- Bestuur
- Commissiestukken 1e concept reconstructieplan De Peel
Commissiestukken 1e concept reconstructieplan De Peel
Documentdatum | 27-04-2004 |
---|---|
Bestuursorgaan | Commissie Ruimtelijk Fysiek |
Documentsoort | Commissiestukken |
Samenvatting |
Behoot-L bij agenda nr datum vergadering Gemeente Helmond Commissie-format Verzoek College van B en W voor Commissiebehandeling. Vastgesteld in B en W vergadering van : 6 april 2004 Onderwerp: ie concept reconstructieplan De Pee] Inhoud: In december 2003 heeft de Reconstructiecommissie De Peel het 1 e concept Reconstructieplan vastgesteld, dat begin maart is vrijgegeven voor consultatie. Het voorliggende plan is op dit moment nog niet volledig. Enkele zaken worden nog verder uitgewerkt en aangevuld. Ook de verplichte MER is nog niet afgerond. Aan o.a. de gemeenten wordt gevraagd om hun reactie op het plan en deze aan de reconstructiecommissie mee te geven voor het opstellen van een definitief plan. In juni zal de Reconstructiecommissie een voorontwerp reconstructieplan vaststellen, dat ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten wordt aangeboden. Op datzelfde moment wordt ook de formele inspraak gestart en wordt het plan aan alle gemeenten ter instemming voorgelegd. In de toelichting wordt op hoofdlijnen een beeld gegeven van het Reconstructieplan. Naast algemene informatie wordt ingegaan op de aandachtspunten aangaande de gemeente Heimond. De relatie met het Regionaal Structuurplan Zuidoost-Brabant speelt daarbij een belangrijke rol. De toelichting bevat ook een voorstel voor een gemeentelijke reactie op het 1 e concept reconstructieplan. Met dit verzoek mee te zenden stukken: 1 econcept reconstructieplan (is reeds in uw bezit; provincie heeft het plan in week rechtstreeks aan de leden van de commissie en raad toegestuurd. Het college van B en W verzoekt: voor te leggen aan: de commissie RF op 27 april 2004 met als doel: opiniërend cie formati maad04 Pagina 1 van 7 Ruimte voor eventueel vervolg inhoud: 1. Inleiding Voor u ligt het 1 econcept-reconstructieplan Reconstructiegebied De Peel, zoals deze op 17 december 2003 door de Reconstructiecommissie De Peel is vastgesteld. Directe aanleiding voor de reconstructie was destijds de uitbraak van de varkenspest in 1997 waarmee de kwetsbaarheid van de veehouderij als drager van het platteland pijnlijk in beeld kwam. Een en ander werd nog eens versterkt door de druk op het buitengebied door de toenemende vraag naar ruimte voor natuur, water, recreatie, wonen en werken. Voor de oplossing van de problematiek is gekozen voor een integrale aanpak, vastgelegd in de Reconstructiewet. In overeenstemming met de taakstelling uit de Reconstructiewet geeft dit concept-plan voor De Peel, op hoofdlijnen de verbetering aan van de ruimtelijke structuur op het gebied van landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water en infrastructuur. In het plan wordt tevens aangegeven op welke wijze het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur van het gebied worden versterkt. Het plan wordt binnen een periode van 12 jaar uitgevoerd en bestrijkt de periode tot 2016. Het plan voorziet in een vierjaarlijkse actualisatie. 2. Opzet reconstructieproces Provinciale Staten (PS) zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor het gehele proces van reconstructie van het landelijke gebied. Zij stellen zowel de reconstructieplannen als de eventuele uitwerkingsplannen vast. PS hebben (formeel) op 17 januari 2003 besloten tot instelling van reconstructiecommissies. De reconstructiecommissie heeft als taak Gedeputeerde Staten (GS) te adviseren over de reconstructie in De Peel en de uitvoering te bevorderen. In concreto is het deze commissie, die het reconstructieplan opstelt en zorgdraagt voor een actieve inbreng door de streek in het planvormingsproces en een zorgvuldige communicatie met de betrokken achterbannen. Formeel zijn GS in de reconstructiewet belast met het opstellen van de ontwerp-reconstructieplannen, het vaststellen van het uitvoeringsprogramma en belast met de uitvoering. Uiteindelijk moeten de reconstructieplannen goedgekeurd worden door de ministers van VROM en LNV. De reconstructiecommissie De Pee] is samengesteld uit afgevaardigden van alle gemeenten, de Waterschappen, de ZLTO, de BMF en de terreinbeherende organisaties, de recreatiesector en een vertegenwoordiger van het sociaal-economisch platform. Rijk en provincie hebben een adviserende rol in de reconstructiecommissie. Daarnaast heeft elke gemeente een klankbordgroep met een adviserende rol richting reconstructiecommissie. In de klankbordgroep zitten lokale afgevaardigden van de partijen uit de reconstructiecommissie aangevuld met mensen met een andere achtergrond, zoals landgoedeigenaren, heemkundeverenigingen en bewonersorganisaties. Het Streekplatform De Peel is door de reconstructiecommissie gevraagd de uitwerking van de sociaal- economische problematiek op zich te nemen. Het Streekplatform De Peel is op initiatief van de gemeenten opgericht. Hierin participeren naast de gemeenten ook de sociaal-economische partners zoals de Rabobank, Kamer van Koophandel, NV Rede, kennisinstellingen, recreatie en toerismeondernemers etc.. Het platform adviseert de reconstructiecommissie over het te formuleren sociaal-economisch beleid en is verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. 3. Procesgang tot nu toe Op initiatief van Gedeputeerde Staten zijn de reconstructiecommissies op 5 september 2000 al begonnen met de voorbereidingen voor het reconstructieplan, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de reconstructiewet. De commissie is gestart met een thematische verkenning en oriëntatie op de problematiek. Op basis hiervan is halverwege 2001 een beschrijving gemaakt van de huidige situatie, autonome ontwikkelingen en knelpunten, kansen en wensen voor het gebied. Vervolgens is onder ander met behulp van workshops deze informatie in de loop van 2002 verwerkt tot een gezamenlijk streefbeeld. Het streefbeeld bevat een visiedeel (hoe ziet De Peel eruit in 2016?) en doelstellingen voor het gebied. In combinatie met de algemene (rijks en provinciale) doelstellingen heeft de reconstructiecommissie dit verder uitgewerkt in regionale doelstellingen voor 2016 en een gefaseerde planning van de realisatie ervan. Het Streekplatform De Pee] heeft aanvullend op het streefbeeld een sociaal-economische visie opgesteld. Een en ander is uiteindelijk op 17 december 2003 vastgesteld als 1 econcept-reconstructieplan voor reconstructiegebied De Peel. Dit 1 econcept ligt nu ter consultatie voor. cie formati maart04 Pagina 2 van 7 Formeel had het reconstructieplan binnen 9 maanden klaar moeten zijn. Gebleken is echter dat er meer tijd nodig is geweest. Dit is te verklaren uit het gegeven dat er voor het eerst met een integrale aanpak zowel in het proces als in betrokken partijen een plan wordt opgesteld. En dat bovendien tegen de achtergrond van nog niet uitgekristalliseerde grote beleidsmatige veranderingen in wet- en regelgeving (ammoniak en stank). 4. Vervolg van proces Het nu voorliggende concept ligt ter consultatie voor. De bedoeling daarvan is draagvlak bij de achterbannen van de bij het reconstructieproces betrokken partijen te bestendigen en het concept-plan met op- en aanmerkingen van de verschillende partijen te versterken. Nadat alle reacties zijn ontvangen en beoordeeld zal het concept worden omgezet in een voorontwerp reconstructieplan, die volgens de huidige planning de reconstructiecommissie De Pee] medio juniljuli 2004 zal vaststellen en aan GS aanbieden. Tegelijkertijd wordt aan de betrokken gemeenten gevraagd om instemming met het plan. GS brengen het ontwerpplan in procedure, na consultatie van o.a. de PCLG en de betreffende Statencommissie. Na de wettelijk voorgeschreven procedures met inspraak, ter visie legging en nota van zienswijzen, etc., wordt het plan als ontwerp-reconstructieplan ter vaststelling aan PS voorgelegd. Provinciale Staten stellen vervolgens het reconstructieplan vast (medio februari 2005) en sturen het ter goedkeuring aan de ministers van LNV en VROM. Na het vaststellingsbesluit van PS staat er voor een belanghebbende beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Na goedkeuring door de ministers, medio maartlapril 2005, wordt het reconstructiepian onverwijld bekendgemaakt eh krijgt dan rechtskracht. Op dat moment is er ook sprake van een doorwerking in het bestemmingsplan. De vaststelling van het reconstructieplan door PS is overigens een besluit waarvoor een milieueffectrapportage noodzakelijk is. De milieueffectrapportage is in het plan geïntegreerd. 5. Positie van de gemeente in het reconstructieproces In het vaststellingsproces van het reconstructieplan is sec geen formele besluitvorming van gemeenteraad of college van burgemeester en wethouders benodigd. Toch wordt het plan, zoals eerder aangegeven, ter vaststelling aan de gemeenteraden voorgelegd. Op bestuurlijk en ambtelijk vlak is de gemeente bij de besluitvorming en de voorbereiding van het reconstructieplan betrokken. Zo heeft iedere gemeente op bestuurlijk niveau in het proces deelgenomen door een bestuurlijke vertegenwoordiging in de reconstructiecommissie en het Streekplatform. In de reconstructiewet is geregeld dat het reconstructieplan het gemeentelijke bestemmingsplan en zelfs het Streekplan overstijgt. Gemeenten zijn zelfs verplicht de bestemmingsplannen aan te passen op wat in het reconstructieplan aan ruimtelijke doorwerking is vastgelegd. Op dit moement wordt aan dit onderdeel van het plan nog gewerkt. De problemen in de reconstructiegebieden zijn zo complex dat samenwerking van alle betrokken overheden noodzakelijk is. Om dat allemaal in goede banen te leiden heeft de wetgever bepaald dat de provincie met gemeenten en waterschappen een bestuursovereenkomst moet sluiten waarin deze aspecten nader zullen worden uitgewerkt. In de bestuursovereenkomst worden afspraken gemaakt over het vergoeden van kosten en schade. Ook over de afstemming van procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen worden in de bestuursovereenkomst afspraken gemaakt. 6. Het l e concept reconstructieplan De Peel Het concept-plan bestaat uit een drietal delen (Deel A, Deel B en het uitvoeringsprogramma) en een bijbehorende kaartenbijlage. Deel A bevat de informatie op hoofdlijnen, Deel B geeft een verdere onderbouwing en achtergrond informatie bij deel A. Het uitvoeringsprogramma bevat projecten voor 2005 en de periode van 2005-2008. Aan de hand van deel A is een samenvatting van het plan gemaakt en als afzonderlijke bijlage bijgevoegd. 7. Samenhang reconst ructieplan De Peel met het Regionale Structuurplan Het provinciale streekplan van 2002 wordt voor de regio Zuidoost-Brabant uitgewerkt tot een regionaal structuurplan (RSP). In het najaar van 2002 zijn het SRE en de provincie Noord-Brabant gestart met de voorbereiding hiervan. Het RSP zal naar verwachting eind 2004 kunnen worden vastgesteld. Het RSP moet een ruimtelijk toekomstbeeld voor alle relevante functies in de regio opleveren. Het spreekt zich uit over de hele regio, inclusief het landelijke gebied. Er zijn dus duidelijke raakvlakken met de reconstructieplannen die betrekking hebben op de regio Zuidoost-Brabant en die in (nagenoeg) dezelfde tijdspanne worden opgesteld. De reconstructieplannen en het RSP worden daarom inhoudelijk en (zo goed mogelijk ook) procedureel op elkaar afgestemd. Ten behoeve van die afstemming zijn ook afspraken gemaakt. Voor het landelijke gebied is in principe de reconstructie leidend en wordt het reconstructieplan gevolgd. Mochten zich bij de afstemming problemen voordoen dan zal in de (als zodanig vastgestelde) stedelijke regio (Eindhoven- cie formati maad04 Pagina 3 van 7 Heimond e.o.) het RSP de doorslag geven, en buiten de stedelijke regio het reconstructieplan. Momenteel is actueel de afstemming tussen het eerste concept reconstructieplan en het eerste concept van het RSP. 8. Aandachtspunten en consequenties van het Reconstructieplan De Peel In het algemeen heeft een reconstructieplan ruimtelijke en financiële consequenties. Voor de periode tot aan de bekendmaking van het reconstructieplan na goedkeuring door beide ministers, zijn daarover afspraken gemaakt in een Bestuursovereenkomst tussen provincie en gemeenten. Hierin staan afspraken over de door de gemeenten te voeren procedures voorbereidingsbesluiten, art 19 WRO-procedures en herziening van bestemmingsplannen. Ook worden er afspraken gemaakt over de vergoeding van de kosten hiervoor en over planschade vergoedingen. Voor de periode vanaf de bekendmaking van het reconstructieplan zal een nieuwe Bestuursovereenkomst worden afgesloten. Naar verwachting zal daar de opzet van en bijdrage van de gemeenten in de uitvoering nader worden geregeld. Bij de huidige stand van zaken zal daar in de tweede helft van dit jaar meer duidelijkheid over komen. Sociaal-economische asoecten. be wetgever heeft in de reconstructiewet bepaald dat reconstructie ook moet leiden tot een verbetering van het woon,- werk- en leefklimaat en de algemene economische situatie. In het voorliggende plan wordt hier aandacht aan besteed. Het plan biedt hiertoe een instrumentarium met een gecoördineerde aanpak. Regelingen en instrumenten voor het landelijke gebied zullen in samenhang voor de realisatie van de projecten worden ingezet. Ontwikkelingsgerichtheid is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Naast de verruiming van het planologische mogelijkheden voor functiewisselingen, zoals bijvoorbeeld voor recreatie of VAB'S, is er ook een gecoördineerde inzet van financiële middelen voorzien. Ruimteliike aspecten Gelet op de integrale afweging in het reconstructieplan, heeft de wetgever bepaald dat het een doorwerking kan hebben in het provinciale en gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid. Als er onderdelen in het plan zitten die afwijken van het streekplan dan gelden deze, op het moment dat het reconstructieplan is vastgesteld, als een herziening van het streekplan. En dat zonder dat er nog een afzonderlijk besluit nodig is. In Deel B van het ontwerp-reconstructieplan wordt in hoofdstuk 1 1 Juridische aspecten, gemeld dat dit van toepassing is op de onderdelen recreatie, VAB's (vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen), paardenhouderij en glastuinbouw. Deze krijgen daarmee een status als planologisch toetsingskader voor gemeentelijke plannen. Het reconstructieplan kan op meerdere wijzen in het gemeentelijk planologisch beleid doorwerken. Vergelijkbaar met het streekplan zal het reconstructieplan gelden als beleidskader voor bestemmingsplannen. Na bekendmaking van het reconstructieplan is aanpassing van bestemmingsplannen buitengebied noodzakelijk. Hierover worden in de bestuursovereenkomst afspraken gemaakt. Daarnaast biedt de reconstructiewet de mogelijkheid om in het reconstructieplan bepaalde gebieden of projeten aan te wijzen waar sprake is van rechtstreekse doorwerking in het gemeentelijke planologische beleid. Als dat wordt gedaan, dan prevaleert het reconstructieplan op dat moment boven het gemeentelijke bestemmingsplan. Een ander heeft tot consequentie dat: - de doorwerking direct geldt na het in werking treden van het reconstructieplan (alleen voor de aangewezen gebieden en onderwerpen); - het reconstructieplan voor het aangewezen gebied geldt als voorbereidingsbesluit in de zin van artikel 21 van de WRO. Er geldt dan een aanhoudingsplicht voor aanvragen voor bouwvergunning, gedurende de planperiode van het reconstructieplan of tot het bestemmingsplan is aangepast aan het reconstructieplan; bouwplannen in overeenstemming met het reconstructieplan kunnen worden verleend; - als er sprake is van een aanhoudingsplicht op grond van een gemeentelijk voorbereidingsbesluit of bestemmingsplanprocedure, dit dan niet geldt voor een aanvraag voor een bouwvergunning ter uitvoering van het reconstructieplan (bouwvergunning kan verleend worden); - als een bouwwerk of een ander object, bijvoorbeeld de aanleg van een weg, concreet in het reconstructieplan is opgenomen, het reconstructieplan geldt als vrijstellingsbesluit ex artikel 19 WRO; - een gemeentelijk aaniegvergunningstelsel niet geldt voor werken en werkzaamheden ter uitvoering van het reconstructieplan; - ook de voorschriften van een leefmilieuverordening buitenbeschouwing blijven als er sprake van strijd met het reconstructieplan. cie formati maart04 Pagina 4 van 7 In Deel B van het ontwerp-reconstructieplan wordt in hoofdstuk 1 1 Juridische aspecten, gemeld dat de rechtstreekse doorwerking van toepassing is bij de in het plan opgenomen begrenzing en werking van de varkensvrije zones en de begrenzing en werking van de landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden (integrale zonering). Gemeente Helmond Behalve het volledige plangebied van Brandevoort en de geledingszone Brouwhuis maakt het buitengebied van Heimond deel uit van het reconstructiegebied De Peel. Het reconstructieplan doet derhalve ook uitspraken over het bestaande buitengebied van Heimond. Het grootste deel van het Heimondse buitengebied is gezoneerd tot extensiveringsgebied. Uitgezondering hierop vorm de landelijke bebouwingsconcentratie Rijpelberg e.o., die aansluitend op het grondgebied van Gemert-Bakel en Deurne is gezoneedrd tot verwevingsgebied. Een verplicht onderdeel van het reconstructieplan is het aanwijzen van varkensvrije zones. In het gebied De Peel wordt die ondermeer geprojecteerd op het grondgebied van Heimond. Het gebied tussen Stiphout en de spoorlijn en het gebied Scheepstal maken onderdeel uit van de varkensvrije zone. Het gebied tussen Heimond en Deurne is aangewezen tot projectiocatiegebied voor recreatieve ontwikkeling. Als stedelijk uitloopgebied kunnen daar de meer grootschalige en intensieve recreatieve functies worden gerealiseerd. Berkendonk vormt één van de drie concentratiepunten waarin de recreatieve ontwikkeling dient te worden geconcentreerd. Tegelijkertijd wordt op een andere plek in het reconstructieplan aangegeven dat de waterplan Berkendonk ook ingezet dient te worden als waterberging bij zeer uitzonderlijke situaties. Voorgesteld wordt om in de Peel op meerdere plekken een zogenaamde recreatieve poort te realiseren. Deze vormt de toegang tot een natuur- en bosgebied en biedt ruime parkeermogelijkheden, een horecavoorziening en informatie over het gebied. Eén van de beoogde locaties is langs de Gerwenseweg in de Stiphoutse Bossen (Geeneindse heide). Er heeft nog geen afstemming plaatsgevonden met het Regionaal Structuurplan, getuige de uitspaken die in het reconstructieplan worden gedaan over de potentiële uitbreidingsgebieden Diesdonk en Lungendonk. Het gebied Diesdonk wordt eenzijdig vanuit de problematiek van het landelijk gebied benaderd, waardoor stedelijke ontwikkeling ter plaatse wordt belemmerd. Dit geldt ook voor het gebied Lungendonk, waar bovendien de begrenzing van de RNLE (groene tegenhanger van de stedelijke regio) veel noordelijker is geprojecteerd dan aangegeven in het streekplan. 9. Communicatie In de planfase heeft de reconstructiecommissie de streek en de bij het proces betrokkenen met enige regelmaat met nieuwsbrieven over de voortgang op de hoogte gehouden. Ook zijn er'streekcentraal' bijeenkomsten georganiseerd, waarop terugkoppeling naar de streek plaatsvond. Tevens is er op de provinciale website, een aparte site over reconstructie. Verder is er vanaf de start van uitgegaan dat de vertegenwoordigers van partijen in het proces, de voortgang en besluiten met hun achterban zouden overleggen en bespreken. Voor de consuitatieronde van het 1 econcept-reconstructieplan is er een afzonderlijk communicatietraject voorzien. Zo wordt er in de periode maartlapril ruimte geboden voor consultatie met de achterbannen, worden er locale bijeenkomsten en bijeenkomsten met de gemeenteraden en bijeenkomsten voor belangstellenden georganiseerd. Daarnaast zullen er extra nieuwsbrieven verschijnen en zal de pers (Eindhovens Dagblad, Omroep Brabant) er ook bij betrokken worden. 10. Organisatorische en personele consequenties Het reconstructieplan zal organisatorische en mogelijk ook personele consequenties hebben. Zo zullen er bestemmingsplannen moeten worden aangepast, maar ook projecten worden uitgevoerd waarbij een gemeentelijke medewerking noodzakelijk is. De provincie geeft aan dat zij eerst rond de zomer van 2004 in staat zal zijn aan te geven hoe naar haar mening de uitvoeringsorganisatie er precies uit zal zien. Tussentijds gaat men op de huidige voet verder met de reconstructiecommissies als adviserend/besluitvormend orgaan en de huidige projectbureaus als ondersteuning. cie formati maart04 . Pagina 5 van 7 Vooralsnog gaat men er ook vanuit dat de reconstructiecommissies ook de uitvoering van het plan ter hand nemen. Deze commissies kunnen qua bemensing op onderdelen misschien wel nog aangepast worden. Belangrijk is tevens dat men aangeeft dat de uitvoering van het plan staat of valt met een integrale aanpak van de problematiek waarbij de inbreng en ondersteuning van de betrokken partners essentieel is. Voor de meenten ligt er dan ook een belangrijke taak, temeer zij vanuit hun reguliere taken ook al als eerste ge aanspreekpunt gezien worden. Dit zal in de opzet van een uitvoeringsorganisatie uitdrukkelijk meegenomen worden. 11. Financiële consequenties In het zogenaamde Krokusakkoord- dat op 18 april 2003 is ondertekend door het Rijk, IPO en VNG- is op landelijk niveau het belang van reconstructie onderkend en zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over onder ander de financiering. De daarbij gemaakte verdeling van kosten gaat uit van een verdeling tussen rijk (36%), provincie (31 %), gemeenten (1 1 %), waterschappen (1 4 %) en bijdragen uit Europa (4%) en van particulieren (4%). De totale kosten van het reconstructieplan De Peel over de periode tot 2016 worden geraamd op E 250 miljoen. De bijdrage van alle gemeenten in het gebied bedraagt E 27,5 miljoen. De landelijk gemaakte afspraken over de procentuele bijdrage is indicatief. Per gemeente kunnen er verschillen zijn sterk afhankelijk van de locale situatie en projecten die uitgevoerd worden. Daarnaast is niet alles nieuw, er zullen projecten bij zijn waarvoor al gemeentelijke middelen gereserveerd zijn. Een voorbeeld daarvan is de sanering van de ongerioleerde panden in het buitengebied enlof riooloverstorten. Ook het lokale ambitieniveau met betrekking tot de versterking van de leefbaarheid, economie en maatschappelijke voorzieningen bepalen in grote mate, hoe hoog de uiteindelijk bijdrage is. Duidelijk is dat er ook kansen liggen om met behulp van additionele financiering, in de vorm van subsidies, provinciale middelen, en of publiek-private samenwerkingsvormen ontwikkelingen van de grond te krijgen die tot nu toe onmogelijk waren. Op dit moment staat er voor onze gemeente nog geen direct bedrag voor de uitvoering van het reconstructieplan op de begroting. Het kan wel zo zijn dat er reeds projecten bestaan die indirect een bijdrage leveren, doordat ze onder een reconstructiedoel kunnen worden geschaard. Dit zal komend jaar worden uitgewerkt. Zo spoedig mogelijk zal inzicht worden gegeven over de financiële consequenties. 12. Voorstel: Binnen de reconstructie van de Peel neemt Heimond een bijzondere plek in, omdat het aandeel landelijk gebied binnen de gemeentegrenzen beperkt is. Bovendien staat in Heimond de stedelijke ontwikkeling centraal, terwijl in de omringende gemeenten de ontwikkelingen in het landelijk gebied een zeer belangrijke rol spelen. Toch is het, vanwege de relatie tussen de stad en het omringende landelijk gebied, voor Heimond van groot belang om mee te doen aan het reconstructieproces. Niet alleen in verband met het veiligstellen van stedelijke uitbreidingsgebieden, maar met name ook vanuit een positieve en opbouwende visie op het landelijk gebied. Allereerst ontleent de stad een deel van haar kwaliteiten ook aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het omringende platteland, dat vooral in andere gemeenten ligt. Daarnaast kent Heimond veel bedrijven die een sterke economische relatie kennen met de agrarische bedrijven. Tenslotte wil Heimond haar centrumpositie in de Peelregio verder versterken, waarvoor een gezonde ontwikkeling van de Peelgemeenten van belang is. Andersom geldt voor de Peelgemeenten, dat ook zij belang hebben bij een sterke stad (zoals Heimond) in de directe nabijheid. Ook deze versterkt namelijk de leefbaarheid op het platteland. Ontwikkeling van stedelijk en landelijk gebied moeten dan ook niet als tegenpolen van elkaar worden gezien, maar als een versterking van elkaar. Vanwege het bovenstaande kan de gemeente Heimond het 1 econcept Reconstructieplan voor het overgrote deel ondersteunen. Echter, het reconstructieplan bevat ook onderdelen die de gezonde ontwikkeling van de stad dreigen te frustreren. Het betreft die delen van het reconstructieplan die gaan over de gebieden Lungendonk en Diesdonk. De betreffende onderdelen van het reconstructieplan zijn strijdig met de beoogde ontwikkeling van de stad Heimond binnen de rode contour (begrenzing stedelijke regio), zoals aangegeven in het Regionaal Structuurplan. Het reconstructieplan bevat de volgende strijdigheden: - In het gebied Lungendonk is de begrenzing van de RNLE te noordelijk en binnen de rode contour gelegd, waardoor de uitbreidingsmogelijkheden van Heimond in gevaar komen. - In het gebied Diesdonk wordt een te zware claim door landelijke functies gelegd, waardoor nog nauwelijks ruimte bestaat voor een uitbreiding van BZOB. In de afstemming met het RSP dienen deze knelpunten opgelost te worden. De genoemde gebieden liggen, zoals in het streekplan bedoeld en op de streekplankaart vastgelegd, in de stedelijke regio, aangeduid met een rode contour. Voor heel Zuidoost-Brabant wordt momenteel een Regionaal Structuurplan opgesteld, die ook als streekplanuitwerking zal fungeren. Afgesproken is dat voor cie formati maart04 Pagina 6 van 7 gebieden gelegen buiten de stedelijke regio in principe het Reconstructieplan wordt gevolgd. Voorzover er strijdigheid is tussen het Regionaal Structuurplan c.q. Streekplanuitwerking en het Reconstructieplan wordt de knoop doorgehakt bij de besluitvorming over de uitwerking van het streekplan. In de stedelijke regio's gaat "rood over groen" (bron: Nota "Past Brabant in Brabant", provincie Noord-Brabant, juni 2003). Heimond hecht veel waarde aan een goede afstemming en de uitspraken van GS over de prioriteitsstelling binnen de rode contour. Het ruimtelijk beleid voor de stedelijke regio is van grote betekenis voor de ontwikkeling van de stad. Wij zijn dan ook van mening dat de besluitvorming over de gebieden Diesdonk en Lungendonk, die binnen de stedelijke regio liggen, primair binnen het kader van het Regionaal Structuurplan c.q. de Streekplanuitwerking moet plaatsvinden. Het kan niet zo zijn dat binnen het Reconstructieplan hiervoor impliciet de besluitvorming plaatsvindt door het nemen van belemmerende besluiten. Het le conceptplan, zoals nu voorligt, doet dat wel. Het reconstructieplan dient beter op het RSP te worden afgestemd. Naast de noodzakelijke afstemming is het tevens van belang dat de Peelregio zich realiseert, dat een gezonde en sterke stad als Helmond van belang is voor de regio en de ontwikkeling van het landelijk gebied. De positieve relatie tussen stad en platteland heeft in het Reconstructieplan nauwelijks een plek gekregen. Dit kan in het Reconstructieplan meer worden benadrukt dan nu het geval is. Noemenswaardig in dit kader is de problematiek van de intensieve veehouderijbedrijven in Brandevoort. Hoewel deze bedrijven formeel buiten het reconstructiegebied zijn gelegen, maken ze wel onderdeel uit van één van de centrale onderwerpen in de reconstructieplan. De noodzakelijke verplaatsing van de bedrijven ten behoeve van de ontwikkeling van Brandevoort is geen reconstructiedoelstelling, maar het reconstructieplan biedt in potentie wel de mogelijkheden om deze bedrijven te kunnen verplaatsen. In het reconstructieplan is om die reden opgenomen dat voor de intensieve veehouderij bedrijven uit Brandevoort ruimte gezocht zal worden binnen De Peel. Vanuit de reconstructieplan zullen daarvoor echter geen financiële middelen beschikbaar worden gesteld. Het reconstructieplan kan tevens de gewenste recreatieve ontwikkeling van Berkendonk frustreren. In het plan wordt aangegeven dat de plas zeer laag frequent (alleen bij noodgevallen) ingezet zal worden voor waterberging voor het opvangen van extreme pieken. Op dat moment kan niet voldaan worden aan de wettelijke eisen voor de kwaliteit van zwemwater, waardoor de recreatiefunctie wordt belemmerd. Echter elders in het plan wordt aangegeven dat recreatiegebied Berkendonk als onderdeel van de Groene Peelvallei verder ontwikkeld zal worden. Ten aanzien van Berkendonk is het je concept niet consistent. Voor het eigen grondgebied bevat het plan twee bijzondere items, die door de gemeente ondersteund kunnen worden: - biedt ruimte voor de ontwikkeling van recreatiegebied Berkendonk in samenhang met een ontwikkeling van het gehele gebied tussen Heimond en Deurne; - biedt de mogelijkheid voor de ontwikkeling van een recreatieve poort in de Stiphoutse Bossen (cq. Geeneindse Heide). cie formati maart04 Pagina 7 van 7 |