• Bestuur
  • Raadsvoorstellen RV Begroting eerste termijn antwoorden college

Raadsvoorstellen RV Begroting eerste termijn antwoorden college

Documentdatum 07-11-2002
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsvoorstellen
Samenvatting

.. ............. ....... .. . .. ..... .

. ..............

. ......... . ..

. .. . .... ............ ... ...... . ..

..... .....

... . . ........... .. ......

.. . .. ... ...... .......... .... ...

.. . . ......... .... ..

..... .. ...

.... ......

. . ... ... ... .

.............

...... ....

Gemeente Helmond

... . ... ... .

. .. . ......... .

..................

....................

. ..................

... . .. ........ ......

. .. .......... .

... .. .... ...... ...

. ...............

. .. ............. .

... . ...........

...................

.. ... ... . ......

... .......... ........

...................

..............

. .................

..... ....... .. .

.. ... ..... ... .

............

.... ..........

.......... ..

. .. . ........ .....

.......... .

. .. . .. .........

............

.. . . .. .....

............

. . .. ..... .

.............

. ...... ...

............

...... .. ... . ..

..............

.............

.... .... ...

begroting 2003

antwoorden eerste termijn

burgemeester en wethouders

18-10-2002

1

Drs. A.A.M. Jacobs

Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden

1

Overlijden Z.K.H.Prins Claus der Nederlanden

Door fracties uit uw raad is in verschillende bewoordingen stilgestaan bij het overlijden van

Z.K.H.Prins Claus der Nederlanden op 6 oktober jongstleden. Onze gevoelens van medeleven en

verbondenheid gaan uit naar Hare Majesteit Koningin Beatrix, naar haar zonen, Prins Willem-

Alexander, Prins Johan Friso en Prins Constantijn en de Prinsessen Máxima en Laurentien, de

overige leden van het Koninklijk Huis en de familie van Prins Claus. In talrijke necrologieën, bij

herdenkingsbijeenkomsten en middels een indrukwekkend defilé aan de lijkbaar in paleis Noord-Einde

heeft het Nederlands volk in de dagen na zijn overlijden getoond hoe geliefd hij was onder de

bevolking. Televisiebeelden hebben ons deel doen hebben aan deze rouwperiode. Met de bezetting

in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft is op 15 oktober 2002 afscheid van een zeer

gewaardeerd lid van de Koninklijke familie. Zijn nagedachtenis blijft voor altijd in hoogachtende

herinnering.

ALGEMEEN

Sedert het schrijven van het collegeprogramma 2002-2006 is er veel veranderd. Na de Tweede

Kamerverkiezingen, die onder dramatische omstandigheden gehouden zijn, is het kabinet

Balkenende aangetreden. Het Strategisch Akkoord legt een aantal beleidsaccenten duidelijk anders.

Deels is dat het gevolg van politieke keuzes deels ook het gevolg van de economische conjunctuur.

Tussen het tijdstip van het indienen van de algemene beschouwingen door uw raad en de

beantwoording van ons college heeft het kabinet Balkenende een demissionaire status gekregen. Dit

betekent dat daar waar in de beantwoording van ons college teruggevallen wordt op staand of

aangekondigd kabinetsbeleid thans een relativering past. De mogelijkheid is immers aanwezig dat een

nieuw te formeren kabinet overgaat tot beleidswijzigingen. De eerste tijd zal daarover nog

ongewisheid blijven bestaan. Bij de beantwoording is daarom uit gegaan van de thans beschikbare

informatie. Het lijkt ons juist om ons hierop ook te richten in het debat als zijnde de gegevenheden

voor het gemeentelijk beleid voor het komend jaar. Beleidsbijstellingen kunnen in de Voorjaarsnota

2003 aan de orde gesteld worden.

Bij brief van 7 oktober 2002 hebben wij aan uw raad gemeld dat er in de septembercirculaire een

aantal maatregelen en bezuinigingen zijn aangekondigd op specifieke uitkeringen, die tot onzekerheid

aanleiding geven. Wij hebben deze onzekerheden geplaatst naast de onzekerheden met betrekking

tot de economische ontwikkelingen en het gegeven dat de financiering van een aantal gemeentelijke

ambities in de toekomst nog de nodige inspanningen zullen vergen. Genoemd zijn de investeringen,

die nodig zullen zijn voor de centrumontwikkeling met een kunst- en cultuurplein, de

hoofdwegenstructuur en de onderwijshuisvesting op middellange en lange termijn. Overigens is

daarnaast geduid op een accres in de uitkering uit het Gemeentefonds.

Fracties uit de gemeenteraad hebben hierover bemerkingen gemaakt. De geschetste onzekerheden

vertroebelen momenteel een helder zicht op de mogelijkheden om de gestelde beleidsambities,

neergelegd in de Stadsvisie Heimond 2010, tijdig te kunnen realiseren. Inhoudelijk zal de

portefeuiliehouder financiën hierop nader ingaan. In procedureel opzicht hebben wij uw raad

voorgesteld de consequenties voor het begrotingsbeleid te bezien bij de bespreking van de

Voorjaarsnota in mei 2003. Dan bestaat een meer duidelijk beeld over de hoogte van het accres uit

het Gemeentefonds en zijn de tegenvallers wellicht beter te kwantificeren. Dan ook bestaat de

mogelijkheid om over te gaan tot bijstelling van beleid. Gehoopt wordt dat dan ook al meer

duidelijkheid is over het begrotingsbeleid in de komende jaren. Een aantal leden van uw raad heeft

daarover bezorgdheid geuit. In eerste instantie is ondanks het onzekere begrotingsbeeld door veel

fracties gevraagd om nieuwe beleidsinitiatieven. Begrijpelijkerwijs is daarbij heel veel aandacht

gevraagd voor onderwerpen zoals veiligheid en handhaving. Actuele onderwerpen, die lijken voort te

vloeien uit een gevoel van stuurloosheid en het schijnbaar ontbreken van greep van de overheid op

maatschappelijke ontwikkelingen

De zorg voor inachtneming van normen en waarden die expliciet geuit is in de bijdrager van de

fracties van CDA, SDH/OH en PvdA, willen wij mede in dat licht plaatsen. Laatstgenoemde fractie

heeft daar zelfs tien gouden Gouwse regels bij aangereikt. Uit betogen van veel andere fracties, met

name onder de hoofdstukken handhaving en veiligheid, blijkt dat diezelfde bezorgdheid leeft. Los van

concrete situaties interpreteren we het benadrukken van het belang van normen en waarden als een

1

signaal dat er voor gewaakt moet worden dat onze maatschappij leefbaar blijft. Als gevolg van de

secularisatie, moderne communicatietechnieken en de mondialisering bieden oude vertrouwde kaders

nog maar weinigen zekerheid. De sterk op consumptie en materialisme ingerichte maatschappij leidt

tot een maatschappijbeeld waarin het individu en zijn of haar persoonlijk waarden en normenpatroon

centraal staan. De gemeenschappelijke rode draad dreigt verloren te gaan. In repressieve zin wordt

nu om beleidsintensiveringen gevraagd. Het besef dient te zijn dat de overheid niet alles kan

redresseren wat is fout gegaan doch dat burgers en organisaties daarin ook een rol hebben. Er is

meer nodig. In beleid en gedrag van een ieder moet de overtuiging uitgedragen worden dat

gemeenschappelijke waarden en normen noodzakelijk zijn om een samenleving leefbaar te houden.

Hierover en over de inhoud ervan moet consensus bestaan. Dat dit nog niet zo gemakkelijk is blijkt uit

het voornemen van het kabinet Balkenende om hierover via drie sporen een debat te organiseren.

Eind 2003 worden hierover de eerste uitkomsten verwacht. Lokaal zullen wij in ons optreden en in

onze uitlatingen waarden en normen sterk moeten benadrukken. Initiatieven zoals door de fractie van

het CDA worden voorgestaan, worden door ons toegejuicht.

IMPLEMENTATIE DUALISERING

Door een aantal fracties (PvdA, VVD, CDA, FEH, GUD'66, Heimond Actief en HSP) zijn

opmerkingen gemaakt over het dualisme, met als teneur dat dualisme nog niet functioneert zoals

aanvankelijk gedacht. Met de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur per 6 maart 2002 is

de verhouding tussen college en gemeenteraad veranderd en is aan de gemeenteraad een aantal

handvatten aangereikt. Met het aanreiken van instrumenten alleen wordt de verhouding geen andere.

De instrumenten vormen noodzakelijke hulpmiddelen om de verandering mede gestalte te geven. De

werkelijk verandering dient zich te voltrekken bij raadsleden en collegeleden zelve. Een verandering

die niet vanzelf komt. Een verandering die op de eerste plaats moet worden gewild. Op de tweede

plaats moet voor iedereen duidelijk zijn wat dualisme inhoudt en tot hoever men dualisme in de

praktijk wil brengen.

Dualisme heeft dan ook veel te maken met cultuur en de wil om een cultuuromslag te willen maken.

In de afgelopen maanden zijn de eerste ervaringen opgedaan met het gedualiseerd werken en het

dualisme in de praktijk. Deze ervaringen zijn zinvol en vormen een belangrijke input voor de te

organiseren evaluatiebijeenkomst. Het voornemen van uw raad bestaat om na de

begrotingsbehandeling een bijeenkomst te beleggen tussen het presidium en het seniorenconvent.

Die bijeenkomst dient meerdere doelen. Door enkele fracties zijn opmerkingen gemaakt over de taken

van presidium en seniorenconvent. In de bijeenkomst kunnen nadere afspraken worden gemaakt over

de taakopvattingen van beide gremia. In het reglement van orde zijn de taken benoemd van

seniorenconvent en presidium en op basis daarvan kunnen de taken nader worden ingevuld. In die

bijeenkomst kunnen ook de aanbevelingen van de PvdA fractie ten aanzien van het presidium worden

besproken.

De bijeenkomst dient ook mede ter voorbereiding van de bijeenkomst van raads- en collegeleden.

Gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid van uw raad en ons college voor goede bestuurlijke

verhoudingen in onze stad lijkt het ons college gewenst dat wij bij de plenaire bijeenkomst betrokken

wordt. Van elkaars ervaringen moet worden geleerd. Waarschijnlijk kan hierbij ook betrokken worden

de eerste fase van de evaluatie dualiseringsoperatie die deze maand naar de Tweede Kamer

gezonden zal worden. De definitieve evaluatie is voorzien in 2005. In verband met de benodigde

voorbereidingstijd stellen wij uw raad voor om de evaluatiebijeenkomst in januari 2003 te houden.

Ter ondersteuning van het dualisme in de praktijk is een voorstel ter facilitering van raadsleden in

voorbereiding. Er wordt voorgesteld om een bepaald geldsbedrag per fractie ter beschikking te stellen.

De fracties zijn, binnen voorwaarden, vrij in de besteding daarvan. Een van de voorwaarden heeft

betrekking op de elektronische bereikbaarheid, lees internet en e-mail aansluiting. Het bedrag per

fractie is afhankelijk van de grootte van de fractie. Verder is een verordening in voorbereiding gericht

op informatie, advies en ambtelijke bijstand aan leden van de gemeenteraad. 1

Door de fractie van Heimondse Belangen is gevraagd om over te gaan tot instelling van een

burgerinitiatief. Die vraag dient aan uw raad zelf voorgelegd te worden. Het gaat immers om burgers

de bevoegdheid te geven zelf onderwerpen aan te dragen voor de behandeling in uw raad. Als uw

2

raad daartoe wil overgaan moet daarvoor een verordening vastgesteld worden. De fractie van

Heimondse Belangen kan hiervoor een initiatief voorstel indienen. Desgewenst kan hiervoor door de

ambtelijke organisatie bijstand worden verleend.

In het streven een open bestuurscultuur te bevorderen doet de fractie Heimond Aktief de suggestie

om jaarlijks een functioneringsgesprek te voeren met de leden van ons college. In onze optiek wordt

het doen en laten van het college en de afzonderlijke leden continu door uw raad, de media en delen

van de bevolking op de voet gevolgd. Uw raad heeft bij voortduring de mogelijkheid om ons of

individuele leden van ons college te bevragen over beleid en gebeurtenissen. In zo verre is er sprake

van een continu functioneringsgesprek, zij het impliciet. Uw raad heeft voldoende mogelijkheden om

op eik moment duidelijk te maken of men nog voldoende vertrouwen heeft in een collegelid. Het

uitgangspunt dat er vertrouwen is, tenzij het tegendeel blijkt, moet naar onze opvatting ook naar de

toekomst toe richtsnoer blijven voor de beoordeling van collegeleden. Iets anders is natuurlijk dat wij

altijd aanspreekbaar zijn op ons handelen en ons gedrag, ook buiten het kader van een raads- of

commissievergadering. De daarnaast beoogde gedragsverandering kan ook op deze wijze tot stand

komen. Wij wijzen er op dat in veel politieke partijen functioneringsgesprekken met politieke

ambtsdragers zijn ingevoerd. Daar hoort het ons inziens ook te liggen.

Het uitgangspunt van het dualisme is en blijft wat men er zelf van wil maken. De inhoud en de grenzen

van het dualisme worden door de leden van de raad zelf bepaald. Of de verwachtingen ten aanzien

van het dualisme uitkomen, wordt door de raad in gezamenlijkheid aangegeven.

BESTUURLIJKE VERNIEUWING

De fractie van de PvdA maakt een opmerking over de Tijdelijke referendumwet. Hiervoor is op dit

tijdstip al door uw raad een verordening vastgesteld. Punt is dat het kabinet Balkenende in het

Strategisch Akkoord aangekondigd heeft dat deze wet zal worden ingetrokken. Hierover is inmiddels

een wetvoorstel voor advies aangeboden aan de Raad van State. Ook de komst van een correctief

wetgevingsreferendum li kt van de baan. Het kabinet Balkenende heeft hiervoor als alternatief

aangekondigd de operatie met de voorlopige werktitel Beter Bestuur voor Burger en Bedrijf. Dit

programma kent drie pijlers: terugdringen van bureaucratie en regelzucht; verbeteren kwaliteit

overheidsfunctioneren en publieke dienstverlening en vergroten van keuzevrijheid van burgers en

ondernemers.

De fractie van Groen Links/D'66 heeft ons om een standpunt gevraagd met betrekking tot de positie

van de klankbordgroepen. Wij hebben onze visie hierover op papier gezet. De notitie Werkwijze van

de klankbordgroepen zal geagendeerd worden voor de vergadering van de raadscommissie ABA van

28 oktober 2002 en de raadsvergadering van 5 november 2002. Ter voorbereiding op de

evaluatienotitie op de nota Vinger in de Pap zijn in de burgerenquéte 2002 vragen op genomen, die

ingaan op de betrokkenheid van en wensen bij de burgers over de burgerparticipatie in de gemeente.

Daarnaast zijn in het kader van het project Buurt aan Zet en de toepassing van de ABCD-methode

participatietrajecten uitgezet.

In de bijdrage van de fractie van de SP is een kritische noot gekraakt over het motto gedeelde

verantwoordelijkheid, dat onder andere gerealiseerd moet worden middels publiek-private

samenwerking. Hierin wordt het beeld geschetst dat dit ten koste gaat van de lokale democratie omdat

rekening gehouden moet worden met belangen van marktpartijen en dat al in een vroegtijdig stadium.

Vertrekpunt van ons college is dat bij deze vormen van samenwerking - noodzakelijk om de

ontwikkelingstaakstellingen van de gemeente waar te maken - de regie in handen moet blijven van de

gemeente. Dat veronderstelt dat goede en heldere kaders worden gesteld door de raad waarop ook

controle mogelijk is. Het voorbeeld van de herontwikkeling van het Hatématerrein kan dit

verduidelijken. Als niet gekozen was voor een vorm van pps zou dit terrein met de noodzakelijk

geachte maatschappelijke functies niet herontwikkeld kunnen worden. Nu kan dat wel en worden de

risico's gespreid. Wethouder Van Heugten zal namens ons college in zijn beantwoording ingaan op de

situatie in Binnenstad-Oost. 1

De fractie van Groen Links/D66 heeft de gewetensvraag gesteld of de missie op het terrein van

bestuurlijke vernieuwing mislukt is als het opkomstpercentage in alle wijken niet is toegenomen. De

vraag is of het opkomstcijfer alleen het meetpunt zou moeten zijn. De afgelopen Tweede

3

Kamerverkiezingen wijzen uit dat niet alleen beleidsinhoudelijke items maar ook wisselende

gevoelens onder de burgerij van invloed kunnen zijn bij de opkomst bij verkiezingen. Feitelijk hebben

wij er deze collegeperiode voor gekozen om de contacten met de wijken en de inwoners te

intensiveren. De insteek om de relatie met de klankbordgroepen te verbeteren getuigt daarvan ook.

Ook in de beleidsvoering willen we daarmee op allerlei terreinen aan de slag. Nu de rol van de

raadsleden als volksvertegenwoordiger in het gedupliceerde stelsel extra aandacht krijgt, ligt daar ook

voor uw raad een taak weggelegd om de bestuurlijke betrokkenheid van de bevolking te vergroten.

HANDHAVING

Veel fracties hebben aandacht gevraagd voor de handhavingsproblematiek (PvdA, SDH/OH

Heimondse Belangen). Dat sluit aan op de belangstelling die dit onderwerp sedert enige tijd ook

landelijk krijgt. Vaak wordt daarbij een relatie tot veiligheid gelegd. In onze visie is het

handhavingsprobleem ook een organisatorisch probleem van de overheid. Als er regels gesteld

worden, dienen deze ook gehandhaafd te worden. Feitelijk kan daarmee ook in veel gevallen de

veiligheid bevorderd worden. De afgelopen jaren zijn toezicht en handhaving tekort geschoten.

In onze beleving is versterking van de handhaving noodzakelijk om navolgende redenen:

- Maatschappelijke onvrede over tekortschietende handhaving rechtsregels met name in het

publieke domein;

- onduidelijkheid over waarden en normen in de samenleving;

- veranderde waarden en normen;

- calculerende burger;

- handhavingsorganisatie is gefragmenteerd;

- bestuurlijk geniet handhaving geen prioriteit;

- handhaving is soms sterk incidentgericht en weinig programmatisch.

De aandacht voor het onderwerp handhaving suggereert dat er feitelijk weinig of niets zou gebeuren

op de verschillende beleidsterreinen. Niets is minder waar. Door de verschillende afdelingen en

diensten worden op tal van terreinen handhavingsactiviteiten ontplooid. Genoemd kunnen onder

andere worden de controles op de gebruiksvergunningen door de brandweer, het toezicht op de

horeca, de activiteiten van bouw- en woningtoezicht. De waarheid gebiedt te zeggen dat intensivering

mogelijk en ook noodzakelijk is om ambtelijke gedoogsituaties te vermijden. Gedoogbeleid moet een

bestuurlijke aangelegenheid zijn en tot een minimum beperkt worden. Feitelijk constateren wij een

tekort schieten van het handhavingstoezicht in de openbare ruimte. Ad hoc wordt getracht thans al

een inhaalslag te maken middels een project in het centrum en reactivering van de werkgroep

pensions.

Onlangs is door ons aan dit thema al een B en W special gewijd. Door ons is aangedrongen op een

uitwerking waarbij de landelijke lijn: het ontwikkelen van een visie, het opstellen van een

handhavingsprogramma en daarbij behorende protocollen, ten grondslag ligt. Daarbij zal aangestuurd

worden op een integrale benadering waarbij ook rekening gehouden wordt met het integraal

veiligheidsbeleid. In bestuurlijk opzicht is het gehele college verantwoordelijk voor de handhaving van

regelgeving.

Intern wordt hard gewerkt aan de totstandkoming van een handhavingsnota. Bezien zal moeten

worden hoe een en ander uitgewerkt moet worden in relatie tot benodigde capaciteit en middelen.

Gezien de complexiteit en de relatie met het integraal veiligheidsbeleid zal de in het vooruitzicht

gestelde nota niet voor begin 2003 beschikbaar kunnen zijn voor bespreking in uw raad.

Om niet alle energie en middelen te behoeven stoppen in handhavingstrajecten verdient het

aanbeveling beleidsprocessen en de juridische vormgeving daarvan zodanig te ontwerpen dat

gedragscorrectie van betrokkenen zo veel mogelijk achterwege behoeft te blijven. Doelstelling moet

zijn om aan de voorkant van het proces te investeren zodat aan de achterkant minder energie gestopt

behoeft te worden.

Het vorenstaande laat zoals hiervoor gesteld onverlet dat bestaande handhavingstrajecten, zoals het

project verkeershandhaving aangestuurd door het openbaar ministerie en de regionale

milieuhandhaving hun eigen dynamiek houden. Het signaal van de fractie van de PvdA dat aandacht

4

geschonken moet worden aan illegale kamerbewoning in de binnenstad wordt door ons opgepakt. De

ambtelijke werkgroep pensions heeft opdracht gekregen om onderzoeken in te stellen.

Wat betreft het fietsen in het voetgangersgebied, een vraag van de HSP, melden wij dat een

handhavingsactie is opgezet waarin integraal wordt samengewerkt tussen de citywinkeliers, de politie

en de Stichting Stadswacht Heimond. De strekking van de actie is dat startend met een opvoedend

traject (City-ondernemers) via een waarschuwingstraject (Stichting Stadswacht Heimond) tenslotte

voor de die-hards een repressief traject (regiopolitie) wordt uitgevoerd.

VEILIGHEID

Het bevorderen van de feitelijke veiligheid en van de veiligheidsgevoelens staat hoog op de politieke

agenda, zo is gebleken uit de bijdragen van alle fracties. De realiteit gebiedt te zeggen dat in

belangrijke mate bepalend is de beeldvorming in de vier grote steden in Nederland. Situaties, die zich

daar voordoen, vragen om een aanzienlijke beleidsintensivering. Die slag wordt nu gemaakt. In de

beeldvorming loopt Rotterdam bij die aanpak voorop met aanzienlijke budgetten voor de verbetering

van de veiligheid en kwantitatieve taakstellingen die gehaald moeten worden. Dat is benadering die

aanspreekt omdat het een oriëntatiepunt biedt bij het afleggen van verantwoording, ambtelijk en

bestuurlijk. Bij dit alles dient oog gehouden te worden op de noodzaak om ook preventief te werken

aan veiligheid. Veel is in het recente verleden ondernomen in preventieve zin, ook in de welzijnssfeer.

Dat moet ook zo blijven.

In de afgelopen jaren heeft Heimond een goede startpositie gecreëerd om de voorgestane

beleidsintensiveringen ook daadwerkelijk gestalte te geven. Zo heeft in 2000 een inventarisatie

plaatsgevonden van de veiligheidssituatie in de gemeente. Aan de hand hiervan is het Masterplan

Integraal Veiligheidsbeleid 2001-2004 opgesteld dat op 3 april 2001 door uw raad is vastgesteld.

Hierin zijn door uw raad de prioriteiten voor het veiligheidsbeleid benoemd. Aan de hand hiervan is de

uitwerking ter hand genomen in het actieprogramma IVB 2002. In dit actieprogramma zijn concrete

actiepunten opgenomen. Ook is verleden jaar overgegaan tot de aanstelling van een coördinator

integraal veiligheidsbeleid. Het is evenwel te kort dag om nu al tastbare resultaatsverbetering te

kunnen melden. Daarom is ook gekozen voor beleidshorizon van 4 jaar om aan het einde van die

periode de balans op te kunnen maken. In de tussenliggende jaren zal telkens bezien moeten worden

of er aanleiding is voor bijstelling. Het jaarlijkse actieprogramma IVB is daarvoor het juiste kader.

Het is zeer de vraag of deze benadering toereikend is gezien het belang dat uw raad hecht aan

veiligheid en de beleidsvoornemens van het kabinet Balkenende op dit terrein. De Minister van BZK

heeft in het vooruitzicht gesteld dat dezer weken een geactualiseerde beleidsvisie gepubliceerd zal

worden. Ingestoken wordt op een samenhangend beleid voor alle ketenpartners: het programma Naar

een veiliger samenleving. Beoogd wordt te komen tot resuitaatafspraken. Veiligheid is de komende tijd

topprioriteit binnen het grote stedenbeleid, waarbij de mogelijkheid van de instelling van een vierde

pijler uitdrukkelijk wordt benoemd. Of en in hoeverre dit dient te leiden tot een bijstelling van het

integraal veiligheidsbeleid zal nader onderzocht moeten worden. Los hiervan is al een ontwikkeling

aan de gang waarbij gestreefd wordt naar het gaan werken met wijkveiligheidsplannen om op die

manier helder in kaart te brengen welke problemen er zijn en om de aanpak ervan met de

ketenpartners te vergemakkelijken. Dit ontwikkeltraject wordt komend jaar ingezet. Bij bespreking van

het actieprogramma IVB 2003 begin 2003 in de commissie ABA kan op de actuele situatie worden

ingegaan. Dan kan ook helder worden of in 2003 extra middelen benodigd zijn. Bij de behandeling

van de voorjaarsnota 2003 kunnen dan de noodzakelijk geachte besluiten genomen worden.

Bij het uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid lopen we tegen capaciteitsbeperkingen aan. Dat

geldt voor de politie, de gemeente en voor de ketenpartners. Dat dwingt tot een kritisch evalueren van

werkprocessen en procedures. Door te streven naar efficiency en effectiviteit is winst mogelijk.

Daarnaast hebben burgers, bedrijven en instellingen ook zelf een eigen verantwoordelijkheid. Zij

zullen daar ook op aangesproken en gewezen worden. Ook binnen het veiligheidsbeleid zullen

prioriteiten gesteld moeten worden. De suggestie om burgers te raadplegen over de veiligheidsituatie,

gedaan door de fractie van Helmond Actief, past in dit kader. In de inwonerenquéte 2002 zijn'over de

veiligheidsituatie ook vragen gesteld. Daarbij vormt het onderwerp veiligheid in de Lens-onderzoeken

een belangrijk aandachtspunt. De uitkomsten zullen bij de beleidsvoering gebruikt worden. Gezocht

zal moeten worden naar oplossingen voor lacunes die ontstaan.

5

Een goed voorbeeld hiervan is de aanstelling van vrijwillige verkeersregelaars. De fractie van

Heimondse Belangen vraagt naar de stand van zaken. Het is de vraag of de overheid hiervoor moet

zorgdragen. Wel voor de opleiding maar voor het feitelijke inzetten? Ligt het niet veeleer in de rede dat

organisatoren van grote evenementen op de openbare weg daarvoor zelf zorg dragen? Om een start

te kunnen maken zullen de stadswachten deze opleiding volgen. Om genoemde redenen zal bij het

nieuw te vormen evenementenbeleid dit item aandacht krijgen.

Gesproken is door de fractie van CDA en SP over de knelpunten bij de financiering van de ID-banen.

Wethouder Houthooft zal daar in algemene zin op antwoorden. Toegespitst op de positie van de

stichting Stadswacht Heimond als een van de partners in het integraal veiligheidsbeleid wordt het

volgende opgemerkt. Door de Haagse beleidswijziging is verdere groei van de stichting Stadswacht

Heimond momenteel uitgesloten; integendeel verwacht wordt dat de formatieomvang gaat krimpen.

Haaks hierop staat het voornemen van minister Remkes om de stadswachten meer met

opsporingstaken te gaan belasten onder regie van de politie. De voorgestane verschuiving van

toezichthoudende taak naar een (algemene) opsporingstaak en koppeling aan de politie roept vragen

op over de financiering, het gewenste kwaliteitsniveau en de aansturing. Op dit ogenblik bestaat

hierover nog geen helder beeld. Wij willen zo mogelijk voor de tweede instantie van de

begrotingsbehandeling uw raad nader informeren over de actuele stand van zaken of anders de

commissie ABA op 18 november 2002.

Wij willen hierbij vooraf opmerken dat in onze optiek er evenwel voor gewaakt moet worden dat de

regionale politie enkel belast wordt met de opsporing van strafbare feiten terwijl gemeenten

geconfronteerd worden met de financiering van stadswachten en ambtenaren, met bijzondere

opsporingsbevoegdheid, belast met toezicht op de openbare orde. De middelen daartoe ontbreken,

los van de principiële vraag of een dergelijke tweedeling wel gewenst is. Landelijk is een suggestie

gewekt dat in de toekomst bestuurlijke boeten voor handhaving van bepaalde delicten kunnen

terugvloeien naar de gemeenten. Of dat werkelijkheid wordt, is nog ongewis. Wij zullen gelijktijdig met

de presentatie van het actieprogramma IVB 2003 aan de commissie ABA begin 2003 concrete

voorstellen presenteren, rekening houdend met de door uw raad getrokken kaders.

Voorts zijn door de verschillende fracties vragen gesteld over concrete aangelegenheden. De fractie

van het CDA heeft om informatie gevraagd over de stand van zaken met betrekking tot het

coffeeshopbeleid. Verleden jaar heeft de commissie ABA ingestemd met uitbreiding van het aantal

gedoogde coffeeshops van 1 naar 3. Verleden jaar is gesteld is dat uitbreng plaats zou moeten

hebben in het gebied van de politieafdeling Heimond-West en in het gebied van de politieafdeling

Heimond-Oost of Heimond-Centrum. Indertijd zijn daarbij geen concrete locaties aangeduid. Gevolg

is dat de binnenkomende aanvragen en getoetst moeten worden aan het opgestelde en door de

commissie AB geflatteerde beleidskader. Aanvragers moeten aangeven welk pand zij op het oog

hebben. De concrete locatie wordt dan planologisch getoetst. Tot op heden zijn er geen nieuwe

vergunningen verstrekt. Er zijn nog aanvragen in behandeling.

Een succes is de aangescherpte aanpak tegen hennepkwekerijen. Door uitzettingen uit huurwoningen

wordt duidelijk gemaakt dat deze kwekerijen niet getolereerd worden. Wat betreft uitzettingen uit

woningen, niet zijnde corporatiewoningen, van bewoners die overlast veroorzaken, waarnaar

gevraagd is door de fractie van de PvdA, geldt dat dit een veel lastiger situatie is. Als het gaat om

andere huurwoningen zal in eik individueel geval door de betreffende verhuurder de afweging

gemaakt moeten worden of de gang gemaakt moeten worden naar de kantonrechter om een

ontruimingsvonnis te krijgen. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Als het gaat om een eigenaar van een

woning die overlast veroorzaakt kan geen uitzetting bewerkstelligd worden. Hooguit kan middels een

kort gedingvonnis een verbod op bepaalde gedragingen verkregen worden.

Toezicht op buitenlanders die in auto's slapen, dit in antwoord op een vraag van de fractie van de

PvdA, heeft geen structurele aandacht, zolang het incidenten betreft. Wel zijn er in de gemeente bij

een aantal tuinbouwbedrijven overnachtingsmogelijkheden gecreëerd waar tijdelijke werknemers

verblijven. Waneer duidelijk wordt dat het een structureel verschijnsel is en de betrokken we@kgever in

Heimond woonachtig is, zal betrokkene door ons aangesproken worden op de noodzaak om voor

deze tijdelijke arbeidskrachten een passende overnachtigingsmogelijkheid te creëren. Overigens doet

dit probleem zich ook in andere gemeenten voor. In regionaal verband wordt getracht hiervoor een

eensluidend beleid te formuleren.

6

Door de fractie van het CDA is nog een opmerking gemaakt over regionale samenwerking in relatie

tot het oplossen van knelpunten bij de brandweer. Inmiddels is bericht ontvangen dat de aan de

regionale brandweer toegekende uitkering gelabeld is. De facto betekent dit dat niet gerekend moet

worden op financiële ondersteuning van de regionale brandweer bij de realisering van het

brandweerbeleidsplan 1998-2001. Rond de jaarwisseling zal aan uw raad een actualisering van dit

beleidsplan worden aangeboden. Daarbij zal worden ingegaan op de financiële knelpunten en

mogelijke oplossingsrichtingen voor de noodzakelijke beleidsintensiveringen bij de gemeentelijke

brandweer. Besluitvorming is daardoor mogelijk bij de behandeling van de voorjaarsnota 2003.

HERINDELING EN REGIONALE AANGELEGENHEDEN

Met het aantreden van het kabinet Balkenende is duidelijk geworden dat het herindelingsontwerp van

minister De Vries voor de stadsregio Eindhoven-Heimond bedoeld om de beide centrumsteden voor

de komende 25 jaar de noodzakelijke ruimte te geven de eindstreep niet zal halen. Een nog geheim

wetsontwerp en een daarbij behorend advies van de Raad van State ligt op het bureau van de thans

demissionaire minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De uitnodiging voor een

gesprek met de betrokken gemeenten en het provinciaal bestuur is op het allerlaatste moment

ingetrokken. Gehoopt wordt dat een missionaire bewindspersoon binnen afzienbare tijd aan zal

geven hoe het nu verder moet. Gezien de partijpolitieke verhoudingen en eerder ingenomen

standpunten zijn wij daarover niet optimistisch gestemd en hebben wij de conclusie getrokken dat op

basis van inhoudelijke motieven gezocht moet worden naar overeenstemming met de

gemeentebesturen van Asten en Someren over de noodzaak van grenscorrecties op vrijwillige basis.

De fracties van de PvdA, D'66/Groen Links en VVD hebben deze aanpak onderschreven.

Inhoudelijk zijn daarvoor aanknopingspunten: het grote tekort aan bedrijventerreinen in Zuidoost-

Brabant, zoals ook blijkt uit de Bedrijventerreinenmonitor 2002 van het SRE en de behoefte aan

nieuwe bouwlocaties voor woningbouw na voltooiing van Brandevoort. In antwoord van vragen van de

fractie FEH dienaangaande zijn wij van oordeel dat woningbouw in Lungendonk, gelegen binnen

stedelijk gebied zoals aangegeven in het streekplan "Brabant in balans" niet strijdig is met het

groeiklassenbeleid. Gezien de taakstelling om niet alleen voor de inwoners van onze stad te bouwen

maar ook voor de inwoners van de regiogemeenten liggen naar onze opvatting hier

aanknopingspunten om bij de woningbouwprogrammering en toewijzing ook rekening te houden met

de wensen van het gemeentebestuur van Someren. De spanningen op de regionale woningmarkt en

de toekomstperspectieven dwingen om, ook gezien de lange ontwikkeltijd van nieuwe bouwlocatie,

tijdig een koers uit te zetten. In dit kader verdient ook aandacht de toekomstige ontsluiting van het

woongebied Lungendonk. Een noodzakelijke oost-westverbinding tussen de Rochadeweg en de

Brandevoortsedreef noopt op termijn ook tot een beperkte grenscorrectie met de gemeente Mierlo.

Wij willen ons de komende collegeperiode inzetten om op basis van consensus de genoemde

grenscorrecties te realiseren. Mogelijkerwijs kan ook de provincie Noord-Brabant - indien de

gemeenten er onderling niet in slagen om te komen tot grenscorrecties op vrijwillige basis - haar

eigen verantwoordelijkheid oppakken en met voorstellen tot grenscorrectie komen . Uit een toelichting

van minister Remkes in VNG-magazine blijkt dat er geen absoluut taboe is op onvrijwillige

herindelingen. Noodzakelijk is wel dat de argumenten die aangevoerd worden voor een herindeling of

grenscorrectie voldoende hard zijn, waardoor een afweging tegen het nagenoeg altijd aanwezige

gebrek aan draagvlak van de bevolking bij de gemeente die grondgebied moet afstaan, tot de

mogelijkheden behoort. Veel overleg, geduid en stille diplomatie is in dit dossier geboden om tot

resultaten te komen.

Uit de tussentijdse zelfanalyse van het grote stedenbeleid is naar voren gekomen dat wij meer moeten

investeren in de relatie met de buurgemeenten. Stappen zijn daartoe inmiddels gezet. Uit een

inventarisatie is gebleken dat er op een aantal terreinen sprake is van constructieve doelgerichte

samenwerking op specifieke beleidsterreinen. Met de fractie van het CDA zijn we het eens dat we

hiermee door moeten gaan. Inmiddels is een bestuurlijk overleg gepland om te zien hoe we hiermee

verder moeten gaan.

In het verlengde hiervan ligt de samenwerking in SRE-verband. Tot 1 januari 2004 blijft de

samenwerking in Zuidoost Brabant gestoeid op de Kaderwet bestuur in verandering. Daarna vervalt dit

7

specifieke wettelijke kader en zal de intergemeentelijke samenwerking enkel en alleen gebaseerd zijn

op de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze wet zal worden aangepast om bij

grensoverschrijdende problemen te komen tot een meer verplichtende samenwerking. Voor de regio

Zuidoost-Brabant geldt dat de trein inmiddels rijdt en bij de invulling van de toekomstige

samenwerking aangesloten zal worden bij de inmiddels bereikte resultaten. Er wordt een nieuwe

gemeenschappelijke regeling voorbereid die op 1 januari 2004 in werking moet treden. Hiervan zal

ook onderdeel uitmaken de financiering van regionale beleidsinitiatieven.

COMMUNICATIE

In antwoord op vragen van de fractie van de PvdA merken wij op dat de website van de gemeente

onlangs een sterke verbetering heeft ondergaan met de bedoeling het zoeken gemakkelijker en de

geboden informatie toegankelijker te maken. De site wordt ook steeds interactiever: bezoekers kunnen

steeds meer reageren op de informatie (vaak met behulp van virtuele formulieren). Op korte termijn

worden aan de site de mogelijkheden van opiniepeilingen en forumdiscussies toegevoegd. Ook de

mogelijkheid van een digitale, interactieve gemeentegids wordt onderzocht.

Helaas blijkt de techniek soms te haperen. Er wordt alles aan gedaan om met de leveranciers van

deze techniek tot een oplossing te komen.

Behalve op de website zi .n de raads- en commissiestukken ook in te zien in de stadswinkel tijdens de

openingstijden. De vergaderingen worden aangekondigd via de gemeentelijke informatierubriek in een

plaatselijk huis-aan-huisblad.

Het promoten van Heimond is niet alleen gebaseerd op indrukwekkende bouwplannen. Ook culturele

en sociale onderwerpen komen daarbij aan bod. Als er in de sociale sector nieuwe, unieke projecten

worden ontwikkeld, dan zullen we die zeker bij onze promotionele activiteiten betrekken.

De door de VVD-fractie geconstateerde stijging van de kosten van het product communicatie

(overigens de genoemde 57% hebben wij niet kunnen terugrekenen) is grotendeels gebaseerd op

boekhoudkundige en budgettair neutrale verschuivingen. Zo zijn intussen de subsidie aan Stadsradio

Heimond en de kosten voor het stadsmagazine (die betaald worden uit bestaande budgetten bij

diensten en afdelingen) onder het product communicatie opgenomen. Voorheen werden deze elders

verantwoord. Belangrijk is verder nog dat de afdeling communicatie in 2001 met één fte is uitgebreid

conform het raadsbesluit inzake de algehele versterking van de gemeentelijk organisatie.

Met betrekking tot de huisstijl hebben wij intussen besloten daarbij uit te gaan van het huidige wapen

en briefpapier. Wel willen we eenduidige afspraken met en tussen alle onderdelen van de organisatie

laten vastleggen over gebruik van die huisstijl. De financiële consequenties zullen derhalve te

overzien zijn.

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Door de fractie van de PvdA is herinnerd aan de intentie om een ontwikkelingsrelatie op te bouwen

met een gemeente die sterke banden heeft met Heimonders van allochtone herkomst. In de afgelopen

collegeperiode is dit niet van de grond gekomen ondanks een aantal pogingen daartoe. Het eertijds

daarvoor beschikbaar gestelde budget is inmiddels toegevoegd aan de algemene middelen.

Onzerzijds is het de vraag of niet teruggekomen moet worden op eerdere beleidsintenties, enerzijds

vanwege het problematische karakter om te komen tot een goede en blijvende relatie en anderzijds

ook bezien in het licht van het eertijds bescheiden budget en de beperkte ambtelijke capaciteit voor

deze werkzaamheden. Bekend mag worden verondersteld dat het gemeentelijk beleid op het terrein

van ontwikkelingssamenwerking gericht is op het ondersteunen van een aantal projecten die door de

eigen bevolking al gedragen worden. Het gemeentebestuur is volgend, niet initiërend op dit terrein.

1

Wethouder P.G.M. Tielemans

Financiën, Middelen en Ondersteuning en Cultuur

1

INLEIDING

Financiële positief economische ontwikkeling

Veel fracties spreken hun bezorgdheid uit over de sombere economische vooruitzichten en de

gevolgen daarvan voor de gemeente. Gevraagd wordt om een concreet beeld van de financiële

positie in de komende jaren. Is de begrotingspositie van de gemeente wel solide genoeg om

tegenvallende ontwikkelingen te kunnen opvangen? Moet het beleid niet worden aangepast? Moeten

investeringen niet worden uitgesteld of heroverwogen? Zomaar een greep uit de vragen die er leven.

Ook wij onderschrijven de zorg om de economische ontwikkelingen. Onze brief van 7 oktober j]. aan

de Raad getuigt daarvan. En ook in de beleidsbegroting zelf wordt gewezen op een tegenvallende

groei. Wij komen daarop zo dadelijk terug.

Allereerst benadrukken wij echter geen doemscenario te willen creëren. De macro-economische

ontwikkelingen zijn minder rooskleurig, maar Nederland noch de globale economie bevindt zich in een

echte recessie. Wel is er reden tot zorg. Reden waarom het kabinet in de Rijksbegroting een aantal

maatregelen heeft aangekondigd om te bezuinigen. In onze brief van 7 oktober meldden wij die aan u.

De belangrijkste aankondigingen zijn maatregelen in het gemeentefonds en bezuinigingen op

specifieke doeluitkeringen, zoals voor de Melkertbanen en de categorale bijstand en de budgettering

van de bijstand. Dit laatste wordt overigens niet aangekondigd als een bezuiniging maar als een

efficiencymaatregel. Op termijn wordt nog de afschaffing van de OZB voor woningen aangekondigd.

Er is nog veel onzeker. Zo wordt er bijvoorbeeld op de departementen en in het maatschappelijk

verkeer nog druk gediscussieerd over de vraag of er voor de ongewenste neveneffecten geen

alternatieve doeluitkeringen of andere maatregelen moeten komen. Ook onderzoekt men nog een

doeluitkering voor veiligheids- en handhavingsbeleid, die de neveneffecten van het wegvallen van

Melkertbanen in de sector van de stadswacht moet compenseren. Ook de budgettering van de

bijstand hoeft niet per definitie tot hogere kosten te leiden. Tenslotte zal ook de afschaffing van de

OZB nog volop ter discussie komen voordat het 2005 is.

Totdat er meer duidelijkheid komt over de effecten van dergelijke Rijksmaatregelen willen wij niet

vooruitlopen op de maatregelen die Heimond moet nemen. Hoewel ambitieus staat het college een

voorzichtig en realistisch beleid voor. Dat was voor een belangrijk deel al ingezet in de

begrotingsvoorstellen, waarin een ombuigingsoperatie van E 5 miljoen wordt voorgesteld, niet alleen

voor herprioritering, maar vooral ook voor de effecten van het Rijksbeleid en voor de sanering van het

meerjarentekort!

In de brief van 7 oktober wordt het voorzichtige beleid voortgezet, door thans geen voorstellen te doen

voor de inzet van de hogere uitkering van het gemeentefonds, structureel E 1,3 miljoen per jaar. Dit

bedrag blijft in ons voorstel gereserveerd totdat de effecten van het Rijksbeleid voor Heimond

concreter vormen heeft aangenomen. Bij de volgende voorjaarsnota willen wij daarover verder met u

van gedachten wisselen. Dat ook het Rijk de gemeenten niet aanzet tot doemdenken blijkt uit de

volgende uitspraak van Minister Remkes:

" De laatste tijd komt in alle duidelijkheid naar voren dat de economische groei de komende

jaren lager zal uitkomen. Het evenredigheidsbeginsel brengt met zich dat ook de gemeenten

geconfronteerd worden met de gevolgen van de beperktere economische onwkkeling. De

gewijzigde economische omstandigheden hebben het kabinet genoopt tot ombuigingen op de

Rijksbegroting. Die hebben hun neerslag gevonden in het Strategisch Akkoord, kort daarna

ook in verdere, aanvullende ombuigingen.

Na verwerking van deze onontkoombare aanpassingen op de Rijksbegroting resteert er voor

het gemeentefonds niettemin een reële groei van naar schatting 1,45i gemiddeld per jaar. Dat

is vergelijkbaar met de groei in de afgelopen twee kabinetsperioden. Uit het Financieel

overzicht gemeenten blijkt dat er de komende kabinetsperiode sprake zal zijn van een

financiële ruimte voor de gemeenten van bijna E 400 miljoen.

Hierdoor is er de komende jaren voor de gemeenten - ondanks de somberder financieel

economische vooruitzichten - toch een redelijke budgettaire ruimte voor het nemen van

nieuwe beleidsinitiatieven, waarbij een duidelijke prioriteitsstelling die ruimte v@rder kan

vergroten. In dit verband ben ik me er van bewust dat de gemeenten, evenals dat voor het

kabinet geldt, de komende tijd financieel en beleidsmatig voor een uitdaging staan. Met de

1

VNG zal ik bespreken hoe daar in vruchtbare samenwerking uitvoering aan gegeven kan

worden."

Tot slot merken wij op dat het beleid en de maatregelen die wij thans in de begroting voor 2003

voorstellen zijn gestoeid op een degelijke financiële grondslag. Weliswaar zijn een aantal maatregelen

genomen om "verborgen" financiële ruimte te vinden, maar de beschikbare middelen zijn solide, en er

is gereserveerd om eventuele tegenvallers op te vangen. Naast de Algemene Reserves zijn dat

bijvoorbeeld een voorziening om tegenvallers in de Rijksuitkering uit de zogenaamde

behoedzaamheidsreserve op te vangen en een aanzienlijke post Onvoorzien incidenteel. Ook voor

andere mogelijke risico's, zoals renteontwikkelingen en risico's op financieringen zijn voorzieningen

gevormd. Tenslotte is met behulp van stelposten rekening gehouden met mogelijk tegenvallende

ontwikkelingen in inkomsten en uitgaven, ondermeer in de sfeer van lonen en prijzen.

Nadelige economische ontwikkelingen kunnen daarnaast een nadeel betekenen voor de vestiging van

bedrijven en voor de verkopen van gronden. Via onze participatie in de programma's van het SRE,

voor de economische ontwikkeling (Programma Horizon) en de ontwikkeling van de toeristisch-

recreatieve sector proberen wij een tegenwicht te bieden. Dat wij vooralsnog de bijdrage aan het Fl.

11,50 fonds hebben opgeschort staat daar los van. De reden daarvoor was dat het fonds ruimschoots

is gevuld en er voldoende middelen zijn om de voorziene programma's uit te voeren. De verkopen van

gronden zou een nadeel kunnen opleveren als we rekening hielden met toekomstige winsten. Dat is

niet het geval. De voordelen uit het grondbedrijf waren steeds de voordelen die voortkwamen uit de

vrijval van voorzieningen die niet nodig bleken als gevolg van de prijsontwikkeling. Slechts bij een

prijsdaling zou er een mogelijk probleem optreden, maar dat voorzien wij vooralsnog zeker niet. Een

teruglopende vraag naar grond wordt opgevangen door ook de investeringen in het Grondbedrijf te

temporiseren.

Grotestedenbeleid (algemeen)

In de begroting informeerden wij u over de ontwikkelingen rond het Grotestedenbeleid. Overigens

komen de GSB-doeistellingen ook steeds meer terug binnen de diverse gemeentelijke

beleidsterreinen. Ook uw raad constateert dat en verwerkt dat in de vragen over die verschillende

beleidsterreinen. Uit het ontbreken van specifieke reacties op het Grotestedenbeleid leiden wij af, dat

onze begroting op dit punt brede steun geniet, hetgeen ons uiteraard verheugt.

Dualisering

Algemeen Beleidsprogramma (VVD, CDA, FEH, GLD66, HB)

Bij de begrotingsstukken is een eerste proeve van een algemeen beleidsprogramma gevoegd. Het

algemeen beleidsprogramma is het belangrijkste begrotingsstuk voor de raad in het duale stelsel.

Vanaf volgend jaar zal uw raad daarin moeten vastleggen, wat uw raad (op programmaniveau) wil,

wat daarvoor gedaan gaat worden en wat dat programma per programmaonderdeel mag kosten.

De huidige omvangrijke en gedetailleerde begrotingsstukken zullen dan niet meer aan u worden

voorgelegd.

De eerste proeve is een eerste poging geweest daar vorm aan te geven. Duidelijk is, dat er een aantal

verbeteringen noodzakelijk en mogelijk is. Wij zijn daarom ook blij met de verschillende suggesties,

die door een aantal fracties gedaan zijn.

De voorliggende eerste proeve is gebaseerd op de Integrale Stadsvisie Heimond 2010 (en het MOP)

uit 2000 en ons collegeprogramma. In deze stukken is de Heimondse lange-termijnvisie verwoord,

terwijl in ons collegeprogramma de prioriteiten staan.

Wij zijn er van overtuigd, dat wij in deze collegeperiode de stadsvisie en het MOP nog een keer zullen

moeten actualiseren. Het MOP loopt immers in 200312004 af, terwijl de basis van de stadsvisie in

1999 is gelegd.

Over de opzet en de opbouw van het volgende algemeen beleidsprogramma stellen wij u voor kort na

de begrotingsbesprekingen met u van gedachten wisselen in de Rekeningcommissie. Mogelijk dat

deze commissie zich zou kunnen ontwikkelen tot een commissie voor Planning en Control.

De resultaten van dat overleg willen wij gebruiken voor het opstellen van het volgende concept van

het algemeen beleidsprogramma. Wij zullen een voorloper opnemen bij de stukken van de

voorjaarsnota.

2

Task-force

In de bestuurlijke samenvatting bij de begroting hebben we aangeven, waarom wij voorstellen om over

te gaan tot een task-force met een ombuigingstaakstelling van E.5 min.

Enerzijds wordt dit ingegeven door het tekort op de meerjarenbegroting, de economische

ontwikkelingen en de actuele ontwikkelingen op rijksniveau en anderzijds door de noodzaak om

middelen vrij te maken voor de realisatie van het collegeprogramma.

De fractie van Heimond Aktief vraagt zich of de in de begroting genoemde speerpunten buiten

beschouwing blijven.

De fractie GroenLinks/D66 vraagt of al bekend is op welke onderdelen wij ombuigingen voor ogen

hebben.

In principe is het uitgangspunt, dat geen enkel beleidsterrein op voorhand buiten beschouwing blijft.

Het ligt echter voor de hand, dat daarbij centraal blijft staan dat wij de speerpunten uit het

collegeprogramma op een zo goed mogelijke wijze trachten vorm te geven.

Verder is het streven er op gericht om ook gemeenschappelijke regelingen e.d. te laten meedelen in

de ombuigingen. In dit verband wordt opgemerkt, dat de gemeente Eindhoven de SRE recent heeft

verzocht om ombuigingsvoorstellen voor te bereiden, waardoor de bijdrage verlaagd kan worden.

Overigens stellen wij u voor dit initiatief te ondersteunen.

Verder zijn wij het met GroenLinks/D66 eens, dat de ombuigingen in principe niet gezocht moeten

worden in een lastenverzwaring voor de burger. Met betrekking tot de heffingen blijft echter een 1 00%

dekking van de kosten uitgangspunt bij de tariefvaststelling.

Het is de bedoeling, dat de gemeenteraad (samen met ons college) een actieve rol krijgt in deze task-

force om daarmee te streven naar een eindresultaat dat mag rekenen op een brede steun vanuit uw

raad.

FINANCIEN

lnvesteringsbeleid

Beleidsnota Strategische Investeringen (VVD)

De Beleidsnota Strategische Investeringen (BS]) is besproken in de raadsvergadering van 5 februari

jl., waarbij besloten is, dat de beleidsnota ".... en de daarin voorgestelde systematiek een adequate

basis zal bieden voor het doen van nadere afwegingen in de komende raadsperiode."

De VVD vraagt nu naar een actualisering.

Op zich is dat mogelijk, maar dat verandert de systematiek niet. Een actualisering van het BS] staan

wij op dit moment niet voor. Wel zijn wij voornemens om, in het kader van de voorjaarsnota 2003 een

(beknopt) strategisch programmadocument op te stellen op basis waarvan de te maken hoofdkeuzes

verder kunnen worden ingevuld.

Als basis voor dit document zal het huidige BSI dienen.

Voortzetting ophoging IVP met f.907.550 na 2004

De VVD stelt voor de voortzetting van de ophoging van de financiële ruimte van het IVP afhankelijk te

stellen van de begrotingsruimte 2004 en latere jaren en een beslissing hierover uit te stellen tot de

voorjaarsnota 2003.

Het al of niet doorzetten van de ophoging leidt op zich niet tot meer begrotingsruimte omdat de

ophoging plaatsvindt onder gelijktijdige verlaging van de post onvoorzien structureel. Het niet

doorzetten van de ophoging zou derhalve leiden tot een ophoging van de post onvoorzien met

E.90.755.

Bij de ophoging van de investeringsruimte is het spanningsveld tussen ambities en beschikbare

investeringsruimte leidend geweest. Doordat de post onvoorzien in het meerjarenperspectief jaarlijks

groeit achten wij het verantwoord om de ophoging van de investeringsruimte ook na 2004 door te

zetten.

Dekking investeringsprogramma

In het investeringsprogramma 2003-2006 worden extra investeringen mogelijk gemaakt doo@ de inzet

van een investeringsimpuis ad E.7,3 min, zijnde E.2,8 extra grondopbrengsten en E.4,5 min uit de

reserve structuurversterking en rentevoordelen. Daarnaast worden extra investeringen voorzien, die

gedekt worden uit de reserve infrastructurele werken.

3

Met name de VVD heeft vragen gesteld over de toereikendheid van de genoemde reserves. Voor een

uitgebreide toelichting daarop wordt verwezen naar het onderdeel reserves.

Ten aanzien van de dekking d.m.v. extra opbrengsten uit grondverkopen, waarnaar door meerdere

fracties is geïnformeerd, herhalen wij datgene wat wij in de inleiding hebben opgemerkt.

De verkopen van gronden zou een nadeel kunnen opleveren als we rekening hielden met toekomstige

winsten. Dat is niet het geval. De voordelen uit het grondbedrijf waren steeds de voordelen die

voortkwamen uit de vrijval van voorzieningen die niet nodig bleken als gevolg van de prijsontwikkeling.

Slechts bij een prijsdaling zou er een mogelijk probleem optreden, maar dat voorzien wij vooralsnog

zeker niet. Een teruglopende vraag naar grond wordt opgevangen door ook de investeringen in het

Grondbedrijf te temporiseren.

Deze verhoging zal in de praktijk (in ieder geval op termijn ) leiden tot een voordeel van een gelijk

bedrag op de grondexploitatie van het grondbedrijf en daarmee tot een extra uitkering van E.2.8 min.

Overigens verwijzen wij u ook naar het gestelde hierover in de inleiding van deze beantwoording.

Voorstellen tot verschuivingen in het investeringsprogramma

Diverse fracties hebben verzocht om aanpassingen c.q. verschuivingen in het voorliggende

investeringsprogramma.

Het voorstel van de PvdA betreft de opvoering van een drietal posten met een voorstel de extra

kosten daarvan te dekken uit de gelden voor de centrumontwikkeling. Het gaat om een bedrag van

E. 1,75 miijoen. De voorgestelde extra intensiveringen zijn:

¿ een bedrage van 1 miljoen euro te besteden aan Binnenstad-Oost;

¿ een bedrag van 0,5 miljoen naar Lokaal Sociaal Beleid ;

¿ een bedrag van 0,25 miljoen als reservering voor de ondertunneling van de Traverse.

Bij overname van uw voorstel worden de centrumplannen zoals in december vorig jaar door de raad,

inclusief de fractie van de PvdA, zijn geaccordeerd, ernstig tekort gedaan. Wij achten het niet

verantwoord om een dergelijke verschuiving in het investeringsprogramma door te voeren.

De SDHOH verzoek om het investeringsbedrag ad E.3.8 min ten behoeve van een multifunctionele

zaal, zoals opgenomen in het investeringsprogramma in 2005, naar voren te halen om een snellere

realisatie mogelijk te maken.

Behalve het genoemde bedrag van E.3,8 min is voor 2003 een bedrag opgenomen van E.200.000 om

dit proces in gang te zetten en voor te bereiden. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het

onderdeel Kunst en Cultuur.

Diverse fracties geven in hun betoog aan op onderdelen accentverschuivingen voor te staan.

Verschuivingen van investeringen gaat echter vrijwel altijd gepaard met extra benodigde middelen,

waarvoor de aanvullende dekking niet beschikbaar is. Verder lijkt het ons meer verantwoord om

eventuele verschuivingen te betrekken bij de voorjaarsnota 2003, waarbij deze integraal afgewogen

kunnen worden en in relatie gebracht kunnen worden met de strategische keuzes die dan voorliggen.

Reserves en voorzieningen

De fractie van de VVD gaat uit van de veronderstelling dat de GSB reserve met E 347.000 wordt

verlaagd om de Algemene Reserve en de Reserve Structuurversterking weer op peil te brengen.

Verder is het voor deze fractie niet duidelijk waaruit de onttrekkingen uit de reserve

Structuurversterking en de Reserve lnfrastructurele Werken worden gedekt en waarom de reserve

Brandevoort een negatief saldo kent van E 0,8 min. De fractie van Heimondse Belangen mist een

specificatie van de Reserve lnfrastructurele Werken.

Hierbij de volgende opmerkingen.

Bij ons onderzoek naar de mogelijkheden tot aftopping van bestemmings- en egalisatie reserves zijn

wij uitgegaan van een clustering van deze reserves naar de bekende GSB-pijlers. Het betreft hier

echter niet de bestaande GSB-reserve; alleen de indeling volgens GSB is daarbij aangehouden. De

4

middelen uit deze aftopping zijn dan ook vrij besteedbaar. Voorgesteld wordt om E 347.000 uit deze

middelen te bestemmen om de Algemene Reserve en de Reserve Structuurversterking weer op peil te

brengen. Zoals gezegd is er voor het uit te voeren GSB-programma een aparte GSB-reserve waarin

voldoende middelen aanwezig zijn om dit programma uit te voeren.

In het overzicht van reserves en voorzieningen in de beleidsbegroting 2003 zijn in de kolommen

mutaties alleen de stortingen en onttrekkingen ten gunste of ten laste van de beheersbegroting

opgenomen. De stortingen vanuit het grondbedrijf en de onttrekkingen ten gunste van het

investeringsprogramma 2003-2006 zijn niet meegenomen. Deze omissie wordt bij de evaluatie van het

begrotingsproces meegenomen en zal derhalve volgend jaar niet meer voorkomen.

Onderstaand het verloop van de reserve structuurversterking vanaf het saldo jaarrekening 2001:

RESERVE STRUCTUURVERSTERKING

Jaarrekening saldo 2001 E 4.187.384

Rentetoevoeging 2002 E 219.838

Verwachte uitgaven ( incl. claims IVP 2002-2005) E (3.768.905)

Verwachte inkomsten E 290.071

Saldo begin dienstjaar 2003 E 928.388

Rentetoevoeging 2003 E 73.100

Saldo einde dienstjaar 2003 volgens staat D E 1.001.488

Onderstaande mutaties dienen hier aan te worden toegevoegd:

Op peil brengen reserve structuurversterking (conform eerdere E 464.000

besluitvorming)

Bijdrage aan Kenniswijk BV1 e marap 2002 E (433.279)

Tussentijdse storting le marap 2002 E 2.483.000

Extra onttrekking van E 381.000 t.o.v. het IVP 2002-2005 E (381.000)

Tussentijdse storting 2e marap 2002 E 1.616.142

Onttrekking t.b.v. investeringsimpuis 2003-2006 E (3.624.633)

Eventuele rentetoevoeging 2002 p. M.

,Verwacht eindsaldo 2003 (vrij besteedbaar) E 1.125.718

In bovenstaand overzicht is rekening gehouden met een onttrekking van E 3.6 min t.g.v. de extra

investeringsimpuis 2003-2006. De resterende 0,9 min komt uit de rentevoordelen 2003 en 2004.

Tezamen met de E 2,8 min uit de extra opbrengsten als gevolg van de aanpassing van de

grondprijzen ingaande 2003 vormt dit het bedrag van in totaal E 7,3 min voor de extra impuls 2003-

2006.

Alle claims uit het IVP 2002-2005 zijn meegenomen in bovenstaand saldo. ]n het IVP 2003-2006

wordt een extra onttrekking gedaan van E 381.000 t.g.v. Bijdrage BV Kenniswijk (post 045 MO-1).

Onderstaand een specificatie van het verloop van de reserve infrastructurele werken:

Hieruit blijkt, dat de omvang van de reserve voldoende is voor de afdekking van de in het

investeringsprogramma voorgenomen investeringen.

Wel wordt onderkend, dat de reserve nauwelijks ruimte biedt voor nieuwe omvangrijke

investeringsprojecten zoals bijvoorbeeld de hoofdwegenstructuur.

Nadat meer inzicht bestaat over de omvang van de hiermee gepaard gaande kosten, zullen wij ons in

de aanloop naar de voorjaarsnota 2003 nader beraden op de mogelijkheid om voor dergelijke

projecten te gaan sparen. Het op te bouwen spaarbedrag zou dan mogelijk ook kunnen dienen voor

het gemeentelijk aandeel bij cofinanciering.

5

Overzicht reserve infrastructurele werken

Claims na

raming 2001 rek-2001 2001 2002 _ 2003 2004 2005 2006

Saldo per 1.1. 8.528.569 8.528.569 9@423.275 2.874.845- 1.959.313- 3.023.985- 2.025.982-

rente 5.25% va. 2000 447.750 447.750 494.722 150.929- 102.864- 158.759- 106.364-

storingen grondbedhjf (woningbouwgebieden + ind. terreinen) 2.659.606 1.949.820 2.435.438 2,218.531 2.241.674 1.928.566 2.150.000

netto bijdrage financiehngsschap (eenmalig) 435.629 161.727

bijdrage Sijmulus (Brandevoorterdreeg 341.243

sub-totaal inkomsten 3,542.985 2.559.297 3.271.403 2.067.602 2.138.810 1.769.807 2.043,636

uitgaven

begr.wijz,1

nr. j.v.p.

a. bestaande claims (o.b.v. begnwipz.)

1. Brandevc>ortsedreef 34-1997 10.330 10.330 10.330

2. Wolfsputterbaan (aansluiting

Rembranddaart/Venuslaan) 27-1994 985.426 985.426 985.426

3. WolfsputterbaardDierdonk planranden 85-1998 733,668 733,668 733.668

4. Persleiding Pres. Roosevelgaan 11-1997 1.633.609 1.633.E>Og -

5. Sanering bosvennen 24-1997 37.609 30.982 14.396 14.396

6. Brandevoortsedreef 46-2000 696.498 686.498 686.498

idem; Voorfinanciering subsidie V.&W 5.320.573 5.320.573 5.320,573

idem; Ontvangst bijdrage V.& W. 2.660.287- 2.660.286-

b. bestaande claims cfm. lnv. Proor. 1998119991

2000 en 2001 (dc>oraeschoven).

7. Kruispunt HeeWaari/Hoofdstraat 210.15 K 226.890 226.890 226.890

8. Aansluitng Houtsestr./Brandevoortsedr 210.10.2 680.670 467.394 467.394

9. Reconstr. Geldropseweg-rotonde 210.15 N 1.134.451 1.134.451 1.134.451

10. Westende oostelijk deel

1 1. Plankosten infrastructuur 223.259 223.259 223.259

12. Masterplan De Braak

13. Rochadeweg kruispuntoplossing 59.158 59.158

14. Kruisingen Rochadeweg tussen N266/PW21 0 210.15 M 2.132.767 2.132.767

15. Kruisingen Rc>chadeweg tussen N266/PVV210 210.15 M 2.132.767- 2.132.767-

16. Kruispunt Rochadeweg/PW21 0 ongelijkmoers 210.15 M 1.066.384 1.066.384 1.066.384

17. Hehndchfing Hoofdstraat (extra) 210.15 r9 1.143.526 1.143.526 1.143.526

18. Voorlopige B.T.W.-claim belastingdienst 907.560

idem vervallen 907.560-

IVP 2002 - 2005

19. Kanaalomlegging: realiseren leemberging 210.A 340.335

20. Westendeloostelijk deel 210.15 Dl 285,882 588.780

21. WestendeMestelijk deel 210.15 D2

22. Aanpak station en omgeving + passerelie 210.15 G 453.780 453.780

23. Kromme Steenweg 210. 363.024

24. Doodrekking Kromme Steenweg 210. 360.755

25, Openbare ruimte Stiphout 210.15 H 453.780 453.780

26. 3e fase Hoofdwegenstructuur planvorming 210.15 1 113.445

27. Hednr.Hc>ofdstraat deel Koeveidsestr./Heekl. 210.15 L 363.024

28. Mierdensedijk langzaamverkeerverbinding 210. N 385.713

29. Verbinding HatematerreirVCentrum 210. 226.890 226.890

30. CosmeUsche maatr. Omg.Westenderrraverse 210. 367.562

31. Plankosten infrastructuur 210.15 0 76.235 76.235 76.235 76.235

32. Vervolmaken fietspadennetwerk 230. 113.445 113.445 113.445 113.445

33. Stimulering openb.vervoer, aanp.infrastr. 230. 13,613 13.613 13.613 13.613

34. Station Brandevoort 230. 226.890 2.042,011

35. Ecologische zone middengebied Brandevoort 580.90 A

36. Aanv. middelen 2e fase "t Hout (BW 68-2002) 907.560

Ophoging investeringen IVP 2003-2006 158.823 4. B41.025 522.755

sub-totaal IVP 2002 (bijstelling) 4,127.357 6.178.768 1.086.803

Naijlingseffecten: 315.000- 315.000- 315.000-

sub-totaal uitgaven 13.952.051 1.664.591 12.071.953 15.569.523 1.152.070 3.203.482 771.803

geactualiseerd saldo 31-12 1.880.497. 9.423.2 2.648.678- 2.874.845- 1.959.313. 3.023.985- 2.025.982-

Reserve Brandevoort

M. b.t. het negatieve saldo van de reserve Brandevoort het volgende:

Ten behoeve van de financiering van de bouw van een school in Brandevoort is in 2000 besloten om

vanaf 2000 per vierkante meter verkochte grond E 4,54 te storten in deze reserve. Aangezien de

uitgaven zich vooral concentreerden in de eerste jaren en de inkomsten verspreid zijn over de totale

looptijd van de ontwikkeling in Brandevoort, laat de reserve een tijdelijk negatief saldo zien wat de

komende jaren zal worden afgebouwd.

Algemene reserve (Groenlinksl D66)

De minimale omvang van deze reserve is gekoppeld aan de omvang van de uitkering uit het

gemeentefonds. De voorgesteld bijstorting om deze minimale omvang te realiseren is een gevolg van

dit voorschrift en heeft geen relatie met de hoogte van het gemeentelijk uitgavenpatroon.

6

Uitkering uit het gemeentefonds

In onze brief van 7 oktober jl. hebben wij u geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen van de

uitkering uit het gemeentefonds.

De VVD en FEH vragen zich af of het verstandig is om de behoedzaamheidreserve voor 100% in te

zetten en leggen hierbij een verband met de slechte economische ontwikkelingen.

Werking behoedzaamheidreserve

De hoogte van het gemeentefonds is gekoppeld aan de Rijksuitgaven. De definitieve

gemeentefondsuitkering van een jaar wordt jaarlijks achteraf (in maart) bepaald aan de hand van de

voorlopige jaarrekening van het Rijk. Met andere woorden: pas als bekend is hoeveel het Rijk

daadwerkelijk heeft uitgegeven, wordt duidelijk wat de uitkering van het gemeentefonds definitief

wordt.

Op voorhand (bij het opstellen van de rijksbegroting) is het dus voor het Rijk moeilijk om te bepalen

wat de definitieve hoogte van het gemeentefonds zal worden. Daarom wordt jaarlijks landelijk E 208

miljoen van het gemeentefonds niet direct tot uitkering gebracht maar (op rijksniveau) "geparkeerd" in

een behoedzaamheidreserve. Dit geld wordt dus opzij gezet om als buffer te dienen, indien de

rijksuitgaven achterblijven op de Rijksbegroting.

Indien achteraf blijkt dat dit zich heeft voorgedaan, dan wordt de behoedzaamheidreserve eerst

gebruikt om de verlaging van het gemeentefonds op te vangen. Een eventueel restant van de

behoedzaamheidreserve wordt via de nacalculatie uitbetaald.

Inzet behoedzaamheidreserve

In 2001 is de behoedzaamheidreserve voor de volle 100% uitgekeerd. Dit betekent dus dat het Rijk

ook daadwerkelijk heeft uitgegeven wat op de Rijksbegroting stond. Ook voor 2002 wordt op grond

van de huidige inzichten verwacht dat de behoedzaamheidreserve voor de volle 100% zal worden

uitgekeerd. Dit is voor ons aanleiding geweest om in de begroting 2003 op voorhand rekening te

houden met een volledige uitkering van deze reserve in 2003. Hierdoor is de structurele ruimte in de

begroting met E 544.000 toegenomen.

Het risico op eventuele tegenvallers bij de uitkering behoedzaamheidreserve is hierdoor wel groter

geworden. Daarom wordt de gemeentelijke reserve om eventuele tegenvallers

uitkering behoedzaamheidreserve op te vangen, conform de provinciale richtlijnen in het kader van het

toezicht op de gemeentefinanciën, opgehoogd tot 200% van de hoogte van de

behoedzaamheidreserve.

De uiteindelijke uitkering van de behoedzaamheidreserve wordt niet beïnvloed door voor latere jaren

aangekondigde (rijks)bezuinigingsmaatregelen. Deze maatregelen kunnen wel de begroting van de

uitkering gemeentefonds in latere jaren beïnvloeden. In welke mate is echter weer afhankelijk van of

en zo ja, hoe het bezuinigde geld door het Rijk weer wordt ingezet. Met andere woorden: in latere

jaren zal, als de aangekondigde bezuinigingen ook daadwerkelijk doorgevoerd gaan worden, de

meerjarenbegroting van de uitkering gemeentefonds in principe (negatief) beïnvloed worden.

Ook in de komende jaren zal echter weer E 208 miljoen van de alsdan begrote uitkering "geparkeerd"

worden in een behoedzaamheidreserve, om als buffer te dienen in het geval het Rijk in dat jaar er niet

in slaagt om uit te geven wat begroot werd. Indien het Rijk in die jaren gewoon uitgeeft wat er begroot

is, dan zal dus de volle 1 00% van de behoedzaamheidreserve uitgekeerd worden.

E.5,22-fonds (f.1 1,50- fonds)

Mede gezien de omvang van de beschikbare middelen in het E.5,22-fonds hebben wij in de

meerjarenraming vooralsnog geen rekening gehouden met verdere stortingen.

Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij naar het antwoord van wethouder Houthooft-Stockx

terzake.

Belastingen en tarieven

Beperking hondenoverlast (PvdA):

De hondenbelasting is in principe een algemeen dekkingsmiddel, waarvoor is afgesproken dat de

opbrengsten gefaseerd (na aftrek van de uitvoeringskosten) volledig zullen worden bestemd voor de

beperking van de hondenoverlast. Deze fasering wordt volgens afspraak uitgevoerd, waarbij

omstreeks 2004 het niveau zal zijn bereikt, dat alle netto opbrengsten beschikbaar zijn voor de

beperking van de hondenoverlast.

7

Verzoek SP koppeling heffingen aan OZB

De SP vraagt een collegestandpunt m.b.t. de koppeling van afvalstoffenheffing en riooirechten aan de

onroerend zaakbelasting, zodat de waarde van de woning bepalend wordt voor het tarief van de

gemeentelijke belastingen:

De waarde van een woning heeft geen relatie met de mate van verontreiniging. Voor de

afvalstoffenheffing wordt juist nu een beperkt gedifferentieerd tarief ingevoerd wat meer recht doet aan

het principe "de vervuiler betaalt".

Ook het riooirecht kent een beperkte mate van differentiatie van het tarief, waarbij een basistarief tot

een waterverbruik van 1200 m3 geldt. Daarboven bestaat een gestapeld tarief, dat met name voor

grootverbruikers van toepassing is.

De afvalstoffenheffing en het riooirecht zijn duidelijke voorbeelden van doelbelastingen, die in de visie

van ons college niet aan de waarde van de woning gekoppeld dienen te worden, maar een relatie met

het geproduceerde afval of afvalwater dienen te hebben.

Standpunt ta.v. voorgenomen afschaffing OZB (H.B.)

Wij zullen aan de minister van BZK ons ongenoegen kenbaar maken tegen de voorgenomen

afschaffing van de OZB voor woningen en onze bezorgdheid uitspreken. Daarmee steunen we het

VNG-standpunt.

Daarnaast zullen wij elke mogelijkheid benutten ons standpunt kenbaar te maken en ons streven tot

handhaving van de OZB kracht bij te zetten.

Overige (financiële) aangelegenheden

Besparing op inhuur

Naar aanleiding van de vraagstelling van het CDA kunnen wij mededelen, dat de besparing op inhuur

geheel in de begroting is ingeboekt. Bij de managementrapportages wordt dit verder gemonitord.

(zie o.a. tweede managementrapportage 2002)

BTW-compensatiefonds

De fractie Heimondse Belangen vraagt waarom E 100.000 gereserveerd moet worden voor een fonds

dat feitelijk inkomsten zou moeten gaan genereren. Het budget van E 100.000 is bestemd voor de

afdekking van de kosten van invoering (bijvoorbeeld aanpassing van het financieel systeem) en

uitvoering van het per 1 januari as. in werking tredend van het BTW-compensatiefonds. Het gaat hier

om een bedrag wat door het ministerie van financiën in het gemeentefonds wordt gestort ter afdekking

van deze kosten. Er is dus geen directe relatie tussen dit bedrag en de resultaten van het fonds.

Subsidieverwerving

Naar aanleiding van de hierover gestelde vragen met name over de terugverdieneffecten merken wij

het volgende op.

Bij het verkrijgen van subsidies geldt het adagium "de kost gaan voor de baat uit".We zullen dus eerst

moeten investeren in de kosten van subsidieverwerving alvorens deze kosten terug te kunnen

verdienen d.m.v. het binnenhalen van extra subsidies. Overigens laten de meeste subsidieregelingen

het überhaupt niet toe dat op desbetreffende projecten de kosten van de subsidieverwerving worden

toegerekend. Tenslotte willen wij de subsidies maximaal inzetten voor onze ambities.

Afwikkeling rijksbijdrage Brandevoortsedreef (H8)

Heimondse Belangen vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de rijksbijdrage voor de

Brandevoortsedreef.

De aanvraag is op 7 november 2001 aan het rijk voorgelegd. Ruim voor het zomerreces hebben we

nog aanvullende vragen beantwoord. Binnenkort hebben we een gesprek met de regionale directeur

en verwachten dan de definitieve beschikking. De daadwerkelijke uitbetaling wordt in 2003 en 2004

verwacht. Wij zullen u uiteraard op de hoogte houden van het verdere verloop.

Vrije reserves Obragas (Heimond Aktieo

De vraag omtrent de "vrije reserves Obragas" is niet geheel duidelijk.

De afgelopen maanden is Uw raad en de commissie M. & 0. regelmatig geïnformeerd o@ntrent de

voortgang van de verkoop van de aandelen Obragas en de bestemming en besteding van de met

name in juni j.l. ontvangen middelen.

8

Daarbij is aangegeven, dat de thans bekende resultaten goed overeen komen met de aannames,

zoals deze begin dit jaar zijn gedaan. De bedragen, zoals ontvangen zijn gereserveerd in de

bestemmingsreserve Obragas, E.34,5 miljoen daarvan is nodig om rente te genereren ter compensatie

van de wegvallende dividend, E.7,8 miljoen is nodig om rente te genereren voor de dekking van de

investeringsimpuis. Er resteert dan nog een buffer van E.1.047.000,waarvan E.600.000 nodig is voor

renterisco's.

Tot nu toe is voor het rendement van de Obragasgelden uitgegaan van 5%. De extra buffer in de

reserve is vooralsnog nodig voor mogelijk tegenvallende rendementen.

Een en ander blijkt met name ook uit het overzicht wat is toegestuurd aan de commissie M. & 0 en

besproken in de vergadering van 29 augustus j.l. Voorts kan in dit verband verwezen worden naar de

26 Concernmarap (pagina 1 l), welke in de raadsvergadering van 5 november a.s. aan de orde komt.

De financiële gevolgen van de verkoop zijn weliswaar nog niet volledig vertaald in de concept-

begroting 2003 (m.n. de staat van reserves), maar de effecten daarvan zijn middels stelposten op

basis van de huidige beschikbare informatie wel zo volledig mogelijk meegenomen.

KUNST EN CULTUUR

De meeste fracties uit uw raad hebben vragen gesteld over, of kanttekeningen geplaatst bij het kunst-

en cultuurbeleid. Daarbij ligt het accent op de haalbaarheid van het kunst- en cultuurpleinproject,

podiumvoorzieningen en evenementen. Hierop wordt nu nader ingegaan.

Podiumvoorzieningen

De VVD-fractie constateert dat het plan voor een vlakke vloerzaal in steeds bredere kring omarmd

wordt en wellicht op korte termijn in het Steenwegkwartier gerealiseerd kan worden.

Ook de SDH/OH -fractie spreekt haar waardering uit.

Wij zijn blij met de instemming van ons streven in het Steenwegkwartier tijdens de raadsperiode te

komen tot de bouw van een voor de stad geschikte multifunctionele, platte vloerzaal. Deze platte zaal

dient in ieder geval geschikt te zijn voor de amateurkunst, de zestiger jarenpop en de

carnavalsactiviteiten. Er ligt grote druk op de realisatietermijn. Daarom ontwikkelt op dit moment de

gemeente samen met Bavaria BV en vastgoedontwikkelaar VolkerNVessels/Stevin naast het reeds

bestaande stedenbouwkundig plan een alternatief plan voor het Steenwegkwartier. Dit alternatief

behelst ook een compleet plan voor het Steenwegkwartier maar met de renovatie van de oude zaal

Traverse en de ruimte van de voormalige Scalabioscoop. Wij hopen een definitieve keuze eind januari

2003 aan u voor te kunnen leggen.

Het nu in voorbereiding zijnde plan voorziet in een zaal voor 800 personen.

Met betrekking tot het voorstel van de fractie SDH/OH om de gemeentelijke bijdrage van 3,8 miljoen

zo die al nodig zou zijn - naar voren te halen, wachten wij voorshands de resultaten van het

haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot het Steenwegkwartier af. Deze zien wij in januari 2003

tegemoet.

De beoogde publiciteitscampagne rond de heropening van 't Speelhuis roept bij de fracties van SP,

PvdA, Groen Links en D66 twijfels op. Daaraan ligt naar wij begrijpen het beeld ten grondslag dat -

omdat enkele voorstellingen reeds zijn uitverkocht - het publiek de weg naar het theater wel weet te

vinden. Dit beeld spoort niet met de harde realiteit; de kaartverkoop (abonnementen en losse verkoop)

blijft tot op heden duidelijk achter bij het gewenste (en uit exploitatieoogpunt noodzakelijke) volume.

Een extra PR-campagne is ons inziens dan ook dringend geboden. Wij verwijzen in dit verband ook

naar de conclusies en aanbevelingen uit de onderzoeksrapporten van Buro Van Ranshuysen, recent

aan de leden van de commissie SE toegezonden.

Door de fractie Groen Links 1 D66 is gevraagd naar de kosten gemoeid met de aanpassingen van de

Gaviolizaal tot klein theater.

Wij kunnen u mededelen dat de kosten hiervan E 97.500,= hebben bedragen.

9

De vraag naar de kosten van het terugbrengen van de Gaviolizaal in de oorspronkelijke vorm kunnen

wij op dit moment niet concreet beantwoorden omdat nog geen bestek en begroting is opgemaakt

voor deze operatie.

Voor inzicht in de exploitatie van 't Speelhuis en Gaviolizaal gedurende de renovatie van 't Speelhuis

verwijzen wij graag naar hetgeen terzake is gepresenteerd bij gelegenheid van

managementrapportages en jaarrekeningen.

Evenementen

Door de fracties van CDA, Heimondse Belangen, de Heimondse Seniorenpartij '97, SP en PvdA zijn

vragen gesteld of opmerkingen gemaakt over de 'kasteeltuinconcerten'. Dat dit evenement een succes

is geworden met veel draagvlak in Heimond is duidelijk en staat ook bij ons college niet ter discussie.

In ons schrijven van 3 oktober 2002 aan de fractievoorzitters zijn we op achtergronden reeds nader

ingegaan. De vraag die voorligt is of de gemeente dit evenement structureel wil subsidiëren. Ons

college is de mening toegedaan dat de discussie hierover gevoerd dient te worden in het kader van de

behandeling van de in voorbereiding zijnde evnementennota. Er wordt naar gestreefd deze eind van

dit jaar op stuurgroep- en collegeniveau te kunnen bespreken. Behandeling op commissie- en

raadsniveau kan dan begin 2003 plaatsvinden. Bij een positief besluit van uw raad kan een subsidie

ten laste gebracht worden van het voorgestelde surplusbedrag van E 40.000,= voor evenementen. Dit

laatste uiteraard onder voorbehoud van goedkeuring van dit bedrag door uw raad.

Door de fractie van Groen Links/D66 wordt een onderbouwing gevraagd van de voorgestelde

verhoging van het evenementenbudget met E 40.000,=. Dit bedrag hebben wij in de begroting laten

opnemen om de mogelijkheid te scheppen het evenementenaanbod te verdiepen en verbreden. In

afwachting van nadere besluitvorming is er bijvoorbeeld ruimte geschapen om de kasteeltuinconcerten

te continueren en evenementen als Artimond en Jazz in Catstown op het huidige financiële peil te

kunnen handhaven.

Ook subsidiering van de stichting 60er Jaren Pop, de fractie Heimondse Belangen informeerde

hiernaar, kan in het kader van de aangekondigde evenementennota worden afgewogen.

De fracties van SDH/OH vragen aandacht voor het ontbreken van ondersteunende commerciële

activiteiten rond de succesvolle Warandeconcerten. Wij zijn het met u eens, dat een laagdrempelige

horecavoorziening in de nabijheid van het Caratpaviljoen niet zou misstaan. Wij zeggen u toe de

haalbaarheid te laten onderzoeken.

Bij de verdere uitwerking van de evenementennota vraagt de PvdA fractie aandacht voor de terugkeer

van de kerstmarkt en meer interculturele wijkmanifestaties.

Aan deze onderwerpen zal in de nota aandacht worden besteed.

Bibliotheek

Met betrekking tot de bibliotheek vraagt de Heimondse Senioren Partij '97 of wij van mening zijn dat er

een adequate invulling gegeven moet worden aan het effectief gebruik van deze voorziening.

Uiteraard delen wij deze visie. In een beleidsnota met betrekking tot het bibliotheekwerk in Heimond,

die naar verwachting in de eerste helft van het komende jaar aan u zal worden voorgelegd, zal hierop

nader worden ingegaan.

Beeldende kunst

Door de Heimondse Senioren Partij '97 wordt met betrekking tot de in voorbereiding zijnde

beeldenroute door de stad gevraagd om samenspraak met de burgers.

Wij veronderstellen dat hier sprake is van een misverstand. Het betreft hier geen route gerelateerd

aan nieuw te plaatsen beelden, maar de 'vertaling' in een logische, gevarieerde en beloopbare route

door het centrum langs reeds aanwezige objecten.

De beoogde route zal naar verwachting nog met een twee- á drietal kleine, reeds in gemeentebezit

zijnde, sculpturen worden afgerond.

De PvdA-fractie pleit voor een verdergaande professionalisering van de Stichting De Nederlandsche

Cacaofabriek. Dit is, naar wij aannemen, mede ingegeven door de recente ontwikkelingen rond de

zogenaamde ]D-banen. Een bestaande vacature bij de stichting kan op grond van deze

ontwikkelingen naar zich thans laat aanzien niet meer worden ingevuld via een regeling voor

gesubsidieerde arbeid. Dit zet het functioneren van de instelling onder druk.

10

Aangezien de problematiek rond de gesubsidieerde banen breder speelt - en geen zaak is die zich tot

Heimond beperkt - stellen wij u voor de ontwikkelingen in deze op landelijk niveau af te wachten en

vervolgens te bezien hoe hierop lokaal kan worden ingespeeld.

Museum

De PvdA fractie pleit voor ophoging van het museumbudget ten behoeve van publiciteit. Het

Gemeentemuseum Heimond - kasteelmuseum en Boscotondohal vormen samen één museum -

beschikt over een acceptabel bedrag ten behoeve van publiciteit. De opmerking dat er beleid gemaakt

moet worden op dit terrein kunnen wij niet goed plaatsen.

De lokale, regionale en landelijke publiciteit met betrekking tot exposities en activiteiten van het

museum is - ook in relatie tot vergelijkbare musea - ons inziens alleszins goed te noemen.

Amateurkunst

De fractie van de PvdA pleit voor opname van culturele verenigingen, zoals 't Akkoordje en De

Notenkrakers, in het subsidiebestand.

Indien deze verenigingen voldoen aan in de Subsidieverordening Amateurkunst gestelde criteria,

komen ze in aanmerking voor subsidie. Desbetreffende verzoeken zien wij tegemoet.

Monumentenbeleid

Door meerdere fracties wordt aandacht gevraagd voor het herstellen van historische gevels, met

name in het centrum.

Wij kunnen deze oproep onderschrijven.

De resultaten zoals deze de afgelopen jaren zijn geboekt vragen om een vervolg.

Het is nu naar onze mening (en dit in antwoord op de fractie PvdA) niet het juiste moment om de

begroting hierop aan te passen.

In 2003 zult u aan de hand van een nieuwe beleidsnota Monumenten het onderwerp voorgelegd

krijgen.

Dan ook lijkt ons het geëigende moment om gefundeerde keuzes te maken omtrent voor dit

beleidsterrein in te zetten gemeentelijke middelen.

Een vraag van de fractie Heimondse Belangen richt zich specifiek op behoud van de solitaire pilaster

in de Molenstraat middels verplaatsing naar een beschermde omgeving.

Wij moeten u mededelen dat het uit zijn historische context brengen van objecten met

monumentwaarde niet de benadering is die wij nastreven.

Wij streven naar behoud van deze waarden in zijn originele vorm op de originele plaats.

Overigens past in dit geval de kanttekening dat de pilaster geen beschermde status heeft.

Kunst- en Cultuurplein

Het Kunst- en Cultuurplein Heimond heeft u als speerpunt van beleid aangemerkt, waarbij nog een

nader onderzoek moest plaatsvinden over de dekking van een nog omvangrijk gesignaleerd tekort. In

het investeringsplan 2002-2005 is een bedrag gereserveerd van ruim E.10.000.000, terwijl de kosten

globaal werden geraamd op E.25.000.000

Momenteel wordt de laatste handen gelegd aan een nadere studie over de "Haalbaarheid en

Betaalbaarheid" van het Kunst- en Cultuurplein Heimond, die binnenkort aan u zal worden

gepresenteerd. Deze studie gaat in op de filosofie van het Kunst- en Cultuurplein, op het dekkingsplan

van de investeringen alsmede de dekking van de exploitatiekosten van dit plein. Aan u zal nogmaals

worden voorgelegd of u bereid bent dit speerpunt van beleid ook daadwerkelijk inhoudelijk en

financieel te ondersteunen.

BEDRIJFSVOERING

Huisvesting

Naar aanleiding van de vraagstelling inzake huisvesting stadskantoor, hierbij een toelichting op de

opgenomen bedragen in het investeringsprogramma.

De vraagstelling was als volgt:

"Het zal aan de hand van bovenstaande tabel mogelijk zijn aan te geven waar dat geld vandaan

moeten komen. De SDH/OH fractie denkt dan besparing op de bedrijfsvoering. Over de opvoering van

een verbouwing van het stadskantoor, die we als nieuwe investeringen zien opgevoerd, wil een deel

van de fractie nadere informatie van het college. Ruw weg E 990.000 ter discussie, anders gezegd

een structurele jaarlast van circa E 90.000."

De organisatiestructuur van de gemeente is en wordt aanzienlijk gewijzigd. Het is van belang om de

functionele organisatieveranderingen in de diensten ook te vertalen in de huisvesting van mensen en

afdelingen. Afdelingen en Diensten die samengaan kun je nu eenmaal niet op verschillende plaatsen

in het gebouw laten zitten. Dat is althans niet efficiënt en komt een goede samenwerking niet ten

goede. Daarom is een nieuw huisvestingsplan in voorbereiding, dat leidt tot bouwkundige

indelingsvoorstellen en interne verhuizingen.

Onder de bouwkundige aanpassingen vallen onder andere het verplaatsen van tussenwanden, het

toevoegen en aanpassen van deuren, schilderwerk, het aanpassen van bekabeling, het (plaatselijk)

vervangen van vloerbedekking alsmede aanpassingen in plafonds en aan ramen en kozijnen teneinde

te voldoen aan wettelijke - arbo-technische - voorschriften. Uitgangspunt in de raming van

bovenstaande is een sobere en functionele uitvoering. Tevens is de uitvoering van de verhuizing zelf

in dit voorstel opgenomen. Het opgevoerde bedrag van E 300.000,- dient hierin als totale dekking te

voorzien.

Naast aanpassing van de bestaande huisvesting is een bedrag van E 690.000 geraamd voor

nieuwbouw met als doel 500 m2 BVO (bruto vloeroppervlakte) alsmede een nieuwe externe

fietsenstalling te realiseren tussen de lsto en 2 de fase. De uitbreiding is noodzakelijk om de groei van

de organisatie van de laatste jaren, zowel in de project- en programma-organisatie als voor griffie e.d.

op te vangen. We zitten gewoon te krap in ons jasje en zijn ook niet in staat om zelfs maar een

beperkte verdere groei op te vangen. Een en ander komt tot uitdrukking in arbo-technisch

onverantwoorde oplossingen in ruimten die niet geschikt zijn, en worden eigenlijk onmisbare vergader-

en overlegruimten en spreekkamers bezet als werkruimte. Een en ander komt de efficiency niet ten

goede.

Wat betreft de fietsenstalling moet een belofte aan het personeel worden ingevuld. De fietsenstalling

is veel te krap, onder meer door het in het verleden ingevoerde mobiliteitsbeleid (geen gratis

parkeerruimte voor auto's, parkeren op afstand). Als het fietsen dan al gestimuleerd wordt, dan

moeten er ook stallingsmogelijkheden worden aangeboden. Overigens wordt aldus "werk met werk"

gerealiseerd, want de oude fietsenstalling wordt na enige verbouwingen benut als technische ruimte

voor de afdeling automatisering. Andere ontwikkelingen die leiden tot aanpassingen in de huisvesting

zijn de veranderingen in de Archiefwet, waardoor documenten veel langer bewaard moeten blijven

dan eerder het geval was. Dit heeft tot gevolg dat de interne semi-statische archieven uitgebreid

dienen te worden. Dit wordt onder andere gerealiseerd door de huidige fietsenstalling in de 2 de fase in

te richten als archiefruimte.

De "go 1 no go" beslissing voor een uitbreiding van het stadskantoor willen wij nemen in de zomer van

2003 en vertalen in een voorstel aan uw raad. De geplande nieuwbouw is onderwerp van een

bestemmingsplanwijziging waarvoor een periode van ongeveer een jaar uitgetrokken dient te worden.

De bouwtekeningen zijn op dit moment bij de architect in voorbereiding. Tegelijk loopt er een traject

rondom de mogelijke vorming van een "Bedrijfsverzamelgebouw" waarin ook onze CWI taken zouden

kunnen worden ondergebracht. Als dit inderdaad doorgaat dan zal wellicht een uitbreiding van het

stadskantoor niet nodig zijn. Besluitvorming hieromtrent zal echter naar verwachting pas tegen de

zomer van 2003 plaatsvinden. Op dat moment zal ook pas de bestemmingsplanwijziging een feit zijn.

Mocht overigens de uitbreiding niet nodig zijn, dan besparen we weliswaar op de kapitaalslasten,

maar daar tegenover zal ons aandeel in de huur van het bedrijfsverzamelgebouw staan. Er is hoe dan

ook een aanvulling op het budget voor huisvesting nodig.

Ambtelijke organisatie (PvdA)

Het proces van de ontwikkeling van de organisatie heeft er in 2002 toe geleid dat op het niveau van

hoofdstructuur de diensten gevormd zijn, te weten de diensten Middelen en Ondersteuning (M&O),

Stedelijke Ontwikkeling en Beheer (S&B) en Samenleving en Economie (S&E), aangevuld met de

stafafdelingen (Bestuurs-Juridische zaken en Beleidsondersteuning en Communicatie) en de

Brandweer.

12

De omvorming binnen de diensten (het doorstructureren) is thans aan de orde en wordt uitgevoerd

aan de hand van een organisatieontwikkelingsprogramma, waarin afspraken over inhoud, procedures

en tijdsbestekken zijn vastgelegd.

De doorstructurering verloopt in hoger tempo dan twee jaar geleden gepland en kan medio 2003

volledig worden afgerond. Bovendien is ingezet op het in brede omvang doorvoeren van integraal

management per 1 januari 2003.

Het onderwerp 'projectmatig werken' bevindt zich in de fase dat aan de hand van een plan van

aanpak de professionalisering van het projectmatig werken wordt uitgewerkt.

Voorzien is in een evaluatie daarvan in december 2002.

Met betrekking tot de vacaturevervulling kunnen wij stellen dat er geen breuk in de trend is waar te

nemen, zowel niet in kwaliteit als in kwantiteit.

In 2001 waren 103 vacatures en 82 indiensttredingen; geëxtrapoleerd in 2002 is de stand 101

vacatures en 85 indiensttredingen. Wel kunnen wij u berichten , dat alle posities op het niveau van

directeuren en afdelingshoofden nu vast bezet zijn..

Het verschil in de aantallen vacatures en indiensttredingen is terug te leiden tot interne

overplaatsingen en nog lopende selectieprocedures.

Onderschreven wordt de stelling dat het inhuren van onderzoeksbureaus zoveel mogelijk achterwege

dient te blijven. De interne expertise zal primair aangewend moeten worden; slecht in uiterste

noodzaak kan het gewenst zijn om kwaliteiten extern aan te boren. Het zal echter in een aantal

gevallen onontkoombaar zijn op grond van de werkdruk en de noodzaak om bestaande plannen

verder uit te werken en tot uitvoering te brengen om toch, zij het prudent, tot inhuur over te moeten

gaan.

13

1

1

Wethouder C.J. Bethiehem

Maatschappelijke Dienstverlening en Sport

1

ALGEMEEN

Het terrein van welzijn en zorg is volop in beweging. Zowel bij de behandeling van het concept-

programma welzijn 2003 als bij de inbreng van de fracties in de eerste instantie blijkt er veel aandacht

te zijn voor thema's op dit terrein. Ook spreken verschillende fracties hun bezorgdheid uit ten aanzien

van (landelijke) ontwikkelingen, die met name de kwetsbare groepen in de samenleving treffen. Een

voorbeeld hiervan is de financiering van ID-banen, die voor deze sector van groot belang is.

Verschillende ondersteunende functies worden op die wijze mogelijk gemaakt.

De grotere aandacht die wij wensen te besteden aan mensen wordt breed door uw raad ondersteund.

De wijze waarop mensen met elkaar kunnen en willen samenleven is een essentiële voorwaarde om

de wijken en stad leefbaar te houden.

WELZIJN

Restant conceptprogramma welzijn 2003

De fractie van het CDA stelt voor om een extra straathoekwerker aan te stellen en dit ten laste te

brengen van het restant programma welzijn 2003. Ook zien zij graag dat HOP 4 uur extra

ondersteuning kan krijgen.

Bij de behandeling van het concept-programma welzijn in de commissie SE hebben de diverse

fracties hun wensen ten aanzien van de verdeling van het restant kenbaar gemaakt. Wij mogen uit

deze reacties het volgende concluderen:

uitbreiding van het straathoekwerk bij BJ Brabant staat hoog op de agenda

uitbreiding met 4 uur professionele ondersteuning van HOP wordt breed gedragen.

en met wat dan nog resteert de SWOH een duwtje in de rug geven.

Vrijwilligersbeleid

De fractie van Heimondse Belangen maakt enkele opmerkingen over het Heimondse vrijwilligersbeleid

in het algemeen en over professionele ondersteuning in het bijzonder. De fractie van SDHIOH vraagt

aandacht voor de vrijwilligerspas en GroenLinks/D66 vraagt wanneer de nota vrijwilligersbeleid

verwacht mag worden.

Nog dit jaar zal gestart worden met het opstellen van een integrale nota vrijwilligersbeleid. Deze nota

zal tot stand komen in nauwe samenwerking met het veld. Door middel van de stappen inventarisatie

> beleidsvisie en beleidsontwikkeling > monitoring, zal deze nota worden opgesteld. Het idee om een

persoonsgebonden pasje voor vrijwilligers te realiseren zal natuurlijk worden meegenomen in het

algehele onderzoek dat zal plaatsvinden in het kader van deze nota. Het is bedoeling dat deze nota

aan u zal worden gepresenteerd voor de zomer van 2003.

Het bedrag van circa E 45.000,= dat dit jaar extra wordt uitgetrokken voor het vrijwillig welzijnswerk is

niet bestemd voor een aantal vrijwilligersorganisaties, maar voor alle organisaties die zich

bezighouden met vrijwillig welzijnswerk én zijn opgenomen in het vrijwilligersgedeelte van het

concept-programma welzijn 2003.

In het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk heeft de gemeente Heimond een

aanvraag gedaan bij het ministerie van VWS om in aanmerking te komen voor subsidie op grond van

deze regeling. Zoals u heeft kunnen zien in het concept-programma welzijn 2003 is een bedrag van E

71.755,50 gereserveerd als gemeentelijke bijdrage in het kader van deze stimuleringsregeling. De

deelprojecten waaruit de aanvraag is opgebouwd hebben met name versterking, verbreding en

deskundigheidsbevordering van vrijwilligers tot doel. Eén van de vier deelprojecten van de aanvraag

in het kader van de regeling betreft een "vliegende keeper" die daar waar nodig

vrijwilligersorganisaties kan helpen bij problemen die voortkomen uit een gebrek aan kennis,

capaciteit, ruimte, etc.

Wij hopen op korte termijn van het ministerie van VWS te vernemen of onze aanvraag al dan niet

wordt gehonoreerd.

Jeugdbeleid

De fractie van GroenLinks/D66 vraagt om de beleidslijn inzake Heimondse jongerencentra. De PvdA

stelt voor om wijkraden te subsidiëren voor het oprichten en begeleiden van jongerenwijkpanels en

vraagt aandacht voor het beheer van de jongerenaccommodaties en skatevoorzieningen. Tenslotte

vraagt de HSP om een reactie inzake haar initiatief om te komen tot een soort van jeugdcafé.

Jongerenaccommodaties maken integraal onderdeel uit van het jeugdbeleid in Heimond. Zulk een

accommodatie zorgt ervoor dat de mogelijkheden om activiteiten voor en met jongeren te organiseren

vergroot worden. Wij hebben de behoefte om de door de fractie van GroenLinks/D66 opgesomde

jongerencentra met u door te nemen, om op die wijze de verwarring zoals die bij u heerst weg te

kunnen nemen.

¿ Orion; wij zijn nog steeds voornemens om tot herbouw van Orion op dezelfde locatie over te gaan.

De afdeling BGG is gereed om met deze bouw te starten. Het probleem in deze is echter dat er

een bezwaar ligt van voetbalvereniging Mierlo-Hout tegen de herbouw op die locatie. Wij willen

deze bezwaarprocedure afwachten alvorens te (her)starten met de bouw. Voor de volledigheid

willen wij opmerken dat wij wel voornemens zijn een tijdelijke voorziening te plaatsen op dezelfde

locatie gedurende deze periode van wachten, om de jongeren toch alvast een ontmoetingspiek te

kunnen bieden. Het komt ons voor dat de jongeren niet de dupe mogen zijn van allerlei formele

procedures die veel tijd vergen. Hiervoor hebben wij overeenstemming bereikt met de

voetbalvereniging.

m Heimond Noord; daar wordt, zoals afgesproken, een jongerenvoorziening gebouwd. Aardig is het

in deze om te vermelden dat de tekeningen van het te bouwen centrum in samenspraak met

jongeren tot stand zijn gekomen.

¿ Binnenstad; het besluit om af te zien van een jongerencentrum in de Binnenstad is gebaseerd op

het feit dat wij diverse signalen hebben ontvangen dat de jongeren uit de Binnenstad geen

behoefte aan zulk een centrum hebben. Bovendien blijkt de samenwerking tussen de

verschillende gebruikers in het huidige, tijdelijke jongerencentrum (Heipoort/Toekomst) niet

optimaal te verlopen. Wij hebben er dan ook voor gekozen om af te zien van een jongerencentrum

en nu te bekijken of de realisatie van een Jongerenservicepunt tot de mogelijkheden behoort. Dit

zou een plek moeten zijn waar jongeren terecht kunnen met bepaalde vragen (sporten,

huiswerkbegeleiding, praten, etc.). De hiervoor benodigde middelen zijn opgenomen onder de

noemer "Wijkaccommodatie Binnenstad Oost". Dit is de afgelopen twee jaar ook op die wijze

opgenomen geweest in het lnvesteringsprogramma, middels het Wijkontwikkelingsplan zijn deze

middelen verder toebedeeld aan de beide voorzieningen.

¿ Tienerhuis; het Tienerhuis is op zichzelf een geweldige voorziening van waaruit een scala aan

activiteiten mogelijk zou moeten zijn. Nu horen wij echter steeds vaker dat het Tienerhuis de jeugd

niet bereikt. Wij gaan op zeer korte termijn in gesprek met het bestuur en de gebruikers van het

Tienerhuis om (gezamenlijk) te bekijken hoe het Tienerhuis beter benut zou kunnen worden.

Wij zijn van mening dat het bouwen van jongerencentra nooit een doel op zich mag zijn, maar wel een

middel om te komen tot een krachtig jongerenbeleid. De jongerencentra die we momenteel in onze

stad (gepland) hebben, bestrijken nagenoeg de gehele gemeente; jongeren uit alle wijken van

Heimond kunnen relatief gemakkelijk een jongerencentrum bereiken. Nu is het zaak om die centra ook

zo optimaal mogelijk te benutten.

Voor wat betreft het oprichten van jongerenpanels merken wij op dat wij reeds enige tijd bezig zijn met

deze vorm van jongerenparticipatie. Zo heeft het stadsdeel Brouwhuis/Rijpelberg sinds enige tijd een

kinder- en jongerenraad en zullen op korte termijn Heimond Centrum en Heimond West volgen. Ons

komt het voor dat hier ook primair een taak ligt voor de wijkraden; zij zouden jongeren moeten

stimuleren om zulke raden op te richten en deze jongeren ook moeten ondersteunen. In het concept-

programma welzijn 2003 zijn dan ook middelen opgenomen om deze raden professioneel te kunnen

ondersteunen.

Het spreekt voor zich dat wij het initiatief van de HSP erg waarderen en wij hopen dan ook dat de HSP

in de toekomst initiatieven blijft nemen aangaande de Heimondse jeugd.

Het door de HSP voorgestelde idee inzake een eventueel te realiseren jeugdcafé/jeugddisco is

besproken in de commissie SE en wordt opgepakt door een werkgroep, geformeerd uit leden van

deze commissie met ambtelijke ondersteuning. Deze werkgroep zal de (on)mogelijkheden'van zulk

een café onderzoeken en terug rapporteren naar de Commissie SE. Een eerste bijeenkomst is reeds

belegd en wel op 28 oktober aanstaande.

2

De fractie van de PVDA informeert naar de stand van zaken betreffende het project Marokkaanse

jongeren.

Het project Marokkaanse jongeren bestaat uit diverse projecten, te weten:

Band metje kind, Opvoeding in Beeld en het Coachingsproject.

De eerste 2 projecten zijn inmiddels afgerond. Gelet op het grote succes van Opvoeding in Beeld zal

dit worden herhaald. Het coachingsproject is in augustus gestart.

Daarnaast zijn een tweetal projecten aangevraagd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en deze

zijn gehonoreerd. Het gaat hier om "interscolaire loopbaanbegeleiding van allochtone jongere in

Heimond en regio" en "allochtone jongeren in detentie".

De projectgroep Marokkaanse jongeren komt twee maal per jaar bijeen om de stand van zaken te

bespreken.

Subsidiebeleid

De fractie van het CDA ondersteunt de aanbevelingen van de rekeningcommissie inzake het proces

van subsidievertrekking. Ook Heimondse Belangen wijst terecht op het belang van goede

prestatieafspraken en monitoring.

In het kader van het welzijnsprogramma wordt aan alle instellingen gevraagd om hun producten

inzichtelijk, doelgericht en meetbaar aan te bieden, waarna aan het einde van het subsidiejaar

financiële verantwoording plaatsvindt. In dit kader dient kritisch te worden gekeken naar waar partijen

staan en wat er verder nodig is om tot goede afspraken en verantwoording te komen. Het

conceptprogramma welzijn 2003 besteedt aandacht aan de rollen van de gemeente en de instellingen

in deze. In het kort komt het neer op gedeelde verantwoordelijkheid door de organisaties te betrekken

bij de beleidsontwikkeling, het maken van duidelijke afspraken en doelgericht en meetbaar werken.

MFC Brandevoort

Het CDA wijst op het belang van de noodzakelijke voorzieningen naast woningbouw, en geeft aan dat

een duidelijke planning, als uitgangspunt voor het beleid, wenselijk is. De fractie van de VVD spreekt

de hoop uit dat het voor 2005 voorziene Multifunctionele Centrum de moeite van het wachten waard

zal zijn.

Wij onderschrijven het belang van de voorzieningen voor de wijk Brandevoort. Ons uitgangspunt voor

de sociaal-maatschappelijke voorzieningen is dan ook dat deze steeds al in de initiërende fase bij de

planvorming worden betrokken. Wel is het zo dat in nieuwbouwwijken een zekere spanning tussen

enerzijds de mensen die er zich al vestigen en anderzijds de voor hen aanwezige voorzieningen

onvermijdelijk is.

Voor het Multifunctionele Centrum is er inmiddels een Programma van Eisen met als hoofdfuncties:

een basisschool, kinderopvang, sociaal-cultureel centrum en sportzaal gereed. De volgende stappen

zijn de financiële doorrekening van dit programma en vervolgens de overeenkomst met de gebruikers

op basis hiervan. Hiervoor is ook overeenstemming over exploitatie en beheersvorm vereist.

Aansluitend kan tot realisatie worden overgegaan.

Voor de gebruikers is oplevering medio 2005 een harde eis. Het tijdspad is echter een risicofactor.

Voor de realisatiefase staat in principe 2 x 18 maanden voor respectievelijk voorbereidingen en bouw,

mede als gevolg van de Europese aanbesteding. Ons college zal al het mogelijke in het werk stellen

om voor aanvang van het schooljaar 2005-2006 het multifunctioneel centrum op te leveren.

In de tussentijd is er behoefte aan tijdelijke voorzieningen voor een wijkgebouw en peuterspeelzaal.

Wij willen deze nog realiseren voor 1 januari 2003, waarop met name door de Wijkraad is

aangedrongen. Voorts is voorzien in een tijdelijke winkelvoorziening, dat zo mogelijk in het eerste

kwartaal van 2003 zal worden gerealiseerd.

MFC Stiphout

De fractie van SDH/OH vraagt op welke termijn voorstellen voor het Multifunctionele Centrum Stiphout

kunnen worden verwacht.

Op dit moment worden de mogelijkheden, nieuwbouw of verbouw van 'de Kurref, getoetst aan het

Programma van Eisen voor het Multifunctionele Centrum. De toets verkeert in de afrondende fase. Op

zeer korte termijn zullen de keuzes aan u worden voorgelegd.

3

Asielbeleid

De fracties van CDA en Heimondse Belangen hebben vragen gesteld aangaande het asielbeleid. De

fractie van het CDA wil graag een duidelijke onderbouwing van dit beleid (B5), temeer omdat het in

strijd lijkt met het rijksbeleid. De fractie van Heimondse Belangen vraagt zich af uit welke

middelen/budgetten de diensten voor deze niet-wettelijke hulpverlening gedekt worden en wat de

verwachting is van de gemeentelijke (financiële) inzet?

De invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet doet al enige tijd stof opwaaien. Vooral het vraagstuk

van (semi-)illegaal verblijf als gevolg van genoemde wet, de bijbehorende invoeringswet en

aanverwante regelgeving staan steeds vaker op de politieke agenda.

Hiertoe aangezet door uitspraken van de voormalige staatssecretaris hebben gemeenten gezamenlijk

het standpunt ingenomen NIET de uitvoering van de wet te willen dwarsbomen, maar slechts de

negatieve effecten te willen beperken daar waar dilemma's ontstaan ten aanzien van specifieke

groepen.

Met het beleidsvoorstel van de 5 grote Brabantse steden aan het Kabinet wordt het vreemdelingen-

beleid van de rijksoverheid NIET doorkruist, omdat de begeleiding gericht is op de categorie

rechtmatig verblijvende vreemdelingen.

Voor het jaar 2001 is dekking geregeld via de bijdrageregeling Sociale lntergratie en Veiligheid,

versterking van de 24-uursstructuur ( eenmalig budget) ten behoeve van het thema vreemdelingen

zonder recht op voorzieningen. Vanaf 2002 zou dit ten laste kunnen komen van de reserve

asielzoekers.

lntegratiebeleid

Integratie is een belangrijk thema in onze muiticulturele samenleving.

De fractie van GroenLinks/D66 geeft aan graag voor de zomer 2003 een door de raad geaccordeerde

nota integratiebeleid te willen zien.

In november 2001 is op verzoek van uw raad een start gemaakt met het integratiebeleid. Er is zeer

bewust voor deze term gekozen in plaats van het vroegere minderhedenbeleid. Een voorlopig Plan

van aanpak is in februari 2002 voorgelegd aan de toenmalige raadscommissie. Daarbij is ingegaan op

het thema lntegratiebeleid en de interactieve wijze waarop dit tot stand gebracht zou kunnen worden

en is de koppeling gelegd met onder meer het project Lokaal Sociaal beleid en het project lnburgering.

Voor het proces om, met actieve participatie van de diverse zelforganisaties, te komen tot een nieuw

integratiebeleid is circa 1,5 jaar uitgetrokken.

Zoals in de vergadering van de commissie SE van 26 september 2002 besproken verdient het, gezien

de (ook landelijke) ontwikkelingen met betrekking tot integratie, de voorkeur het thema integratiebeleid

nog in 2002 opnieuw aan deze commissie voor te leggen met de vraag of de eertijds geformuleerde

uitgangspunten nog steeds gelden.

De gemeente Heimond voert al langere tijd geen apart minderhedenbeleid, maar een algemeen

integratiebeleid voor alle bevolkingsgroepen. Dit is ook zo verwoord in ons Meerjarig Ontwikkeling

Programma (MOP). Dit blijft uitdrukkelijk ons uitgangspunt.

Met het CDA zijn wij van mening dat integratie slechts vorm kan krijgen vanuit aanvaarding van onze

rechtsstaat en aanpassing aan wezenlijke onderdelen van de Nederlandse normen en waarden. De

fractie van SDH/OH wijst er terecht op dat dit naast rechten ook de nodige verplichtingen met zich

brengt. Wij willen dit nadrukkelijk bevestigen, bijvoorbeeld al in het kader van het lnburgeringtraject

waarop hierna nader wordt ingegaan.

Uitgangspunt is voor ons steeds dat het Nederlands de voertaal is. Wie nog geen Nederlands

beheerst dient dit zo snel mogelijk te leren.

Met de HSP zijn wij uiteraard van mening dat er in beginsel op alle gebied gelijke mogelijkheden

moeten zijn voor iedereen, autochtoon of allochtoon, man of vrouw. Dit neemt niet weg dat sommige

groepen specifieke aandacht behoeven alvorens zij in staat zijn volwaardig te participeren.

Wij onderschrijven het idee van GroenLinks/D66 omtrent de gedeelde huisvesting, maar tekenen

hierbij wel aan dat ook de organisaties zelf hierin gehoord dienen te worden. 1

Met het uitgangspunt van het algemene beleid verdraagt zich uitdrukkelijk niet dat elke organisatie zijn

eigen huisvesting heeft. Wij verzetten ons tegen de suggestie van de fractie van de PvdA dat de

subsidie voor het Turks Centrum mogelijk kan worden voortgezet op de locatie Binderpoort. De

4

'afspraken' in deze zijn volstrekt duidelijk: huisvesting in de Binderpoort wordt slechts gesubsidieerd

tot 31 december 2002, nadien moet de stichting zelf voor vervangende huisvesting zorgen. Dit past in

ons algemene beleid om alle doelgroepen gebruik te doen maken van generieke accommodaties en

daarbij tevens een plek te geven aan cultuurspecifieke uitingen. Dus een bevordering van algemeen

toegankelijke accommodaties in combinatie met afbouw van categoriale accommodaties. Daar waar

een organisatie kiest voor aparte huisvesting dient zij dit zelf te financieren.

lnburgeringbeleid

Voor een goed functionerende muiticulturele samenleving is succesvolle integratie van migranten

essentieel, zo constateert ook de fractie van de HSP. lnburgering is de start van dit proces met als

doel de migrant zodanig toe te rusten dat hij in staat is zelfstandig te functioneren in de maatschappij,

op een plaats die in overeenstemming is met zijn competenties en wensen. Uiteraard maakt het leren

van de Nederlandse taal daarvan een belangrijk onderdeel uit zoals ook de fractie van SDH/OH

terecht stelt.

Aan de kwaliteit van het inburgeringproces worden door verschillende politieke partijen hoge eisen

gesteld. Als regisseur van het integratie- en inburgeringbeleid heeft de gemeente een belangrijke en

niet eenvoudige opdracht te vervullen.

De gemeente Heimond heeft de verbetering en uitbreiding van haar inburgeringbeleid voortvarend ter

hand genomen. Het integrale projectteam inburgering werkt op dit moment allerlei maatregelen uit die

uiteindelijk zullen bijdragen aan een verhoging van de kwaliteit van het inburgeringproces en de

verbetering van de resultaten ervan. Zo is een inkoopmodel ontwikkeld dat op 18 oktober 2002 met

bestaande en potentiële ketenpartners wordt besproken in een werkconferentie. De kracht van het

inkoopmodel is gelegen in maatwerktrajecten voor groepen inburgeraars, die gerealiseerd worden

door samenwerkende organisaties en instellingen.

Al deze ketenpartners zijn verantwoordelijk voor onderdelen van het inburgeringtraject. Gezamenlijk

vormen zij de schakels in de 'inburgeringketen'. In een goed functionerende keten versterken partijen

elkaar. Daarvoor is het nodig dat alle partijen een gezamenlijke visie op inburgering hebben. Het

projectteam inburgering heeft de opdracht voorstellen te doen voor de visie op inburgering in het licht

van succesvolle integratie. Op 17 november a.s. wordt het maatschappelijk debat hierover ingeleid

met een maatschappelijke conferentie waarvoor uiteraard ook uw raad zal worden uitgenodigd.

Een centraal uitgangspunt van het nieuwe inburgeringbeleid in Heimond is de eigen

verantwoordelijkheid van de inburgeraar. In de huidige situatie heeft deze nauwelijks ruimte om eigen

verantwoordelijkheid te nemen. De inburgeraar fungeert slechts als passieve consument van

taalonderwijs. Veel migranten zijn echter volwassenen die als zelfstandige individuen al een deel van

hun leven achter zich hebben. Het is dan ook van belang de verantwoordelijkheidsverdeling te

wijzigen: de migrant is zelf verantwoordelijk voor zijn toekomst en dus ook voor zijn inburgering. Deze

verantwoordelijkheidsverdeling wordt in een overeenkomst met de deelnemer vastgelegd. De

gemeente zal deelnemers op hun plichten wijzen. Bij een dergelijke aanpak horen ook financiële

prikkels in de vorm van een bonus of boete waarmee op dit moment wordt geëxperimenteerd.

ZORG

Kabinetsvoornemens

De fractie Heimond Aktief wil weten wat de aangekondigde maatregelen van het kabinet betekenen

voor het vigerende beleid van de gemeente Heimond onder meer met betrekking tot de zorg.

Er is nog weinig bekend over de uitwerking en de financiering van de kabinetsvoornemens op het

terrein van Zorg. Daarom hebben wij nog nauwelijks zicht op de gevolgen voor ons beleid.

Per 1 januari 2003 zal de gewijzigde Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) van kracht

worden. Het Rijk zet met name in op gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming en het

verkleinen van sociale economische gezondheidsverschillen. Tevens heeft het Rijk verandering in het

zorgstelsel aangekondigd waardoor een toenemend beroep op gemeentelijke voorzieningen op het

grensvlak van wonen, zorg en welzijn is te verwachten. Deze voornemens zijn nog niet nader

uitgewerkt en aan de uitvoering is vooralsnog geen structurele financiering gekoppeld.

Wij hebben in dit kader onlangs schriftelijk bij het Ministerie van VWS dringend aandacht gevraagd

voor de problematiek omtrent de financiering per 1 januari 2003 van eetpunten door zorgorganisaties.

5

Met betrekking tot de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) zijn de kabinetsvoornemens wel concreet.

In het kader van de wijziging van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, waardoor de

gemeenten vanaf 2003 verantwoordelijk worden voor de uitvoering van het basistakenpakket

jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen, vindt er een overheveling plaats van de middelen van de

Tijdelijke regeling vroegsignalering naar het gemeentefonds. Een consequentie van de

septembercirculaire voor de (meerjaren)begroting met betrekking tot met name de

jeugdgezondheidszorg is onder andere dat een bedrag van E 20.000,= minder is te besteden voor

vroegsignalering dan in de jaren 2001 en 2002 het geval was. Een en ander heeft tot gevolg dat voor

2003 minder producten kunnen worden ingekocht bij de stichting Kruiswerk Peelland.

Zorginfrastructuur

Verschillende fracties vragen expliciet aandacht voor de volgende aspecten van de zorginfrastructuur:

huisvesting voor met name de eerstelijnszorg, zorgvoorzieningen voor ouderen, en ziekenhuiszorg.

Huisartsenproblernatiek

De fracties van CDA, HSP, PvdA en SP vragen aandacht voor de rol van de gemeente met betrekking

tot de je lijnsgezondheidszorg en de ontwikkeling van gezondheidscentra met name in Binnenstad-

Oost (project Leonarduskerk) en Brandevoort. De fractie van CDA vraagt verder of er

huisartsenpraktijken zijn met soortgelijke problemen. De fractie van SP vraagt of door de gemeente

"Taskforce knelpunten huisartsenzorg" om ondersteuning is gevraagd en of een hoop bureaucratie uit

handen genomen kan worden van de huisartsen door een gemeentelijk gezondheidscentrum op te

richten, zodat ze zich kunnen concentreren op hun kerntaak.

Voldoende huisartsenzorg in een gemeente valt onder de verantwoordelijkheid van de

zorgverzekeraar. Desalniettemin zijn wij met betrekking tot de huisvesting eerstelijns gezondheidszorg

in overleg getreden met de huisartsen, de Districts Huisartsen Vereniging (DHV) en de Regionale

Huisartsen Vereniging (RHV).

Tevens vindt er afstemming plaats met de andere grote steden in het kader van de B5 gemeenten.

Ondersteuning van de Taskforce knelpunten huisartsenzorg kan pas worden ingeroepen als de

problematiek inzichtelijk is gemaakt door de Districts Huisartsen Vereniging.

In eerste instantie richtte het overleg zich op de problemen in de wijk Brouwhuis en de laatste tijd op

Binnenstad Oost en Brandevoort.

Het ontstane huisartsentekort is niet alleen een gemeentelijk probleem, maar ook zeer zeker een

landelijk. Een aantal factoren speelt daarbij een rol:

vergrijzing van de bevolking en het langer zelfstandig willen wonen;

vergrijzing van de huisarts en het geringe aanbod van jonge huisartsen;

hoge werkdruk van "zittende" huisartsen;

part-time werken van jonge huisartsen; een solopraktijk is dan niet haalbaar;

wachtlijsten in de zorg; patiënten zijn geneigd tussentijds terug te komen bij de huisarts;

Concurrentiepositie steden; huisartsen vestigen zich bijvoorbeeld eerder in studentensteden;

extra investeringen bij het opzetten van een samenwerkingsverband houdt veel artsen tegen;

de werkdruk is vaak het hoogst in sociaal moeilijke wijken; hier ontstaan de eerste hiaten.

De gemeente kan met betrekking tot het huisartsentekort alleen een faciliterende rol vervullen en

zorgen dat er sprake is van een goed vestigingsklimaat voor de je lijnszorg (met name huisartsen).

Wij zijn dan ook niet voor het idee van een gemeentelijk gezondheidscentrum. Wel bevorderen wij de

realisatie van gezondheidscentra. Zie hiervoor de paragraaf Brandevoort.

Door de Districts Huisartsen Vereniging (DHV) is op 19 april j[. toegezegd een inventarisatie te maken

van de huisartsen en daarbij een prognose toe te voegen van de gemeente Heimond. Diverse

scenario's zullen daarin beschreven worden.

In gesprekken met de DHV in september en oktober is wederom gevraagd om toezending van deze

stukken. DHV kampt op dit moment met personeelsproblemen en is derhalve nog niet in staat

geweest de toegezegde "blauwdruk voor de stad" aan te leveren. Aan de hand van deze "blauwdruk"

kunnen we in de toekomst rekening houden met de inpassing van huisartsenzorg in de wijk.

Wij beseffen dat we hiermee wel een oplossing bieden voor het fysieke probleem, maar niet voor

bijvoorbeeld de wachtlijsten. 1

Door bij de afdeling Economische Zaken één aanspreekpunt in te richten kunnen huisartsen met al

hun vragen omtrent het opzetten van een huisartsenpraktijk bij een en dezelfde afdeling en persoon

6

terecht. Zie hiervoor de paragraaf Brandevoort hierna, en het onderdeel Leonarduskerk bij wethouder

Van Heugten.

Brandevoort

Het CDA is van mening dat er ook in Brandevoört basisvoorzieningen in het kader van de zorg

noodzakelijk zijn.

Wij vervullen op basis van de door de gemeenteraad medio 2000 vastgestelde visie op

gezondheidsvoorzieningen in Brandevoort een actieve stimulerende en ondersteunende rol in het

realiseren van een gezondheidscentrum (kortweg GC) in de Veste.

Het GC is enerzijds een bundeling van eerstelijnsvoorzieningen en anderzijds (mogelijk) een

uitvalsbasis voor het verlenen van ouderenzorg in de buurt (bijvoorbeeld via kleinschalige

woonzorgvoorzieningen). De voorlopige opzet van het GC ziet er als volgt uit:

eerstelijnszorgverlening: huisartsen (incl. praktijkverpleegkundige), thuiszorg (wijkverpleging,

gezinszorg), algemeen maatschappelijk werk, apotheek, fysiotherapeuten, eerstelijnspsycholoog,

verloskundige praktijk, tandartsen, logopedisten, ouder- en kindzorg;

mogelijk zorgvoorzieningen voor ouderen: extramurale geïndiceerde 24-uurs zorg voor ouderen,

waarbij het wonen in de nabijheid van GC gestalte krijgt via de "geclusterde beschermde woonvorm";

de Zorgboog, die deze zorg gaat aanbieden, laat ons binnenkort weten of zij blijft participeren in de

planontwikkeling terzake. De realisatie van het GC in de Veste is volgens de huidige planning

voorzien in de loop van 2005. Intussen is een deel van de participanten van het GC reeds tijdelijk

gevestigd in Brandevoort. Huisartsen, fysiotherapeut, eerstelijns psycholoog, verloskundigen, een

prikdienst en een logopediste werken samen in het Medisch Centrum Brandevoort aan de

Ricoutsvoort. De tandarts heeft praktijk aan het Spoormakerserf. Een andere fysiotherapeut en

logopediste zijn gevestigd aan de Schutsboom. Voor de apotheek wordt een tijdelijke vestiging

gezocht, mogelijk in de Veste. Het is daarnaast de bedoeling dat in de tweede fase van Brandevoort

eveneens een (kleiner) GC komt en ook wonen met zorg voor ouderen.

Zorgcentrum de Eeuwsels

Over de zorgvoorzieningen voor ouderen vraagt de SP in het kader van de uitbreiding van

verpleegunits, die door de fractie gezien de wachtlijsten voor ouderen en dementerenden wordt

onderschreven, of het zal lukken om in 2004 een nieuw zorgcentrum voor de Eeuwsels te realiseren.

Het is niet zeker of het de Stichting Savant zal lukken om in 2004 een nieuw zorgcentrum voor de

Eeuwsels te realiseren. Dit hangt samen met de vraag of de organisatie tijdig extra bouwgrond kan

verwerven.

Hospitium

Het CDA vraagt ons om, indien nodig, het opzetten van een hospitium in onze regio te ondersteunen

en verwijst naar een initiatief ter zake van De Zorgboog in Bakel.

Wij hebben van betrokkenen begrepen dat de locatie voor een hospitium (of hospies) nog niet

vaststaat. Het Eikerliek Ziekenhuis heeft ons laten weten in samenwerking met De Zorgboog een

hospies in Heimond te willen realiseren en onze hulp in te zullen roepen bij het zoeken naar een

geschikte locatie.

Eikerliek ziekenhuis

De fractie van SDHIOH wil dat de gemeente binnen haar mogelijkheden attent blijft op het goed

functioneren van het Eikerliek ziekenhuis.

In het Eindhovens Dagblad van woensdag 9 oktober jl. stond dat het Eikerliek ziekenhuis in Heimond

goed scoort in de jaarlijkse Eiseviers-enquéte naar de beste ziekenhuizen 2002.

Vergeleken met partners in de regio Zuidoost Brabant heeft het Eikerliek de hoogste score. Landelijk

gezien staat het Eikerliek op een gedeelde zevende plaatst op de ranglijst met in totaal 65

ziekenhuizen. Naar aanleiding van de recente presentatie van het beleidsplan van het Eikerliek

ziekenhuis hebben wij afspraken gemaakt over onder meer een gezamenlijke oefening in het kader

van rampenbestrijding, ondersteuning van de huisartsenzorg en de parkeerproblematiek in het kader

van het bouwplan voor het RCG (Regionaal centrum voor geestelijke gezondheidszorg) op het terrein

van het Eikerliek. Tevens hebben wij afgesproken om elkaar jaarlijks te treffen.

7

GGD

De fractie van de PvdA wil weten welke voorstellen verwacht worden inzake het in de hand houden

van de bijdrage van de gemeente Heimond in de financiering van de kosten van de GGD.

Door de GGD is een traject uitgezet om de begroting 2003 te kunnen presenteren in de vorm van een

productbegroting. Dit traject wordt gecoördineerd door de klankbordgroep "financiering GGD Zuidoost-

Brabant" waarin leden van het Algemeen Bestuur, wethouders en medewerkers van gemeenten,

alsmede medewerkers van de GGD zitting hebben.

Daarnaast heeft de GGD onder alle gemeenten een kla ntenonderzoek gehouden. De klantenkennis is

daardoor toegenomen en zal resulteren in het aanpassen van diensten en dienstverlening. Binnen het

bestuurlijk overleg worden stappen gezet naar kostenbeheersing door productenaanbod.

Ouderenbeleid

Heimond Aktief vraagt om inzicht in de procedure en het tijdpad voor de aangekondigde Nota

Ouderenbeleid. Het CDA wil graag met spoed in de commissie SE werken aan de kaders en

taakstellingen voor deze nota. Verschillende fracties zien een rol weggelegd voor onder andere de

SWOH in het kader van (vernieuwing en verbetering van) het ouderenbeleid. In het nieuwe beleid, dat

voortvarend dient te worden uitgewerkt, past volgens de fractie van het CDA wellicht een

ouderenadviesraad. Zij stelt voor om daarover de zienswijze van SWOH en Ouderenorganisaties in te

winnen. De PvdA pleit in het kader van nieuw beleid voor extra financiële steun aan SWOH en AMW

ten behoeve van activiteiten als activerend huisbezoek en welzijnsactiviteiten voor o.a. oudere

migranten. Deze fractie wijst tevens op een inventarisatie en categorisering van zorgvragen en

knelpunten van ouderen door de SWOH en vraagt hoe wij denken de geconstateerde knelpunten op

te lossen. De VVD is van mening dat samen met de SWOH moet worden gezocht naar een efficiënte

inzet van de beschikbare middelen voor een integraal ouderenbeleid.

De Nota Ouderenbeleid zien wij als volgt totstandkomen:

Fase 1: lnitiatieffase Eerste beslisdocumenten: het Start: Einddatum:

projectplan en de bestuursopdracht. September November

2002 2002 in de

commissie

Fase 2: Definitiefase en Beslisdocument: Start: Einddatum:

Ontwerpfase Inhoudsopgave Nota Lokaal November Maart 2003 in

Ouderenbeleid 2002 de commissie

Fase 3: Realisatiefase Conceptnota Lokaal Ouderenbeleid Start: Einddatum:

April 2003 December

2003

In de bestuursopdracht wordt voorgesteld om de ouderennota op een interactieve wijze tot stand te

laten komen. Indien de commissie SE met deze werkwijze akkoord gaat, dan is de SWOH één van de

organisaties die bij de beleidsvorming worden betrokken. In dit kader krijgt de SWOH derhalve een rol

in de vernieuwing van het ouderenbeleid. Bij het zoeken naar een efficiënte inzet van de beschikbare

middelen voor integraal ouderenbeleid zal de SWOH eveneens betrokken worden.

Naar aanleiding van het voorstel om de zienswijze van SWOH en Ouderenorganisaties in te winnen

wat betreft de Ouderenadviesraad, zullen wij deze organisaties schriftelijk hiertoe uitnodigen.

Wonen en zorg

De Heimondse Senioren Partij '97 onderschrijft ons voornemen om inwoners van boven de 55 jaar te

ondersteunen bij het streven zo lang mogelijk zelfstandig te (blijven) leven en wonen. De fractie vraagt

of wij het eens zijn met haar opvatting dat bij weergave van cijfers c.q. percentages met betrekking tot

senioren de leeftijd vanaf 55 jaar moet worden gehanteerd. Verder vraagt de fractie van de HSP of wij

het met haar eens zijn dat door de toenemende vergrijzing hoge prioriteit moet worden toegekend aan

een extra inspanning en zorg-op-maat. Ook de PvdA vraagt hoe wij om willen gaan met extra

zorgvragen en of het RIO hierin wat kan betekenen.

8

Inmiddels wordt het breed gedragen, dat ouderen niet als één groep kunnen worden aangemerkt. Zo

is er een onderscheid tussen vitale 'jongere ouderen' en kwetsbare hoogbejaarde ouderen. De leeftijd

van 55 jaar wordt inderdaad gehanteerd wanneer het gaat om cijfers en percentages als het gaat om

vergrijzing, zeker wat betreft de toekomstige vergrijzing. Ook andere leeftijden worden gehanteerd,

bijvoorbeeld als het gaat om de vaststelling van de zorgbehoefte op dit moment bij hoogbejaarden.

'Zorg op maat'verdient hoge prioriteit en wij hebben hierover overleg met de zorginstellingen.

Het RIO heeft als functie om volgens eenduidige objectieve protocollen te indiceren wie zorg nodig

heeft en wat voor zorg dit moet zijn. Het RIO speelt geen rol in het leveren van de benodigde zorg.

Steunpunt mantelzorgers

Het CDA vraagt nog specifiek of het steunpunt voor de mantelzorgers al operationeel is en hoe dit

bekend wordt gemaakt.

Het steunpunt voor mantelzorg heeft onlangs een doorstart gemaakt. Sinds 1 september jl. heeft het

steunpunt, dat een onderdeel is van de Vrijwillige Thuiszorg, weer een medewerkster in dienst, die als

aanspreekpunt en coördinatrice fungeert. De vrijwillige thuiszorg heeft folders verspreid met informatie

over het steunpunt en haar activiteiten. Daarnaast verzorgt de Vrijwillige Thuiszorg sinds kort een

periodieke nieuwsbrief.

Peuterspeelzaalwerk

De PvdA vindt dat het peuterwerk verder moet worden geprofessionaliseerd en dat de stichting HOP,

het onderwijsveld en de gemeente Heimond zo snel mogelijk tot een werkbaar compromis moeten

komen zodat de professionalisering fasegewijs vanaf het schooljaar 2003-2004 ingevoerd kan

worden. Door de fractie GroenLinks/D66 wordt opgemerkt dat voor de voorschooise opvang geen

extra middelen beschikbaar worden gesteld. De PvdA stelt ook dat de aanpassingen van de

peuterspeelzalen aan de ARBO-regels voortvarend moeten worden aangepakt.

Wij zij van mening dat er eerst duidelijkheid moet zijn over de toekomst van het peuterspeelzaalwerk

in Heimond. Er wordt een stuurgroep benoemd om de verdere visieontwikkeling inzake de toekomst

van het peuterspeelzaalwerk nader vorm te geven. In de commissie SE van 1 1 oktober 2002 hebben

zich 2 commissieleden aangemeld om namens de raad zitting te nemen in deze stuurgroep, namelijk

mevrouw de Leeuw van het CDA en de heer den Breejen van de PvdA.

Voor de aanpassingen aan de ARBO-regels worden rijksgelden ter beschikking gesteld. Mochten zich

toch nog knelpunten voordoen dan zullen wij u berichten.

SPORT

Algemeen

Het afgelopen jaar is een turbulent sportjaar geweest. Soms leek het of sport hetzelfde was als de

problematiek rond voetbalvereniging Klein Arsenal. Dit zal soms ook zo gevoeld zijn bij andere

sportverenigingen waar (bijna) geen tijd voor was. Ondanks dit gegeven is er flink verder gebouwd

aan de breedtesport en in gezamenlijkheid met de Raad voor de Sport gestart met de opstelling van

een nieuwe sportnota. Ook heeft de Raad voor de Sport zich de afgelopen periode steeds meer

opgeworpen als deskundig adviesorgaan voor zowel ons bestuurders als sportverenigingen. De

komende jaren willen wij graag verder op deze ingeslagen weg.

Bureau sport

De fractie van het CDA geeft aan dat men op korte termijn een notitie sportbeleid wil zien met daarin

een evaluatie over de functie en het functioneren van de Raad voor de Sport. De fractie van de PvdA

wil weten wanneer de notitie accommodatiebeleid afgerond zal zijn. Daarnaast spreekt deze fractie

haar zorgen uit over het gebrek aan continuïteit bij de afdeling Sport en Welzijn.

De afgelopen jaren hebben zich inderdaad een aantal wisselingen voorgedaan binnen de

beleidscapaciteit sport, overigens daar waar het beheer betreft is sprake van een grote mate van

continuïteit. Het taakveld sport is nu ondergebracht in een eigen team binnen de afdelin@ Welzijn,

Onderwijs en Sport. Wij zijn bijzonder blij met het feit dat we per heden de beschikking hebben over

een teamleider sport en dat we de beleidscapaciteit sport voor een periode van 3 jaar kunnen

uitbreiden. Hiermee denken wij in staat te zijn de ambities op sport waar te maken. Overigens mag

9

niet worden onderschat wat het "dossier' Klein Arsenal voor het bureau Sport heeft betekend en de

gevolgen daarvan op andere lopende dossiers. Dat brengt ons op de vragen betreffende de nota's.

In samenwerking met de Raad voor de Sport heeft het bureau Sport in de afgelopen periode gewerkt

aan een nieuwe nota sportbeleid. Met de ontwikkeling hiervan zijn we thans in een vergevorderd

stadium; er is een conceptnota gereed, die nu door de Raad voor de Sport wordt becommentarieerd.

Zij hebben daar enige tijd voor gevraagd. Daarnaast vragen enige punten nog een verdere uitwerking,

zoals de vaststelling van instrumenten om de beleidskaders te toetsen (denk aan bezettingsgraad

accommodaties, aantal voetbalvelden in relatie tot aantal leden).

In de nota wordt ruim aandacht besteedt aan de huidige functie van de Raad voor de Sport en wordt

daarbij een doorkijk naar de toekomst gemaakt. Conform afspraak zal de conceptnota ook besproken

worden met de verenigingen. Naar verwachting zal de nota voorjaar 2003 geëffectueerd worden.

Ten behoeve van de notitie binnen -en buitensportaccommodaties zal een onderzoek naar de

sportaccommodaties verricht moeten worden. Voor alle duidelijkheid, dit onderzoek richt zich op alle

takken van de sport en niet alleen op voetbal- of tennisverenigingen. Bij dit onderzoek kunnen

verenigingen aangeven met welke knelpunten men te kampen heeft of welke wensen men heeft. Na

de inventarisatie van de knelpunten c.q. wensen wordt een prioriteitenlijst opgesteld. Uitgangspunt

hierbij zijn de beleidskaders uit de voornoemde sportnota. Het onderzoek sportaccommodaties kan

pas afgerond worden na vaststelling van de sportnota.

Sportvoorzieningen Brandevoort

De fractie van het CDA vraagt om een toezegging betreffende een sportvoorziening Brandevoort. De

fractie van Heimond Aktief vraagt of het mogelijk is om jaarlijks E 80.000,- te reserveren tbv de aanleg

van een voetbalveld. Heimondse Belangen vraagt of er de bereidheid is om binnen het IVP te kijken

naar de verschuivingen van middelen om zodoende de buitensportvoorziening in Brandevoort naar

voren te halen en binnen een redelijke termijn te realiseren.

Alvorens over te gaan tot invulling van de sportvoorzieningen in Brandevoort zullen er gesprekken

plaats vinden met vertegenwoordigers uit de wijk. Dit is conform eerder gemaakte afspraken. Hiertoe

zal de commissie Sport van de klankbordgroep Brandevoort uitgenodigd worden voor een oriënterend

gesprek. Wij vinden dat qua invulling niet vooruit gelopen dient te worden op de wensen van de

bewoners van de wijk Brandevoort. Op basis hiervan kan gewerkt gaan worden aan de

voorbereidingen van de realisatie van deze sportvoorzieningen. Een en ander zal dan via de

commissie SE aan u worden voorgelegd.

Klein Arsenal

De fractie van de PvdA doet een dringend beroep op het college, raad en bestuur om zakelijk met het

probleem Klein Arsenal om te gaan. De kwestie is van de politieke agenda af als er een definitieve

oplossing is gevonden.

De besturen van alle amateurvoetbalverenigingen zijn onlangs door ons college geïnformeerd over uw

besluit dat de huursystematiek ten behoeve van de voetbalvelden gewijzigd wordt en dat daarnaast

een definitieve locatie voor Klein Arsenal voor 1 mei 2003 gevonden moet zijn. De besturen hebben

aangegeven dat de gemeente het voortouw moet nemen in de herhuisvesting van Klein Arsenal op

een van de bestaande accommodaties. Wij zullen een en ander verder in een juridisch traject

uitzetten. Ons streven is en blijft om tot een goede oplossing te komen.

ELECTRONISCHE GEMEENTE EN KENNISWIJK

Het CDA vraagt aan te geven hoeveel de gemeente heeft geïnvesteerd in Kenniswijk. Daarnaast

vraagt het CDA de stand van zaken aan te geven betreffende digitale dienstverlening.

Aangegeven wordt door SDH/OH dat men automatisering binnen de gemeentelijke organisatie als een

must ziet. Ten aanzien van Kenniswijk ziet men graag een nadere toelichting op de investeringen.

De VVD merkt op dat het huidige economische klimaat belemmerend lijkt te werken op de aanleg van

glasvezel. De VVD geeft aan de aanleg van een glasvezeinet tot de competentie van marktpartijen te

rekenen.

Belang van de ontwikkeling van de elektronische gemeente

Wij constateren dat SDHIOH automatisering binnen de gemeentelijke organisatie een must vindt. Dit

is geheel in lijn met de maatschappelijke ontwikkeling die wij zien, waarin ICT niet meer is weg te

denken en een steeds belangrijker rol speelt. Modernisering van de bedrijfsvoering is tenslotte van

1 0

belang om een efficiënte en effectieve overheidsorganisatie te behouden. Wij zijn van mening dat ICT

niet alleen ingezet moet worden ten behoeve van de interne bedrijfsvoering maar ook in de

dienstverlening naar de burger. In de huidige maatschappij gebruikt de burger tenslotte de nieuwe

hulpmiddelen zoals internet, e-mail, GSM etc. veelvuldig. In haar dienstverlening naar de burger moet

de gemeente Heimond hierop inspelen en de dienstverlening geschikt maken voor deze nieuwe

communicatiemiddelen. Overigens niet alleen ten aanzien van de elektronische dienstverlening zoals

die traditioneel in de Stadswinkel wordt geboden maar ook ten aanzien van de wijze waarop de burger

kan participeren in bepaalde relevante beleids- en besluitvormingsprocessen. Om de elektronische

gemeente vorm te geven zijn vier domeinen onderkend te weten: het e-democracy domein (hoe kan

ICT worden ingezet om in het beleids- en besluitvormingsproces) het e-city domein (hoe kan ICT

worden ingezet om ten behoeve van de maatschappelijke ontwikkeling van de stad), het e-service

domein (de inzet van ICT in de elektronische dienstverlening in analogie met de stadswinkel) en de

aanleg van een breedband glasvezelinfrastructuur..

Vandaar dat onze mening is dat de gemeente Heimond moet investeren in de elektronische

gemeente. De reguliere begroting automatisering biedt geen middelen voor vernieuwingen maar is

gericht op het in stand houden (vervangingsinvesteringen). Dit betekent dat voor vernieuwing van de

dienstverlening, geënt op de behoeften van de maatschappij om ICT hulpmiddelen hierbij in te zetten,

nieuwe investeringen benodigd zijn. Het hoofdaccent voor de investeringen voor 2003 ligt op de

realisatie van de elektronische dienstverlening, het e-service domein.

De toewijzing van Eindhoven - Heimond als experimenteeromgeving om de consumentenmarkt van

de toekomst te creëren betekent een versnellinglintensivering van de realisatie van de elektronische

gemeente. Om de elektronische gemeente vorm te geven is ten behoeve van de voorjaarsnota 2002

een notitie "Heimond en de elektronische gemeente" opgesteld waarin een aantal scenario's zijn

geschetst voor de ontwikkeling hiervan.

De positie die daarin door ons college ten aanzien van de ontwikkeling van de elektronische

gemeente is overgenomen en vertaald in de begroting is die van "gerespecteerd deelnemer vooraan

in het eerste peloton". Dit betekent dat het college er niet naar streeft tot de kopgroep in Nederland te

behoren waar het gaat om de realisatie van de elektronische gemeente. Het betekent wel dat

Heimond een gerespecteerd deelnemer wil zijn vooraan in het eerste peloton en af en toe op

specifieke onderdelen laat zien waartoe onze stad in staat is. Deze ambitie past naar onze mening bij

Heimond, ook wat de realisatie van de elektronische gemeente betreft.

Stand van zaken elektronische dienstverlening

Wij hebben het standpunt gehanteerd dat gelet op de maatschappelijke ontwikkeling, de ontwikkeling

van de elektronische gemeente een belangrijke activiteit is. Voor de realisatie ervan zijn financiële

middelen benodigd. De deelname van de gemeente Heimond aan kenniswijk heeft een versnelling

betekend van de investeringen die zonder kenniswijk de komende jaren toch noodzakelijk zouden zijn.

In 2002 is de realisatie van de elektronische gemeente op gang gekomen. Een aantal van de

gerealiseerde projecten is:

¿ de doorontwikkeling en verbreding van de internet website, die nu meer en actuelere informatie

biedt en ook beter beheersbaar is;

¿ het bestuurlijk informatiesysteem waarmee alle bestuurlijke informatie toegankelijk is;

¿ gemeente TV op internet;

¿ de genealogische databank waarmee de archiefdienst haar gegevens omtrent

stamboomonderzoek via internet toegankelijk heeft gemaakt voor de burger thuis;

w het toegankelijk maken van het gemeentelijke productenpakket via internet; de burger kan thuis

informatie krijgen over gemeentelijke producten (zoals een kapvergunning, aanvraag rijbewijs,

etc.) en kan voor een aantal producten ook het aanvraagformulier ophalen.

Een groot aantal projecten is reeds opgestart. Deze projecten zijn nog niet gerealiseerd enlof worden

in 2003 gerealiseerd. Enkele voorbeelden betreffen:

E de ontwikkeling van diverse virtuele loketten, zoals "Zorg en Welzijn" waarbij de burger

transactiedienstverlening kan doen, "Burgerzaken" aan de hand van een beperkt aantal producten

en "Bouwen, Wonen en Leefomgeving" als doorontwikkeling van vastgoedinformatie op ihternet

¿ bezwaar en beroep op internet

¿ vooronderzoek klanttevredenheid/kwaliteitsborging

¿ vastgoedinformatie op internet

¿ de ontwikkeling van een virtueel statusinformatie via internet voor burger omtrent

bouwvergunningen

E statusinformatie via internet voor burger voor overige vergunningen (het project statusinformatie

bouwvergunningen is eind 2002 operationeel)

¿ de intake en afhandeling van verzoeken en meldingen met betrekking tot de openbare ruimte via

internet

m de ontwikkeling van een virtueel loket voor bedrijven om de informatievoorziening richting

bedrijven te stroomlijnen

¿ een vooronderzoek en testopzet voor de opzet van,een informatiezuil

w de ontwikkeling van een lnternet omroep om interessant beeldmateriaal via internet aan te bieden

aan de burgers

¿ het voeren van debatten en discussie via internet

E het houden van opiniepeilingen via internet

¿ de verdere ontwikkeling en implementatie van concrete instrumenten voor interactie

beleidsvorming en burgerparticipatie

¿ driedimensionale visualisaties van stedenbouwkundige plannen ter ondersteuning van interactieve

beleids- en planvormingsprocessen

¿ de realisatie van zogenaamde virtuele gemeenschappen binnen Heimond (bijv. in Heimond West

rondom het thema (sociale) veiligheid).

Investeringen

De benodigde middelen voor 2003 zijn grotendeels benodigd voor de realisatie van eigen

gemeentelijke projecten in het kader van de ontwikkeling van de elektronische gemeente. Het zijn dus

investeringen die ingezet worden om onder andere de gemeentelijke dienstverlening ook via het

internet aan de burger thuis aan te bieden. Hiermee moet de burger uiteindelijk op iedere plaats op

ieder moment informatie, diensten of producten van de gemeente Heimond kunnen verkrijgen.

Naast de investeringen in de eigen gemeentelijke dienstverlening, die zoals reeds aangegeven onder

invloed van kenniswijk, versneld worden uitgevoerd, betekent de deelname aan kenniswijk dat de

gemeente een bijdrage levert in de exploitatie van de kenniswijk BV. Het ministerie van V&W neemt in

de overheidsbijdrage circa de helft voor haar rekening, de andere helft is voor de lokale overheden

Eindhoven, SRE en Heimond, waarvan Eindhoven eveneens het grootste deel voor haar rekening

neemt. Voor 2001 bedroeg de bijdrage aan het kwartier maken van kenniswijk E 238.000,-. Voor 2002

bedraagt de maximale bijdrage van de gemeente Heimond aan de kenniswijk BV E 433.279,-, voor

2003 zal die maximaal E 275.367,- bedragen en voor 2004 E 106.235,-. Dit overeenkomstig het

raadsbesluit van 2 oktober 2001. Door de kenniswijk BV worden voor de regio, Heimond en de

burgers in ieder geval de volgende zaken gerealiseerd: kenniswijkhoeken met een laagdrempelige

toegang voor de burgers om kennis te maken met de mogelijkheden van ICT,

opleidingsmogelijkheden om burgers gewend te laten raken met de moderne ICT-hulpmiddelen, een

bezoekerscentrum in Heimond waarin de mogelijkheden van internet- en breedbandtechnologie

worden getoond, subsidieregelingen waarmee het MKB, lokale verenigingen en instellingen

elektronische diensten kunnen ontwikkelen, subsidieregelingen voor landelijke dienstontwikkelaars om

voor de burgers in het kenniswijkgebied nieuwe innovatieve diensten te ontwikkelen.

Het merendeel van deze regelingenluitvoeringsmaatregelen is reeds operationeel.

We moeten ons er echter terdege van bewust zijn dat de kenniswijk BV pas sinds februari van dit jaar

formeel operationeel is en na de vliegende start nog een aantal zaken goed ingeregeld moeten

worden. Daarnaast noopt de economische situatie ook tot een bijstelling van de jaarplannen van de

kenniswijk BV inzake de ambities en de doelstellingen.

Infrastructuur

Ten aanzien van een breedbandig glasvezeinetwerk wordt terecht opgemerkt dat het huidige

economische klimaat niet bevorderlijk is voor de aanleg ervan. Daarnaast wordt terecht opgemerkt dat

bij de start van kenniswi k het uitgangspositie gold dat de marktpartijen het initiatief zouden moeten

nemen in de aanleg ervan. Gelet op enerzijds de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek voor de

aanleg van een glasvezeinetwerk en anderzijds het veranderde economische klimaat zal het college

op korte termijn de positie bepalen inzake de te volgen strategie inzake de realisatie'van een

breedbandige glasvezelinfrastructuur.

12

Wij vinden het jammer dat de informele raadsbijeenkomst van 8 oktober jl. waarin een toelichting

gegeven zou worden over de ontwikkeling van de elektronische gemeente in Heimond door

omstandigheden geen doorgang heeft kunnen vinden. Gelet op de importantie van dit onderwerp

hebben wij het presidium voorgesteld op een andere datum een bijeenkomst te houden om de

gemeenteraad te informeren over de elektronische gemeente. Overigens wordt ook de raadsleden

middels de periodieke Kennisbode op een luchtige en begrijpbare manier regelmatig van de actuele

stand van zaken betreffende dit onderwerp op de hoogte gehouden.

AUTOMATISERING

Het CDA vraagt om onderbouwing van de investeringen in de interne automatisering.

De investeringen die zijn voorzien in de interne automatisering hebben betrekking op de vervanging

van zowel hardware en software die in het verleden is aangeschaft, waarvan de afschrijvingstermijnen

zijn verstreken en vervanging plaats moet vinden om de kwaliteit van de bedrijfsvoering te kunnen

continueren. De belangrijkste componenten die in 2003 vervangen dienen te worden zijn:

netwerkservers, centrale CD-ROM faciliteiten, beheersoftware (MSDN en Technet),

noodstroomvoorzieningen (no-break installatie), datacommunicatie apparatuur en netwerkbekabeling,

de kantoorautomatiseringomgeving het postregistratiesysteem, en nog diverse andere toepassingen.

BEHEER GEMEENTELIJKE GEBOUWEN

De fractie van Heimondse Belangen heeft enkele vragen met betrekking tot het beheer van de

gemeentelijke gebouwen. Zij betreffen de veiligheid van de laagspanningsinstallaties, het inzicht in

onderhoudsbestand en onderhoudsbehoefte middels een beheersplan, en de mogelijke invloed van

de personele bezetting van BGG op de snelheid van bouwkundige projecten.

Medio volgend jaar zullen de meerjarenonderhoudsplanningen gereed zijn en daarin zal ook een

bedrag per m2 opgenomen worden voor de inspectie van laagspanninginstallaties.

In het bedrijfsplan dat uw Raad in januari jl. heeft geaccordeerd is aangegeven dat het ingehuurde

personeel zou worden vervangen door medewerkers in eigen dienst. Inmiddels is daaraan gevolg

gegeven en is de personele bezetting op peil. Eventuele vertragingen in de realisatie van diverse

bouwkundige projecten zullen derhalve niet veroorzaakt worden door het gebrek aan personele

capaciteit.

STADSWINKEL

De fractie van Groenlinks/D66 vraagt naar de redenen voor de forse stijging van de lasten van de

Stadswinkel in 2003.

De lasten in 2001 bedroegen E 1.700.579. Het beeld in 2001 is echter niet vergelijkbaar met dat van

de opvolgende jaren. Immers de Stadswinkel was pas per 1 mei 2001 operationeel en heeft in 2001

dus verschillende financieringsstromen gekend. Deels tot 1 mei betrof het enkel de lasten van de

'oude' afdeling burgerzaken, na 1 mei zijn lasten van de totale Stadswinkel opgenomen.

2002 en 2003 geven het volgende beeld:

2002 2003 verschil

2.072.435 2.485.545 413.110

304.875 0 -l- 304.875

2.377.310 2.485.545 108.235

In 2002 zijn er bepaalde zaken doorbelast op andere kostenplaatsen / producten dan de Stadswinkel.

Dat betreft een bedrag van E 304.875. Het betreft dus vooral een andere wijze van doorbelasten. In

2003 is getracht een (steeds) realistischer beeld te verkrijgen door de betreffende last@n op de

correcte plaats te boeken. Reëel beschouwd betreft het dus een toename van de lasten van 108.235

euro.

1 3

Deze toename is te verklaren door een doorgevoerde prijs- en looncompensatie van 7,5%.

Vervolgens worden de lasten van 1 verkiezing (2 verkiezingen in 2002, 1 verkiezing in 2003) in

mindering gebracht. Maakt een totaal verschil van E 108.235.

1

14

Wethouder B.M. Houthooft-Stockx

Economische Zaken, Sociale zaken en Centrumontwikkeling

1

1

ECONOMISCHE ZAKEN

Verschillende fracties, waaronder de PvdA, het CDA en de VVD staan stil bij de stagnerende

economie. Relaties worden onder andere gelegd met de gevolgen voor de financiële positie van de

gemeente in zijn algemeenheid. Op dit aspect zal collega Tielemans nader ingaan.

Voorzover het relaties heeft met de economische ontwikkeling van de stad wil ik vanuit mijn

portefeuille daarop nader ingaan.

In het eerste en tweede kwartaal van dit jaar heeft volgens het CBS nauwelijks economische groei

plaatsgevonden. In het eerste halfjaar van 2002 is de groei blijven steken op een magere 0,2%.

Volgend jaar komt de economie mogelijk weer op stoom. Voor de verdere ontwikkeling van onze stad,

met de vele plannen die op stapel staan, van zeer groot belang.

Het CDA is bezorgd voor de gevolgen van de stijgende werkloosheid door de stagnerende economie.

Gevreesd wordt een toename van de uitkeringen mede in relatie tot het gemeentefonds.

In Heimond is per 1 september 2002 8,9% van de beroepsbevolking werkloos.

Opmerkelijk binnen Zuidoost Brabant is overigens wel dat in de periode augustus 2001-augstus 2002

de groei van de werkloosheid in het CWI Eindhoven aanzienlijk hoger ligt dan in het CWI Peelland .

In Heimond is zelfs sprake van een daling van de werkloosheid met name als gevolg van een daling

van het aantal vrouwen dat werkloos is. De afname bedraagt in Heimond 3,7% van het totaal. In

Eindhoven zien we daarentegen een groei van de werkloosheid met 23,3%. Het

werkloosheidspercentage bedraagt in Eindhoven per 1 september jl. 8,7%.

Hoewel de Heimondse ci.fers nu nog meevallen, plaatst dit gegeven ons evenwel niet op fluweel. Het

gezegde "een zwaluw maakt nog geen lente" zal hier zeer zeker van toepassing zijn.

We moeten naar onze mening rekening blijven houden met een bepaald naijl effect. Ook in 1993 toen

in Eindhoven Philips en Daf in zwaar weer terecht kwamen, merkten wij aanvankelijk niet zoveel van

de ernstige structurele problemen in onze regio. Later zagen we bij ons evenwel toch nog een meer

dan gemiddelde stijging van de werkloosheid.

Wij spreken met u de hoop uit dat het herstel van de economie, die dan mogelijk voor het volgend jaar

aan de orde is, de wellicht te verwachten naijl effecten snel zal doen oplossen.

De PvdA is bezorgd over de gevolgen voor onze stad van de huidige stagnatie in de economische

groei en geeft daarbij aan dat stimulering van technologie en het bevorderen van het innovatief

vermogen van het Heimondse en regionale bedrijfsleven van groot belang is.

Dit standpunt delen wij volledig. Zoals eerder al in de commissie Samenleving en Economie aan de

orde is geweest staat de regio Zuidoost Brabant en dus ook Heimond voor bijzondere opgaven.

Economische structuurversterking en verbreding van de economische basis van de stad en regio is

noodzakelijk. De stedelijke en regionale economie moet meer weerbaar en robuuster worden, zodat

we minder gevoelig worden voor een conjuncturele afvlakking, zoals die op dit moment aan de orde is.

Deelname van onze stad aan de programmaontwikkeling van de Commissie Regionale Kansen

vinden wij in het kader van de missie waar we voor staan dan ook erg belangrijk.

Zoals eerder toegelicht gaat het in het door deze commissie uitgebrachte programma Horizon over

drie hoofdthema's rond mens, technologie en omgeving. Rond deze hoofdthema's zijn een

negentiental projecten gedefinieerd. Heimond is als tweede centrumstad uitdrukkelijk betrokken bij de

verdere uitwerking van de programmaonderdelen. Voor ondersteuning van projecten die voor onze

stad van belang zijn zullen middelen vrij gemaakt worden via het GSB, werkgelegenheids- en

acquisitiefonds.

Ondertussen zit het eigen stedelijk en regionaal bedrijfsleven niet stil. Op initiatief van het Industrieel

Contact Heimond en omstreken wordt momenteel actie gevoerd om het innovatief vermogen van het

stedelijk en regionaal bedrijfsleven te bevorderen. Vanuit het project Ondernemende Stad

ondersteunen wij dit initiatief. Het past in ons streven om in onze stad meer kennisintensieve

industriële activiteiten onder te brengen. Daarbij richten wij ons op bedrijven met hoogwaardige

eindproducten, maar evenzeer op hoogwaardige zakelijke dienstverleners en zogenaamde

industriebutie, speerpunten van ons acquisitiebeleid zijn.

Met betrekking tot bovenregionale samenwerking zoeken wij uiteraard aansluiting bij Brabantstad.

Maar ook de samenwerking met bijvoorbeeld Venlo willen wij hierbij zeker niet uit het oog verliezen. Ik

kan u mededelen dat op korte termijn er weer een bestuurlijk overleg plaatsvindt met de gemeente

Venlo. Het onderwerp samenwerking komt dan uitdrukkelijk aan de orde.

1

Een strategisch onderscheid waarbij ontwikkeling in Eindhoven plaatsvindt, de (kennisintensieve)

productie in Heimond en de distributie in Venlo, is op zich niets mis mee. Op basis van onze

industriële traditie ligt daar voor ons ook een "natuurlijk" aanknopingspunt. Wij blijven evenwel naast

kennisintensieve productie zeker ook opteren voor versterking van de dienstverlening en het

ontwikkelen van nieuwe producten op toeristisch gebied. Dit laatste ook vanuit de wetenschap dat

vrije tijdseconomie, toerisme en recreatie veelbelovende nieuwe dragers van de stedelijke en

regionale economie kunnen zijn. Op het leisure-onderzoek kom ik zo meteen terug.

Het alleen inzetten op productieactiviteiten zou naar onze mening te smal zijn.

De missie die wij willen uitvoeren vraagt om kwaliteit op allerlei gebied. Arbeidsmarkt,

beroepsonderwijs en omgevingskwaliteit zijn hierbij belangrijke onderwerpen. Het college vindt het

belangrijk dat deze punten niet alleen herkenbaar en toonaangevend zijn in het hiervoor genoemde

programma Horizon, maar ook in ons eigen sociaal-economisch beleid.

Rond de jaarwisseling wordt de commissie Samenleving en Economie het concept van het nieuwe

sociaal-economisch beleidsplan ter discussie voorgelegd.

£ 5,22 fonds

Binnen het kader van de intergemeentelijke samenwerking vraagt de VVD aandacht voor het

regionale E 5,22 fonds. Ingegaan wordt hierbij op het belang van de continuering van de

gemeentelijke bijdrage voor de jaren na 2004 binnen het kader van het meerjarenperspectief.

De fractie van Groen Links/D 66 vindt het onverstandig en kortzichtig de voeding van het E 5,22 fonds

2 jaar op te schorten. Dit fonds zou juist de neerwaartse spiraal in de regionale economie kunnen

doorbreken. In het verleden, zo stelt Groen Links/D 66, heeft het fonds dit bewezen.

Wij willen op de gestelde vragen als volgt antwoorden. Ter stimulering van de sociaal-economische

stedelijke en regionale ontwikkeling is en blijft het college zonder meer voorstander van

intergemeentelijke samenwerking.

Het E 5,22-fonds is voor ons een belangrijk co-financieringsinstrument. De nog beschikbare middelen

- per 2001 E 18 miljoen - zijn van dien aard dat het SRE heeft aangegeven dat de voeding voor 2 jaar

kan worden opgeschort. Tegelijkertijd vraagt het SRE om in de meerjarenramingen voor 2005 en 2006

weer rekening te houden met nieuwe co-financieringsbijdragen. Wij willen echter eerst de evaluatie

afwachten.

Het fonds en de werkzaamheden zijn dus voor 2003 en 2004 niet opgeschort. Integendeel: in

economische stimuleringsprojecten wordt nog steeds geparticipeerd.

Heimond heeft in de achterliggende jaren altijd goed gebruik gemaakt van het fonds.

Reorganisatie

De PvdA gaat in haar bijdrage in op de ontvlechting van Economische Zaken uit de Dienst

Stadsontwikkeling en het opnemen van deze afdeling in de nieuwe pijler Samenleving en Economie.

In het kader van de nieuw gevormde organisatiestructuur is de afdeling Economische Zaken

inderdaad opgegaan in de nieuwe pijler Samenleving en Economie. Bij de hieraan ten grondslag

liggende afspraken is uiteraard rekening gehouden met de fysieke aanknopingspunten die er nu

eenmaal per definitie bestaan tussen Stadsontwikkeling en Economische Zaken.

De rol van Economische Zaken is en blijft bepalend bij het aanbieden van locaties voor economische

activiteiten, het begeleiden van verplaatsingen of het herontwikkelen van bedrijventerreinen. De

afdeling Grondzaken van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer verzorgt ook in deze nieuwe

structuur de technische ondersteuning en de verdere uitwerking van transacties.

Bedrijventerreinen

Een van de pijlers voor een gezonde economische structuur is het kunnen aanbieden van voldoende

gedifferentieerde bedrijventerrein. De fracties van de VVD, CDA en SDHOH gaan in op dit onderwerp.

Uit een analyse van de aanbod en vraagzijde blijkt echter dat Heimond in het gemengde en

kleinschalig/lokaal segment reeds een tekort aan ruimte kent, terwijl dit zonder maatregelen voor de

middellange en lange termijn ook geldt voor de overige segmenten (grootschalig en businesspark).

Ons college heeft afgelopen zomer een actieprogramma vastgesteld teneinde hierin tot oplossingen te

komen. Er is onderscheid gemaakt in korte termijn en lange termijn actie. Voor de korte termijn wordt

de bestaande harde en zachte plancapaciteit onderzocht op mogelijkheden om daarin zoekruimte te

vinden voor het gemengde segment, waarbij nadrukkelijk de ontwikkeling van bedrijventerrein

2

Berenbroek aan snee is. Voor de lange termijn moet gezocht worden naar nieuwe zoekruimte ter

grootte van minimaal 100 HA, nader te specificeren naar omvang aantal en typologie van

bedrijventerreinen. Bij de komende herziening van het algemeen structuurplan zal deze ruimtelijke

claim daarin meegenomen worden.

Voorts wordt flankerend beleid ontwikkeld waar het gaat om maatregelen die bijdragen aan

intensivering van het ruimtegebruik zowel qua bebouwing als arbeidsplaatsen.

Wij zijn voornemens de uitwerking hiervan, zowel voor de korte als lange termijn, onderwerp van

discussie te laten zijn binnen de raadscommissie en gemeenteraad.

Uiteraard constateren wi.met u dat de verkoop van bedrijventerreinen is afgenomen. Hieraan is

i

voornamelijk debet de economische situatie van dit moment, waardoor er zonder meer sprake is van

een geringe vraag.

Leisurebeleid

Meerdere fracties vragen naar de stand van zaken rond het leisurebeleid.

In het boek 'Pret! Leisure en landschap' analyseert journaliste Tracy Metz onder meer de invloed van

leisure op de inrichting van het landschap. Metz constateert, dat hoewel er vaak geen beleid of plan

aan te pas komt, hooguit op ad hoc basis, leisure tegenwoordig een van de sturende factoren is in de

ruimtelijke ordening. Onlangs is de nota 'Op weg naar een leisure-beleid voor de gemeente Heimond',

samengesteld door Lagroup Leisure & Arts Consuiting uit Amsterdam, in concept gereed gekomen.

Het rapport heeft primair een beleidsmatige insteek en is daarmee nadrukkelijk richtinggevend en

sturend van opzet. Het biedt een kader aan voor de wijze waarop de gemeente in de toekomst om wil

gaan met ontwikkelingen op het gebied van leisure.

Het College is van mening, dat voor een goede beeldvorming t.b.v. uw Raad, nog een uitwerking op

hoofdpunten moet plaatsvinden. Berkendonk en Hatéma verdienen hierbij voorrang, waarbij het

formuleren van aanvullende voorstellen t.o.v. de centrumplannen (BVR) een harde randvoorwaarde

vormt.

Specifieke ideeën die er binnen de gemeente of bij de bevolking leven, zullen bij de uitwerking worden

meegenomen. De gemeente zal actief potentiële exploitanten benaderen.

De haalbaarheidstoets zal door potentiële exploitanten zelf moeten worden uitgevoerd, Ons college

heeft ter ondersteuning een bedrag gereserveerd van E 40.000,-. De eventuele besteding van deze

gelden moeten ertoe bijdragen dat uiteindelijk de attractiviteit van Heimond wordt vergroot en de

werkgelegenheid een additionele impuls krijgt. Wij streven ernaar het plan in november vast te stellen,

waarna het begin volgend jaar in uw raad ter behandeling kan worden aangeboden.

Berkendonk

De fracties van CDA, SDHOH, VVD, HB/LH, PvdA en SP staan stil bij de verdere ontwikkeling van

Berkendonk.

Om inzichtelijk te maken wat de mogelijkheden zijn om Berkendonk verder toeristisch-recreatief te

ontwikkelen en in hoeverre hierbij een particulier geëxploiteerde ontwikkeling wenselijk/haalbaar is,

wordt nog dit jaar een onderzoek opgestart. Geenszins staat daarmee thans al vast, dat dit

automatisch betekent dat Berkendonk niet langer vrij toegankelijk zal zijn. Uit het onderzoek kan

bijvoorbeeld blijken dat de situatie moet blijven zoals deze nu is of dat toevoeging van specifieke

leisure-voorzieningen wel aan te bevelen is, zonder dat de vrije toegankelijkheid van het gebied

hiermee per definitie in gevaar komt. Het College is geen voorstander van het afsluiten van de

recreatieplas, maar is wel van mening dat er een gedegen onderzoek moet plaatsvinden, om een

afgewogen oordeel te vellen over de gewenste toekomstige ontwikkeling van Berkendonk. Het

onderzoek wordt uitgevoerd in drie stappen. N.a.v. stap 1 wordt een gezamenlijk ambitieniveau

vastgesteld, n.a.v. stap 2 wordt een voorstel gedaan voor toe te voegen leisurefuncties, n.a.v. stap 3

wordt een integraal uitvoeringsvoorstel geformuleerd. De resultaten van iedere stap worden

tussentijds voorgelegd aan uw Raad. Overigens zullen ook de resultaten van de inwonersenquéte

2002, waarin gevraagd wordt naar de mening van de Heimonders over een eventuele uitbreiding van

recreatieve voorzieningen op Berkendonk, bij het advies worden meegenomen. Specifieke ideeën die

er leven t.a.v. de invulling van de recreatieplas zullen binnen het kader van het onderzoek worden

meegenomen.

3

Centrumontwikkeling

Diverse fracties zijn ingegaan op de betrekkelijke luwte rondom de centrumontwikkelingen. Niets is

minder waar. Wij zullen nader in gaan op de ondernomen acties:

Op 4 december 2001( bijlage 267 en bijlage 286) heeft u als Raad ingestemd met de Integrale

Structuurvisie Centrum, de haalbaarheidsstudie en de nota: Kunst - en Cultuurplein Heimond. ]n de

bijbehorende Raadsbesluiten werd aan ons College voor de implementatie van de structuurvisie de

opdracht gegeven om de selectie van marktpartijen voor de realisering nader uit te werken. Dit

gekoppeld aan de opzet voor de uitvoeringsfase van dit project.

De vragen rond het Kunst- en Cultuurplein zullen beantwoord worden door wethouder Tielemans.

Vele marktpartijen waren zeer geïnteresseerd om in het Heimondse centrum te investeren. Er was en

er is nog steeds een grote ambitie van marktpartijen om samen met de gemeente de plannen te

realiseren. Van enige terughoudendheid is op dit moment geen sprake. Onze gemeente scoort hoog

met de gerealiseerde plannen van Mater Dei, Boscotondo, Kluisstraat en herinrichting van Kanaaldijk

en Havenweg. Wij geven blijk van continuïteit in beleid en dat schept groot vertrouwen.

In de eerste helft van dit jaar heeft een uitgebreid selectieproces plaatsgevonden, waarvan u bij brief

van 10 juli 2002 op de hoogte bent gebracht van de vorderingen in dit proces. Wij hopen in eind

november een intentieovereenkomst aan u voor te kunnen leggen.

Met de gekozen marktpartijen, Amstelland Ontwikkeling en ING Vastgoed Ontwikkeling, streven wij

onder regie van de gemeente naar een hoogwaardige invulling van ons stadscentrum en naar een

duurzame samenwerking voor een periode van 10 a 15 jaar. De marktpartijen zijn bereid om in ons

centrum te investeren, mits de gemeente haar ambities ook waar wil maken.

In deze intentieovereenkomst worden de projectplannen voor de uitwerking van een masterplan voor

het centrum en voor de uitwerking van een eerste fase van ontwikkeling, waarin opgenomen het Kunst

-en Cultuurplein Heimond met hun communicatietrajecten, duidelijk verwoord.

Uiteindelijk zal naast het masterplan en een ontwikkelingsplan je fase ook een uitvoeringsplan en

strategisch verwervingsplan aan u worden voorgelegd. Verwacht wordt dat zeker een jaar voor deze

planvorming nodig zal zijn. Dit masterplan zal de vertaling zijn van de integrale structuurvisie en op

sommige punten een diepere analyse gegeven van nog op te lossen knelpunten. U zult via de

commissie SE regelmatig van de voortgang op de hoogte worden gehouden en in de besluitvorming

worden betrokken.

De vraag van SDH/OH of de investeringen in het centrum getemporiseerd kunnen worden is ons

inziens niet opportuun. De centrumontwikkelingen zijn voor ons speerpunt van beleid. Dat vragen de

marktpartijen ook van u als Raad. Wij zullen daarom ook het voorstel van de PvdA niet volgen.

De genoemde acties van intentieovereenkomst en voor haalbaarheidsstudie vergen de nodige

zorgvuldigheid en kosten daarom tijd. De genoemde stilte rondom het Centrum is daarom slechts

schijnbaar, maar komt in december in volle hevigheid op u af.

]n het bestaande centrum zijn volop acties aan de gang. U heeft daarvan op 14 oktober in de

commissie SE kennis van kunnen nemen. In nauwe samenwerking met ondernemers en eigenaren in

het Centrum zullen tal van zaken worden aangepakt, waarbij de gemeente een initiërende rol vervuld

en de eigenarenlondernemers gestimuleerd zullen worden om ook hun inzet te tonen. Op 8 oktober is

met de federatie Belangenverenigingen Stadskern Heimond en de vastgoedeigenaren

overeenstemming verkregen over het professionaliseren van het centrummanagement.

Centrummanagement

Centrummanagement is een samenwerkingsvorm tussen gemeente en centrumondernemers, die tot

doel heeft om het economisch functioneren van het centrum te verbeteren. In het kader van

centrummanagement nieuwe stijl zal er in Heimond een verdere professionaliseringslag van het

centrummanagement gaan plaatsvinden. Hierover is recentelijk door de gemeente overeenstemming

bereikt met de Federatie Belangen Stadskern Heimond en de vastgoedeigenaren. Voor hetkomende

jaar is er een stevig jaarprogramma neergelegd met een groot aantal actiepunten met daarin vijf

specifieke speerpunten ter realisering.

- Realisatie koopstromenonderzoek.

4

Het formuleren en uitvoeren van beleid inzake uitstallingen, terrassen, reclame-uitingen, rolluiken

en luifels.

Het formuleren en uitvoeren van beleid inzake ruiming huisvuil, bedrijfsafval,papier.

Realisatie "gepast" fietsen in Heimond city.

Realisatie "gepast" laden en lossen in de binnenstad.

In 2003 is er in totaal 680.000 Euro ter beschikking ter stimulering van de economische activiteiten in

het centrum. Hieronder vallen ook zaken als een betere aanlichting van panden, het opstellen van

plannen voor cosmetische maatregelen ter verbetering van de Markt en maatregelen ter verbetering

van het ondernemings- en verblijfsklimaat in de Molenstraat.

In het kader van centrummanagement is er een brancheringscommissie voor het centrum waarin

naast de gemeente ook verscheidene makelaars zitting hebben. Deze commissie, die overigens op

korte termijn worden uitgebreid met vertegenwoordigers van de partners in de centrumplannen,

vergadert regelmatig onder voorzitterschap van de centrummanager. Hierin worden zaken afgestemd

betreffende de branchering, leegstaande panden en de ontwikkelingen in winkelstraten. Er lopen

overigens al enkele contacten met nieuwe detailhandelsconcepten en -formules die voornemens zijn

om mede in het kader van de BVR-plannen zich in Heimond mogelijk te gaan vestigen. Het komende

jaar zullen de acquisitie-inspanningen richting deze vooral hoogwaardige kwalitatieve

detailhandelsvormen verder worden opgevoerd met als uiteindelijk doel een verdere verbetering van

het winkelimago van Heimond.

Er worden door verschillende fracties nadere vragen gesteld over specifieke zaken. Wij gaan hier

nader op in:

- Relatie centrum hoofdwegenstructuur.

In de plannen van het centrum zal rekening gehouden moeten worden met de besluitvorming over de

hoofdwegenstructuur. In de uitwerking van het masterplan zal op dit aspect specifiek worden

ingegaan. Daarvoor is het wel noodzakelijk de resultaten van het verdere onderzoek in het kader van

de hoofdwegenstructuur af te wachten. Wij zullen de afstemming van beide plannen nauwlettend in de

gaten houden.

- Aanpak herinrichting Markt

Reeds is in het vragenuurtje van de Raad in oktober op vragen van mevrouw Meinardi aangegeven

dat wij u in november een plan van aanpak voor de herinrichting van de markt zullen voorleggen.

Hierin zal uitgebreid ingegaan worden op de randvoorwaarden, op de te treffen cosmetische

maatregelen, op het budgetkader en op het communicatietraject. Tevens zal de fietsverbinding noord-

zuid hierbij worden meegenomen.

- Kanaallkanaalzone

Voor ons College staat de levendigheid van het Kanaal ook hoog op de agenda. De realiteit gebiedt

eerst het onderzoek naar de technischelfinanciele problemen van sluis 7 af te wachten. Wij zullen

zoals wethouder van den Heuvel zal aangeven een beleidsnotitie over de bevaarbaarheid, de

inrichting van een passantenhaven en vaste ligplaatsen voor historische schepen opstellen. De relatie

met het centrum zal daar zeker een onderdeel van uitmaken.

- Gevels in het centrum

In het kader van het aantrekkelijker maken van het stadscentrum worden door het

centrummanagement initiatieven genomen te stimulering van het herstel van oorspronkelijke

gevelwanden. Daarmee voldoen wij ook aan de vraag van de PvdA fractie om de betonnen en plastic

gevels uit de jaren 60 uit het stadsbeeld te verbannen.

- ABN/AMRO

Het pand ABNO-AMRO aan de markt is inderdaad een zeer aantrekkelijke locatie midden in het

stadscentrum met zeer veel potentie. Het pand maakt onderdeel uit van het oude plan 't Hooi. Begin

dit jaar zijn de gesprekken met de betrokken eigenaren in het plangebied hervat, aangezien op dat

moment het centrumplan net was goedgekeurd en de kaders waarbinnen het plan gerealiseerd kon

worden duidelijk waren. In het productieprogramma van dit jaar is opgenomen dat eind dit jaar een

plan van aanpak voor de locatie opgesteld zal worden. Het reeds bestaande plan van 6 jaar geleden

wordt als input voor dit plan van aanpak aangewend. Dit plan bevat namelijk goede uitgangspunten

5

die verenigbaar zijn met de in december 2001 vastgestelde structuurvisie voor het Centrum. Wellicht

zijn daaraan, zoals de PvdA is gesuggereerd, atelierwoningen te koppelen.

SOCIALE ZAKEN

Aantallen bijstandsgerechtigden

Naar aanleiding van vragen van Groen Links/D 66 en SP met betrekking tot de aantallen

bijstandsgerechtigden het volgende:

In de tabel op bladzijde 211 van de productenbegroting staan 2398 uitkeringsgerechtigden voor 2003

begroot. Zoals u weet wordt zo zorgvuldig mogelijk het aantal uitkeringsgerechtigden benaderd. In de

praktijk wordt vaak het vastgestelde aantal uitkeringsgerechtigden op 31 december van het jaar,

voorafgaand aan het jaar waarin de begrotingsbehandeling plaats vindt, gehanteerd. Het aantal

uitkeringsgerechtigden (2398) waarmee rekening is gehouden is de stand van 31 december 2001. Het

aantal begroot in 2002 is de stand van 31 december 2000. In de loop van 2002 was er eerst nog een

afname. Indien mogelijk wordt er een correctiefactor toegepast.

Kortingspas voor minima

Naar aanleiding van vragen van PvdA met betrekking tot de kortingspas voor minima het volgende:

Door de gemeente is in het kader van intensivering minimabeleid nieuw beleid ontwikkeld dat tot

uitdrukking komt in het MinimaPiusFonds. Dit beleid is op 7 mei 2002 in het college vastgesteld en

vervolgens in de Raadscommissie op 17 juni 2002 en in de Raad op 3 september 2002. Het lijkt niet

wenselijk dit zojuist ingezette beleid nu reeds opnieuw ter discussie te stellen. Wij stellen u voor eerst

de evaluatie af te wachten en dat daar de mogelijkheid van een eventuele kortingspas in mee wordt

genomen. Het MinimaPiusFonds wordt uitgevoerd door onder andere de Stichting Leergeld. Eenmaal

per jaar vindt er een evaluatie plaats die wij aan u kunnen toezeggen.

ID banen en Wiw

Naar aanleiding van vragen van bijna alle fracties met betrekking tot de ID banen en Wiw het

volgende:

Zoals u weet is inmiddels het kabinet demissionair. De beantwoording is dan ook grotendeels

gebaseerd op basis van de gegevens voorzover deze bekend waren voor de val van het

demissionaire kabinet. Er is derhalve nog veel onduidelijkheid wat dit precies betekent voor het beleid

dat betrekking heeft op de In en Doorstroombanen en Wiw-banen, dat door het demissionaire kabinet

in gang gezet is, middels onder andere het Strategisch Akkoord.

Er zijn landelijk nog veel ontwikkelingen gaande waarbij door diverse instanties en

belangenorganisaties aangegeven wordt dat de voorgestane maatregelen in het kader van het

Strategisch Akkoord ongewenst zijn. Op dit moment is nog geen volledige duidelijkheid te geven wat

de precieze consequenties voor de gemeente zijn. Nu het kabinet demissionair is zal de

onduidelijkheid mogelijk nog langer duren. Voor de volledigheid willen wij opmerken dat voorzover

bekend de regelingen blijven bestaan, echter er worden bezuinigingsoperaties op doorgevoerd en er

vindt aanpassing van de regelingen plaats.

De middelen voor bekostiging van de ]D banen worden met ingang van 2004 toegevoegd aan het vrij

besteedbare reïntegratiebudget Fonds Werk en Inkomen (FWI). Dit betekent echter niet dat het

daarmee vrij besteedbaar is. De gemeente heeft inmiddels een groot aantal ID banen gecreëerd en

deze medewerkers hebben een regulier dienstverband met de werkgever waarvoor zij in dienst zijn

(o.a. gemeente Heimond, welzijns- en onderwijsinstellingen, stichting Stadswacht). De middelen zijn

derhalve'geoormerkt', immers het zijn gesubsidieerde banen.

De grondslag voor het budget 2003 is de feitelijke bezetting op de peildatum 30 juni 2002. In het door

het demissionair kabinet gesloten Strategisch Akkoord is een bezuinigingstaakstelling opgenomen.

Voor het jaar 2003 worden vermoedelijk middelen toegekend naar de stand van 30 juni 2002 min 15%

als gevolg van een bezuinigingsoperatie. Op 30 juni had de gemeente266 banen ingevuld. Op de

datum bekendmaking bezuinigingen (circulaire van 4 september 2002) waren in totaal 269 banen

ingevuld. Voorzover bekend mag de gemeente, rekening houdende met de bezuinigingsoperatie van

15%, ongeveer 226 banen invullen.

6

Volgens het ingezette nieuwe rijksbeleid betekent dit een teruggang met ongeveer 40 banen. Voor

deze 40 banen heeft de gemeente ons inziens niet de mogelijkheden om deze uit eigen middelen te

bekostigen. Daarnaast had de gemeente reeds meer banen ingevuld dan de stand van 30 juni 2002.

Om op termijn de ID banen betaalbaar te houden zal moeten worden ingezet op doorstroom van ID-

baners naar het reguliere bedrijfsleven.

Het omzetten van een ID baan naar een reguliere baan wordt als optie in de circulaire aangereikt.

Echter het merendeel van de banen is gerealiseerd bij de gemeente respectievelijk door de gemeente

gesubsidieerde (welzijns)instellingen respectievelijk - onderwijsinstellingen. Dit betekent dat de

gemeente bij de keuze voor omzetting naar reguliere banen middelen vrij moet maken om de ID

banen bij de gemeente (thans 20.5 fte tot maximaal 130% minimumloon) mogelijk te maken.

Door de gesubsidieerde (welzijns)instellingen zal bij omzetting naar reguliere banen dit vertaald

worden naar aanvraag van extra subsidie. Immers, de instellingen hebben geen eigen middelen om

hierin te voorzien. De precieze financiële consequenties zijn op dit moment hiervan nog niet duidelijk.

Wordt uitgegaan van 20,5 fte die de gemeente zelf in dienst heeft en 125% minimumloon is er sprake

van ongeveer E 490.000,- per jaar. In deze globale kostenopzet zijn de gesubsidieerde plaatsen bij

o.a. Stadswacht en welzijnsinstellingen niet meegenomen. Zie hiervoor verdere wethouder

Tielemans.

Het Rijk verstrekt in het kader van de uitvoering Wiw twee geldstromen, namelijk een vast budget en

een bij het Rijk te deciareren basisbedrag. Het basisbedrag dat gemeenten per Wiw-er kunnen

deciareren wordt gehalveerd. Door de normbedragen uit het vast budget te verhogen als compensatie

betekent dit dat een groter deel van de kosten van een dienstbetrekking ten laste komt van het vast

budget. Dit betekent dat per saldo minder dienstbetrekkingen gerealiseerd kunnen worden.

Door de Atiant Groep (uitvoerder Wiw) wordt een jaarlijks uitstroompercentage gerealiseerd van

ongeveer 25%. Dit betekent dat een hogere uitstroom gerealiseerd moet worden om te voorkomen dat

er een tekort op het vast budget ontstaat. Meer realiseren dan 30% lijkt vooralsnog niet haalbaar,

mede gelet op de enigszins teruglopende arbeidsmarkt.

Wij realiseren ons dat de huidige onzekerheid over de ]n en Doorstroombanen en Wiw banen veel

maatschappelijke onrust teweeg brengt. Zodra er meer duidelijkheid is over de landelijke regelgeving

en financiële mogelijkheden (vanuit het Rijk) zullen wij hoge prioriteit geven aan gemeentelijk beleid.

Ons is er ook alles aangelegen deze onrust zo spoedig mogelijk, met name bij die mensen die zelf in

de regeling werkzaam zijn, weg te nemen.

De huidige beperkende maatregelen hebben tot gevolg dat bij een economische afvlakking, minder

middelen beschikbaar komen voor reïntegratie. Daarnaast wordt de druk op uitstroom van

werknemers uit gesubsidieerde regelingen naar een reguliere werkkring vergroot. Om met minder

middelen en veranderende regelgeving in de gesubsidieerde arbeid (extra) uitstroom te realiseren is

geen eenvoudige opgave. Ook (reguliere) werkgevers zullen zich terughoudender opstellen om

werknemers in de gesubsidieerde c.q. reguliere arbeid in dienst te nemen.

Door de G26, waar de gemeente Heimond deel van uitmaakt, is gezamenlijk middels een schrijven

gereageerd naar demissionair staatssecretaris Rutte. De G26 wijzen erop dat in 2001 meerjarige

afspraken, in het kader van de Agenda van de Toekomst, werden gemaakt met de toenmalige minister

van Sociale Zaken om zich extra in te spannen om mensen van een uitkering naar een baan te leiden.

7

1

Wethouder R.A.C. van Heugten

Stedelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting en Grondzaken

1

ALGEMEEN

Opvallend dit jaar in de beschouwingen van de fracties over de programmaonderdelen dan wel

producten in de begroting in deze portefeuille, is wel de nadruk op het beleidsveid verkeer en

vervoer. Wellicht dat de intensieve en fundamentele debatten onlangs in de raad over de

hoofdwegenstructuur de aandacht voor dit beleidsveld sterk gestimuleerd hebben. Deze

aandacht sluit ook aan bij het gegeven dat de bereikbaarheid van Heimond de laatste jaren als

speerpunt van beleid is aangewezen.

VERKEER EN VERVOER

Hoofdwegenstructuur

Met de behandeling van de 2 efase van de studie hoofdwegenstructuur in de gemeenteraad nog

vers in het geheugen zijn door diverse fracties vragen gesteld m.b.t. de implicaties van deze

besluitvorming voor de verdere uitwerking. Zo vragen de fracties van GL 1 D'66 en SP naar de

betekenis van de recente berichtgeving over het onderzoek naar de luchtkwaliteit in Brabantse

gemeenten, waaronder Heimond, in relatie tot het gekozen scenario voor concentratie van

verkeer op de oost-west lopende as over de Kasteel Traverse. De eerste genoemde fractie

koppelt daar zelfs de vraag aan of een niet veel fundamentelere aanpak gewenst zou zijn,

waarbij het beleid gericht wordt op een verschuiving naar vervoersstromen die

milieuvriendelijker zijn?

Met betrekking tot de problematiek van luchtverontreiniging in de grote(re) steden en het plan

van aanpak wijzen wij in eerste instantie op de bijdrage van wethouder van de Heuvel.

Op deze plaats willen wij volstaan met de constatering dat in de 2e fase van de studie

Hoofdwegenstructuur bij de uitgebreide toetsing van de scenario's ook rekening is gehouden

met het criterium milieu c.q. luchtkwaliteit. Voor de beschrijving van deze toetsing verwijzen U

graag naar de uitgebreide technische rapportage van de 2' fase van de studie

Hoofdwegenstructuur.

Ten aanzien van de vraag van GL/D'66 naar een veel fundamentelere benadering van het

mobiliteitsprobleem wijzen wij er toch met nadruk op dat deze vraag juist bij het begin van de

studie Hoofdwegenstructuur in de gemeenteraad aan de orde is geweest. Hoewel het belang

van alternatieve vervoerwijzen breed wordt onderschreven, is door de raad vastgesteld dat de

autobereikbaarheid van de stad in al haar facetten ook op termijn dient te worden

gegarandeerd. Dit is ook als doelstelling aan de studie Hoofdwegenstructuur meegegeven.

Voorts is in de toetsing geconstateerd dat de inzet van extra openbaar vervoer de toekomstige

verkeersproblemen niet oplost. Overigens is het nu gekozen scenario Hoofdlijn het meest

kansrijke voor de fiets als alternatief voor de korte stadsritten.

De PvdA fractie dringt er (bij ons college dan wel de raad?) op aan werk te maken van het

oplossen van de knelpunten in het Oost-Westtraject, vooruitlopend op de uiteindelijk gewenste

ondertunneling.

Wij willen aangegeven dat juist daarom een van de elementen in de volgende fase van de

studie Hoofdwegenstructuur het uitwerken is van de verkeerskundige faseerbaarheid; m.a.w. in

welke volgorde dienen maatregelen te worden uitgevoerd en welk effect is hiervan te

verwachten? Wij zullen in de voorbereiding van de opdracht voor de 3 e fase van het project

expliciet aandacht hebben voor eventueel optredende knelpunten en de (al dan niet tijdelijke)

aanpak hiervan.

In dat kader heeft de fractie van de VVD vraagtekens gesteld bij de in het IVP opgenomen

kosten van de 3e fase van de studie HWS en vraagt tevens voorstellen te ontwikkelen op welke

manier in de toekomst de middelen kunnen worden vrijgemaakt voor de verwachte (hoge)

investeringen. De fractie van GL 1 D'66 koppelt hieraan direct het statement dat de

ondertunneling van de Traverse uit externe middelen gefinancierd dient te worden en niet mag

leiden tot een verdere lastendruk voor de Helmondse burger.

Zoals u bij de behandeling van de studie Hoofdwegenstructuur ook toegezegd is, zal de

financierbaarheid als rode draad met de uitwerking (fase 3) meelopen. Zoals u weet zijn de

kosten voor de tunnel (indicatie rond de 75 miljoen Euro) zeer hoog. Hierover krijgt u t.z.t. dus

1

meer informatie. De gemeenteraad zal na de uitwerking van de derde fase van de studie

Hoofdwegenstructuur de afweging moeten maken wat het de gemeente waard is om de tunnel

aan te leggen. Een en ander dient ook afgewogen te worden t.o.v. andere belangrijke projecten

in onze stad. Of dit uiteindelijk tot een lastenverzwaring voor de inwoners zal leiden zal in de

politieke arena uitgemaakt moeten worden.

Door het uitgebreide onderzoek alsmede de intensieve communicatie zijn de kosten van de 2e

fase van de studie tot nu toe hoger geworden als voorzien bij aanvang. Wij zijn het met u eens

dat er aanleiding is om te verwachten dat er wellicht ook meer middelen benodigd zijn voor de

uitvoering van fase 3. Een en ander wordt bij de opzet van deze onderzoeksfase momenteel in

kaart gebracht en wij zullen indien noodzakelijk met (aanvullende) voorstellen naar de raad

komen.

In het verlengde van de studie HWS heeft de fractie van de PvdA gevraagd om

maatregelen te nemen ten behoeve van de Eikendreef . Tevens geeft de fractie aan dat er

maatregelen moeten komen voor de Rochadeweg, voordat er nog meer ongelukken gebeuren.

Ook de fractie van Heimondse Belangen maakt zich daar zorgen over en vraagt of de gemeente

niet bereid moet zijn om het initiatief naar zich toe te trekken, bijvoorbeeld d.m.v.

voorfinanciering.

Wij zijn in tegenstelling tot de PvdA-fractie van mening dat de structurele aanpak van de

Eikendreef dient te wachten op de uitwerking van het scenario Hoofdlijn. Dan is namelijk

duidelijk welke toekomstige verkeerssituatie de Eikendreef tegemoet kan zien. Eventuele

maatregelen kunnen hierop dan gebaseerd worden. Tot die tijd is de Eikendreef als onderdeel

van het wegennet gecategoriseerd als een ontsluitingsweg type A die overeenkomt met de

huidige weguitvoering.

Over de noodzaak tot het nemen van maatregelen op het kruispunt N-275-Rochadeweg bestaat

geen verschil van mening met de fracties. Wij hebben begin deze maand een brandbrief aan de

provincie als verantwoordelijk wegbeheerder (de Provincie) gestuurd dat plaatsing van de

toegezegde VRI geen langer uitstel duidt. Een eigen aanpak zoals voorgesteld wijzen wij op

voorhand niet principieel af, maar zal per specifieke situatie bezien moeten worden. De

wegbeheerder zal immers toestemming moeten verlenen. In het geval van de Rochadeweg is

naar onze mening dat moment niet aangebroken. Er is namelijk geen sprake van onwil of van

een financieel probleem bij de wegbeheerder. Wij herinneren u eraan dat de wegbeheerder

adequaat heeft gereageerd met het afzetten van afslagstroken en het verlagen van de

maximumsnelheid. Het tempo van uitvoering heeft volgens de provincie te maken met de voor

de VRI noodzakelijke voorbereidings- en levertijd. De provincie geeft aan dat uitvoering gepland

staat voor maart 2003. Overigens zou het nu in eigen beheer uitvoeren door de gemeente geen

versnelling meer opleveren.

Openbaar Vervoer

De situatie in het openbaar vervoer als een van de alternatieve vervoerswijzen voor het

autogebruik heeft bij diverse fracties vragen opgeroepen.

De fractie van de PvdA wil op korte termijn een discussie over een aanpak van het zwakke

stadsbusvervoer in de commissie RF. De verplaatsingsmogelijkheden van specifieke

doelgroepen, met name de lagere inkomensgroepen, moeten gewaarborgd worden. De PvdA-

fractie, alsook de fractie van GL 1 D'66, wijst op voorbeelden van gratis respectievelijk

goedkoper OV (stadsbus) en vragen naar mogelijkheden voor nader onderzoek. Ook de fractie

van de HSP vraagt hierna, waarbij in het bijzonder de positie van ouderen over het voetlicht

wordt gebracht.

Zoals u weet is het college onder instructie van uw raad al meerdere jaren in de weer om de

afkalving van het openbaar stadsvervoer zo mogelijk een halt toe te roepen, maar liever nog het

openbaar vervoer te verbeteren. In het recente verleden hebben wij als gemeente Heimond

hiervoor de nek ver uitgestoken door invoering van het Stadstaxi systeem (inmiddels Taxbus

genaamd) met handhaving van de stadsdienst op een basisniveau. Wij zijn hierin echter

afhankelijk van het SRE en indirect het rijk. De gemeente Heimond is voor alle duidelijkheid niet

de bevoegde autoriteit voor het openbaar vervoer. Dat is het SRE. Wij dragen ook niet

rechtstreeks (financieel) bij aan het OV. De stimulerende rol van de gemeente beperkt zich tot

2

het realiseren van infrastructurele verbeteringen (bijv. vrijliggende busbanen) op lokaal niveau.

Daarover hebben wij structureel overleg rechtstreeks met de busvervoerder (Hermes). In

antwoord op de vraag van GL ID'66 om toelichting op het IVP kunnen wij dan ook antwoorden

dat onder de post 230 (stimulering OV) middelen t.b.v. dergelijke verbeteringsmaatregelen zijn

opgenomen.

Het moge echter duidelijk zijn dat wij niettemin ernstig bezorgd zijn over de ontwikkeling van het

nieuwe openbaar vervoerplan van het SRE waarin de stadsdienst Heimond verder dreigt te

worden gesaneerd. Hoewel de bezetting in sommige Heimondse buslijnen mager is, is onze

inzet richting SRE als eerste gericht op handhaving van deze bestaande voorziening.

Het rijk voert echter opnieuw bezuinigingen door op haar bijdrage aan het openbaar vervoer. Dit

kan niet worden gecompenseerd met hogere reizigersopbrengsten, omdat de maximaal door te

voeren tariefsverhoging (5,5%) net voldoende is om de kostenstijging (lonen, materieel, etc.) uit

te kunnen betalen.

Een initiatief als gratis of goedkoper openbaar vervoer kan op zich een meerwaarde zijn in een

situatie van een sterk (stads)OV. Op dit moment levert dit echter uitsluitend een hogere druk op

de overbelaste openbaar vervoer-pot op. Het als gemeente zelf dragen van de kosten is eerder

voor de gemeenteraad uitgezocht en door uw raad als te duur bestempeld. Niettemin zullen wij

in contact treden met het SRE en Eindhoven en bezien of nader onderzoek en eventuele

nieuwe mogelijkheden ook voor Heimond kunnen worden toegepast.

Van toepassing van generieke kortingen gericht op alle ouderen zijn wij overigens geen

voorstander. Voor het gebruik van de Taxbus bestaat wel een regeling, namelijk specifiek voor

ouderen onder een bepaalde inkomensgrens.

Ten aanzien van het OV over spoor is door de PvdA-fractie gevraagd om de invoering van een

kwartierdienst te bepleiten. Tevens vraagt deze fractie naar de stand van zaken rond het

Brabantrail (Lightrailproject). In antwoord daarop het volgende.

Het idee van een kwartiersdienst bestaat al langer, maar is nog nooit tot stand gekomen, gelet

op de noodzakelijke medewerking van NS. Wij zullen opnieuw proberen hier uitvoering aan te

geven.

Ten aanzien van Lightrailproject is deze optie en benaming niet meer correct. De steden van

BrabantStad willen de verbindingen tussen de steden en met de stadsranden per openbaar

vervoer versterken. Gezamenlijk hebben de provincie Noord-Brabant en de gemeenten

Eindhoven, Tilburg, Breda, 's-Hertogenbosch en Heimond opdracht gegeven om te

onderzoeken op welke manier deze regionale bereikbaarheid per openbaar vervoer kan worden

verbeterd. Op basis van een probleemanalyse worden momenteel de meest kansrijke

oplossingen verkend. Hierbij kan gedacht worden aan een betere benutting van het Brabantse

spoor met toevoeging van een aantal stations, maar ook aan een verbetering van het

stadsgewestelijke vervoer in de betrokken steden. Het project heet OV-netwerk BrabantStad, en

bevindt zich nu in de Verkenningsfase van het MIT van het Ministerie van Verkeer en

Waterstaat. Deze fase wordt medio 2003 afgesloten. Dan wordt besloten om één of meer

oplossingen uit te werken

Fietsverkeer

Meerdere fracties hebben geïnformeerd naar het beleid m.b.t. het fietsverkeer.

Zo hebben PvdA en GU D' 66 concreet naar de stand van zaken rond de nota Fietsbeleidsplan

gevraagd.

Wij kunnen u antwoorden dat Het fietsbeleidsplan ambtelijk volop in voorbereiding is; verwacht

wordt dat dit beleidsstuk begin 2003 kan worden besproken in de commissie Ruimtelijk Fysiek.

In dit beleidsplan zal ook worden in gegaan op het onderdeel fietsenstallingen en de daaraan

verbonden aspecten van openstelling en tariefstelling waarnaar door de fractie van de PvdA

wordt gevraagd.

De VVD-fractie zet in haar bijdrage duidelijk kanttekeningen bij de realiseren van het VLITS-

fietspad met name waar het gaat over het financieringstraject.

De zorgen van de VVD over dit al lang lopende project zijn ons inziens niet terecht.

Door optimaal gebruik te maken van subsidieregelingen en door goed samen te werken met

onze regionale partners zal de route de gemeente Heimond namelijk nooit meer mogen kosten

dan de aanleg van een normale fietsroute in Brandevoort. Het gedeelte van het traject lopende

langs de spoorlijn tot aan de nieuwe voorstadhalte in Brandevoort maakt overigens al vanaf het

3

begin van het planproces voor de nieuwe wijk (Masterplan en bestemmingsplan) deel uit van de

fietsstructuur voor deze wijk. Een structuur die uit meerdere verbindingen bestaat en dus niet

alleen over de Hoofdstraat voert. Dit laatste in antwoord op de opmerking van de PvdA-fractie.

Met betrekking tot vragen over de uitvoering en onderhoudssituatie van fietspaden in onze stad

verwijzen wij naar de bijdrage van wethouder van den Heuvel.

RUIMTELIJKE ORDENING

ASP

De fractie van de VVD geeft in haar bijdrage aan dat het Algemeen Structuurplan uit 1991 hard

aan herziening toe is en vraagt om in 2003 daaraan een afronding te geven.

Wij zijn diezelfde mening toegedaan zoals ook eerder aan raad en raadscommissie is

meegedeeld. Om de koe daadwerkelijk bij de horens te vatten zal de desbetreffende

bestuursopdracht in de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie Ruimtelijk-Fysiek

worden aangeboden ter advisering waarna behandeling in de raad kan plaatsvinden. De start

van het nieuwe ASP 2015 wordt door ons direct daarna voorzien met het oogmerk dit project

eind 2003 af te ronden,

In de bestuursopdracht voor het Algemeen Structuurplan stellen wij ook voor het vraagstuk van

de mogelijke verplaatsing van het NS-station in relatie tot de ontwikkeling van de spoorzone in

het kader van het ASP uit te werken en dit onderdeel met prioriteit te behandelen teneinde

vooraf duidelijkheid te krijgen over mogelijke implicaties voor planvorming op meer concreet

niveau. Het eerste oriënterende gesprek op ambtelijk niveau heeft inmiddels al plaatsgevonden.

Binnenstad-Oost

Na moeilijke jaren en flinke aanloopproblemen hebben wij samen met de raad mogen

constateren dat het herstructureringsproces de laatste tijd op koers begint te komen.

Organisatorisch (met duidelijker rolverdeling tussen partijen), beleidsmatig ( met duidelijk

vastgestelde kaders waaronder het wijkontwikkelingsprogramma) en financieel komen de

puzzelstukken steeds meer op de plaats te liggen. Nog op te lossen problematieken krijgen

daarmee een steeds duidelijker perspectief en ook zicht op adequate inpassing. Het besef dat

voor deze aanpak een brede samenwerking tussen alle betrokken partijen noodzakelijk is -

eendachtig de uitgangspunten van het GSB-beleid- is gelukkig breed aanwezig. Dit groeiende

vertrouwen proeven wij ook binnen de raad hetgeen zich in de inhoud van de bijdragen van de

fracties vertaalt.

De fractie van de VVD dringt in dat kader aan op onverkorte uitvoering van het

wijkontwikkelingsprogramma, zowel m.b.t. de renovatie van bestaande als de bouw van nieuwe

woningen en voorzieningen als Brede School en Wijkhuis en m.b.t. de inzet van middelen

zoveel mogelijk subsidies (w.o. ISV) te benutten.

U zult begrijpen dat wij dit standpunt van harte onderschrijven.

Uitzondering op dit groeiende vertrouwen in de raad lijken de fracties van de PvdA en SP te

zijn. Bij de PvdA-fractie klinkt grote ongeduidigheid door als zij eveneens aandringt op

onmiddellijke realisering van de plannen voor de Dierenbuurt maar daaraan toevoegt dat als er

niet tot overeenstemming kan worden gekomen met de betreffende woningbouwverenigingen er

dan woningbouwverenigingen van elders moeten worden aangetrokken.

Zoals gesteld zijn wij het met u eens dat op korte termijn de herstructurering van de Dierenbuurt

moet worden opgepakt. De gemeente doet alles wat in haar vermogen ligt om verdere stagnatie

te voorkomen. Het stedenbouwkundig plan is door de raad unaniem vastgesteld en door de

provincie van harte onderschreven. In het verlengde hiervan zijn er onlangs nog

voorbereidingsbesluiten genomen om het bouwproces te bespoedigen. Voor de Hindestraat

e.o. wordt binnenkort gestart met een totale upgrading. Ook heeft Woonpartners vergaande

plannen voor nieuwbouw van ca. 40 woningen aan de Wezelstraat. De gemeente stelt zich op

het standpunt dat voor een adequate aanpak van de overige herstructureringsopgave in de

Dierenbuurt de samenwerking met een solide en risicodragende marktpartij een belangrijk

voordeel kan zijn. Verheugend is dat ook Woonpartners heeft aangegeven met behulp van een

externe partij nader te willen kijken naar mogelijke detailuitwerkingen in het project en de

doorrekening daarvan. Dat geeft vertrouwen dat we binnenkort een verdere stap kunnen

zetten. De noodzaak en nut van een "parlementaire enquéte op lokaal niveau, zoals de SP

4

fractie suggereert, is ons inziens daarmee zeker niet aanwezig.

De fractie van de SP komt verder met de suggestie dat projectontwikkelaars "niet komen om er

geld bij te leggen maar om er geld uit te halen" en vragen retorisch "dat het inschakelen van

marktpartijen betekent dat geld wegvloeit uit het plan terwijl het beter zou zijn om het geld te

behouden voor het plan?"

Om te beginnen is enige zorgvuldigheid gewenst in het juist hanteren van definities. De term

PPS is in feite niet van toepassing op de samenwerkingsconstructie in Binnenstad-Oost omdat

deze term normaal gesproken gereserveerd blijft voor het voeren van een gemeenschappelijke

exploitatie -en daarmee een gemeenschappelijke risico-en winstdeling- voor het betreffende

project. In de bijdrage van de burgemeester wordt in dat kader al gewezen op het voorbeeld

van het Hatematerrein.

De vorm van samenwerking met corporaties en marktpartijen in Binnenstad-Oost is in feite een

klassieke vorm waarin alle partijen verantwoordelijk zijn voor hun eigen deel en de gemeente

een duidelijke overkoepelende regierol heeft. De marktpartijen nemen verantwoordelijkheid en

risico voor een deel van de totale opgave, namelijk het bouwen en afzetten van de

koopwoningen in het project. Daarnaast bouwen ze in opdracht van de corporatie de

huurwoningen die vervolgens turn-key worden overgedragen en door de corporatie worden

verhuurd en geëxploiteerd Uiteraard participeert geen enkele marktpartij in een

herstructureringsproces zonder dat er sprake is van een reële kans op winst op het door hen

geïnvesteerde kapitaal. Daar is ook niks mis mee.

De fractie van de SP vraagt tot slot naar de huisvestingsmogelijkheden van bewoners uit de

Binnenstad-Oost die geen koopwoning kunnen betalen en constateert op grond van de nota

Wonen dat dit college geen "serieuze sociale wending" aan het beleid ter zake wil geven.

Wij zijn van mening dat de nota Wonen inderdaad het voor de hand liggende kader vormt voor

de beleidsvorming op dit terrein. In de Nota Wonen wordt geconstateerd dat het

woningbouwprogramma achter blijft t.o.v. de planning. Hiervoor is een aantal redenen gegeven,

welke (deels) overeenkomen met de problematiek op landelijk niveau. De herhuisvesting van

bewoners uit Binnenstad Oost levert voor de korte termijn enige extra druk op de (huur-)markt.

Vanwege de huidige samenstelling van de bewoners van Binnenstad Oost is het streven gericht

op herhuisvesting in een woning die aansluit bij de woonwensen c.q. mogelijkheden van

betrokkenen. In de huursector gaat het daarbij vaak om betaalbare (lees goedkope) bestaande

huurwoning. Bij een mutatiegraad van ca. 1 0 % per jaar in de bestaande woningvoorraad moet

het mogelijk zijn, rekening houdend met urgent-woningzoekenden, binnen 2 a 3 jaar een ieder

gefaseerd (conform sloopplannen) passende woonruimte aan te bieden. Daarbij zal eveneens

gekeken worden naar de mogelijkheid mensen tijdelijk te herhuisvesting in afwachting op de

mogelijkheid terug te keren naar een woning in Binnenstad Oost.

Het in uitvoering nemen van de bouw van betaalbare sociale huurwoningen is daarmee in de

Nota Wonen een belangrijk onderdeel van het woningbouwbeleid voor de komende jaren.

Project Leonarduskerk

Het CDA en ook de PvdA vragen om (snelle) voortgang in het plan om in de Leonarduskerk een

huisartsenpraktijk te vestigen. Ook de fractie van SDH/OH ondersteunt dit plan. De PvdA-fractie

vraagt daarbij of wij bereid zijn tot een tegemoetkoming in de kosten. De fractie van het CDA

vraagt of de gemeente met meerdere ontwikkelaars in gesprek is naast Groepscare BV.

Om met het laatste te beginnen: de initiatiefnemer voor het herontwikkelingsplan voor de

Leonarduskerk is Groepscare BV. Op dit moment zijn wij niet in overleg met andere

ontwikkelaars. De huisartsenpraktijk, maar ook de andere medische dienstverleners zijn de

toekomstige huurders van praktijkruimte in de Leonarduskerk.

Groepscare is begin 2002 in de gelegenheid gesteld voor eigen rekening en risico een

herontwikkelingsplan voor de Leonarduskerk te ontwikkelen. Technische invulling is getoetst en

lijkt haalbaar. Begin september hebben we van Groepscare een eerste exploitatieopzet

ontvangen. Financiële haalbaarheid hangt af van de kosten die gemoeid zijn met enerzijds de

overdrachtprijs van de gemeente aan Groepscare, en anderzijds met de kosten die gemaakt

moeten worden uit hoofde van de monumentenstatus. Voor dat laatste is nu een onderzoek

gestart door de Monumentenwacht. Aan de hand daarvan kan een eindbeeld worden opgesteld.

5

Zoals in de laatste commissievergadering Ruimtelijk Fysiek aangegeven, is een

tegemoetkoming in de huisvestingskosten van huisartsenpraktijken wat ons betreft niet aan de

orde. Wel willen wij zonodig meewerken aan het tot stand brengen van huisvestingsmogelijk-

heden, zoals ook in dit geval bij de Leonarduskerk.

Heimond-West

Reeds bij het onderdeel ASP is kort ingegaan op de relatie tussen de mogelijk verplaatsing van

het NS-station en de planvorming op concreet projectniveau. In haar bijdrage legt de PvdA-

fractie een direct verband naar de situatie rond de hoek Cortenbachstraat 1 lttersestraat. Graag

willen wij hierop reageren, eerst in algemene zin en daarna specifiek op projectniveau.

Met WoCom worden in het kader van de uitwerking en realisatie van het Plan Strategisch

Voorraadbeheer (PSV), op een constructieve wijze, afspraken gemaakt over een gezamenlijke

aanpak. Eerste aanzetten zijn gemaakt door afspraken te maken over de structuur waarin

samengewerkt wordt. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de aanpak van verschillende

kansrijke projecten in het gebied Heimond-West. Deze afspraken zullen deel uit gaan maken

van een intentieovereenkomst tussen WoCom en het gemeentebestuur van Heimond. Ook een

plan van aanpak zal daarvan deel uitmaken. In dat plan van aanpak worden afspraken gemaakt

over de aard en de omvang van de verschillende te realiseren projecten en het daarbij

behorende tijdpad.

Duidelijkheid over de Cortenbachstraat in relatie tot de Hoofdwegenstructuur en de impact van

een mogelijke stationsverplaatsing (zie onderdeel ASP), zorgt er voor dat plannen op korte

termi n kunnen worden opgepakt. Te denken valt aan projecten als Eikendonck 11, Arbergstraat

(Huysdonk 1 en 2) en Oud Heimond-West (waaronder Tournooistraat). De commissie Ruimtelijk

Fysiek zal hierover binnenkort nader worden geïnformeerd.

Hatematerrein

De fractie van Heimond Aktief vraagt naar de financiële voortgang van het plan Hatema-terrein

en de relatie met de plankosten en maakt zich bezorgd of de kosten binnen de oorspronkelijke

ramingen blijven.

In februari 2002 is het "Stedenbouwkundig plan in hoofdlijnen" voor het Hatématerrein

vastgesteld. Inmiddels heeft er een planuitwerking plaatsgevonden waarbij een evenwicht is

aangebracht met de grondexploitatieberekening. De doelstelling van een grondexploitatie die

minimaal budgettair neutraal is, zal worden gehaald. Hierbij zullen ook de

planontwikkelingskosten die door de gemeente t.b.v. dit plan gemaakt worden, ten laste komen

van de grondexploitatie.

De besluitvorming inzake de Raamovereenkomst Hatématerrein zal in de Raadsvergadering

van begin december 2002 plaatsvinden. De voornoemde grondexploitatieberekening vormt een

onderdeel van deze Raamovereenkomst

Stiphout

De Fractie van het CDA vraagt in haar bijdrage naar de stand van zaken rond het Masterplan

Stiphout en het tijdpad van de komende ontwikkelingen.

Het Masterplan voor Stiphout Centrum is in oktober 2000 door de gemeenteraad van Heimond

vastgesteld. De gemeente heeft hier het proces gefaciliteerd en een nieuw planologisch kader

gecreëerd. De marktpartijen dienen actief en risicodragend te ontwikkelen. In het voorjaar 2002

is gebleken dat de integrale realisatie van het Masterplan moeilijk binnen haalbare termen te

krijgen is, met name vanwege hoge verwervingskosten. Onderhandelingen door de realisator

vergen daardoor de nodige tijd. Op verzoek van en samen met de marktpartijen vindt er

momenteel een scan plaats op mogelijke fasering en optimalisatie met het oogmerk het plan

uiteindelijk toch gerealiseerd te krijgen. Aangezien een en ander zorgvuldig dient te gebeuren

zal hierover naar verwachting eerst begin 2003 duidelijkheid kunnen worden gegeven

Goorloopzone

Door de fractie van de HSP wordt gevraagd naar de afronding van het prdces van

visieontwikkeling rond de Goorloopzone zodat aan concrete bouwplanontwikkeling kan worden

begonnen.

6

Wij kunnen u antwoorden dat de visieontwikkeling rondom de Goorloopzone een tijd heeft

gestagneerd voornamelijk vanwege de inzet van ambtelijke capaciteit op andere prioritaire

projecten. Recentelijk is de visie weer ter hand genomen en verwacht wordt dat dit begin 2003

kan worden besproken in de commissie Ruimtelijk Fysiek.

Herziening oude bestemmingsplannen

De fractie van de VVD stelt vast dat het van belang is dat "oude" bestemmingsplannen (tijdig)

herzien worden en vraagt om hiervoor een planning (prioriteiten en tijdspad) op te stellen en

deze ter kennis van de Raad te brengen.

Gelet op de landelijke ontwikkelingen, zoals een stringenter handhavingsbeleid, mogelijkheden

van digitale opslag en raadpleging van bestemmingsplannen, maar ook nieuwe wetgeving zoals

de op handen zijnde fundamentele herziening van Wet Ruimtelijke Ordening, wordt het belang

van actuele en duidelijke bestemmingsplannen als juridisch toetsingskader steeds groter. Zoals

elke gemeente in Nederland heeft de gemeente Heimond een inhaalslag te maken met

betrekking tot het actualiseren van haar bestemmingsplannen. Wij hebben een plan van aanpak

vastgesteld voor een meer gestructureerde een systematisch aanpak waarbij we streven naar

een actueel bestemmingsplankader voor de hele gemeente Heimond in 2005. Dit is nader

toegelicht in de commissie Ruimtelijk Fysiek.

VOLKSHUISVESTING

Vanzelfsprekend heeft de behandeling van de nota Wonen de discussies over de richting van

de volkshuisvesting in onze stad een flinke impuls gegeven hetgeen ook terug te vinden is in de

begrotingsbehandeling.

Woningbehoefte

De fractie van de PvdA gaat in haar bijdrage nog eens in op de vraag naar aanvaardbare en

betaalbare (huur)woningen en vraagt naast het standpunt van het college ook om nader inzicht

in de precieze vraag van deze woningzoekenden

In de Nota Wonen wordt in feite al het beleid van ons college inzake deze problematiek

verwoord. De analyse van woningzoekendenbestand in de sociale huursector laat een toename

voor de korte termijn zien. Het betreft voor een belangrijk deel een kwaliteitsvraag. Voor de

middellange en langere termijn is op basis van onderzoek sprake een rekenkundig overschot

aan huurwoningen. De toename op korte termijn wordt veroorzaakt door de vertraging in de

woningbouwproductie en door de hoge koopprijzen waardoor starters en lagere inkomens zich

weer richten op de huursector. Door beide factoren stagneert de doorstroming. Om deze

knelpunten aan te pakken worden een aantal concrete maatregelen voorgesteld waarvoor wij

op deze plaats toch naar de desbetreffende nota verwijzen.

Wat betreft de analyse van de woningzoekenden en de evaluatie van de huidige

woonruimteverdelingsystematiek is een notitie gereed, die in samenwerking met de corporaties

en het Platform Heimondse Bewonersorganisaties tot stand is gekomen. De notitie is voor

commentaar naar de directeuren van de Heimondse corporaties gestuurd. Op korte termijn zal

deze notitie in procedure gaan.

Tenslotte heeft de fractie van de PvdA gevraag om inzicht te verschaffen over de langdurende

leegstand. Zoals is opgenomen in de Nota Wonen stonden op 1 januari 2002 263 als

langdurend leegstaand geregistreerd. Uit nadere analyse blijkt dat van dit aantal 61 woningen

in afwachting van herstructurering (met name in Binnenstad-Oost doch ook in Heimond-West)

leegstaan en in feite dus niet tot de reële leegstand meer gerekende mogen worden. Daarmee

ligt de langdurende leegstand in feite op hetzelfde niveau als verleden jaar. Daarnaast staan

nog ruim 20 woningen boven winkels leeg (geen actief verhuurbeleid). De overige 182

woningen betreffen individuele gevallen, waarvoor zonder diepgaand onderzoek op dit moment

geen reden voor de leegstand gegeven kan worden.

De VVD-fractie richt zich in haar bijdrage over het beleidsveld Wonen/volkshuisvesting specifiek

op het thema wonen en zorg en verzoekt gezien de demografische ontwikkelingen (de

toenemende vergrijzing) bijzondere aandacht te besteden aan het ontwikkelen van

7

woonzorgcomplexen met als bijkomend gunstig effect dat hierdoor de noodzakelijke

doorstroming verdere kansen krijgt. Ook de fractie van de HSP'97 maakt zich zorgen over

ouderen en wonen en vragen het college specifiek nog eens te kijken naar het aandeel van

woningen voor ouderen in de nota wonen, in het bijzonder bij het uitwerken op bouwplanniveau.

Hoofdstuk 8 van de Nota Wonen gaat uitvoerig in op het onderwerp Wonen, Zorg en Welzijn.

Uitgangspunt bij de huisvesting van senioren is het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen.

Het merendeel van de ouderen zal in staat zijn zelfstandig te blijven wonen, mitst de woning

goed toegankelijk is en op maat zorg in de woning kan worden verleend (zowel medische zorg

als t.a.v. dagelijkse levensverrichtingen). Voor deze groep zal met name het welzijnsaspect

(sociale contacten) van belang zijn.

Voor een deel van de ouderen is echter iets meer nodig. Door de provincie Noord-Brabant is

deze groep becijferd op 25 % van het totaal. Mede in het kader van de extramoralisatie

(omzetting van verpleeg- en verzorgingsplaatsen naar zelfstandig wonen met zorg) is in het jaar

2010 behoefte aan ruim 2.300 woningen in deze tussenvorm. Daarnaast blijft een groep

ouderen aangewezen op intramurale zorg.

De ontwikkeling van woonzorgcomplexen verdient derhalve in de komende jaren bijzondere

aandacht. Niet alleen in Brandevoort zal een woonzorgcomplex worden gerealiseerd, ook in

binnenstedelijke locaties (b.v. Hatema-terrein) zal aan deze woonvorm aandacht worden

geschonken. De Nota Wonen gaat voorts uit van de bouw van minimaal 150 woningen per jaar

t.b.v. de doelgroep ouderen.

In reactie op de hartekreet van de HSP'97 het volgende

In de Nota Wonen wordt het percentage van 35 % genoemd in relatie tot Binnenstad-Oost.

Voorts is in hoofdstuk 8 inzichtelijk gemaakt welke behoefte in de komende jaren zal ontstaan

aan de diverse vormen van huisvesting van ouderen (zowel intramuraal als extramuraal).

Bij de uitwerking van bouwplannen wordt bij het opstellen van de randvoorwaarden eveneens

gekeken naar de gewenste doelgroep. De huisvesting van ouderen speelt daarbij een

belangrijke rol.

Woningproductie 1 vinex

De fractie van Heimondse Belangen is gelukkig met het feit dat de Nota Wonen "de inzet en

zorg voor de huisvesting weer redelijk op de rails heeft gezet". De HB-fractie spreekt echter toch

haar zorgen uit over de vele uitleg- c.q. plangebieden en de voortgang van de Vinex-taakstelling

in het licht van de verslechterende economische vooruitzichten en vraagt hoe de gemeente

Heimond daarop in kan spelen.

De zorg van de fractie van Heimondse Belangen vinden wij op zich begrijpelijk maar

tegelijkertijd voorbarig. Allereerst moeten wij constateren dat er tot op heden geen sprake is van

een recessie; ook niet op de woningmarkt. Na de enorme hausse, die de afgelopen jaren onder

andere de huizenprijzen heeft opgedreven is er nu sprake van een meer stabiele periode.

Hoewel de gemiddelde verkooptijd enigszins opgelopen is, vinden de woningen die in Heimond

gerealiseerd worden voldoende aftrek, en hebben we goede hoop dat deze situatie zich zal

voortzetten. Alleen bij de echte dure woningen met een prijs boven de E 500.000 zien we een

(verklaarbare) stagnatie van de vraag.

Het feit dat Heimond het haar opgelegde Vinex-taakstelling naar verwachting niet haalt voor het

jaar 2005 heeft meer te maken met de langere voorbereidingstijd voor de bouwplannen in

Brandevoort en Dierdonk als gevolg van de hoge kwaliteitseisen die Heimond aan die plannen

stelt, verwervingsproblemen, stankcirkels, etc.

Mocht er in de toekomst toch een economische recessie optreden dan zal ons college toch

blijven streven de afgesproken taakstelling te realiseren. Door een zo goed mogelijk gespreide

en gedifferentieerde ontwikkelingsportefeuille in de stad, waarbij niet wordt getornd aan de

bijbehorende kwaliteiten, kunnen veranderingen als gevolg van het economisch klimaat zo goed

mogelijk worden gepareerd, en kan de woningproductie zo groot mogelijk blijven.

Woonwagenbeleid

De Fractie Etienne Hesen wijst het college erop dat het voornemen om de locatie aan de

Driesweg als nieuwe sublocatie voor woonwagenbewoners te activeren de nodige investeringen

8

zal vergen en dat dit noch in de begroting, noch in het IVP is terug te vinden en vraagt in dit

verband om nadere opheldering.

Op 1 maart 1999 is de Woonwagenwet ingetrokken. Daarmee is een einde gekomen aan het

specifiek beleid voor de doelgroep woonwagenbewoners. Woonwagenbewoners vallen onder

dezelfde wetgeving en dienen als zodanig te integreren in de samenleving. Gelijktijdig is

evenwel een achterstand in standplaatsen in Heimond met als gevolg boventalligheid op

diverse sublocaties. Inmiddels zijn 5 nieuwe standplaatsen aan de Bakelsedijk gerealiseerd

maar dat is nog niet voldoende.

Het beleid blijft gericht op normalisatie, hetgeen inhoudt het bij voorkeur huisvesten van de

doelgroep in reguliere woonvormen (lees woningen). Voor zover dit niet kan wordt in de

komende periode de mogelijkheden van verdere uitbreiding van standplaatsen onderzocht om

de huidige situatie van boventalligheid op te lossen. De genoemde locatie maakt daarvan

onderdeel uit. Te zijner tijd zal daarvoor investeringsruimte moeten worden gepland.

GRONDBELEID

Grondprijzen

De fractie van het CDA onderstreept nog eens de relatie tussen de taakstellende begroting -

waaronder het op peil houden van de reserve infrastructurele werken- en de voorgestelde

matige stijging van de grondprijzen welke "zeker acceptabel" worden geacht. Specifiek vraagt

deze fractie wel naar de achterliggende reden van de flinke stijging van de grondprijs voor

gestapelde bouw in Brandevoort.

Wij kunnen de fractie als volgt antwoorden:

De grondprijzen in Heimond stijgen over de hele linie met ongeveer het inflatiepercentage

hetgeen reëel is. Voor de gestapelde bouw is een prijs per m2 BVO ingevoerd op basis van de

raamovereenkomst voor Brandevoort 1. Overigens wijken bij narekening deze prijzen niet

substantieel af van de prijs welke volgens de methodiek van vorig jaar zou zijn gehanteerd.

Verder liggen de prijzen voor de gestapelde woningen in Brandevoort en de m2 prijzen voor

grondgebonden woningen nagenoeg in dezelfde range. Ten opzichte van de prijzen in

Eindhoven liggen beide Heimondse prijzen op een lager niveau lager.

De Fractie Etienne Hesen vraagt zich af hoe het ambitieuze sociale koopprogramma uit de nota

Wonen gerealiseerd kan worden zonder aanpassingen van de grondprijs voor deze categorie

woningen?

De thans voor deze categorie gehanteerde verlaagde grondprijs stimuleert en levert ons inziens

een bijdrage aan de mogelijkheden tot realiseren van het programma voor sociale

koopwoningen.

9

1

Wethouder J.B.C.W. van de'n Heuvel

Onderwijs, Stedelijk Beheer en Milieu

1

ONDERWIJS

Overlegstructuur

Het CDA informeert naar de stand van zaken met het SHOP en het HOH-overleg.

Voor de thema's OALT, GOA, onderwijshuisvesting en schooibegeleiding heeft het rijk het zogenaam-

de op overeenstemming gerichte overleg aan gemeenten voorgeschreven. Het SHOP is het overleg-

platform dat voor deze formele overlegvorm op is gezet en als zodanig dienst doet. Onlangs zijn het

nieuwe OK-plan en OALT-plan voor op overeenstemming gericht overleg aan de orde geweest.

Het gemeentebestuur heeft het onderwijsveld verzocht om, samen met hen, te zoeken naar een

overlegstructuur die meer ruimte biedt voor inhoudel'@ke, formele en informele afstemming met het

veld. Wij nodigen de schoolbesturen dan ook uit om met elkaar van gedachten te wisselen over de

positie en status van hun huidig bestuurlijk overleg, het OHS. Een formele, door alle partijen geac-

cepteerde, status van dit overleg zou tegemoet komen aan de wens van gemeente- en schooibe-

stuurders om één overlegplatform te creëren, waarin beleidsvoornemens integraal besproken

worden.

Vanaf de totstandkoming van het convenant onderwijshuisvesting ijuni 2001) is het HOH-overleg 10

keer bij elkaar geweest.

Om de geformuleerde doelstellingen te bereiken wordt in samenwerking met dit overleg gewerkt aan

de realisatie van een integraal plan voor de Heimondse onderwijshuisvesting. Onlangs is in het HOH

een eerste concept van een meerjareninvesteringsprogramma 2003-2006 besproken dat aan de Hel-

mondse schoolbesturen zal worden voorgelegd.

Huisvesting en Onderhoud van scholen

De fractie Heimondse Belangen stelt ons vragen over het onderhoud van de scholen.

De zorgplicht voor het onderhoud van schoolgebouwen is wettelijk verdeeld tussen schoolbesturen en

de gemeente (binnen/buitenkant model). Het jaar 2003 is het laatste jaar, waarin een incidenteel extra

bedrag voor onderhoud beschikbaar is (inhaalslag 2002-2003), waarmee een deel van de scholen kan

worden bediend en de onderhoudsinhaalslag grotendeels gerealiseerd is.

Het is belangrijk dat op korte termijn stappen worden geïnitieerd, die moeten leiden tot een Meerjaren

OnderhoudsPlan (MOP) voor scholen, waarin van jaar tot jaar op basis van objectieve maatstaven

wordt aangegeven, welk onderhoud in welk jaar nodig is.

De ad hoc-aanvragen, waaraan Helmondse Belangen refereert, zijn de zgn. spoedaanvragen, die zich

niet in een programma of meerjarenplan laten vastleggen. Indien er zich een onvoorziene calamiteit bij

een school voordoet en de gemeente is verantwoordelijk voor de voorziening (bv. vervanging lekkend

dak, uitgevallen verwarming), kunnen schoolbesturen de spoedprocedure voor een dergelijke aanvra-

ge in werking stellen. Hiermee kan de gemeente adequaat en snel op urgente situaties reageren.

De SP vraagt hoe gaat het met onderwijshuisvesting.

Praktijkschool 't Nieuwveid is gehuisvest op een tijdelijke locatie in de St. Willibrordstraat. De zoek-

tocht naar een permanente oplossing voor deze school is nog in volle gang.

Naar de huisvestingssituatie van een aantal andere scholen met knelpunten zijn deelstudies verricht,

die tot adequate oplossingen moeten leiden.

Schoolbesturen zijn momenteel in afwachting van een meerjareninvesteringsprogramma waarin de

huisvestingssituatie voor de komende jaren in beeld wordt gebracht.

VMBO

Van meerdere fracties (CDA, Groenlinks/D 66, Heimondse Belangen) komen vragen en opmerkingen

over de huidige situatie en de toekomst van het VMBO in Heimond. Uit de vragen van deze partijen

komt onmiskenbaar naar voren dat zij zich zorgen maken over de toekomst van het Heimondse VM-

BO.

Laten wij duidelijk zijn: met betrekking tot het Heimondse VMBO liggen er meerdere vraagstukken, die

ieder voor zich complex van aard zijn, die onderling met elkaar samenhangen, die dringend om een

oplossing vragen, en die noodzakelijke samenwerking vereisen van meerdere autonome partners met

ieder voor zich onderscheiden belangen.

Wat betreft de verwachtingen ten aanzien van de landelijke en provinciale overheid wijzen wij u op het

volgende. De provinciale overheid heeft geen bevoegdheden op dit vlak en zal die ook niet krijgen.

Wel beschikt de provincie over VMBO-expertise waarop gemeenten en schoolbesturen een beroep

kunnen doen. De landelijke overheid is niet voornemens op korte termijn de wetgeving op dit punt bij

te stellen. De minister acht de speelruimte die partners hebben bij de ontwikkeling van regionale ar-

rangementen voldoende mogelijkheden bieden om vraagstukken in samenhang op te lossen.

1

Er is gevraagd naar de rol van de gemeente Heimond m.b.t. het VMBO. Hoewel het de primaire ver-

antwoorden kheid van de schoolbesturen zelf is om voor Heimondse leerlingen een kwalitatief goed

voorzieningenaanbod te realiseren, menen wij dat wij als belangenbehartiger van het totale onderwijs

niet afzijdig mogen toezien. Eerder heeft de gemeente fors geïnvesteerd om de gebouwelijke condi-

ties voor een hechte samenwerking tussen VMBO, MBO en bedrijfsleven te scheppen. Thans zijn wij

bereid, nu stevige keuzes gemaakt moeten worden m.b.t. de herinrichting van het VMBO (met moge-

lijke consequenties voor bestuurlijke vormgeving, inhoudelijk aanbod en onderwijslocaties), om de be-

treffende schoolbesturen actief te ondersteunen in dit uitermate moeilijke proces. Wij beogen hierbij

ook de opvang van zorgleerlingen binnen deze structuur goed te organiseren. Dit alles met het doel

het VMBO een echte kans te geven uit te groeien tot een gewaardeerde en belangrijke schakel in de

beroepsontwikkeling van zovele jongeren. In dit kader mag niet onvermeld blijven dat wij het initiatief

om te komen tot de realisering van de Groene Campus in Heimond van harte toejuichten en wij zullen

waar mogelijk, deze positieve ontwikkelingen dan ook ondersteunen.

Naast pogingen om partijen in het onderwijs bij elkaar te brengen wordt in het project "Ondernemen-

de Stad" gewerkt aan revitalisering van het VMBO. Het gaat hierbij ondermeer om de introductie van

een nieuwe beroepsdidactiek en pedagogiek, en in het bijzonder de introductie van buitenschoois Ie-

ren in de bedrijven en bedrijfssimulatie in de school. In dit kader zijn verrijkingsdelen toegevoegd aan

de leerstof op het vlak van mechatronica, en voedsel en techniek, en is een werkplekkenstructuur ge-

realiseerd. Hierbij wordt een actieve inbreng geleverd door het regionale bedrijfsleven. Het economi-

sche belang van stad en regio is hierbij richtinggevend.

OALT

Voor wat betreft Onderwijs Allochtone Levende Talen (OALT) is de fractie van de Heimondse Senio-

ren Partij '97 van mening dat de komende tweejaarlijkse verlenging de laatste moet en kan zijn. Het

ontgaat de HSP waarom onze allochtone ingezetenen de kennis van hun taal niet in eigen regie kun-

nen opdoen.

In de aanvulling bij het OALT-plan 1999-2002, is een zinsnede opgenomen over de toekomst van

OALT. In het regeerakkoord wordt melding gemaakt van het voornemen om OALT in 2004 af te

schaffen. Afschaffing van OALT betekent het einde van de doeluitkering voor de gemeente Heimond.

Alvorens hier nadere uitspraken over te doen, willen wij eerst de berichtgeving en argumentatie van

rijkswege afwachten, zeker in het licht van de recente politieke landelijke ontwikkelingen.

Het is niet ons voornemen daarvoor eigen middelen in te zetten.

Eenloket Leerlingzaken

De HSP vindt dat het minimaliseren van schooluitval krachtig moet worden ondersteund.

De niet-meer leerplichtigen van 18 tot 23 jaar zullen gestimuleerd moeten worden tot het behalen van

de startkwalificatie. De HSP vraagt of wij ons hierin kunnen vinden.

In het 1-loket leerlingzaken zitten zowel ambtenaren belast met de uitvoering van leerplicht als de

ambtenaar belast met de uitvoering van trajecten op het gebied van RMC. Door heel snel, via zorg-

teams op scholen, adequaat te reageren op beginnend verzuim kan de leerplichtconsulent voorkomen

dat het schooluitval groot wordt. De leerplichtconsulenten participeren als casemanager in deze zorg-

teams.

De consulent belast met RMC heeft, doordat hij deel uitmaakt van het 1 loket, een korte lijn met de

ambtenaren van leerplicht. Leerlingen die om wat voor reden dan ook uitvallen op school worden

meteen overgenomen door de consulent RMC die hen verder begeleidt in een werklieertraject.

De RMC-wetgeving van 2002 verplicht gemeente om de leerlingen van 17 tot 23 jaar te begeleiden

naar een startkwalificatie. Reden waarom er op dit moment ook actie wordt ondernomen om de RMC-

functionaris, structureel in de organisatie te plaatsen.

WIJKBEHEER EN BEHEER & ONDERHOUD OPENBARE RUIMTE

Wijkbeheer Algemeen

De fractie van Heimondse Belangen pleit voor het stimuleren van de medeverantwoordelijkheid van

participanten in de processen van wijkbeheer en wijkontwikkeling.

De fractie Groen Links/D66 pleit voor een meer evenwichtige balans tussen stenen en mensen in on-

ze stad. 1

Ons college onderschrijft deze pleidooien. Geheel in de geest van het Grote Stedenbeleid (GSB) zijn

wij van mening dat alle pijlers van het GSB bij het wijkbeheer en de wijkontwikkeling aan de orde

moeten komen. Wij hebben het dan over de sociaal-maatschappelijke, de ruimtelijke, de economische

2

en sinds kort zeker ook de veiligheidspijler. Binnen alle pijlers is samenwerking met de betrokken ge-

ledingen in de wijken essentieel. Mede vanuit deze achtergrond hebben wij de vertegenwoordiging

van ons college in de klankbordgroepen in de tien Heimondse wijken recent verbreed en is ook het

aandachtsveid van de klankbordgroepen verruimd naar alle pijlers van het GSB.

Dit betekent niet dat de onderscheiden pijlers van het GSB in alle wijken in dezelfde mate aan de orde

zullen zijn. De aanpak binnen de pijler sociaal-maatschappelijk is in Binnenstad Oost bijvoorbeeld van

een geheel andere orde dan in Brandevoort. Als logische consequentie hiervan is ook niet in alle wij-

ken dezelfde planmatige aanpak van toepassing.

Reeds in het Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) is door uw raad vastgelegd dat binnen onze

gemeente alléén voor Binnenstad Oost een integraal wijkontwikkelingsprogramma wordt opgesteld.

Dit wijkontwikkelingsprogramma - dat naar verwachting in november a.s. aan uw raad ter vaststelling

zal worden aangeboden - is in nauw overleg met de betrokkenen in de wijk zoals woningcorporaties,

bewonersorganisaties, winkeliersvereniging, etc. opgesteld. Alle pijlers van het GSB komen in dit wijk-

ontwikkelingsprogramma aan de orde, waarbij tevens is aangegeven welke actoren bij de uitvoering

van de voorgestelde maatregelen betrokken zijn.

Daarnaast is in het kader van het MOP afgesproken dat voor Heimond-Noordoost en Heimond-West

"Plannen van Aanpak" zouden worden opgesteld, waarin met name beheersmatige zaken binnen de

diverse GSB-pijlers aan de orde zouden komen.

In maart jl. hebben wij het "Plan van Aanpak Heimond-Noordoost" vastgesteld. Ook dit plan is in nauw

overleg met de wijk - met name de Klankbordgroep - tot stand gekomen. De uitvoering van de maat-

regelen uit dit Plan van Aanpak vindt deels plaats door of in overleg met geledingen uit de wijk. Zo

wordt van de professionals in de wijk verwacht dat zij méér gaan samenwerken om tot een gebiedsge-

richte aanpak te komen en heeft de Klankbordgroep een belangrijke rol bij het inhoud geven aan de

aanpak van de onveiligheid(sgevoelens) in de wijk.

Het "Plan van Aanpak Heimond-West" is nog in voorbereiding. Uiteraard vindt de planontwikkeling

plaats in nauwe afstemming met de voornemens ten aanzien van het strategisch voorraadbeheer van

WoCom. Voorts zijn ook de bewonersorganisatie en de Klankbordgroep in Heimond-West actief be-

trokken bij het opstellen van dit Plan van Aanpak. Zoals beargumenteerd in het Meerjarenprogramma

Stedelijke Vernieuwing hebben wij voor de periode t/m 2005 óók extra gemeentelijke middelen gere-

serveerd ten behoeve van de aanpak van Heimond-West in afstemming op de plannen m.b.t. het

strategische voorraadbeheer van WoCom.

De fractie van Heimondse Belangen is tevreden over de recente beleidswijzigingen in het kader van

het wijk- en buurtbeheer. De fractie vraagt hoe het college denkt over additionele toevoeging van

professionele ondersteuning aan wijk- en buurtorganisaties bij grotere projecten in de wijk.

Per definitie ontwikkelt en voert de wijk plannen uit die zich beperken tot haar niet-professionele mo-

gelijkheden. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk activiteiten kunnen zijn die vragen om een extra im-

puls vanuit het professionele werkveld. Om die reden ontvangt de Stichting Welzijnsbevordering Hel-

mond subsidie om op jaarbasis 5 projecten in Heimond te ondersteunen. Afhankelijk van de vraag kan

een wijk daar een beroep op doen. In incidentele gevallen zijn wij bereid om aanvullende middelen

beschikbaar te stellen. Een goed voorbeeld daarvan is het ABCD-project in de Binnenstad.

Wanneer een wijk- of buurtorganisatie moeite heeft om met voldoende kader adequaat te functione-

ren, kan een beroep worden gedaan op de onlangs binnen onze gemeente aangestelde "adviseur

wijk- en buurtorganisaties". Met zijn hulp kan dan getracht worden de organisatie te verbeteren zodat

het weer mogelijk wordt zelfstandig initiatieven op wijkniveau van de grond te tillen.

In de wijk Heimond Noord is al enige tijd een kernteam professionals actief die problemen, met name

uit de buurt Noordoost integraal benaderd. Dit team staat uiteraard open om problemen die worden

aangedragen vanuit de wijkorganisatie op te pakken.

Groen

De fractie van het CDA vraagt ons de gevolgen van de invoering van de nieuwe Flora- en Faunawet te

bespreken in commissieverband.

Wij kunnen u melden dat momenteel ambtelijk de laatste hand wordt gelegd aan een nota genaamd

"Faunabeleidsplan gemeente Heimond" waarin de gevolgen van de F&F-wet alsmede het gemeente-

lijk beleid worden verwoord. Wij zullen hierover vervolgens een standpunt bepalen waarna Pehande-

ling in de commissie RF alsmede de gemeenteraad kan plaatsvinden. De planning is vooralsnog dat

dit in het eerste kwartaal van 2003 bestuurlijke behandeling zal plaatsvinden.

3

De fractie van Heimondse Belangen pleit voor ondertekening van het convenant "Dierenwelzijn ge-

meente Heimond". Wij waarderen de inzet, die velen leveren op het gebied van dierenwelzijn, wij be-

seffen dat er door vele vrijwilligers grote inspanningen worden verricht om dieren met respect en zorg

te (laten) behandelen. Wij zijn echter van opvatting dat de overheid zich dient te beperken tot een

faciliterende rol en zullen deze zo evenwichtig mogelijk uitvoeren.

De PvdA-fractie vraagt het college om duidelijk te maken aan de bewoners van Akkers waarom er bijv.

een ander maairegime wordt gevoerd.

De wijk Akkers is duurzaam gebouwd. Als onderdeel hiervan wordt het groen in de wijk Akkers zoveel

mogelijk natuurlijk ingericht en beheerd. Voor het beheer en onderhoud van de groenvoorzieningen is

door het college van burgemeester en wethouders een afzonderlijke nota vastgesteld waarin dit is

vastgelegd.

Natuurlijk beheer wil zeker niet zeggen dat er geen onderhoud plaatsvindt. Het onderhoud dat plaats-

vindt is veelal extensiever, afgestemd op de functies van het gebied, de ligging ervan en de elementen

(gras, beplantingen ed.) waarmee het gebied is ingericht. Stroken met bosplantsoen (grove inheemse

heesters) worden bijvoorbeeld niet geschoffeld maar tweemaal per jaar uitgemaaid. Grasbermen wor-

den niet wekelijks maar, afhankelijk van de ligging, twee- c.q. zesmaal per jaar gemaaid. Algemeen

geldt in de wijk dat zwerfvuil regelmatig verwijderd wordt.

De onderhoudbudgetten zijn afgestemd op het natuurlijke beheer van de wijk.

De fractie van Heimondse Belangen verzoekt de gemeenteraad te informeren omtrent de actuele mo-

numentale gemeentelijke bomenlijst en deze ter vaststelling aan de gemeenteraad voor te leggen.

Ons college is van mening dat eventuele bijzondere bomen aan de hand van de lijst en stringente

criteria van de Bomenstichting dienen te worden geïnventariseerd, waarbij stringente criteria aan de

monumentaliteit dienen te worden gesteld. Tot een absoluut kapverbod wenst ons college vooralsnog

niet over te gaan, wel tot een bijzondere benadering.

Een op basis van deze uitgangspunten geformuleerd voorstel is nog niet gereed.

Wegen en Parkeren

De PvdA-fractie wenst in de commissie RF een nota over bestaande VRI' s te bespreken met daarbij

een aanzet ter bediscussiëring van de mogelijkheden tot beperking of aanpassing.

In 1996 is er een studie verricht naar de noodzaak van een VRI op een 6-tal kruispunten. Uiteindelijk

heeft de politiek ervoor gekozen deze allen te handhaven. Momenteel wordt bij de vervanging van de

VRI iedere keer bekeken of de VRI nog noodzakelijk is of dat er andersoortige oplossingen mogelijk

zijn waardoor de VRI verwijderd zou kunnen worden.

De PvdA stelt dat de aanpak van het gedeelte van de Mierloseweg in het verlengde van de Hoofd-

straat reeds was opgenomen in het IVP 2001. Vervolgens zouden deze gelden begrotingstechnisch

zijn verschoven naar de Dorpsstraat in Stiphout. Volgens deze fractie lijken deze weer naar 't Hout te-

rug te kunnen worden verschoven, nu Stiphout op langere termijn kom te staan.

Hier is sprake van enig misverstand, voor ons reden om de gang van zaken tot nu toe nog eens hel-

der uiteen te zetten.

In de lnvesteringsprogramma's tot 2001 heeft alleen de aanpak van het Centrum 'Hout, i.c. Hoofd-

straat, gestaan. In de vorige periode is in raadscommissie en klankbordgroep wel eens de intentie

uitgesproken om volgend op de Hoofdstraat de Mierloseweg op het daarop aansluitende stuk te gaan

herinrichten. Hiervoor zijn echter daadwerkelijk nimmer middelen gereserveerd.

Wel zijn vanaf het IVP 2001 daarin middelen opgenomen voor de aanpak van de Dorpsstraat in Stip-

hout. De daarvoor benodigde middelen zijn toen verschoven vanuit het budget voor 't

Hout/Hoofdstraat. Het was de bedoeling de inzet van middelen in Stiphout te koppelen aan de bouw-

plannen, die daar zouden gaan lopen. Zoals bekend is daarin vertraging opgetreden.

Eind 2001 heeft het college gelet op het gereed komen van de Brandevoortsedreef en de bouwplan-

nen in 't Hout prioriteit toegekend aan de rotonde Heeklaan en het wegvak van de Hoofdstraat vanaf

de rotonde tot en met het centrum. Deze plannen zijn nu definitief en de werkzaamheden kunnen in

het voorjaar 2003 in uitvoering worden genomen.

Voor de Mierloseweg - waarvoor dus nooit herinrichtingsmiddelen in het IVP hebben gestaan - is

technisch gezien slechts behoefte aan plaatselijk onderhoud. Van herinrichting zal pas sprake zijn,

wanneer op termijn de bouwplannen aan de westkant van de Mierloseweg tot ontwikkeling komen.

De PvdA-fractie pleit voor een actief onderhoud van de fietspaden in onze gemeente.

4

Het onderhoudsniveau is op basis van inspecties in het algemeen te omschrijven als van een vol-

doende technisch kwaliteitsniveau. Om dat in stand te houden en te verbeteren worden jaarlijks via

het programma onderhoud verhardingen herstellingen en verbeteringen uitgevoerd.

Dit jaar is deze investering ca. E 180.000,- en wordt er aan de fietsroutes, waar ook gemotoriseerd

verkeer mag rijden, voor ca. E 140.000,- uitgevoerd. Daarnaast worden oneffenheden op kleine

schaal hersteld vanuit het gehele jaar operationele onderhoudsbestek.

Tenslotte pleit de PvdA-fractie er in dit verband voor dat onderzocht wordt of bewaakte fietsenstallin-

gen gratis aangeboden kunnen worden. In ieder geval dienen bewaakte fietsenstallingen bij grote

evenementen in de stad ook op zondag geopend te zijn.

Wij verwijzen u op dit punt naar hetgeen daarover is gesteld in de bijdrage van wethouder van Heug-

ten. Daarnaast hebben wij vastgesteld dat er thans concreet sprake is van een toenemende druk van

her en der gestalde fietsen op het Boscotondocomplex. Wij achten het noodzakelijk vooruitlopend op

het fietsbeleidsplan daarvoor op korte termijn een tijdelijke oplossing te creëren.

In de notitie "Beleidsregels uitritten" is sprake van de stelling dat vanwege het versnipperen van groen

standaard in principe één uitrit voor twee huizen uitgevoerd zal worden. Recente ervaringen in o.a.

Brandevoort hebben de PvdA tot het inzicht gebracht dat dit nobele doel zo niet gehaald wordt, voor

veel onvrede zorgt, bezwaarprocedures met zich meebrengt, mensen dwingt een tweede auto op de

openbare weg te parkeren en het groen van een dermate slechte kwaliteit is dat de PvdA voorstelt de-

ze regel te laten vervallen en mensen waar mogelijk een dubbele uitrit te gunnen wat het overige

groen op niveau houdt en zo meer blik van de openbare weg weert.

Op dit moment speelt het volgende. Door verschillende bewoners van Brandevoort is bezwaar ge-

maakt tegen enkele geweigerde uitritvergunningen welke besluiten zijn afgestemd op bedoelde be-

leidsnotitie. Nog maar enkele weken gelden heeft in het informatiecentrum Brandevoort daarover een

informatieavond plaatsgevonden. Daarin is over en weer gediscussieerd en hebben zowel de ver-

schillende bewoners als de gemeente de kans gekregen met elkaar te overleggen over de verschil-

lende wijzen waarop tegen deze problematiek wordt aangekeken.

Door diverse bouwactiviteiten en de daaraan gelieerde parkeer- en verkeersproblemen kan tot op he-

den nog niet op alle locaties in Brandevoort een juist beeld ontstaan van de definitieve inrichting van

de openbare ruimte, waaronder de in- en uitritten. Wij geloven echter in de beeldkwaliteit van de plan-

nen die u in een eerder stadium zijn voorgelegd en wensen hieraan vast te houden. In definitieve situ-

aties, zoals in de Stepekolk-Oost en de Schutsboom met een wegbreedte van 5,5 m., ziet men pas

goed wat de effectieve maat van de inrit is. We concluderen dat de garages hier goed bereikbaar zijn

middels een gecombineerde inrit, waarbij natuurlijk op enkele plaatsen nog wel wat kleine aanpassin-

gen nodig zijn. Ook voor de Brand zijn wij van mening dat het aanbrengen van parkeerstroken in de

bermen geen betere oplossing zal bieden. We overwegen wel de as van de Brand iets te verleggen

om de ruimte tussen sloot en weggrens voldoende breed te laten zijn, waardoor het in de toekomst

mogelijk blijft parkeerstroken aan de noordzijde van de straat te realiseren.'

Voorts vraagt de PvdA-fractie om goede informatieverstrekking aan de burger inzake de gladheidsbe-

strijding. Aan de burger kan en zal bij het begin van het winterseizoen informatie verschaft worden in

welke straten gestrooid wordt. In dit kader worden de strooiroutes genoemd en op plattegrond aange-

geven alsmede de argumenten om dat zo te doen.

Melding hiervan zal plaatsvinden via weekblad Traverse en de website van de gemeente.

De PvdA wil dat de wensen van gehandicapten m.b.t. het deelnemen aan het verkeer zonder obsta-

kels en optimaal veilig, met voorrang gehonoreerd moet worden.

Verkeersveiligheid in wijken bevorderen in onderling samenspel. De wijk Dierdonk is hierbij een goed

voorbeeld. Voor bepaalde straten in die wijk werd een 30-km zone voorgesteld. De bewoners willen de

gehele wijk als 30-km gebied. Uitgangspunt voor de PvdA is om - indien niet strijdig met grotere be-

langen ~ de wensen van de bewoners in te willigen. Dit is zo'n situatie, waarbij de wens van de bewo-

ners kan worden ingewilligd.

Wij wijzen u er op dat deze kwestie bij de rechter ligt en doen hierover daarom nu geen uitspraak.

De fractie van Heimondse Belangen verzoekt om structurele aandacht voor de verkeersveiligheid en

vraagt in dit verband of ons college bereid is tot voorfinanciering van maatregelen op wegen die niet in

eigen beheer zijn.

Wij hebben de nodige continue aandacht voor verkeersveiligheid in de stad. De afgelopen jaren zijn

diverse maatregelen getroffen. Dit in het kader van veranderde wetgeving, Convenant Duurzaam Vei-

5

lig en de situatie in de stad (o.a. aanpak black spots). Een en ander heeft geleid tot een forse afname

in het aantal verkeersslachtoffers tussen 1998 en 2001, in weerwil van de toename van het aantal in-

woners en de groei van het verkeer. In het eerste halfjaar van 2002 blijkt het aantal slachtoffers te

stabiliseren op het niveau van 2001.

Recentelijk zijn we echter geconfronteerd met enkele zeer ernstige verkeersongevallen. Een tweetal

daarvan heeft plaatsgevonden op een kruispunt dat niet in gemeentelijk beheer is (overigens wordt

opgemerkt dat het aantal wegen en kruispunten in Heimond dat niet in gemeentelijk beheer zeer be-

perkt in aantal is, ze worden echter wel meegenomen in de jaarlijkse ongevallenanalyses). Ook deze

hebben de volle aandacht van het college. Zo worden door de gemeente fysieke maatregelen op be-

doelde kruising genomen en wordt ook financieel bi gedragen in de maatregel die daar wordt uitge-

voerd. Daarnaast wordt forse druk uitgeoefend op de wegbeheerder om haar verantwoordelijkheden

conform afspraken na te komen. In eerste instantie vinden we dit ook de weg die bewandeld moet

worden: de feitelijke wegbeheerder dient haar verantwoordelijkheid te nemen. Het op voorhand uit-

gaan van voorfinanciering door de gemeente kan en mag niet leiden tot juist een afwachtende hou-

ding van die feitelijke wegbeheerder. Echter, omdat in de begroting structureel middelen voor ver-

keersveiligheid zijn opgenomen willen we voorfinanciering niet uitsluiten. Immers vanuit de monitoring

en analyse van de verkeersonveiligheid (o.a. aanpak black spots) dienen de beschikbare middelen

daar ingezet te worden waar de veiligheid sterk in het geding is.

De fracties van Groen Links/D66 en WD merken op dat de opbrengsten van het betaald parkeren (en

vergunningenhouders) en de fiscalisering van de parkeerboetes de verliezen in de exploitatie van de

parkeergarages en de fietsenstallingen ruim afdekken. Daarom vraagt Groen Links/D66 zich af of we

niet eerst ervoor moeten zorgen dat het dekkingspercentage van de huidige parkeergarages fors stijgt

alvorens geld te steken in nieuwe parkeervoorzieningen in het kader van de centrumontwikkeling. De

kosten die dat uitspaart, kunnen ingezet worden voor verbetering van de infrastructuur van andere

vervoersmiddelen dan de auto. De WD vraagt de baten in de toekomst in te zetten voor verdere op-

timalisatie van de parkeervoorzieningen in het Centrum.

Wij onderschrijven de noodzaak te komen tot optimalisering van het gebruik van onze parkeervoorzie-

ningen, waaronder parkeergarages. Wij zullen dan ook verdere aandacht besteden aan een adequate

bewegwijzering en door middel van 'parkeeracties" gezamenlijk met geïnteresseerde bedrijven de

consument wijzen op parkeermogelijkheden in de bestaande parkeergarages.

In de meerjarenbegroting is zowel in eerdere jaren als toekomstige jaren voorzien in een positief saldo

op het product parkeren. Dit saldo komt ten gunste van de algemene middelen. Door kredietaanvra-

gen voortkomend uit nieuwe ontwikkelingen enlof evaluatie van het bestaande parkeerbeleid wordt de

raad regelmatig verzocht om middelen ter beschikking te stellen voor verbetering van de parkeervoor-

zieningen. De afweging of deze middelen ten behoeve van het product parkeren of ten behoeve van

andere investeringen gebracht worden is dan telkens aan uw raad.

Hierbij wordt opgemerkt dat het vanuit de parkeerexploitatie gezien, wenselijk kan zijn om (een deel

van) het positieve saldo "binnen" het product parkeren te houden. Hiermee kan sneller ingespeeld

worden op ontwikkelingen die er gaande zijn. Omvang en beoogde doelen van deze "reserves" zou-

den dan wel vooraf beschreven moeten worden (Bedrijfsplan Parkeren).

In zijn algemeenheid dient hierbij wél te worden gesteld dat het bestemmen van een deel van het

"parkeersaldo" voor parkeren gevolgen heeft voor de algemene middelen.

De parkeeroverlast in buurten nabij het centrum moet naar het oordeel van de PvdA-fractie worden

aangepakt. Het parkeren moet zoveel mogelijk worden teruggedrongen naar een aantal centrale loca-

ties aan de rand van het centrum (uit het zicht onttrokken) Dit streven dient d.m.v. het prijsbeleid on-

dersteund te worden (parkeren buiten parkeergarage duurder dan binnen).

Uitgangspunt blijft voor ons het vigerende parkeerbeleid zoals vastgelegd in onder meer de recent

vastgestelde integrale Structuurvisie Centrum. Meer specifiek t.a.v. het parkeren c.q. de parkeerover-

last in woonbuurten geldt dat dit momenteel in onderzoek is. De resultaten hiervan zijn begin 2003 te

verwachten.

Aan bewoners in het centrum dient volgens de PvdA-fractie een betaalbare belanghebbenden-

parkeerplaats te worden aangeboden

Hiervoor bestaat er een systeem. In de evaluatie parkeernota 2000 is een nieuw systeem voor be-

langhebbenden parkeren ingevoerd. De wachtlijsten zijn hiermee destijds opgelost. 1

De PvdA pleit voor uitbreiding van het P& R parkeerterrein bij het (centraal) station omdat dit vaak vol

is.

6

Het P&R terrein is eigendom van de Nederlandse Spoorwegen. Voor uitbreiding is een overleg met de

NS dus noodzakelijk. Daarnaast is deze omgeving momenteel ook nog in studie als mogelijk alterna-

tief voor het sportterrein aan de Pastoor van Leeuwenstraat, waarover uiteraard ook overleg met de

NS wordt gevoerd.

Rioleringsprogramma en Waterplan

Het CDA vraagt welke aanpak is voorzien met betrekking tot het rioleringsprogramma in 2003. Voor

2003 zal een Operationeel Programma Rioleringen worden opgesteld dat de begroting 2003 als uit-

gangspunt neemt. Daarbij wordt er vooralsnog van uitgegaan dat het tarief met E12,- verhoogd zal

worden.

Daarnaast wordt de vraag gesteld wanneer het rioleringsplan wordt afgerond.

Het nieuwe rioleringsplan (GRP) is op dit moment in voorbereiding. De verwachting is dat het nieuwe

GRP in het voorjaar van 2003 aan de gemeenteraad aangeboden kan worden ter besluitvorming.

Het GRP moet helderheid verschaffen over de jaarlijkse exploitatielasten voor de periode 2004-2008.

Daarnaast moet in het GRP aangegeven worden hoe het riooirechttarief zich moet ontwikkelen om

ook op de langere termijn kostendekkend te zijn.

De PvdA is overigens van mening dat meer investering in de riolering nodig als gevolg van klimaat-

verandering. De fractie verzoekt om een overzicht van de investeringen van de afgelopen 4 jaar en

vraagt zich af of er t.a.v. het vervangen van riolering is geschoven met budgetten

Deskundigen verwachten als gevolg van klimaatveranderingen in de aankomende decennia een toe-

nemende hoeveelheid neerslag in Nederland. Deze neerslag zal echter niet gelijkmatig over alle sei-

zoenen vallen. De winters worden natter dan nu, de zomers worden droger dan nu. De regenbuien die

er's zomers vallen zullen echter van een hogere intensiteit zijn. Het zijn juist deze buien met een (ex-

treem) hoge neerslagintensiteit die in het stedelijk gebied van Heimond problemen veroorzaken door

water op straat en, soms, in de woningen.

Een overzicht van de investeringen van de afgelopen 4 jaar zal zo spoedig mogelijk separaat aan de

PvdA-fractie aangeleverd worden.

Het CDA informeert ook naar de stand van zaken met betrekking tot uitwerking en toekomst van het

waterplan.

De uitwerking van het waterplan kent twee componenten. De eerste component is de uitwerking van

de, vaak sterk onderzoeksgerichte, projecten die genoemd zijn in het Actieprogramma Waterplan. De

uitwerking van deze projecten vindt plaats in de periode 2001-2004. De gemeenteraad heeft hiervoor

in 2001 een bedrag beschikbaar gesteld van E369.831,- (fl. 815.000) welke rechtstreeks uit de egali-

satiereserve rioleringen wordt gefinancierd (en dus niet in de exploitatie voor de rioleringszorg is mee-

genomen). Op dit moment zijn drie projecten uit het Actieprogramma in uitvoering. De overige vijf

projecten komen in 2003 resp. 2004 aan de orde.

De tweede component wordt gevormd door de sterk aan de rioleringszorg gerelateerde uitvoeringwer-

ken waarin de beleidslijnen uit het waterplan worden meegenomen. Het gaat hier in alle gevallen om

de aanleg van schoonwaterriolen en afkoppelprojecten in bestaand stedelijk gebied. Deze werken zijn

sterk gerelateerd aan de rioleringszorg en de kapitaallasten worden meegenomen in de jaarlijkse ex-

ploitatie van de rioleringszorg.

Het CDA vraagt wanneer de Goorloop wordt ingericht als ecologische verbindingszone.

De Goorloop is zonder twijfel de belangrijkste noord-zuid-gerichte ecologische verbinding door het

Helmondse stedelijk gebied. De Goorloop is niet alleen van belang voor het lokale ecologische net-

werk, maar evenzo voor het regionale ecologische netwerk. Door de ligging van de Goorloop in stede-

lijk gebied staat ze onder zware druk van stedelijke en intensief-recreatieve functies. Langs de Goor-

loop is een aantal stedelijke ontwikkelingen gaande die de ecologische functie kunnen versterken of

bedreigen, al naar gelang de invulling.

Om huidige en toekomstige ontwikkelingen in de gewenste richting bij te kunnen sturen is er recent

een Masterplan Goorloopzone opgesteld waarin de ecologische functie een prominente plaats heeft

gekregen. Het Masterplan moet nog afgestemd worden met de eigenaar en beheerder van de Goor-

loop zelf, zijnde het Waterschap. Na vaststelling van het Masterplan op bestuurlijk niveau zal het Wa-

terplan-project "Goorloopzone", dat in 2003 wordt opgestart, een verdere invulling en detaillering op

inrichtingsniveau moeten geven. Daarmee komen ook de kosten in beeld om de ecologische en wa-

terhuishoudkundige functie van de Goorloop te kunnen behouden of verbeteren. l

Het CDA vraagt bij welke productgroep de informatie is te vinden over het onderhoud van waterlopen

in 2003 en hoe het staat met de inspanning 2002.

7

Het onderhoud van waterlopen is in de begroting ondergebracht onder productgroep 2, meer concreet

deelproduct 240 (Binnenhaven en waterwegen 1-lossingen), subdeelproduct 240.40 (Beheer en on-

derhoud duikers/sloten).

Op dit moment is het onderhoudsbestek 2002 voor het uitmaaien van waterlopen net gestart.

De financiële middelen in de huidige begroting zijn niet voldoende om alle waterlopen in Heimond

jaarlijks te kunnen onderhouden. Daarom zijn er dit jaar keuzes gemaakt in de te onderhouden water-

lopen. Dit leidt ertoe dat waterlopen die jaren niet zijn onderhouden nu wel worden gemaaid. En om-

gekeerd dat waterlopen die de afgelopen jaren jaarlijks zijn uitgemaaid dit jaar worden overgeslagen.

In het najaar van 2002 wordt een totaal beheer- en o.nderhoudsplan opgesteld voor alle waterlopen in

Heimond. Daarbij zullen ook de financiële middelen in beeld worden gebracht. Dit plan zal in het

voorjaar van 2003 voorgelegd worden aan de raad.

Het Kanaal

Met betrekking tot de renovatie van sluis 7, waarover door de fractie EH vragen zijn gesteld, zijn de

volgende varianten (allen met behoud van schutfunctie) doorgerekend:

- Stalen damwand vóór de bestaande damwand: E 400.000,-

- Stalen damwand met metselwerk muur: E 630.000,-

- Stalen damwand met metselwerk muur en historische aankleding: E 700.000,-

Het oorspronkelijk geraamd bedrag voor renovatie (zonder schutfunctie) was: E 204.000,-

Recent heeft Rijkswaterstaat nabij 's-Hertogenbosch een vrijwel identieke sluis als sluis 7 ontmanteld.

Daarbij bleek de fundering van de sluishoofden in zeer slechte staat. Wat deze constatering betekent

voor de renovatie van sluis 7 moet nog bekeken worden.

Door diverse fracties (PvdA, VVD, SDH-OH, FEH en GrUD66) zijn vragen gesteld inzake de ligplaats

van historische schepen, het aanbrengen van voorzieningen voor recreatief scheepvaartverkeer en

overleg met Laarbeek over de brug bij Aarie-Rixtel.

Met betrekking tot het toestaan van scheepvaart in het noordelijk deel van het oude Kanaal wordt een

beleidsnotitie voorbereid. Zowel de mogelijkheid van een passantenhaven als een vaste ligplaats voor

historische schepen (en de intocht van Sinterklaas) zijn sterk afhankelijk van:

- afspraken met de gemeente Laarbeek over instandhouding en bediening van de brug bij Aarie-

Rixtel. De gemeente Laarbeek heeft het voornemen geuit om de brug te vervangen door een

vaste stuw en hierover een rotonde aan te brengen i.v.m. de verkeersafwikkeling op de Kanaal-

dijk.

- de renovatievariant van sluis 7, instandhouding van de schutfunctie is een vereiste.

- grootschalige renovatie van de Julianabruggen: bij een intensiever gebruik van de Kanaaltraverse

door (recreatief scheepvaartverkeer zullen de motoren van de bruggen vernieuwd moeten wor-

den.

Een totale beschouwing op de mogelijkheden en bijbehorende kosten voor de ontwikkeling van de

Kanaaltraverse zal op korte termijn aan de raad voorgelegd worden. Daarin zal ook een raming opge-

nomen worden voor de aanleg van voorzieningen voor een passantenhaven en een ligplaats voor

historische schepen. Tevens zal bekeken worden in hoeverre de ontwikkelingen voor het centrum

(Centrumplan BVR), de Groene Loper en het Hatématerrein consequenties hebben voor het gebruik

van het kanaal voor recreatief scheepvaartverkeer.

Beperking Hondenoverlast

De PvdA-fractie wenst meer hondenuitlaatplaatsen en vraagt zich af hoe ons college de controle

denkt te kunnen handhaven en de hondenbezitters tegemoet te komen in hun vraag.

Uit bewonersenquétes is gebleken dat hondenoverlast jarenlang door de bewoners van Heimond als

grootste bron van overlast werd ervaren. Daarom is enkele jaren geleden door de gemeenteraad be-

sloten dat deze vorm van overlast zoveel mogelijk voorkomen dient te worden.

Vanaf 2001 zijn alle hondenloslaatstroken, hondenuitlaatstroken en hondenverbodsterreinen voorzien

van borden, een operatie welke begin 2002 is afgerond. Door deze terreinen van borden te voorzien is

de situatie ter plaatse aanzienlijk verduidelijkt. Tegelijkertijd is handhaving daardoor mogelijk gemaakt,

hetgeen overigens een essentieel onderdeel van het beleid uitmaakt.

Alle hondenuit- en hondenloslaatstroken worden regelmatig gereinigd. Afhankelijk van de ligging van

de stroken gebeurt dit eenmaal per half jaar op de extensieve gelegen stroken tot wekelijks op de in-

tensief gebruikte stroken. Door het reinigen van deze stroken wordt de overlast zoveel mogelijk be-

perkt.

Ook is een aantal hondenuitlaatstroken aangepast. Door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid

obstakels was een goede reiniging niet mogelijk. De obstakels zijn zo veel mogelijk verwijderd.

8

Alle genomen maatregelen hebben ertoe bijgedragen dat het aantal klachten met betrekking tot hon-

denoverlast het afgelopen jaar is verminderd.

Daar waar mogelijk worden hondenuit- en hondenloslaatvoorzieningen gerealiseerd. In nieuwe wijken

(Brandevoort) wordt hiervoor al tijdens de planvorming ruimte gereserveerd, bij oudere wijken worden

daar waar mogelijk voorzieningen ingepast (Binnenstad-Oost). Het is bekend dat juist het aanbod in

sommige oudere wijken beperkt is, maar uitbreiding van het aantal voorzieningen is niet mogelijk om-

dat er gewoonweg geen ruimte is.

Beleid Reciameborden c.a.

Het CDA verzoekt om antwoord inzake het toegestane aantal (evenementborden), de opbrengsten en

het collegebeleid voor de toekomst.

Onlangs is door ons met de fa. DAZOE t.b.v. de evenementreciameborden een overeenkomst geslo-

ten zulks voor de duur van 5 jaar te weten de periode 1-10-2002 t/m 31-12-2007. In dit contract is

overeengekomen dat het aantal evenementborden maximaal 300 mag bedragen tegen een jaarlijkse

vergoeding van E 45.500,- excl. BTW.

In het met DAZOE overeengekomen contract is vastgelegd dat de "losse opstellingen" vervangen

gaan worden (per 1-1-2003) door hoogwaardige duurzame evenementborden welke vast aan de

straatiantaarnpalen bevestigd zullen worden. Deze nieuwe borden zullen bijdragen aan de hoog-

waardige inrichtingseis voor de openbare ruimte.

Deze borden zullen alle dezelfde uniforme kleur krijgen als het overige straatmeubilair in Heimond

(straatverlichting, abri's e.d.). Illegaal aangebrachte posters/kennisgevingen zullen worden verwijderd,

waarbij de verantwoordelijken voor het laten plakken van deze posters zullen worden aangesproken.

In het contract zijn diverse regulerende condities gesteld ten aanzien van plaatsing, uitvoering van de

borden en verkeersveiligheidsvoorschriften t.b.v. de borden welke in overleg met de gemeente ge-

plaatst worden. Dit kan dan ook gedurende de contractperiode als het geldende beleid beschouwd

worden.

MILIEU AANGELEGENHEDEN

Kostenbeheersing

De VVD-fractie constateert dat de kosten van het product milieubeheer voor meer dan 50% bestaan

uit de kosten van MDRE. In het kader van de benchmark geven wij u in overweging om ook te be-

schouwen wat de effecten zijn van het eventueel in eigen beheer verrichten van de activiteiten. Im-

mers ook dit kan bijdragen tot een betere kostenbeheersing.

Indien de uitkomsten van de benchmark daartoe aanleiding geven, zullen wij het eventueel in eigen

beheer verrichten van activiteiten in de beschouwingen betrekken.

Klimaatbeleid

De fractie Helmondse Belangen wijst er op dat sinds de recente mondiale bijeenkomsten inzake het

klimaat in Johannesburg op lokaal niveau wederom een inspanning wordt verwacht, waarbij op diver-

se onderdelen ambities worden aangegeven. Aandacht voor duurzame energie is in het collegepro-

gramma geformuleerd ( windenergie). In concreto wil Heimondse Belangen weten of er een tijdpad

aan te geven is wanneer de eerste resultaten m.b.t. windenergie 1 windlocaties zijn te verwachten.

Het Rijk verstrekt aan gemeenten op basis van het Klimaatconvenant financiële ondersteuning bij de

uitvoering van een aantal energiemaatregelen. Voorwaarde daarbij is dat de gemeente ten aanzien

van een aantal energiethema's kiest voor een hoger ambitieniveau. Ten behoeve van de ontwikkeling

van een klimaatbeleid voert de MDRE in samenwerking met de NOVEM een klimaatscan uit. Op basis

van de uitkomsten van die scan zal het ambitieniveau worden vastgesteld. Een van de daarbij betrok-

ken thema's is windenergie. In afwachting van de uitkomsten van de scan begin 2003 en de besluit-

vorming dienaangaande, kan op dit moment nog geen concreet tijdpad met betrekking tot windenergie

worden aangegeven. Ook zal nog moeten blijken of geschikte locaties beschikbaar zijn.

Luchtkwaliteit

De fractie Groen Links/D66 meldt dat recentelijk helaas werd geconstateerd dat de luchtverontreini-

ging, te wijten aan het autoverkeer, de oorzaak is van zulke hoge concentraties (met name stikstofdi-

oxide) dat de norm voor 2010 niet wordt gehaald en een plan van aanpak nodig is. De fractie Groen

Links/D66 vraagt zich af of niet een veel fundamentelere aanpak gewenst is, waarbij daadwerkelijk het

beleid gericht wordt op een verschuiving naar vervoersstromen die milieuvriendelijker zijn.

9

In het in de vraagstelling genoemde plan van aanpak zullen wij ingaan op de mogelijkheden die de

gemeente heeft om normoverschrijdingen tegen te gaan. Dit plan van aanpak is een vervolg op het

regionale Rapport Luchtkwaliteit 2002. In dit rapport is aangegeven op welke plaatsen binnen de ge-

meente sprake is van een normoverschrijding. In voornoemd plan van aanpak wordt ook de verschui-

ving in de vervoerstromen betrokken. De mogelijkheden voor de gemeente om die verschuiving te

beïnvloeden, zijn overigens beperkt. Wat dit aspect betreft wordt tevens verwezen naar de relatie met

de studie hoofdwegenstructuur, waar de portefeuiliehouder SO op ingaat.

Risicovolle Bedrijven

De PvdA-fractie vindt dat risico's van risicovolle bedrijven voor omwonenden inzichtelijk moeten zijn.

De provincie heeft inmiddels van een aantal bedrijven de risico's in beeld gebracht. De omwonenden

van deze bedrijven dienen te worden geïnformeerd. Wanneer gaat het college dit doen?

De provincie coördineert voor alle Brabantse gemeenten de inventarisatie van de risico's van bedrij-

ven in relatie tot de omgeving. De gemeente Heimond heeft een voorlopige lijst met potentieel risico-

volle bedrijven toegeleverd. De definitieve lijst zal in november a.s. gereed zijn en vervolgens worden

overlegd aan de betreffende bedrijven. De lijst is daarna openbaar.

AFVALVERWERKING

De fractie Groen Links/D66 vraagt of het financiële voordeel dat de samenwerking in BLINK zou mo-

ten opleveren, al merkbaar is.

Op 1 januari jl. is de formele goedkeuring gegeven voor BLINK. Zoals bij de oprichting aangegeven

leidt dit tot een voordeel voor de gemeente Heimond t.o.v. het klassieke uitbesteden. Op basis hiervan

heeft de afrekening over 2001 reeds plaatsgevonden alsof de samenwerking over dat jaar al heeft

plaatsgevonden. Dit heeft voor de gemeente Heimond geleid tot een voordeel van ca E 300.000,--

voor inzameling en reiniging t.o.v. het oude contract.

Met deze voordelen hebben we in de begroting van 2003 rekening gehouden. Echter de uitbreiding

van de stad en de extra werkzaamheden t.g.v. de toenemende vervuiling, alsmede de wettelijke voor-

schriften op het gebied van afvalinzameling en onkruidbestrijding hebben er toe geleid dat er extra

middelen opgenomen zijn, om de kwaliteit van het openbaar gebied te waarborgen.

De fractie van Heimondse Belangen vindt dat financiële impulsen ten behoeve van een beter onder-

houd in principe uit de "egalisatiereserve afvalstoffen" moeten worden gehaald.

De egalisatiereserve afval is in het leven geroepen om eventuele tegenvallers t.g.v. extra kosten, niet

voorziene werkzaamheden e.d. op te kunnen vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte

van de afvalstoffenheffing. Hiermee worden ook tegenvallers op het gebied van reiniging opgevangen.

Zoals reeds gemeld in de tweede MARAP zijn er dit jaar tegenvallers te verwachten en zullen we een

beroep moeten doen op de egalisatiereserve.

1 0

Uw Reactie
Uw Reactie