• Bestuur
  • Raadsnotulen 13 maart 2002

Raadsnotulen 13 maart 2002

Documentdatum 13-03-2002
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsnotulen
Samenvatting

NOTULEN

VIJFDE vergadering van de raad der gemeente Heimond, gehouden op woensdag 13 maart

2002 des avonds om zeven uur.

Bij aanvang der vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, C.J. Bethiehem, H.P.M. de

Bruijn, J.F.C. Damen, drs. W.M.H. Dams, drs. S. Ferwerda, L.T.J. Fransen, J.L. Henraat, drs. E.R.M.

Hesen, R.A.C. van Heugten, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx, mevrouw M.M. Jonkers-Goedhart,

mevrouw J.S.A.M. Jurrius-Hakvoort, W. Klerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw A. Meinardi, S.

Mokadim, T.J. van Mullekom, M. Naoum, drs. G.B. Praasterink, drs. S.H. Prinsen, J.L.C. van Rest,

J.H.J.M. Roefs, J.N.M. van Rooij, L.M.M. Smits, A. Spruijt, P.G.M. Tielemans, T.J.W. van de Ven, J.G.M.

Verbakel, A.F.H. Wijnen, S.H. Yeyden en R.A.L. van der Zanden.

Afwezig zijn de leden: G.T.H. Klaus en M.P.J. Rieter.

VOORZITTER: mr. W.J.B.M. van Eik, burgemeester.

SECRETARIS: mr. A.C.J.M. de Kroon.

De VOORZITTER opent de vergadering.

Hierna deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heren Klaus en Rieter.

1. Aanwiszing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het Reglement van orde 1997.

De VOORZITTER trekt nummer 17, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij

het lid Fransen.

Hierna spreekt de VOORZITTER als volgt:

Dames en heren! Alvorens verder te gaan met onze agenda, zou ik nu allereerst samen met

uw mederaadslid de heer Ferwerda de buste van onze Majesteit willen onthullen. Onze raadzaal was,

zoals u weet, tot op heden niet helemaal compleet omdat wij in deze fraaie zaal misten een beeld van de

Majesteit dat een beetje zou passen in deze omgeving. U hebt financieel bijgedragen aan een fraaie

oplossing daarvoor. Uw mederaadslid de heer Ferwerda heeft ons daarbij geholpen. Het is een

kunstwerk geworden van Willem van de Velden, een Heimondse kunstenaar met internationale allure.

(Het kunstwerk wordt, onder applaus der

aanwezigen, door de burgemeester en de heer

Ferwerda onthuld.)

Ik denk, dames en heren, dat de aanwezigheid van het kunstwerk een fraaie completering van

onze raadzaal betekent. U ziet nu de Majesteit ook ernstig en streng naar u kijken - hoewel, wij moeten

haar misschien een beetje draaien!

2. Ingekomen stukken en mededelingen.

1 . Voorzitter hoofdstembureau d.d. 8 maart 2002.

afschrift van het procesverbaal van de op 8 maart 2002 gehouden zitting van het hoofdstembureau tot

het vaststellen van de uitkomst van de stemming op 6 maart 2002 voor de leden van de

gemeenteraad, alsmede de processenverbaal van de stembureaus.

2. Voorzitter centraal stembureau d.d. 8 maart 2002.

afschrift van het procesverbaal van de op 8 maart 2002 gehouden zitting van het centraal stembureau

tot het vaststellen van de uitslag van de op 6 maart 2002 gehouden verkiezingen van de

gemeenteraad.

3. Voorzitter centraal stembureau d.d. 8 maart 2002.

Mededeling tot het aannemen van de benoeming tot lid van de gemeenteraad door:

C.J. Bethiehem, L. den Bree@en, C.H.M. van der Burgt, W.M.H. Dams, E.P.W. van Dortmont, L.T.J.

Fransen, J.L. Henraat, E.R.M. Hesen, R.A.C. van Heugten. J.B.C.W. van den Heuvel, B.M.

Houthooft-Stockx, E.A.H. van Kilsdonk, G.T.H. Klaus, W. Klerkx, J.H.J. Kuiopers, J.F.J. Kuypers. M.M.

2 13 maart 2002.

de Leeuw-Jonge"ans, M.A.J. Mattheii-van Woensel, A. Meinardi, T.J. van Mullekom, M.

Naoum, G.B. Praasterink, M.P.J. Rieter, L.J.A. Ristenpatt, J.H.J.M. Roefs, A.J.G. Sauvé, L.M.M.

Smits, O.A.W.M. Spierings, J.M.G. Spierings-van Deursen, A. Spruiit, P.G.M. Tielemans, M.A. Tiwani,

T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, S.H. Yeyden, A.F.H. Wi4nen, J.A.M. Witteveen-van den Beig.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten

deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

3. Onderzoek van de geloofsbrieven.

De VOORZITTER benoemt de heren Van Rest, Van Rooij en Damen tot leden van de commissie

van onderzoek van de geloofsbrieven en schorst de vergadering, teneinde de commissie in de

gelegenheid te stellen haar werkzaamheden te verrichten.

Na hervatting der vergadering verleent de VOORZITTER het woord aan de heer Van Rooij.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Voorzitter! De commissie heeft de geloofsbrieven onderzocht en in

orde bevonden. De commissie adviseert derhalve de nieuwbenoemde raadsleden als lid van de raad toe

te laten.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het advies van de commissie van onderzoek van de

geloofsbrieven besloten.

De VOORZITTER dankt de commissie voor de verrichte werkzaamheden in ontbindt haar.

4. Toespraak door de voorzitter.

De VOORZITTER: Dames en heren leden van de raad, dames en heren genodigden! Vandaag,

precies een week na de gemeenteraadsverkiezing op 6 maart jongstleden, staat hier het afscheid van de

oude raad (zo mogen wij deze raad op dit moment wel typeren) op het programma, terwijl morgen de

nieuwe raad beëdigd moet worden en er vervolgens zo snel mogelijk een nieuw college moet komen dat

het bestuur over de stad in handen moet nemen. Enige hectiek is aan deze periode dan ook niet vreemd

te noemen.

Vanavond staat de vergadering in het teken van terugblikken en afscheid nemen. Een afscheid als

raadslid dat voor een aantal uwer verwacht is en voor anderen het resultaat is van de verkiezingsuitslag

van verleden week. In dat laatste geval pleegt zoiets mensen te overvallen. Onvoorbereid moet men

afstand doen van het raadswerk waarvoor men zich wil inzetten en van alles wat daarbij hoort. Dat kan

hard aankomen, zo is mij in het verleden gebleken.

Als gevolg van de inwerkingtreding van de wet dualisering gemeentebestuur is er echter sedert 7

maart 2002 een herkansingsmogelijkheid. Immers, na de wethoudersbenoeming verliezen degenen die

tot wethouder gekozen zijn de status van raadslid en kunnen er in hun plaats nieuwe raadsleden

toegelaten worden. Mogelijkerwijs zit daar voor deze of gene nog een kans in om in deze nieuwe

zittingsperiode al meteen terug te komen. Bonne chance, wens ik hun toe.

Die mogelijkheid ontheft mij overigens niet van de verplichting om toch vanavond als voorzitter van

uw raad afscheid te nemen van diegenen die niet terugkeren naar de situatie zoals die op dit moment

bekendis.

Het verheugt mij zeer, vanavond naast de voltallige oude raad (minus de twee leden die met

kennisgeving afwezig zijn) ook onze bijzondere gasten te mogen begroeten. Hartelijk welkom, u allen,

speciaal de partners van de vertrekkende wethouders en raadsleden die vanmorgen door ons al thuis in

de bloemen zijn gezet. U, partners, verdient dat, zoals u ook al hebt begrepen uit de tekst die wij bij de

bloemen hebben verstrekt.

Dames en heren, leden van de raad! Wij sluiten vanavond een periode van vier jaar af, een

periode waarin u verantwoordelijk bent geweest voor het bestuur in onze stad. Samen hebt u met uw

beslissingen daaraan vorm en inhoud gegeven. Dat is een collectief proces, doch dergelijke beslissingen

komen niet tot stand zonder ieders persoonlijke inbreng en standpunt. Dat proces is in de afgelopen

periode - ik denk dat u dat evenzo ervaren heeft - niet altijd even soepel verlopen. De verkiezingsuitslag

in 1998, de daaruit voortgekomen collegevorming op smalle politieke basis en het sterk vergrote aantal

fracties zijn van invloed geweest op dat proces.

Maar ook al ging het niet altijd gemakkelijk, ook in de afgelopen vier jaar is er flink geoogst kunnen

worden en is er opnieuw veel geplant. Mede begunstigd door een sterke economische groei, is er

3 13 maart 2002.

gedurende deze jaren in onze stad veel geïnvesteerd kunnen worden in alle sectoren van

beleid - de materiële en de immateriële.

De stedenbouwkundige vernieuwing van onze stad was daarbij natuurlijk het meest zichtbaar naar buiten

toe met de afronding van Dierdonk, de voltooiing van het Stationskwartier met't Cour, de voltooiing van

het Boscotondocomplex en de start van het van den beginne af aan spraakmakende Brandevoort.

Heimond stond te kijk. Alleen al in 2001 bezochten onder meer veertig gemeentebesturen, twee

staatssecretarissen en de minister-president onze stad, met name om de kwaliteitsmetamorfose van

Heimond te aanschouwen.

Heimond is steeds geworden. Overeenkomstig de strategie zoals we die hebben vastgelegd in de

Integrale Stadsvisie Heimond, waarin onze ambities en doeleinden tot 2010 zijn vastgesteld, streven wij

naar een verdere completering van onze stedelijke gemeenschap. Uw raad laat daarmee een duidelijk

richtinggevend kader achter voor de opvolging. De nieuwe raad zal er verder mee aan de slag moeten in

de lijn van het door uw raad op grond van de Stadsvisie vastgestelde Meerjaren-

ontwikkelingsprogramma. Daarin zijn de nieuwe en verdere opgaven vervat met als centrale

grondgedachte het vervolmaken van onze stad en de sociale cohesie daarvan.

In de afgelopen raadsperiode is ook de bestuurlijke reorganisatie een belangrijk onderwerp

geweest. U heeft met succes de dreiging van een stadsprovincie afgewend en ingezet op gemeentelijke

herindeling, waarover binnen afzienbare tijd een standpunt van het parlement wordt verwacht. Ook de

samenwerking in regionaal verband is gegroeid en voor de verdere toekomst van toenemend belang.

Inmiddels is daarvoor een Ontwerpwet Bestuur in Stedelijke Regio's bij de Tweede Kamer ingediend.

Een ander majeur thema in uw raadsperiode is het Grotestedenbeleid geweest. Dit beleid heeft in

de afgelopen periode steeds meer handen en voeten gekregen. Het bezoek van de visitatiecommissie

het afgelopen najaar en haar conclusies bevestigen dat ook. Deze visitatie betrof met name de

beleidsterreinen veiligheid en arbeidsmarktbeleid. Twee uitermate belangrijke beleidsterreinen, die

terecht van u een zwaar accent in de beleidsvoering hebben gekregen. Het lijdt geen twijfel dat veiligheid

en de handhaving daarvan en ook arbeidsmarktbeleid en werkgelegenheidsbevordering centrale

doelstellingen naar de toekomst zullen blijven.

Op het terrein van de ruimtelijke ordening is in uw raadsperiode niet alleen geoogst, maar ook veel

gezaaid, waarbij als in het oog springende projecten zijn te noemen: de groene loper, het integraal

structuurplan voor het eentrumgebied en het masterplan voor het Hatématerrein. Met name met het

centrumplan en het masterplan voor het Hatéma-terrein zijn strategische zetten gedaan voor een verdere

opwaardering van de kwaliteit van onze stad. In samenwerking met marktpartijen kan daar nu

voortvarend werk van gemaakt worden.

De totstandkoming en de ingebruikstelling van de PW210 maken het mogelijk om nu een verdere

afronding te geven aan de herinrichting van de kanaalzone. Ik roep hierbij u nog in herinnering de

somtijds heftige politieke discussies die in uw midden gevoerd zijn rond de nieuwe kanaalbruggen en de

vraag welk verkeer daar wel en niet over zou mogen. U weet nog wel.

De herstructurering van de Binnenstad-Oost heeft een zeer moeizaam begin gekend. Nu met de

daar opererende woningbouwverenigingen overeenstemming of bijna overeenstemming is bereikt, kan in

de komende periode op basis van het wijkontwikkelingsprogramma een begin van uitvoering worden

gemaakt. Daar is het ook de hoogste tijd voor!

Op het terrein van het onderwijs is ook veel aan de orde en te doen geweest. De decentralisatie

van de huisvestingsmiddelen van het rijk naar de gemeente heeft ons voor grote financiële problemen

geplaatst. De ver tekortschietende gedecentraliseerde middelen en de daaruit voortvloeiende

spanningen met het onderwijsveld hebben ons doen zoeken naar een nieuwe gezamenlijke

beleidsmatige insteek. Daarmede is een betere verstandhouding met het onderwijsveld bereikt.

Ook naar de toekomst toe zal, gezien de groei van de stad, het onderwijs veel van onze aandacht

en verdere financiële inspanningen blijven vragen.

In het geheugen zal bij u en bij ons ook gegrift blijven de (dubbele) besluitvorming rond de

renovatie van 't Speelhuis. Een dossier bij de behandeling waarvan wel heel duidelijk werd op welke

smalle basis dit college van B&W moest opereren.

Vermeldenswaard is ook dat het bedrijventerrein Groot Schooten een duidelijk eigen gezicht heeft

gekregen met tal van fraaie vestigingen en nu inderdaad de uitstraling heeft van een grootschalig

bedrijventerrein. Daarmede is dit bedrijventerrein de exponent van de grote economische groei die

Heimond de afgelopen vier jaar heeft doorgemaakt.

Dames en heren, ik kan zo nog wel even doorgaan door belangrijke zaken te memoreren die de

afgelopen vier jaar gepasseerd zijn en waarbij uw raad een beleidsbepalende rol heeft gespeeld of zeer

nauw betrokken is geweest. Met deze min of meer willekeurige vermelding van zaken heb ik in eik geval

het beeld willen schetsen van een dynamische periode waarin veel is gebeurd. Dossiers zijn afgesloten,

andere nog niet ten volle en nieuwe komen er onstuitbaar aan. Bestuur is eeuwig, wordt wel eens

4 13 maart 2002.

gezegd. In deze zin is ons werk nooit af, maar het is goed periodiek even stil te staan en terug te kijken

en te mogen constateren dat al het werk, alle inspanningen om hindernissen te overwinnen ook resultaat

hebben gehad. Ik wil u daarvoor uit naam van de Heimondse gemeenschap dan ook uitdrukkelijk

hartelijk dankzeggen. In Heimond gebeurt wat, dat is duidelijk, en u hebt daarbij een buitengewoon

belangrijke rol gespeeld.

5. Afscheid van de leden van de gemeenteraad bii het einde van de zittingperiode, in het bi azonder de

leden:

de heer H.F.J. Bekkers, de heer H.P.M. de Bruinn, de heer J.F.C. Damen, de heer S. Ferwerda, mevrouw

M.M. Jonkers-Goedhart, mevrouw J.S.A.M. Jurrius-Hakvoort, de heer S. Mokadim, de heer S.H. Prinsen,

de heer J.L.C. van Rest, de heer J.N.M. van Roois, de heer R.A.L. van der Zanden.

De VOORZITTER: Dames en heren! Voor sommigen uwer betekent dit samenzijn vanavond een

afscheid. Ik wil nu de vertrekkende raadsleden even kort voor het voetlicht halen, en beginnen met

mevrouw Jurrius-Hakvoort.

Mevrouw Jurrius, drie raadsperioden, vanaf 1990 hebt u zitting gehad in de gemeenteraad

namens het CDA. U bent uw politieke carrière in 1989 begonnen als burgercommissielid van de

commissie onderwijs, cultuur en sport en u beëindigt uw carrière als CDA-fractievoorzitter, welke

voorzitterschap u vanaf 1998 bekleedt. Ook bent u sedert die tijd lid van de regioraad van het

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Ik heb u al die jaren meegemaakt als een consciëntieus en

alert raadslid dat het debat niet schuwde, maar daarin zeer evenwichtig acteerde. Dat gold met name

voor de afgelopen periode, waarin u als voorzitter van uw fractie het politieke debat moest voeren. U hebt

uw raadslidmaatschap altijd gecombineerd met het werken in het fruittelersbedijf van uw echtgenoot en

het verrichten van vrijwilligerswerk. Wat dat laatste betreft bent u actief geweest bij de vrouwenbeweging

van de NCB en hebt u zitting gehad in de commissie ruimtelijke ordening van de NCB-afdeling De Peel.

Daarnaast bekleedt u bestuursfuncties bij het Katholiek Centrum Welzijn Oost-Brabant en het mr. J.A.

Geukersfonds. Het geeft het beeld van een zeer actieve vrouw die naast de gezamenlijk zorg voor het

familiebedrijf en haar gezin kans heeft gezien haar maatschappelijke talenten tot ontplooiing te brengen.

Het verheugt mij daarom bijzonder, dat ik ter gelegenheid van uw vertrek uit de gemeenteraad ook

mag mededelen dat u als het langstzittend vertrekkend raadslid - u hebt drie raadsperioden zitting gehad

in deze raad - door Hare Majesteit benoemd bent tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. (Applaus).

Ik wil u en uw familie daarmee van harte feliciteren en draag graag de bijbehorende versierselen

en bescheiden die Hare Majesteit aan ons heeft toevertrouwd, aan u over.

(De voorzitter speldt, onder applaus der

aanwezigen, mevrouw Jurrius-Hakvoort de bij de

onderscheiding behorende versierselen op.)

Mijnheer De Bruijn! Uw verblijf in de gemeenteraad was maar kort. Op 3 oktober 2000 hebt u

tussentijds namens GroenLinks zitting genomen in de gemeenteraad. U deed dat in de vacature

Raaijmakers. Vandaag neemt u alweer afscheid, bewust omdat u uw maatschappelijke loopbaan laat

prevaleren.

Dank voor uw consistente bijdrage aan het politieke bedrijf in deze raad. Ook voor u heb ik straks

als herinnering de gegraveerde karaf.

Mijnheer van Rest! Voor u is naar het zich nu laat aanzien definitief een einde gekomen aan uw

raadslidmaatschap. Ik zeg dat zo, omdat u in het verleden twee maal tussentijds in de gemeenteraad

terecht bent gekomen. Feitelijk bent u al lang betrokken bij het raadsgebeuren. In 1986 hebt u namens

het CDA als burgercommissielid zitting genomen in de commissie welzijn en maatschappelijke zorg. Dat

appelleerde duidelijk aan uw belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken, zoals ook blijkt uit de

nevenfuncties die u vervult. Toen u in 1991 benoemd werd tot raadslid in de vacature Roosenbrand,

verlegde u uw aandacht meer naar de harde sector; dat is zo gebleven ook toen u van 1994 tot 1996

weer burgercommissielid was. Vanaf 1996 hebt u vervolgens ononderbroken zitting gehad in de raad. U

gaf altijd blijk van een serieuze en diepgaande belangstelling voor zaken die in raad en commissies aan

de orde waren. Altijd was u goed voorbereid, en mocht u iets niet duidelijk zijn, dan zocht u op de u zo

tekenende vriendelijke en bescheiden wijze contact met behandelende ambtenaren of bestuurders om u

te laten informeren. Nu, anno 2002, hebt u kenbaar gemaakt dat u echt ruimte wilt maken voor anderen.

Graag wil ik u bedanken voor uw inzet en collegiale opstelling in deze raad. Ook voor u is er een

karaf. U hebt nu een stel als herinnering aan een bijzondere periode in uw leven. (Applaus).

Mijnheer Van der Zanden! Soms lopen zaken heel onverwachts. Dat is, denk ik, ook bij u het geval

geweest. Vanwege uw gewaardeerde activiteiten voor de wijkvereniging Rijpelberg bent u door de Partij

5 13 maart 2002.

van de Arbeid in 1998 aangezocht als raadslid. U had zich samen met enkele anderen in de

voorgaande jaren vastgebeten in het stadsverwarmingsdossier. Ik ben u in dat verband al vaker

tegengekomen. Daarbij hebt u uitgeblonken door uw goede dossierkennis, uw inzicht en vooral ook uw

vasthoudendheid. Ongetwijfeld heeft de Partij van de Arbeid gedacht: Prima eigenschappen voor een

kandidaat-raadslid.

Eenmaal gekozen als raadslid bent u meteen in het diepe gegooid en betrokken bij belangrijke

politieke debatten. Na het terugtreden van uw fractievoorzitter bent u belast met de leiding van uw fractie.

Het is voor u een drukke tijd geweest. Tijd die u moest delen tussen uw drukke baan, uw gezin en de

activiteiten voor het kindervakantiewerk in Rijpelberg. U hebt nu bewust een keuze gemaakt voor andere

zaken dan het raadslidmaatschap. Jammer, maar het zij niet anders.

Dank voor al hetgeen u als raadslid voor anderen hebt willen beteken, dank ook voor uw werk en

collegialiteit in deze raad. Ook voor u is er straks de karaf. (Applaus).

Mijnheer Bekkers! Vier jaar geleden bent u met voorkeurstemmen voor de Partij van de Arbeid in

de raad gekozen. Vandaag moet u noodgedwongen afscheid nemen omdat u niet nogmaals voldoende

stemmen hebt weten te vergaren, nu als lid van de nieuwe fractie van Heimond Actief.

]k dank u voor uw inbreng in deze raad, in de raadscommissies en in het bestuur van de

Wethouder Van Deutekomstichting.

Het was altijd een plezier om met u, zijnde een aangename mens, contact te hebben. Het ga u

goed. Ook voor u is er straks een karaf. (Applaus).

Mijnheer Damen! U stond zesde op de kandidatenlijst voor de VVD. Uw partij heeft bij de

verkiezingen vijf zetels gekregen. De eerste vier kandidaten en kandidaat nummer 7 zijn gekozen. U valt

dus nu net buiten de boot. Om die reden moet ik vanavond enkele afscheidswoorden aan uw adres

spreken - ook al denk ik dat we u snel terugzien.

U hebt sedert 14 april 1998 zitting gehad in de raad. Vanavond komt daar, althans voor de

komende periode, een einde aan. Omdat we vanavond in een vrijgevige bui zijn, reik ik u straks toch de

karaf aan als een herinnering aan de voorbije raadsperiode. Dank voor het in die tijd verzette werk ten

behoeve van de Heimondse gemeenschap. (Applaus).

Mijnheer Mokadim! Een soortgelijk verhaal moet ik tegen u afsteken. Vier jaar geleden bent u in

de raad gekomen voor het CDA. Nu valt u net buiten de boot, maar de kans is levensgroot aanwezig dat

u straks bij de tweede lichting nieuwe raadsleden zit. Ik heb evenwel geen glazen bol en wil daarom

straks ook aan u de karaf overhandigen. Voor de wijze waarop u, komende vanuit een andere cultuur, de

afgelopen periode invulling hebt weten te geven aan uw raadslidmaatschap heb ik respect. (Applaus).

Mijnheer Ferwerda! Toen u door uw leden niet als lijsttrekker gekozen werd, kwam twijfel over

continuering van uw raadslidmaatschap bovendrijven. De verkiezingsuitslag heeft daarin duidelijkheid

gegeven.

Als eenmansfractie hebt u sedert 1994 zitting gehad in de raad. Een goede invulling van zo'n

eenmanspost is waarlijk een zware opgave. U hebt dat invullen op een zeer bekwame wijze gedaan; u

beperkend tot hoofdzaken, altijd de politieke discussiepunten onderkennend en goed in het debat. Ik heb

u met genoegen zien functioneren.

Ik denk dat ik bovendien met instemming van de raad u bedank voor al uw inspanningen als

voorzitter van de werkgroep dualisering. Zeer gemotiveerd en heel bekwaam hebt u de discussies geleid

over de veranderingen in het gemeentelijk bestel die ons te wachten staan. Daarvoor hulde. Het moge u

verder goed gaan. En wie weet wat de toekomst nog gaat brengen. Als herinnering aan de tijd in deze

raad heb ik ook voor u een karaf. (Applaus).

Mijnheer Van Rooij! Als laatste in de rij komt u aan de beurt. Vanavond nemen wij afscheid van

een raadslid dat ruim 43 en een half jaar zitting heeft gehad in de gemeenteraad van Heimond. Op 2

september 1958 (ik deed toen mijn eindexamen, weet ik mij te herinneren) werd u voor de Partij van de

Arbeid toegelaten tot de gemeenteraad van Heimond. Vele malen bent u herkozen, wist u de

kiezersgunst te verwerven. Alles is over u tijdens jubilea en bij het verkrijgen van eretekenen al eens

gezegd. Vandaag, 13 maart 2002, is de laatste dag van uw lange politieke carrière. Een memorabele en

misschien ook wel unieke periode, zeker in het Heimondse.

Uw politieke leermeester, de heer Jan Bungeners, zat in de gemeenteraad van 1 september 1931

tot 3 februari 1975, maar tijdens de oorlogsjaren was de raad naar huis gestuurd. Datzelfde geldt voor de

heer J.M.Th.C. Raymakers, die van 1939 tot 1982 raadslid was. Met deze twee oud-raadsleden hebt u

gemeen, dat u terecht ereburger van Heimond bent. Die eer viel u ten deel bij de viering van uw

veertigjarig raadslidmaatschap in 1998.

Mijnheer Van Rooij, u bent niet alleen raadslid geweest, maar ook wethouder. In de periode 1978-

1990 heeft u als wethouder, belast met de portefeuille sociale zaken en welzijn, belangrijk werk verricht.

Naast een rij militaire onderscheidingen bent u in 1988 ook benoemd tot Ridder in de Orde van

Oranje-Nassau voor uw maatschappelijke verdiensten in en buiten de raad.

6 13 maart 2002.

De laatste periode was u raadsnestor.

Vanavond komt er een einde aan een tijdperk Van Rooij in de gemeenteraad van Heimond. Dat is

waarlijk een moment om even stil bij te blijven staan. Niet te lang, want ik wil u nu eindelijk het laatste

ereblijk dat u ondanks uw lange periode nog niet heeft, de karaf, overhandigen om daarna met u allen,

dames en heren, na beëindiging van deze vergadering nog enige tijd gezellig met elkaar te vertoeven.

Dames en heren, hiermee wil ik nu voorlopig afsluiten. Twee leden van uw raad, tevens

wethouder, staan nog op het programma om afscheid van te nemen, maar daarover zo dadelijk meer.

Nu is eerst het woord aan de heer Tielemans, die zal spreken namens de raad, dat wil zeggen: nadat ik

de karaffen heb uitgedeeld. (Applaus).

(De voorzitter reikt aan eik der vertrekkende

raadsleden een gegrafeerde karaf uit.)

6. Toespraak door de heer P.G.M. Tielemans namens de raad aan de afscheidnemende raadsleden.

Het lid TIELEMANS (SDH): Mijnheer de voorzitter, dames en heren leden van de raad, geachte

aanwezigen! Vanavond sluiten wij een gedenkwaardige bestuurlijke episode af. De tijd van het

monistische bestuurssysteem zit erop en die van dualisme breekt aan. Of het duale bestel van Eizinga

een lang leven beschoren zal zijn, valt te betwijfelen. Nu al valt links en rechts stevige kritiek te

beluisteren op enkele facetten van deze vernieuwingsoperatie. Met name op het aspect van de

burgemeestersbenoeming; ik refereer aan de nieuwjaarsspeech van onze voorzitter op dit punt. En ik

wijs op de vraagtekens die gezet worden achter de effectiviteit van deze bestuurlijke reorganisatie voor

wat betreft het herstellen van de vertrouwensrelatie tussen kiezers en gekozenen. In deze optiek wordt

een politieke cultuuromslag van voorwaardelijke betekenis geacht voor een geslaagde

structuurvernieuwing; een cultuuromslag eerst en vooral binnen de instituties die raadsleden en

wethouders selecteren en voordragen: politieke partijen. De nieuwe raad zal, hoe dan ook, met

dualisering moeten leren leven en omgaan, zoals de oude gemeenteraden leerden leven en omgaan met

het monisme. De raad die thans afscheid neemt, is de laatste die in het oude bestel geacteerd heeft -

hoewel ik dat zou willen nuanceren, want dat bestel kan beter worden getypeerd als een monistisch

systeem met dualistische trekken dan als monisme pur sang.

Drie verschillen tussen de nieuwe orde en de oude orde wil ik nu kort even noemen:

1 . Vanaf morgen stemmen de wethouders niet meer mee over hun eigen voorstellen. De ver-

antwoordelijkheden tussen college en raad worden duidelijk afgebakend en gescheiden.

2. Vanaf morgen zijn wethouders niet langer voorzitter van de raadscommissies, maar hebben deze

commissies leden van de raad als voorzitter.

3. Vanaf morgen wordt de burgemeester in de vergaderingen van de raad niet langer gesecondeerd

door de gemeentesecretaris, maar door de raadsgriffier. Daarom ben ik voornemens om vanavond

niet alleen afscheid te nemen van afscheidnemende raadsleden, maar ook afscheid te nemen van

onze gemeentesecretaris, althans uitsluitend in zijn functie als secretaris van de gemeenteraad.

Mijnheer de voorzitter, dames en heren! Tegen deze achtergrond nemen wij vanavond afscheid

van een aantal monisten. Dat is een kenmerk van de afscheidnemende collegae. Maar een veel

belangrijker gemeenschappelijk kenmerk van deze oud-collegae is, dat zij allemaal, ongeacht hun

afkomst, leeftijd, sekse en politieke kleur, begaan zijn geweest met drie dingen: 1) onze stad Heimond, 2)

de publieke zaak en 3) het politieke bedrijf.

Met behulp van het politieke bedrijf de publieke belangen van de stad Heimond dienen is een

geweldige eer en uitdaging, maar tegelijkertijd ook een zware opgave en verantwoordelijkheid. Zeker

voor degenen die daarnaast nog de zorg hebben voor werk, gezin en maatschappelijke omgeving,

hetgeen voor nagenoeg iedereen van ons geldt.

Het is ook niet altijd een dankbare job, omdat het imago van politiek en polifici wel eens te wensen

overlaat. Maar, geachte collegae, uw inzet, uw engagement en uw verantwoordelijkheidsgevoel met

betrekking Heimond staan buiten kijf. U verdient daarvoor oprechte waardering.

Ook voor de collegiale verhoudingen waarin we in Heimond doorgaans gewend zijn te opereren en

waaraan u uw steentje heeft bijgedragen.

Van markante oud-raadsleden, zoals wijlen Jan Bungeners, wijlen Sjef Remmen en wijlen Piet van

Bokhoven, heb ik geleerd dat politieke verschillen van mening, hoe hoog ze ook kunnen oplopen,

nimmer ten koste mogen gaan van wederzijds persoonlijk respect. Het is van belang dat die politieke

cultuuropvatting in Heimond gekoesterd wordt en blijft, ook dus morgen en overmorgen.

Dan wil ik nu de collega-raadsleden die afscheid nemen, graag kort individueel toespreken. Te

beginnen bij Anneke Jurrius, die ik namens ons allen graag van harte gelukwens met de toegekende

koninklijke onderscheiding. Deze onderscheiding, Anneke, is je oprecht gegund. We kennen jou als een

7 13 maart 2002.

handwerkend raadslid. Als fractievoorzitter van het CDA ben je niet op je mondje gevallen - maar altijd

met respect naar de ander. Na drie raadsperioden stop je eigener beweging. Samen met je man wil je op

de nieuwe stek in Rijpelberg aan een nieuwe levensfase beginnen, ruimte biedend aan anderen om het

politieke vakwerk te gaan uitoefenen. Bedankt voor de collegiale samenwerking!

Bestuur is eeuwig, hoor ik onze gemeentesecretaris zeggen. Het raadslidmaatschap is slechts een

tijdelijke zaak. Al kan het voor de een veel langer duren dan voor de ander. Een sprekend voorbeeld

daarvan is Jan van Rooij, die sedert 1958 in de raad zitting heeft gehad en die ondanks een sterfgeval in

de familie, waarmee ik hem en zijn echtgenote condoleer, toch vanavond hier aanwezig wil zijn. Dat is

ook begrijpelijk, want een zittingsperiode van ruim 43 en een half jaar is uniek. Het zal wennen zijn voor

jou, want de raad was je domein. In het debat liet jij je niet onbetuigd, en soms stookte je als raspoliticus

het vuurtje aan. Het hoorde bij de manier waarop je invulling gegeven hebt aan het raadslidmaatschap.

Wij hebben dat te respecteren, want eik raadslid bepaalt zelf hoe het wil functioneren. En het is alleen de

voorzitter die ons buiten de orde kan plaatsen. Dat is bij mijn weten wat jou betreft nooit gebeurd, ook al

omdat je als oude rot in het vak met je kennis en ervaring in de raad kunt bogen op een grote staat van

dienst.

Je loopbaan als wethouder in de periode 1978-1990 heeft aan je bestuurlijke verdiensten nog een

extra dimensie toegevoegd. Het feit dat je in 1998 je robijnen raadslidmaatschap vierde, was voor onze

stad reden genoeg om het ereburgerschap van Heimond toe te kennen.

De Heimondse politiek zal anders zijn nadat jij vertrokken bent. Het is aan anderen om dat

opnieuw in te kleuren.

Dank ook aan jou voor de collegiale samenwerking!

Een van de vertrekkende raadsleden, de heer Mokadim, zit op het vinkentouw. Na vier jaar

raadslid te zijn geweest ben je net niet herkozen. Als de collegevorming voor het CDA goed uitpakt en de

kandidaat-wethouders uit de fractie komen, is de kans evenwel levensgroot aanwezig dat dit afscheid

geen echt afscheid is geweest. Dit laat onverlet dat ik namens onze raad jou wil bedanken voor de

betoonde inzet en collegialiteit.

Dank zij de collegevorming zit er nog een raadslid op het vinkentouw: Sietze Ferwerda. Jij bent lid

van een politieke partij die de Zeeuwse lijfspreuk "Luctor et emergo" (ik worstel en kom boven) sinds

1966 in het vaandel lijkt te dragen, getuige de wisselende verkiezingsuitslagen. Als gevolg daarvan

neemt de heer Van den Heuvel jouw plaats in deze raad morgen over. Maar wie weet niet voor lang.

Het raadswerk in de komende raadsperiode is voor een D66'er de vervulling van een

langgekoesterde droom: de mogelijkheid van een referendum op lokaal niveau, mogelijkerwijs nog een

burgerinitiatief en als summum de dualisering van het lokaal bestuur. Als lokale Eizinga heb jij ons op

weg geholpen. De burgemeester heeft daar ook al wat van gezegd. Zijn woorden van waardering wil ik

namens ons allen hier onderstrepen.

Dank ook voor de collegiale samenwerking en de verfrissende en originele bijdragen in de

raadsvergaderingen!

De collegae Bakkers, Damen, Van der Zanden en De Bruijn nemen vanavond wel echt afscheid,

ofschoon de heer Bekkers als invalraadslid beschikbaar blijft.

René van der Zanden heeft de afgelopen acht maanden ook als fractievoorzitter van de PvdA

gefungeerd. Voor zijn inzet in het algemeen en in bijzonder voor goede persoonlijke en politieke

verhoudingen zeg ik hem dank.

Dank zijn we ook verschuldigd aan de collegae Bekkers, Damen en De Bruijn voor de prettige

samenwerking. Het was een genoegen jullie te leren kennen en met jullie in het politieke bedrijf om te

gaan.

Tot slot, zoals aangekondigd, de gemeentesecretaris. Gelukkig vertrekt hij niet als gemeente-

secretaris - maar hij vertrekt wél als secretaris van de gemeenteraad, dat staat buiten kijf, als gevolg van

de wetgeving. Vanmorgen wordt zijn plaats ingenomen door de raadsgriffier ad interim. Namens de raad

wil ik je dankzeggen voor de kundige en loyale wijze waarop je de functie van secretaris van de raad

inhoud hebt gegeven. Je stond iedereen, ongeacht politieke kleur, met raad en daad terzijde. Beschouw

de dualisering voor wat betreft je functie niet als een devaluatie. Er zit nog heel veel muziek in jouw

takenpakket. Om dat te illustreren heb ik uiteraard geen karaf, maar doe ik je een stropdas cadeau van

het grootste muzikale evenement van deze stad: Jazz in Catstown.

Mijnheer de voorzitter, dames en heren, dank voor uw aandacht. Het ga u allen goed.

Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Ik moge met uw instemming na dit mooie betoog van beoogd

wethouder Tielemans over onze scheidende raadsleden namens de fractie Helmondse Belangen, en

mogelijk namens de overige raadsfracties, al onze scheidende burgercommissieleden die vanaf maart

1998 tot op heden ook onze stad medebestuurd hebben, van harte bedanken voor hun gewaardeerde

inzet.

8 13 maart 2002.

Sommigen van hen zien we in de komende raadsperiode in deze zaal terug. Sommigen haken

misschien af. Jammer. Het is voor onze begrippen heel jammer, want wij zien het bekleden van een

burgercommissiefunctie als een perfecte opstap naar een raadslidmaatschap. Een burgercommissie-

lidmaatschap is vaak een kraamkamer ofwel een soort opleidingstraject. Wij als fractie van Heimondse

Belangen prijzen ons er gelukkig mee, dat wij morgen een tweetal burgercommissieleden van de

afgelopen raadsperiode in ons midden mogen gaan begroeten. Zij hebben zeker hun mannetje gestaan,

en aan hun kwaliteit wordt niet getwijfeld.

Vanaf deze plaats spreek ik namens onze fractie nogmaals onze dank en waardering uit voor

onze scheidende burgercommissieleden. Wij wensen de doorstromers veel succes toe in de nieuwe

raad, waarbij het niet uitgesloten is dat sommigen van hen misschien zelfs als wethouder zullen

terugkomen.

]k dank u voor uw aandacht. (Applaus).

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de heer Smits.

U, voorzitter, had het over een hectische tijd. Dan kan het voorkomen dat je iemand over het hoofd

ziet. Dat is mij zo-even gebeurd. Ik ben vergeten onze gewaardeerde collega Van Rest te betrekken in

mijn afscheidsspeech. Mijn excuses daarvoor.

Het moge duidelijk zijn, mijnheer Van Rest, dat de woorden van dank en van waardering voor de

collegiale samenwerking van de afscheidnemende raadsleden ook en vooral u betreffen. (Applaus).

De VOORZITTER: Mijnheer Smits! Met de interventie die u gepleegd hebt, was ik het deze keer

volledig eens. Het is wel eens anders geweest, maar deze was perfect. Ik dank u zeer.

7. Toespraak van de voorzitter ter gelegenheid van het afscheid van de wethouders mevrouw M.M.

Jonkers-Goedhart en de heer S. H. Prinsen.

De VOORZITTER: Dames en heren! Aan mij nu de taak als voorzitter van het college van

burgemeester en wethouders, maar ook als voorzitter van de gemeenteraad om afscheid te nemen van

twee scheidende wethouders. Allereerst van mevrouw Jonkers-Goedhart.

Beste Marleen! De belangstelling voor de lokale politiek en het gemeentelijk bedrijf is bij jou van

kindsaf aan gegroeid. Niet vreemd; immers, je moeder, mevrouw Goedhart-Boezeman, was in onze stad

in de periode september 1970 tot en met augustus 1982 raadslid voor de KVP, terwijl je vader als

vrijwillig brandweercommandant ook stevige relaties onderhield met het gemeentelijk gebeuren. Beiden

waren vertrouwd met het gemeentebestuur en het politieke bedrijf dat zorgt voor de aansturing ervan.

Het wekte dan ook geen verwondering dat uit dit geslacht een opvolgster het politiek toneel betrad.

Letterlijk zelfs. De overleving meldt in dit verband, dat je samen met een aantal andere dames uit de

vrouwenbeweging een dansje uitvoerde op het podium in 't Speelhuis bij het afscheid van mijn

voorganger. (Je mag dat een keer herhalen bij mijn afscheid.) Dat was in 1986. Komende vanuit de

vrouwenbeweging, zette je in 1986 de eerste stappen op het politieke pad. Je werd toen burgerlid van de

commissie openbare werken en bedrijven voor het CDA.

Dat bleek het begin van een glansvolle bestuurlijke carrière, die in 1990 een vervolg kreeg toen je

gekozen werd tot raadslid. Als nieuwkomer werden je het lidmaatschap van de streekraad van het

gewest Heimond en de commissie stedelijk beheer toevertrouwd. Ook was je toen lid van de commissie

klachten, verzoek-, beroep- en bezwaarschriften. Voor mij was dat toen een eerste kennismaking met je

in je hoedanigheid van politica. Je was duidelijk aanwezig in onze raad met weloverwogen meningen,

zelfverzekerd en uiterst nuchter. Die kwaliteiten zullen ongetwijfeld een rol gespeeld hebben bij het

besluit van CDA-fractie om je in 1993 tussentijds tot fractievoorzitter aan te wijzen als opvolgster van de

heer Cooien.

Bij de volgende verkiezingen, in 1994, stond je weer op de lijst. Gekozen tot raadslid, werd je door

je fractie wederom aangewezen als fractievoorzitter. Je ambities gingen op dat moment nog niet uit naar

het wethouderschap. Toen echter door omstandigheden een wethouder van het CDA in november 1994

moest terugtreden, heb je eerst als waarnemer en vanaf 7 februari 1996 als definitief aangewezen

wethouder de behartiging van de portefeuille economische aangelegenheden, arbeidsvoorziening en

sport op je genomen.

Je kon je direct warmlopen op enkele "pijndossiers", zoals de mislukte privatisering van het

zwembad De Wissen en de noodzakelijke herstructurering en financiële sanering van de VVV, om maar

eens een paar zaken te noemen.

In die tijd hebben wij nog een paar andere eigenschappen van je leren kennen: een grote mate

van doortastendheid en sterke overtuigingskracht in het politieke debat.

Je bestuurskracht is ook bij de buitenwereld niet onbekend gebleven. Je hebt van 1995 tot 1998

9 13 maart 2002.

zitting gehad in het plaatselijk bestuur van OMO, waarvan je van 1996 tot 1998 voorzitter was, terwijl

je in diezelfde periode ook zitting had in het hoofdbestuur van OMO. Binnen het bestuur van het RIAGG

ben je actief geweest van 1993 tot 2001, toen deze instelling fuseerde met de stichting GGZ Oost-

Brabant. In de periode 1996-2001 was je hiervan voorzitter. Ook de Fontys Hogeschool in Eindhoven

profiteert sinds 1998 van je brede bestuurlijke kennis als lid van de Raad van Advies.

Toen je in 1998 de heer Sjef Jonkers opvolgde als wethouder belast met de portefeuille stedelijke

ontwikkeling, moest er door jou een tandje extra bij worden gezet. De portefeuille stadsontwikkeling is nu

eenmaal een veeleisende portefeuille, waarbij de werkkracht en dynamiek van je voorganger vroegen

om meteen volop aan de slag te gaan. Dat heb je ook gedaan. Groot waren de bestuurlijke opgaven in

de portefeuille: de voltooiing van het Boscotondocomplex, de herinrichting van de kanaalzone en het op

gang brengen van nieuwe ontwikkelingen op het Ciercx- en Hatéma-terrein, rond de

hoofdwegenstructuur en de centrumontwikkeling. Bijzonder wil ik hierbij wijzen op het totstandkomen van

de integrale structuurschets centrumplanontwikkeling. Je hebt daarmede de bestuurlijke

verantwoordelijkheid genomen voor de presentatie van een blauwdruk voor de toekomstige ontwikkeling

van onze stad. met name van het hart van onze stad. Het grand design ligt er nu. Waar het nu op

aankomt, is dat de komende jaren gewerkt gaat worden aan de invulling, de concretisering ervan. Dat zal

niet altijd eenvoudig zijn en misschien ook niet altijd zo vlug gaan als wij allen in ons ongeduld wel

zouden willen, maar het fundament is gelegd, degelijk en solide. Dat huis komt af, daar ben ik heilig van

overtuigd, zeker nu de raad zich daarover zo duidelijk hiervoor zo unverfroren duidelijk heeft

uitgesproken.

Marleen, ik kan nog langer de loftrompet over je steken, maar ik weet dat ik je daarmede niet

plezier. Hou het kort, is altijd jouw motto geweest. Je bent ook altijd geneigd geweest zaken te

relativeren, ook in het besef dat er meer is dan de gemeente, hoe belangrijk ook, met name je eigen

familie. We kennen allemaal het beeld van bestuurders die druk in de weer zijn, alle dagen van de week

en geleefd worden door hun agenda. Wethouder zijn is dan ook geen baan voor het leven. Jij hebt dat

ook zo ervaren en aangegeven dat je nu een andere invulling wilt geven aan je leven samen met je

echtgenoot Bert en wetende dat jullie kinderen nu hun eigen weg in het leven kunnen zoeken. Wij

hebben daar volop begrip voor, zeker ook als het lichaam signalen uitzendt dat de belasting wel erg groot

is geweest. Aan de andere kant is het natuurlijk ook jammer want bestuurlijk talent is, helaas, maar dun

gezaaid.

Heimond neemt met grote dank en waardering afscheid van jou als wethouder en raadslid. Dank

voor je altijd zeer collegiale opstelling hier in de raad, maar vooral ook in het college, met alle

vriendschap daarbij.

Persoonlijk ben ik je zeer erkentelijk voor de voortreffelijke wijze waarop je invulling gegeven hebt

aan het loco-burgemeesterschap, ook toen je in 1998 leiding gaf (ik was buiten de stad) aan de

bestrijding van de grote brand bij Ramaer, die rampachtige consequenties had kunnen hebben. Je hebt

dat voortreffelijk gedaan.

Wij allen wensen jou en je echtgenoot en familie het allerbeste toe voor een goede verdere

toekomst.

Ik mag je tenslotte de verheugende mededeling doen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft

behaagd, jou vanwege jouw brede maatschappelijke verdiensten te benoemen tot Ridder in de Orde van

Oranje-Nassau. Ik wil jou - en uiteraard ook jouw familie - daarmee van harte gelukwensen. (Applaus).

(De VOORZITTER speldt, onder applaus der

aanwezigen, mevrouw Jonkers-Goedhart de bij de

onderscheiding behorende versierselen op.)

Dames en heren! De andere wethouder van wie ik node afscheid neem, is wethouder Prinsen.

Beste Simon! Soms hoor je achteraf wel eens iets over een publiek optreden van een collegelid

dat typerend genoemd kan worden voor de betreffende wethouder. Zo'n verhaal wil ik je vanavond niet

onthouden, en wil ik u, dames en heren, niet onthouden over onze wethouder Prinsen, waarbij ik mij,

omdat het een overleveringsverhaal is, ongetwijfeld onbewust schuldig kan maken aan enige dichterlijke

vrijheid.

Het heeft in de afgelopen collegeperiode nogal wat moeite gekost om een geschikte locatie te

vinden voor Scouting Paulus. Onbegrijpelijk omdat het om een goed geleid jeugdwerk zonder

problematische randverschijnselen gaat. Toch riep de voorgenomen locatie bij de oudere buurtbewoners

nogal wat en nogal heftige reacties op. Zeer ongenuanceerde zelfs. Toen schoot wethouder Prinsen uit

zijn slof, iets dat ik zelden heb meegemaakt. Aan de betreffende oudjes die aan het klagen waren over

de vermeende overlast, stelde hij de vraag: En wie denken jullie nu wel dat jullie zal verzorgen als jullie

straks in een verzorgings- of een verpleeghuis liggen?

1-0 13 maart 2002.

Daar hadden de oudjes niet van terug.

Ik vond dat om twee redenen een treffende opmerking van de wethouder. De betreffende

buurtbewoners werden niet naar de mond gepraat, maar gewezen op de noodzaak om hun vermeende

zorgen eens wat te relativeren en af te wegen tegen andere relevante belangen die een jongere

generatie aangaan. En de tweede reden was gelegen in het feit dat jij, wethouder Prinsen, met je

opmerking te kennen gaf door dat ongenuanceerde gemopper van die ouderen over vermeende overlast

van jongeren op je ziel getrapt te zijn. Daardoor liet je zien waar je hart werkelijk ligt: bij de jeugd. Van

huis uit ben je onderwijzer, en betrokkenheid bij jongeren loopt als een rode draad door je carrière. Als

wethouder belast met de portefeuilles onderwijs, jeugd en jongerenwerk en welzijn, kwam je steeds met

verve op voor deze groep. Het raakte je ook als wethouder welzijn omdat je meegestuurd hebt aan het

bevorderen van de samenlevingsopbouw in onze stad in al zijn schakeringen en met en tussen de

verschillende bevolkingsgroepen. En ook als je je mengde in discussies omtrent stedenbouwkundige

plannen, was dat steevast om voldoende ontplooiingskansen voor de jeugd daarbij veilig te stellen. ]k kan

mij nog indringende discussie daarover herinneren.

Werken aan het lot van mensen, dat heb je als je missie steeds voor ogen gehad. Eerst als

onderwijzer vanaf 1971, nadien als leraar en zo'n vijftien jaar lang als onderwijsbegeleider, laatstelijk als

directeur van de onderwijsbegeleidingsdienst.

Ook de politiek bood voor jou het podium en de mogelijkheid om die missie gestalte te geven.

Vanaf 1986 ben je daarin namens de PvdA actief; eerst vier jaar als raadslid en vanaf 1990 als

wethouder. Je volgde de huidige nestor van de raad, de heer Van Rooij, op. Bij de coalitievorming kreeg

je de portefeuille onderwijs, cultuur, sport, jeugd- en jongerenbeleid, personeel en organisatie,

informatiebeleid en automatisering. Een breed takenpakket, dat je de gelegenheid bood om op een

breed vlakje bestuurlijke capaciteiten in te zetten en verder te ontwikkelen. Heimond bevond zich toen in

de fase de groeistadperiode af te sluiten en te laten opvolgen door het beleidsstreven de kwaliteit van de

stad in al haar aspecten op te hogen, een streven dat met name ook wat het culturele aspect betreft van

jouw kant een warme ondersteuning vond.

Toen in 1994 een nieuw college gevormd moest worden, kregen we te maken met een noviteit: de

deeltijdwethouder. Heimond kreeg zes wethouders, waarvan drie voor de prijs van twee. Je werd

wethouder met een tijdsbestedingsnorm van 75%. Als portefeuillehouder maatschappelijke

dienstverlening was je belast met het sociaal-cultureel werk, coördinatie minderhedenbeleid, coördinatie

sociale vernieuwing, naderhand omgevormd in coördinatie Grotestedenbeleid. Die portefeuille was bij jou

in goede handen. Overigens vroeg deze zeer bewerkelijke portefeuille voortdurend meer tijd dan

waarvoor je feitelijk betaald werd.

In die periode heb je ook de gelegenheid gegrepen om kennis ervaring op het terrein van het

jeugdbeleid in te zetten in landelijke overlegfora, zoals de Raad voor het Jeugdbeleid en de landelijke

projectgroep preventief jeugdbeleid. In Heimond leidde dat tot de nota De veiligheidsketen gesloten, een

stelsel van werkafspraken tussen alle betrokken actoren binnen en buiten de gemeente.

Als ervaren wethouder maakte je in 1998 wederom deel uit van het toen gevormde college. Je

kreeg in de nieuwe portefeuille de beleidsvelden welzijn, sociale zaken en, in een latere fase, culturele

centrumprojecten toebedeeld. Ook in deze periode zijn aantoonbare resultaten geboekt. Ik denk aan de

samenvoeging van de GGD Gewest Heimond met de GGD Geldrop-Valkenswaard tot de GGD

Zuidoost-Brabant, van welke gemeenschappelijke regeling je sedert 1999 voorzitter bent, de

herstructurering van het sociaal-cultureel werk, de privatisering van de wijkhuizen en de bouw van een

nieuw sociaal-cultureel centrum in Dierdonk. Vers in het geheugen ligt nog je sterke verdediging in de

raad bij de herhaalde behandeling van de verbouwingsplannen voor't Speelhuis.

Je hebt je steeds gedemonstreerd als een wethouder die consensus zoekt, maar als die op de

essentialia in je portefeuille niet verkregen kon worden, schuwde je een harde confrontatie ook bepaald

niet. Dat is met name bij het laatste Speelhuisdebat wel gebleken.

Visie op jeugd-, jongeren- en welzijnsbeleid tekent jouw bestuursbeleid. In de afgelopen jaren heb

je in de VNG-commissie lokaal jeugdbeleid en in de bezoekcommissie jeugdbeleid, die moet toezien op

de uitvoering van het bestuursakkoord tussen rijk, provincie en VNG, kennis en inzichten op deze

aspecten verder kunnen scherpen.

Na drie wethoudersperioden vind je het duidelijk genoeg. Vóór je ligt de wens om een verder

werkveld te vinden in de advisering van overheden en instellingen op genoemde terreinen. Echter, eerst

even uitrusten, is je devies zoals je dat ook hebt verwoord. En dat begrijp ik volledig. Het

wethouderschap is een ambt dat energie vreet, lichamelijk en ook geestelijk. Het is een mallemolen die

door velen wordt aangedreven.

Vanavond wil ik namens het college en namens de raad jou, Simon, hartelijk dankzeggen voor de

vele taken die je als wethouder van de gemeente Heimond op een voortreffelijke wijze hebt vervuld. Je

echtgenote is vanochtend al in de bloemen gezet om ook haar bij deze huldiging te kunnen betrekken.

1-1 13 maart 2002.

Mijn erkentelijkheid jegens wethouder Prinsen heeft ook betrekking op de wijze waarop je

als tweede loco-burgemeester bij gelegenheid het burgemeestersambt hebt ingevuld bij mijn afwezig-

heid. Dat is niet zo vaak gebeurd, want vaak was dan Marleen degene die dat deed, maar wanneer jij als

tweede loco de degene was die mij moest vervangen, heb je dat altijd op een uitstekende wijze gedaan.

Ook daarvoor mijn heel bijzondere dank.

Simon, jouw brede maatschappelijke verdiensten zijn aanleiding geweest om ook jou voor te

dragen voor een koninklijke onderscheiding. Het is mij een eer en een genoegen je te kunnen

mededelen dat het Hare Majesteit heeft behaagd jou te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje-

Nassau vanwege jouw brede maatschappelijke verdiensten. Ik mag jou en je familie daarmede van harte

feliciteren.

Het ga je in alle opzichten goed! (Applaus).

(De VOORZITTER speldt, onder applaus der aanwezigen, de heer Prinsen de

bij de onderscheiding behorende versierselen op.)

(uitdelen karaffen)

8. Toespraak door mevrouw J.S.A.M. Jurrius-Hakvoort namens de gemeenteraad aan de

afscheidnemende wethouders.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Voorzitter! Ik ben u er zeer erkentelijk voor, dat u

namens de gemeenschap van Heimond de Koningin hebt weten te overtuigen om mij een

onderscheiding te geven. Dank daarvoor. Het voelt goed aan.

In die onderscheiding zou ik eigenlijk graag toch mijn man Leo willen opnemen. Hij is altijd een

handwerkende ondernemer geweest die toch in staat is geweest om mij te steunen. Dank daarvoor.

(Applaus).

Ik hoop dat ik niet al te veel in herhaling val. Vanwege de emoties ben ik niet in staat om actueel in

te springen in mijn speechje; ik lees het dus maar voor zoals ik het dezer dagen heb geformuleerd.

Geachte mevrouw Jonkers en mijnheer Prinsen, oftewel Marleen en Simon! Staande met mijn ene

been buiten de gemeenteraad en een been er nog net in, vind ik het fijn de twee scheidende wethouders

te mogen toespreken namens de collega-raadsleden.

Voor ons twee nieuwe ridders in de Orde van Oranje-Nassau. Van harte gefeliciteerd met deze

onderscheiding. Ere wie ere toekomt. Na jaren inzet voor de gemeenschap verdienen jullie deze

erkenning. Het is jullie van harte gegund.

Naar anciënniteit begin ik nu met de heer Prinsen.

Simon, jij gaat het politieke speelveld verlaten. Niet de kleur van de partij, maar het algemene

politieke resultaat heb jij bijna altijd vooropgezet. Jij hebt je niet zozeer als partijwethouder willen

manifesteren, maar als bestuurder van de hele gemeente Heimond. Dat is zeer te prijzen. Je bent

daardoor altijd als collegiaal bestuurder gezien. Ik ben er nooit bij geweest, maar deze dagen lekt er ook

wel eens iets uit dat wél door de beugel kan. Insiders vertellen namelijk dat je in het college streed voor je

zaak, maar naar buiten altijd het collegestandpunt uitdroeg. Een man van consensus. Polariseren is je

vreemd. Tegenstellingen werden nooit vergroot, maar overeenkomsten opgezocht.

Je afkeer voor de waan van de dag of stemmingmakerij in de politiek stak je niet onder stoelen of

banken. Jouw voorstellen waren gebaseerd op feiten, en niet op emoties. Tegelijkertijd was je altijd een

sociaal bewogen mens in deze raad. Zo werd je vrij fel als de integriteit van groepen uit de samenleving

aan de kaak werd gesteld. In jouw functie als wethouder wilde en kon je de positie versterken van

burgers die maatschappelijke problemen hadden. Zij, of hun belangenbehartigers, konden rekenen op

jouw steun en inzet. Dit uitte zich in een soms moeizaam tot stand gebracht, maar uiterst rechtvaardig

beleid. En, Simon, eerlijk is eerlijk, tot verbazing van velen kwam er dan altijd de gewenste financiële

dekking. Voor mijn gevoel eerlijk gezegd nog wel eens uit een potje dat ons onbekend was.

De eigenschappen fel en vasthoudend zijn liggen dicht bij elkaar. Dat laatste ben je je hele

regeerperiode geweest, veelal op het terrein van het sociaal-maatschappelijk beleid, met name het

jeugd- en jongerenbeleid. De exponenten hiervan zijn Plato en het Tienerhuis. Dat de integratie van

groepen jongeren in onze stad niet is gelukt, ligt niet aan deze wethouder, maar meer aan de

benaderingswijze van de maatschappij in totaliteit.

Jouw interesse voor jeugd en jongeren is in den lande niet onbekend gebleven. Het ziet er naar uit

dat je daar nu eindelijk zelf ook vruchten van kunt gaan plukken in je volgende werk.

Ik meen te mogen zeggen dat je geen flamboyante spreektrant hebt. Maar jouw heldere

formulering dwingt de luisteraar altijd om goed op te letten. Al was het maar omdat jouw grote

dossierkennis je in staat stelde anderen (bij voorkeur iemand van andere politieke signatuur) fijntjes te

1-2 13 maart 2002.

wijzen op inconsequent gedrag.

Je kunt terugzien op een mooie politiek bestuurlijke carrière. Namens mijn mede gemeente-

raadsleden wil ik je danken voor zestien jaar inzet in de gemeenteraad, waarvan twaalf jaar als

wethouder. In deze dank wil ik graag jouw echtgenote en kinderen betrekken.

Zonder steun van jullie, zo zeg ik tegen hen, had hij dit werk niet kunnen doen voor de

gemeenschap van Heimond.

Simon, wij wensen je veel plezier met de koninklijke onderscheiding toe. Loop vanaf morgen met

de versierde borst vooruit, met Ellen aan de arm, door Dierdonk en omgeving. Al was het maar om af te

kicken en over enkele maanden uitgerust een doorstart te maken in je arbeidscarrière.

Bedankt. Wij wensen je van harte een fijne toekomst met allen die je lief zijn toe. Het ga je goed!

(applaus).

Mevrouw Jonkers-Goedhart, lieve Marleen! Het ridderschap is eigenlijk echt op jou van

toepassing: de geboren en gedreven politica fier te paard door de stad. Eenieder ziet het voor zich!

Nogmaals gefeliciteerd met deze onderscheiding.

In 1990 werd je opgenomen in de CDA-fractie van de gemeenteraad van Heimond. Je politieke

carrière ging snel. Na jarenlang uitsluitend als vrijwilliger in de partij actief geweest te zijn, verliep je

professionele carrière zeer voorspoedig. Doordat anderen functies neerlegden ging het sneller dan

voorzien was. Jouw bestuurlijke kwaliteiten waren in de fractie en in de raad niet onopgemerkt gebleven.

Jij kreeg en benutte je kans.

Wij zijn je erkentelijk voor de wijze waarop je de stad hebt bestuurd. Jouw inventiviteit en wijze van

communiceren hebben vruchten afgeworpen. In de commissies, in de raad, in de stad of daarbuiten wist

altijd je draagvlak te creëren. Dit werd meerdere malen bereikt doordat je personen of groepen ook in de

vertrouwelijke fase meenam en overtuigde. Daardoor kreeg je bijval hier en in de samenleving. Je eiste

discipline, maar de signalen uit de vergadering werden toch wel geïntegreerd in de planontwikkeling.

Tevens ben je er deze jaren in geslaagd de verantwoordelijkheid daar neer te leggen waar ze

volgens jouw politieke uitgangspunten hoorde: bij het middenveld, bij een marktpartij of bij een overheid.

Ik weet dat je met enthousiasme hard hebt gewerkt. Soms brandde je van verlangen om de raad

deelgenoot te maken van een dossier dat nog in de onderhandelingsfase zat. Schitterend was het om dat

te volgen.

Ik weet dat je met plezier terugkijkt op je politieke loopbaan. Wij allen hier weten waar je geen

plezier of, erger nog, verdriet van had, Ik doel nu op het feit dat het je vier jaar geleden in deze raad niet

is gelukt een breder college te formeren. Een breder college was wellicht bestuurlijk succesvoller en

beter voor de stad geweest.

Marleen, je hebt je buitengewoon ingezet voor Heimond en ook nog vaak buiten deze stad. Dat

heeft, helaas, geleid tot een wat moeizame eindspurt. Rust de komende maanden fijn uit en maak dan

een frisse start in een nieuwe job of andere tijdsbesteding. Je hebt het verdiend.

Bert en kinderen Jonkers, jullie hebben een welgemeend woord van dank ook verdiend. Geniet

samen van de koninklijke onderscheiding voor Marleen en van een goede toekomst van je vrouw en jullie

moeder.

Wij hopen dat ook moeder Tini Goedhart-Boezeman, evenals nu haar dochter rustend wethouder

van deze stad, nog vele jaren geniet van haar jongste dochter.

Marleen! Mede namens collega-raadsleden hartelijk bedankt. Het ga je goed!

Voorzitter, ik mag van deze gelegenheid ook gebruikmaken om namens de vertrekkende

raadsleden nog een woordje tot u en de aanwezigen te richten.

Er vertrekken, gewild of ongewild, velen uit deze gemeenteraad. Voor enkelen zal het de komende

weken pas duidelijkheid geven. Maar vanavond vertrekken we volgens mij met z'n elven (dus de raad

van eig. De meesten hebben minimaal vier jaar onder uw leiding gefunctioneerd. Allen zijn enthousiast

begonnen. Bij de meesten (onder wie ikzel@ is het enthousiasme gegroeid en bij enkelen is het

enthousiasme afgenomen op weg naar het einde. Eenieder weet in zijn hart de ware reden.

De politiek wordt altijd een bijzondere bestuurscultuur toegedicht. Dat zal wel zo zijn. Ik zie echter

best parallellen met bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Geen al te diepgaande beschouwing hier, maar een

enkele opmerking wil ik graag maken in dit kader. Met name de opmerking dat, op welke post je ook

functioneert, je jezelf geen overmatige rol moet toedichten. Wel gepassioneerd verantwoordelijk zijn,

maar relativering is op haar plaats. Je kunt niet zonder de ander. Niet in het monistische en niet in het

dualistische systeem. We gedragen ons soms wel zo. De gemeenteraad is echt niet het epicentrum van

Heimond. Dat is wel weer gebleken bij de laatste verkiezingen.

Of valt het voor de burgers van Heimond niet mee om te kiezen uit al die partijen? Vreet de politiek

zichzelf misschien op doordat het verschil in standpunten tussen de verschillende partijen kleiner en

kleiner wordt? Ik heb het gevoel dat er de laatste tijd daarom wel eens verschillen gezocht werden, al

was het maar op weg naar de verkiezingen. Het is maar een gevoel, hoor!

1-3 13 maart 2002.

Voorzitter! Namens de vertrekkende raadsleden wil ik u, de gemeentesecretaris en alle

ambtenaren zeer veel dank brengen. Ik en meerderen met mij kennen onze rol. Waar zouden wij zijn

zonder hen? Vier jaar is er door hen, in niet altijd eenvoudige omstandigheden, hard gewerkt. Met

meerderen van hen hebben raadsleden direct te maken, met velen echter nooit. Maar een ketting is zo

sterk als de zwakste schakel. Daarom zijn wij het hele apparaat dank verschuldigd.

Het is een goed gebruik de bodes speciaal te bedanken op zo'n avond als deze. Je zult in dit

computertijdperk maar voor de juiste temperatuur en liftbediening moeten zorgen! Heren, bedankt! Voor

alle goede en met name hartelijke zorgen hier in Boscotondo, in het Kasteel en in het stadskantoor.

Doorstartende collega's! Namens de vertrekkende raadsleden zeg ik: Proficiat met jullie verkiezing

tot raadslid of misschien wethouder voor de komende vier jaar. Bedankt voor de samenwerking. Velen

zijn in staat geweest om werk en persoon te scheiden. Wij wensen jullie succes en politieke

arbeidsvreugde in de komende jaren toe. Ikzelf ben van plan om zeker Heimond Plus en andere media

goed te volgen om zo als argeloos burger te genieten van de invoering van het dualisme in onze mooie

stad.

Het ga u allen goed! (Applaus).

9. Toespraak door de heer S.H. Prinsen namens de afscheidnemende wethouders.

Het lid PRINSEN (wethouder): Voorzitter! Ik zal hier nu mede namens Marleen spreken.

Allereerst onze dank voor de onderscheiding en ook voor de zeer verdiende woorden die daarbij

zijn uitgesproken richting onze respectieve achterbannen.

Ik zou nu eigenlijk een drietal dingen willen doen: 1) even terugkijken, 2) even vooruitblikken en 3)

een aantal mensen nog even speciaal noemen.

Ik kan mij nog herinneren dat in 1998 Marleen en ik als enigen overbleven. Wij zouden de kar

trekken voor de nieuwe raadsperiode. Ik kan mij ook nog herinneren dat, toen wij samen per auto op weg

waren (ik zat bij Marleen in de auto) naar een openingsbijeenkomst, wij zelf dachten: wij willen toch een

paar dingen anders gaan doen. Ik zal niet al die dingen verklappen; dat zou misschien te ver voeren.

Wij werden ook geconfronteerd met de situatie dat wellicht iemand gedacht zou kunnen hebben,

dat in 1998 de stad klaar was en besturen verder overbodig was. Nou, als men ziet wat in ieder geval dit

college achterlaat, weet men dat dat op zichzelf natuurlijk maar een betrekkelijke verhaal is. Wij hebben

in ieder geval de afgelopen periode als een heel plezierige ervaren. Naar ik denk ook omdat wij al wat

langer meeliepen. De collegiale samenwerking in dit college is uitstekend geweest. Ook in de

persoonlijke sfeer. Als het in de persoonlijke sfeer niet werk, werkt het vaak zakelijk ook niet. De

persoonlijke betrokkenheid kwam ook tot uitdrukking tijdens onze jaarlijkse uitstapjes naar Antwerpen.

Maar daar wil ik niet al te veel over uitweiden. In ieder geval kwamen we terug bij de voorjaarsnota.

Wij hebben gezamenlijk (omdat Marleen in de eerste periode sport in haar portefeuille had,

overgenomen van mij) het zwembaddossier mogen doen; het voorbeeld van een mislukte privatisering

eind jaren tachtig. Wij hadden ook onze onderwijsbetrokkenheid gemeenschappelijk. Ook in de situatie

dat Marleen in het schoolbestuur zat en ik de portefeuille onderwijs had en we ons beiden toen al druk

maakten over het VMBO, Ik moet, helaas, constateren dat die problematiek een hardnekkige is in het

Heimondse, en de komende jaren ook nog wel op de agenda zal blijven staan.

We hebben toen samen ook afgesproken, dat we eens kritisch zouden kijken naar de manier

waarop we in Heimond in zijn algemeenheid naar het grondbedrijf zouden kijken. (Dit is een afspraak die

ik wél mag verklappen.) Dat betekende voor ons ook, dat we het gevoel zouden moeten krijgen dat alles

wat daarin omging ook wat meer betekenis voor de stad zou moeten krijgen dan het naar ons idee in die

tijd had.

Wat we ook gemeenschappelijk hadden was onze belangstelling voor cultuur. Als ik kijk naar het

Centrumplan zoals het is aangenomen en het kunst- en cultuurciuster dat daarin is terechtkomen en dat

ik het laatst jaar heb mogen trekken, denk ik, zoals ik verleden week ook in een interview in het

Eindhovens Dagblad heb gezegd, dat cultuur nu in de raad hoog op de agenda staat. Dat was een aantal

jaren terug toch veel lastiger; ik heb het althans in de beginfase heel anders mogen beleven.

Bij Marleen waren het Brandevoort en Hatéma. Ikzelf heb het Speelhuisdossier gehad, een van de

interessante dossier die ik in de eerste periode heb gehad. En een zaak die er hier ook met één stem

verschil doorheen werd gesleept, was het dossier Heimond Sport. Voor degenen die al wat langer in de

raad zitten: het betrof het wel of niet doorstarten van betaald voetbal in Heimond. Felle discussies over:

geen exploitatiebijdrage, als gemeente wel wat doen voor het stadion. Dat dossier is uit-en-ter-na in de

raad aan de orde geweest. En er werd op het scherp van de snede, naar ik meen met achttien tegen

zeventien stemmen, een bijdrage van, meen ik mij te herinneren, anderhalf miljoen gulden toegekend

aan Heimond Sport.

Al die activiteiten samen zijn in de afgelopen periode uiteindelijk uitgemond in de Stadsvisie,

1-4 13 maart 2002.

waarin voor de komende jaren keurig verwoord is wat er allemaal nog op de plank ligt. Dat is heel

wat, we laten heel wat dossiers achter die niet af zijn - maar naar ik denk wel de nodige inspiratie kunnen

geven om er voortvarend mee aan de slag te gaan.

Er is ook nog het, ook door de visitatiecommissie genoemde, in balans brengen van aan de ene

kant het stapelen van stenen en aan de andere kant de aandacht voor de mens, sociale infrastructuur.

Die balans dient goed in de gaten te worden gehouden, is mijn boodschap.

Voor een portefeuiliehouder ruimtelijke ordening is vier jaar heel kort, want bouwen duurt vaak

heel lang. Nu, een van de projecten die de afgelopen periode in ieder geval van de grond zijn getild, is

het To Höischerhof, een schitterend project op de Koninginnewal.

Ik heb een uitgebreide verzameling onderwijsboekjes. Een daarvan is een boekje van To Höischer

en is getiteld De zandmannetjes. Ik denk dat De zandmannetjes iets zegt over de ambtenarij die rondom

Marleen heeft gewerkt. Dus in die zin past het een beetje in het beeld. Marleen wilde ook wat rust. Nou,

dat kan. Want de eerste druk is van 1937 en de zestiende druk van 1957 is nagenoeg gelijk aan de

vorige. Kun je nagaan! Je kon dus twintig jaar lang in het onderwijs dit soort dingen lezen zonder dat daar

verder ook maar iets in veranderde. Ik wil je dat zo meteen graag overhandigen, Marleen. Temeer ook

omdat wat dat betreft nog een ander aspect een rol speelt. In het voorwoord schrijft To Hölscher, onze

Heimondse onderwijzeres, dat een directeur van een andere lagere school, namelijk Jan Smeets, er over

waakte dat de boekjes ook voor jongensscholen geschikt werden. Die directeur keek dus over haar

schouder mee. Ik betwijfel of ene Lambertus dat ook voor de dames gedaan zou hebben!

Ik moge nu het boekje aan Marleen overhandigen. Lees het op je gemak, Marleen. Het is geeft

een beeld van een gezinsleven waarbij je denkt: Wat zouden we het toch rustig hebben als we dat weer

eens konden terughalen! Dan hadden we Eizinga niet nodig, hadden we dualisering enz. niet nodig.

(De heer Prinsen overhandigt, onder applaus der aanwezigen, het boekje aan

mevrouw Jonkers-Goedhart.)

Voorzitter! Nu wil ik even vooruitkijken. Tot hetgeen de komende jaren aan de orde is, behoort de

rol van de overheid. Ikzelf heb in het college wel eens gezegd: Er ontstaat de laatste jaren een rare

situatie, in die zin dat we aan de ene kant discussiëren over de terugtredende overheid en dat we aan de

andere kant een ontwikkeling zien dat de overheid overal op aanspreekbaar is. Die merkwaardige

spagaat lijkt me een heel boeiende opgave, omdat de opdracht voor de raad ook is om tussen de

burgers te gaan staan, de burgers te vertegenwoordigen en dan met het merkwaardige fenomeen van

aan de ene kant te willen terugtreden en aan de andere kant toch aanspreekbaar te blijven. Want wie

pakt dat dan op? Is dat dan de burger? Nu, diezelfde discussie voeren we met elkaar over de publieke

ruimte, die een niemandsland dreigt te worden, ten aanzien waarvan ook de verantwoordelijkheid

genomen moet worden én door de overheid én door de burgers zelf.

En dan is er ook nog wat ik nu maar even het organiseren van praatjes tussen burgers noem. Je

kunt het ook wat deftiger formuleren, zoals Eizinga doet. Ik denk dat het een van de opgaven voor de

nieuwe raad zal zijn om de bedoelde praatjes tussen burgers te organiseren.

De overlevering betreffende de scouting en oudjes heeft me inderdaad wat gedaan. Ik wil nu toch

iets zeggen over een muisstille rotjeugd. Er heeft twee weken geleden in de Volkskrant een kleine

column van de hand van Mirjam Schötteindreier gestaan en ik vind het toch aardig om die hier nu nog

even te vermelden. Ik vond dat ik hier niet kon vertrekken zonder bij wijze van uitsmijter hier nog iets over

te zeggen. Ik lees de column nu gewoon maar even voor, waarbij ik opmerk dat je voor de plaatsen die

erin staan, ook Heimond kunt invullen.

"De straatkinderen uit Brazilië roepen bij ons, inwoners van Almere, Veldhoven en

Niewegein, gevoelens van medelijnen en sympathie op. Het is toch een schande dat die

arme bloedjes op straat moeten leven zonder ouderlijke zorg en warmte en, last but not

least, worden gehaat door de welgestelde middenklasse en opgejaagd door de politie.

Diezelfde emoties komen boven bij het lezen over de Russische klasse der Remi's, de

lijmsnuivende, de verweesde kinderen van de communistische deconfiture. Lijmsnuivend

en hoererend trekken ze langs de goot en door het riool, verstoten door wodkadrinkende

ouders die het leven al hebben opgegeven.

Op een congres over kinderarbeid in het Scheveningse Kurhaus bleek vorige week, dat er

op de hele wereld dagelijks 250.000.000 kinderen onder de veertien jaar aan het werk zijn.

En zulke getallen gaan boven ons bevattingsvermogen. En ook ik neig bij zo veel leed naar

het cynisme van de wodkafles. Ik weet niet wat ik ermee moet. Het enige wat bij me

opkomt, is dat als we hier in Almere, Veldhoven en Nieuwegein weer zitten te zuchten over

die halfcriminele en vaak allochtone rotjeugd, toch proberen een vleugje mededogen te

tonen. Het medelij met de Braziliaanse schoffies is makkelijk, maar o wee als ze in onze

1-5 13 maart 2002.

achtertuinen kwamen schooien en klieren. Ook dan zou ons sociaal begrip voor de

kleine verworpenen der aarde snel smelten, en zouden we ons niet onderscheiden van de

geïrriteerde deftige dames van Rio. Wat dat betreft ben ik trots op mijn moeder, die de

lawaaischoppende hangjeugd in haar fraaie buitenwijk niet meldt bij de politie. Natuurlijk

heeft ook zij last van hun grommende brommers en auto's (arm is de jeugd hier niet), maar

zij snapt ook dat ze een plek zoeken, weg van de volwassenen, die hen per definitie lijken te

zien als lastig en vervelend. Ik ben wel eens naar ze toe gelopen, zei ze, en ik heb wat

staan babbelen en heb toen verteld dat er in een huis verderop een meneer op sterven lag

voor wie hun muziek en lawaai erg vervelend waren. Die week heeft de rotjeugd zich

muisstil gehouden. Er was geen blauw pak voor nodig.

Met zo'n praatje is het kinderleed de wereld niet uit, de jeugdcriminaliteit niet opgelost en

heeft een Russische Remi nog geen fijn gezin en een mooie opleiding. Toch is het een

manier om een maatschappelijk probleem te verkleinen in plaats van te vergroten en te

verharden naar ingewikkeld overheidsniveau. Soms heeft een praatje tussen burgers meer

zin dan alle stoere praat voor burgers uit de verkiezingskaravaan."

Na deze hartenkreet die ik toch nog even kwijt wilde, mede namens Marleen onze dank. Dank in

de eerste plaats aan de voorzitter van de raad. We hebben een aantal jaren heel collegiaal met de

voorzitter van de raad mogen werken. Ik heb het nu vooral over onze wekelijkse collegevergaderingen.

Waar buurgemeenten in staat zijn om daar heel lange zittingen van te maken, viel dat bij ons nogal mee.

]k heb de voorzitter ook meegemaakt als een bruggenbouwer, iemand die ook als daar behoefte aan

was, insprong in dossiers die vergden om er met wat meer mensen naar te kijken. Wat we

gemeenschappelijk hadden, is naar ik denk ook een stukje relativeringsvermogen, een stukje humor

waardoor alles toch wat soepeler loopt dan je in andere situaties wel eens meemaakt. Daarvoor onze

hartelijk dank.

Onze dank ook aan de raad, waar we de afgelopen jaren in verschillende samenstellingen voor

gewerkt hebben. Ondanks een enkele botsing of enkele botsingen (bij mij heeft het gebutst rond 't

Speelhuis, en bij Marleen naar ik meen rond een pluimveebedrijf of een pluimveedossier; we hebben

allemaal wel eens zo onze aanvarinkjes gehad) is de samenwerking met de raad in het algemeen op een

uitstekende manier verlopen.

De secretaris is al bedankt als secretaris van de raad, nu wil ik hem toch nog even bedanken als

secretaris van het college, want dat blijft hij. Hij is een man met een "alles-komt-goed"-uitstraling. Dat

werkt overigens niet altijd zo, maar goed, uitstraling is er. Aldus en met het nodige gevoel voor humor

heeft hij vele aanzetten gedaan in de verbetering van de ambtelijke organisatie, met name voor wat

betreft personeelsbeleid en managementontwikkeling.

Tenslotte dank aan alle ambtenaren. Marleen en ik gaan de komende dagen van een aantal

ambtenaren, met wie we wat nauwer samengewerkt hebben, nog apart afscheid nemen, op een

informele wijze. Een aantal mensen zien we terug op de receptie.

De bodes hebben al gevraagd hoe groot het bureau is waar ik kom te werken. Nou, voorlopig

zullen we er geen vier kunnen gebruiken, Maar mocht het zo zijn, dan zal ik hen weten te vinden. De

loyaliteit is in eik geval altijd heel groot geweest. Aanstaande vrijdag zullen wij van hen op informele wijze

afscheid nemen.

Iedereen die vanavond woorden in onze richting heeft gesproken, zeggen Marleen en ik daarvoor

heel hartelijk dank.

Er is nu genoeg gesproken. ]k denk dat het tijd is geworden voor een borrel. Dank u wel.

(Applaus).

De VOORZITTER: Dames en heren! ]k zou de vergadering willen beëindigen door mij snel te

voegen in de laatste woorden van wethouder Prinsen en u, allen hier aanwezig, uit te nodigen voor een

borreltje en wat daarbij hoort, hier vlak om de hoek, in Rubens Hof.

Hierna sluit de VOORZITTER, te 20.34 uur, de vergadering.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De griffier,

Uw Reactie
Uw Reactie