uitvoering van het

meerjarenplan (M.J.P.). Deze kosten komen te laste van het M.J.P., als gevolg waarvan de

volgende kosten ten laste komen van de door het rijk beschikbaar gestelde apparaatskosten-

vergoeding bevoegd gezag ad. fl. 450.000,-

Planning en 78 115 35.775

programmering

Monitodng 48 8.880,-

Deze raming blijft binnen het door VROM beschikbare budget. Overigens dient hierbij te worden

aangetekend dat de nieuwe taken kunnen leiden tot intensivedng van bepaalde bestaande taken

zoals bedoeld onder G (facturerende taken). Er van uitgaande dat de externe werkzaamheden

beperkt zullen blijven, resteert een extra budget van fl. 12.672 voor versterking van het bestaande

ankerpunt bevoegd gezag bij de Bestuursdienst. De extra werkzaamheden zullen naar

verwachting beperkt blijven tot jaarlijks ongeveer 20 relevante bestuurlijke besluiten in het kader

van de bevoegd gezagrol.

3.4 Conclusie totale formatiebehoefte voor de uitvoering van bestaande en nieuwe taken

De formatiebehoefte voor de bestaande taken treft u aan in bijlage 1. De'formatiebehoefte van de

ISV en Wbb treft u aan in de voorgaande paragrafen.

Volgens het samenvattende overzicht bedraagt de totale formatiebehoefte voor de uitvoering van

de bodemtaken structureel 6,5 fte. Incidenteel over de periode tot 2005 bedraagt de

formatiebehoefte 1,1 fte. De formatiebehoefte gerangschikt naar hoofdzaken levert het volgende

beeld op.

30

@slim wammiiiimm min

A --Wet Milieubeheer 2-1i60@

1 Arff11211rA u mi #s @m 5 5 u 9 w E 90 E E op,

C: BouWt"nbeleid 1.248 19)

181.,0,00 75.000

E@. Gróndtransacfies 923 (O"7 13025 97.500

F2- @Bodemtaken Wbb 871 2.651(2) 544.523 172.500

Totaal l@446 8,714(695) 1.558.443 1.382.375

(1,1 fte over 3

jaar is 0,4 per

jaar)

Totaaloverzicht takenpakket 2002

De thans bij de Milieudienst beschikbare formatie voor de uitvoering van de bodemtaken bedraagt

4.2 fte. Als gevolg van de nieuwe bodemtaken, dient de formatie met ± 2,3 fte te worden

uitgebreid. Voor het uitvoeren van incidentele werkzaamheden is 0,4 fte per jaar nodig. Met

betrekking tot de raming van de totale formatiebehoefte is uitgegaan van de huidige wijze van

opdrachtvedening aan de Milieudienst. Indien besloten wordt (door de gemeente of de

Milieudienst zel@ om meer werkzaamheden dan voorheen uit te laten voeren door derden, heeft

dit uiteraard gevolgen voor de formatiebehoefte, in het bijzonder voor de formatiebehoefte voor

het onderdeel bodemtaken ISV,

31

4. Uitgangspunten vormgeving nieuwe werkwijze en organisatie

4.1 Overwegingen met betrekking tot het te voeren beleid

Op grond van de beschrijving in voorgaande hoofdstukken, kan samenvattend het volgende

worden geconcludeerd ten aanzien van het te voer-en beleid.

Algemeen

1 . De invulling van de bodemsanedngstaken van de gemeente Heimond is onder invloed van de

beleidsvemieuwing bodemsanedng (BEVER) en het ISV aan grote veranderingen onderhevig.

Integratie van bodemsanehng en lokale en regionale ontwikkelings- en

investehngsprogramma's staat bij de beleidsvemieuwing centraal binnen de segmenten

stedelijk gebied, landelijk gebied en beddjven/branches.

2. In aansluiting hierop is de gemeente met ingang van 1-1-2000 uitgerust met meer

bevoegdheden over de besteding van de financiële middelen ingevolge de Wet stedelijke

vernieuwing. Vanaf 1-1-2002 volgen meer bevoegdheden over het bodembeleid, zoals het

bepalen van het tijdstip waarop de saneringen worden uitgevoerd. De gemeente Heimond

wordt per genoemde datum namelijk bevoegd gezag Wbb.

Invoering Wsv

3. De invoering van de Wsv leidt voor de gemeente tot integratie van bodemsanering en

stedelijke ontwikkeling in organisatorisch en financieel opzicht. Saneringskosten in het

stedelijk gebied worden voortaan niet meer gefinancierd met provinciale middelen maar met

autonome middelen en met door de gemeente Heimond in het kader van de Wsv verkregen

financiële middelen (meeijarenontwikklingsprogramma). De gemeente is verantwoordelijk

voor het nakomen van het GSB-convenant, waarvan de bodemsanering in het stedelijk

gebied een integraal onderdeel is.

4. Vanwege de integrale benadering van de bodemsanering in het stedelijk gebied zijn

meerdere gemeentelijke organisatieonderdelen bij de uitvoedng van de bodemsanedng

betrokken (Bestuursdienst, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer). De bodemproblematiek dient

in eerste instantie bij deze organisatieonderdelen een integraal onderdeel te vormen voor de

dagelijkse uitvoeringspraktijk (planning, programmedng en financiering van de uitvoering).

5. Hierdoor is de Milieudienst minder dan in het verleden in staat om de programmering en

uitvoedng van de bodemsaneflng zelfstandig uit te voeren. Een gecoördineerde aansturing en

financiering van de Milieudienst door gemeente is als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen

meer dan in het verleden en vereiste.

Bevoegd gezag taken Wbb

Als gevolg van de overdracht van de provinciale bevoegdheden ingevolge de Wbb wordt de

gemeente tevens verantwoordelijk voor:

de sanering en financiering van gevallen van bodemverontreiniging in het landelijk

gebied van de gemeente.

32

het bepalen van het tijdstip en de wijze waarop de saneringen door de gemeente,

respectievelijk door derden worden uitgevoerd.

het behalen van de NMP-3 doelstelling met betrekking tot bodemsanedng

(vaststellen van de werkvoorraad vóór 1-1-2004 en uitvoeren van de werkvoorraad

vóór 1-1-2023).

6. De aanpak voor de sanering van het landelijk gebied van de gemeente Heimond is gelijk aan

de aanpak van het stedelijk gebied met dien verstande dat de financiering van de

bodemsanedng niet plaatsvindt ingevolge de Wsv maar ingevolge de Wbb. Dit betekent dat

ook voor de sanering van het landelijk gebied nauwe samenwerking vereist is tussen de

betrokken gemeentelijke organisatieonderdelen en de Milieudienst.

7. De gemeente Heimond beschikt in de huidige situatie reeds over tal van taken en

bevoegdheden met betrekking tot het bodembeheer in de gemeente. Het is om inhoudelijke

en organisatorische redenen gewenst dat de bestaande en nieuwe taken zoveel mogelijk

geïntegreerd worden uitgevoerd.

8. Bij de organisatorische vormgeving en integratie van bestaande en nieuwe taken verdient het

aanbeveling vanuit het oogpunt van bestuurlijke zuiverheid (pettenprobleem) een scheiding

aan te brengen in enerzijds de ondersteunende rol bij de stedelijke vernieuwing en de

revitalisedng van het landelijk gebied en anderzijds in de bevoegd gezag rol van de

gemeente. Het aanbrengen van deze scheiding is gewenst voor de organisatorische vertaling

van de nieuwe taken bij zowel de gemeente als bij de Milieudienst.

9. De scheiding kan in organisatorisch opzicht op verschillende manieren worden vormgegeven.

Deze scheiding moet in ieder geval overeenkomstig de daarover op landelijk niveau

gemaakte afspraken worden vormgegeven, zonder daarbij de noodzaak van een

samenhangend bodembeleid uit het oog te verliezen. Op landelijk niveau is in dit verband een

wettelijke regeling in voorbereiding. Doel van de wettelijke regeling is het vergroten van de

betrouwbaarheid van de taakuitvoedng door intermediairs in het bodembeheer. Een

milieudienst wordt in het kader van deze regeling als een intermediair beschouwd. De

Kwaliboregeling heeft ook gevolgen voor de werkwijze bevoegde gezagen. De regeling

steunt op de volgende peilers:

¿ Het stellen van kwaliteitseisen aan de werkzaamheden van intermediairs voor alle

relevante activiteiten in het bodembeheer via procescertificatie.

¿ Het stellen van eisen aan personen die actief zijn op die plaatsen waar de gevoeligheid

voor fouten het grootst is (milieukundige begeleiders van saneringen, monsternemer-s

van partijkeuringen, veldwerkers bij bodemonderzoek etc.) Voor milieukundige

begeleiders en monstememers bij partijkeuhngen wordt bovendien persoonscertificatie

ingevoerd.

¿ Gekozen wordt voor het verder doorvoeren van functiescheiding in de organisatie waar

de gevoeligheid voor bewuste en onbewuste fouten het grootst is. Concreet betekent dit

dat een opdrachtgever met een financieel belang in het milieuhygiënisch resultaat geen

eigen personeel mag inzetten voor die werkzaamheden.

Het stellen van eisen aan producten.

Het invoeren van een erkenningsregeling gebaseerd op certificatie en een

integriteitbeooordeling.

33

Er zal publiek toezicht plaatsvinden op het bevoegd gezag bij de uitvoering van de

regeling.

Mede naar aanleiding van deze in voorbereiding zijnde wettelijke regeling kunnen de nieuwe

taken het beste als volgt binnen de gemeenten en de Milieudienst worden ondergebracht.

10. Het pakket van werkzaamheden in de ondersteunende sfeer ten aanzien van bodemsanedng

in het stedelijk en landelijk gebied heeft een sterk integraal en procesmatig karakter

(gebiedsgedchte benadering, projectontwikkeling). Het verdient aanbeveling vanuit de optiek

van bestuurlijke zuiverheid en kwaliteiten van medewerkers om taken die hiermee verwant

zijn zowel binnen de gemeentelijke organisatie als bij de Milieudienst zoveel mogelijk te

clusteren en als clusters te onderscheiden. Op deze wijze kan tevens de voor deze taak

noodzakelijke specifieke deskundigheid (accent op proces- en projectmatig werken) beter

worden georganiseerd, evenals de functionele contacten met andere afdelingen en diensten

die op het terrein van stedelijke ontwikkeling actief zijn.

11. Het pakket van werkzaamheden aangaande de bevoegd gezagrol heeft, naast beleidsmatige

en beheersmatige aspecten, vooral een procedureel, juridisch, administratief karakter

(beschikkingen, toezicht, handhaving). Evenals dit voor de ondersteunende taken in het

stedelijk gebied het geval is, verdient het ook voor deze taken de voorkeur om verwante taken

vanuit de optiek van de bestuurlijke zuiverheid en de vereiste kwaliteiten van medewerkers

zoveel mogelijk onafhankelijk van de ondersteunende taken te bundelen.

12. Voor de uitvoering van de beddjvenregeling bodemsanedng en het opstellen van de

bodemparagraaf bij milieuvergunningen aan bedrijven ligt bundeling met vergunningverlening

voor de hand.

13. Op grond van het voorgaande kunnen in principe drie clusters van taken worden

onderscheiden te weten:

cluster ondersteuning ISV en landelijk gebied;

cluster bevoegd gezag;

cluster toezicht, handhaving en kwaliteit.

4.2 Overwegingen met betrekking tot de vereiste vaardigheden

De nieuwe taken van de gemeente Heimond vloeien, zoals blijkt uit het voorgaande, voort uit de

invoering van de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) en het worden van bevoegd gezag in het kader

van de Wet bodembescherming (Wbb). In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de vereiste

vaardigheden die samenhangen met de invoering van de Wsv; de vaardigheden voor het

uitoefenen van de bevoegd gezag rol in het kader van de Wbb volgen daarna.

4.2. 1 Vaardigheden in verband met de Wsv

1. Vanwege de wijze van financieren van de bodemsanering dient een meer marktgeoriënteerde

uitvoeringsstrategie te worden gehanteerd.

34

2. Gezien het toenemende belang van open processen bij de uitvoering van de bodemsaneflng

in het stedelijk gebied (BOSOM-aanpak) is het van belang dat de betrokken medewerkers,

naast de kennis over de bodem, beschikken:

- over gedegen sociale vaardigheden om partijen bij elkaar te brengen, bij elkaar te houden

en om met diverse partijen een bestendige relatie op te bouwen;

- over vaardigheden om belangen en prioriteiten van partijen te kunnen vaststellen;

- ervaring hebben met onderhandelingen;

- over vaardigheden om strategisch te kunnen denken;

- projectmatig kunnen werken.

3. Gezien de toenemende integratie van bodemsanedng met andere beleidsterreinen, dient

oriëntatie plaats te vinden op onder meer ruimtelijke ordening, economie, andere

milieuproblemen en financiële aangelegenheden zoals grondexploitaties.

4.2.2 Vaardigheden in verband met de bevoegd gezag rol Wbb

1 . De bevoegd gezag rol stelt hoge eisen aan de volgende beheersaspecten: programmeren en

plannen, voortgangsbewaking en financiële administratie.

2. De werkzaamheden in het kader van de bevoegd gezag rol Wbb zijn, naast beleidsmatig

gedreven (beleidsontwikkeling en -afstemming, monitoflng), sterk casuistisch, procedureel en

juridisch-administratief van karakter.

3. Vanwege de toenemende integratie van bodemsanering met de uitvoering van de reguliere

milieuregelgeving dien(t)(en) de betrokken gemeentelijke afdeling(en), naast medewerkers

met technische en juridische kennis op het terrein van de bodemsanering, te beschikken over

medewerkers met kennis van:

- de reguliere milieuwetgeving;

- vergunningverlening;

- milieuzorg bij bedrijven;

- controle en handhaving.

4.3 Benodigde instrumenten

In het kader van de beleidsvernieuwing bodemsanering (eindrapport Uitvoeringsprogramma

BEVER) is op het gebied van de benodigde instrumenten van bevoegde gezagen Wbb het

volgende vastgesteld.

1 . Een herkenbaar beleid op basis van een door de Gemeenteraad vastgesteld beleidsplan,

waarin de gemeente de kwaliteitseisen definieert die zij aan beleid en uitvoering van taken

stelt.

35

2. Een beschrijving van de administratieve organisatie (AO), waarin de werkprocessen zijn

vastgelegd, inclusief een expliciete constructie voor het regelen van functie- en taakscheiding.

3. Een bodeminformafiesysteem (ter facilitedng van onder andere de noodzakelijke monitoflng

en verantwoording en het opbouwen van een totaalbeeld van de verontreiniging).

4. Een registratie-lvoorgangsbewakingssysteem en financiële administratie. Dit betekent voor de

Milieudienst een systeem dat aansluit op de door de betreffende gemeentelijke diensten

gebruikt systeem en omgekeerd.

36

5. Voorstel voor de organisatorische vormgeving van de taken

5.1 De organisatorische vormgeving

In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste uitgangspunten beschreven voor de organisatorische

inbedding van de nieuwe gemeentelijke bodemtaken binnen de gemeentelijke organisatie en is in

algemene zin ingegaan op de organisatorische consequenties voor de gemeente. Een

samenvatting van deze uitgangspunten luidt als volgt:

¿ Bij de inbedding van de nieuwe taken in de bestaande organisatie dient, daar waar nodig,

rekening te worden gehouden met een scheiding van verantwoordelijkheden (gemeente als

bevoegd gezag en de gemeente als ondernemer).

¿ Om zo goed mogelijk gebruik te kunnen maken van de thans bij de gemeente aanwezige

deskundigheid op het brede terrein van bodemsanedng en om de communicatielijnen zo kort

mogelijk te houden voor de noodzakelijke afstemming, dienen de nieuwe taken bij voorkeur

zoveel mogelijk met de bestaande bodemtaken te worden g6integreerd.

¿ Bij een scheiding van taken waarbij enerzijds het accent ligt op ondersteuning en anderzijds

het accent ligt op de bevoegd gezagrol van de gemeente, dient naast de inhoudelijke

samenhang de functionele contacten met andere diensten en afdelingen de leidraad te zijn.

¿ Voor een adequate aansturing van en afstemming met de Milieudienst, dienen de

Bestuursdienst en de dienst Stadsontwikkeling te beschikken over relevante know-how op het

terrein van bodembeheer.

Stedelijk- en landelijk gebied

In de huidige situatie voert de Milieudienst de werkzaamheden (beleid, onderzoek, sanedngen) uit

in opdracht van de Bestuursdienst, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer. Uit beschikbare informatie

kan niet altijd worden afgeleid welk organisatie onderdeel voor welke specifieke taken als

opdrachtgever fungeert. Ook is niet duidelijk in welke mate de nieuwe wijze van financiering van

de stedelijke ontwikkeling door het Rijk leidt tot wijzigingen in de wijze van opdrachtverlening en

financiering van de Milieudienst. Denkbaar is dat de Bestuursdienst het GSB-budget op basis van

jaarplannen van Stadsontwikkeling en Stadsbeheer beschikbaar stelt en dat uit deze budgetten

alle bodemsaneringsactiviteiten van de Milieudienst met betrekking tot het stedelijk gebied worden

gefinancierd in opdracht van beide diensten. Hetzelfde geldt in principe voor de uitvoering van het

Meerjarenprogramma Wbb. De Bestuursdienst zou zich vervolgens kunnen beperken tot

opdrachtverlening en financiering van de Milieudienst in relatie tot de bevoegd gezagtaken. In het

verlengde hiervan ontstaat het volgende beeld.

37

Bestuursdienst Stadsontwikkeling

Stadsbeheer

opdracht opdracht

ir

Opdrachtgever en financiering van: Opdrachtgever en financiering in het stedelijk

¿ bevoegd gezagtaken Wbb en landelijk gebied van:

¿ Toezicht en handhaving

¿ Inzet juridisch instrumentarium * Raming werkvoorraad en invoeren van data

¿ Toepassing subsidieregelingen voor derden 9 Programmering uitvoering

¿ Uitvoeren bedrijvenregeling * Uitvoering onderzoek en saneringen

¿ Verantwoording NMP3-doeistelling * Besteding prestatieverantwoording

¿ Beleidsontwikkeling bodembeheer * Partijkeuringen bouwstoffenbesluit

¿ Uitvoering Bouwstoffenbesluit (bevoegd

gezagdeel)

¿ Bodemkwaliteitskaarten

¿ BOOT

¿ Automatisering Bodeminfo

¿ Bodeminbreng bij toezicht

bouwvergunningen en

bestemmingsplannen

¿ Bodeminbreng grondtransacties

gemeentenlderden

itvoering

Milieudienst

De organisatie van de Milieudienst kan het beste als "contra-mal" van de gemeentelijke

organisatie worden ingericht. Dit kan het beste worden gerealiseerd door het instellen van een

eenheid bevoegd gezag en een eenheid stedelijk- landelijk gebied. Eventueel kan een aparte

eenheid worden belast met toezicht en handhaving. Dit kan schematisch als volgt worden

weergegeven.

Milieudienst

Bodem Algemeen Geluid Handhaving en

beleid vergunningverlening

inclusief toezicht

handhaving

bodemsanering

Cluster uster

bevoegd facilitering

gezag stedelijk en

landelijk

gebied

38

Met dit voorstel kan het bodembeleid op een samenhangende wijze worden uitgevoerd met in

achtneming van de gewenste scheiding van verantwoordelijkheden. Op gemeentelijk niveau kan

de scheiding in verantwoordelijkheden worden gerealiseerd door de hierboven voor-gestelde

scheiding in taken en verantwoordelijkheden tussen de Bestuursdienst enerzijds en de diensten

Stadsontwikkeling en Stadsbeheer anderzijds. De scheiding in verantwoordelijkheden kan binnen

de Milieudienst worden gerealiseerd naar analogie van de gewenste functiescheiding tussen de

Bestuursdienst en de beide andere diensten.

De Bestuursdienst is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de (bestuurlijke) besluitvorming

in relatie tot de bevoegd gezagrol van de gemeente. Voor de afbakening van de

verantwoordelijkheden dient een nieuwe administratieve organisatie te worden opgesteld en dient

een nieuwe mandatehngsregeling voor de Milieudienst te worden vastgesteld. Voorts dient te

worden voorzien in een gestructureerd overleg tussen de Bestuursdienst en de Milieudienst over

uitvoering van de bevoegd gezagtaken. De bestuursdienst dient over voldoende knowhow te

beschikken voor de aanstudng en de afstemming met de Milieudienst.

De dienst Stadsontwikkeling is samen met de dienst Stadsbeheer primair verantwoordelijk voor de

ontwikkeling, revitalisedng, onderhoud en beheer van het stedelijk gebied. Daaronder valt tevens

de verantwoordelijkheid voor het saneren en behe(e)r(s)en van bodemkwaliteit, uitgaande van het

bestuurlijk vastgestelde bodemkwaliteitsniveau. De Milieudienst fungeert met betrekking tot het

bodembeheer als ware voor de diensten Stadsontwikkeling en Stadsbeheer het een adviesbureau

(met specifieke kwaliteiten). De beide diensten fungeren als saneerders in eigen beheer, hetgeen

inhoudt dat de producten van de beide diensten in relatie tot de bevoegd gezagrol van de

gemeente beschouwd worden als producten van derden. Het gevolg hiervan is dat de bestuurlijke

besluitvorming over de betekenis van de onderzoeksresuitaten en de kwaliteit van de

voorgestelde saneringsplannen plaatsvindt via de eenheid bevoegd gezag van de Milieudienst

met eindverantwoordelijkheid bij de Bestuursdienst, Voor de planning en programmering en de

dagelijkse uitvoedngspraktijk dient een gestructureerd overleg te worden ingesteld met de beide

gemeentelijke diensten en de Milieudienst. De dienst Stadsontwikkeling enlof de dienst

Stadsbeheer dient voor dit doel te beschikken over voldoende knowhow over het bodembeheer in

de gemeente.

5.2 Functies en taken van de ankerpunten

Los van de vraag waar het ankerpunt "bevoegd gezag" respectievelijk het ankerpunt "stedelijke

ontwikkeling" binnen de gemeentelijke organisatie worden aangehecht is het volgende van belang.

Het ankerpunt bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bestuurlijke

besluitvorming bij bodemsanedng en bodembeschermingaangelegenheden, waarbij de

Milieudienst verantwoordelijk blijft voor de geleverde diensten zoals in het

dienstverleningscontract met de gemeente is vastgelegd, Dit houdt onder meer het volgende in:

Verantwoordelijk voor het tijdig realiseren van de NMP-doeistellingen (landsdekkend

beeld en voor 2023 dient de bodemverontreiniging in Heimond te zijn gesaneerd

respectievelijk beheerst).

39

Verantwoordelijk voor de inhoudelijke, procedurele en procesmafige kwaliteit van de

besluitvorming bij bodemsanedrig.

Verantwoordelijk voor het juist toepassen van de Wbb met betrekking tot kostenverhaal

en ongerechtvaardigde venijking en in het verlengde hiervan de relevante Europese

regelgeving met betrekking tot staatssteun.

Toezicht en handhaving van sanedngsplannen uitgevoerd door of in opdracht van de

gemeente en derden

Verantwoordelijk voor de evaluatie en nazorg van uitgevoerde saneringen.

Verantwoordelijk voor de periodieke rapportage van de voortgang aan het rijk.

Verantwoordelijk voor de uitvoering, toezicht en handhaving van het Bouwstoffenbesluit

en BOOT, AmvB tankstations etc.

Voor het waarmaken van deze verantwoordelijkheden kunnen afspraken worden gemaakt met

bepaalde gemeentelijk organisatieonderdelen en voor de uitvoedng wordt de Milieudienst

ingeschakeld. Met de dienst Stadsontwikkeling/Stadsbeheer kan bijvoorbeeld de afspraak worden

gemaakt dat deze dienst verantwoordelijk is voor het realiseren van de NMP-doeistellingen.

Daartoe kan de betreffende dienst gebruik maken van de door de gemeenten verkregen en aan

de betreffende dienst beschikbaar gestelde ISV-middelen, Wbb-middelen ingevolge het MJP,

autonome middelen en opbrengsten uit de grondexploitatie. Het ankerpunt bevoegd gezag blijft

verantwoordelijk voor de inhoudelijke, procedurele en procesmatige kwaliteit van de uitvoering,

Het ankerpunt stededelijke ontwikkeling bij dienst Stadsontwikkeling/Stadsbeheer is in het kader

van de stedelijke ontwikkeling en -beheer verantwoordelijk voor:

- Het verkrijgen van een beeld van de werkvoorraad ultimo 1-1-2004.

- Verantwoordelijk voor de programmering, financiering en uitvoering van het MOP,

inclusief de bodemmoduie.

- Verantwoordelijk voor de programmehng, financiering en uitvoeflng van het MJP (m.b.t.

het landelijk gebied van de gemeente).

- Verantwoordelijk voor de totstandkoming van de periodieke voortgangsrapportages.

Voor de uitvoering van deze taken kan de betreffende dienst de Milieudienst inschakelen.

Inrichting van de ankerpunten

Bij de beschrijving van de ankerpunten wordt uitgegaan van de huidige situatie waarbij de

Milieudienst door de beide ankerpunten zal worden ingeschakeld voor het merendeel van de

uitvoerende taken. Ingevolge de KWALIBO-regeling mogen door het ankerpunt stedelijke

ontwikkeling geen uitvoeringstaken worden verricht waarbij de gemeente enig financieel belang

zou kunnen hebben. Voor eventuele pieken in de uitvoering worden door het ankerpunt stedelijke

ontwikkeling, afdeling Milieudienst adviesbureau's ingeschakeld.

Het ankerpunt bevoegd gezag dient op grond van het hiervoor gestelde zodanig te zijn

geëquipeerd dat:

40

vanuit de bevoegd gezag rol kan worden beoordeeld welke achviteiten ingevolge de

genoemde wettelijke taken door de gemeenten moeten worden uitgevoerd en met welke

prioriteit (leveren van een bijdrage aan de werkplanning en beoordeling daarvan).

zorggedragen kan worden voor de financiële vertaling van de werkplanning in de

gemeentelijke begroting.

op een adequate wijze voor de uitvoering van de verschillende taken opdracht kan

worden verleend aan de Milieudienst en zorggedragen kan worden voor de aanstuflng,

financiering en afrekening van de aan de Milieudienst opgedragen taken.

vanwege de eindverantwoordelijkheid voor de bevoegd gezagtaken een meer vanuit

bestuurlijk oogpunt globale integrale inhoudelijke toets kan plaatsvinden op de

eindproducten (beschikkingen, evaluaterapporten, voodgangsrapportages etc.) van de

Milieudienst.

De voortgang van de met het ankerpunt stedelijke ontwikkeling afgesproken

bodemtaakstelling voor het stedelijk gebied kan worden beoordeeld.

Een beoordeling van de formatiebehoefte van het ankerpunt kan moeilijk worden gegeven. Vast

staat wel dat de benodigde inzet als gevolg van de nieuwe bevoegd gezagtaken zal toenemen. De

mate waarin is onder meer afhankelijk van de huidige en eventueel aan te passen mandatering

regeling. Het aantal bestuurlijk relevante besluiten wordt op grond van bijlage 2 geschat op

ongeveer 20. De extra tijdbesteding voor dit ankerpunt wordt op grond hiervan geraamd op 0, 1 fte.

Omdat de bodemtaken in toenemende mate worden ingebed in de ruimtelijke en economische

ontwikkelingen binnen de gemeente dient bij het ankerpunt generalistische know how beschikbaar

te zijn op de terreinen milieu, ruimtelijke ontwikkeling en economie. Daarnaast dient voldoende

capaciteit beschikbaar te zijn voor het financieel beheer. De functies, taken en eisen aan het

ankerpunt komen sterk overeen met de huidige werkwijze van de Bestuursdienst in relatie tot de

inschakeling van de Milieudienst voor andere milieutaken.

Het ankerpunt stedelijke ontwikkeling dient op grond van het voorgaande zodanig te worden

geëquipeerd dat:

Het ankerpunt als bodembeheerder van het stedelijk gebied kan beoordelen welke

bodemactiviteiten met in achtneming van de ruimtelijke, economische en

milieuhygiënische aspecten (MOP) moeten worden uitgevoerd (integrale

programmering).

- Zorggedragen kan worden voor een financiële verankering van het werkprogramma met

de gemeentelijke begroting.

- Op een adequate wijze voor de uitvoering opdracht kan worden verleend aan de

Milieudienst respectievelijk aan derden.

- Uitgaande van de brede verantwoordelijkheid voor het stedelijk beheer (milieu, stedelijke

ontwikkeling) de geleverde producten kan beoordelen en zorg kan dragen voor een

adequate financiële afwikkeling.

- Verslag kan doen over de geleverde (bodem) prestaties in het stedelijk gebied in relatie

tot de het MOP en de NMP-doeistellingen.

41

In kwalitatief opzicht is kennis van de brede milieuproblematiek vereist in het bijzonder ten

aanzien van de bodemproblematiek. De overname van de bevoegd gezagtaken door de

gemeente Heimond heeft in pdncipe geen enkele invloed op de functies, taken, eisen en

formatiebehoefte van het ankerpunt Stedelijke Ontdikkeling. De ISV-taken zijn ni. bestaande

taken. Een beter gestructureerde werkwijze bij de gemeente kan echter wel leiden tot efficiency

voordelen bij zowel de gemeentelijke organisatie als bij de Milieudienst.

5.3 Personele en financiële consequenties

In hoofdstuk 3 zijn de huidige en de nieuwe bevoegd gezagtaken voor de Milieudienst

beschreven. Een samenvatting van deze taken treft u aan in paragraaf 3.4. Zoals hieruit blijkt

omvat het huidige takenpakket de volgende onderdelen.

B@ Ww en WRO: 212 uur

D BOOT 234 uur

F 1 Bodemtaken ISV 2105 uur

Totaal 6063

Omgerekend in formatieplaatsen is hiermee 4.5 fte gemoeid. Afhankelijk van meer of minder aan

derden uit te besteden werkzaamheden kan de benodigde inzet voor taak Fl veranderen.

Thans is bij de Milieudienst voor de uitvoeflng van de bodemtaken voor de gemeente Heimond 4.2

fte beschikbaar. Het tekort aan beschikbare menskracht wordt met tijdelijke formatie aangevuld.

Om te kunnen "voorsorteren" op de bevoegd gezagtaken per 1 januari 2002 moeten extra

werkzaamheden worden verricht. Ook in deze werkzaamheden wordt voorzien door middel van

tijdelijke formatie. De hieruit voortvloeiende kosten kunnen worden gedekt met een extra bijdrage

van het rijk ad. fl. 250.000,- Dit bedrag wordt per 1 januari 2002 structureel verhoogd tot fl.

450.000,- als apparaatskostenvergoeding voor de nieuwe bevoegd gezagtaken.

De nieuwe taken zijn als volgt geraamd.

Planning en programmedng 78 115

Monitodng 48

42

In deze raming zijn inbegrepen de personele kosten voor de uitvoering van het

Meedarenprogramma (projectgebonden kosten). Deze kosten komen ten laste van de Wbb-

bijdrage die de gemeente van het rijk ontvangt voor de sanering van het niet-stedelijk gebied.

De nieuwe taken met uitsluiting van de zogenaamde projectgeboden kosten zijn als volgt geraamd.

mogaarm biewwam §§WEREN

Planning en programmering 78 1 l@5 35.775

Monitodng 48 8.880

Op grond van deze raming is het door VROM beschikbaar gestelde budget ad. fl. 450.000,-

voldoende om de extra apparaatskosten voor de uitvoering van de bevoegd gezagtaken te kunnen

dekken. Het resterende bedrag kan worden benut voor het zonodig versterken van het ankerpunt

bevoegd gezag bij de bestuursdienst. Uitgaande van het is bijlage 2 opgenomen overzicht van de

te nemen besluiten met enige bestuurlijke importanties.

(15 beschikkingen saneringsplan, 2 bezwaarschriften, 2 handhavingsacties) zullen de extra

werkzaamheden ten opzichte van de huidige situatie beperkt blijven. Op grond van deze ramingen

dient de formatie voor de uitvoehng van de nieuwe taken, dus inclusief de uitvoering

Meerjarenprogramma bij de Milieudienst met tenminste 2 formatieplaatsen te worden uitgebreid

en bij de Bestuursdienst met ongeveer 0,1 fte. De hiermee samenhangende kosten kunnen vrijwel

volledig ten laste worden gebracht van de extra apparaatsvergoeding van het rijk ad. fl. 450.000,-

Omdat als gevolg van de invoedng van de Wsv(ISV) en de wijziging van de Wbb, tot 2005 tijdelijk

extra werkzaamheden moeten worden verricht, dient voor een periode van 3 jaar in 1 extra

formatieplaats te worden voorzien. De hiermee samenhangende kosten kunnen ten laste worden

gebracht van de ISV-bijdrage en de Wbb bijdrage van het rijk.

5.4 lnbedding van de formatie

Uitgaande van de organisatorische vormgeving zoals bedoeld in paragraaf 5.1, kunnen bij de

Milieudienst de taken en bijbehorende formatie als volgt worden gereorganiseerd.

Wet milieubeheer 0.1 fte Bouwstoffenbesluit 0.3 fte Toezicht en 0,5 fte

partijkeudngen handhaving

Bouwstoffenbesluit 0.6 fte Bodemtaken landelijk 0.2 fte

bevoegd gezagdeei gebied

Bodeminbreng 0.7 fte

grondtrans-acties

'b

43

Facilfterende@ taken 0.8 fte

Totaal fildelij'k totaal tijdelijk 1 fte

Het ankerpunt bevoegd gezag zal voor de behandeling van jaarlijks ongeveer 20 bestuurlijk

relevante besluiten met 0.1 fte moeten worden versterkt. Het ankerpunt stedelijke ontwikkeling

blijft qua formatie ongewijzigd.

44

Bijlage 1

Wijze van uitvoering huidige bodemtaken

Bijlage 1 Huidige situatie

In dit verband kunnen de volgende hoofdzaken worden onderscheiden:

A. bodemtaken in het kader van de uitvoedng Wet milieubeheer door de gemeente;

B. bodemtaken in het kader van de uitvoehng Woningwet/WRO;

C. bodemtaken die voortkomen uit het uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit;

D. bodemtaken die voortkomen uit het BOOT-padiculieren;

E. bodemtaken die voortkomen uit het doen van grondtransacties door de gemeente;

F. bodemtaken die voortvloeien uit de invoedng van de Wsv en de bestuursovereenkomst

GSB voor het stedelijk gebied:

a opstellen van de bodemmoduie van het ontwikkelingsprogramma (planning en

programmering); 1

b uitvoeren van de bodemmoduie binnen de overeengekomen prestatie-

indicatoren (waaronder de muitiplier en de juridische toets);

c monitoren van de uitvoering van de bodemmoduie in operationele zin (prestatie-

indicatoren) en organisatorische zin (bestedingsverantwoordelijkheid/financieel

beheer);

G. faciliterende taken ten behoeve van de uitvoering van de bovengemelde taken:

d opstellen van het beleidskader;

e grondbankfunctie;

f bodemloket (communicatie);

Ad A. Bodemtaken in het kader van de uitvoering Wet Milieubeheer

Uit de Wet milieubeheer vloeien diverse activiteiten voort die de gemeente Heimond tot haar

bodemtaken kan rekenen. Deze bodemtaken hebben betrekking op het verstrekken, controleren

en handhaven van vergunningen. De bodemtaken zijn onder te verdelen in respectievelijk

- het adviseren/beoordelen van nuiwaarde-onderzoeksopzetten en de uitgevoerde

nuiwaarde-onderzoeken;

- het monitoren van bedrijfsterreinen. Dit is een onderdeel van de controle en handhaving

van Wm-vergunningen;

- het uitvoeren van de incidentenregeling voor inrichtingen. Oo@ dit is een activiteit die

wordt uitgevoerd ten behoeve van controle en handhaving van de Wm-vergunningen;

- uitvoering van het gemeentelijke deel van het werkprogramma AMVB tankstations;

45

Toetsen nuisituate 100 14.5100 vergunning,"vedèning

onderzoek.Wm

Totaal 150 21.750

Tabel A: Tijdbesteding bodemtaken Wet Milieubeheer

Wijze van financieren

De werkzaamheden worden uitgevoerd in opdracht van de Bestuursdienst. De bijbehorende

kosten worden door de Bestuursdienst betaald. Voor het bepalen van de muitiplier, verdient het

aanbeveling om de door de Milieudienst gemaakte kosten - evenals de door de

vergunningaanvragers gemaakte kosten voor het uitvoeren van het noodzakelijk bodemonderzoek

- te administreren.

Ad B: Bodemtaken als gevolg van de uitvoering van de Woningwet en de Wet ruimtelijke ordening

De Milieudienst verricht in opdracht van stadsontwikkeling in dit verband de volgende

werkzaamheden.

Opstellen 69 10.000 S.O.

bodemparagraaf in

bestemmingsplannen

omi"I "I' wig

Overleg BWT 40 5.800 s 0.

Tabel B: Tijdbesteding Ww en WRO

De met deze werkzaamheden gepaard gaande kosten worden vergoed'door Stadsontwikkeling.

Evenals bij de bodemtaken ingevolge de Wm verdient het aanbeveling om de kosten voor MRE

evenals de kosten van derden, centraal te administreren met het oog op het behalen van de

muitiplier.

46

Ad C. Bodemtaken ingevolge het Bouwstoffenbesluk

De MRE voert in dit verband voor de gemeente twee soorten werkzaamheden uit. Enerzijds zijn dit

werkzaamheden die voortvloeien uit de bevoegd gezagtaken voor de gemeente, anderzijds zijn dit

werkzaamheden die voor de gemeente worden uitgevoerd in de hoedanigheid van ondernemen.

Hierbij gaat het om de volgende werkzaamheden.

mamma

29810 Item

Bijhoude1ni@@ meidineen

Bouwgtoffenbesluit

Uitvoedng; 207 30@000@ lo@000 B.ID.

handhaving

Lijls les'@

Toetsing meldingen 379 55.000 B.D.

Bouwstoffenbesluit

Totaal 1.248 181.000 75.000

Tabel C: Tijdbesteding uitvoering Bouwstoffenbesluit

De totale kosten worden vergoed door de Bestuursdienst, met uitzondering van de post

Partijkeuringen. De bijbehorende kosten worden vergoed door Stadsbeheer en Grondzaken.

Ad D. Bodemtaken ingevolge BOOT

De bodemtaken die het gevolg zijn van dit Besluit, komen eveneens voor rekening van de

gemeente. Hierbij gaat het om de volgende taken.

47

Bijhoqden register - 96 10.000 B.D.

tankkeudn@gen

Toetsen onderzoek - 21 3.000 B.D.

melding BOOT

Totaal 234 26.000

Tabel D: Tijdbesteding BOOT

De met deze activiteit gepaard gaande kosten worden vergoed door de Bestuursdienst. Ook voor

deze bodemtaken, verdient het aanbeveling, de hiermee gepaard gaande kosten inclusief de

kosten van beddjven en particulieren, centraal te administreren met het oog op de muitiplier.

Ad E. Bodemtaken als gevolg van gemeentelijke grondtransacties

Het is inmiddels vaste praktijk om voorafgaand aan het verrichten van grondtransacties,

bodemonderzoek te verrichten en zo nodig een sanedng uit te voeren met verrekening van de

kosten. Grondtransacties worden in het merendeel uitgevoerd door Grondzaken. Voor het

verrichten van de benodigde bodemwerkzaamheden wordt veelal de MRE ingeschakeld. De

daarbij benodigde tijdbesteding wordt als volgt geraamd.

Bodemonderzoek 148 21.500 17.500 G.Z.

!omm"gg

Saneringen 54 10.000 30.000 G.Z

Beoordeling 207 30.000 G.Z.

onderzoek derden

Totaal 923 136.025 97.500

Tabel E.- Tijdbesteding grondtransacties

48

De bijbehorende kosten worden door Grondzaken aan de MRE vergoed. Ook deze kosten dienen

centraal te worden geadministreerd (Overleg met de provincie vervalt als gevolg van zelfstandige

bevoegdheid gemeente Heimond).

Ad F. flSV en bevoegd gezagtaken

De taken worden in het hoofdrapport beschreven

Ad G: Facilfterende taken ten behoeve van de uitvoering

Met faciliterende taken worden de werkzaamheden bedoeld die niet direct kunnen worden

gekoppeld aan een bepaalde uitvoedngstaak maar wel indirect van belang zijn voor de uitvoering.

Hierbij gaat het onder meer om beleidsontwikkeling, voorlichting, overleg met de provincie,

aanschaf en onderhoud integraal informatiesysteem en beleidsevaluaties. Als gevolg van de

bevoegd gezagrol van de gemeente per 01-01-2002, zullen de faciliterende taken ten opzichte van

voorgaande jaren qua omvang en intensiteit toenemen. Vanwege het algemeen karakter van deze

taken worden de daarmee samenhangende kosten, evenals in het verleden, vergoed door de

Bestuursdienst. In de volgende tabel is de raming van de tijdbesteding voor 2002 opgenomen.

Structureel overleg B5 28 5.180 S.O.

@W7",9,9 "ze--E

Voorlichting Bsb 172 25.000 B.D.

Voorlichting beddjvenregeling 135 24.975 B.D.

Bodemloket burgers/bedrijven 103 15.000 B.D.

lmiementatie NAZCA 1 Globis 55 MDRE

Beleid Asbest 60 20 14.800 B.D.

lmplementatie BEVER 30 20 9.250 B.D.

Bijhouden bodemarchief 68 7.500 B.D.

VNG-overleg Werkgroep Bodem (WEB) 28 5,180 B.D.

Evaluatie bodembeleid 100 18.500 B. D.

Totaal 145 1.191 226.150

49

Tabel G: Tijdbesteding faciliterende taken

*) De bijdrage kosten kemgroep ABB zijn externe kosten.

50

Bijlage 2 Raming bevoegd gezagtaken Wbb

De beschrijving van de inhoud van de nieuwe bevoegd gezagtaken Wbb is opgenomen in

paragraaf 3.3 van het hoofdrapport waarnaar kortheidshalve wordt verwezen. Een raming van het

aantal in dit verband door de gemeente te vervullen handelingen treft u hieronder aan. Deze

raming is gebaseerd op in het verleden door IPO ontwikkelde kentallen per productie. Vanwege de

bij de gemeente ten opzichte van de provincies bestaande ukortere lijnen" wordt op deze kentallen

een efficiency korting toegepast van 20%. Hierdoor ontstaat de volgende raming.

Tabel 15: TiëdSbDested,',n, roducten sanerin, ' "nei en behe

§.Mam

Beschikking niet emsfig 1 0 1 6 160 29.600

M. gaan

Beoordeling: sanëdhgsonderzoek 2 1 0 20 3.700

@i l@ , " " -,p -E " ' @, j.

Beschikking ernsgurgentielsane(ingsplan is 36 540 99.900

Onthouding goedkeuring 5 25 125 18.125

Beoordeling Nazorg 5 3 15 2,175

Behandeling zienswijzen 2 36 72 9.288

Controle uitvoering 15 38 570 82.650

Totaal 2065 333.473

De totale formatiebehoefte voor dit taalonderdeel wordt geraamd op 2.065 uur. Omgerekend in

formatie betekent dit ongeveer 1,5 fte. De hiermee samenhangende kosten, geraamd op fl.

333.473 kunnen ten laste worden gebracht van het door het rijk beschikbaar gestelde extra budget

ad. fl. 450.000,-

51

Bijlage 3 Werkplan gemeente Heimond

Personele zaken

¿ Verdere vormgeving interne organisatie bij gemeente en Milieudienst

¿ Opstellen funcbeomschdjving voor nieuwe medewerkers

¿ Versterken secretadële ondersteuning

4> Opleidingsplan

Beheersaspecten

¿ Aanpassen administratieve organisatie

¿ lmplementeren BIS

¿ lmplementeren Globis

¿ Dossier overdracht

¿ Invoer gegevens provinciale dossiers

Beleid

¿ Vaststellen bodembeleidsplan

¿ Aanpassen APV (bodemverordening) en vaststellen

¿ Wijze van monitoring

¿ Kwaliteitsborgingsysteem

¿ Nota inzet juridisch instrumentarium

¿ Opstellen financieringsregeling bodemsanering

¿ Controle- en handhavingsplan bodemsanehng

52

Uw Reactie
Uw Reactie