- Bestuur
- Raadsnotulen
Raadsnotulen
Documentdatum | 09-11-2006 |
---|---|
Bestuursorgaan | Gemeenteraad |
Documentsoort | Raadsnotulen |
Samenvatting |
NOTULEN TWAALFDE vergadering van de gemeenteraad van Helmond, gehouden op donderdag 9 november 2006 om 13.00 uur. Bij aanvang van de vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, AW. van Bokhoven, mevrouw J.F.T. de Bruijn-van der Vleuten, J.F.C. Damen, W.M.H. Dams, C.W. Davies, S. Ferwerda, RS. Groenendal, D. Ibrovic, mevrouw N.K.C. de Jager, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw- Jongejans, E.R Luyben, R van der Made, mevrouw MAJ. Mattheij-van Woensel, TJ. van Mullekom, mevrouw E. Niessen-Noordraven, AJ. Pellemans, mevrouw AM. Raaijmakers-van de Pol, M.P.J. Rieter, J.H.J.M. Roefs, L.M.M. Smits, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, A Spruijt, F.P.G.J.G. Stienen, P.C.M. van Stiphout, P.G.M. Tielemans, MA Tijani, T.J.W. van de Ven, mevrouw EP.W. de Voogd-van Dortmont, E de Vries, Y. Yeyden en mevrouw N. van der Zanden. Later ter vergadering komen de leden: L. den Breejen, M. Chahim, mevrouw AJ. van Mierio en J.G.M. VerbakeI. Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethlehem, J.F. Boetzkes, RAC. van Heugten, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx en S.H. Yeyden. VOORZITTER: drs. AAM. Jacobs, burgemeester, GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers. De VOORZITTER opent de vergadering. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren leden van de raad, dames en heren op de publieke tribune! Ik heet u allen van harte welkom op deze belangrijke dag, waarop wij de begrotingsstukken behandelen. Mevrouw Van Mierio en de heren Chahim, Verba kei en Den Breejen hebben bericht dat zij later ter vergadering zullen komen. 1. Aanwiizino van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reolement van orde 2002. De VOORZITTER trekt nummer 29, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Van der Made. 2. Vaststellen van de ontwerpaoenda. De VOORZITTER: Dames en heren! Zoals gebruikelijk is bij de begrotingsbehandeling, worden de agendapunten met betrekking tot de begroting gelijktijdig behandeld. Bij de besluitvorming zullen de punten afzonderlijk aan de orde worden gesteld om u de gelegenheid te geven tot het afleggen van stemverklaringen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Ik neem aan dat wij de gelegenheid krijgen om in te gaan op agendapunt 5? De VOORZITTER: Als het geen beschouwing is maar een toevoeging in de zin van een soort stemverklaring, dan is dat mogelijk. Hierop wordt de ontwerpagenda zonder stemming vastgesteld. 3. Behandelino inoekomen stukken en mededelinqen zoals vermeld OP de bij deze aoenda behorende lJlli . Zonder stemming wordt met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen besloten overeenkomstig hetgeen daarover door burgemeester en wethouders is voorgesteld. Begrotingsvergadering 9 november 2006 2 Hierna stelt de VOORZITTER gelijktijdig aan de orde: 4. Voorstel tot het vaststellen van: a. de ProQrammabeQrotinq 2007 (evt. inclusief de bijbehorende eerste nota van wiiziQinQen) Raadsvoorstel127; b. de VerordeninQ Brandweerrechten 2007 Raadsvoorstel113; c. de Verordeninq HondenbelastinQ 2007 Raadsvoorstel114; d. de LeQesverordeninQ 2007 Raadsvoorstel115; e. de VerordeninQ Marktqeld 2007 Raadsvoorstel116; f. de Verordeninq Onroerende-zaakbelastinQen 2007 Raadsvoorstel117; g. de VerordeninQ Precariobelastinq 2007 Raadsvoorstel118; h. de VerordeninQ ReiniQinQsheffinQen 2007 Raadsvoorstel 119; i. de VerordeninQ Rioolrechten 2007 Raadsvoorstel120; j. de VerordeninQ ParkeerbelastinQ 2007 Raadsvoorstel 121; k. de Verordeninq ReclamebelastinQ 2007 Raadsvoorstel122; I. de Grondprijzen van woninQen 2007 Raadsvoorstel123; m. de Grondprijzen van bedrijventerreinen 2007 Raadsvoorstel124. 5. Voorstel tot vaststellinQ van het subsidieproQramma JeuQd. ZorQ en Welzijn 2007 Raadsvoorstel 112. 6. Voorstel tot het vaststellen van het proqramma Kunst en Cultuur 2007 Raadsvoorstel108. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (tweede termijn). De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Beste raadsleden, beste mensen op de publieke tribune! Namens de PvdA-fractie zal ik de aftrap doen. Hopelijk wordt het een mooie dag met goede, inhou- delijke debatten. Wij hebben een powerpointpresentatie voorbereid waarbij wij onze reactie op de begroting 2007 geven. Begroting 2007. De PvdA-fractie vindt de voorliggende begroting 2007 een goede start van de nu lopende bestuursperiode. Er is extra geld vrijgemaakt voor onderwijs, welzijn en werkgelegenheid. Van het overschot op de jaarrekening van ¿ 7 miljoen is ¿ 4,3 miljoen gegaan naar de desbetreffende pro- gramma's. Dit betekent een duidelijke trendbreuk. In het verleden is er bezuinigd op welzijn, maar nu zetten wij overschotten op de jaarrekening in voor de genoemde programma's, waardoor een behoor- lijke verschuiving heeft plaatsgevonden. Verder ziet de PvdA-fractie één van haar prioriteiten terug in de half miljoen euro extra die wordt ingezet voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Met andere woorden: de nu voorliggende begroting is een goede start van deze collegeperiode. Prioriteiten van de PvdA-fractie in 2007. Dan kom ik nu aan een lijst van PvdA-prioriteiten die in het collegeprogramma verwerkt zijn en op de uitvoering waarvan onze fractie de komende tijd extra zal gaan letten. Armoedebestrijding. De moeilijk bemiddelbare werkloze ouderen willen wij inzetten in maatschappelijke organisaties. Daar kom ik later nog op terug. Welzijn en zorg. Begrotingsvergadering 9 november 2006 3 Wij willen een resultaatgericht integratiebeleid. Daarvoor willen wij prestatieafspraken maken met de welzijnsinstellingen. Op het moment dat wij geld geven aan welzijnsinstellingen, mogen wij daarvan iets terugverwachten. Dat zal ook gecontroleerd worden. Handhaving van de verslavingszorg is voor ons een belangrijk punt. Wij willen maatwerk bij het professionaliseren en positioneren van het peuterspeelzaalwerk. Aandachtvoorjeug~ Daadkrachtig inzetten op de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Met name willen wij de uitval van leerlingen van het ROG aanpakken, want dat is een groot pro- bleem in Helmond. Wij willen een nieuw jongerencentrum op 't Hout. Ondersteuning van de jongerencultuur. Wij hebben een mooi gebouw: Plato. Daar moet ook iets gebeuren voor de jongeren. Stageplaatsen voor alle jongeren, met name voor allochtone jongeren, omdat zij moeilijk aan een stageplaats kunnen komen. Wij willen iedereen bij deze maatschappij betrekken en niemand uitsluiten. Daarom moeten wij dit soort punten benoemen en daar ook krachtig op in- zetten. Zorgvuldige invoering van de WMO. In 2007 zal de WMO worden ingevoerd. Als PvdA-fractie zullen wij het proces zorgvuldig volgen. Qua wetgeving gaat het om een belangrijke verschuiving. Dit is voor ons een belangrijke prioriteit. Aandacht voor milieu. Op het gebied van milieu willen wij de volgende zaken realiseren: Gratis openbaar vervoer voor alle 65-plussers in deze stad. Gratis fietsenstallingen. Verbeteren van de luchtkwaliteit in een aantal straten. Buiten onze gemeentelijke grenzen zullen wij alle zeilen bijzetten om de groene long tussen Helmond en Eindhoven te behouden. Dit groene gebied staat ontzettend onder druk. Mierio en Nuenen hebben grote plannen en als wij bestuurlijk niet bijsturen, dan zal het gebied tussen Helmond en Eindhoven binnen vijftien jaar vanaf nu zijn volgebouwd. Aandacht voor de wijken. Wij willen bij deze prioriteit de volgende zaken aanpakken: Beginnen met de uitvoering van het herstructureringsgebied Binnenstad-Oost. Initiatieven nemen om wijkvisies te maken. Naast de genoemde prioriteiten zouden wij in 2007 graag een tweetal nota's willen ontwikkelen en bespreken: 1. Participatienota. Het doelgroepen beleid is afgeschaft. Dat willen wij niet terughalen, maar wel willen wij bekijken waar het beleid is doorgeschoten. Op het moment dat, in een tijd van afnemende tolerantie, de Balloon haar subsidie verliest, moeten wij juist proberen de Balloon overeind te houden. 2. Nota armoede- en minimabeleid. Wij willen een Nota armoede- en minimabeleid. Anders gezegd: de mensen die het moeilijk hebben, willen wij echt ondersteunen daar waar dat mogelijk is. De grote ontwikkelingen. De PvdA-fractie is van mening dat de grote ontwikkelingen moeten doorgaan. Het is juist dat in de voorliggende begroting een heleboel oud beleid is verwerkt. De PvdA-fractie heeft dat niet ge- dwarsboomd en vindt dat bepaalde grote ontwikkelingen moeten doorgaan. Sterker nog: de ontwik- kelingen die ik nu ga noemen, zijn in verschillende collegeperiodes ingezet. De centrumontwikkeling is ingezet in de periode 1998-2002. De herstructurering van de binnen- stad is in dezelfde periode ingezet, evenals het project Suytkade, dus met een PvdA-GDA-WD-col- lege. Brandevoort is in de daaraan voorafgaande periode ingezet, eveneens met de PvdA in het col- lege. De genoemde ontwikkelingen zijn voor Helmond belangrijk en wij zullen daar dan ook mee doorgaan. Centrumontwikkeling. De PvdA-fractie is van mening dat de centrumontwikkeling banen zal opleveren en de stad als centrumgemeente zal versterken. Als er meer werkgelegenheid wordt gecreëerd, is dit expliciet so- ciaal beleid. Op het moment dat mensen elders hun centen besteden, zodat het hier in Helmond banen kost, dan zijn wij hier niet goed bezig. Daarom heeft de PvdA-fractie gezegd dat de centrum- ontwikkeling gewoon moet doorgaan. Wij vinden ook dat in de vorige periode goede dingen zijn gebeurd. Projecten die zijn ingezet in de periode 1998-2002, zijn in de periode 2002-2006 door het vorige college in stand gehouden. De Begrotingsvergadering 9 november 2006 4 PvdA-fractie wil de betrokken fracties daar dan ook voor bedanken. Met name de invulling van het Kunstkwartier - daarvoor mogen wij de SDH-OH een groot compliment geven - is een sterke invulling van het Kunst- en cultuurplein en kan gezien worden als een blijvend resultaat. Volkshuisvesting. In de periode 2006-2010 willen wij het in het collegeprogramma afgesproken aantal betaalbare woningen ook daadwerkelijk uitvoeren. . Wij willen in deze periode een begin maken met de herstructurering van de binnenstad. Daar waar dat mogelijk is, willen wij meer inzetten op woningen in sociale koopsector dan op wo- ningen in de sociale huursector. Mensen met een eigen woning zijn vaak trots op hun woning en houden die zelf perfect bij. Wij willen initiatieven ondernemen om de studenten van de Groene Campus te huisvesten in het centrum. Dat zal het centrum verlevendigen. Een aantal zaken willen wij al op korte termijn realiseren: Buiten de herstructurering om, willen wij een stringent beleid ten aanzien van de aanpak van de veelplegers en de overlast die zij veroorzaken. Het kan niet zo zijn dat enkelen de wijk verzieken voor velen. Daar moeten wij gericht beleid op inzetten. De inzet van buurtbeheerders om het straatbeeld op niveau te houden. Ook willen wij daarover afspraken maken met bewoners. Een halfjaarlijkse rapportage met betrekking tot het woningzoekenden bestand. Zijn wij goed bezig, zijn wij op de goede weg? Is er een verandering in vraag en aanbod, bij de woningzoekenden en bij de corporaties? Jongerenbeleid. Een van onze prioriteiten is aandacht voor de jeugd. De PvdA-fractie vraagt het college in 2007 met een toekomstvisie te komen op het cultuurbeleid voor met name de jongeren. Er zal in 2007 toch echt een doorbraak moeten plaatsvinden. Participatie begint bij de actieve deelname van de jeugd aan de vormgeving van de samenleving. Openbaar vervoer. Ons openbaarvervoersnet heeft op het ogenblik nog drie NS-stations en zal straks zelfs vier stations hebben. Op een kaartje van het lijnenoverzicht van openbaar vervoer in de gemeente Hel- mond zien wij ook een aantal buslijnen. Wat wil de PvdA-fractie op het gebied van het openbaar ver- voer in Helmond in 20071 Gratis openbaar busvervoer voor alle 65-plussers in de stad. Wij willen de mobiliteit onder ouderen stimuleren, met als doel onze ouderen maatschappelijk betrokken te houden. Dat is goed sociaal beleid. Wij gaan nog verder: de PvdA-fractie wil voor alle burgers gratis busvervoer op de zaterdag. Wij hebben onlangs de discussie gehad over de markt op zaterdag. Met een voorstel tot gratis open- baar vervoer op zaterdag steunen wij daadwerkelijk de marktkooplui, want daarmee denken wij nog meer mensen naar het centrum toe te krijgen. Moties. Wij zullen moties indienen om een aantal zaken te realiseren. Wij komen met een motie over gratis busvervoer voor alle inwoners van Helmond op zaterdag (motie 3) en met een motie over gratis busvervoer voor alle 65-plussers in Helmond (motie 2). Verder komen wij met een motie (motie 1) om voor de groep moeilijk bemiddelbare werklozen van 55-plus de vrijwilligersvergoeding niet beperken tot twee jaar. Deze vergoeding moet doorgaan, . zodat deze mensen actief betrokken blijven bij allerlei maatschappelijke organisaties, of het nu cultuurinstellingen, onderwijsinstellingen of welzijnsinstellingen zijn. Op die manier houden wij de mensen bij de maatschappij. Bovendien staan de organisaties te springen om deze mensen. Voorzitter, tot zover de bijdrage van de PvdA-fractie. (Tijdens de bijdrage van de heer Davies is de heer Verbakei, om 13.10 uur, ter vergadering gekomen.) Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik ken de exacte inhoud van de moties nog niet, maar ik ver- wacht dat de moties voorzien in een dekking voor het gratis busvervoer en de te verstrekken vrijwilligersvergoeding. Begrotingsvergadering 9 november 2006 5 De VOORZITTER: Moties houden een uitspraak van de raad in, waarbij een opdracht wordt gegeven aan het college. Het college zal de opdracht moeten uitvoeren. In een amendement zal er wel dekking aangegeven moeten worden. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Als ik de tekst van de moties eerder had gehad, zou ik daar misschien nog wel meer moties uit hebben kunnen halen, want ik zie dat er bij de PvdA-fractie de nodige steun is voor ideeën die ook onze fractie heeft. Ook ik ben er voorstander van dat het gebied tussen Eindhoven en Helmond groen blijft. Maar wij hebben dan met meerdere gemeenten te maken. Het Helmondse deel van dit gebied is maar heel klein. Ik wijs erop dat volgens een nieuw plan het gebied Nuenen-West dichtgebouwd zal gaan worden. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Het is heel moeilijk om als gemeente alleen zaken bij te sturen. Je zult altijd moeten proberen dat in SRE- en provinciaal verband te doen. Wanneer plannen al goedgekeurd zijn, zal dat heel erg moeilijk worden. Wij krijgen toch nog steeds boze verhalen waarbij het voorstel voor de vierbaansweg door het middengebied er nog steeds ligt. Daar blijven wij als PvdA-fractie tegen. Wij kiezen voor de zogenaamde grote ruit boven het Wilhelminakanaal. Deze keuze heeft ook een relatie met het groen in het middengebied. Voor dit gebied en het behoud van het groen zal bestuurlijke aandacht moeten komen. Als de ontwikkeling van industrieterreinen en woning- bouw in het midden gebied in het huidige tempo doorgaat, zal. daar een soort Rijnmond ontstaan, waarbij Eindhoven en Helmond aan elkaar vastgeplakt zullen raken. Volgens mij moeten wij dat niet willen. Juist de grote steden hebben behoefte aan groen. Het in stand houden van de groene long is verantwoord beleid, het is beleid waarbij wij kiezen voor het milieu. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik wacht de verdere acties van de PvdA-fractie af. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik stel vast dat de PvdA-fractie een aantal moties indient, o.a. over gratis busvervoer. Ik vraag mij af waarom de PvdA-fractie niet kiest voor de vorm van een amendement. Kiezen voor deze vorm heeft als consequentie dat je als indiener verplicht bent dekking voor je amendement aan te geven. Een motie is slechts een oproep aan het college, niet meer en niet minder. Dus waarom geen amendement, inclusief een financiële dekking, zodat de begroting die solide is, ook solide blijft? De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Naar mijn idee vraagt een motie om nieuw beleid, terwijl een amendement vraagt om een bijstelling van vaststaand beleid. Nog een argument is dat wij, door een motie in te dienen, het college de ruimte geven om dekking te vinden. Het is geen probleem om een aantal mogelijke dekking en aan te geven die het college zou kunnen gebruiken. Waar het ons om gaat is, dat er wordt uitgevoerd wat wij willen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Kan de heer Davies, om de vervolgdiscussie alvast wat te verhelderen, aangeven aan welke dekkingsmiddelen hij concreet denkt? De heer DAVIES (PvdA): Ik denk aan de post incidenteel onvoorzien voor dekking in het jaar 2007. Vervolgens zal in de voorjaarsnota 2007 een structurele post moeten worden opgenomen. De VOORZITTER: Het college zal hier in zijn tweede termijn nader op ingaan. Dames en heren! Door de heer Davies zijn de volgende moties ingediend: "Motie 1. Belastingvrije Vrijwilligersvergoeding De gemeenteraad van Helmond, In vergadering bijeen op 9 november 2006, Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Het stimuleren van vrijwilligerwerk voor moeilijk bemiddelbare 55+ werklozen d.m.v. geen limiet te stellen aan de duur van de vrijwilligersvergoeding in tegenstelling tot het huidige maximum van 2 jaar. Toelichting: Helmond heeft relatief veel moeilijk bemiddelbare laag- en ongeschoolde 55 plussers (voor- malig fase 4) die structureel het werkeloosheidspercentage in Helmond verhogen. Het streven naar een betaalde baan moet uiteraard aanwezig blijven maar, gegeven het feit dat deze doel- Begrotingsvergadering 9 november 2006 6 groep in een uiterst zwakke positie verkeert op de arbeidsmarkt, is het stimuleren van vrijwil- ligerswerk d.m.v. deze vergoeding verantwoord sociaal beleid waarbij Helmond het voorbeeld van Rotterdam volgt. We willen dat in 2007 personen uit deze doelgroep vrijwilligerswerk gaan doen bij maatschap- pelijke organisaties (welzijn, cultuur, onderwijs, sport etc.) via de vrijwilligerscentrale. De belas- tingvrije vrijwilligersvergoeding is een stimulans en waardering voor hun inzet. De boodschap wordt gegeven dat hun rol in de samenleving niet is uitgespeeld. Maatschappelijke organisaties kunnen extra ondersteuning goed gebruiken. Dekking uit product werkdeel WWB. Financiële voordelen door de dalende werkeloosheid." Deze motie is ondertekend door de heren Davies, Stienen en Dams. "Motie 2. Experiment openbaar vervoer 65-plus. De gemeenteraad van Helmond, In vergadering bijeen op 9 november 2006, Gehoord de beraadslaging, Constaterende dat: De beschikbaarheid van het openbaar vervoer in Helmond de afgelopen jaren minder is geworden; De bereikbaarheid van het centrum van Helmond vanuit de wijken niet optimaal is; De parkeerdruk op het centrum van Helmond alleen maar groter wordt; We er naar streven om het centrum van Helmond optimaal bereikbaar te maken; Overwegende dat: Zowel in Noord-Brabant als landelijk de discussie over gratis openbaar vervoer wordt gevoerd; Verschillende Brabantse gemeenten, waaronder Tilburg en Eindhoven, in de richting van de provincie bij de provincie reeds een lobby zijn begonnen, om een experiment met gratis of nultarief openbaar vervoer financieel te ondersteunen; Gratis of nultarief openbaar vervoer voor 65-plussers bijdraagt aan de maatschappelijke parti- cipatie van ouderen en voorkomt dat zij in een sociaal isolement raken; Gratis of nultarief openbaar vervoer bijdraagt aan de bestrijding van armoede onder ouderen; Gratis of nultarief openbaar vervoer in de vijf grote steden van Brabant een impuls kan zijn voor de verbetering van het openbaar vervoer als geheel en zo bijdraagt aan een betere bereikbaarheid van de steden; De bereikbaarheid van het centrum van Helmond vanuit de wijken verbeterd moet worden; Het voor een betere onderhandelingspositie in het SRE noodzakelijk is dat het College de beschikking heeft over een budget waarmee in 2007 gestart kan worden met een experiment voor gratis Openbaar Vervoer. Verzoekt het college Aan de raad een concreet voorstel voor te leggen voor een experiment voor gratis Openbaar Vervoer voor 65+'ers. Stappen te zetten voor de uitbreiding van het Openbaar Vervoer in Helmond, zodanig dat het centrum voor bewoners van alle wijken in Helmond beter bereikbaar is. Hierover in overleg te treden met het SRE om ook de omliggende kleine gemeenten te betrek- ken in dit experiment Wij verzoeken het College om dekking te zoeken En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heren Davies, Stienen en Dams. De VOORZITTER: Het gaat erom een experiment gratis openbaar vervoer op te zetten met gelden uit de post onvoorzien incidenteel voor mensen die ouder zijn dan 65. Ik zie dat is door- gestreept dat het ook zou gelden voor de jeugd jonger dan 12 jaar. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Als wij over dit soort dingen in discussie gaan bij alle moties en amendementen, zitten wij hier morgenvroeg nog! Wij hoeven het huiswerk van een fractie hier toch niet over te doen? Begrotingsvergadering 9 november 2006 7 De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Er zijn twee moties over het gratis openbaar vervoer: de ene motie gaat over gratis openbaar vervoer voor 65-plussers, en de andere motie gaat over gratis openbaar vervoer voor alle bewoners van de stad die op zaterdag naar het centrum gaan. De VOORZITTER: De oorspronkelijke tekst van de motie 1 is anders dan u nu zegt. De heer FERWERDA (D66): Past u ervoor op, voorzitter, dat er straks geen 50 moties Jacobs liggen! Ik zou zeggen: Iaat u de exegese over aan de indieners. De VOORZITTER: Ja, dat gebeurt ook. Daarom wil ik de heer Davies vragen hier nog eens goed naar te kijken. "Motie 3. Experiment openbaar vervoer voor alle burgers op zaterdag De gemeenteraad van Helmond, In vergadering bijeen op 9 november 2006, Gehoord de beraadslaging, Constaterende dat: De beschikbaarheid van het openbaar vervoer in Helmond de afgelopen jaren minder is geworden; De bereikbaarheid van het centrum van Helmond vanuit de wijken in de weekends niet opti- maal is; De parkeerdruk op het centrum van Helmond alleen maar groter wordt; We er naar streven om het centrum van Helmond optimaal bereikbaar te maken; Overwegende dat: Zowel in Noord-Brabant als landelijk de discussie over gratis openbaar vervoer wordt gevoerd; Verschillende Brabantse gemeenten, waaronder Tilburg en Eindhoven, in de richting van de provincie bij de provincie reeds een lobby zijn begonnen, om een experiment met gratis of nultarief openbaar vervoer financieel te ondersteunen; Gratis of nultarief openbaar vervoer voor iedereen bijdraagt aan de maatschappelijke partici- patie van ouderen en voorkomt dat zij in een sociaal isolement raken; Gratis of nultarief openbaar vervoer bijdraagt aan de bestrijding van armoede; Gratis of nultarief openbaar vervoer in de vijf grote steden van Brabant een impuls kan zijn voor de verbetering van het openbaar vervoer als geheel en zo bijdraagt aan een betere bereikbaarheid van de steden; De bereikbaarheid van het centrum van Helmond vanuit de wijken verbeterd moet worden; Gratis busvervoer een bijdrage levert aan het terugdringen van luchtvervuiling; Het voor een betere onderhandelingspositie in het SRE noodzakelijk is dat het College de beschikking heeft over een budget waarmee in 2007 gestart kan worden met een experiment voor gratis Openbaar Vervoer. Verzoekt het college Aan de raad een concreet voorstel voor te leggen voor een experiment voor gratis Openbaar Vervoer voor de duur van 1 jaar op zaterdagen in het weekend. Stappen te zetten voor de uitbreiding van het Openbaar Vervoer in Helmond, zodanig dat het centrum voor bewoners van alle wijken in Helmond beter bereikbaar is. en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heren Davies, Stienen en Dams. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik heb een vraag over de laatste motie. Ik neem aan dat alleen het stadsvervoer en niet het regionaal vervoer wordt bedoeld. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Het gaat over vier stadslijnen. Er zijn twee streeklijnen. De ene lijn loopt van Nuenen via Stip hout naar het centrum en de andere loopt via 't Hout. Wij hebben al een calculatie waarbij de streeklijnen, binnen de gemeentelijke grenzen, zijn meegenomen. De VOORZITTER: Ik neem aan dat het gratis openbaar vervoer alleen geldt voor zover de mensen binnen de gemeente Helmond in- en uitstappen. Dat hoort bij de nadere uitwerking. Het kan niet de bedoeling zijn dat de gemeente Helmond goedkoop vervoer stimuleert van Gemert naar Eind- hoven! Begrotingsvergadering 9 november 2006 8 Hierna verleent de VOORZITTER het woord aan mevrouw De Leeuw-Jongejans. (Mevrouw De Leeuw-Jongejans ondersteunt haar bijdrage met een powerpointpresentatie.) Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie maakt zich geen zorgen over de te varen koers van de nu zittende coalitie. Of deze koers 30 graden naar bakboord of stuur- boord uitwijkt, is voor ons van ondergeschikt belang. Wij willen ons druk maken over de lading die het schip vervoert en, in dat licht gezien, vragen wij tijdens deze begrotingsbehandeling extra aandacht voor een aantal zaken. Veel van de actiepunten uit het CDA-verkiezingsprogramma 2006-2010 zien wij opgenomen in de voorliggende begroting 2007. Daar zijn wij tevreden over. Voorzitter, namens de CDA-fractie willen wij het college en de ambtelijke organisatie dankzeggen voor de beantwoording van onze vragen in de eerste termijn. In onze spreektijd willen wij op enkele van uw antwoorden kort terugkomen. Wij dienen vijf voorstellen, moties dan wel amendementen, in om het bestaande beleid te ver- sterken. Eén ervan kost geld, de andere vragen om uitwerking van beleid, om een visie en om creativiteit. Financiën. De begroting 2007 is sluitend en er is zelfs enige ruimte voor extra investeringen. Ook de meerjarenbegroting en het voorziene investeringsprogramma zijn sluitend. Wij willen het vorige en het huidige college daarmee graag complimenteren. Wij vertrouwen erop dat de koers die hiermee voor Helmond is uitgezet, zal leiden tot een beleid waarbij keuzes gemaakt kunnen worden op basis van visie. Een visie die oog heeft voor het welzijn en het welbevinden van alle Helmonders. De CDA-fractie hecht aan een blijvend scherpe bewaking van een evenwichtig inkomsten- en uitgavenpatroon. Wij verwachten dat het college de raad daarover actief, tijdig en inzichtelijk blijft informeren. Veiligheid in Helmond. Uit de Veiligheidsmonitor blijkt dat met name het aantal geweldsmisdrijven toeneemt. Er treedt een verharding op; de leeftijd van de daders wordt jonger en onze fractie heeft de indruk dat er te vaak "meelopers" zijn. Het CDA vindt het van groot belang dat ook de ouders van deze jongeren meer betrokken worden bij het oplossen van deze problematiek. Kan het college aangeven of deze insteek ook in Helmond omgezet wordt in concreet beleid? In het CDA-gemeenteraadsverkiezingsprogramma 2006-2010 is opgenomen dat alle onveilige plekken vóór 2010 voorzien zijn van voldoende openbare verlichting. Wij zien in de begroting 2007 één initiatief daartoe opgenomen in Helmond-West. Zijn er ook voor de andere Helmondse wijken plannen in voorbereiding? In ons verkiezingsprogramma staat ook opgenomen dat wij in 2010 het aantal stadswachten met tien hebben uitgebreid. Als de huidige signalen die de CDA-fractie bereiken inderdaad duiden op een toename van ontoelaatbaar gedrag, dan is een gericht voorstel om (onder andere) op korte ter- mijn tot uitbreiding van het aantal stadswachten over te gaan, op zijn plaats. Kunnen wij in het voor- jaar van 2007 een concreet voorstel van het college over deze uitbreiding tegemoet zien? Welzijn. De CDA-fractie heeft in eerste termijn een aantal vragen gesteld welke betrekking hebben op het welzijn van de Helmonders. Een aantal vragen is afdoende beantwoord. Voor een aantal andere vragen geldt dat niet en daarop ga ik hier graag kort nader in. Huiselijk geweld. Een strikte en kordate aanpak van het toenemende huiselijk geweld wordt door de CDA-fractie als absolute prioriteit gezien. Het aantal meldingen bij het Meldpunt Huiselijk Geweld is al tot boven de 200 gestegen. Statistisch gezien doen slachtoffers van huiselijk geweld pas na de 23ste keer aangifte. En dan hebben wij nog maar 14% die daadwerkelijk aangifte doet. Wij hebben dus maar net het topje van de ijsberg in beeld. Het antwoord van het college dat er zo spoedig mogelijk een voorstel aan de raad zal worden gepresenteerd, vinden wij niet concreet genoeg. Wij dringen aan op een gedegen, maar ook snelle aanpak en stellen de raad voor om het CDA-amendement Huiselijk geweld (amen- dement 1) te ondersteunen. Dronken pubers. Onze fractie heeft kennis genomen van het collegeantwoord op de gesignaleerde alcohol- problematiek onder Helmondse jongeren. In het antwoord wordt beschreven dat elders de proble- matiek veel groter is. Wij vinden de insteek van het college te passief en een miskenning van de rea- liteit. Onze fractie wil op korte termijn een Helmonds plan van aanpak voor onze jongeren. Wij vinden Begrotingsvergadering 9 november 2006 9 het van groot belang dat de jeugd op latere leeftijd nog voldoende brains overheeft om deel te nemen aan de projecten van bijvoorbeeld Brainport. Wij dienen hier de motie Dronken pubers (motie 4) over in. Onderwijs. In de begroting 2007, onder programma 4, worden de effecten van het Helmondse beleid beschreven die met name voor de jongeren bereikt moeten worden. Wij kunnen ons hierin vinden. Voor 2007 stelt het college voor ¿ 1.000.000,-- te reserveren voor de knelpunten in het onder- wijs. De CDA-fractie is daarmee akkoord, maar net als iedereen in deze raad, hebben wij geen idee waarvoor wij het willen bestemmen en of het bedrag wel toereikend is voor datgene wat wij samen willen bereiken. Zoals de plannen nu op tafel liggen, gaat de wethouder in overleg met het onderwijs- veld de meerjarige behoefte van het onderwijs inventariseren. De CDA-fractie wil de raad hierin een actievere rol in geven. Wij willen als raad niet alleen geïnformeerd worden, maar juist als raad zelf initiëren. Steeds weer ervaart de CDA-fractie dat vragen en knelpunten aangaande het onderwijs veelal enkel vanuit een financiële invalshoek worden benaderd. Problemen zoals de kosten van leerlingen- vervoer, de huisvesting van scholen, de noodgebouwen, de schoolgrootte, de bekostiging van schoolmaatschappelijk werk, schoolzwemmen, conciërges en ID-banen enz. worden niet met de raad besproken naar aanleiding van een Helmondse visie op onderwijs, maar op basis van de financiële mogelijkheden en onmogelijkheden. De CDA-fractie is ervan overtuigd dat wij als raad in staat zijn om op hoofdlijnen een onderwijsvisie te ontwikkelen. Deze visie zou onzes inziens als uitgangspunt genomen moeten worden voor de herijking van het beleidskader. Wij vragen de raad om deze uit- daging met ons aan te gaan en dienen daartoe de motie Visie op onderwijs (motie 5) in. Sport. In het verlengde van het onderwijs ziet de CDA-fractie de Helmondse sportwereld als dé kans om onze Helmondse jeugd normen en waarden mee te geven die waardevol zijn binnen onze maat- schappij. Wij staan achter de in programma 6 feitelijk te leveren resultaten voor 2007. De sport- beleidsnota "Helmond gaat ervoor!!!"wordt in 2007 herijkt. Ook ten aanzien van het onderdeel sport willen wij de raad uitdagen om, net als bij het onder- wijs, eerst eens met elkaar te gaan brainstormen om zo tot een breed gedragen sportvisie te komen. Wij gaan graag de uitwisseling aan met het veld en de betrokken spelers. In onze motie Visie op sport (motie 6) vragen wij het college om vervolgens deze sportvisie als uitgangspunt te nemen voor de herijking van de sportbeleidsnota. Wonen in Helmond. In programma 9, Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting, en programma 1 0, Stedelijke vernieuwing, worden Helmondse ontwikkelingen verwoord die de steun van de CDA-fractie hebben. Onze ambities om Helmond beter en anders op de Nederlandse kaart te zetten, zijn succesvol en verdienen een voortvarende voortzetting. Met herstructurering van de binnenstad gaat het goed. Voortvarend is onze wethouder in ieder geval geweest - af en toe misschien iets te. Maar als wij kijken naar het grote geheel, kunnen wij alleen maar zeggen dat wij trots zijn op onze veranderende binnenstad. Niet voor niets worden wij ook landelijk als voorbeeld genoemd. De CDA-fractie maakt wel zich zorgen over de uitvoering van het programma van aanpak voor Helmond-West. Het bedrag van ¿ 300.000,-- dat hiervoor is uitgetrokken, staat in schril contrast tot de miljoenen die zijn en worden geïnvesteerd in de binnenstad. Op het gebied van leefbaarheid kunnen corporaties - gelet op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid - op vele vlakken een belangrijke rol vervullen. Interessant is of bijvoorbeeld prestatieafspraken gemaakt kunnen worden over investe- ringen in wijkgebonden maatschappelijk vastgoed, zoals een modern woonzorgcentrum en een brede school. De CDA-fractie vindt het van groot belang dat ook in de dierbare oude Helmondse wijken als Helmond-Oost, Helmond-Noord, de omgeving Mierloseweg en de Annawijk, wordt geïnvesteerd. En dan niet alleen in de lantarenpalen, maar juist in datgene wat mensen bij elkaar brengt. Aandacht voor het samen leven in een wijk en de kwaliteit hiervan. Als het college in één van de antwoorden op de schriftelijke vragen over openbare verlichting antwoordt dat niet alle Helmondse wijken op het niveau "Brandevoort" zullen worden gebracht, vraagt de CDA-fractie zich af of het college in deze met twee maten meet. De CDA-fractie is het absoluut niet eens met dit soort uitspraken en verwacht dat het college deze uitspraak dan ook terugneemt. Wachtlijst woningzoekenden. Het is van belang dat wij inzicht krijgen in het feitelijke aantal woningzoekenden dat op zoek is naar een sociale huurwoning dat niet zelfstandig over een woning beschikt. De starters dus. Het is voor een juiste beeldvorming interessant om te weten hoeveel van die starters van buiten Helmond Begrotingsvergadering 9 november 2006 10 komen, hoeveel er nog bij hun ouders wonen en hoeveel er niet tot de doelgroep behoren. Willen wij goed beleid kunnen maken, dan is het noodzakelijk om te weten hoeveel huishoudens op de wachtlijst echt tot de urgenten behoren. De CDA-fractie is ervan overtuigd dat bouwen van duurdere huurwoningen en goedkopere koopwoningen de beste oplossing is om de doorstroming in de huurmarkt te bevorderen. Met belang- stelling zien wij uit naar de discussies die gevoerd zullen worden om te komen tot de nieuwe Woon- visie 2007-2015. Werkgelegenheid in Helmond. In 2006 is in de raad en de commissies veelvuldig gesproken over de werkloosheid in Helmond. Zonder uitzondering hebben alle fracties hun bezorgdheid geuit. Wij willen weten van het college of de cijfers gebaseerd zijn op eenduidige, landelijk gehanteerde definities. Er schijnen namelijk meerdere definities in omloop te zijn, wat verwarring wekt wanneer wij cijfers met elkaar gaan vergelijken. De wethouder gaat een Deltaplan opstellen. Graag horen wij van de wethouder met wie hij van plan is dit Deltaplan te maken en wanneer de raad daarover met hem van gedachten kan wisselen. Jeugdwerkloosheid. Werkloosheid in de jeugd verkleint de kansen op een goede loopbaan aanzienlijk en is een van de oorzaken van armoede in de wereld. De CDA-fractie wil daarom graag haar laatste motie over dit onderwerp indienen, een motie die alleen inzet en creativiteit kost. Wij hebben allemaal wel eens van een maatjesproject gehoord: je bent buddy van een patiënt, je bent buddy van een probleemjongere etc. De CDA-fractie wil voorstellen om "de Raad als Maat" in te voeren. Gedurende één jaar nemen wij als raadslid een "hardnekkig werkloze jongere" tussen de 19 en 23 jaar onder onze hoede. Het mes snijdt aan twee kanten: 1. als raad worden wij op een persoonlijke manier geconfronteerd met de mogelijkheden en onmogelijkheden van het gevoerde beleid en 2. de jongere ervaart de directe betrokkenheid van raadsleden. Wij vragen u ons initiatief te steunen en "de Raad als Maat" (motie 7) een kans te geven. Graag beëindigen wij onze tweede instantie met het opsommen van de lading die de CDA- fractie wil toevoegen, voordat het schip haar reis naar 2007 voortzet. (U ziet op het scherm dat de containers worden ingeladen, en het college kan ons daar een handje bij helpen.) . Effectieve aanpak van huiselijk geweld; . Alcoholgebruik onder de 16 jaar niet tolereren; . Als raad eerst praten over wat wij verstaan onder een Helmondse onderwijsvisie en een Helmondse sportvisie; . Invulling geven aan onze betrokkenheid door middel van de "Raad als Maat". Graag vragen wij de raad om onze voorstellen te ondersteunen en het beleid te versterken. (Mevrouw Van Mierio komt tijdens de bedrage van mevrouw De Leeuw, om 13.45 uur, ter vergadering.) De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw de Leeuw-Jongejans heeft een amendement en nog vier moties ingediend: "Amendement 1. Huiselijk geweld De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat het aantal meldingen bij het Meldpunt Huiselijk Geweld veel hoger is dan verwacht . dat de urgentie van deze problematiek vraagt om meer inzet van het Maatschappelijk Werk . dat we als gemeente actief op de ontstane problematiek willen/moeten inspringen verzoekthetcoHege . eenmalig in 2007 ¿ 57.000,-- incidentele middelen in te zetten voor de ondersteuning van het Meldpunt Huiselijk Geweld . dit voor 2008 structureel af te dekken in de begroting . dit jaarlijks te evalueren op basis van melding, interventie en effectiviteit en gaat over tot de orde van de dag." Dit amendement is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans en de heren Davies en Dams. Begrotingsvergadering 9 november 2006 11 "Motie 4. Dronken pubers De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat Helmond deelneemt aan het regionale projectplan Alcohol & Jongeren (Stap) . dat de implementatie van dit beleid ligt bij onze eigen gemeente . dat we als gemeente actief op de problematiek willen/moeten inspringen verzoekt het college met een plan van aanpak te komen in december 2006/ januari 2007 Aspecten die hierin naar voren komen zijn: . eventuele overname van het project dat in Deventer plaatsvindt (Actieve inzet van politie ta.v. thuisbrengen van dronken jongeren onder de 16 jaar. Een proces-verbaal voor open- baar dronkenschap wordt meegegeven. De boete hoeft niet te worden betaald als het gezin zich meldt voor een gesprek.) . De organisatie van deze gesprekken die Novadic-Kentron/GGD voert met de ouders en hun kind over de gezondheidsrisico's op jonge leeftijd. . Concrete voorstellen om de sportclubs actief bij deze problematiek te betrekken. Het bij- voorbeeld instellen van een speciaal subsidiebedrag voor sportclubs dat gekoppeld is aan een alcoholontmoedigingsbeleid (positief belonen). En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans en de heren Davies en Dams. "Motie 5. Visie op Onderwijs De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat het huidige gemeentelijke beleidskader afloopt in 2006 . dat een gezamenlijke commissie onderwijshuisvesting bestaande uit representanten van de OHS (Stichting Overleg Helmondse Schoolbesturen) en gemeentezijde voornoemd dit beleidskader samen op gaan stellen . dat de raad wordt geïnformeerd, maar zelf niet initieert. verzoekt het college . in het eerste kwartaal van 2007 een (of meerdere) brainstormsessie(s) te organiseren met alle betrokken partijen om zodoende een optimale actuele uitwisseling van gedachten en meningen te verkrijgen samen met de gemeenteraad. . vervolgens de raad zijn visie te laten verwoorden . dit als uitgangspunt te nemen voor de herijking van het beleidskader. en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans en de heren Davies en Dams. "Motie 6. Visie op Sport De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat de gemeente het grote belang van sport en de rol en functie van sportverenigingen onderstreept . dat de beleidsnota sport 2003-2007 "Helmond gaat ervoor!!!" in 2007 moet worden herijkt . dat we als raad actief mee willen denken over de visie op sport verzoekt het college . in het eerste kwartaal van 2007 een (of meerdere) brainstormsessie(s) te organiseren met alle betrokken partijen (Team Sport, Raad voor de Sport, besturen van sportverenigingen etc.) om zodoende een optimale actuele uitwisseling van gedachten en meningen te ver- krijgen samen met de gemeenteraad . vervolgens de raad zijn visie te laten verwoorden . dit als uitgangspunt te nemen voor de herijking van de beleidsnota sport. Begrotingsvergadering 9 november 2006 12 en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans en de heren Davies en Dams. "Motie 7. 'de Raad als Maat' De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat de problematiek van de jeugdwerkloosheid ons zorgen baart . dat de raad haar betrokkenheid tot uiting wil brengen verzoekt de Raad . In te stemmen met het 'ik word je maat-project' . Als raadslid individueel contact te leggen met één 'hardnekkig' werkloze jongere tussen de 19 en 23 jaar en deze contacten naar eigen inzicht gedurende één jaar vorm te geven (de gegevens worden beschikbaar gesteld door het CWI) . Na 1 jaar het maatproject te evalueren en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer SPRUIJT (SP): Voorzitter! Ik heb een vraag over motie 5, die gaat over een visie van de raad op het onderwijs. Hoe verhoudt deze motie zich tot de educatieve agenda, een onderwerp dat op de agenda staat voor de komende vergadering van de commissie samenleving? Bijten die zaken elkaar of overlappen ze elkaar? Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Deze onderwerpen bijten elkaar niet en kunnen, in het geval de raad de motie aanneemt, volgens ons in elkaar worden geweven. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Het verhaal van de stadswachten van de CDA-fractie deed mij deugd. De stadswachten zijn afgebouwd onder het regime van een college waarin het CDA zitting had en ik zie de stadswachten nu weer terugkomen. De CDA-fractie heeft op dit punt onze steun. Jammer dat er geen motie over gemaakt is. Verder vind ik het jammer dat mevrouw De Leeuw zo'n negatief beeld schetst van Helmond- West. Ik denk dat er in Helmond-West juist heel goede ontwikkelingen zijn, zeker bij WoCom, voor wat de maatschappelijke zorg betreft. Ik wijs op het mooie complex dat gaat verrijzen aan de Mierloseweg, de ontwikkelingen in Helmond-West voor wat de nieuwbouw van woningen betreft... De VOORZITTER: Dit lijkt meer op een beschouwing, mijnheer Smits. De heer SMITS (HB): Ik mag toch reageren op de bijdrage van de CDA-fractie? De VOORZITTER: Ja, maar het is de bedoeling dat u zich beperkt tot het stellen van verdui- delijkende vragen. De heer SMITS (HB): Dan Iaat ik het bij mijn opmerking dat mevrouw De Leeuw een wat nega- tief beeld van Helmond-West schetst. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Ik bestrijd dat het door mij geschetste beeld negatief is. Wij willen er juist voor zorgen dat er geïnvesteerd wordt in Helmond-West. Naar mijn mening hebben de fractie van de heer Smits en mijn fractie dezelfde intentie, namelijk ervoor zorgen dat het goed gaat, en niet alleen in de binnenstad, maar in alle wijken. Het is niet mogelijk alles tegelijk aan te pakken, maar Helmond-West heeft zeker onze aandacht. De heer SMITS (HB): Dank voor deze nuancering. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik kan het niet nalaten mevrouw De Leeuw een compli- ment te geven voor haar betoog... Begrotingsvergadering 9 november 2006 13 Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Dank u, mijnheer Ferwerda. De heer FERWERDA (D66): ... even los van de inhoud. Wel zou ik haar willen vragen of zij van opvatting is dat, met de deelname van de PvdA in het college, er daadwerkelijk sprake is van een koerswijziging in het beleid. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Ik heb in het begin van mijn betoog aan- gegeven dat het een theoretische discussie is om te vragen of de koers nu 30 graden naar stuurboord of 30 graden naar bakboord afwijkt. Wat wij willen, is ons concentreren op datgene wat wij aan het doen zijn, op het beleid en op de lading die het heeft. Wij vinden dat daar nog een schepje bovenop kan. Voor ons is de discussie die de heer Ferwerda nu oproept, helemaal niet interessant. De heer FERWERDA (D66): Een heel interessant antwoord; dank daarvoor. De VOORZITTER: De heer Ferwerda realiseert zich natuurlijk dat er een verschil van 60 graden mogelijk is, bij een afwijking van 30 graden naar bakboord of stuurboord. Dan kan de lading gaan schuiven. . Van de CDA-fractie heb ik, drie jaar op rij, in het kader van de mondelinge algemene beschou- wingen een cadeautje gekregen. Ik had echt verwacht dat mij vandaag een cruise aangeboden zou worden! Dat is niet gebeurd, helaas. Maar ik koester nog altijd wel de handbal van Frans Stienen. De heer STIENEN (CDA): Daar kunnen wij binnenkort samen mee gaan spelen, voorzitter! De VOORZITTER: Inderdaad, dat gaan wij doen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! De afgelopen periode van vier jaar stond in het teken van economische laagconjunctuur, van oplopende werkloosheid, van koopkrachtverlies en van ingrijpende sociale hervormingen op landelijk niveau. Individuele burgers moesten koopkracht in- leveren, maar ook de overheden moesten de broekriem fors aanhalen. Het feit dat wij aan de vooravond staan van economische hoogconjunctuur, van teruglopende werkloosheid, van koopkrachtherstel, van meevallende uitkeringen uit het gemeentefonds is geen gelukstreffer of puur toeval. Het is in belangrijke mate het resultaat van de uitvoering van de landelijke hervormingsagenda en van de gematigde opstelling van de sociale partners. Maar ook zonder het solide, samenhangende en sociaal betrokken collegebeleid in de periode 2002-2006, het beleid van de drie S'en, zouden wij als gemeente niet staan waar wij nu staan. Het feit dat wij nu en de komende jaren de vruchten daarvan plukken en er ook binnen de begroting van de gemeente weer volop ruimte is voor leuke dingen, maakt het regeren een stuk makkelijker. De gemeenteraadsverkiezingen op 7 maart jl. hebben geleid tot een gewijzigde samenstelling van raad en college, ten gunste van vooral de PvdA van Bos, maar hebben gelukkig niet tot een echt ander collegebeleid geleid. Dat viel al op te maken uit het collegeprogramma, maar blijkt ook uitdruk- kelijk uit de begroting 2007. Ook raadsinformatiebrieven van uw college over diverse onderwerpen, zoals integratie en woonwagenwerk, bewijzen dat. Is het enige verschil met het vorige college dan terug te voeren op inmiddels drie ID-banen: twee instromers van de PvdA en één doorstromer van het CDA? Ten dele. Het gaat ook om een ver- schil in bestuursstijl. Zonder in details te treden verwijs ik naar de diverse incidenten in de afgelopen week en weken. Dankzij het stringente bezuinigingsbeleid van de afgelopen jaren, het overschot op de jaar- rekening 2005 en een aantal meevallers blijft de begroting in evenwicht en is er een behoorlijke ruimte voor intensiveringen. In totaal ¿ 7,3 miljoen, waarvan ¿ 5,2 miljoen voor incidentele en ¿ 2,1 miljoen voor structurele verplichtingen. Met de bestedingsvoorstellen borduurt u in belangrijke mate voort op bestaand beleid: . voortzetting van deelname aan Brainport (¿ 1,6 miljoen); . kwijtschelding (¿ 200.000,--); . exploitatiesubsidies jongerencentra en MFC Brandevoort (¿ 100.000,--); . leerlingenvervoer (¿ 100.000,--); . industrieel erfgoed (¿ 150.000,--). Jazeker, er zijn ook enkele nieuwe accenten gelegd, zoals het sociaal-raadsliedenwerk (¿ 120.000,-- structureel), impuls jeugd beleid (¿ 200.000,-- incidenteel) en jeugdwerkloosheid (¿ 500.000,-- incidenteel) en het schoolmaatschappelijk werk voortgezet onderwijs (¿ 83.000,-- struc- Begrotingsvergadering 9 november 2006 14 tureel). De SDH-OH-fractie onderschrijft deze intensiveringen, niet alleen omdat ze ook in ons ver- kiezingsprogramma zijn terug te vinden, maar ook omdat ze naadloos aansluiten op de Stads(re)visie 2005-2015 en het meerjarenontwikkelingsprogramma. Is de SDH-OH-fractie het dan op alle onderdelen van beleid eens met de voorstellen van uw college? Neen, ik moet u teleurstellen. Ik zal ingaan op de meest relevante verschillen. Werkloosheid en armoede. Als gevolg van de aantrekkende economie neemt de werkloosheid zichtbaar af. Maar dat geldt met name de conjuncturele werkloosheid. De structurele werkloosheid blijft tamelijk stabiel. De bestandsanalyse van de Wet werk en bijstand bewijst dat: 80 tot 85% van de werklozen heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt met een meervoudige problematiek. Het gaat in onze stad om circa 1800 langdurig werklozen die niet of moeilijk bemiddelbaar zijn. Volgens de wethouders Yeyden en Boetzkes moet de langdurige werkloosheid en de daarmee samenhangende armoede met onorthodoxe middelen worden bestreden. Volgens de heer Boetzkes in een artikel in het Eindhovens Dagblad van 20 oktober jl. is onze verzorgingsstaat te ver door- geschoten; wij verzorgen mensen te lang; ze hebben maar een klein duwtje in de rug nodig om weer aan een betaalde baan te komen. En, zo vervolgt de heer Yeyden, de armoede in de stad moet niet worden opgelost door de geldbuidel nog verder open te trekken. Mijnheer de voorzitter, het is ronduit verheugend dat de verkiezingsoverwinning van de PvdA in Helmond tot zoveel voortschrijdend inzicht heeft geleid in amper een half jaar tijd! Waaruit de onorthodoxe middelen dan precies bestaan, is vooralsnog vaag: gesproken wordt over een deltaplan en een armoedeconferentie. Eén ding is zeker: met cosmetica lossen wij deze problematiek niet op. Onze inzet is vierledig: 1. Een substantieel deel van de langdurig werklozen zal waarschijnlijk nooit uitstromen naar een plaats op de reguliere arbeidsmarkt. Deze groep afschrijven is geen optie. Wij zullen deze mensen perspectief moeten bieden door sociale activering. Daarvoor zijn additionele inspanningen nodig. Wij stellen bij amendement voor incidenteel in 2007 ¿ 600.000,-- extra hiervoor beschikbaar te stellen. (Amendement 3, onderdeel A) 2. Het werkdeel van de Wet werk en bijstand (WWB) bevat middelen voor reïntegratie. Deze gelden zullen nog doelgerichter en doelmatiger ingezet moeten worden om werklozen aan de slag te helpen, maar ook om te voorkomen dat de Wet werk en bijstand een financiële molensteen om de nek van de gemeente wordt. Beroepskwalificatie en werkervaring zullen centraal moeten staan. Aan twee voorwaarden zal voldaan moeten worden. Enerzijds is een integrale aanpak nodig, samen met de keten partners in het beroepsonderwijs, het bedrijfsleven en de zorg. Anderzijds zijn heldere en meetbare resultaatverplichtingen vereist in de reïntegratie- en reactiveringscontracten. Deelt uw college deze benadering en gaat het hier werk van maken? 3. Brainport Navigator en de Helmondse Brainportagenda hebben ten doel de concurrentiepositie en economische structuur van de regio fundamenteel te versterken. Daarnaast zijn extra impulsen geboden om het herstel van de conjunctuur te ondersteunen. Daarvoor is in de vorige bestuurs- periode het Versnellingsprogramma werkgelegenheid opgesteld waarvoor ¿ 400.000,-- incidenteel beschikbaar was. Dit programma is succesvol gebleken en verdient een vervolg. Bij amendement stellen wij voor hiervoor ¿ 400.000,-- uit te trekken (incidenteel in 2007) (Amendement 3, onder- deel B.) 4. Een armoedeconferentie organiseren mag wat ons betreft, maar met welk doel wordt zo'n con- ferentie georganiseerd? Drie jaar geleden is de bijzondere bijstand met ¿ 1 miljoen geïnten- siveerd. Twee jaar geleden is begonnen met het aanpakken van de onderbenutting van in- komensondersteunende maatregelen. Dankzij die aanpak is het beroep op deze maatregelen flink toegenomen en moeten wij structureel extra geld opzij leggen voor kwijtschelding. En de geld- buidel nog verder opentrekken is volgens wethouder Yeyden niet aan de orde. Wanneer is deze conferentie dan geslaagd? Welke doelstellingen verbindt u eraan? Hoe wil uw college de voedsel- bank overbodig maken? Graag uw visie. Zorg en integratie. De invoering van de WMO per 1 januari a.s. brengt in ons land en onze stad veel onrust en on- zekerheid teweeg. In het Eindhovens Dagblad luidt het SRE de noodklok. Als de vraag naar huis- houdelijke hulp op de huidige wijze blijft toenemen, komen de 21 gemeenten in onze regio in 2008 ¿ 17,5 miljoen te kort. De hamvraag is of de gedecentraliseerde budgetten zodanig kunnen worden besteed, dat de mensen die zijn aangewezen op WVG-faciliteiten en/of thuiszorg, adequaat kunnen worden geholpen, dus zonder dat de kwaliteit van de dienst of hulpverlening wordt aangetast. Het antwoord van uw college is beslist: geen van de bestaande gevallen in Helmond gaat er op achteruit, tenzij als gevolg van herindicering. Nieuwe gevallen moeten maar afwachten. Toch kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat u de invoeringsgevolgen onderschat. U zegt erin geslaagd te zijn de voorbereiding met de door het Rijk beschikbaar gestelde implementatie- Begrotingsvergadering 9 november 2006 15 middelen te bekostigen. U voegt er echter in één adem aan toe nog wel voor een aantal grotere in- vesteringen te staan, met name in de ICT-sfeer. Ook verwacht u extra kosten om het personeel dat belast is met de uitvoering van de WMO, voor te bereiden op zijn nieuwe taak. In de tweede Berap zegt u nog geen concreet zicht te hebben op de financiële gevolgen en hierop later terug te komen. Deze informatie is voor ons reden temeer om een egalisatiereserve WMO reeds nu te vormen, en daarmee niet te wachten totdat wij eventueel geld overhouden op de WMO. Bij amendement stellen wij voor een egalisatiereserve WMO in te richten en daarin ¿ 465.000,-- te storten, zijnde het onbenutte saldo van de reserve precariorechten (amendement 2). U wilt dit saldo meenemen naar het voorjaarsoverleg in Antwerpen - u wilt eigenlijk alles meenemen naar Antwerpen! -, maar wij willen het inzetten als achtervang voor de WMO. Een ander dossier dat u onderschat, is het integratiedossier. Niet voor niets spraken wij in eerste termijn over integratiemoeheid. Volgens Wouter Bos is dit de nieuwe sociale kwestie. Wij missen een gevoel van urgentie van de kant van uw college. In de raadsinformatiebrief van 11 oktober jl. rapporteerde u over de stand van zaken van het integratie beleid in Helmond. In deze brief zegt u vast te houden aan beëindiging van het doelgroepen beleid. Dat is maar goed ook, want juist dat doel- groepenbeleid heeft mede geleid tot segregatie en isolement; tot desintegratie in plaats van integratie. Een weg terug is dus terecht niet aan de orde. Maar nodig is wél dat in het integratiebeleid wordt in- gezet op versterking van de sociale samenhang in de stad, met name in wijken en buurten. Enerzijds door burgers te stimuleren gezamenlijk activiteiten op te zetten in hun woon- en leefomgeving, ander- zijds door scholen en verenigingen aan te sporen meer werk te maken van samen leven. Niet zwart apart en wit apart, maar samen door één deur. Initiatieven op buurt- en wijkniveau in het onderwijs, de sport en de cultuur die aantoonbaar bijdragen tot de beoogde sociale samenhang, willen wij belonen met subsidie. Bij amendement stellen wij voor een reserve maatschappelijke integratie te vormen en daarin eenmalig voor de komende vier jaar alvast ¿ 200.000,-- euro te storten, gemiddeld ¿ 50.000,-- per jaar. (Amendement 3, onderdeel C.) U zegt dat wij ons geen zorgen hoeven te maken over het inburgeringsbeleid. Dat is al reden genoeg om alert te zijn. Immers, over nog geen twee maanden wordt de Wet inburgering van kracht. Afgaande op het door u genomen besluit op 24 oktober jl. zitten er nogal wat haken en ogen vast aan de invoering van deze wet. Hoe dan ook heeft inburgering voor ons de hoogste prioriteit. Het Ieren van de Nederlandse taal en van Nederlandse waarden en normen is een basisvoorwaarde voor een geslaagde integratie. Dat betekent tegelijkertijd dat wij de plicht hebben te zorgen voor voldoende cursusaanbod en onderwijs- capaciteit. Lange wachtlijsten- en tijden zijn ongewenst en dienen bestreden te worden. Bovendien zijn wij van oordeel dat niet alleen voor nieuwkomers maar ook voor oudkomers een actief inbur- geringsbeleid gevoerd moet worden. Deelt u deze opvatting? Sport, recreatie en cultuur. Wij zijn overtuigd van het nut van een turnhal op Suytkade, maar niet overtuigd zijn wij van de noodzaak, de onontkoombaarheid en onuitstelbaarheid ervan. Jazeker, een turnhal van ¿ 1,3 miljoen is een investering in mensen, veelal jonge mensen, past goed in het leisureprogramma van Suytkade, ook al is het een B-hal. Maar politiek is een kwestie van kiezen of delen. En wij kennen op dit moment in het kader van de voorliggende begroting een hogere prioriteit toe aan de sociale activering van langdurig werklozen (¿ 600.000,--; amendement 3, onderdeel A), aan een tweede Versnellingsprogramma werkgelegenheid (¿ 400.000,--; amendement 3, onderdeel B) en aan integratiebevorderende activiteiten (¿ 200.000,--; amendement 3, onderdeel C). Resteert een bedrag van ¿ 100.000,--, dat wij willen inzetten voor de bevordering van jongerencultuur in onze stad (amendement 3, onderdeel 0). Betekent dit dan dat wij de turners in de kou laten staan? Neen! Immers, ze hebben nog steeds onderdak. Wellicht biedt een aanpassing van het programma van eisen van de nieuwe sporthal op Suytkade soelaas. Bovendien: een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Daarmee doel ik op het voorjaarsoverleg en de voorjaarsnota. De vertraging van een half jaar in de herontwikkeling van Berkendonk betreuren wij. Deze ver- traging hoeft niet onoverkomelijk te zijn, als wij maar een hoog ambitieniveau aan de dag blijven leggen, de markpartij aan ons blijven binden en alert blijven op wat er zich in de nabije omgeving af- speelt. De gemeentelijke bijdrage aan Berkendonk met twee jaar verlengen, voor 2008 en 2009, vinden wij bij een voortvarende aanpak niet nodig. Verlenging met maximaal een jaar volstaat. Graag uw reactie. En voor wat de zoektocht naar een nieuw stadion betreft, zeggen wij tegen Helmond Sport: Opskieten! Ook al weten wij, dat je een broedende kip niet moet storen. Opskieten is nodig, maar minstens zo belangrijk is d'r in skieten, want de laatste plaats is Helmond en Helmond Sport onwaardig. Begrotingsvergadering 9 november 2006 16 De VOORZITTER: Mijnheer Tielemans, kunt u afronden? De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik zal mijn best doen. Voorzitter! Anders dan Helmond Sport heeft uw college aan keepersgeluk niet te klagen. Het regent momenteel financiële meevallers, zoveel zelfs dat u in de tweede Berap voorstelt om ¿ 3 miljoen af te zonderen en te parkeren voor het voorjaarsoverleg c.q. de voorjaarsnota. Aan pot- verteren hebben wij een hekel en deze meevallers nu al te beleggen met verplichtingen, vinden wij kort door de bocht. Daarom verbinden wij aan uw voorstel een voorwaarde die wij alvast bij motie (motie 8) aan de raad ter goedkeuring voorleggen, en wel de voorwaarde dat de raad, voorafgaande aan het voorjaarsoverleg, de financiële kaders stelt voor de besteding van deze meevallers. Met behulp van deze kaderstelling kunt u vervolgens in Antwerpen de koek verdelen over prioritaire pro- gramma's en projecten. Graag uw zienswijze. Tot slot nog de woningbouw en het Orgelhuis. Wij stellen vast dat in de voortgang van de woningbouw, ook de sociale woningbouw, veel meer muziek zit dan in het Orgelhuis. Wij kunnen dan ook de kritiek van de PvdA-fractie niet plaatsen dat er geen regie wordt gevoerd in het volkshuis- vestingsbeleid. Moet het college de nota Wonen dan aan zijn laars lappen? Of op de stoel van de corporaties gaan zitten? Mijnheer de voorzitter, de regie van de PvdA-fractie is de regie van Krom- menie en die helpt de woningzoekenden nie(t). De stagnatie in de realisatie van het Orgelhuis zit ons, en mij in het bijzonder (u zult het mij gunnen, voorzitter, om hier nog een opmerking over te maken), dwars. Enerzijds omdat ik mij conditioneel heb voorbereid op de openingsdans met mevrouw De Voogd, anderzijds omdat alles in kannen en kruiken is: de samenwerkingsovereenkomst met Bavaria is getekend, de gemeentelijke investeringsbijdrage is verzekerd, het geld voor het opknappen van de orgels, dankzij een royale gift van het Burgemeester van Elk-fonds, eveneens en de bouwvergunning is onherroepelijk. Wat staat een start van de realisatie dan nog in de weg? De ontstane impasse dient wat ons betreft als de wiedeweerga doorbroken worden. Welke initiatieven gaat u ondernemen? De fractie van Groenlinks zal mede namens ons een amendement indienen voor ophoging van het budget voor ontwikkelingssamenwerking. De VOORZITTER: U heeft ongeveer 2 minuten en 20 seconden te lang gedanst, mijnheer Tielemans. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Het is maar goed dat u het beleid van het vorige college op hoofdlijnen voortzet, voorzitter, anders had ik zelfs aan twaalf minuten niet genoeg gehad! Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Mag ik de heer Tielemans danken voor zijn inbreng over het Orgelhuis? Ik heb al eens gezegd dat ik mijn dansschoenen mee zou moeten nemen naar het bejaardenhuis. Ik zie het er nu toch echt van komen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voor mij geldt dat beslist niet, hoor. De VOORZITTER: Misschien kunt u het gesprek hierover samen, en op een ander moment, afronden. Ik stel u nu in de gelegenheid aanvullende vragen te stellen over het betoog van de heer Tielemans. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! De heer Tielemans stelt een egalisatiereserve WMO voor van ¿ 465.000,--. Hoe staat dit in verhouding tot de afspraak met de raad hierover - die niet is gemaakt met onze instemming, maar waarvoor wel een raadsmeerderheid was - dat wij geen extra geld stoppen in de WMO? De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Een dergelijke afspraak is inderdaad gemaakt, maar noch de klok noch de tijd staat stil. Ons bereiken steeds meer en steeds beter onderbouwde signalen dat, als wij de boel de boel laten, de kosten rond de invoering van de WMO uit de pas gaan lopen. Wij hebben al eerder opgemerkt voorstander te zijn van een egalisatiereserve WMO. Wij denken dat het goed is een dergelijke reserve aan te leggen, zeker gelet op het signaal dat is af- gegeven in de tweede bestuursrapportage, waar het college zelf melding maakt van een aantal zaken waarin nog niet voorzien is en waarmee geen rekening gehouden is, noch in de begroting 2006, noch in de begroting 2007. Dan vind ik het verstandig beleid om daarop te anticiperen, in plaats van met de armen over elkaar te blijven zitten wachten totdat wij geconfronteerd worden met tegenvallers, waar- voor wij dan in paniek dekking moeten zoeken. Begrotingsvergadering 9 november 2006 17 De heer DE VRIES (SP): Dan dansen wij op dat vlak graag met de heer Tielemans mee. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Bij dezen is de heer De Vries daarvoor uitgenodigd. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De heer Tielemans stelt dat het nodig was dat de broek- riem in de vorige periode werd aangehaald. Hoe ziet de heer Tielemans dit in relatie het feit dat er tot vier maal toe een behoorlijk miljoenenoverschot op de jaarrekening bleek te zijn? De heer TIELEMANS (SDH-OH): Daar zie ik geen enkele relatie tussen. Over dit punt hebben wij wel vaker gesproken. De PvdA-fractie maakte wel eens vaker de fout - de vorige PvdA-fractie deed dat ook, en in die zin is de heer Davies consequent - een verband te leggen tussen enerzijds de bezuinigingsopgave van ¿ 10 miljoen die wij in de vorige bestuursperiode gerealiseerd hebben en anderzijds het feit dat wij jaar op jaar geld overhouden, bijvoorbeeld omdat wij de investeringen die in het investeringsprogramma gepland worden, om uiteenlopende redenen niet voor 100% procent halen. Het verband dat de heer Davies nu legt, zie ik dus absoluut niet. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Uit de bijdrage van de heer Tielemans begrijp ik dat hij de turnhal Suytkade wil schrappen en dat hij het daarvoor gereserveerde bedrag gebruikt voor de dekking van zijn amendementen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ja, behalve voor de egalisatiereserve WMO. Daar heb ik een andere dekking voor aangegeven. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Tielemans zijn twee amendementen en een motie ingediend: "Amendement 2. AMENDEMENT De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 9 november 2006 Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2007 BESLUIT: 1. Een egalisatiereserve WMO op te zetten 2. Het onbenutte saldo van de reserve precariorechten, zijnde ¿ 465.000,--, over te hevelen naar deze egalisatiereserve." Dit amendement is ondertekend door de heren Tielemans, Van de Ven, Kuypers en Bekkers. "Amendement 3. AMENDEMENT De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 9 november 2006 Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2007 BESLUIT: 1. De voor 2007 geplande turnhal op Suytkade te schrappen 2. De hierdoor vrijvallende middelen van ¿ 1,3 miljoen incidenteel als volgt te herverdelen A. ¿ 600.000,-- beschikbaar te stellen voor de activering van langdurig werklozen (fase 4 werklozen: werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt met een meer- voudige problematiek) (incidenteel voor 2007) B. ¿ 400.000,-- beschikbaar te stellen voor een 2de Versnellingsprogramma Werkgelegenheid (incidenteel voor 2007) C. ¿ 200.000,-- beschikbaar te stellen voor een te vormen reserve maatschappelijke in- tegratie (incidenteel voor 2007 Um 2010; jaarlijks gemiddeld ¿ 50.000,--) D. ¿ 100.000,-- beschikbaar te stellen voor initiatieven gericht op bevordering van jongerencultuur (incidenteel voor 2007 en 2008; gemiddeld ¿ 50.000 per jaar)." Dit amendement is ondertekend door de heren Tielemans, Van de Ven, Kuypers en Bekkers. "Motie 8. De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 9 november 2006 Begrotingsvergadering 9 november 2006 18 Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2007 en kennis genomen hebbend van de in- houd van de 2de Berap Kennis genomen hebbend van het voorstel van het kollege om de daarin gerapporteerde mee- vallers ten bedrage van ¿ 3 miljoen te parkeren voor het Voorjaarsoverleg c.q. de Voorjaarsnota 2007 BESLUIT Dat voorafgaande aan dit overleg en ter voorbereiding van deze nota de gemeenteraad de financiële kaders stelt voor de aanwezige budgetruimte". Deze motie is ondertekend door de heren Tielemans, Van de Ven, Kuypers en Bekkers. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter, leden van het college, leden van de raad en aanwezigen op de tribune! "Sociaal en betrokken" was de titel van het collegeprogramma, alweer een half jaar gele- den. Klinkt goed, hoor ik u denken, en het schept zeker verwachtingen. Verwachtingen die wij hoopten terug te zien in de begroting van 2007. Verwachtingen dat het nu anders zou gaan dan met het vorige college, dat er andere keuzes gemaakt zouden worden. In dat laatste zijn wij toch wel wat teleurgesteld. Over het algemeen kan toch wel worden gezegd dat er niet veel veranderd is, dat het grotendeels een voortzetting is van het oude beleid. Iets wat het college zelf overigens niet ontkent. En dat zet ons helaas voor het feit dat er in onze ogen aan een aantal dingen te weinig gedaan wordt en dat er soms verkeerde keuzes worden gemaakt. Bij lezing van de antwoorden van het college op onze vragen en de vragen van de andere frac- ties in de eerste termijn blijven er toch wat vraagtekens en onduidelijkheden overeind. Ik wil hier met u wat dieper op ingaan, te beginnen met: De sociale woningbouw. In antwoord op onze vraag of de productie van sociale woningbouw lager is dan zoals deze is aangegeven in de geactualiseerde nota Wonen, antwoordt het college met een stellig "nee". Voor ons is sociale woningbouw een belangrijk punt op de politieke agenda. In onze ogen blijft overeind staan dat er een neerwaartse gang is waar te nemen als het gaat om sociale huurwoningen. Is dit een trend? In onze ogen wel. Maar wij begrijpen het antwoord van het college op deze vraag niet. Wij zou- den de verkeerde cijfers met elkaar vergelijken en men noemt dan getallen die wij nergens kunnen terugvinden. Waar komen deze cijfers vandaan? Dat is voor ons onduidelijk. Graag een reactie hierop van het college. Tevens wordt in de beantwoording van de vragen ingegaan op de notitie "Kernvoorraad sociale huurwoningen". Met de notitie zegt het college helderheid te hebben gegeven in de aanwezige kern- voorraad, in samenspraak met de corporaties. Wij bestrijden dit. Het zou kloppen als het college en de corporaties het eens waren over de te hanteren inkomensgrens als het gaat om de vraag wat een sociale huurwoning is en wat niet. Het feit dat de gemeente en de corporaties hier verschillend over denken maar vervolgens wél tot dezelfde conclusie komen, schept wat ons betreft juist meer onduide- lijkheid dan duidelijkheid. Verder wordt door het college onderschreven dat het goed is jaarlijks de gemaakte prestatie- afspraken met de woningcorporaties vast te leggen en te evalueren. Een prima idee, maar dit mag niet alles. zijn. Want hoe wil het college hier in de toekomst mee voorkomen dat er minder sociale huurwoningen worden gerealiseerd dan was afgesproken met de corporaties? Graag een reactie. Het SRE. Het SRE is een lastig punt op de politieke agenda. Partijen kijken verschillend aan tegen het functioneren van het SRE en verschillende opties om het besluitvormingsproces democratischer te maken hebben de revue gepasseerd. In onze ogen is het echter onmogelijk om het SRE in de huidige context democratischer te maken. De enige manier waarop dit volgens ons kan, is middels verkie- zingen. Alle alternatieven die nu bedacht worden, blijven toch een poging om een vierkante cirkel te tekenen. Het openbaar vervoer. Het onderwerp openbaar vervoer is op dit moment een hot item van zowel deze raad als de provincie Noord-Brabant. Het college geeft een zeer uitgebreid antwoord, maar bij lezing bekruipt ons het gevoel dat het college onze positieve insteek voor wat gratis openbaar vervoer betreft, niet deelt. Sterker nog: volgens ons wordt gezocht naar argumenten om het juist niét te doen. Zo stelt het college dat het vastlopen van het verkeer (het college noemt dat congestie) niet opgelost wordt door gratis openbaar vervoer, omdat met name mensen hier gebruik van gaan maken die er toch al gebruik van maakten. Dat zal, zeker in het begin, waar zijn. Maar men slaat dan gemakshalve een aantal zaken over. Begrotingsvergadering 9 november 2006 19 Gebleken is in België dat er van gratis openbaar vervoer voor doelgroepen een aanzuigende werking zal zijn op mensen die niet vallen onder een van de doelgroepen voor gratis openbaar ver- voer. Zij zullen immers vaker meegaan met mensen die wél onder een van de doelgroepen van gratis openbaar vervoer vallen. Dit betekent méér betalende klanten in de bus. Het bewijs hiervoor is in België geleverd: in tegenstelling tot wat busbedrijven hadden verwacht, namelijk dalende inkomsten, zagen zij deze zelfs licht stijgen. Daar komt bij dat gratis openbaar vervoer meer is dan alleen het terugdringen van het vastlopen van verkeer. Het heeft met name ook een belangrijk sociaal effect voor de doelgroep: men kan weer eens ergens komen. Laat dit nu net ook een van de doelstellingen van de WMO zijn: participeren in de maatschappij. En hiervoor is de gemeente verantwoordelijk. Verder stelt het college dat er oneerlijk gebruik van het gratis openbaar vervoer gemaakt gaat worden. Ook dit is een pessimistische, onwillige insteek, want ook hiervan is het tegendeel bewezen in België. "Het college is van mening dat er vooral een goed functionerend, hoogwaardig en aantrekkelijk ov-systeem (...) kansen biedt." Hier zijn wij het helemaal mee eens, maar wij constateren tegelijk dat er op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel is! Al met al is de bereidheid van het college om in openbaar vervoer te investeren erg mager, vanuit een vrees dat het allemaal niet helpt om het vast- lopen van verkeer te bestrijden. Daarentegen is er wel bereidheid flink te investeren in dure nieuwe wegen, waarvan het effect in onze ogen minstens even twijfelachtig is. Iedere nieuwe weg heeft namelijk een nieuwe file opgeroepen. Wij zouden graag zien dat het college nu echt eens anders durft te kiezen en niet doorgaat op de doodlopende weg van asfalteren. Onze vraag is dan ook aan het college of het bereid is niet alleen mee te denken en mee te werken aan initiatieven vanuit het SRE, maar hier ook een voortrekkersrol in wil nemen door dit onderwerp duidelijk op de agenda van het SRE te plaatsen. Zeker nu, in het licht van de wensen en plannen van onder andere provinciale staten en de gemeente Eindhoven. Wat weerhoudt het college zich aan te sluiten bij de proef die Eindhoven in 2007/2008 wil gaan houden? Graag hierop een reactie van het college. Na het verhaal van de PvdA-fractie van vanmiddag, kan ik zeggen dat wij sympathiek staan tegenover de twee moties die zij met betrekking tot het openbaar vervoer heeft ingediend. De WMO. Wij willen het college feliciteren met het feit dat zij de laagste prijsafspraak van heel Nederland in de wacht heeft weten te slepen! Wij twijfelen echter nog steeds over de kwalitatieve haalbaarheid en houdbaarheid van deze afspraak. Hierin staan wij niet alleen. Het college geeft aan dat Savant en de Zorg boog zelf verantwoordelijk zijn voor hun deelname aan de aanbesteding en de acceptatie van de opdracht, maar helaas zien wij in de media bevestigd dat de prijsafspraak inderdaad geen haalbare kaart is. De zorg instelling moet er geld bij leggen en dat kan in onze ogen alleen maar ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg en van de arbeidsvoorwaarden en rechtszekerheid van de werknemers. De kwaliteit komt volgens ons nog verder onder druk te staan, als wij kijken naar mogelijke financiële knelpunten. En financiële knelpunten gaan er komen. Als wij kijken naar het onderzoek dat het SRE heeft laten uitvoeren, komt de regio in 2008 voor een tekort te staan van bijna ¿ 18 miljoen. Verschillende gemeenten en regio's trekken aan de bel bij de landelijke overheid, maar het is niet ondenkbaar dat deze noodkreet geen gehoor krijgt. Heeft het college enig idee hoe dan om te gaan met dit toekomstige tekort? Zeker omdat in Helmond afgesproken is dat de gemeente er geen extra geld bij gaat leggen. Dan kan het niet anders dan dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Hier kan in onze ogen nooit sprake van zijn, want hierdoor worden mensen beperkt in hun mogelijkheden, wat nu juist in strijd is met het doel van de WMO. Graag een reactie. Dan ons laatste punt betreft de kwaliteit van de huishoudelijke verzorging. Het college wil de mogelijkheid van vrijwilligers in de huishoudelijke verzorging openhouden, bijvoorbeeld in de vorm van een stage plek of als opstapplek naar vast werk. In onze ogen is dit verdringing van betaald werk, van reguliere arbeid. Het stoot het brood uit de mond van Savant en van de Zorg boog. Ook hierop graag nog een reactie. Voorzitter, nog drie andere punten. Het schoolzwemmen. Het schoolzwemmen is afgeschaft, maar er is een vangnetregeling in de maak. Volgens de begroting verschijnt de notitie hierover volgend jaar in het tweede kwartaal. Maar is dat niet te Iaat? Wat is de praktijk op dit moment? Moeten wij vrezen dat nu al kinderen tussen wal en schip vallen? Het armoedebeleid. Het college heeft zich tot doel gesteld om de voedsel bank overbodig te maken. Er is een armoedecongres in voorbereiding. Wij vinden dat een goede zaak, maar wat opvalt is, dat de wet- Begrotingsvergadering 9 november 2006 20 houder er meteen bij zegt dat het niet de bedoeling is om de geldbuidel verder open te trekken. En dat kunnen wij dan weer niet goed met het genoemde doel rijmen. Natuurlijk is het het beste dat mensen met werk hun eigen boterham kunnen verdienen. Daar is iedereen het over eens. Het reïntegratiebeleid is er dan ook op gericht om mensen weer aan de slag te krijgen. Het gaat nu juist om situaties dat niet is voorzien in betaald werk. Dat is ook geen een- voudige klus in Helmond met zo'n grote werkloosheid. Wat dan? Is het dan niet op zijn plaats om voor deze mensen het minimabeleid te verbeteren? Dus ook in financiële zin? Want hoe anders wil je de voedselbank overbodig maken? Graag een reactie. Moet Helmond persé groeien? Tot slot de vraag of Helmond persé moet groeien. Nee, zegt het college. Het college stelt hierna dat de kwaliteitsverbetering die de groei mogelijk heeft gemaakt het uitgangspunt blijft en ziet het als "uitdaging" om samen met onze buurgemeenten de stedelijke en regionale problematiek op te lossen. Een prima uitgangspunt wat ons betreft, maar het roept tegelijkertijd een vraag op. Waarom is het dan persé noodzakelijk Diesdonk en Lungendonk bij Helmonds grondgebied te trekken? Als wij de problemen regionaal bekijken, dan zou toch ook Someren woningen op Lungendonk kunnen bouwen, om te voorzien in de woon behoefte van de regio en kan Diesdonk toch gewoon bij Asten blijven horen? Wij willen graag van het college horen waarom dit grondgebied persé Helmonds grondgebied moet worden. Overigens staat deze vraag wat ons betreft helemaal los van de vraag óf deze gebieden wel verder ontwikkeld dienen te worden. Want dat is een heel ander verhaal. Tot zover, voorzitter. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer DAMEN (WD): Voorzitter! De heer De Vries wijst erop dat in het aanbestedingsbestek van de WMO onvoldoende gelet is op de kwaliteit. Heeft hij daar aanwijzingen voor? De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Door de landelijke thuiszorgorganisatie is een berekening gemaakt van de prijs die gevraagd moet worden voor de gewenste kwaliteit. Helmond zit ruim onder die prijs. Dat is voor ons een indicatie. Het geld moet ergens vandaag komen, uit de hoogte of uit de breedte. In dit geval komt het uit de breedte, de kwaliteit. De heer DAMEN (WD): Dat bedoel ik niet. Ik wil weten welke aanwijzingen hij heeft dat in het aanbestedingsbestek van de gemeente met betrekking tot de WMO onvoldoende gelet is op de kwaliteit. Mijn vraag is dus niet, mijnheer De Vries, of de prijs wel of niet klopt met een berekening van een andere organisatie of volgens u niet klopt; het gaat mij om aanwijzingen betreffende het niveau van de kwaliteit die te vinden zijn in het aanbestedingsbestek. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! In de prijsafspraken die met de Helmondse instellingen gemaakt zijn, zijn de kwaliteitseisen van de gemeente helder. Maar tegelijkertijd houden wij de vraag of deze afspraken wel reëel zijn, gelet op de aangegeven prijs. De instellingen zelf trekken namelijk nu al aan de bel, omdat zij denken er geld bij te moeten gaan leggen. De heer DAMEN (WD): Ik begrijp dat de heer De Vries geen antwoord heeft op mijn vraag. Dat had ik al verwacht. Ik constateer dat de heer De Vries om de vraag heen draait. Misschien kan de wethouder dit punt beter uitleggen. De heer DE VRIES (SP): Ook wij wachten graag het antwoord van de wethouder af. Waar het mij om gaat, is dat de instellingen er geld bij zullen moeten stoppen. Anders kan het maar op één manier, namelijk door in te leveren op kwaliteit. De heer DAMS (WD): Voorzitter, collegeleden, leden van de raad en overige aanwezigen! Waar wij in het verleden meermaals onze tevredenheid over de wijze van beantwoording van de vragen in eerste instantie konden ventileren, dienen wij dit jaar, blijkbaar in tegenstelling tot de CDA- fractie, te constateren dat diverse vragen onbeantwoord dan wel onprofessioneel of onvolledig beantwoord zijn gebleven. Niettemin hadden wij toch, zoals verzocht, de vragen expliciet gemarkeerd. Wij achten deze wijze van acteren niet in overeenstemming met de informatieplicht die het college ten opzichte van de raad heeft en kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat dit jaar, door welke oorzaak dan ook, de beantwoording van de vragen niet die aandacht heeft gekregen die verwacht mag worden. De indruk wordt zelfs gewekt dat de vragen niet au serieux zijn genomen. Wij verzoeken Begrotingsvergadering 9 november 2006 21 het college dan ook met klem nog voor het einde van het jaar de onbeantwoorde en vaag beantwoorde vragen alsnog op adequate wijze te beantwoorden. Tevens constateren wij met u dat de toetsingsmogelijkheden van de realisatie van de begroting vaak maar matig of zelfs onvoldoende aanwezig zijn, vanwege het bij diverse programmaonderdelen ontbreken van adequate criteria, waardoor een goede beoordeling van de voortgang van de begro- tingsrealisatie bij bestuursrapportages en jaarrekening belemmerd wordt. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de doelstellingen bij de begroting 2006 concreter vormgegeven waren dan het geval is in de huidige begroting. In het eerste corrigendum geeft u verder aan dat de uitwerking van de meetbare en betrouwbare indicatoren begin 2007 afgerond zal zijn, opdat de raad deze informatie bij de besluitvorming rond de voorjaarsnota kan betrekken Wij gaan er dan ook zonder meer van uit dat bij de begroting 2008 de meetbare subdoelstellingen per programma vollediq zullen zijn uitgewerkt. Met betrekking tot programma 4, Jeugd en onderwijs, hebben wij met enige verbazing kennis genomen van het antwoord van het college betreffende het peuterspeelzaalwerk. Wij hadden hier toch een duidelijker antwoord verwacht dan louter te verwijzen naar de vergadering van de commissie samenleving d.d. 21 augustus jl., waarin het merendeel der commissieleden, met uitzondering van met name de leden van de CDA- en WO-fractie, het bestaan van een met raadsbekrachtiging ingezette koers ontkende, onder het motto dat de raad dat blijkbaar nooit besloten had. Wij wijten dit aan het feit dat een groot aantal nieuwe commissieleden zitting heeft in deze commissie. Leden die blijkbaar gespeend zijn van enige dossierkennis op dit terrein. Daarom nog even een klein chronologisch overzicht. Op 26 september 2002 is een stuurgroep opdracht gegeven onderzoek te verrichten naar het professionaliseren van het peuterspeelzaalwerk met aanhaking bij het basisonderwijs. In de commissievergadering van 13 oktober 2003 is men tot de conclusie gekomen dat de stuurgroep er niet uitkwam. Daarop heeft de politiek besloten dat het peuterspeelzaalwerk geprofessionaliseerd diende te worden met aanhaking bij het basisonderwijs. Bij de behandeling van de voorjaarsnota 2004 is letterlijk in de tekst opgenomen: "Conform de landelijke ontwikkelingen wordt tevens voorgesteld om voor de peuterspeelzalen aansluiting te zoeken bij schoolbesturen." De meerderheid van de raad heeft hiermee destijds ingestemd. Op 12 juli 2004 is de nota Peuterspeelzaalwerk behandeld, met opnieuw instemming van de commissie samenleving met het bovengenoemde uitgangspunt. Nadien is dit onderwerp weer teruggekomen bij de behandeling van de voorjaarsnota en begroting 2005. Vervolgens is het onderwerp 12 september 2005 weer aan de orde geweest in de commissie samenleving in het kader van de begroting 2006 en tevens in november 2005 bij de begrotings- behandelingen 2006. Wij zijn als WO-fractie van mening dat het college klip en klaar had moeten stellen dat het peuterspeelzaalwerk geprofessionaliseerd dient te worden met aanhaking bij het basisonderwijs. Punt uit. Bovendien geeft het college dan uitdrukking aan consistentheid van beleid. Daar waar het college dit uitgangspunt niet helder voor het voetlicht brengt, zullen wij middels een motie (motie 11) de raad vragen om confirmatie van haar eerdere besluiten. Het college in Helmond heeft op 4 april 2006 de intentie uitgesproken financieel te participeren in de stichting Brainport voor de periode 2007-2010. Hiertoe is een nota opgesteld op basis waarvan de raad in Helmond een besluit kan nemen bij deze begrotingsbehandeling. Zuidoost-Nederland staat nationaal en internationaal bekend als toonaangevend op het gebied van kennis en innovatie. Op gebied van Research & Development staat deze regio in Nederland onbetwist op nummer één: 45% van de private R&D vindt plaats in Zuidoost-Nederland. Ook in Europees perspectief gezien scoort de regio hoog, op factoren als competitiviteit, productiviteit, aantallen patenten, werkgelegenheid, R&D- uitgaven, innovatiepotentieel en opleidingsniveau van de bevolking. Dit heeft bijgedragen aan de "Brainport-erkenning". Met de Brainportstrategie wordt ingespeeld op deze erkenning. Helmond heeft in de Stads(re)visie, evenals in recent vastgestelde kadernota's, haar visie op de ontwikkeling van de stad bepaald. Deze sluit naadloos aan op de ambities verwoord in het rapport Brainport Navigator. Beide strategieën zijn gericht op een duurzame economische en maatschap- pelijke ontwikkeling. De in de Brainport Navigator gekozen strategie kan voor Helmond worden beschouwd als een uitwerking van het sociaal-economische beleid. Dit beleid is in 2005 is vastgelegd in de nota "Sociaal Economisch Beleidsplan Helmond 2005-2010". De overgang van Horizon naar Brainport juichen wij, met de verbreding van het programma, dan ook zeer toe. Met het toevoegen van de "people"-lijn in de Brainport Navigator, is benadrukt dat een overgangseconomie vraagt om een goed uitgerust sociaal arrangement: investeren in mensen. De WO-fractie ziet veel kansen en mogelijkheden binnen de Brainportregio. Wij zijn er van overtuigd dat Brainport de economische ontwikkeling van de gehele regio een impuls geeft en werk- Begrotingsvergadering 9 november 2006 22 gelegenheid genereert zowel voor de hoger- als de lageropgeleiden, dit laatste vooral via het multi- pliereffect. In het kader van het Brainportprogramma heeft Helmond als tweede centrumstad toch een bij- zondere status, waarbij de onderdelen automotive, food en design zijn ingebracht als speerpunten van de Helmondse agenda. Wij achten het van groot belang dat de Helmondse Brainportagenda integraal onderdeel wordt van de meerjarenplanning van Brainport. Naast een halfjaarlijkse tussentijdse rap- portage willen wij dat het belang van Helmond in het meerjarenprogramma bewaakt wordt. Daarnaast is een van de peilers van Brainport de grootste kritische succesfactor: de bereikbaarheid van de regio en met name Helmond. Daarom is economische groei voor Helmond onlosmakelijk verbonden met prioriteit nummer één in de regio: mobiliteit. In onze schriftelijke bijdrage hebben wij aandacht gevraagd voor de verkeerscongestie die wederom zal ontstaan wanneer de Henri Dunanttunnel in 2007 weer onderhanden wordt genomen. Onzerzijds daarbij de opmerking dat, indien het verminderen van de verkeersoverlast noodt tot een duurdere uitgave, dit voor de WD- fractie bespreekbaar is. De kosten van het fileleed voor het lokale bedrijfsleven en middenstand zijn immers enorm groot. Het publiek belang is dus gediend bij een vermindering van de overlast. In deze dienen wij een motie in. (Motie 10.) Als wij de verkeersproblematiek in breder verband beschouwen, dan moeten wij constateren dat, ondanks projecten als Brainport, de intensiveringimpuls met betrekking tot de werkgelegenheid, het continu trachten om bedrijven zich te laten vestigen in Helmond etc. etc., de bereikbaarheid van Helmond een steeds grotere bottleneck vormt voor het vestigingsklimaat. Wat aan de ene kant gewonnen wordt, mag niet door bereikbaarheidsproblemen teniet worden gedaan. Het is voor de WD-fractie zonder twijfel: Helmond kan niet zonder de grote ruit. Daarnaast heeft deze grote ruit, als niet te verwaarlozen neveneffect, tevens tot gevolg dat ook de luchtkwaliteit in Helmond zal verbeteren. Het college, maar ook deze raad, kan er niet omheen dit knelpunt continu onder de aandacht van provincie en rijk te brengen. Alleen kan Helmond binnen het SRE niet voldoende vuist maken om con amore dit project van de grond te tillen. Het lobbyen voor de grote ruit moet dan ook versterkt opgepakt worden en wellicht kunnen de beoogde Helmondse Tweede-Kamerleden dit tot hun per- soonlijke speerpunt maken. In de Berap staat vermeld dat een bedrag van ¿ 3 miljoen gereserveerd zal worden in de jaar- rekening 2006 en dat in het kader van de voorjaarsnota een nadere invulling gegeven zal worden aan de besteding van deze incidentele middelen. De WD-fractie is, evenals de SDH-OH-fractie, echter de mening toegedaan dat dit een uitgelezen duaal moment is. Het zou immers zeer duaal zijn als de raad aan het college kaders zou meegeven voor de invulling van dit bedrag. Dit betekent dan ook dat wij dit onderwerp graag op korte termijn in een nieuw te benoemen commissie zien terugkomen. Hiertoe dienen wij een motie in. (Motie 9.) Ik voeg hier aan toe - ik hoor iets dergelijks zeggen achter de col- Iegetafel - dat dit niet de commissie-Dams of een commissie-Dams 2 zal zijn. Tot slot, voorzitter. Wij zien dat de Kashba in de Heistraat van wethouder Hans Witteveen - het voorstel dat hem destijds mede deed struikelen - nu door de D66-fractie weer van stal wordt gehaald en onder de naam "Tropical market" verplaatst wordt naar de Molenstraat/Zuid-Koninginnewal. Gezien de samenstelling van de Helmondse bevolking, lijkt een "Oriental market" meer economische levensvatbaarheid te hebben; dus keren wij uiteindelijk weer terug naar het Kashba-idee. L'histoire se répete. Er is blijkbaar weinig nieuws onder de zon. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Dams zijn drie moties ingediend. "Motie 9. MOTIE Naar aanleiding van agendapunt 4 lid a De raad van de gemeente Helmond in vergadering bijeen d.d. 9 november 2006 Onderwerp: Vooruitlopend op de jaarrekening 2006 ¿ 3.000.000,-- van de post onvoorzien incidenteel te storten in een bestemmingsreserve. De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat in de 2e Berap 2006 voorgesteld wordt een bedrag van ¿ 3 miljoen ten laste van de post onvoorzien incidenteel te storten in een bestemmingsreserve en deze te betrekken bij de afwegingen in het kader van de Voorjaarsnota 2007; Begrotingsvergadering 9 november 2006 23 Spreekt uit via een uit zijn midden te benoemen commissie de kaders aan te zullen geven, waarbinnen het College bij de Voorjaarsnota 2007 nadere voorstellen kan doen om deze middelen in concreto te besteden. En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heren Dams, Davies en Stienen. "Motie 10. MOTIE Naar aanleiding van agendapunt 4 lid a De raad van de gemeente Helmond in vergadering bijeen d.d.: 9 november 2006 Onderwerp: Henri Dunant Tunnel De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat, . in 2007 wederom ingrijpende werkzaamheden aan de Henri Dunant Tunnel uitgevoerd moeten; . daardoor zowel het lokale als doorgaande verkeer naar verwachting ernstige vertraging zal oplopen; Verzoekt het College bij de uitvoering van deze onderhoudswerkzaamheden niet primair de kosten leidend te laten zijn, maar de werkzaamheden zodanig te laten uitvoeren dat de ver- keersdoorstroming zo min mogelijk belemmerd wordt/zo optimaal mogelijk doorgang zal kunnen vinden. En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heren Dams, Davies en Stienen. "Motie 11. MOTIE Naar aanleiding van agendapunt 4 lid a De raad van de gemeente Helmond in vergadering bijeen d.d.: 9 november 2006 Onderwerp: Programmabegroting 2007, programma 4 Jeugd en Onderwijs: professionalisering peuterspeel- zalen met aanhaking bij het basisonderwijs. De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat, . bij de beantwoording van de vragen in eerste instantie geen helder standpunt van het col- lege in deze is gegeven; . er reeds ¿ 800.000,-- ter beschikking is gesteld om professionalisering van peuterspeelzalen met aanhaking bij het basisonderwijs te realiseren; . dit traject reeds in 2002 is ingezet en meermaals door de meerderheid van de Raad is ondersteund Spreekt uit een duidelijk standpunt in deze in te nemen door het eerder vastgelegde beleid te herbevestigen En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heer Damen. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Mag ik uit de bemoedigende woorden van de heer Dams opmaken dat zijn fractie het toentertijd geopperde idee van een kashba, oriental market of tropical market nog steeds onderschrijft? De heer DAMS (WO): Voorzitter! Als een dergelijke markt levensvatbaar is - dat zal uit onder- zoek moeten blijken - zijn wij daar niet op tegen. Begrotingsvergadering 9 november 2006 24 De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! De heer Dams begint zijn bijdrage vrij stevig met forse kritiek op de beantwoording door het college. Ik acht zijn kennis hoog, zeker op financieel terrein, evenals de ervaring dit hij in deze raad meebrengt. De CDA-fractie heeft zich in eerste instantie beperkt tot een gering aantal vragen op basis van de begroting. Als de heer Dams zegt dat vele vragen onbeantwoord zijn gebleven, doelt hij dan op vragen die specifiek afkomstig zijn van de WD- fractie of doelt hij op vragen van de hele raad? De heer DAMS (WD): Mijn constatering is met name geconcentreerd op vragen van de WD- fractie. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! Dan Iaat ik aan het college over of de beantwoording inderdaad adequaat is geweest. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Het is bekend dat de WD zich altijd inzet voor mobiliteit en bereikbaarheid. Wat ons betreft is dat een prima zaak. De heer Dams dient nu een motie in met betrekking tot de Henri Dunanttunnel en de verkeersdoorstroming tijdens werkzaamheden aan deze tunnel. Gegeven het feit dat de WD een van de collegevormende partijen is, rijst bij mij de vraag hoe het college heeft kunnen instemmen met werkzaamheden aan de Kanaaldijk, waardoor deze al bijna vier maanden niet bereikbaar is. Dat heeft geleid tot grote problemen. De heer DAMS (WD): De werkzaamheden aan de Kanaaldijk leiden inderdaad tot een bereikbaarheidsprobleem. Wij zijn van mening dat je lering moet trekken uit de ervaringen die je opdoet. De aanpak van de Henri Dunanttunnel staat voor volgend jaar op de agenda en is daarmee het eerste punt waarbij wij uit onze ervaring kunnen putten. De heer SMITS (HB): Dat vind ik een heel goed antwoord, want er moet heel veel lering getrokken uit de situatie dat de Kanaaldijk vier tot vijf maanden vanaf de Julianabrug tot en met sluis 8 helemaal aan het verkeer is onttrokken. Dat is een heel slechte zaak. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik wil nog even aansluiten op de eerste vraag die aan de heer Dams gesteld is. Het is zeker ernstig te noemen dat de heer Dams of wie dan ook in deze raad vaststelt dat er sprake is van een tekortschietende beantwoording van de kant van het college. Hij wil dat de vragen die nog openstaan, voor januari volgend jaar worden beantwoord. Maar is dat niet wat erg Iaat? Is hij niet ontzettend gehandicapt als hij vandaag geen klip en klaar antwoord krijgt op al zijn vragen? Is hij of zijn fractie dan wel in de gelegenheid om de begroting goed dan wel af te keuren? De heer DAMS (WD): Voorzitter! Zoals de heer Tielemans weet, is de werkwijze van de WD- fractie geënt op grote lijnen. Ten aanzien van de grote lijnen kunnen wij zonder antwoord op onze vragen die wat meer op de details ingaan, redelijk uit de voeten. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Fijn om te horen! De VOORZITTER: Ik vind het geruststellend te kunnen constateren dat de oppositie zo mee- denkt met de coalitie, of in elk geval zo meeleeft! De heer TIELEMANS (SDH-OH): En nu ook omgekeerd, he, voorzitter? De VOORZITTER: Nee, ik bedoel dat dit de eenheid van de raad nog eens onderstreept. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat zullen wij wel zien aan het eind van de vergadering. De VOORZITTER: Ik wacht daar met spanning op. De heer SMITS (HB): Voorzitter, leden van de raad, collegeleden en overige aanwezigen! Hierbij de mondelinge bijdrage van de fractie van Helmondse Belangen, die ik hopelijk kan afronden in de acht minuten spreektijd die onze fractie heeft gekregen. In onze schriftelijke bijdrage in eerste termijn hebben wij diverse vragen voorgelegd. Veel van onze vragen, mijnheer Dams, werden van een antwoord voorzien. Sommige antwoorden waren in- Begrotingsvergadering 9 november 2006 25 stemmend, sommige afwijzend. Op sommige antwoorden zal nog een vervolg worden gegeven. Maar, voorzitter, toch bleef één vraag onbeantwoord. Als fractie signaleerden wij een significant verschil tussen de omvang van de programma- begroting 2006 en 2007. Het huishoudboekje van onze gemeente werd in 2006 nog begroot op circa ¿ 280 miljoen, terwijl wij daarvoor het komende jaar ¿ 350 miljoen nodig hebben. Een verschil van ¿ 70 miljoen in twee opeenvolgende begrotingsjaren. Nu begrijpen wij natuurlijk dat er zaken spelen als een areaaluitbreiding, de inflatiecorrectie en wat dies meer zijn, maar toch blijft voor ons de vraag waarom voor het komende begrotingsjaar ¿ 70 miljoen meer nodig is dan dit jaar nodig was. Wij hebben wel een idee, maar wij hopen vandaag een antwoord van het college te krijgen. In diverse schriftelijke bijdragen, maar ook weer vandaag, werden vooral door de oppositie- partijen aan het adres van de nieuwe coalitiegenoot de PvdA verwijten gemaakt dat de verkiezings- beloften van de PvdA Helmond maar magertjes zijn vertaald c.q. niet zijn terug te vinden in de pro- grammabegroting. Natuurlijk hebben wij de verklaringen van de PvdA-fractie al gehoord, waarmee deze fractie probeerde aan te geven dat er zeker wat koerscorrecties zijn gedaan. Er zijn inderdaad in de begroting wat zichtbare initiatieven om meer te investeren in mensen dan in stenen. Daartoe pre- senteerde onze fractie in de vorige raadsperiode al een alternatieve begroting. Een alternatieve begroting met de titel: "De burger (meer) centraler, effe iets anders". Hierin gaven wij onze visie en deden wij voorstellen om te schuiven met budgetten. Wij zien in de huidige programmabegroting diverse elementen daarvan terugkomen. Chapeau! Maar wat ons betreft blijft het magertjes en zou het zeker nog beter kunnen. Het recente initiatief om een armoedecongres te organiseren is natuurlijk lovenswaardig; een armoedecongres waarbij nog eens alle armoedeproblematieken onder, boven, langs en naast elkaar worden gezet. Of hierdoor echt nieuwe zaken naar boven gehaald zullen worden, voorzitter, daaraan twijfelen wij. Ik heb dat vanmiddag hier al een paar keer horen zeggen. Juist het vervolg zal zeker belangrijker worden. Natuurlijk is het stellen van werk boven bijvoorbeeld een bijstandsinkomen is een nobel streven. Maar voor menigeen zal een passende baan een utopie blijven. Mogelijk komt na het congres een ander inzicht in de rol van de gemeentelijke overheid, de verzorgingsstaat, en komt de vraag aan de orde of dat wel zo zal blijven. Een vraag die menigeen in deze verkiezingstijd ook bezighoudt. De wethouder sociale zaken heeft al een voorzet gegeven. (De heer Tielemans refereerde daar ook al aan.) Hij liet zich de stelling ontvallen dat eigenlijk de overheidssteun zou moet stoppen of de verzorgingsplicht van de overheid zou moeten overgaan, waar het individu zelf verantwoordelijk kan worden gesteld voor zijn of haar situatie. Eigen verantwoordelijkheid en behulpzaamheid van de burger binnen de nieuwe WMO is een bekend item. Maar mensen zijn verschillend. Gelukkig maar, zullen wij zeggen. Maar armoede ontstaat doordat mensen om diverse redenen in de problemen komen en hulp van buitenaf absoluut nodig hebben. De overheid kan en mag daarin niet terugtreden. Preventie blijft in onze visie een van de belangrijkste doelen waar wij naar moeten streven. Werk is en blijft essentieel, maar is niet altijd de oplossing. Wij wachten daarom graag de resultaten van het armoedecongres af. De coalitie heeft na de gemeenteraadsverkiezingen een andere samenstelling gekregen. Daar vertel ik helemaal niets nieuws mee. Er zijn andere spelers op het politieke speelveld gekomen. Zo kreeg het college twee nieuwe wethouders en met enige zekerheid zal binnenkort de derde volgen. Of elke verandering ook een verbetering inhoudt, zal nog moeten blijken. Wij denken dat wij goede basisspelers zijn kwijtgeraakt, zowel in het college als in de raad. Een vergelijking maken met bijvoor- beeld de prestaties van Helmond Sport, die ook diverse basisspelers kwijtraakte en zelfs een trainerswissel meemaakte, gaat misschien wel wat te ver. Maar wij hopen en verwachten dat wij met het huidige college, en natuurlijk ook de raad, minimaal dezelfde prestaties zullen gaan behalen als wij in de vorige raadsperiode gehaald hebben. Wij willen als fractie graag vasthouden aan dat hoge ambitieniveau dat in onder andere de Stads(re)visie werd neergelegd. Het dualisme blijft een heikel onderwerp. In december zal de werkgroep dualisme, ter uitvoering van het initiatiefvoorstel-Stienen, met verbeterpunten komen. Tenminste, dat was de opdracht. Voor- stellen tot meer debat, of het afschaffen van raadscommissies? Wie weet! In de verkiezingsstrijd prediken partijen dat het in de politiek anders zal moeten gaan. Nu wij een half jaartje verder zijn, wil ik hier met u constateren dat ook andere partijen zijn doorgegaan met datgene waarmee anderen bezig waren. Als fractie van Helmondse Belangen hebben wij nog niets anders kunnen ontdekken. Vandaar dat wij de decembervoorstellen van de werkgroep dualisme met belangstelling tegemoet zien. Verder omarmen de collegepartijen elkaar op wat ik een monistische wijze zou willen noemen. Men steunt elkaars voorstellen en collegevoorstellen halen vaak de eindstreep doordat men elkaar niet wil afvallen. De duale rol van collegepartijen in de vorige raadsperiode gaf daarop wel eens wat Begrotingsvergadering 9 november 2006 26 afwijkingen te zien. Dat maakte het politieke debat inderdaad levendiger en kan het dualisme bij de collegepartijen mogelijk ook wat levendiger maken. U heeft partijen opgeroepen om in de tweede termijn wat meer in te zoomen op een of meerdere specifieke onderwerpen. De fractie van Helmondse Belangen wil graag wat nader inzoomen op het wijk- en buurtbeheer. Allereerst de burgerparticipatie. Daardoor kunnen burgers de leefbaarheid en hun directe woonomgeving beïnvloeden. Op de burgerparticipatie zoals die in Helmond plaatsvindt, zijn wij best trots. Onze werkwijze en voorbeelden worden op provinciaal en landelijk niveau gewaardeerd en op onderdelen ook nagebootst. De fractie van Helmondse Belangen heeft het wijk- en buurtbeheer altijd hoog op de politieke agenda gezet. Het idee voor het instellen van wijkwethouders kwam bijvoorbeeld uit onze koker. Maar, voorzitter, volgens onze visie is onze wijze van burgerparticipatie niet meer vooruit- strevend genoeg. Natuurlijk is er het netwerk van wijkraden en buurtbeheerstichtingen. En wij plannen trouw de klankbordgroepvergaderingen. Maar het wordt eenheidsworst en volgens onze visie moeten wij gaan zoeken naar nieuwe uitdagingen; eens over de muur kijken bij andere gemeenten, om te kijken naar andere methodieken. Ik noem wat voorbeelden: een buurtmanager en buurtmanagement instellen; het overhevelen van grotere buurtbudgetten naar bewoners; wijkraden nog meer laten focussen op wijkaanpak; burgers nog meer inbreng en verantwoordelijkheden geven. Kortom: wij denken dat het wijk- en buurtbeheer wat zou moeten worden opgeschud en dat daarvoor nieuwe inspirerende impulsen nodig zijn. Wij hebben gelezen dat wij de nota "Vinger in de pap" gaan herijken. Prima. Een schitterend moment om ons wijk- en buurtbeheer nieuwe impulsen te geven. Hiervoor zouden wij graag het begrotingsoverschot van ¿ 56.000,-- willen inzetten. Wij hebben hiervoor een amendement voorbereid. (Amendement 4.) In de eerste termijn hebben wij opmerkingen geplaatst over het alsmaar groeiende arsenaal kapitaalgoed. Als gemeente beheren wij tamelijk veel vastgoed: groen, wegen, gebouwen, kunst- werken, riolering etc. Vastgoed dat een fikse waarde vertegenwoordigt. Vastgoed vergt ook fikse in- spanningen om de zaken beheersbaar te houden. Vele uren dienen te worden gemaakt voor plan- vorming, het beheren van de beheerssystemen, de uitvoering, controles etc. etc. Hiervoor hebben wij binnen de gemeentelijke organisatie de nodige ruimte vrijgemaakt. Enige jaren geleden hebben wij, met de raad erbij, de politieke wens uitgesproken om zo min mogelijk gebruik te maken van externen. Deze beweging is ingezet en, naar wij begrepen hebben, krijgen externen steeds moeilijker de voet tussen de deur. Maar gezien het steeds maar groeiende arsenaal vastgoed zouden wij mogelijk ons besluit daarover eens moeten heroverwegen. Mogelijk zouden wij weer een kerntakendiscussie moeten opstarten om te bezien of wij al die taken wel zelf moeten uitvoeren. Want alles zelf willen doen, kan ook negatieve effecten hebben. Ik zeg dit zonder meteen de kwaliteit en efficiency van de ambtelijke diensten in twijfel te willen trekken. Maar een kerntakendiscussie zou volgens Helmondse Belangen best weer eens op de politieke agenda geplaatst mogen worden. De VOORZITTER: U bent al bijna een minuut over uw spreektijd heen. Wilt u afronden, mijnheer Smits? De heer SMITS (HB): Voorzitter, ik ben bijna klaar. Wat willen wij als Helmondse Belangen nog kwijt in onze mondelinge bijdrage? Ik noem een paar dingen die wij willen. Meer aandacht voor de handhaving van ongewenste zaken in de openbare ruimte. Dus hanggroepjongeren benaderen, parkeeroverlast aanpakken, meer aandacht voor drank- en drugsgebruik etc. Meer aandacht voor de handhaving van regels, die wij samen met elkaar hebben opgesteld. Dere- gulering oké. Minder bureaucratie is ook prima. Maar wel handhaven van regels die wij samen hebben afgesproken. Het beleid vanuit preventie opstellen vanuit de gedachte: voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Verder zijn er nog genoeg beleidsvelden die aandacht blijven vragen. Het onderwijshuis- vestingsbeleid is een van die beleidsterreinen. Maar dat geldt ook voor vrijwilligersbeleid, sportbeleid, het milieu, centrumplannen etc. Begrotingsvergadering 9 november 2006 27 Kortom, voorzitter, het besturen van de gemeente is een continu proces waar dagelijks zo'n 650 ambtenaren en zes collegeleden professioneel mee bezig zijn. Een proces waarvoor wij als raads- leden proberen de kaders neer te leggen. Een proces ook dat wij trachten te controleren samen met de andere controllers, waarbij wij vooral willen proberen volkvertegenwoordigers te zijn. De VOORZITTER: U moet nu echt stoppen. U bent nu al over de tijd van de grotere fracties heen. De heer SMITS (HB): Ja, voorzitter, wij hadden heel graag een grotere fractie willen zijn. Ik wil nog drie zinnen uitspreken. Het gaat om duale processen die best moeilijk zijn. Deze processen goed volgen en ook goed uitvoeren ten behoeve van een stad waar wij als Helmondse Belangen - net zoals 85.000 stadgenoten - trots op zijn, is en blijft onze doelstelling. Tot slot willen wij iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan het opstellen van de program- mabegroting 2007. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Smits is het volgende amendement in- gediend. "Amendement 4. Wijk- en buurtbeheer/burgerparticipatie De gemeenteraad van Helmond Vergadering van 9 november 2006, agendapunt Programmabegroting 2007 Ondergetekende(n) stelt/stellen het volgende amendement voor: het overschot van ad ¿ 56.000,-- op de programmabegroting 2007 in te zetten voor het her- ijken van het wijk- en buurtbeheer opgenomen in de nota 'Vinger in de pap'. Een herijking, waarin met name dient te worden gezocht naar nieuwe vormen/impulsen van burgerparticipatie. Toelichting: De burgerparticipatie zoals die via het wijk- en buurtbeheer en de klankbordgroepen wordt gedaan, zou om onderstaande redenen weer nieuwe impulsen moeten krijgen. Overwegende redenen zijn dat: de wijze van burgerparticipatie op onderdelen is achterhaald; er op diverse bijeenkomsten (klankbordgroepen) over onvrede wordt gesproken; burgers zich afkeren van de inspraakmogelijkheden omdat naar hun gevoel deze weinig tot geen soelaas bieden; burgers meer verantwoordelijkheden wensen en meer invloeden op wijk- en buurtbeheer wensen; sinds het ontstaan van de burgerparticipatie diverse nieuwe (landelijke) ontwikkelingen zijn gedaan en onderzocht zou moeten worden of deze ook voor de gemeente Helmond geschikt zouden zijn; er voornemens zijn om de nota 'Vinger in de pap' te gaan herijken." Dit amendement is ondertekend door de heer Smits en mevrouw Spierings-van Deursen. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij hadden een filmpje van acht minuten willen draaien waarin Helmonders iets over de begroting hadden kunnen vertellen. Maar er ging iets mis met de ondertiteling en het filmpje is vastgelopen. Daarom nu alleen onze tekst. Voorzitter, leden van de raad en college, ambtenaren, publiek en media! Misschien mag ik wel zeggen: Hooggeëerd publiek! Vandaag stellen wij de eerste begroting, en wel die van 2007, vast van het nieuwe PvdA-CDA-WD-college. Een college dat wij qua signatuur nog kennen uit de periode 1998-2002, dus zo nieuw is dat nu ook weer niet. Een college dat zich toen kenmerkte door een bijna steevaste raadsverhouding van 19 tegen 16. Helaas lijkt dit tot op heden bij het huidige college weer het geval te zijn, maar dan met 21 tegen 16. Maar toch ook weer anders dan het vorige college, dat niet alleen anders van samenstelling was maar ook anders, zeg maar gerust dualer, opereerde dan tot op heden het nieuwe college doet. Helder Helmond durft te stellen dat wij op dit moment te maken hebben met de arrogantie van de macht; een college dat niet bereid is om te communiceren en zelfs niet bereid is om te luisteren! Laten wij hopen dat het tijdelijk is en dat het college evenals de collegepartijen zich dualer gaan opstellen en de niet-collegepartijen het spel zo weten te spelen dat ook zij - en dus ook wij - meer Begrotingsvergadering 9 november 2006 28 dan alleen het idee hebben er ook toe te doen. Inderdaad, voorzitter, hebben wij daar zelf hopelijk de hand in. Maar dat betekent niet dat wij daar vooralsnog een hard hoofd in hebben - waarmee wij overigens, maar dan wel spreekwoordelijk gezien, misschien wel weer een klap kunnen opvangen! Voorzitter! Deze week werd het gebeuren in de laatste raadsvergadering vergeleken met een poppenkast. Wij zouden het liever een circus willen noemen. Dat past ook beter bij de spreekwoor- delijke politieke arena, vergelijkbaar met een piste. Een poppenkastpop is nog altijd een soort mario- net waarin letterlijk iemand anders de hand heeft. Het acrobatennummer zal zichzelf in balans moet houden, hoewel een vangnetconstructie prettig is. Een leeuwennummer zal ook zelf wel van zich weten af te bijten, hoewel het maar goed is dat daar weer een dompteur bij is. Voorzitter, de aan- staande wethouderswisseling van Van Heugten met cultuurveranderaar Stienen zal daar mogelijk verandering in brengen? Maar nu terug naar de begroting 2007, die thans ter vaststelling voor ons ligt. Ten opzichte van de begroting van het vorige college is daarin nog niet veel aan vernieuwing zichtbaar. Ook door vorige sprekers is dat al geconstateerd. Helder Helmond blijft van mening dat de behandeling van de begroting niet in verhouding staat tot de aandacht voor de jaarrekening. Wij vinden dat bij de volgende vaststelling van de jaarrekening de raad zich eens zou moeten afvragen of alle gestelde doelen wel zijn bereikt! En, zo nee, waarom dat niet is gelukt. Zoals wij dat in onze schriftelijke bijdrage al hebben voorgesteld, zien wij daarin een mooie taak voor onze rekeningcommissie. Helder Helmond zal, zoals ze dat ook heeft gedaan bij de vaststelling van het college- programma - in onze ogen niet meer dan een lijstje van goed bedoelde voornemens waar wij niet tegen kunnen zijn - de begroting beoordelen op haar daden en niet op haar woorden. De voorliggende begroting zullen wij, voorzover van toepassing, behandelen volgens de 15 pro- gramma's. Programma 1: Veiligheid en handhaving. Helder Helmond neemt uw suggestie graag over om een mogelijke 24-uursopenstelling van een der drie politiebureaus mee te nemen bij het toegezegde werkbezoek aan de politie. Daar kunnen wij over dit punt en ook andere (beheers-)aangelegenheden spreken. Programma 2: Werk en inkomen. Wij werden vandaag verrast door een artikel in het Eindhovens Dagblad dat het SRE problemen verwacht rond de invoering van de WMO. Wij vragen ons af of Helmond al een brandbrief richting Den Haag heeft gestuurd, want in Helmond hebben wij te maken met een groei van 13%, die overigens relatief laag is, als wij een vergelijking maken met andere gemeenten in onze regio. Ten aanzien van de Wet werk en bijstand (WWB) zijn wij benieuwd naar de stand van zaken rondom het door u genoemde deltaplan. Volgens de raadsinformatiebrief van 6 oktober zou er nog ¿ 3,8 miljoen over zijn, inclusief een deel voor allerlei onzekerheden. Helmond kent een werkloosheids- percentage van 12,3. Volgens het CWI gaat het om 4826 personen. Een groot deel hiervan bestaat uit de zogenaamde fase 4-mensen, of te wel mensen die op een grote afstand van de arbeidsmarkt staan. Klopt het dat dit deel meer dan 80% is? Wij zijn van mening dat, wanneer er meer mensen aan reïntegratieprojecten meedoen, dit een positief effect heeft op de bijdragen van het inkomendeel van de uitkering. Hoeveel geld is er in de begroting opgenomen voor het deltaplan? Hoewel vacatures toenemen, neemt de vervulbaarheid hiervan niet toe. Bent u het met ons eens dat sanctionering hier een goed middel tegen is? Programma 3: Maatschappelijke dienstverlening, zorg en integratie. Helder Helmond is blij dat u volledig het belang van goede onderlinge communicatie binnen onze samenleving onderschrijft. Het belang van het beheersen van de Nederlandse taal is wat ons betreft dan ook essentieel. Het is de belangrijkste basisvoorwaarde voor inburgering c.q. integratie. Wat ons betreft bent u dan ook vrij - uiteraard tot op zekere hoogte - om daarvoor te allen tijde extra middelen in te zetten. Want ook de weg naar en op de arbeidsmarkt wordt daardoor veel makkelijker. Ten aanzien van het woonwagenwerk kunnen wij uw ontevredenheid over de SWH niet rijmen met het feit dat de gemeente regelmatig in deze een beroep doet op deze stichting. Wij zijn van mening dat de gemeente juist in dit relatief moeilijke dossier voorlopig nog gebruik zou moeten blijven maken van de uitstekende relatie die de SWH de afgelopen 25 jaar met woonwagenbewoners heeft opgebouwd en van de ervaring van de SWH met het woonwagenwerk. Wij stellen dan ook voor om het woonwagenwerk door de SWH de komende vijf jaar gefaseerd af te bouwen met jaarlijkse tussen- evaluaties. Mocht te zijner tijd blijken dat enkele uren woonwagenwerk per week nog wenselijk zouden zijn, dan kunnen wij dat tegen die tijd bepalen. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 12.) Programma 4: Jeugd en onderwijs. Begrotingsvergadering 9 november 2006 29 Wij zijn tevreden over het feit dat het college al druk doende is om de jongeren meer bij activi- teiten in de stad en de wijken te betrekken. Ook zullen wij het college steunen voor wat de structurele aanpak van het vroegtijdig schoolverlaten betreft. Programma 5: Cultuur. Wij zijn ingenomen met het feit dat u het Helmonds dialect als cultuurfenomeen een warm hart toedraagt. Helder Helmond zal binnen de haar liggende mogelijkheden er alles aan doen om binnen de Helmondse gemeenschap hier draagvlak voor te krijgen. Dus gallie heurt doar nog wel wa van! Wel willen wij van de gelegenheid gebruik maken het Helmonds dialect alvast tot gemeentelijk monument te verheffen. Wij dienen hiervoor geen motie in en hopen op een positieve reactie bij de beantwoording in tweede termijn. Wij denken dat Helmond daarmee wel eens uniek zou kunnen zijn in Nederland. Wij dienen wel een motie in om te bezien of het onlangs gepresenteerde Helmonds woorden- boek kan worden meegegeven aan nieuwkomers. (Motie 13.) Doordat u sympathiek staat tegenover ons idee om geld te reserveren voor de vijf grote Brabantse steden, de B-5, waartoe ook Helmond behoort, als culturele hoofdstad in 2018, daagt u ons uit tot het indienen van een motie van deze strekking. (Motie 14.) Hoewel wij in eerste instantie 't Speelhuis niet hebben genoemd, stellen wij dit onderwerp toch nog aan de orde. Omdat het KCH naar het nieuwe onderkomen op de Steenweg is gegaan onder de nieuwe naam Kunstkwartier, staan er nu vele ruimten leeg in Ot Speelhuis. Middels een motie (motie 15) stellen wij daarom ook voor om de ruimten beschikbaar te stellen aan cultuurverwante organi- saties, zoals Stichting Impact. Leegstand is immers achteruitgang! Programma 6: Sport en recreatie. Is dit college reeds benaderd door een of meerdere voetbalclubs of door de Raad voor de Sport om te bemiddelen bij één of meerdere fusies? Programma 7: Centrumontwikkeling. Wij betreuren het dat het college vooralsnog niet bereid is op basis van mogelijk voortschrijdend inzicht de centrumplannen ter discussie te stellen. Wij zijn van mening dat de provinciale plannen om te komen tot gratis openbaar vervoer wel degelijk invloed hebben op zowel de nieuwe infrastructuur voor bussen als de mindere vraag naar parkeerplaatsen. Wij zullen te zijner tijd middels een com- misieformat het een en ander aan de orde stellen. Want één ondergrondse parkeerplaats minder levert al een besparing van 18 tot 25 duizend euro op. Bij tien parkeerplaatsen minder zit je dus al gauw op bijna een kwart miljoen euro. Programma 8: Economisch beleid en werkgelegenheid. Ten aanzien van de leegstand van zowel kantoren als winkels wachten wij geduldig op het door u genoemde additionele acquisitieplan dat binnenkort aan de raad zal worden gepresenteerd. Programma 9: Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. Wij zijn verheugd te vernemen dat u bezig bent met een kanaalvisie en dat u bij de vorming hiervan veel belanghebbenden wilt betrekken. Op welke termijn kunnen wij de door u toegezegde initiatieven verwachten? Ten aanzien van hergebruik van leegstaande kantoorgebouwen als woonbestemming voor bepaalde doelgroepen, wachten wij uw onderzoek in samenwerking met de corporaties af. Wij wensen u daarbij veel succes, aangezien wij daar hoge verwachtingen van hebben. Verder zijn wij blij dat u het zogeheten scheefwonen niet bij voorbaat afwijst en, net zoals wij dat doen, het in bepaalde gevallen zelfs als een toegevoegde waarde in een bepaalde wijk ziet. Programma 10: Stedelijke vernieuwing. Wij zijn van mening dat op dit moment bij herstructurering te weinig rekening wordt gehouden met karakteristieke elementen zoals historische bebouwing. In tegenstelling tot uw opstelling tegen- over het Helmondse dialect, draagt u dit culturele fenomeen onzes inziens te weinig een warm hart toe. Programma 11: Mobiliteitsbeleid. Vooruitlopend op de provinciale plannen om openbaar vervoer gratis te maken, stelt Helder Helmond voor daarmee in Helmond vanaf 1 januari 2007 te starten, al dan niet op basis van een experiment. Daarbij denken wij minimaal aan de ouderen en de jongeren. Wij zijn benieuwd welke fracties dit idee steunen en willen graag in debat samen met u daarvoor de benodigde middelen gaan zoeken. Programma 12: Beheer openbare ruimte. Wij blijven het door u ingezette honden beleid kritisch volgen en zullen desgewenst in een later stadium wellicht aanvullende voorstellen doen, waarbij wij thans nog denken aan de mogelijke in- voering van een poepschepje. Programma 15: Bestuur en organisatie. 8egrotingsvergadering 9 november 2006 30 Zoals u reeds heeft vernomen, is Helder Helmond voorstander van het live kunnen volgen van raads- en commissievergaderingen door de bewoners thuis. Middels een motie (motie 16) willen wij weten of hier raadsbreed draagvlak voor is. In een positief geval moeten wij daar dan gezamenlijk de middelen voor gaan zoeken c.q. vinden. Naast bovenstaande bijdrage over de programmabegroting 2007 willen wij de verordening reclamebelasting 2007 aan de orde stellen. Wij hebben vernomen dat er meerdere ondernemers klagen over de wijze waarop deze verordening tot stand is gekomen. Door de slechte voorlichting en communicatie is er nu nauwelijks draagvlak. Wij stellen dan ook voor om de invoering van deze veror- dening tijdelijk uit te stellen, waardoor wel een breed draagvlak verkregen kan worden. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 17.) Tot zover in tweede instantie. De VOORZITTER: Het maken van afspraken over spreektijden, mijnheer Rieter, blijkt op deze manier weinig zin te hebben. Want niet alleen blijft de tekst van ongeveer dezelfde lengte als die van de grotere fracties, maar ik vind de snelheid waarmee deze is uitgesproken niet aanbevelenswaardig voor het goed kunnen volgen van de inhoud. Het is in deze raadzaal al niet goed te volgen, Iaat staan dat dit het geval zou zijn als het op de kabel zou worden uitgezonden. Zoiets zou ik de burgers van Helmond niet willen aandoen. Dames en heren! Door de heer Rieter zijn de volgende moties ingediend: "Motie 12. Woonwagenwerk. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. Woonwagenwerk niet tot het doelgroepen beleid hoeft te behoren. 2. De afgelopen 25 jaren de SWH een uitstekende relatie en ervaring heeft met woonwagen- bewoners. 3. Wij zouden moeten streven dat, vanwege steeds verdere verzelfstandiging c.q. dragen van de eigen verantwoordelijkheid, dit gefaseerd geheel afgebouwd zou moeten kunnen worden. Verzoekt het college 1. De komende 5 jaar woonwagenwerk gefaseerd af te bouwen met jaarlijkse tussen- evaluaties. 2. Over 5 jaar opnieuw bezien of al dan niet structureel wellicht tijdelijk enkele uren nog wenselijk zijn. En gaat over tot de orde van de dag." "Motie 13. Helmonds woordenboek. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. Het Helmonds dialect als cultuurfenomeen een warm hart wordt toegedragen Verzoekt het college 1. Te onderzoeken of het onlangs gepresenteerde Helmondse woordenboek kan worden mee- gegeven bij het bestaande welkomstpakket voor nieuwkomers. 2. Na een overzicht van de mogelijke kosten e.e.a. terug te koppelen met de raad, die dan kan besluiten om hier alsnog middelen voor ter beschikking te stellen. En gaat over tot de orde van de dag." "Motie 14. Culturele hoofdstad 2018. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. De 8-5 gemeenten in de race zijn om culturele hoofdstad 2018 te worden. 2. Dit ook voor Helmond een prima mogelijkheid is om zich zowel regionaal, provinciaal, natio- naal als internationaal te promoten. Verzoekt het college 1. Vanaf 01-01-2007 jaarlijks 0,10 euro per inwoner te reserveren. Begrotingsvergadering 9 november 2006 31 2. Indien de nominatie t.Z.t. niet mocht doorgaan, het tot dan toe gereserveerde geld in te zetten voor een nog nader te bepalen cultureel doel of aan een cultuurgerelateerde activiteit of organisatie. En gaat over tot de orde van de dag." "Motie 15. Leegstand 't Speelhuis. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. Door de verhuizing van het KCH van 't Speelhuis naar het nieuwe kunstkwartier aan de Kromme Steenweg er thans veel ruimten in 't Speelhuis leegstaan. 2. Leegstand bij voorbaat achteruitgang is. 3. Er diverse (culturele) organisaties ruimteproblemen of -wensen hebben. Verzoekt het college 1. Het college te laten onderzoeken of de leeggekomen ruimten beschikbaar gesteld kunnen worden aan cultuurverwante organisaties zoals b.v. Stichting Impact. En gaat over tot de orde van de dag." "Motie 16. Vergaderingen live uitzenden. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. Politiek dichter bij de burger gebracht zou mogen worden. 2. Het debat in de raad alsmede de informatie-uitwisseling in de commissies veel levendiger zou mogen/moeten worden. Verzoekt het college 1. Te onderzoeken of dit per 01-01-2007 technisch op enigerlei wijze mogelijk is. 2. In kaart te brengen wat hiervan eventueel de kosten zijn. 3. Te bezien ten laste van welke post dit gefinancierd zou kunnen worden. En gaat over tot de orde van de dag." "Motie 17. Reclameheffing. De raad, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat 1. Door een slecht communicatietraject ondernemers in en rond het centrum slecht zijn voor- gelicht. 2. Er geen draagvlak is voor deze heffing. 3. Veel klachten zijn over de wijze waardoor deze verordening tot stand is gekomen. Verzoekt het college 1. De invoering van deze verordening tijdelijk uit te stellen. 2. Te onderzoeken of het gehele traject van invoering op de juiste wijze is verlopen. En gaat over tot de orde van de dag." Deze moties zijn ondertekend door de heren Rieter en Van Bokhoven. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer SMITS (HB): Voorzitter! De heer Rieter dient een motie in met betrekking tot het woonwagenwerk. Ik neem toch aan dat hij op de hoogte is van de brief, die wij allemaal deze week hebben ontvangen, in het kader van de overheveling van het woonwagenwerk naar MaDi-HP? De heer RIETER (HH): Ja. De VOORZITTER: Ik neem aan dat de heer Rieter in zijn motie over 't Speelhuis niet bedoelt dat de ruimtes gratis ter beschikking worden gesteld. Dat zou er duidelijk in moeten staan. De wet- houder zal hier nog op terugkomen. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter, dames en heren! Allereerst dank aan al degenen die er voor hebben gezorgd dat ook dit jaar de begroting weer prima in orde was. Begrotingsvergadering 9 november 2006 32 Jammer dat mijn droom over de Gavioli-orgels letterlijk ergens in de lucht hangt. Maar wij hebben nu een kunstenaar onder de wethouders en misschien bedenkt hij wel een ludieke oplossing. Je weet maar nooit... Zoals wethouder Bethlehem tijdens een persconferentie reeds heeft aangegeven, ligt het ver- schil in de begroting van 2006 en 2007 daarin, dat men is uitgegaan van het bestaande beleid met opstekers. Immers, aldus de wethouder, is op een begroting van ¿ 322 miljoen slechts ¿ 20 miljoen invulbaar en kan met ¿ 7 miljoen worden geschoven. Al met al ligt nu een begroting voor met als titel "Sociaal en betrokken". De Helmondse Senioren Partij gaat er van uit dat wij dat allemaal graag willen realiseren. Denken wij echter alleen al aan de uitvoering van de WMO, dan is het te hopen dat het aandeelhoudersschap van onze gemeente in Essent en NUON een aardig centje zal opleveren om daarmee eventueel financiële gaten te kunnen vullen. Het prestatieconvenant Grotestedenbeleid 2005/2009 is door het Rijk en de gemeente Helmond getekend en wordt in de loop van 2007 geëvalueerd. Wij horen steeds vaker negatieve geluiden over de G-27 en daarom wil de Helmondse Senioren Partij te zijner tijd graag het evaluatierapport van het college ontvangen. Tot slot van deze algemene inleiding een opmerking over de spreektijd. De raad heeft in al zijn wijsheid beslist dat kleine partijen vanmiddag een spreektijd van acht minuten krijgen. Het lijkt de Helmondse Senioren Partij daarom verstandig de onderwerpen mobiliteit, maatschappelijke dienst- verlening en zorg aan de orde te stellen. Dit alles onder het motto: "Mag ouder worden ook wat minder zorgelijk zijn" of, zoals de Helmondse Senioren Partij uitspreekt: "Helmond, een zorgzame stad." Mobiliteit. Wij vinden het positief dat het vervolmaken van het fietspaden netwerk en van de parkeer- mogelijkheden in eigen wijk niet alleen in het verkiezingsprogramma van de Helmondse Senioren Partij werd vermeld, maar dat dit nu ook op veel plaatsen in onze stad wordt gerealiseerd. Ook in die wijken waar dit nog in de pen zit, zullen wij de vinger aan de pols houden. Zowel ouderen als mensen met een beperking willen graag hun isolement doorbreken door zelf- standig hun dagelijkse boodschappen te doen, de wekelijkse markten te bezoeken en sociale con- tacten te onderhouden. Het boodschappen busje dat vorig jaar door een particulier initiatief in gebruik genomen kon worden, is een trouvaille. Dit aan de orde gesteld hebbende, komen wij vanzelfsprekend aan het onderwerp gratis open- baar vervoer. Gemeenten, provincies of landelijke verkiezingscampagnes, iedereen loopt hier warm voor. Maar waar haal je het geld vandaan? En aan de hand van welke criteria ga je na een jaar evalu- eren? Denkt u nu niet dat de Helmondse Senioren Partij hierin niet wil meegaan. Dat willen wij wel, maar wij willen de zaken niet omdraaien. Wij willen eerst een goede financiële basis en dan pas een regeling voor gratis, of zo goedkoop mogelijk, openbaar vervoer. Ook de Helmondse Senioren Partij heeft, tijdens de begrotingsbehandeling in het jaar 2002, gedacht gratis openbaar vervoer voor ouderen op de rails te kunnen zetten, inclusief een ludieke oplossing. (Ja, u kunt nu lachen!) Helaas: één wethouder zag wel wat in ons plan, maar deze gaat ons nu verlaten en één journalist, die nu genomineerd is voor de Nederlandse Prijs voor de Dagbladjournalistiek, wilde ook wel meedenken, maar deze journalist heeft Helmond reeds lang verlaten! Kortom: ik mis en zal nog missen het politiek- kritische commentaar van beide heren, en niet alleen voor wat het gratis openbaar vervoer betreft, maar ook met betrekking tot de nodige financiële bases, die heel hard nodig zijn. Een korte anekdote betreffende het gratis openbaar vervoer in Helmond wil ik u niet onthouden. Onlangs heb ik een wethouder om wat nadere informatie gevraagd met betrekking tot de personal transporter. U weet wel: het karretje dat in de toekomst ons van het station naar het centrum zou kunnen brengen. Een vriendelijke ambtenaar mailde mij dat er nog niets definitief was en dat ik dit karretje vooral niet moest zien als openbaar vervoer. Gelijk kwam bij mij toen de carnavaleske gedachte op: neem een rollator - die hoeft na gebruik immers niet te worden ingeleverd - monteer er een plankje en een motortje op en het probleem rond het gratis openbaar vervoer is opgelost. Maatschappelijke dienstverlening en zorg. Allereerst de WMO. Laten wij voorop stellen dat de Helmondse ambtenaren en het college deze wet gedegen en uitvoerig hebben voorbereid en aan de belanghebbenden hebben overgebracht. Het uitgangspunt van onze gemeente is dat de WMO budgettair neutraal zal worden uitgevoerd. Ook waar het de eigen bijdrage betreft, zullen mensen er niet op achteruit gaan. En indien dit voor financiële knelpunten zorgt, zullen in 2008 voorstellen aan de raad worden gedaan voor een aanpassing van het beleid. Het Rijk gaat er echter van uit dat burgers in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van zowel hun eigen problemen als die van hun naasten. Om dit te kunnen bereiken zullen vrijwilligers en mantelzorgers goed moeten worden begeleid en zullen er initiatieven moeten worden ontplooid. Begrotingsvergadering 9 november 2006 33 Over de invulling en bereikbaarheid van de informatieloketten is lang en zorgvuldig gedebat- teerd. Aan het beleid zal wijkgericht vorm moeten worden gegeven en ook hier denkt men aan "een spin in het web". De Helmondse Senioren Partij kijkt met belangstelling uit naar het armoedecongres. Via een bezoek van commissieleden aan de Stichting Leergeld is duidelijk geworden dat veel inwoners van onze stad niet weten hoe en waar zij met hun financiële problemen terecht kunnen. Ondanks het vele werk dat door deze stichting wordt verzet om te komen tot zelfredzaamheid, zal er in Helmond nog veel moeten gebeuren zonder dat er een voedselbank nodig is. Nu een résumé van wat positieve activiteiten in Helmond. De Seniorenraad is geïnstalleerd; de Fokuswoningen worden gebouwd; het activerend huis- bezoek wordt zeer gewaardeerd en misschien komt het nog goed met de woningvergunning in Brouwhuis voor demente ouderen. De Provincie Noord-Brabant heeft voor de jaren 2006 en 2007 ¿ 4 miljoen beschikbaar voor integraalouderenbeleid. Tot slot nog een nieuwtje. In navolging van Eindhoven heb ik wat researchwerk gedaan rondom het thuishuis Kronehoef. De gemeente Eindhoven heeft mij rijkelijk van informatie voorzien en iemand die daar belangstelling voor heeft, stuur ik deze informatie graag toe. Het eerste contact met Savant Helmond heb ik reeds gelegd. Een paar uur geleden kreeg ik het bericht dat het bestuur van Savant hedenmorgen heeft beslist dat het Helmond geschikt vindt voor zo'n project. Savant zal een en ander vorm geven en mij uitnodigen voor een eerste gesprek. Aansluitend zal ik mij, zoals dat hoort, melden bij raad en college. Rest mij nog hier te mogen zeggen, op speciaal verzoek van de directie van Savant, dat Savant het initiatief van de thuishuizen van de Helmondse Senioren Partij zeer waardeert. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat mevrouw De Voogd twee goede bood- schappen naar ons heeft doen uitgaan. Allereerst de waarschuwing aan het adres van degenen die zich bezighouden met gratis openbaar vervoer dat zij Helmond zullen moeten verlaten. Immers, de twee personen die dat tot nu toe gedaan hebben, zijn allebei vertrokken. De tweede boodschap betreft de ontwikkelingen rond een thuishuis en Savant. Die zullen wij met heel veel belangstelling volgen. Vorige week zijn wij als college bij Savant geweest. Wij hebben een heel goed gesprek over het onderwerp thuishuis gehad, maar ook over andere zaken gesproken. Wij zijn onder de indruk van het werk dat door Savant wordt verricht. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij houden ons graag aanbevolen voor de informatie die mevrouw De Voogd over het thuishuis heeft verworven. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ik zal zorgen dat alles gekopieerd wordt en zal het toesturen. De heer SPRUIJT (SP): Voorzitter! Kan mevrouw De Voogd uitleggen waarom zij een link legt tussen de WMO en het aandeelhouderschap van de gemeente in o.a. Essent? Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Mijn opmerking daarover was meer als grapje bedoeld. Wij hebben, toen het onderwerp WMO aan de orde was, uitvoerig besproken hoe het wel en niet zou gaan. In een heel andere context hebben wij gesproken over de eventuele gelden die de aandelen de gemeente zouden kunnen opleveren. Daarbij is door iemand die nu op de publieke tribune zit, uitgelegd dat met deze gelden bepaalde gaten gedicht zouden kunnen worden. Daarop dacht ik: Wat Iet mij om daar de WMO bij te betrekken? De heer VAN MULLEKOM (HA): Geachte voorzitter, collegeleden, raadsleden, dames en heren op de publieke tribune en ambtenaren! In de schriftelijke bijdrage van mijn fractie heb ik al opgemerkt, dat de begroting vooral een beeld geeft van ongewijzigd beleid. Dat verbaasde me nogal. De in deze periode nieuw tot het college toegetreden partij had namelijk in de vorige periode geen goed woord over voor de werkzaamheden van het college. Je mag verwachten dat, bij een wisseling van de wacht, de inhoudelijke punten van deze partij, de Partij van de Arbeid, nadrukkelijk zichtbaar worden in het collegeakkoord. Niets van dat alles: men gaat voort op de door het vorige college ingeslagen weg, een college dat naar ik me kan herinneren ook "solide" in het vaandel droeg. Naar het zich Iaat aanzien, gaat zich dadelijk landelijk herhalen wat zich in Helmond heeft afgespeeld: Wouter Bos gaat met Balkenende in zee en zet het beleid van het vorige kabinet voort. De Partij van de Arbeid lijkt, anders dan in de tijd van Den Uyl, meer een pluchepartij te zijn dan een partij die daadwerkelijk het beleid wil veranderen voor de mensen die het niet al te goed hebben in de samenleving. Begrotingsvergadering 9 november 2006 34 Voorzitter, in mijn schriftelijke bijdrage heb ik een pleidooi gehouden voor het versterken van de burgerparticipatie. Ik heb gewezen op een aantal ontwikkelingen in de samenleving die dit naar de mening van Helmond Aktief noodzakelijk maken. Er is sprake van een pleidooi voor een "civil society", waarin actieve burgers aan het roer van de samenleving gaan staan. Ik heb gewezen op de invoering van de WMO. De antwoorden van het college vond ik vreemd, ontwijkend en, waar het iets zinnigs betrof, zorgvuldig verpakt. De burgemeester verwijst in zijn beantwoording naar wat er allemaal al gebeurt en naar de nota uit 1996 "Vinger in de pap". Of de ambities van het college sporen met de gedachten over de civil society en actief burgerschap, zal blijken uit de gedachtewisseling. Het college wil de gedachte- wisseling in de raad houden; mijn partij wil de gedachtewisseling in de stad, bijvoorbeeld door conferenties te beleggen in de verschillende wijken. Hoe denkt het college over deze suggestie? In dat verband stelde ik ook vragen naar het anders richten van geldstromen, zodat meer bud- getten beheerd worden door de burgers. Ik werd op een cryptische wijze beantwoord door wethouder Bethlehem. Op pagina 3 van de schriftelijke beantwoording door het college staat: "Anderzijds moet er wel voor gewaakt worden dat de toch uitgebalanceerde infrastructuur die thans onder de subsidie- verstrekking ligt, niet aangetast gaat worden". Voorzitter, lees ik het goed dat hier staat dat het hand- haven van de huidige situatie prioriteit heeft, dat veranderingen alleen maar leiden tot opschudding bij het maatschappelijke middenveld en dat wij dat in deze raadsperiade vooral niet nodig hebben? Betekent dat bijvoorbeeld dat wij, als het aan het college ligt, de komende jaren niet gaan discussiëren over een zaak als het aanbesteden van de welzijnssector in plaats van vasthouden aan subsidie- stromen aan de bekende organisaties van het maatschappelijke middenveld? Voorzitter! Ik had wethouder Boetzkes een aantal vragen gesteld over lopende projecten als valpreventie en het consultatiebureau voor ouderen. Voor wat het onderwerp valpreventie betreft krijg ik geen goed beeld wat er nu werkelijk in de projecttijd heeft plaatsgevonden. Het antwoord is wat mij betreft te mager en er worden ook geen kengetallen gegeven. Het is een voornamelijk procedureel antwoord, terwijl ik had gevraagd naar resultaten. Ik had gevraagd hoeveel interventies er daad- werkelijk hebben plaatsgevonden bij de ouderen, hoeveel mensen daadwerkelijk hebben deel- genomen aan de verschillende activiteiten. Een maand voor het einde van het project moeten deze gegevens toch voorhanden zijn? Of heeft de wethouder zich niet diepgaand over de kwestie gebogen? De mantelzorg komt herhaalde malen naar voren, zowel bij de summiere woorden die gewijd zijn aan eenzaamheidspreventie als bij de onderwerpen mantelzorgondersteuning en de WMO. In dit verband wil ik opmerken dat de meeste mensen niet voor hun plezier mantelzorg verrichten, maar dit doen uit noodzaak en uit naastenliefde. Iemand kan bijvoorbeeld van de ene op de andere dag mantelzorger worden, bijvoorbeeld als zijn of haar partner valt. (Dat is helemaal niet zo'n gek voorbeeld, want iedere drie minuten valt er in Nederland iemand van boven de 65.) Het is mogelijk dat een mantelzorger werkuren moet inleveren. Hij of zij zal ook kosten moeten maken die vaak niet vergoed worden. Ik noem nu alleen maar de parkeerkosten, die men als mantelzorger in Helmond moet maken. Ik wil voorstellen dat de raad, juist in deze week van de mantelzorg, zijn waardering voor de mantelzorgers uitspreekt en deze mensen een gratis parkeerkaart verstrekt. Ik dien hierover een motie in. (Motie 18.) Ik had het al over eenzaamheidspreventie. De fractie van Helmond Aktief vindt dat wij op dit punt te weinig doen. Op basis van landelijke cijfers mag men aannemen dat in Helmond ongeveer 2000 ouderen kampen met eenzaamheidsproblematiek. Zouden wij onszelf dan niet de plicht op- leggen dat wij dit aantal in 2009 hebben teruggedrongen tot bijvoorbeeld 1400 ouderen? Deze vorm van gezondheidspreventie en het tegengaan van sociale uitsluiting passen toch ook prima in de visie van de WMO? Graag had ik een effectrapportage van de eenzaamheidspreventie die nu via het hui- dige ouderenbeleid wordt uitgevoerd. Kunt u mij een notitie over dit onderwerp toezeggen? In het kader van opvoedingsondersteuning heeft mijn fractie gevraagd om ouders, die verzuimd hebben hun kinderen een rugzakje opvoeding mee te geven, aan te spreken en hen zonodig finan- cieel te verplichten de kosten voor opvoedingsondersteuning te betalen. Natuurlijk begrijp ik ook dat bemoeizorg niet makkelijk te leveren is. Het gaat immers om vaak creatieve zorgmijders. Natuurlijk weet ik dat het niet zonder meer mogelijk is ouders te verplichten de kosten voor opvoedingssteun te betalen. Wat de overheid vooral niet moet doen, is beleid maken - en daar geld voor uitgeven - in de wetenschap dat het dweilen met de kraan open is. Doet u eerst even de kraan dicht, zou ik u willen meegeven, zodat het dweilen kan beginnen. Is het college van plan met Bureau jeugdzorg, politie, justitie, leerplichtambtenaar en onderwijs om de tafel te gaan zitten en te bezien over welke mogelijkheden in de keten het al beschikt en welke stok achter de deur nodig is om weigerachtige ouders aan te pakken? Begrotingsvergadering 9 november 2006 35 Voorzitter! Is Helmond nog wel een aantrekkelijke woonstad? De vraag stellen, lijkt hem te beantwoorden. De doorgroei van de stad is een van de belangrijkste ambities van het college. Bran- devoort op de kaart houden, de Suytkade op de kaart zetten en De Groene Loper aantrekkelijk pre- senteren. Op mijn vraag over de uitgifte van kavels in het project De Groene Loper, kreeg ik het antwoord dat de eerste uitgifte van kavels is voorzien in 2007. De eerste contacten zijn gelegd. Maar ondernemers weten u altijd te vertellen dat, hoe waardevol contacten ook zijn, contracten nog waardevoller zijn. En als ik het collegeantwoord lees, doet het college wel aan marketing, maar blijven de resultaten vooralsnog achter bij de ambitie. Ik hoop niet dat het college op korte termijn zijn ambitie en uw plannen moet bijstellen. Wat Suytkade betreft: ik maak uit het antwoord op dat wat door mij stagnatie wordt genoemd, door het college wordt beschouwd als een tijdelijk dipje. Tot slot zou ik nog met het college van gedachten willen wisselen over het gratis openbaar ver- voer. Met belangstelling heb ik het collegeantwoord gelezen. Het was een uitgebreid en goed onderbouwd antwoord op de vragen die onder meer door de fractie van Helmond Aktief zijn gesteld. Ik ben het met de conclusies deels eens en deels oneens. Wat het argument betreft dat het effect van gratis openbaar vervoer op de congestiebestrijding gering lijkt, deel ik de mening van het college. Ik deel ook de conclusie van het college dat gratis openbaar vervoer niet ingezet moet worden als een marketinginstrument, zoals buurman Eindhoven dat lijkt te gaan doen. Wel houd ik overeind dat gratis openbaar vervoer een goed middel is om de sociale uitsluiting van vooral ouderen te voorkomen en te verminderen. De argumentatie van het college met betrekking tot de regio lijkt op een kip-of- eidiscussie. Daar moeten wij uit zien te komen. Als het college medewerking wil verlenen aan proeven voor speciale doelgroepen in regionaal verband, wil ik het uitnodigen daartoe zelf de nodige initiatieven te nemen. Immers, in de regio hebben wij toch zelf de vinger in de pap! De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Van Mullekom heeft de volgende motie ingediend: "Motie 18. Motie Parkeerkaart mantelzorgers De ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Helmond, gehoord de gevoerde beraadslagingen in de vergadering van 9 november 2006 over de begro- ting 2007 Overwegende, dat 1. de visie van de gemeente Helmond op de invoering van de WMO en de gedachten over het versterken van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg vragen om een aangepast gemeen- telijk beleid voor Mantelzorg; 2. mantelzorg de gemeenschap financieel en sociaal voordeel oplevert; 3. waardering van mantelzorgers door de overheid tekort schiet 4. in afwachting van een nader gemeentelijk beleid voor mantelzorgers een blijk van waar- dering in deze week van de mantelzorg op zijn plaats is Van mening zijnde, dat Het verlenen van mantelzorg de mantelzorger geld kost, waaronder vaak parkeergelden, leggen de raad van de gemeente Helmond voor te besluiten: 1. Het college op te dragen aan mantelzorgers een gratis parkeerkaart uit te reiken. 2. De uitvoering hiervan in handen te leggen van organisaties van mantelzorgers Gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heer Van Mullekom. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik wil hier nog aan toevoegen dat de snel toe- nemende vergrijzing ervoor zorgt dat wij steeds meer mantelzorgers nodig hebben. Ik noem het voor- beeld van mijn moeder. Zij is thuis gebleven tot haar achten negentigste, maar ze had constant mantelzorg nodig. Dat hebben wij als familie graag met elkaar gedaan. Onze fractie wil graag dat ouders zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen, en laten wij dan beginnen met onze eigen ouders. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter, geacht publiek, geachte collega-raadsleden en geacht college! Vandaag precies een half jaar geleden heeft deze raad het collegeprogramma vast- gesteld. Groenlinks heeft daar toen over gezegd dat het geen programma is, omdat er geen keuzes in worden gemaakt of prioriteiten gesteld. En dat terwijl bekend is dat er is simpelweg geen geld is om alle plannen te realiseren. Begrotingsvergadering 9 november 2006 36 Vandaag stelt deze raad de begroting voor 2007 vast. Het college heeft daarvoor een concept aangereikt waarin uiteraard wél keuzes gemaakt zijn. In dit concept wordt duidelijk op welke ambities uit het collegeprogramma voortvarend wordt ingezet en welke ambities slechts mooie woorden blijken. Veel aandacht en geld is er voor aansprekende projecten die het aanzien van de stad moeten vergroten. Ik noem de centrum plannen, Brandevoort, Suytkade, Brainport en Berkendonk. De prijs wordt helaas betaald door het welzijn, het onderwijs en het milieu. Welzijn. De effecten van 0% compensatie en vervolgens de efficiencykorting, zullen nog jarenlang breed in het welzijnswerk te merken zijn. Welzijnsorganisaties doen hun uiterste best om projecten op niveau te houden. Ruimte voor nieuwe impulsen is er nauwelijks. Op sommige onderdelen werden de tekorten dit jaar al duidelijk zichtbaar; op veel onderdelen gaan wij de komende jaren de prijs betalen, als wij niet wezenlijk inzetten op gerichte verhoging van budgetten. Met de komst van de WMO is er ook een financiële prikkel voor de gemeente om het welzijn in de stad te verhogen. Beter welzijn geeft immers minder zorg. Een onderdeel waar ik vandaag specifiek aandacht en geld voor wil vragen, is het vluch- telingenwerk. De gemeente heeft een taakstelling in het huisvesten van nieuwkomers en een plicht in de maatschappelijke ondersteuning van vluchtelingen. Door het ontbreken van het vluchtelingenwerk als product in het Welzijnsprogramma is de vervulling van deze plicht niet gegarandeerd vanaf 1 januari 2007. Groenlinks dient hierover een amendement in. (Amendement 5.) De gemeentelijke. bijdrage aan projecten in Nicaragua, Ghana, Tanzania, Kenia en Brazilië, projecten die door verschillende groepen Helmondse vrijwilligers worden gedragen, wordt fors verminderd. Hiervan zal het effect heel direct en heel duidelijk zijn, namelijk het einde van diverse van deze projecten. Om dit te voorkomen dienen wij, samen met de SDH-OH-fractie, hierover een amen- dement in. (Amendement 6.) Onderwijs. Ik zou uren kunnen praten - of toch minstens 8 minuten - over wat er allemaal in Helmond moet verbeteren aan het onderwijs. Ik wil mij vandaag beperken tot de onderwijshuisvesting. Veel Helmondse kinderen zitten in onacceptabel slechte lokalen. Voor het geven van invulling aan nieuw beleid, althans, voor Helmond nieuw beleid, is geen ruimte. Met het aflopen van het meer- jarenplan 2002-2006 was er de gelegenheid om vanaf 2007 een hogere extra impuls te geven, zo- danig dat scholen in oude wijken niet langer zouden lijden onder de komst van nieuwe scholen in uit- breidingsgebieden en er eindelijk ruimte zou komen voor het geven van invulling aan nieuw beleid. Een gemiste kans van de nieuwe wethouder onderwijs om hiervoor niet meteen in 2007 geld beschik- baar te hebben. Om de schade van deze gemiste kans voor de Helmondse leerlingen en leerkrachten te beperken, dienen wij hierover een amendement in. (Amendement 7.) Milieu. Groenlinks is er van overtuigd dat het college de inspanningen die nodig zijn om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen, ernstig onderschat. Wij zullen hierop bij de behandeling van het Lucht- kwaliteitsplan terugkomen. Omslag is nodig in denken rond mobiliteit, met name richting centrum. Vandaag is wellicht niet het moment om uitgebreid op de inhoudelijke argumenten daarvoor in te gaan. Daarom wil ik het graag over de financiële boeg gooien. Met name de financiën rond parkeergarages. Het college geeft in zijn beantwoording zelf aan dat de gemeentelijke parkeergarages nog steeds niet kostendekkend zijn. Toch stelt het de raad voor om wederom fors te investeren in nieuwe parkeergarages, ruim ¿ 17 miljoen. Hiermee zouden wij een groot risico nemen: na jaren zou kunnen blijken dat de inschatting dat de exploitatie van deze parkeergarages "voorcalculatorisch sluitend" zou zijn, wederom te optimistisch is geweest. Laten wij de bouwen exploitatie van parkeergarages alstublieft aan een commerciële partij overlaten. De Groenlinks-fractie dient een motie in waarin wij hierom vragen. (Motie 19.) Ik ben me er overigens van bewust dat het schrappen van de daarvoor bestemde inves- teringen geen enkele extra ruimte in de begroting van 2007 creëert, omdat het college honderd procent dekking uit de exploitatie van de parkeergarages verwacht. De kwaliteit van het busvervoer in Helmond Iaat ernstig te wensen over. Er rijden te weinig bussen op te weinig trajecten. Dat dit college het standpunt van de nieuwe SRE-portefeuillehouder verkeer en vervoer hierover gaat vragen, is wel een heel magere toezegging. Ook op het gebied van gratis openbaar vervoer is de houding van het college erg afwachtend. Blijkbaar is een uitspraak van deze raad nodig om dit college, net als in Eindhoven is gebeurd, een eigen plan voor Helmond te laten ontwikkelen zonder vooraf al SRE-beren op de weg te zien. Wij hebben met belangstelling kennis genomen van de PvdA-moties over dit onderwerp. De motie die Groenlinks over dit onderwerp heeft voorbereid is iets minder vergaand. Ik zal deze motie (motie 20) toch indienen, voor het geval de PvdA-moties het niet mochten halen. Begrotingsvergadering 9 november 2006 37 Ik ben een nieuw raadslid en dit is mijn eerste begrotingsbehandeling. Meer ervaren Groen- Links'ers vertelden me: "Als je wijzigingsvoorstellen doet die geld kosten: zoek dekking!" Mijn eerste gedachte was dat ik wellicht met rotte tomaten bekogeld zou gaan worden door conservatieve raadsleden, maar niet al te veel later viel ook bij mij de 11,34 eurocent. Zoals u in de Groenlinks-amendementen zult lezen, vind ik de dekking daarvoor vooral in de wijze waarop de jaarlijkse Helmondse bijdrage aan Brainport ten laste van de jaarbegrotingen wordt gebracht. Het voorstel van het college is om de volledige bijdrage van de komende vier jaar (¿ 1,6 miljoen) ten laste van 2007 te brengen. De motivering hiervoor is erg mager. Door hierin te schuiven ontstaat tot maximaal ¿ 1,2 miljoen extra incidentele ruimte voor 2007. Zoals ik betoogd heb, zal dit voor onderwijshuisvesting het probleem niet oplossen, maar toch alvast iets verzachten. Ik hoop van harte op de steun van andere partijen voor onze voorstellen. Groenlinks zal in ieder geval alle voorstellen op hun inhoud beoordelen, met het belang van de inwoners van Helmond voorop. De VOORZITTER: Voor degenen die nog zitten te rekenen: ¿ 11,34 eurocent is evenveel als voorheen het kwartje was. In feite zijn onze spreekwoorden en gezegdes niet aangepast aan het nieuwe muntstelsel. Dames en heren! Door de heer Van der Made zijn drie amendementen en twee moties ingediend: "Amendement 5. Amendement Vluchtelingenwerk. Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2007 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat wethouder Boetzkes zich de afgelopen maanden heeft ingezet voor behoud van het vluchtelingenwerk in Helmond . dat Helmond een taakstelling heeft voor het huisvesten van nieuwe vluchtelingen . dat zonder het vluchtelingenwerk de ontvangst van deze nieuwe Helmonders in onze gemeente onverantwoord is . dat er nog geen duidelijkheid is over de van rijkswege beschikbaar gestelde middelen . dat voor voortzetting van dit vrijwilligerswerk met de vereiste professionele begeleiding zo snel mogelijk duidelijkheid over gemeentelijke financiering daarvan voor de komende jaren vereist is Besluit . Het college opdracht te geven in programma 3 voor 2007 eenmalig ¿ 75.000,-- beschikbaar te stellen voor Vluchtelingenwerk . De ¿ 75.000-- te dekken door de 'Storting in reserve Brainport' (programma 8) gedeeltelijk uit te stellen tot 2008 . Het college opdracht te geven een oplossing te zoeken waardoor vluchtelingenwerk vanaf 2008 weer structureel op de begroting zal staan En gaat over tot de orde van de dag." Dit amendement is ondertekend door de heer Van der Made. "Amendement 6. Amendement Ontwikkelingssamenwerking. De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 9 november 2006 Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2007 BESLUIT: 30.000 euro incidenteel beschikbaar te stellen voor ontwikkelingssamenwerking (projecten in het kader van internationale solidariteit) in 2007 en dit bedrag te dekken uit het overschot van 56.692 euro van de begroting 2007 en het college van B&W opdracht te geven hiervoor in het kader van de Voorjaarsnota voor de jaren 2008 en volgende structurele dekking te zoeken." Dit amendement is ondertekend door de heren Tielemans en Van der Made. Begrotingsvergadering 9 november 2006 38 "Amendement 7. Amendement Onderwijshuisvesting. Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2007 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat er overeenstemming is tussen gemeente en schoolbesturen om de problemen in de onderwijshuisvesting de komende jaren aan te pakken op basis van een gezamenlijk op te stellen meerjarenplan . dat de schoolbesturen een groot vertrouwen stellen in de gemeente door hun bezwaren tegen afwijzing van lopende aanvragen op de plank te leggen, en door akkoord te gaan met het uitstellen van een beslissing over de aanvragen voor 2007 tot het voorjaar . dat het te verwachten is dat het op te stellen meerjarenplan een significante verhoging van de investeringen zal vragen Besluit . Het college opdracht te geven in programma 4 voor 2007 ¿ 1.000.000,-- extra beschikbaar te stellen voor onderwijshuisvesting . De ¿ 1.000.000,-- te dekken door de 'Storting in reserve Brainport' (programma 8) te spreiden over 2007, 2008, 2009 en 2010 En gaat over tot de orde van de dag." Dit amendement is ondertekend door de heer Van der Made. "Motie 19. Motie Parkeergarages Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2007 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat de huidige gemeentelijke parkeergarages nog altijd niet kostendekkend zijn . dat de bouwen exploitatie van nieuwe parkeergarages grote financiële risico's met zich meebrengt Draagt het college op . voor nieuwe parkeergarages zijn uiterste best te doen om de bouwen exploitatie aan een externe partij uit te besteden . uiterlijk voor de behandeling van de begroting 2008 de gemeenteraad een notitie aan te bieden aangaande de mogelijkheden en consequenties van verkoop en/of uitbesteding van exploitatie van de bestaande gemeentelijke parkeergarages En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made. "Motie 20. Motie Gratis Openbaar Vervoer. Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2007 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 9 november 2006, Overwegende . dat in verschillende steden initiatieven worden gestart om het openbaar vervoer gratis te maken voor bijvoorbeeld ouderen en kinderen . dat gratis openbaar vervoer gebruikt kan worden om voor doelgroepen de mobiliteitskansen te vergroten en deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen Draagt het college op . zich met een positieve insteek te beraden op de mogelijkheden om in Helmond te experimenteren met gratis openbaar vervoer Begrotingsvergadering 9 november 2006 39 . uiterlijk 31 maart 2007 de gemeenteraad een voorstel aan te bieden voor een dergelijke proef, dan wel een heldere argumentatie waarom het college dit niet zinvol acht En gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat ik gelijk heb gekregen, want ik had tegen de griffier gezegd dat er 20 moties zouden komen. Daarom vraag ik de heer Ferwerda zich te beperken, anders krijg ik problemen met mijn griffier! Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen. De heer DAMEN (WD): Voorzitter! Hoe staat de fractie van Groenlinks tegenover het feit dat, als de parkeergarages particulier uitbesteed worden, de tarieven wellicht hoger worden dan wanneer het gemeentelijke parkeergarages zouden blijven? De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Dat zou onze fractie aanvaardbaar vinden. Wij achten dat in elk geval aanvaardbaarder dan de situatie dat de hele Helmondse gemeenschap bij- draagt aan eventuele tekorten op de exploitatie van de parkeergarages. De heer DAMEN (WD): Accepteert de heer Van der Made de mogelijkheid dat particulieren fail- liet gaan? De heer VAN DER MADE (GL): Ik begrijp dit punt niet. De heer DAMEN (WD): Als de parkeergarages duurder worden, zullen de Helmonders en de mensen die van buiten Helmond naar het centrum komen, naar de goedkopere parkeergarages gaan, waardoor de kosten van de particuliere parkeergarages niet door voldoende inkomsten gedekt worden en de eigenaren failliet gaan. De heer VAN DER MADE (GL): Ik begrijp dit punt nog steeds niet, voorzitter. De heer FERWERDA (D66): Alleen vanwege het feit, voorzitter, dat ik zou willen dat u voor wat het aantal moties betreft geen gelijk zou krijgen, zou ik nu nog een motie moeten maken, maar dat red ik niet. Ik heb er geen. Als je acht minuten spreektijd hebt, moet je je kunnen beperken. Ik was overi- gens niet van plan om in acht minuten een tekst van vijftien minuten af te raffelen. Allereerst iets over de begroting zelf. De begroting is sluitend. Wij hebben al jaren een sluitende begroting en ook de begroting 2007 ziet er ook voor de langere termijn solide uit. Dat is een con- statering waarmee wij als stad tevreden mogen zijn. Punt van zorg is wel dat de lastendruk voor de burger toeneemt. Dat dient onzes inziens scherpt in de gaten te worden gehouden. Ook het college zelf onderschrijft dit. Ook de beleidskeuzes voor de langere termijn kennen een continue lijn. Ik had even de ver- wachting - wellicht de vrees - dat door de PvdA-deelname aan het college anders zou worden, maar dat blijkt reuze mee te vallen. Wellicht hier en daar een accentverschilleije: ik proef wat meer nadruk- kelijke aandacht voor preventie in het kader van de armoedebestrijding, en vooral meer behoefte aan regievoering vanuit de gemeente. Maar daar blijft het dan ook wel bij. Van een duidelijke koers- wijziging richting rode vaandel lijkt mij geen sprake te zijn. Dat roept natuurlijk de vraag op of het in het Helmondse wat uitmaakt welke politieke kleuren er in het college zitten. Mijn enige hoop wat dat betreft is nog gevestigd op de SP, maar die lijkt ten minste 10 zetels nodig te hebben om in het dagelijks bestuur te gaan zitten. Een puntje van tevredenheid, voorzitter. Wij zijn blij dat u onze visie deelt dat er weinig vrouwen in de top van de ambtelijke organisatie zitten en dat u dit zelf ook wel wilt veranderen. Ook zijn wij blij dat u onze visie deelt dat de nodige aandacht besteed gaat worden aan het alcoholprobleem bij jongeren. Motie 4 van de CDA-fractie over dit onderwerp zullen wij graag ondersteunen. Ontevreden zijn wij over de handhaving c.q. aanscherping van die betuttelende 5% reserve- regeling bij gesubsidieerde organisaties. Ik voorspel u dat er allerlei formules zullen worden bedacht om deze regeling te omzeilen. Verder zijn wij ontevreden dat u de mogelijkheid van meerjaren- contracten met de grotere gesubsidieerde instellingen niet wilt onderzoeken. Wij zullen daar in een Begrotingsvergadering 9 november 2006 40 ander verband zeker op terugkomen. Wij gruwen van dit paternalistische gedrag, dat uren van het ambtelijk apparaat en van instellingen vergt, zonder dat dit in verhouding staat tot de opbrengst. Ook uw behoudende visie met betrekking tot het openbaar vervoer en het afwijzen van enig experiment daarmee op lokaal niveau, vinden wij teleurstellend. Voorzitter, wij hebben een aantal vagen. Wij vernamen onlangs dat Fontys zich teruggetrokken zou hebben uit de Groene Campus. Als dit bericht waar is, is onze vraag hoe dat komt en wat dat betekent voor de opleiding en voor Helmond. Wij vragen het college of er al een visie is op de Annawijk. Bij de start van Suytkade hebben wij reeds benadrukt dat deze wijk veel aandacht vraagt, geklemd zittend tussen de nieuwbouw op de locatie Suytkade en het Stations kwartier, dat herontwikkeld wordt. Wij vernemen ook graag waar de ¿ 160.000,-- personeelskosten in het kader van het centrum- management aan besteed worden. Dat is uit de tekst niet op te maken. (Ik had daar graag een amb- tenaar over willen consulteren, maar deze zat niet op zijn plek.) En hoe zit het met de subsidie voor de stichting OGH? Dit is een burgerinitiatief dat toch krach- tige ondersteuning verdient, gezien de waarde voor het publieke domein. Ten slotte enige woorden over ons duale opereren en de relatie tussen raad en college. Een van de verworvenheden van het dualisme in de vorige raadsperiode vond ik de wijze waarop meer- derheden in de raad soms tot stand kwamen. Dat liep niet altijd via de lijnen van oppositie versus coa- litie. Wij waren juist zover om te constateren dat dat eigenlijk verouderde begrippen zijn. Daar schrok de toentertijd grootste oppositiepartij dan altijd weer van, want die riep dan: "moet je eens kijken wat voor scheuren er in de coalitie zitten", als fractieleden van collegepartijen tegen voorstellen van het eigen college stemden. Voorzitter, wat ik in de nieuwe raad tot nu toe meegemaakt heb, is het oude patroon: coalitie voor, oppositie teg'en. Ik zou toch mijn mederaadsleden willen oproepen om niet te stoppen met zelf na te denken en om de ruimte te nemen ook zelfstandig een oordeel te vellen; kortom, om zich in de politieke arena "meer als leeuw dan als lam" jegens het college op te stellen. Dat is overigens de titel van een boekje van Anne Vondeling, PvdA'er en ooit voorzitter van de Tweede Kamer, die zich destijds ook al ergerde aan het feit dat de Tweede-Kamerfracties allemaal zo braaf waren. Aan een brave raad, voorzitter, heeft niemand wat. Overigens hebben wij ook niets aan fracties die bij belangrijke thema's hun mond houden. Gollega's, maakt u van uw politieke hart geen moordkuil. Dat komt uiteindelijk de politieke besluitvorming alleen maar ten goede. En voor de nabije toekomst ligt er een aantal prachtige projecten klaar waarbij wij als raad interactief met burgers aan de slag kunnen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat alle fracties hun bijdrage hebben geleverd. Er zijn zeven amendementen en twintig moties ingediend, waarvan u inmiddels kopieën in uw bezit heeft. Het college gaat zich beraden over zijn beantwoording. In zijn tweede termijn zal het college de raad zijn advies meegeven over de ingediend amendementen en moties. Hierna schorst de VOORZITTER, om 15.46 uur, de vergadering tot 18.00 uur. (Tijdens deze schorsing zijn de heren Den Breejen en Chahim ter vergadering gekomen.) De VOORZITTER heropent de vergadering en verleent het woord aan de heer Bethlehem. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Allereerst dank ik de raad voor de complimenten die, direct of indirect, zijn gegeven voor de wijze waarop de begroting is samengesteld, in het bij- zonder voor het feit dat de gemeente weer een sluitende begroting heeft. De heer Ferwerda zei nog eens expliciet dat dit al jarenlang het geval is. Wij zijn daar als gemeente aan gewend en ook mee verwend, want niet alle gemeenten slagen erin de begroting sluitend te krijgen. Het sluitend maken van de begroting was een opdracht die het college zichzelf heel nadrukkelijk had opgelegd bij de voorbereiding van de voorliggende begroting. Ik zal allereerst reageren op de opmerking waar ik het meest van schrok. Deze kwam van de heer Dams van de WD-fractie. De heer Dams zei de indruk te hebben dat er niet voldoende aandacht besteed was aan de beantwoording van de vragen, in het bijzonder de vragen van de WD-fractie. Daarop heb ik de ambtenaren gevraagd na te gaan of dit inderdaad het geval was. Bij ons bestaat echter de indruk dat, op een enkele vraag na, vrijwel alle vragen van de WD-fractie beantwoord zijn. De heer DAMS (WD): Daarover verschillen wij dan duidelijk van mening. Begrotingsvergadering 9 november 2006 41 De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik stel voor dat wij na afloop van deze begrotingsverga- dering een afspraak maken om een en ander even na te lopen. Volgens ons gaat het om een enkele vraag die niet is beantwoord en wij zijn ons zeker niet van enige kwade opzet bewust. Ik hoop dat dit een eenmalig gebeuren zal blijken te zijn. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! De heer Dams stelde een heel ernstig punt aan de orde. Daarom zou ik willen voorstellen dat een gesprek hierover geen onderonsje blijft tussen de heer Bethlehem en de heer Dams. Mijn verzoek is dat de vragen die open zijn blijven staan, geregistreerd worden, dat ook de antwoorden zijdens het college geregistreerd worden en dat wij als raad ver- volgens het verslag krijgen van deze vragen en de antwoorden die het college daar alsnog aanvullend op wil geven. Vervolgens kunnen wij bekijken of dit verslag eventueel nog aanleiding geeft tot enige discussie. De heer DAMS (WD): Dank voor mijn antwoord, mijnheer Tielemans! De heer BETHLEHEM (wethouder): In aanvulling hierop: wij zullen het doen zoals de heer Tielemans het heeft verwoord. Er zijn vragen gesteld over het verschil tussen het totaalbedrag van de voorliggende begroting met het totaalbedrag van de vorige begroting. Ik wijs erop dat het antwoord hierop al schriftelijk gege- ven is. De verschuiving is teweeggebracht doordat post 880, grondexploitatie, erbij is gekomen. Er is gevraagd naar de meetbare doelstellingen. Het college heeft kenbaar gemaakt dat wij bij de huidige begroting veel nadrukkelijker op effectmeting willen gaan sturen. Dat betekent dat de kern- getallen dan wel kerncijfers aan herijking toe zijl"!. Op dit moment zijn de kerngetallen aan herijking onderhevig. Het lijkt ons logisch om in het kader van de voorjaarsnota de kerngetallen op te voeren, zodat de raad op dat moment kennis kan nemen van de eventueel nieuwe kerngetallen in de begro- ting. Daardoor krijgt de raad meer mogelijkheden om op resultaat te sturen, mogelijkheden waarnaar de raad in het verleden heeft gevraagd. Ook vanmiddag is weer gevraagd naar het inzetten van dan wel schuiven met budgetten. De heer Van Mullekom ging nogal negatief in op de schriftelijke beantwoording door het college. Ons antwoord is echter niet negatief bedoeld. In principe staat niet het schuiven met budgetten ter discus- sie. Wel hebben wij een dusdanige systematiek ontwikkeld, dat wat ons betreft verschuiving niet aan de orde is, tenzij de raad het beleid echt wil veranderen en substantiële bedragen wil toevoegen aan andere budgetten. Als de raad bijvoorbeeld wil dat er wat grotere budgetten naar de wijken toe gaan, dan zal dat goed onderbouwd moeten gebeuren om te voorkomen dat er oncontroleerbare zaken gaan gebeuren. Het antwoord is dus niet zo negatief bedoeld als de heer Van Mullekom het stelde. Op het terrein van financiën is gevraagd naar meerjarige contracten voor gesubsidieerde instel- lingen en de relatie tussen de subsidie en de opbrengst. Ik wijs erop dat wij wel degelijk meerjarige afspraken maken met organisaties. Wij zijn bezig de subsidieverordening te herzien en misschien heeft dat de opmerking opgeroepen. Ook in de herziene verordening worden mogelijkheden op- genomen tot het maken van meerjarige afspraken. Zeker als het instanties zijn waar een personele formatie aan vastzit, zijn wij altijd zeer terughoudend met het onaangekondigd aanbrengen van grote fluctuaties in de subsidiebedragen. Bij het college leeft wel degelijk de zorg om de zaken op orde te houden. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Het punt dat ik wil maken is, dat wij een heel circus hebben opgebouwd rond het indienen van nieuwe plannen door instellingen, inclusief een nieuwe begroting, het afleggen van verantwoording en wat dies meer zij. De organisaties moeten die zaken voor 1 april af hebben. In de praktijk betekent dat men daar al in januari mee moeten beginnen. Daar zit een groot aantal uren in, zowel aan ambtelijke zijde als aan de zijde van de organisaties. In mei begint dan de cyclus van gesprekken over alle genoemde zaken. Waarom wordt niet gekozen voor een model waarbij de effectiviteit van de te besteden uren groter wordt gemaakt? Er zouden meer- jarenafspraken gemaakt kunnen worden, waarbij gemeente en organisatie elkaar één keer per jaar spreken over de afgesproken doelstellingen. De instelling zou voor de realisering van deze doel- stellingen een bepaald budget voor een periode van twee of drie jaar kunnen krijgen, maar zal het verder zelf moeten rooien. De 5%-regeling zou dan opgeheven kunnen worden, omdat alle risico's in die periode voor de betrokken instelling zijn. Dat lijkt mij een veel makkelijker methodiek dan de methodiek die nu wordt gehanteerd, met dat hele circus eromheen. De vraag is wat dit uiteindelijk oplevert. De vele tijd die dat niet alleen ambtelijk maar zeker ook het particulier initiatief kost, kan veel beter worden besteed, is mijn stelling. Begrotingsvergadering 9 november 2006 42 De heer BETHLEHEM (wethouder): Voor een deel hebben wij in het verleden al op de aan- gegeven manier gewerkt. Ik wijs erop dat wij binnen verschillende onderdelen van de subsidie- verordening heel nadrukkelijk de omslag maken naar productafspraken. Wij maken met de instellingen bepaalde resu Itaatafspraken , waar wij in het verleden vaak alleen beleidsafspraken maakten. Als je een instelling vraagt ergens voor te zorgen, dan ligt het ook meer voor de hand dat je meerjarige af- spraken met elkaar maakt. De heer FERWERDA (D66): Staat het een het ander niet in de weg? Als er jaarlijks een toetsingsmoment is, kun je het over de resultaten hebben. De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat klopt. Ik zei al dat wij begonnen zijn om ook intern een omslag te maken, waarbij wij met de gesubsidieerde organisaties product- en werkafspraken maken. Op termijn kom je als "going concern" tot bepaalde vaste afspraken en dan ga je met elkaar specifiek alleen datgene bespreken wat nieuw is binnen de betrokken organisaties. Daar zal op termijn een tijdsbesparing uit te halen zijn. Ik denk dat wij deze omslag nodig hebben, omdat de raad graag op uit- komst en resultaat wil sturen. Omtrent de 5%-regeling die op het welzijnsterrein speelt, hebben wij een extern advies gevraagd. Onze vraagstelling was hoe wij daar als gemeente zuiver mee zouden kunnen omgaan en of een dergelijke regeling wel nut of noodzaak dan wel zin zou hebben. Het rapport is inmiddels binnen en wij zijn bezig het te bekijken en zaken nader uit te werken. Dat zal nog enige tijd vergen, want de hele verordening zal nog tegen het licht gehouden moeten worden en doorgerekend moeten worden op de consequenties. Als wij de verordening hebben bijgesteld, komen wij er zo snel mogelijk mee naar de raad toe, zodat wij daarover met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Er is een opmerking gemaakt over de budgetten voor het Grotestedenbeleid. Ik hoop niet dat de indruk is ontstaan dat wij bezig zijn met een herziening van het Grotestedenbeleid. Het gaat meer om een momentopname: waar staan wij nu, welke doelen hadden wij ons gesteld en zitten wij nog op de juiste koers? Waarschijnlijk zal er in 2009 op landelijk niveau een herijking van het Grotestedenbeleid plaatsvinden. Dat kan inhouden dat bepaalde subsidiestromen verdwijnen dan wel veranderen. Wij willen proberen in 2009 zo goed mogelijk af te sluiten. Dat is de reden voor de tussentijdse herijking. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Mogen wij de cijfers van een der- gelijke tussentijdse herijking zien? Of vindt de wethouder dat een herijking puur des colleges is? De heer BETHLEHEM (wethouder): Nee, als de herijking klaar is en mevrouw De Voogd wil de cijfers zien, dan wil ik daar best mee naar de commissie komen. Dan kom ik aan wat onderwerpen van de portefeuille vastgoed. Gevraagd is naar een eventueel gebruik van vrijgekomen ruimtes in 't Speelhuis door verschil- lende stedelijke organisaties. Op dit moment zijn wij bezig met een onderzoek naar het gebruik van de ruimte en de mogelijkheid om o.a. het Brabants Instituut voor School en Kunst (BISK), dat naar een andere accommodatie wil, in 't Speelhuis te huisvesten. Mogelijk kan er nog een andere organisatie geplaatst worden. Het onderzoek daarnaar loopt nog. Mocht de uitkomst daarvan uiteindelijk negatief uitvallen, dan kunnen wij discussiëren over de vraag of er andere organisaties gebruik kunnen maken van ruimtes in 't Speelhuis. Ik wil niet op deze discussie vooruitlopen, omdat het college graag inzet op handhaving van het BISK in Helmond, zeker in een gebouw als 't Speelhuis. Om te voorkomen dat er al te hoge verwachtingen worden gewekt, wil ik alvast zeggen dat wij alleen aandelen van Essent en niet van NUON hebben. Wij hebben 33.000 aandelen van één euro. Men zal begrijpen dat een dergelijk pakket geen al te grote opbrengst voor de gemeentelijke begroting zal opleveren. Ik hoop dus dat men daar geen gouden bergen van verwacht. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Die verwachtte ik ook niet. Ik heb iets over de opbrengst uit deze aandelen gezegd, omdat de WMO mij heel na aan het hart ligt. Eigen- lijk had ik alleen maar de klok horen luiden en wist ik echt niet om hoeveel geld het zou kunnen gaan. De heer BETHLEHEM (wethouder): Misschien is het wel genoeg geld voor de nieuwe klok in de Lambertustoren! Tot slot een opmerking over de kerntakendiscussie. Er is weer een kerntakendiscussie opgevoerd, die met name gericht zou moeten zijn op de uit- besteding van taken. Wij hebben al een aantal keren de uitbesteding van taken door de gemeente onderzocht. De gemeente Helmond heeft in het verleden al behoorlijk wat werkzaamheden uitbesteed Begrotingsvergadering 9 november 2006 43 en de gemeente heeft dan ook een vrij slanke ambtelijke organisatie, als wij een vergelijking maken met andere gemeenten in den lande. Op dat punt denken wij dat er weinig te verdienen valt. Zelf heb ik drie kerntakendiscussies meegemaakt; twee keer als raadslid en één keer als wethouder. Meestal kwamen wij erachter dat wij als gemeente al het nodige deden en er graag nog heel veel bij zouden willen doen. Het waren eigenlijk nooit discussies die uitbesteding van werkzaamheden opleverden. Ik verwacht op dat punt dan ook weinig heil en zegen van weer een kerntakendiscussie. Dan kom ik aan het onderdeel cultuur. De PvdA-fractie vraagt om een formulering van het cultuurbeleid voor de toekomst, en dan spe- ciaal gericht op jongeren. Naar mijn mening vraagt men daarmee om een verbreding van de discussie die wij op dit moment voorbereiden rondom Plato. Ik wil dan ook voorstellen om de discussie over het cultuurbeleid voor jongeren te gaan voeren nadat wij de discussie rondom Plato hebben afgerond. Dat zal dan mooi synchroon kunnen gaan lopen met de 13-plus-discussie, die nog gevoerd gaat worden in het kader van het jeugdbeleid. Wellicht kunnen wij tot een mooie combinatie komen. Wij nemen de suggestie van de PvdA-fractie dus graag mee. Van de kant van Helder Helmond is de ludieke suggestie gedaan het dialect tot monument te verklaren. Zoals ik in mijn antwoord in eerste instantie al heb gezegd, wacht ik alle interessante sug- gesties en initiatieven af. De gemeente zal in dezen echter niet nadrukkelijk het voortouw nemen. Tot slot van het onderdeel cultuur het Orgelhuis. Ik heb begrepen dat de heer Tielemans al flink bezig is geweest met het volgen van danseursussen om de opening van het Orgelhuis te kunnen ver- richten. Ik weet dat hij daar een stevig trainingsprogramma voor volgt en kan het duidelijk zien aan zijn postuur, dat er al aardig slank en strak uitziet. Ik ben er zeker van dat hij er honderd procent op is voorbereid om samen met mevrouw De Voogd de dansvloer op te gaan. Als je een danseursus volgt, leer je een bepaalde dans die wordt aangeduid met "quick-quick-slow". De heer Tielemans heeft het "quick-quick" meegemaakt, maar op dit moment is het "slow". Even serieus: op dit moment kunnen wij niet verder met het Orgelhuis. Het zag er allemaal goed uit, maar men zal in de krant hebben kunnen lezen dat Bavaria problemen ziet die niet alleen van bouwkundige aard zijn, maar ook gelegen zijn in de exploitatie. Wij zijn erover met elkaar in gesprek en wij hebben binnenkort een afspraak met Bavaria om te proberen uit de impasse te komen. Het is ons wel iets waard om op korte termijn duide- lijkheid te hebben over de toekomst van het Orgelhuis. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik vind een grapje prima, maar ook wat mij betreft nu even zonder gekheid, want de zaak is te serieus om met grapjes af te doen. De wethouder zegt dat Bavaria bouwkundige gebreken ziet... De heer BETHLEHEM (wethouder): Nee, geen gebreken, maar problemen. Het gaat om het belendende pand. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Het gaat inderdaad om het belendende pand. Ik heb in mijn eerste termijn al gesteld dat de bouwvergunning ter visie heeft gelegen. Daar zijn toen geen bezwaren tegen binnengekomen, ook niet van de buren. Dat betekent dat de bouwvergunning onherroepelijk is. Dat kan het probleem dus niet zijn. Dat de buurman wakker schrikt nadat de bouwvergunning onher- roepelijk is geworden, kan ik mij voorstellen, want zoiets komt wel vaker voor binnen de goegemeente. De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat is bekend. Wij hebben een afspraak met Bavaria en gaan bekijken hoe wij de zaak zo snel mogelijk weer vlot kunnen trekken. Ik kom nu aan de bespreking van de moties die betrekking hebben op onderdelen uit mijn portefeuille. In motie 8 van de WD-fractie, die gaat over de ¿ 3 miljoen die wordt geparkeerd voor het voor- jaarsoverleg, wordt gevraagd vooraf door een commissie de kaders te laten stellen voor de aanwezige budgetruimte. Het college wil deze motie overnemen... De heer VAN BOKHOVEN (HH): Volgens mij spreekt de wethouder nu over motie 9. De VOORZITTER: Motie 8 en motie 9 betreffen hetzelfde onderwerp. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Juist, voorzitter. Maar motie 8 is ingediend door de SDH-OH- fractie en motie 9 door de WD-fractie. De heer BETHLEHEM (wethouder): De moties 8 en 9 hebben dezelfde inhoud. Ik wijs erop dat er snel gehandeld moet worden, omdat het college in januari al moet beginnen met de voorbereiding. Begrotingsvergadering 9 november 2006 44 Het lijkt mij goed dat via de griffie nog even de discussie wordt gevoerd over de samenstelling van een commissie die zich over dat vraagstuk zal buigen. De raad is zelf mans genoeg om daar invulling aan te geven. Er zijn al wat namen genoemd voor deze commissie en ik vind een commissie-Dams 2 wel een heel aardige suggestie. De heer Dams had, met zijn commissie-Dams, de ondankbare taak om bezuinigingsvoorstellen te doen. Het lijkt mij een goede zaak als de heer Dams met een volgende commissie plusvoorstellen kan doen, dan kan hij misschien de plussen en de minnen combineren. De heer DAMS (WD): Deze andere rol vraagt ook andere competenties, voorzitter! De VOORZITTER: U wilt iemand zoeken die beter kan uitgeven? Ik zie dat de heer Smits zich meldt! De heer SMITS (HB): Wat geld uitgeven betreft, voorzitter: dat doe ik natuurlijk graag. Misschien is het een goede suggestie de commissie middelen, ondersteuning en economie aan te wijzen als het gremium om voorstellen voor te bereiden. Daarin zijn alle fracties vertegenwoordigd. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Ik zie de uitkomst van de discussie hierover graag tegemoet. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Het lijkt mij een aangelegenheid die uitstekend aan de orde kan komen in het presidium. Ik wijs erop dat het gaat om een heel andere taak en rol - de heer Dams wijst daar terecht op - dan de eerder genoemde commissie-Dams had te vervullen. Toen moest er pijn verdeeld worden en moesten er bezuinigingen weggezet worden. Ik bemerkte destijds tot mijn spijt dat enkele fracties daarvoor wegliepen. Ik schat in dat, nu er weer wat te verdelen valt en Sinterklaas weer uit de kast kan komen, raadsbreed de bereidheid aanwezig is te participeren in de commissie die zich daarmee gaat bezighouden. Dat is een mooi vooruitzicht! De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! De heer Tielemans is misschien vergeten dat in het laatste jaar dat wij als PvdA in de rol van oppositiepartij in de Helmondse raad zaten, wij al hebben voorgesteld om te komen tot een commissie-Dams 2, een commissie die niet was bedoeld om geld uit te geven. De toenmalige coalitiepartijen gaven daarop niet thuis. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik zou het geheugen van de heer Den Breejen even willen op- frissen.. . De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij deze historische bekentenissen bewaren totdat het onderwerp zelf aan de orde is. Dan kunnen wij ook zien of de gevluchten weer in de kooi zijn terug- gekeerd. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Daar ben ik van overtuigd, voorzitter! De VOORZITTER: Wij zullen de discussie voorbereiden in het presidium en afkaarten in een van de commissies. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Motie 14, ingediend door de fractie van Helder Helmond, heeft als onderwerp Helmond culturele hoofdstad in 2018. Het college vindt dit een heel sympathieke motie en heeft daar in eerste instantie in deze zin op geantwoord. Wel willen wij het verzoek uit de motie terugleggen bij de raad. Er zijn verschillende manieren om geld te reserveren. Een daarvan is om standaard ¿ 0,10 per inwoner ter beschikking te stellen. Er zijn echter ook nog andere vormen te bedenken. Het college is benieuwd of de raad deze motie en, zo ja, in welke vorm, overneemt. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ook ik vind de motie sympathiek. Wij weten echter dat de middelgrote gemeenten de grootst mogelijke moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen, ook nu het economisch wat beter gaat, terwijl de provincie bekend staat als zijnde schatrijk... De heer BETHLEHEM (wethouder): Ja, de provincie heeft ¿ 250 miljoen netto over. De heer TIELEMANS (SDH-OH): ... niet in het minst dankzij de revenuen van het aandeel- houderschap Essent. Is het dan te veel gevraagd dat de provincie, die het onderwerp met verve op de Begrotingsvergadering 9 november 2006 45 agenda wil zetten en ook zelf de kar wil trekken, eveneens de financiële implicaties voor haar rekening neemt? Volgens mij is dat niet te veel gevraagd. De heer BETHLEHEM (wethouder): Zoals men zal weten, is het gebruikelijk dat binnen de provinciale subsidiëring een stuk cofinanciering gevraagd wordt. Ik vind de suggestie van Helder Helmond om voorzichtig wat te sparen dan ook niet verkeerd. Het zijn van culturele hoofdstad zal zich in 2018 afspelen, wat betekent dat wij tegen die tijd ¿ 100.000,-- gespaard kunnen hebben. Tussen- tijds zijn wij ook bezig met het onderwerp culturele hoofdstad. Wij krijgen ook nu al geld van de provin- cie voor extra activiteiten of om te proberen bestaande activiteiten op een hoger niveau te brengen. Op die manier kan het uiteindelijk aantrekkelijk worden om Helmond tot culturele hoofdstad te kiezen. Nogmaals: wij staan sympathiek tegenover de motie. De heer RIETER (HH): Voorzitter! In reactie op de woorden van de heer Tielemans wil ik erop wijzen dat wij in de toekomst als Helmond een promotionele slag kunnen slaan. Door daar goed op te anticiperen kunnen wij nu al bekijken hoe wij het Helmondse culturele verhaal naar voren kunnen brengen tegen de tijd dat de keuze voor culturele hoofdstad speelt. Het kan geen kwaad om daar al- vast een potje voor te creëren. De VOORZITTER: U heeft hierom ook al in eerste termijn gevraagd en uw punt toegelicht. Het college heeft, ook in eerste termijn, geantwoord dat wij niet onsympathiek staan tegenover het idee dat Helmond culturele hoofdstad wordt. Dit standpunt is niet gewijzigd. De heer RIETER (HH): Wij wachten de verdere discussie hierover af. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Ik kom aan motie 15, eveneens ingediend door Helder Helmond, met betrekking tot de leegstaande ruimtes in 't Speelhuis. Ik heb eerder in mijn betoog gezegd dat wij bezig zijn met een onderzoek naar het gebruik van 't Speelhuis. Om die reden ontraad ik namens het college deze motie. Mocht het onderzoek op niets uitlopen en zou het BISK daar niet gevestigd worden, dan komen wij terug naar de raad. Motie 17 van Helder Helmond betreft een tijdelijk uitstel van de reclameheffing. In een vragen- uurtje ben ik, naar aanleiding van vragen van de heer Smits, uitgebreid op dit onderwerp ingegaan. Ik vrees herhaling van zetten als ik nu weer over deze kwestie zou beginnen en zal dat dan ook niet doen. Het is iets dat men zelf georganiseerd heeft. Ik heb de onderbouwing gegeven en wil namens het college motie 17 ontraden. Tot slot het advies van het college over amendement 2, het opzetten van een egalisatiereserve WMO, ingediend door de SDH-OH-fractie. Ook al loopt er een discussie over de vraag of de middelen toereikend zijn voor de uitvoering van de WMO, ik blijf erbij dat wij een verkeerd signaal aan het Rijk afgeven als wij als gemeente nu al gaan reserveren om mogelijke toekomstige tegenvallers in het kader van de uitvoering van de WMO op te vangen. Dan maken wij het wel erg gemakkelijk voor het Rijk om de bezuiniging door te zetten. De gemeente Helmond is qua leeftijdsopbouw een redelijk jonge gemeente en kent minder vergrijzing dan andere gemeenten. Daardoor zullen de kosten voor de WMO in Helmond waarschijnlijk lager uitvallen dan elders. Verder hebben wij een aardige aan- besteding gehad en starten wij met kosten die eveneens lager zijn dan elders het geval is. Vooralsnog ben ik van mening dat wij de discussie over hoe wij de tekorten denken aan te vullen, moeten gaan voeren op het moment dat die tekorten eraan komen. Ik wijs er nogmaals op dat wij met het Rijk af- spraken gemaakt hebben over 2007 en 2008. Aangekondigd is dat het jaar 2008 het reparatiejaar zal zijn, toen bleek dat alle gemeenten dezelfde vraagtekens plaatsten bij de financiële kant van de invoe- ring van de WMO. Ik heb de indruk dat de discussie die nu landelijk gevoerd wordt, iets te vroeg plaatsvindt. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Regeren is vooruitzien, is een bekend gezegde. Vandaag vindt in Den Haag de ledenvergadering van de VNG plaats. Omdat wij vandaag vergaderen over de begroting voor het komende jaar, zijn wij verhinderd deze ledenvergadering bij te wonen. Dit Iaat onverlet dat daar vanmiddag namens de G-27 het woord is gevoerd, dus inclusief Helmond, door wethouder Don van de gemeente Eindhoven. Deze heeft daar een sterk pleidooi gehouden voor her- ziening van de afspraken tussen het Rijk en de gemeenten. Hij heeft concreet voorgesteld om voor 2007 een andere systematiek te hanteren, namelijk de systematiek van declareren op eindbasis, dus achteraf, en onderweg naar 2008 nieuwe verdeelsleutelafspraken te maken. Daarmee is naar mijn mening aangetoond - voor mijn part noemt men dat een kwestie van voortschrijdend inzicht - dat gaandeweg bij de G-27 (en ook bij anderen) steeds helderder op het netvlies is komen te staan dat wij Begrotingsvergadering 9 november 2006 46 dreigen vast te lopen bij ongewijzigd beleid. Dan vind ik het verstandig om, vooruitlopend op de invoe- ring van de WMO en op de zorgen die breed geuit worden, alvast wat geld opzij te zetten, zonder dat dit pijn doet. Gezien de dekking die wij in ons amendement voorstellen, doen wij niets en niemand tekort. De heer BETHLEHEM (wethouder): Nogmaals: het lijkt mij niet het moment om nu al en op voorhand een stuk pijn bij het Rijk weg te nemen. Ik weet dat een aantal gemeenten al geld heeft gereserveerd. Breda heeft dat gedaan tot een bedrag van ¿ 10 miljoen. Ik denk dat daarmee een ver- keerd signaal wordt gegeven. Toen wij in eerste instantie aan de slag gingen met de nieuwe WMO, hadden wij de indruk dat er nadelen en voordelen aan de uitvoering verbonden zouden zijn. Wij dachten echter ook dat wij als gemeente een zodanige invloed op het beleid zouden kunnen uit- oefenen, dat wij uiteindelijk met de op dat moment bekende bedragen zouden kunnen uitkomen. Ik blijf bij mijn standpunt dat nu spreken over reservevorming ten behoeve van de uitvoering van de WMO, te vroeg is. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik blijf het daarmee oneens. Daarbij baseer ik mij op de tweede Berap. In de paragraaf over de WMO op pagina 20 en 21 schrijft het college dat het ermee rekent dat er nog grote niet voorziene investeringen zullen moeten volgen. Verder is geen rekening gehouden met uitgaven ten behoeve van de nodige training van personeel. Kortom: ik denk dat de tweede Berap aanknopingspunten genoeg bevat om, vooruitlopend op de invoering van de WMO, alvast enige reserve te vormen. Deze argumenten heb ik in mijn tweede termijn al genoemd, maar ik breng ze hier nog eens graag voor het voetlicht, niet zozeer om de wethouder te overtuigen, want die blijft duidelijk op zijn standpunt staan, maar om de raad te overtuigen. De VOORZITTER: U bent inderdaad bezig met een herhaling van zetten, mijnheer Tielemans. Al uw argumenten zijn al ter tafel geweest en u kent het standpunt van het college. Het is straks aan de raad om een oordeel over amendement 2 uit te spreken. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Maar voorzitter, als er geïnterrumpeerd wordt, is dat niet altijd om met het college van gedachten te wisselen. Het kan heel goed zijn dat men in de raad onderling nog eens de argumenten wil uitwisselen en tegen het licht wil houden. De ruimte daarvoor moet u vanavond wel geven, anders is er geen sprake van een debat door de raad. De VOORZITTER: U herhaalt de argumenten in de veronderstelling dat de raad eerder niet geluisterd heeft. Dat vind ik een verkeerde veronderstelling. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat is uw interpretatie, voorzitter, maar het is een onjuiste interpretatie. Wij zitten hier met elkaar om argumenten uit te wisselen... De VOORZITTER: Die zijn uitgewisseld. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat maakt u niet uit, voorzitter, dat maakt de raad uit! U ziet er op toe, dat het debat ordentelijk verloopt. De VOORZITTER: Als iedereen tot twee of drie keer toe dezelfde argumenten herhaalt, draagt dat niet bij aan het debat. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik heb een nieuw element ingebracht door te refereren aan de uitkomst van het overleg in VNG-verband, dat in de ledenvergadering van vanmiddag in Den Haag heeft plaatsgevonden. Deze uitkomst heb ik in mijn bijdrage van vanmiddag niet genoemd, want die was op dat moment bij niemand bekend. Ik doel nu op de inbreng van wethouder Don namens de G- 27... De VOORZITTER: Daarover is uitvoerig bericht via Omroep Brabant. Dat hebben wij allemaal kunnen horen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, dat hebben wij niet kunnen horen, want wij zaten alle- maal hier! Begrotingsvergadering 9 november 2006 47 De VOORZITTER: Om half een vanmiddag, toen ik vanuit Tilburg richting Eindhoven reed, was het nieuws op de radio. Dat is dus niet tijdens het debat van de raad van vanmiddag geweest. En dan nog ging het alleen om een ledenvergadering van de VNG. De heer FERWERDA (D66): Het kan volgens mij wel zijn, voorzitter, zoals de heer Tielemans het zegt. U bent nogal scherp vanavond, maar ik denk dat ik nog een vraag over dit onderwerp zou mogen stellen aan de heer Tielemans. De VOORZITTER: Dat mag u doen. De heer FERWERDA (D66): Dat dacht ik al! Het argument van het college tot nu toe is steeds geweest dat de gemeente om tactische redenen geen reserve voor de uitvoering van de WMO zou moeten gaan vormen. Verder heeft het college gezegd dat, als er in 2007 financiële problemen zou- den ontstaan, een voorschot zal worden genomen op het budget van 2008. Mijn vraag aan de heer Tielemans is waarom volgens hem deze toezegging van het college niet voldoende is. De heer DAMS (WD): Voorzitter! In aanvulling op de vraag van de heer Ferwerda zou ook ik de heer Tielemans een vraag willen stellen. Als ik het wel heb, stond bij de egalisatiereserve aangegeven dat daarop kon worden teruggekomen in het kader van de voorjaarsnota 2007. Mijn vraag is of het tactisch niet beter is om nu niet verder in te gaan op het amendement van de heer Tielemans en zijn fractie inzake het opzetten van een egalisatiereserve WMO, maar daarop terug te komen bij de behandeling van de voorjaarsnota, op het moment dat wij wellicht wat meer inzicht hebben in de ef- fecten van de WMO. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik moet ruiterlijk erkennen dat ik een jaar geleden zelf, maar toen vanuit de positie van wethouder financiën, gewezen heb op de verkeerde signaal- werking die zou kunnen uitgaan van het aanleggen van een reserve WMO vooruitlopend op de invoe- ring van deze wetgeving. Wij zijn nu een jaar verder en een aantal zaken kristalliseert zich steeds helderder uit. Dat heb ik niet uitgevonden: ik baseer mij op de signalen die wij daarover uit het veld krijgen en ook van de kant van het SRE vernemen. Vandaag nog is hierover een rapport van Price, Waterhouse en Cooper uitgekomen. Eveneens vandaag is hierover heel uitdrukkelijk iets ingebracht in de ledenvergadering van de VNG namens de G-27, dus ook namens de gemeente Helmond. Ik kan nu twee dingen doen: ik houd vast aan mijn standpunt van vorig jaar zonder rekening te houden met de ontwikkelingen vanaf die tijd en de signalen die sindsdien zijn uitgesproken, of ik houd daar niet aan vast en ga wél iets doen met deze ontwikkelingen en signalen. Dat laatste wil ik doen. Dan kan ik wachten tot de voorjaarsnota en de zaak voor mij uitschuiven zoals de heer Dams dat suggereert. Maar dan zouden wij ook moeten afspreken dat wij de andere moties en amendementen, ook die van de coalitie, vanavond niet afkaarten. Die zouden wij dan ook kunnen doorsluizen naar misschien wel de commissie-Dams 2, in het licht van de kaderstelling die de raad wil ten aanzien van de budgetruimte in de komende voorjaarsnota. Het is wat mij betreft "Gelijke monniken, gelijke kappen" en ik wil gelijk oversteken. De heer FERWERDA (D66): Mag ik het antwoord van de heer Tielemans zo samenvatten dat de reden van tactiek, gezien de stand van zaken, is vervallen? De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat is juist. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Mag ik hieraan bij interruptie toevoegen dat ik de argumentatie van de heer Tielemans niet erg sterk vind en dat hij blijkbaar slecht naar de wethouder heeft geluisterd? Deze heeft ten aanzien van de WMO duidelijke, concrete punten genoemd op grond waarvan in Helmond de effecten in mindere mate gelden dan elders het geval is. Daar gaat de heer Tielemans totaal niet op in. Ik vind dat hij zijn jasje wel heel snel omkeert, nu hij aan de andere kant van de collegetafel zit. De VOORZITTER: De heer Tielemans geeft aan de discussie in de ledenvergadering van de VNG een kleur die er niet aan gegeven mag worden. Aan de orde is het punt dat de VNG tot nu toe het onderhandelingsresultaat dat was bereikt met de minister, als uitgangspunt heeft willen nemen. Nadien zijn er nieuwe feiten aan het licht gekomen. Het ging er vandaag om in de ledenvergadering te laten vaststellen dat het VNG-bestuur de bereidheid moet hebben om opnieuw aan de onder- handelingstafel te gaan zitten. Als je op dat zelfde moment als gemeente uitspreekt alvast Begrotingsvergadering 9 november 2006 48 voorzieningen te willen treffen voor de uitvoering van de WMO - overigens moet de ledenvergadering van de VNG nog besluiten over voortzetting van de onderhandelingen - dan geef je een verkeerd signaal mee aan een VNG-delegatie die moet gaan onderhandelen met het desbetreffende departement. De redenen van tactiek zijn dus niet verdwenen, als je de situatie vergelijkt met die van een jaar geleden. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Daar verschillen wij van opvatting over, voorzitter! De VOORZITTER: Dat kan. De heer RIETER (HH): Voorzitter! In de commissievergadering heeft wethouder Boetzkes, die inhoudelijk bezien de uitvoering van de WMO in portefeuille heeft, gezegd dat hij ervoor stond dat niemand voor wat de WMO-voorzieningen betreft in de kou zou komen te staan. Dat zei hij in de richting van de SP-fractie die, in mijn eigen woorden gezegd, het budget vrij zou willen laten, zodat wij in alle WMO-aanvragen zouden kunnen voorzien. De wethouder heeft toen nadrukkelijk gezegd dat hij blij was dat de heer Rieter en hij op één lijn zaten. Dat zou ik hier graag willen onderstrepen. Wij wachten af hoe de wethouder, als hij in de problemen komt, in overleg met het college de nodige financiële middelen erbij kan krijgen. De VOORZITTER: Wethouder Boetzkes zal hier straks nog op terugkomen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Wij hebben de route daarvoor allang afgesproken, kan ik tot de heer Rieter zeggen. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Ik zou hier nog even op willen ingaan. Stel het amen- dement wordt aangenomen. Is daarmee dan beslispunt 6 van de Kadernota WMO van tafel? Wij staan op zich sympathiek tegen over het idee, maar wij willen er wel graag duidelijkheid over hebben. De heer BETHLEHEM (wethouder): Nee, dat punt is niet van tafel. Ik ontraad amendement 2. De heer DE VRIES (SP): Als amendement 2 wordt aangenomen, ontstaat de situatie dat er twee beleidslijnen recht tegenover elkaar staan. Hoe moeten wij dat zien? De heer BETHLEHEM (wethouder): Dan zal er opnieuw een inhoudelijke discussie in de com- missie moeten plaatsvinden. Een laatste opmerking over de WMO. Mevrouw De Voogd merkte op dat de situatie voor ieder- een gelijk zou blijven, waarbij zij waarschijnlijk refereerde aan de opmerking van de wethouder Boetzkes dat niemand in de kou zou blijven staan. Maar de eigenbijdrageregeling staat wel degelijk ter discussie. Die komt nog aan de orde in de raad, wanneer de raad de WMO-verordening gaat vast- stellen. In dat kader wordt de eigenbijdrageregeling, inclusief de hoogte daarvan, besproken. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ik heb mij waarschijnlijk wat ondui- delijk uitgedrukt. De wethouder heeft gelijk. De heer SMITS (HB): Voorzitter! De wethouder begon zijn betoog met een reactie op de vraag van onze fractie met betrekking tot het totaalbedrag van de begroting 2007, dat duidelijk hoger ligt dan het totaalbedrag van de begroting 2006. Ook wij hadden het idee dat product 880, grondexploitatie, daar de oorzaak van was. Toch heb ik daar nog een vraag over. In Nederland maken wij ons druk - met name de minister van financiën maakt zich daar druk over - over het totale EMU-saldo. Als wij dit soort dingen als gemeente gaan doen, denk ik dat wij een heel negatieve bijdrage leveren aan het totale saldo van Nederland. Nergens in de begroting heb ik het EMU-getal gezien dat wij als gemeente bijdragen aan het totaal. Anders gezegd: wordt het EMU-getal van onze gemeente - ik doel nu op het getal dat ontstaat door het ophogen van het begrotingsbedrag door middel van de grondexploitatie - negatief in relatie tot het EMU-getal dat de minister van onze gemeente verwacht? De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik heb dat getal niet paraat, maar ik dacht niet dat het negatief was. Ik zal de heer Smits daar nog over informeren. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Ik hoop niet dat wij onze grondexploitatie gaan stopzetten vanwege het EMU-saldo! Begrotingsvergadering 9 november 2006 49 De heer SMITS (HB): Het gaat mij erom dat wij aan de minister van financiën verantwoording hebben af te leggen met betrekking tot het EMU-getal. De VOORZITTER: De discussie daarover is gecorrigeerd en dit punt speelt inmiddels landelijk geen rol meer. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik was gekomen aan het eind van mijn beantwoording, voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Er zijn niet zo heel veel opmerkingen gemaakt over onderwerpen in mijn portefeuille. Dat zou erop kunnen duiden dat de raad ten aanzien van het veilig- heidsbeleid vertrouwen heeft in het gevoerde beleid, ook voor wat de toekomst betreft. De PvdA-fractie heeft een opmerking gemaakt over de overlast door veelplegers. Velen van u waren gisteren aanwezig bij de opening van het Veiligheidshuis. De heer VAN BOKHOVEN (HH): Zei u "velen", voorzitter? De VOORZITTER: Ja, u was er ook! In elk geval waren vrijwel alle fracties vertegenwoordigd. Een van de doelstellingen van het Veiligheidshuis is om, gegeven de situatie dat een aantal ketenpartners in een zelfde gebouw is gehuisvest, gecoërdineerd en geïntegreerd tot een efficiëntere aanpak te komen. Een van de speerpunten is de bestrijding van de overlast veroorzaakt door veelplegers. Ik heb er vertrouwen in dat wij dit speerpunt als partners binnen het Veiligheidshuis zorgvuldig zullen aanpakken en dat, door de samenwerking, de efficiency kan worden bereikt die nodig is om dit forse probleem te tackelen. De CDA-fractie heeft het college verzocht om komend voorjaar te komen met een notitie over de uitbreiding van de stadswacht. Die.zeg ik hierbij toe. Wij zullen volgend jaar sowieso de hele hand- havingsnota, beter bekend als de Vlindernotitie, evalueren. Voorafgaand daaraan zal ik u alvast infor- meren van de stappen die het college voornemens is te zetten met betrekking tot uitbreiding van de stadswachten. Van de kant van de SP-fractie - ook door andere fracties is dit punt genoemd - is gesproken over het democratischer maken van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Steeds opnieuw wordt dan gevraagd om te komen tot rechtstreekse verkiezingen, omdat democratisering alleen maar dan zou lukken. Los van de inhoudelijke discussie over de taakstelling van het SRE, leidt het houden van rechtstreekse verkiezingen tot een accent om te komen tot een vierde bestuurslaag. Dat is nu precies iets waarvan wij allemaal gezegd hebben dat wij dat niet willen. In de komende weken zal een ongetwijfeld interessante discussie op gang komen over de vraag hoe wij staan tegenover het SRE. Morgen al krijgt u de SRE-brief over dit onderwerp en de notitie Middenbestuur. Direct na de B&W- vergadering van volgende week ontvangt u de standpuntbepaling van het college van B&W, zodat wij op 20 november binnen de commissie ABA hopelijk een zinvolle discussie over het SRE kunnen hebben. De heer Rieter spreekt over de 24-uursopenstelling van een van de drie politiebureaus. De commissie ABA gaat binnenkort op bezoek bij de politie. De heer Rieter zou bij die gelegenheid zijn vraag kunnen stellen, zodat hij nog wat uitgebreidere informatie kan krijgen over dit punt. Als ik een keuze zou moeten maken tussen meer blauw op straat of meer blauw achter het bureau, dan kies ik voor de straat. U weet dat het bureau Centrum tot tien uur 's avonds open is en dat er van daaruit een rechtstreekse verbinding is met het regiokantoor in Eindhoven. Dat is open. Uit de evaluatie van de verzoeken die daar zijn binnengekomen, blijkt niet dat het aantal vragen zodanig hoog is, dat dit rechtvaardigt dat er twee tot vier mensen op het bureau aanwezig zijn. Ook hierover kunnen wij een goede discussie voeren, wanneer wij als commissie ABA de politie gaan bezoeken. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Allereerst wil ik opmerken dat, in het geval van eventuele calamiteiten, de afstand tussen Eindhoven en Helmond toch wel erg groot is. Ten tweede zou je de het politiebureau Centrum als fysieke ruimte kunnen gebruiken met het oog op de daar aanwezige cellen. Wij zullen hierop terugkomen bij het werkbezoek aan de politie. De VOORZITTER: Als de heer Rieter ook celruimte wil, gaat het om nog grotere aantallen personeel. Bovendien is het cellencomplex in Helmond, dat alleen nog als reserve dienst doet, niet van dien aard dat de menskracht daar efficiënt kan worden ingezet. . -~wo~'.o. o'o- . .0_. 0.-".0 0-0.- 0- - ------ Begrotingsvergadering 9 november 2006 50 De nota "Vinger in de pap" is door verschillende fracties aangehaald. O.a. de fractie van Hel- mond Aktief heeft verschillende voorstellen rond deze nota gedaan. Ook de heer Rieter van de fractie van Helder Helmond en de heer Smits van de fractie van Helmondse Belangen zijn daar op terug- gekomen. Wij gaan de nota evalueren en wij komen nog met een plan van aanpak over hoe wij de verschillende betrokken partijen kunnen informeren en ook laten inspreken. De suggesties van de heer Van Mullekom ten aanzien van de civil society nemen wij mee, zonder daar op dit moment een toezegging over te willen doen. Wel zullen wij zijn suggesties in de discussie betrekken. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! U heeft nog niet geantwoord op de vraag van de CDA-fractie over de probleemjongeren en u bent niet ingegaan op onze insteek om de ouders daar meer bij te betrekken. Ziet het college mogelijkheden voor een dergelijke insteek in Helmond? De VOORZITTER: Over de jeugdproblematiek komt wethouder Boetzkes nog te spreken. U spreekt nu over het betrekken van de ouders bij de problemen. Daar hebben wij al een systeem voor in de vorm van de jeugdinterventieteams. Over de suggestie om dronken pubers thuis bij hun ouders af te leveren en wat dies meer zij, voeren wij een discussie met de politie. In Nederland vindt daar op dit moment één experiment mee plaats. Wij zullen dat nadrukkelijk volgen en als dit experiment posi- tieve effecten blijkt te hebben, zullen wij daar zeker ook in de Helmondse aanpak inhoud aan geven. Drie van de ingediende moties mag ik hier namens het college bespreken. In motie 13, ingediend door de fractie van Helder Helmond, wordt gevraagd het Helmonds woordenboek mee te geven in het welkomstpakket voor nieuwkomers. Ik neem aan dat met deze nieuwkomers worden bedoeld degenen die, van elders naar Helmond gekomen, met goed gevolg een inburgeringscursus hebben gevolgd. Ik heb velen van hen ontmoet, o.a. op de dag dat zij officieel hun Nederlanderschap kregen. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij bedoelen ook de mensen die bijvoorbeeld vanuit Eind- hoven in Helmond komen wonen, omdat zij in Brandevoort een huis hebben gekocht. De VOORZITTER: Deze woordenboeken zijn gewoon in de boekhandel te koop. Ik kan mij voorstellen dat de mensen zelf het initiatief nemen, als zij in het Helmonds geïnteresseerd zijn. Wat de groep nieuwkomers betreft waar ik op doelde: ik ben ontzettend blij dat velen van hen in korte tijd voor een belangrijk deel de Nederlandse taal machtig zijn geworden. Laten wij hen niet belasten met een boek waarvan ik zeker weet dat het in de boekenkast verdwijnt. Wij ondersteunen hen al op andere manieren. Ik zou deze motie zeker willen ontraden. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Uit uw verhaal begrijp ik dat u het boek nog niet heeft gezien of gelezen, want dan zou u misschien wel anders praten. De VOORZITTER: Ik heb het boek zowel gezien als gelezen. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ik zou graag een vraag stellen aan de heer Rieter. Ik ben een echte Eindhovense, een echte Brabantse. Eindhoven ligt heel dicht bij Helmond, maar van het Helmonds begrijp ik af en toe geen bal! Daarmee wil ik zeggen dat mensen die hier van buiten Nederland komen wonen en de Nederlandse taal redelijk machtig zijn, daar al blij mee mogen zijn en volgens mij geen enkele behoefte hebben aan een Helmonds woordenboek. Je leert langzaamaan iets van het Helmonds, bijvoorbeeld als je iets ziet staan of iets hoort en je kunt aan iemand vragen wat het precies betekent. De heer RIETER (HH): Dan kriede gij van mijn un buukske, maidje! Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Dan bende gij un skat! De VOORZITTER: Motie 16, eveneens ingediend door de fractie van Helder Helmond, vraagt om een onderzoek naar de technische mogelijkheid om de raadsvergaderingen live uit te zenden. Dit vraagstuk is al eens eerder in het presidium besproken en is daarop doorverwezen naar de werkgroep dualisering. Dat wil ik met het voorliggende verzoek ook doen. De werkgroep zal over dit onderwerp een advies sturen aan het presidium. Het is aan de raad zelf om, als de zaak onderzocht en bead- viseerd is, te bepalen of men ook wenst dat de raadsvergaderingen live worden uitgezonden. Gezien het feit dat iets dergelijks al in gang is gezet, is de motie overbodig. Begrotingsvergadering 9 november 2006 51 Tot slot amendement 4, ingediend door de fractie van Helmondse Belangen. Dit amendement vraagt om budget voor het herijken van het wijk- en buurtbeheer opgenomen in de nota "Vinger in de pap". Gezien het antwoord dat ik al heb gegeven, zie ik op dit moment de noodzaak niet om hiervoor budget beschikbaar te stellen. Zou de raad dat wel willen doen, dan komt dit onderwerp vanzelf terug, omdat wij de nota "Vinger in de pap", breed voorzien van inspraakmogelijkheden, gaan evalueren. Als daar nieuwe voorstellen uit naar voren komen, dan hoort bij de nieuwe aanpak ook een begroting en zullen daarvoor budgettaire middelen beschikbaar gesteld moeten worden. Op dit moment is de motie op zijn minst gezegd prematuur. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Ik heb naar aanleiding van dit onderwerp nog een vraag. Je zou namelijk verwachten dat, als het gaat om de klankbordgroepen, het maken van evaluaties stan- daard in het beleid zit. Is dat zo? De VOORZITTER: Wij hebben al eens eerder een tussenevaluatie van de nota besproken. Naar aanleiding daarvan zijn wij op bepaalde onderdelen tot bijstellingen gekomen. Wij gaan nu de nota in haar totaliteit evalueren. De evaluatie komt dan vanzelf, met de eventuele nieuwe voorstellen die daaruit voortkomen, hier ter tafel. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Als het geen geld kost om te zoeken naar nieuwe vormen of nieuwe impulsen in het kader van de burgerparticipatie, dan is dat natuurlijk perfect en kan het geld voor andere dingen gebruikt worden. Heb ik uit uw woorden nu goed begrepen dat u serieus gaat kijken naar nieuwe impulsen? De VOORZITTER: Ja, dat maakt onderdeel uit van de evaluatie. Dames en heren! Ik ben erop attent gemaakt dat ik nog even moet ingaan op amendement 6. In dit amendement, ingediend door de fractie van Groenlinks, wordt gevraagd om ¿ 30.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van ontwikkelingsprojecten in het kader van internationale solidariteit. Het college staat sympathiek tegenover dit amendement. Ik moet echter aanname van het amendement ontraden, omdat aanname van het amendement zou betekenen dat wij meer doen dan alleen maar de eerdere ombuigingsoperatie herstellen. Het college is bereid om het destijds gevoerde beleid, dat als gevolg van de ombuiging afgebouwd zou moeten worden, voort te zetten. Daar is echter een lager bedrag voor nodig dan wordt gevraagd, omdat een deel van het bedrag dat in het amendement wordt genoemd, al in de begroting is opgenomen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Kunt u even mijn geheugen opfrissen en zeggen om welk bedrag het precies gaat? Volgens mij gaat het om ¿ 25.000,-- plus de ¿ 6800,-- voor de huur van de Wereldwinkel. Dat is samen ¿ 31.800,-- en dat bedrag is hoger dan de gevraagde ¿ 30.000,--. De VOORZITTER: Het oorspronkelijke bedrag vindt u terug in de beantwoording van de vragen die over de begroting 2006 zijn gesteld. Het betrof een bedrag van ¿ 32.000,--. Een deel daarvan is reeds opgenomen in de begroting 2007. Ik vraag nu om ermee in te stemmen dat wij het beleid continueren zoals dat in het verleden gevoerd werd. Met deze toezegging hoop ik dat u het ermee eens bent dat het amendement niet meer in stemming hoeft te worden gebracht. Het bedrag van ¿ 30.000,-- dat u nu bij amendement vraagt, is meer dan nodig is om het beleid te continueren. De heer VAN DER MADE (GL): Gehoord uw toezegging, voorzitter, kunnen wij ons amendement intrekken. De VOORZITTER: Ik constateer dat amendement 6 is ingetrokken. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ook over de onderwerpen van mijn portefeuille zijn niet bijzonder veel vragen gesteld. Een hot item van de vergadering van vanmiddag is het openbaar vervoer geweest, in het bijzonder het gratis openbaar vervoer. Het onderzoek daarnaar is niet een item dat alleen in Helmond speelt. Men hoeft de krant maar op te slaan om te zien dat diverse partijen in Nederland hun best doen om een vorm van gratis of goedkoper openbaar vervoer neer te zetten. Er worden op dit moment al diverse onderzoeken gedaan. Via het SRE en ook via de provincie loopt een onderzoek naar drie opties voor gratis openbaar vervoer dan wel goedkoper openbaar vervoer. Uiteindelijk participeren wij als gemeente Helmond niet alleen in datgene wat het SRE regelt dan wel naar voren brengt, maar ook Begrotingsvergadering 9 november 2006 52 in de provinciale regelgeving. De provincie zal in januari of misschien al eind december helderheid geven over de mogelijke opties. . Er zijn drie moties ingediend over gratis openbaar vervoer. Daarin wordt het college gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van gratis openbaar vervoer en met de resultaten van het onderzoek bij de raad terug te komen. Motie 2, ingediend door de PvdA-fractie, betreft een experiment met gratis openbaar vervoer voor de 65-plussers, met het verzoek om een concreet voorstel voor te leggen. Het college kan daar- mee instemmen en zal met een voorstel bij de raad terugkomen. Ongeveer hetzelfde verzoek is door de fractie van Groenlinks gedaan in motie 20. Deze motie, waarin wordt gevraagd om in Helmond te experimenteren met gratis openbaar vervoer, wil het college meenemen bij het genoemde onderzoek, waardoor het college ermee aan de slag kan. Motie 3, eveneens van de PvdA-fractie, betreft een experiment met gratis openbaar vervoer voor alle burgers op de zaterdag voor de duur van een jaar. Ook daarin wordt het college gevraagd om daartoe een concreet voorstel aan de raad voor te leggen. Wij zullen de zaak onderzoeken en vervolgens bij de raad terugkomen met een concreet voorstel. Dit antwoord lijkt mij voldoende, omdat het college nog bij de raad zal terugkomen met concrete voorstellen zodra bekend is welke mogelijkheden er zijn en welke opties wij daarbij willen meenemen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Wij kunnen met het antwoord van de wethouder uit de voeten. De doelgroep van het eerste experiment, is de groep van de 65-plussers. Daar staan wij uiteraard achter. Maar in Eindhoven heeft men het over twee doelgroepen: de 65-plussers en de leef- tijdsgroep tot 12 jaar. Ik geef de wethouder in overweging om in het haalbaarheidsonderzoek ook de doelgroep tot 12 jaar te betrekken. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Dat is altijd mogelijk, ook al omdat men bij de provincie drie opties onderzoekt, waarin ook gratis openbaar vervoer voor de leeftijds- categorie tot 12 jaar wordt meegenomen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! De heer Tielemans spreekt nu over een verkennend onderzoek, maar de moties 2 en 3 van de PvdA-fractie gaan toch echt over een concreet plan. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Oké, wij bedoelen hetzelfde. Maar voorafgaand aan het plan zal toch eerst onderzocht moeten worden welke consequenties er aan gratis openbaar verbonden zijn, alvorens daar handen en voeten aan geven kan worden in een concreet plan. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Begrijp ik goed dat, als er een voorstel naar de raad terugkomt en het concrete plan duur uitpakt, de raad alsnog nee kan zeggen tegen het plan? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat kan uiteraard gebeuren. Er wordt duidelijk gevraagd of het college onderzoek wil doen en daarna naar de raad toe komt met een concreet plan betreffende gratis openbaar vervoer. De raad beslist vervolgens of hij het voorstel van het college overneemt. De heer RIETER (HH): Het is dus niet zo dat de mensen in de stad kunnen denken: wij krijgen per 1 januari gratis openbaar vervoer! Mevrouw HOUTHOOFT~STOCKX (wethouder): Ik denk van niet. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie heeft uiteraard wel vooraf overleg gevoerd met de busmaatschappijen en wij hebben een indicatie van de kosten. Deze kosten hoeven geen onoverkomelijk probleem te vormen. Als wij een experiment met gratis openbaar vervoer willen, dan moet dat in 2007 mogelijk zijn. Maar uiteraard is het onderhandelen gemandateerd aan het college. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik begrijp het nu toch niet helemaal. De heer Davies zegt dat zijn fractie al over kosten heeft gesproken met busmaatschappijen en dat het invoeren van gratis openbaar vervoer geen onoverkomelijk probleem hoeft te zijn. Maar volgens mij liggen de verhoudingen toch iets anders. Wij geven het college de opdracht om onderzoek te doen en met een plan te komen. Het is aan het college om met busmaatschappijen te praten en te kijken wat de kosten zijn en hoe de zaak vervolgens het beste in de markt gezet kan worden. Op grond van datgene wat Begrotingsvergadering 9 november 2006 53 het college ons voorlegt, zullen wij als raad beoordelen of wij het plan honoreren, geamendeerd met een "ja, mits" of een "nee tenzij", of dat wij het plan niet honoreren. De heer RIETER (HH): Mijn interruptie is achteraf waarschijnlijk meer bedoeld voor de PvdA- fractie, want daar denkt men dat wij in Helmond vanaf 1 januari openbaar vervoer hebben! De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De heer Tielemans heeft wel gelijk, maar als je niet weet wat zoiets ongeveer gaat kosten, dan ben je aan het luchtfietsen. Daarom wilden wij van tevoren een indicatie van de kosten hebben. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Een week of acht geleden heeft oud- staatssecretaris Van Hulten op initiatief van Groenlinks een lezing gehouden over openbaar vervoer. Daar waren helaas maar een paar raadsleden bij aanwezig. De heer Van Hulten heeft al veertig jaar onderzoek gedaan naar openbaar vervoer, o.a. in Engeland, Schotland en België. Laten wij deze man eens uitnodigen om te spreken voor het college, de raadsleden en het publiek, dan hebben wij eens een spreker met verstand van zaken, want deze man weet precies hoe het in elkaar zit. Dan zijn wij meteen klaar en dan kunnen wij als raad ook meteen een visie geven. Laten wij asjeblieft de heer Van Hulten eens hier uitnodigen! Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Gaat de heer Van Mullekom ermee akkoord dat wij eerst in overleg gaan met de Hermes Groep, dat wij de bevindingen van provincie en SRE meenemen en dat wij vervolgens bij de raad terugkomen met een concreet voorstel? De heer VAN MULLEKOM (HA): Met het SRE hoeft men bij mij niet aan te komen, want dat vind ik een club van niks! De VOORZITTER: Maar daar zitten toevallig wel de centen, mijnheer Van Mullekom. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ik hoor maar steeds zeggen: finan- ciën, financiën. Ik weet precies wat het allemaal gaat kosten, maar ook de burgemeester heeft al gezegd dat de zaak niet alleen van de financiën afhangt en dat er nog heel veel haken en ogen aan zitten. Ik vind het prachtig dat sommigen uit de raad al aangeven hoe het college moet denken en hoe het allemaal ingevuld moet worden, maar ik zou willen voorstellen dat wij het voorstel van het college afwachten, want nogmaals: er zitten veel meer haken en ogen aan en het zijn niet alleen de financiën. De heer RIETER (HH): Voorzitter! De heer Davies vertelt dat hij al onderzoek heeft gedaan en weet wat de kosten zijn. Waarom is hij dan niet met een amendement gekomen waarin hij het nodige bedrag aangeeft? Dan hadden wij vanavond al boter bij de vis kunnen hebben! De heer DAVIES (PvdA): Bedragen noemen in dit stadium, is gewoon niet handig en ook niet zinvol, simpelweg omdat de onderhandelingen nog moeten beginnen. Daarvoor is het college geman- dateerd. Op het moment dat wij met bedragen komen, kennen ook de marktpartijen deze bedragen. Daarom hebben wij bij de busondernemingen gevraagd om een indicatie van de kosten om zeker te weten dat gratis openbaar vervoer geen luchtfietserij is en een plan daartoe ook uit te voeren is. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Laten wij vooral geen verkeerd signaal afgeven aan het Rijk, voorzitter! De VOORZITTER: U leert snel, mijnheer Tielemans! Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! In het kader van veiligheid is door de CDA-fractie een opmerking gemaakt over de openbare verlichting. In de beantwoording wordt gesproken over het verschil van niveau van openbare verlichting in de wijken en het niveau dat is toegepast in Brandevoort. Van de kant van de CDA-fractie is gezegd dat het college zijn uitspraak hierover zou moeten terugnemen. Maar het is zeker niet de bedoeling om een onderscheid te maken tussen de verschillende wijken en met twee maten te meten voor wat de verlichting betreft. Wel is het zo dat de nieuwe wijken worden ingericht volgens de normen van het huidige politiekeurmerk Veilig Wonen. Als er in bestaande wijken wordt herstraat, wordt de verlichting aangepast, maar wij gaan niet nu ineens de wijken op een heel hoog niveau verlichten. Bovendien komen er uit bepaalde wijken signalen dat, als de verlichting zo hel is, mensen daar ook weer last van ondervinden. Wij hebben de Begrotingsvergadering 9 november 2006 54 verlichting in Rijpelberg gedeeltelijk aangepast en in de Apostelwijk wordt de verlichting aangepast. Waar wij de mogelijkheid hebben om bestaande wijken aan te pakken, doen wij dat ook, waarbij wij vooral erop gericht zijn om werk met werk te maken. In de loop der jaren is de normering ook aangepast of, beter gezegd, aangescherpt. Vandaar het onderscheid tussen de bestaande wijken en de nieuwe wijken, die volgens de nieuwe normering worden verlicht. Nogmaals: waar mogelijk passen wij de verlichting in bestaande wijken aan. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! Wat bedoelt de wethouder nu concreet? Is er in Helmond verschil tussen wijken te zien voor wat de beleving van verlichting betreft? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ja, in de nieuwbouwwijken is een andere nor- mering toegepast voor de openbare verlichting. Op het moment dat er in een bestaande wijk voor- zieningen worden aangepast, wordt ook de verlichting aangepast aan de nieuwe normering. In Bran- devoort bijvoorbeeld is de openbare verlichting gerealiseerd op grond van de laatste normering. Maar in wat minder nieuwe wijken als de Oranjebuurt, de Warande of de Zwanen beemd is de verlichting aangebracht volgens de normering die destijds gold. Daar is verschil tussen. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! In zijn beantwoording wekt het college de suggestie dat de openbare verlichting in de wijken Brandevoort en Dierdonk van een dusdanig niveau is, dat dit niveau in andere wijken niet is te realiseren. Daar ageren wij tegen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Wij kunnen dat niveau niet direct in alle wijken realiseren. De heer STIENEN (CDA): Als de openbare verlichting op termijn op niveau wordt gebracht, dan gaan wij daarmee akkoord. Maar wij willen wel dat het niveau van de verlichting in de nieuwe wijken als norm wordt aangehouden. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat doen wij ook, maar wij passen de verlichting in bestaande wijken pas aan als wij werk met werk kunnen maken. De heer STIENEN (CDA): Oké. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ook onze fractie heeft in haar bij- drage gesproken over de openbare verlichting in Brandevoort. Aanleiding was dat bekenden van mij zijn verhuisd van de Annawijk naar Brandevoort. De wethouder zinspeelde er al op dat er in Brandevoort de nodige haken en ogen aan het niveau van de verlichting zijn. Er zijn daar gedeelten die zo fel verlicht zijn, dat juist daardoor de situatie onoverzichtelijk is. Het zou misschien heel erg goed zijn om te zijner tijd de zaken eens goed op een rijtje te zetten en te kijken of wij goed bezig zijn. Een aanpassing van de verlichting kan ooit net zo goed zijn als een nieuwe verlichting. Mevrouw HOUTHOOFT -STOCKX (wethouder): Dat klopt en ik ben het daar volkomen mee eens. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik wil graag even inhaken op de opmerking van mevrouw De Voogd. Als je op de Geldropseweg rijdt, dan heb je links en rechts een zee van licht, terwijl in de Hoofdstraat, aan mijn kant, een echt goede verlichting ontbreekt. Daar zijn winkels geves- tigd en vorige week is er bij mij voor de twaalfde keer een poging tot inbraak gedaan. Van deze twaalf pogingen waren er zeven succesvol. Daar wordt nu om gelachen, maar als er met een slagwapen op je gelaagde deur wordt geramd en er zitten ook kogelgaten in, dan heb je, zeker als zevenenzestigjarige, angst en dan zit je rechtop in je bed. Dat er daar zo vaak iets gebeurt, komt omdat dit deel van de Hoofdstraat niet voldoende verlicht is, terwijl de Geldropseweg overbelicht is. Daarom ga zal ik er per 31 december bij mij de knip op zetten! De VOORZITTER: Ik constateer dat de beantwoording van mevrouw Houthooft over der verlich- ting helder was. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! In het kader van het onderwerp verkeer en bereikbaarheid heeft de WD-fractie uitgesproken dat wij aandacht moeten hebben voor de grote ruit. Deze fractie stelt dat het noodzakelijk is dat Helmond bij de provincie en het SRE (mijnheer Begrotingsvergadering 9 november 2006 55 Van Mullekom!) het belang van de bereikbaarheid van de oostzijde van Eindhoven, en dat is Helmond en de regio Helmond, in de gaten houdt. Dat zal het college zeker doen. In het kader van een goede bereikbaarheid van de stad heeft de WD-fractie een motie in- gediend. In motie 10 wordt gevraagd ervoor te zorgen dat tijdens de werkzaamheden aan de Henri Dunanttunnel de verkeersdoorstroming zo min mogelijk belemmerd wordt. Het college wil deze motie overnemen en stelt voor de commissie ruimtelijk fysiek te zijner tijd te informeren over de uitvoering van dan wel de stand van zaken met betrekking tot deze motie. Het is niet de bedoeling om met het aanbestedingsbeleid dan wel de aanbesteding naar de commissie toe te komen, maar ik zal de commissie wel op de hoogte houden van hoe een en ander wordt gerealiseerd. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Als het college motie 10 overneemt, heeft dat gevolgen voor het bestek. Op grond van deze motie zal er namelijk een ander bestek gemaakt moeten worden. De VOORZITTER: Daarmee bent u al met de uitwerking bezig, mijnheer Tielemans. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, voorzitter, ik maak geen bestek! De VOORZITTER: Nee, dat doet het apparaat, onder supervisie van het college. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Laat u de wethouder toch antwoorden, voorzitter, die is daar vrouw genoeg voor. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Wat de heer Tielemans zegt, klopt. Motie 10 biedt ons wat meer ruimte om niet alleen naar de kosten van de werkzaamheden te kijken, maar ook te kijken naar de consequenties van dit soort activiteiten voor de bereikbaarheid van de stad en naar de overlast die de werkzaamheden, die wel nodig zijn, met zich kunnen meebrengen voor burgers en bedrijven in Helmond en omgeving. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Bij onze standpuntbepaling over de moties hebben wij ge- constateerd dat een goede bereikbaarheid van de stad feitelijk een basisvoorwaarde zou moeten zijn bij het uitvoeren van dit soort grote werken. Of moeten wij onderhand voor álle werkzaamheden kijken naar de consequenties voor de bereikbaarheid? Dat lijkt mij wat te veel van de ratten besnuffeld. Ik kan mij wel goed voorstellen dat bij dit soort omvangrijke werkzaamheden standaard bekeken wordt hoe de bereikbaarheid van de stad optimaal blijft. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Bij dit soort werkzaamheden worden diverse afwegingen gemaakt. Er is een aanbestedingsprotocol voor dat ook bekend is bij de raad. In dit proto- col wordt aangegeven welke criteria bij een aanbesteding worden gehanteerd. Motie 10 biedt wat ruimte om ook te kijken naar de overlast en daarom wil het college de motie overnemen. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Had de wethouder niet gewoon tegen haar partij- genoten in de raad kunnen zeggen dat deze motie volstrekt overbodig was omdat er altijd al zo gewerkt wordt? Dat is toch een normale gang van zaken? De heer RIETER (HH): Daar vroeg ik toch zo-even ook al naar? De heer FERWERDA (D66): Ik doe de vraag van de heer Rieter even over, maar in wat andere woorden. Daarbij wil ik bij de wethouder het antwoord uitlokken: Mijnheer Ferwerda, u heeft volstrekt gelijk! Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik dank de heren voor hun reactie. Het college neemt motie 10 over zoals deze er ligt, zodat het college de mogelijkheid krijgt wat ruimer om te gaan met het bestek. In motie 18, ingediend door de fractie van Helmond Aktief, wordt gevraagd om parkeerkaarten voor de mantelzorgers. Het is een motie die heel sympathiek klinkt. Wij hebben binnen het college al eerder gedebatteerd over mogelijkheden tot gratis parkeren voor vrijwilligers en mantelzorgers, omdat het gaat om mensen die veel willen betekenen voor de maatschappij. Toch hebben wij de conclusie moeten trekken dat het heel lastig is om precies vast te stellen wie waarvoor in aanmerking komt. Er is gedegen onderzoek naar gedaan, ook door anderen. Wij ontraden aanname van deze motie omdat Begrotingsvergadering 9 november 2006 56 wij, om de mantelzorgers een gratis parkeerkaart te kunnen aanbieden, een sterk bureaucratisch en regulerend systeem zouden moeten creëren. Dat kan niet de bedoeling zijn, zeker omdat wij proberen juist te dereguleren. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Weet het college eigenlijk wel hoeveel mantel- zorgers er in Helmond zijn? Mevrouw HOUTHOOFT -STOCKX (wethouder): Dat zijn er erg veel, mijnheer Van Mullekom. De heer VAN MULLEKOM (HA): En hoeveel is "erg veel" volgens de wethouder? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat weet ik niet precies. De heer VAN MULLEKOM (HA): Het zijn er 8.500 in Helmond. Landelijk wordt er voor de mantelzorgers per 1 januari ¿ 65 miljoen beschikbaar gesteld. Dat betekent voor Helmond per mantel- zorger een bedag van ¿ 260,-- extra. Iedereen weet dat ik helemaal niet van bureaucratie houd en dat ik vind dat er heel veel tussenlagen weg moeten om simpeler te kunnen werken. Toch vind ik dat je heel serieus zou kunnen uitzoeken hoeveel van deze mantelzorgers, de geregistreerde mantel- zorgers, het bedrag van ¿ 260,-- zouden willen inleveren voor een parkeerkaart. In het hypothetische geval dat ze het allemaal zouden doen, zou dat ¿ 2.210.000,-- opleveren. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): De heer Van Mullekom komt nu met een heel ander voorstel, namelijk het voorstel dat de mantelzorgers die een parkeerkaart willen, in ruil daarvoor voor hen bestemde middelen bij de gemeente zouden inleveren. Het klinkt allemaal heel goed, maar het zal een hele klus zijn om uit te selecteren wie van deze 8500 mensen een parkeerkaart zouden willen hebben. Sorry dat ik het moet zeggen, maar deze voorstellen lijken mij niet uitvoerbaar. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Onze fractie staat sympathiek tegenover motie 18 van de heer Van Mullekom, maar wij hebben dezelfde opvatting als de wethouder. Als wij zoiets doen, is het einde zoek, ook al omdat je niet weet hoe groot de groep zou worden. Daarom wil ik het college en ook de raad vragen of het misschien de moeite waard is om te bezien wat de gemeente voor mantel- zorgers zou kunnen betekenen. Ook wij zouden graag een extraatje voor de mantelzorgers willen, wat in feite ook de insteek is van motie 18 van de heer Van Mullekom. Ik begrijp dat wij daar vanavond niet uitkomen, maar ik stel voor dat wij dit punt toch eens onderzoeken. En met een extraatje bedoelen wij wat meer dan een chocoladeletter! Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Wij hebben hierover binnen het college een maand of drie geleden al eens een heel gesprek gevoerd. Daar mag uit blijken dat dit punt onze aan- dacht heeft. Mochten er goede ideeën naar voren komen, dan staan wij daar voor open. Motie 19, ingediend door de fractie van Groenlinks, betreft de exploitatie van parkeergarages. In deze motie wordt het college opgedragen zijn uiterste best te doen om de bouwen exploitatie van nieuwe parkeergarages aan een externe partij uit te besteden. Op dit moment maken wij een sprong voor wat betreft de schaal en de kwaliteit van het parkeren in zowel het centrum als Suytkade. Wij zijn op dit moment bezig met een bedrijfsplan Parkeren. Met een notitie daarover zullen wij in de loop van 2007 bij de raad komen. Om bij voorbaat al aan te geven dat wij de exploitatie in handen van een ex- terne of marktpartij gaan leggen, is niet verstandig. Wij kunnen veel beter eerst het geheel onder- zoeken en een goed bedrijfsplan voor het totale parkeergebeuren neerleggen. Ik zou aanname van deze motie dan ook willen ontraden. Volgend jaar krijgt de raad een notitie over de totale parkeer- exploitatie en het bedrijfsplan Parkeren voorgelegd. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Omvat dit bedrijfsplan zowel de bestaande publieke parkeergarages als de nieuw te bouwen publieke pareergarages? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ja, het bedrijfsplan gaat over de bestaande en de nieuw te bouwen parkeergarages. De heer VAN DER MADE (GL): Ik begrijp dat het college motie 19 ontraadt op grond van het feit dat het college bezig is met een bedrijfsplan Parkeren. Overigens denk ik dat het vooral een politieke keuze is, als het gaat om de vraag of een gemeente parkeergarages zou moeten exploiteren en daar- door risico zou kunnen lopen met gemeenschapsgeld. Begrotingsvergadering 9 november 2006 57 Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Nee, dat is niet de keuze. Het gaat erom dat wij de motie niet kunnen overnemen, omdat wij het niet verstandig vinden om bij voorbaat vast te leggen dat de bouwen exploitatie van een parkeergarage door een externe partij wordt gedaan. De heer VAN DER MADE (GL): Zo ver gaat motie 19 niet. Deze motie roept het college op om zich in te spannen om dat te bereiken. Ik kan mij namelijk voorstellen dat er parkeergarages zijn waar je echt geen externe partij voor vindt, omdat er parkeergarages zijn die nooit winstgevend zullen worden. Motie 19 is er vooral op gericht om zoveel mogelijk te vermijden dat de gemeenschap het risico moet dragen van de grote investeringen die nodig zijn voor een parkeergarage die zeer waar- schijnlijk nooit kostendekkend geëxploitateerd kan worden. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Het lijkt mij in elk geval goed om, zoals ik al heb voorgesteld, eerst het bedrijfsplan Parkeren met elkaar te bespreken. De notitie daarover komt in de loop van het volgende jaar naar de raad toe. De heer DAMEN (WD): Voorzitter! Ik ben blij dat, sinds de opening van de vergadering van vandaag, bij Groenlinks de 11,34 eurocent is gevallen! De heer VAN DER MADE (GL): Ik begrijp wederom het punt van de heer Damen niet. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ik meen dat ik alle vragen heb beantwoord. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Toen ik hier vanmiddag in deze raadzaal om mij heen keek, viel het mij weer eens op dat destijds, bij de opstelling en inrichting van de raadzaal, zeer goed gekeken is naar de opstelling en inrichting van de zaal van de Tweede Kamer. Misschien is dat onbedoeld een inspiratiebron geweest, maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal dit mijn laatste bijdrage vanuit vak C zijn. De aard en het aantal van de ten aanzien van mijn por- tefeuille ingebrachte punten geeft mij in elk geval het gevoel dat ik mijn portefeuille straks met een gerust hart kan overdragen aan mijn opvolger. Toch wil ik nog op een paar punten ingaan, allereerst op het terrein van de ruimtelijke ordening. De PvdA-fractie heeft haar zorg erover uitgesproken dat het groene tussengebied tussen Hel- mond en Eindhoven volgebouwd en volledig versteend raakt in de periode tussen nu en over vijftien jaar en vraagt zich of bestuurlijk ingrijpen op dit moment wellicht noodzakelijk is. Ik denk dat juist door bestuurlijk ingrijpen het Regionaal Structuurplan is vastgesteld, waarin duidelijke keuzes zijn gemaakt ten aanzien van de plekken waar toekomstige bedrijventerreinen en woningbouw geprogrammeerd zouden kunnen worden. In dat opzicht denk ik dat Lungendonk en Diesdonk heel goede opties zijn om te voorkomen dat het gebied tussen Eindhoven en Helmond aan verdere verstedelijkingsdruk onderhevig zal zijn. Impliciet proef ik in deze opmerking de steun van de PvdA-fractie voor de verdere ontwikkeling van Lungendonk en Diesdonk. Dank daarvoor. Ook van de kant van de SP-fractie zijn opmerkingen over Lungendonk en Diesdonk gemaakt. Bij deze fractie vraagt men zich af of, als Lungendonk en Diesdonk ontwikkeld gaan worden, deze gebieden persé Helmonds grondgebied moeten zijn en of ze niet gewoon tot het grondgebied van Asten respectievelijk Someren kunnen blijven horen. Alles kan, maar ik verwijs wel naar het voorbeeld van Brandevoort. Destijds heeft een correctie plaatsgevonden van de gemeentegrens van Helmond en Mierio teneinde Brandevoort als Helmondse wijk te kunnen ontwikkelen. Gezien het feit dat Lungendonk als een soort taartpunt in onze stad steekt, lijkt het mij voor de hand te liggen dat via een grenscorrectie het gebied Lungendonk bij Helmond wordt getrokken en daar een Helmondse wijk wordt ontwikkeld. Wat Diesdonk betreft: het zou een optie kunnen zijn dat de gemeenten Helmond en Asten daar in samenwerking een bedrijventerrein zouden gaan ontwikkelen. Samenwerking tussen gemeenten in onze regio komt vaker voor als het gaat om bedrijventerreinen. Ekkersrijt ligt op grondgebied van de gemeente Son, maar is eigenlijk een Eindhovens bedrijventerrein, waarbij de samenwerking is gere- geld in een industrieschap. Er is zeker enige nuance mogelijk bij de vraag of Diesdonk en Lungendonk persé Helmonds grondgebied moeten zijn, maar ten aanzien van Lungendonk ligt het voor de hand om de situatie te vergelijken met die van Brandevoort. De heer Davies gaf in zijn presentatie nog eens duidelijk aan dat de grote projecten in onze stad - zoals binnenstad, centrum, Brandevoort en Suytkade - gestart zijn in een college periode dat de Begrotingsvergadering 9 november 2006 58 PvdA deelnam aan het college en daarna zijn voortgezet. Ik merkte dat de heer Ferwerda goed geluisterd had, omdat hij de vraag stelde of het eigenlijk wel uitmaakte of de PvdA wel of niet in het college zat, omdat alles toch gewoon doorging. Maar dit ter zijde. Persoonlijk denk ik dat het de kracht van Helmond is dat wij datgene waaraan wij in Helmond beginnen, ook afmaken. Ik wil er een lans voor breken dat wij dat ook blijven doen. Daarmee maak ik een bruggetje naar het onderwerp Binnen- stad-Oost. Ik ben heel blij met de ferme uitspraak van de fractievoorzitter van de PvdA in deze raad, die heel duidelijk benadrukt hoe belangrijk het is dat wij de herstructurering van Binnenstad-Oost daad- krachtig voortzetten. Ik hoop de komende weken deze opstelling van de PvdA-fractie terug te vinden in haar standpunt als het erom gaat ook de derde fase van de herstructurering Binnenstad-Oost krachtig en voortvarend aan te pakken. Daadkracht is nodig en zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Zoals Jan Roefs het wel eens gezegd heeft: je kunt geen omeletten bakken als je geen eieren breekt. Laten wij dat in gedachte houden voor de komende weken. De SP-fractie heeft een vraag gesteld over de sociale woningbouw. Deze fractie constateert een neerwaartse richting in de sociale woningbouw. Dat vind ik superopmerkelijk, want waar wij in deze stad vele miljoenen euro's investeren in de verbetering van de sociale woningbouw, constateert de SP-fractie een neergang. Ik denk dan ook dat er geen neergang is en dat het juist andersom is. De verouderde sociale woningbouw in de stad wordt vervangen door nieuwe sociale woningbouw die, doordat zij beter gespreid en verdeeld is over de wijken van onze stad, leidt tot sterkere buurten en tot sterkere wijken. Ik ben het dus niet eens met de opmerking van de SP-fractie over de sociale woning- bouw. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Kan de wethouder misschien aangeven waar de cijfers in de schriftelijke beantwoording vandaan komen? Het cijfer 181, waar bij staat dat het zou komen uit de geactualiseerde nota Wonen, kunnen wij helemaal nergens terugvinden. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): In het voorjaar hebben wij met elkaar gesproken over de actualisatie van de nota Wonen. Daar staan de cijfers in genoemd van de jaarlijkse planning, pro- grammering en realisering. Dat zijn drie verschillende getallen. Allereerst is er de plancapaciteit van de aantallen die in theorie gebouwd kunnen worden. Dan is er het programma, waarin staat hoeveel wij denken dat er gebouwd moet worden om de realisatie van woningbouw uit te laten komen. Ergens in de geactualiseerde nota Wonen staat onder het kopje 2007 een kopje "geprogrammeerd in 2007" met de volgende gegevens: sociale woningbouw 181, totaal 860. Deze aantallen kan men vergelijken met de aantallen uit onze begroting 2007. In de begroting 2007 gaan wij uit van de volgende cijfers: 350 sociale woningen (dus bijna het dubbele), bij een totaal aantal van 850 (dus nagenoeg hetzelfde). Na de vergadering wil ik de heer De Vries graag in de geactualiseerde nota Wonen de tabel aanwijzen waarin de genoemde getallen staan. Het gaat dus om de aantallen die in de geactualiseerde nota Wonen geprogrammeerd zijn en de aantallen die wij in de begroting 2007 opnemen. De discussie over de kernvoorraad en de doelgroep is ook weer genoemd. De SP-fractie stelt dat er discussie heeft plaatsgevonden met de woningbouwcorporaties en de gemeente, dat partijen het niet met elkaar eens zijn geworden maar dat zij toch tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Hoe kan dat? Naar mijn idee is deze discussie en de uitkomst daarvan niet zo moeilijk en is de notitie op dat punt ook heel helder. Er kunnen verschillende grenzen gehanteerd worden ten aanzien van de vraag wat je verstaat onder sociale woningbouw en welke mensen uit welke inkomensgroepen je beschouwt als behorend tot de doelgroep van de sociale woningbouw. Je kunt twee lijnen volgen om deze grenzen te bepalen. De ene lijn is die van de huursubsidie, waarbij je dezelfde inkomensgrenzen die voor huur- subsidie gelden, hanteert als inkomensgrenzen om voor een woning in de sociale sector in aan- merking te komen. Daarbij noem je alle woningen die vallen binnen de huursubsidiegrenzen, sociale huurwoningen. Deze lijn wordt vaak gevolgd en als de deze grenzen hanteert, kom je tot de conclusie dat er geen wijziging nodig is in de nieuwbouwprogrammering voor de stad Helmond. De minister heeft onlangs, in haar visie op het wonen, een tweede lijn gevolgd en andere grenzen gehanteerd. Zij heeft de grens van een WOZ-waarde van ¿ 175.000,-- genomen. Als inko- mensgrens heeft zij de oude inkomensgrens van destijds de Ziekenfondswet gehanteerd. Als wij deze getallen naast elkaar neerzetten, los van de vraag hoe de minister daar aan is gekomen en wat de achtergrond van haar keuze is geweest, blijkt voor Helmond dezelfde uitkomst ten aanzien van de nieuwbouwprogrammering te gelden. Ook als deze grenzen gehanteerd worden, zijn de omvang van de doelgroep en de aanwezige kernvoorraad dusdanig in balans, dat wij ten aanzien van de nieuwbouwprogrammering in de nota Wonen geen andere voorstellen hoeven te doen. Daar zijn de corporaties en de gemeente het over eens. Begrotingsvergadering 9 november 2006 59 Individuele - dus niet alle - corporaties verschillen wel van mening over de vraag of men zich als corporatie voor wat het woningbezit betreft moet beperken tot alleen de huurders die recht hebben op huursubsidie dan wel of men niet toch ook woningen in bezit zou moeten hebben voor mensen met hogere inkomens, bijvoorbeeld voor mensen met een inkomen van één of anderhalf keer modaal. Uiteraard is het zo dat, hoe hoger men de inkomensgrenzen legt, hoe meer woningen men nodig heeft. De corporaties zullen dus vooral bij zichzelf te rade moeten gaan over de vraag of zij zich neer- leggen bij de genoemde inkomensgrenzen voor sociale woningbouw of dat zij zichzelf zien als een maatschappelijke onderneming die voor meer doelgroepen zou moeten bouwen. Overigens vond ik het opmerkelijk dat de SP-fractie zich zelfs al uitliet in bewoordingen van "doelgroepen in het openbaar vervoer". Dat riep bij mij het beeld op dat, als je in zo'n doelgroep zit, je 's morgens vanuit je gesubsidieerde woning in een gesubsidieerde bus stapt om je kinderen naar een gesubsidieerde creche te brengen, terwijl je zelf overdag een gesubsidieerde baan hebt en 's avonds een gesubsidieerde vrijwilligersbaan hebt, terwijl je tussendoor van een gesubsidieerd voedselpakket eet. Dat moet binnen de Socialistische Partij toch wel een hele doelgroependiscussie kunnen op- roepen! De heer DE VRIES (SP): Dat zijn de woorden en de interpretatie van de wethouder, voorzitter. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Ja, precies. Het beeld kwam bij mij op toen ik de heer De Vries namens zijn fractie hoorde spreken over doelgroepen in het openbaar vervoer. Toen dacht ik: het moet niet gekker worden. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Het lijkt mij dat voor de heer Van Heugten, als hij naar Den Haag gaat om voor het CDA lid te worden van de Tweede Kamer, de schone taak is weg- gelegd ervoor te zorgen dat de honderdvijftig voedselbanken die er nu zijn, opgeheven kunnen worden. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): De heer Den Breejen bedoelt de voedselbanken die wij geërfd hebben van het tweede kabinet Kok? De heer DEN BREEJEN (PvdA): Dat is een flauw grapje, voorzitter. Dat de heer Van Heugten nog steeds een trauma heeft dat het CDA toen in de oppositie zat, is duidelijk. Toch is vanaf het moment dat zijn partijgenoot Balkenende weer in beeld was, de situatie met de voedsel banken niet gewijzigd maar eerder verergerd. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Ik zou met graagte een discussie over de voedsel banken voeren. Dat heb ik gisteren ook mogen doen en de heer Den Breejen was daarbij aanwezig. Maar dat is wel een andere discussie... De heer DAMEN (WD): Laten wij het asjeblieft bij Helmond houden, voorzitter, dat is al moeilijk genoeg! De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Precies. Ik kom terug op het onderwerp wonen en de woonvisie. De CDA-fractie stelt nadrukkelijk dat de analyse van de cijfers van woningzoekenden van belang is. Deze cijfers zullen worden betrokken bij de nieuwe visie over het toekomstige wonen in Helmond. Belangrijk is dat de managementinformatie uit de systemen van de woningbouwcorporaties die nu langzaam maar zeker naar voren komt, geanalyseerd wordt. Ik vond het jammer dat in de laatste vergadering van de commissie ruimtelijk fysiek, toen daar uitgebreid bij is stilgestaan, de pers niet meer aanwezig was. Dat was juist een goede gelegenheid geweest om de getallen nog eens in openbaarheid onder ogen te zien. Ik denk dat het goed is als de commissie zich ten volle op dit onderwerp stort. Van de kant van de Groenlinks-fractie heb ik de opmerkelijke uitspraak genoteerd dat grote projecten als Brandevoort uitsluitend dienen om het aanzien van Helmond te vergroten. Ik dacht: dat zal je maar gezegd worden als bewoner van Brandevoort. Men zal Groenlinks een dergelijke op- merking zeker niet in dank afnemen. Wij zullen de peilingen van Groenlinks wat dat betreft zeker in de gaten houden. Een dergelijke uitspraak doet naar mijn mening de grote projecten in Helmond en onze visie daarop zeker geen recht. In aansluiting hierop kom ik aan de vraag van de D66-fractie of er al een visie op de Annawijk is. Er wordt gewerkt aan een visie op de Annawijk, maar wij hebben toch prioriteit gegeven aan het project Stationsknoop. Dat heeft te maken met de mogelijke cofinanciering die bij dit project een rol Begrotingsvergadering 9 november 2006 60 kan spelen. Bovendien is het wel of niet kunnen ontwikkelen van de Stationsknoop en de uitwerking daarvan van grote invloed op de uiteindelijke visie op de Annawijk. Daarnaast loopt de visievorming met betrekking tot Helmond-West en ook daaraan hebben wij prioriteit gegeven. Dit betekent dat de visievorming op de Annawijk later voortgang zal vinden. Met Helmond-West wil ik afsluiten, voorzitter. De CDA-fractie vraagt als enige fractie aandacht voor de situatie in Helmond-West en vraagt of er voor de aanpak van Helmond-West wel genoeg mid- delen zijn, gelet op de mogelijke inspanningen tot wijkvernieuwing en wijkverbetering. Binnenkort, eind dit jaar of begin volgend jaar, zal de visie op Helmond-West uitkomen. Dat lijkt mij de aangewezen aanleiding om na te gaan welke gemeentelijke middelen er noodzakelijk zijn om de wijkvisie Helmond- West te realiseren. Laten wij dan meteen maar als opdracht (misschien aan de heer Dams?) mee- geven om te proberen deze middelen in de voorjaarsnota te alloceren. Ik denk dat daarvoor middelen voorhanden zijn. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik heb gevraagd of er in de verkoop op Suytkade een dipje zit of dat er sprake is van stagnatie. Een andere vraag was of er al kavels in verkoop gebracht zijn van het project de Groene Loper. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! De verkoop op Suytkade is goed gestart. Wij weten dat het voor toekomstige bewoners heel lastig is, omdat wij een dergelijke situatie ook al hebben meegemaakt bij de verkoop van de eerste woonblokken in De Veste, om zich goed voor te stellen wat voor woningen er komen te staan. Er is nogal een verschil tussen, als je je huur- of koop- woning op papier getekend ziet, terwijl je in de werkelijkheid alleen een enorme bouwput ziet. Naar- mate de bouw van de woningen vordert of wanneer de woningen bijna klaar zijn, kunnen de kopers en huurders zien wat zij kopen of huren en dan trekt de belangstelling weer aan. Dat is een heel herken- baar patroon en dat zal ook bij Suytkade het geval zijn. De pech bij het eerste bouwwerk dat gerea- liseerd wordt, is dat er nog geen referentie is te leggen met de omgeving. Daardoor is er vaak sprake van enige terughoudendheid om te kopen of te huren. In het voorjaar van 2007 zullen, als de sanering is afgerond, de eerste kavels van de Groene Loper kunnen worden uitgegeven. Deze sanering zal in maart/april 2007 afgerond kunnen worden. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! In de oude Annawijk heerst heel veel onrust onder de bewoners. Komt hun wijk er straks maar wat bij te hangen? De bewoners roepen al dertig jaar om een tunnel en ze zijn erg ontevreden over de ontwikkelingen, met name de ontwikkelingen die nu gaande zijn. Wordt de Annawijk straks soms ook platgegooid? En komen er dan nieuwe huizen die 150% duurder zijn dan de huizen die er nu staan? Dat is de kern van de vragen waarmee de mensen in de oude Annawijk zich bezighouden. De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Bij het ontwerp van Suytkade is uitgegaan van de aanwezigheid en handhaving van de Annawijk. Er is toen niet doorgezet in de zin dat het gebied van de Annawijk niet in een herstructurerings- of veranderingsproces is opgenomen. Wel is gezegd dat het zaak was om, ten tijde van de ontwikkeling van Suytkade en de ontwikkelingen rond het station, een visie te ontwikkelen op de Annawijk. Daarin zullen vragen beantwoorden moeten worden als: wat is de positie van deze buurt; welke kwaliteiten zijn daar aanwezig; welke veranderingen en ontwikkelingen kunnen daar plaatsvinden die uiteindelijk goed aansluiten bij zowel het Stationsgebied als Suytkade? De vurige wens van veel mensen in de Annawijk is, dat hun wijk uiteindelijk uit haar geïsoleerde positie zal raken en in een positie zal komen die recht doet aan een kwalitatief betere omgeving. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik heb nog een vraag over dit onderwerp. Deze wil ik echter niet richten aan de wethouder, maar aan de fractievoorzitter van de PvdA in deze raad. Ik vind het in eerste instantie nogal boud betoogd te zeggen dat het college geen regie voert ten aanzien van het volkshuisvestingsbeleid en in het bijzonder de sociale woningbouw. Ik heb hem daar vandaag niet meer over horen spreken. Mag ik daaruit afleiden dat hij overtuigd is door de argumentatie van de zijde van het college en de betrokken wethouder in het bijzonder? De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Wij krijgen nog een discussie over de herstructurering binnenstad. Met betrekking tot het onderwerp regie merk ik op dat er te weinig inzicht is in het woning- zoekendenbestand. Op dat punt is nog wel een taak weggelegd voor de woningbouwcorporaties. Anders gezegd: het college (de raad, het bestuur van de stad), is verantwoordelijk voor het huisvestingsbeleid en moet daar ook regie in voeren. Wel is een aantal doorbraken bereikt met de Begrotingsvergadering 9 november 2006 61 woningbouwcorporaties en zijn er afspraken vastgelegd. Daar zullen wij in de volgende raadsvergadering op terugkomen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik begrijp dat de heer Davies vindt dat de regievoering op dit moment adequaat is. De heer DAVIES (PvdA): Ja, ik moet bekennen dat dit het geval is. Er zijn een paar grote door- braken geweest. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De beantwoording op de vragen gesteld over mijn portefeuille, zal ik in volgorde van de sprekers doen. De PvdA-fractie heeft een opmerking gemaakt over het jeugd beleid en een toekomstvisie daarop. In het eerste kwartaal 2007 zal aan de commissie samenleving een voorstel worden gedaan voor het uitrollen van het zogenaamde 13-plusbeleid. Dit beleid richt zich op vier uitgangspunten voor dertienjarigen en ouder, te weten: 1. het vangnet voor jongeren met wie het niet goed gaat; 2. de participatie van jongeren; 3. binding aan de stad; 4. hechting. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Kan de wethouder mij uitleggen wat het verschil is tussen binding en hechting? De heer BOETZKES (wethouder): Goede vraag, voorzitter. Ik denk dat je bij hechting ook van spreekt van een situatie dat je buiten de stad woont. Als je bijvoorbeeld buiten de stad studeert, kun je een hechting hebben en naar de stad willen terugkeren. De heer FERWERDA (D66): Volgens mij kan het met een hoofdstukje minder, want binding is volgens mij hetzelfde als hechting. De heer BOETZKES (wethouder): Wij zullen het zien, want wij komen hier zeker over te spreken. De CDA-fractie heeft het over het ontbreken van een onderwijsvisie en dient hierover motie 5 in. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! De wethouder zegt het wel heel extreem, als hij het heeft over het ontbreken van een onderwijsvisie. Dat hebben wij niet gezegd. De heer BOETZKES (wethouder): Wij hebben geen wettelijke taak meer op het terrein van onderwijsbeleid. Een integraal jeugd beleid is in maart 2006 door de raad vastgesteld. Dit jeugd beleid is opgesteld met participatie vanuit het onderwijs en daarin staat de visie op jeugd, de inzet daarop en de rol daarin van het onderwijs. Begin 2007 ontvangt de raad een nadere uitwerking van de doel- stellingen van het integraal jeugd beleid in 2007. Mede op basis daarvan kan de raad de resultaten en de doelstellingen voor 2008 herijken. Op de onderwijshuisvesting zal een separate visie verschijnen, want de gemeente heeft een wettelijke taak op het gebied van onderwijshuisvesting. Er wordt een commissie onderwijshuisvesting in het leven geroepen om deze visie te formuleren. Een voorstel wordt binnenkort door het college aan de raad voorgelegd. Het voorstel om in deze commissie raadsleden te laten participeren, juichen wij toe en zullen wij dat ook in ons voorstel verwerken. Het college wil motie 5, ingediend door de CDA- fractie, dus overnemen. Daarnaast wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om de rol van de educatieve agenda in dit proces weer te geven. Op dit moment voeren wij met mensen uit het onderwijsveld gesprekken over de zogenaamde lokale educatieve agenda. Een educatieve agenda is een gezamenlijke agenda met onderwerpen voortkomend uit het integraal jeugd beleid en uit de beleidsnota van het onderwijsveld. As. maandag zal de commissie nader geïnformeerd worden over wat de educatieve agenda eigenlijk is en hoe deze verder zal worden uitgewerkt. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! De wethouder geeft aan dat hij de CDA-motie, Visie op onderwijs, ondersteunt. Dat vinden wij natuurlijk heel prettig. Begrijp ik nu ook goed dat hij raadsleden gaat uitnodigen om deel te nemen aan een commissie? Begrotingsvergadering 9 november 2006 62 De heer BOETZKES (wethouder): Het is natuurlijk aan de raad om te besluiten hoe invulling wordt gegeven aan deze participatie. Ik denk dat het college met een voorstel zal komen. De heer FERWERPA (D66): Voorzitter! Naar aanleiding van dit punt zou ik graag aan de CDA- fractie vragen hoe zij participatie van de raad met betrekking tot dit onderwerp precies ziet. Als raad gaan wij toch niet bepalen dat bijvoorbeeld de klassen kleiner moeten worden, dat er bepaalde modules in het onderwijs ingevoerd zouden moeten worden en dat soort zaken? De heer STIENEN (CDA): Mijnheer Ferwerda, u vroeg onlangs nog waar het item uit het CDA- verkiezingsprogramma was gebleven met betrekking tot het punt dat basisscholen maximaal 300 leer- lingen zouden mogen hebben. Wij willen graag met de hele raad gaan praten over hoe groot een school moet zijn, wat wij de kinderen in onze stad aandoen en wat wij de kinderen bieden. Door daar- over heel open te discussiëren, willen wij komen tot grote kaders waarin wij aangeven in welke richting wij als raad over dit soort zaken denken. Deze kaders willen wij graag aan de wethouder en het onderwijsveld meegeven. Daar horen wij weer graag de mening van het onderwijsveld over en op die manier komen wij straks in Helmond tot een heel goede en gezamenlijk opgestelde oplossing. De heer FERWERDA (D66): Ik neem aan dat wij het als raad dan gaan hebben over de infra- structuur van het onderwijs en niet over de inhoud. Het lijkt mij niet dat wij gaan bepalen dat de kinderen onderwijs moeten krijgen in hoe de raad werkt? De heer STIENEN (CDA): Waar wil de heer Ferwerda naar toe? De heer FERWERDA (D66): Ik denk dat wij als raad enige afstand zullen moeten bewaren tot de praktijk van het onderwijs. Ik vraag mij af of wij ons moeten bemoeien met onderwerpen zoals de heer Stienen die zojuist heeft genoemd. De heer STIENEN (CDA): Dat mag de heer Ferwerda zich afvragen. Daarover gaan wij zeker in discussie met elkaar. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ik heb nog een vraag aan de heer Ferwerda, voorzitter. Vindt hij het erg dat de CDA-fractie c.q. het college komt met een voorstel waarin mogelijkerwijs raadsleden een rol - mij is overigens niet geheel duidelijk welke rol - zouden kunnen vervullen? De afstand tussen de raad en het onderwijsveld is sinds de invoering van het dualisme alleen maar gegroeid in vergelij- king met de vroegere situatie. Toen zagen raadsleden en mensen uit het onderwijsveld elkaar veel vaker en waren wij als raadsleden beter op de hoogte van zaken betreffende het onderwijs. Misschien geldt dit op dit moment niet voor de heer Ferwerda, die zal vast veel beter op de hoogte zijn dan ik dat ben! Zelf juich ik een rol van de raad in dezen erg toe en ik begrijp niet waarom de heer Ferwerda er zulke problemen over maakt, als de raad bij het onderwijs betrokken wordt. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter, Iaat ik het als volgt formuleren. Ik ben er zelf nog niet uit of dit een verstandig beleid is. Ik denk daar nog over na. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Dat is al een hele verbetering ten opzichte van hetgeen de heer Ferwerda zo-even zei. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik zou de wethouder graag een vraag willen stellen. Wat voor consequenties voor de doorlooptijd van de procedure zou het volgens de wethouder hebben, als er eerst nog een breed gedragen advies vanuit de onderwijshuisvestingscommissie zou moeten komen? Ik zie in elk geval beren op de weg, in de zin dat een toevoeging aan de procedure flink wat vertraging met zich zal meebrengen. Ik vind het uitstekend om als raad te spreken over, bij- voorbeeld, op welk moment wij in Helmond de derde en vierde fase klassenverkleining gaan door- voeren in het onderwijshuisvestingsbeleid, maar ik ben heel bang dat de discussie in de raad straks ook over heel andere onderwerpen zal gaan en dat daarmee de voortgang van het werk van de onderwijshuisvestingscommissie belemmerd wordt. Deze onderwijshuisvestingscommissie zal binnenkort samengesteld worden en het valt te hopen dat deze commissie nog komend voorjaar - het liefst nog vóór de behandeling van de voorjaarsnota - tot een advies kan komen. Wat is de visie van de wethouder daarop? Begrotingsvergadering 9 november 2006 63 De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De heer Van der Made wordt op zijn wenken bediend. Wij gaan een proces in dat een historie heeft en waarbij ik in eerste instantie bang was voor een hoog afbreukrisico. Dat wil ik zoveel mogelijk voorkomen. Om die reden zijn wij op dit moment bezig om, samen met de mensen uit het veld, een procesbegeleider uit te zoeken. Deze zullen wij de opdracht geven om op bepaalde momenten met de commissie of de raad in conclaaf te gaan om te bekijken of wij op de goede weg zijn. Daarmee hopen wij het risico van mislukking van het hele plan weg te nemen. Want als het proces op zijn kont komt te liggen, ben ik bang dat wij er deze periode helemaal niet uitkomen, en dat terwijl het gaat om grote bedragen. Motie 6, eveneens ingediend door de CDA-fractie, betreft een visie op de sport. De bedoeling van deze motie is dat de raad eerst de kaders stelt en een visie verwoordt voorafgaand aan het her- ijken van de sportbeleidsnota. Wij stellen ons voor dat er uit de raad een werkgroep wordt samen- gesteld die in overleg met het college een opzet gaat maken. Dat is vergelijkbaar met de werkwijze ten aanzien van de visie op onderwijs. Dan kom ik aan amendement 1, Huiselijk geweld. Op basis van actuele cijfers van het steunpunt huiselijk geweld zal de gemeente Helmond een additionele subsidie toekennen. Ook aan de regio- gemeenten wordt om additionele subsidie gevraagd. Met de middelen die de gemeente Helmond toe- voegt, is snelle hulpverlening aan Helmondse cliënten gewaarborgd. Wij nemen het amendement dus graag over. Ook motie 4 van de CDA-fractie, Dronken pubers, neemt het college over. Het college zal met een nader voorstel naar de raad komen. De WD-fractie heeft motie 11 ingediend over de professionalisering van het peuterspeelzaal- werk met aanhaking bij het basisonderwijs, waarin wordt gevraagd een duidelijk standpunt in te nemen door het eerder vastgelegde beleid te herbevestigen. Deze kwestie speelt al vanaf 1996. Ik zou graag willen voorkomen dat wij voor de zoveelste keer het deksel op de neus krijgen en hiermee terug naar de commissie moeten. Ik denk dat er Oberhaupt geen behoefte is aan deze motie, omdat dezer dagen overeenstemming is bereikt met de belangrijkste spelers in het veld over het af te leggen traject. In dit traject, dat de komende vier maanden gaat lopen, willen wij tot een gezamenlijk gedragen advies komen over de concrete invulling van de professionalisering op basis van een aantal scenario's, waarbij de aanhaking aan het basisonderwijs en de kinderopvang het uitgangspunt is. De concrete invulling van het begrip aanhaking zal in deze scenario's verder worden geconcretiseerd. Het advies zal in elk geval ingaan op voor- en nadelen voor het kind en de ouders, op de professiona- lisering van het personeel en op de kosten van de verschillende scenario's. Hierover is overleg op directieniveau geweest met de Helmondse Overkoepeling Peuterspeelzalen (HOP), het openbaar basisonderwijs, de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Helmond (SKPOH), de SWH en kinderopvangorganisatie Spring. Kortom: de richting is duidelijk, het traject is duidelijk en op de concrete inhoud kom ik in april 2007 bij de raad terug. Motie 11 is wat mij betreft dus overbodig. De heer DAMEN (WD): Voorzitter! Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder en wij trekken bij deze motie 11 in. Wij zullen de rapporten over het onderwerp nauwkeurig bestuderen. Laat het antwoord van de wethouder een teken zijn voor de overige commissieleden om ook hun visie hierbij te laten aansluiten. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Op de vragen van de SDH-OH-fractie over het armoedebeleid zal wethouder Yeyden antwoorden. De SDH-OH-fractie wil in de begroting 2007 geen bedrag voor de turn hal Suytkade opnemen. Als wethouder sport vind ik dat natuurlijk een heel slecht voorstel. In het door deze fractie ingediende amendement 3 worden de middelen die vrijvallen als de sporthal geschrapt wordt, aangewend voor de dekking van verschillende zaken. Voorgesteld wordt om ¿ 200.000,-- te gebruiken voor het vormen van een reserve maatschap- pelijke integratie. In de begroting 2007 zijn al middelen opgenomen voor integratie en jeugdpartici- patie. In het vierde kwartaal 2007 zal een evaluatie plaatsvinden van de subsidieregeling integratie- beleid, inclusief de uitbouw van het integratiebeleid, met daarin een voorstel voor een actieprogramma op wijkniveau. Ook hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld. Voor de jeugd participatie zijn ook al middelen beschikbaar. In 2007 is een ton beschikbaar en in 2008 is dat ook het geval. Het college stelt voor om in 2007 eerst maar eens aan de gang te gaan met de middelen die beschikbaar zijn. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Vindt de wethouder de investering in de turnhal een investering in stenen of een investering in mensen? Begrotingsvergadering 9 november 2006 64 De heer BOETZKES (wethouder): Gezien de behoefte aan de turnhal en de samenwerking tussen de turnverenigingen, vind ik het zeker een investering in mensen. Gelet op de risico's bij het turnen door kinderen - ik denk aan de daarbij noodzakelijke valbak - en het op- en aftuigen van de installaties die in een turnhal komen te staan, heeft een sporthal op het niveau als de sporthal die op Suytkade komt, echt een toegevoegde waarde voor Helmond. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik ben blij met de uitleg van de wethouder, want zijn uitleg betekent de facto dat de uitleg die de PvdA-fractie vorig jaar over dit soort voorstellen gaf, van de baan is. Vorig jaar werd nog van de kant van de PvdA-fractie gesteld dat het bouwen van een sporthal een investering in stenen was en vond deze fractie dat er een verschuiving van middelen moest plaatsvinden ten gunste van investeren in mensen. De heer BOETZKES (wethouder): Ik vind dat de heer Tielemans nu erg generaliseert... De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, ik generaliseer niet! De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Er hebben ook verschuivingen plaatsgevonden voor een bedrag van ¿ 4,3 miljoen. Dat heb ik in mijn bijdrage aangegeven. Misschien wil de heer Tielemans wel ¿ 340 miljoen verschuiven, maar dat kan niet! De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik heb al gezegd, mijnheer Davies, dat ik mij voor het over- grote deel in het collegebeleid kan vinden, niet in het minst omdat het beleid van het vorige college wordt voortgezet! Een ander punt is dat niet ik een tegenstelling of schijntegenstelling heb gecreëerd tussen investeren en investeren in mensen; dat heeft de PvdA-fractie vorig jaar gedaan. Toen verweet de PvdA-fractie het toenmalige college, toen het wilde investeren in een multifunctioneel centrum in Brandevoort en in Stiphout, dat daarmee geïnvesteerd werd in stenen in plaats van in mensen. Het toenmalige college heeft deze stelling ontkracht en gezegd dat dit een onjuiste voorstelling van zaken en een schijntegenstelling was en dat dit soort investeringen juist investeringen in mensen waren. Ik ben blij dat de PvdA-fractie op dit punt is bijgedraaid en de definitie van vorig jaar tot de hare maakt. Veel belangrijker nog dan een reserve maatschappelijke integratie, is het onderliggende beleid. Want daar begint het mee. Wij hebben gesteld dat er bij het huidige beleid sprake is van integratie- moeheid en dat er onvoldoende visie dan wel ambitieniveau is om daar verder mee aan de slag te gaan. Ik hoor graag een reactie van de wethouder op de benadering die wij hebben gegeven, want als wij het daar over eens zijn, dan komt het geld vanzelf, is het niet vandaag, dan is het morgen of in Antwerpen. Immers, in Antwerpen wordt alles gevonden! De heer BOETZKES (wethouder): Wij komen hier nog met elkaar over te spreken. In het vierde kwartaal gaan wij het beleid evalueren en ik kijk met spanning uit naar de reacties van verenigingen en groeperingen op het integratiebeleid met betrekking tot de activiteiten. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dan hoeven wij niet meer met elkaar te debatteren, want als je met spanning uitkijkt... De heer BOETZKES (wethouder): Prima! De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, niet prima! Het huis waar wij nu zitten, is het huis van het debat. Wij kunnen de degens kruisen op zakelijke gronden en wij kunnen het samen wel of niet eens zijn - het liefst heb ik dat wij het eens zijn over dit belangrijke thema - maar dit is wel het moment en de plaats om daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Ik wil graag van de wethouder weten of hij de benadering onderschrijft die wij gegeven hebben op het stuk van het vervolgtraject. Ik ben al heel blij - wij kiezen dus een heel positieve insteek - dat de wethouder onlangs een brief heeft rond- gestuurd waarin hij zegt dat het integratiebeleid dat de afgelopen jaren vorm heeft gekregen, een beleid dat o.a. heeft geleid tot beëindiging van het doelgroepenbeleid, door het college zal worden voortgezet en niet wordt heroverwogen. Daar hoort echter meer bij. Er zullen vervolgstappen gezet moeten worden waarvan ik er een aantal heb aangeduid. Ik wil graag van de wethouder of hij daar met ons toekomstperspectief in ziet, zonder nog in concreto te zeggen bij welke activiteiten welke subsidies beschikbaar gesteld behoren te worden. Begrotingsvergadering 9 november 2006 65 De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! In zijn algemeenheid kan ik daar "ja" op zeggen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat is mooi. De heer BOETZKES (wethouder): Ik wil op een ander moment nog wel eens met de heer Tielemans in debat gaan over bepaalde consequenties, bijvoorbeeld na een evaluatie aan de hand van de vraag hoe wij zaken beter in het traject kunnen plaatsen. Daar kom ik graag op terug. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Het college ontraadt amendement 3 vanwege de dekkings- middelen die gebruikt worden, namelijk de middelen die vrijvallen door de sporthal Suytkade te schrappen. Onze fractie vindt echter dat er heel goede zaken staan in de onderdelen A, B, C en 0 van het amendement die wij graag zouden steunen. Zou het mogelijk zijn om, als daar geen dekking voor is, deze voorstellen mee te nemen en daar nog eens over te spreken als wij het hebben over het voordeel van ¿ 3 miljoen dat in de bestuursrapportage zit? Mogelijk zou daar dekking in te vinden zijn. Misschien zouden wij dit kunnen meegeven aan de werkgroep - de commissie-Dams 2 of hoe die ook gaat heten - die zich gaat buigen over de besteding van de ¿ 3 miljoen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! De heer Smits brengt nu een heel goed punt in. Ik zal het met mijn fractie bespreken als wij straks de moties en amendementen, ook onze eigen moties en amendementen, op hun merites gaan beoordelen naar aanleiding van de beantwoording door het college. Op zich is er dekking, maar de keuze daarvoor moet nog gemaakt worden. Als je kiest voor schrappen van de turnhal Suytkade, dan is er volgend jaar dekking. Als je vasthoudt aan deze turnhal, vervalt deze dekkingsmogelijkheid natuurlijk. Nogmaals: onze fractie gaat het vooral om het resultaat. Investeren in mensen was vandaag het parool van de een of andere fractie. In amendement 3 staan alleen maar projecten waarbij geïnvesteerd wordt in mensen. Het lijkt mij een uitdaging voor de raad om daarover met elkaar te discussiëren. Wij hoeven ons gelijk vandaag niet te krijgen, als wij het morgen maar krijgen! De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De SP-fractie heeft haar bezorgdheid uit- gesproken over de WMO. In de afgesloten contracten is de kwaliteit gewaarborgd doordat in het bestek vooraf duidelijke kwaliteitseisen zijn gesteld. Mocht er een tekort optreden voor de huis- houdelijke verzorging - in het Eindhovens Dagblad van vandaag wordt daar melding van gemaakt - dan zal dit tekort in Helmond een van de laagste tekorten in Nederland zijn. Wethouder Bethlehem is daar al op ingegaan. Ik wil hier nog een keer herhalen wat ik over dit onderwerp heb gezegd: wat mij betreft mag geen enkele WMO-gerechtigde buiten de boot vallen. Daar houd ik aan vast. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Met zo'n uitspraak kun je alle kanten uit. De heer BOETZKES (wethouder): Nee, dat kun je niet. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Op de vraag of bestaande gevallen erop achteruit gaan, heeft de wethouder geantwoord dat zij er niet op achteruit zullen gaan, tenzij er sprake is van herindicering. Over de nieuwe gevallen zal volgens de nieuwe maatstaven worden gewikt en gewogen. Dat is een wat andere en meer genuanceerde benadering dan te zeggen: niemand valt buiten de boot. De heer BOETZKES (wethouder): Vooralsnog, in het jaar 2007, valt niemand buiten de boot. Als dat in 2007 anders lijkt te gaan, zullen wij daar met elkaar over moeten spreken. Zo hebben wij het afgesproken. Het gaat dan over mogelijke tekorten tegen het eind van 2007, die afgewenteld zouden kunnen worden op het jaar 2008. De heer TIELEMANS (SDH-OH): In de tweede bestuursrapportage wordt op pagina 20-21 melding gemaakt van een aantal zaken waarvoor op dit moment geen dekking is aangegeven. Hoe gaat het college daarmee om? Of wil het college dit probleem ook meenemen om het te bespreken in Antwerpen? De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Het gaat erom dat mensen niet in de kou blijven staan. Als zich tekorten gaan voordoen, dan gaan wij daarvoor de rekening indienen bij Den Haag. Het is dus niet de bedoeling dat wij in Helmond klakkeloos een koude bezuiniging accepteren. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Zo werkt het niet, mijnheer Davies. Begrotingsvergadering 9 november 2006 66 De VOORZITTER: Ik heb het gevoel dat er nu toch een discussie wordt overgedaan die al gehouden is. Laten wij dat niet doen. Er is al een paar keer nadrukkelijk aangegeven dat voor de kosten in het jaar 2007 wordt uitgegaan van budgettaire neutraliteit en dat niemand in de kou blijft staan. Als dit uitgangspunt leidt tot een overschrijding, dan maken wij gebruik van de middelen voor het jaar 2008 en komen wij terug naar de raad met een beleidsplan. Deze afspraak is al maanden geleden met de raad gemaakt. Dat is één kant van het verhaal. Er is nog een kant aan het verhaal. Er is overleg geweest tussen het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met betrekking tot de vulling van de kas om tot een zorgvuldige overdracht van WMO-taken te kunnen komen. Daar is een ernstig verschil van mening over. Ik ga er vooralsnog van uit dat het overleg over de middelen wordt heropend. Mocht dit niet zo zijn, dan zal Helmond in vergelijking tot andere gemeente op het punt van eventuele tekorten waarschijnlijk een geringer pro- bleem ondervinden. Als het probleem zich voordoet, komen wij terug bij de raad om te bekijken hoe wij het gaan tackelen. Nogmaals: de uitgangspunten die zijn vastgelegd in de eerdere discussies over het onderwerp WMO, blijven overeind. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Hier ging mijn vraag helemaal niet over, voorzitter, en het is niet mijn bedoeling de discussie daarover te herhalen. Mijn vraag was gewoon welke dekking het col- lege in petto heeft voor de zaken die het zelf benoemt in de tweede bestuursrapportage. De bestuurs- rapportage wordt niet voor niets vlak voor de begrotingsbehandeling uitgebracht. Die wordt op dat moment uitgebracht om ons als raad in staat te stellen op basis van actuele cijfers en feiten met elkaar een up-to-date- discussie te voeren. Dat doe ik nu, niet meer en niet minder. Ik wil nu gewoon van het college weten hoe het omgaat met de dekking van de zaken die in de tweede bestuursrapportage worden genoemd. De VOORZITTER: In de bestuursrapportage staat dat vooralsnog dekking wordt gevonden in de beschikbare rijksmiddelen. Mocht dit niet het geval zijn, dan komen wij daarop bij u terug. Wij gaan niet op voorhand zeggen dat wij de rekening zelf gaan betalen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nogmaals: het college geeft geen dekking aan en ik vind dat toch een manco in dit belangrijke dossier. Dat stel ik in alle nuchterheid vast. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik kom aan een volgende opmerking van de SP- fractie, een opmerking die gaat over het schoolzwemmen. Op dit moment wordt er geen gemeentelijk zwemonderwijs gegeven. Wij zijn bezig met een vangnetregeling. Wij bekijken of het zwemonderwijs voor kinderen zonder zwemdiploma geheel of gedeeltelijk door de gemeente gefinancierd kan worden en of dit onderwijs kan plaatsvinden tijdens of buiten de schooltijden. In het tweede kwartaal 2007 zal de raad een voorstel worden voorgelegd. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Dat had ik al geconstateerd. Mijn vraag was wat de praktijk op dit moment is. Moeten wij vrezen dat nu al kinderen tussen wal en schip vallen? De heer BOETZKES (wethouder): Er is momenteel geen vangnetregeling en er wordt vanuit de gemeente geen zwemles gegeven. Ik zie daar op dit moment geen mogelijkheden toe. Dan kom ik nu aan enkele vragen van de fractie van Groenlinks. Allereerst het vluchtelingenwerk. Volgens de nieuwe Wet inburgering zijn gemeenten verplicht maatschappelijke begeleiding te organiseren voor alle asielgerechtigden. Hiervoor komen van het Rijk middelen naar de gemeente toe. Binnenkort ontvangt de raad een collegevoorstelover de implemen- tatie van de nieuwe Wet inburgering. Dit onderdeel is daarin meegenomen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! De wethouder heeft nog niet geantwoord op mijn vraag over het inburgeringsbeleid. Onze fractie vindt dat er een actief inburgeringsbeleid gevoerd moet worden dat niet alleen gericht zal moeten zijn op nieuwkomers, maar ook op oudkomers. Deelt het college onze opvatting? De heer BOETZKES (wethouder): Het antwoord daarop is een kort en krachtig "nee". De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik wil toch graag weten waarom het college deze opvatting niet deelt. Begrotingsvergadering 9 november 2006 67 De heer BOETZKES (wethouder): Het zit nogal ingewikkeld in elkaar, omdat je oud- en nieuw- komers niet op dezelfde manier kunt behandelen. De groep oudkomers is veel complexer en ook veel moeilijker te benaderen. Daardoor is het ook moeilijker een passend en goed beleid voor deze groep in te zetten. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik heb het over een actief inburgeringsbeleid. Het college zegt zelf dat het niemand afschrijft. De slogan is: meedoen en erbij horen. Ik kan mij voorstellen dat er een andere benadering zou gelden ten aanzien van de groep oudkomers en dat er ook ander maatwerk geleverd zou moeten worden, maar dat Iaat onverlet dat in de opvatting van onze fractie ook de oud- komers een actief inburgeringstraject hebben te volgen. Het is in hun belang en in het belang van de samenleving dat dit van gemeentewege op een goede manier wordt georganiseerd en geregisseerd. De heer BOETZKES (wethouder): Ja, maar zonder dwang. De heer TIELEMANS (SDH-OH): De wethouder zegt: zonder dwang. Hij wil de inburgering van oudkomers dus puur vrijwillig laten plaatsvinden. Denkt hij dat zijn aanpak zal leiden tot een betere integratie? De heer BOETZKES (wethouder): Wellicht wel, maar ik denk niet in hoge mate. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik constateer dat wij op dit punt van opvatting verschillen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! In de jaren zestig is de eerste generatie van de groep waarover wij spreken, naar Nederland toe gekomen. Deze mensen hebben de taal niet of nauwelijks kunnen Ieren, om de doodsimpele reden dat ze geacht werden hier vooral veel te werken voor weinig geld, en dat ook nog onder slechte omstandigheden. De heer Tielemans wekt nu de suggestie dat deze groep mensen niet geïntegreerd kan zijn. Hij ondersteunt kennelijk van harte het standpunt van zijn partijgenote op landelijk niveau mevrouw Verdonk, die van mening is dat de achterstand door deze generatie alsnog ingehaald moet worden. Dat is zijn goed recht, maar ik denk niet dat dit de plaats en de gelegenheid is om de discussie daarover nog eens te voeren. De sug- gestie dat deze mensen helemaal niet geïntegreerd zijn, vind ik verwerpelijk en vindt dat hij zich ervoor moet schamen iets dergelijks suggereren. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik vind dat u uw partij eens wat beter moet Ieren kennen, mijnheer Den Breejen! Ik heb namelijk niet meer en niet minder gezegd dan datgene wat Wouter Bos gisteren - misschien niet op zijn zeepkist op de Markt in Helmond maar op een andere plek - gezegd heeft, namelijk dat de oudkomersproblematiek een ernstige problematiek is die de politiek, ook de lokale politiek, zich moet aantrekken. Het grote probleem is het maatschappelijke isolement. Als je het hebt over sociale uitsluiting en over armoede, dan concentreert de problematiek zich daarop. Dat benoem ik en daarvan zeg ik: daar moet iets mee gebeuren. Dat zal niet vrijblijvend en vrijwillig... De heer DEN BREEJEN (PvdA): Als de heer Tielemans doelt op de inkomenspolitiek, dan vind ik het prima. Eigenlijk dacht ik dat hij iets heel anders bedoelde. Daar zou ik wat meer moeite mee hebben. De heer TIELEMANS (SDH-OH): De heer Den Breejen moet mij controleren op de woorden die ik zeg en niet op de bedoelingen die hij daarin meent te horen, want bedoelingen zijn moeilijk traceer- baar. Ik heb niet meer en niet minder gezegd dan wat ik in eerste en twee,de termijn al naar voren heb gebracht. Het gaat om een ernstig probleem en mijn fractie is ervan overtuigd dat vrijblijvende maat- regelen hiervoor geen oplossing bieden, omdat bij vrijblijvende maatregelen het probleem in de toe- komst alleen nog groter zal worden. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Gisteren kreeg de heer Van Heugten in Deurne een vergelijkbare vraag. In zijn antwoord verwees hij naar de geschiedenis van de Ieren in Amerika: als je de ontwikkeling daar nagaat, zie je dat een hopeloze situatie zich in de loop van de tijd zelf herstelt, omdat mensen emanciperen. Van de eerste en de tweede generatie is dat misschien wat veel gevraagd, maar de generaties daarop zullen zeker emanciperen. Natuurlijk zijn er ernstige problemen, maar ik vind dat de heer Tielemans de zaak wat zwart-wit voorstelt. Het letterlijke citaat van de door Begrotingsvergadering 9 november 2006 68 Wouter Bos op de zeepkist gesproken woorden, zou ik graag nog eens van de heer Tielemans krijgen. De VOORZITTER: Ik vind dat wij ons moeten beperken tot het beleid dat vandaag aan de orde is. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Wij spreken over de inburgering, voorzitter. De VOORZITTER: De wethouder heeft hier correct op gereageerd, omdat op dit punt het beleid niet is gewijzigd ten opzichte van het beleid in de vorige collegeperiode. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Maar er ligt een nieuwe Wet inburgering. Die is onlangs binnen het college aan de orde geweest. De VOORZITTER: Ik zeg alleen dat de wethouder de raad op dit punt correct informeert. Nog- maals: op dit punt liggen geen wijzigingsvoorstellen voor. De wethouder geeft nu namens het college een reactie op het amendement van Groenlinks met betrekking tot het vluchtelingenwerk. Daar staat geen enkel woord in dat betrekking heeft op de problematiek die de heer Tielemans naar voren brengt. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik heb het gehad over de integratieproblematiek, met name in relatie tot de oudkomers. Dat is de zaak waarover wij met elkaar discussiëren. De VOORZITTER: Ja, maar op dat punt liggen er geen wijzigingsvoorstellen voor en in de begroting staat daar niets over. Als de heer Tielemans op dit punt toch beleid geformuleerd wil hebben, dan kan hij dat voorstellen in de vorm van een amendement of een motie. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, want de Wet inburgering komt nog in de raad aan de orde. De VOORZITTER: Ja, dat is juist. De wethouder is daarmee zijn antwoord op de vragen van Groenlinks begonnen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): U zegt dat wij daar nu niet over moeten praten, maar ik vind dat wij best van gedachten mogen wisselen over de richting waarin wij zouden willen dat het beleid zal gaan. De VOORZITTER: De allereerste zin van de wethouder was dat het onderwerp terugkomt naar de raad. Dan zal er ruimte genoeg zijn om met elkaar in debat te gaan. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik zou graag even willen terugkomen op het punt waarover het in de beantwoording van de wethouder ging, namelijk het vluchtelingenwerk. Hij zegt dat er binnenkort - dat wordt al jaren gezegd - een collegevoorstelover het nieuwe inburgeringsbeleid komt en dat er dan wellicht ook duidelijkheid komt over het vluchtelingenwerk. Mijn vraag aan de wet- houder is of hij verwacht dat vanaf 2007 en verder het vluchtelingenwerk in Helmond door de vrijwil- ligers van vluchtelingenwerk, met professionele begeleiding, zal kunnen worden voortgezet. Als zijn antwoord daarop positief is en hij deze verwachting reëel acht, is mijn vraag waarom het college en deze wethouder er niet voor kiezen om daar duidelijkheid over te scheppen en daar ook ruimte voor te scheppen in de begroting 2007. Dat zou tot effect hebben dat vanaf nu nieuwe vluchtelingen meteen naar de intake van de vluchtelingenwerkgroep kunnen gaan. Het zou ook het effect hebben dat de SWH veel meer duidelijkheid kan bieden ten aanzien van de begeleiding door de professionele kracht, en daarmee de continuïteit van de ondersteuning van de vrijwilligers, die heel hard nodig is. De heer BOETZKES (wethouder): Ik snap het probleem van de heer Van der Made en wij hebben hierover genoeg met elkaar gesproken. Iedere keer vertel ik hem dat de gemeente in dezen niet als eerste verantwoordelijkheid heeft. De gemeente wacht de Wet inburgering af. Daar waar mogelijk zullen wij in zaken investeren. Meer kan niet. Ik kan de heer Van der Made dus niet de garantie geven dat het vluchtelingenwerk in januari voortgang zal vinden op dezelfde wijze als het nu plaatsvindt. Begrotingsvergadering 9 november 2006 69 De heer VAN DER MADE (GL): De wethouder bedoelt dus dat de gemeente niet in eerste instantie verantwoordelijk is voor het welzijn van een deel van haar inwoners? De heer BOETZKES (wethouder): Dat heeft de heer Van der Made mij niet horen zeggen. De heer VAN DER MADE (GL): Maar dat is wel het punt waar het hier om gaat. Er zijn diverse projecten in het Welzijnsprogramma aan te wijzen waarbij de gemeente geen verplichting heeft deze projecten financieel te ondersteunen, maar het toch doet. En waarom? Omdat wij met z'n allen vinden dat het nuttig en goed werk is dat het ook nodig is. Ik denk - en volgens mij is de wethouder het met mij eens - dat dit ook geldt voor het vluchtelingenwerk. Ik snap niet waarom er een uitzondering gemaakt wordt voor dit soort welzijnswerk, met als argument dat nog steeds niet duidelijk is hoeveel geld Helmond daarvoor van het Rijk zou krijgen. Vandaar dat ik voorstel, en dat staat in feite in amen- dement 5, om die duidelijkheid wél te geven en het vluchtelingenwerk in Helmond vanaf 2007 te behouden. Volgens amendement 5 geeft de raad het college de opdracht om het nodige geld daar- voor beschikbaar te stellen. Het college kan dit amendement natuurlijk overnemen. Als het Rijk later in het jaar daarvoor ook middelen beschikbaar stelt, is dat mooi meegenomen. Het is overigens ook te verwachten dat het Rijk dat zal doen. Ik snap dan ook niet waarom hierover niet nu al duidelijkheid gegeven kan worden. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik heb al eerder gezegd dat het college van mening is dat wij moeten wachten op de Wet inburgering. Wij willen afwachten wat het Rijk ons met deze wet te bieden heeft. De heer Van der Made zal de eerste zijn die het te horen krijgt. De heer VAN DER MADE (GL): Ik hoef niet de eerste te zijn die dat te horen krijgt. Wat mij betreft mogen de vrijwilligers van vluchtelingenwerk dat zijn. De heer BOETZKES (wethouder): Het komt bijna op hetzelfde neer. De heer VAN DER MADE (GL): Nee, dat is niet zo. Mijn vraag is wel waarom het college verschil maakt tussen de post vluchtelingenwerk en een aantal andere posten in het Welzijns- programma, waarbij de gemeente evenmin de verplichting heeft de desbetreffende activiteiten te sub- sidiëren. De heer BOETZKES (wethouder): Dat probeer ik steeds al duidelijk te maken en ik zal het nog één keer zeggen: wij wachten totdat het Rijk naar ons toe komt met een bijdrage voor het vluchte- lingenwerk. Op dat moment zal het college een beslissing nemen. De heer VAN DER MADE (GL): Dat is geen antwoord op mijn vraag. De heer BOETZKES (wethouder): Maar het is wel de reactie van het college op het amen- dement van Groenlinks. Dan kom ik aan motie 12 van Helder Helmond met betrekking tot het woonwagenwerk. Ik verwijs naar de recente bestuurlijke informatiebrief die wij de raad hierover toegezonden hebben. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik weet dat hierover een raadsinformatiebrief is. De SWH had ons uitgenodigd voor een vooroverleg om de problematiek van het woonwagenwerk onder de aandacht te brengen. Een aantal partijen bleek toen wel doordrongen van het feit dat het stopzetten van het woonwagenwerk door de SWH op termijn wel eens tot problemen zou kunnen leiden. Welis- waar stelde het college in zijn beantwoording van de desbetreffende vragen dat men zich bij de SWH niet had gehouden aan de afspraak om al in het afgelopen jaar werkzaamheden over te dragen. In de eerste plaats moet gezegd worden dat men bij de SWH wel degelijk pogingen had ondernomen. Ik heb begrepen dat een aantal keren door partijen die de werkzaamheden mogelijk zouden overnemen, is gezegd dat het wat hen betreft niet hoefde, als ze er geen geld bij kregen. In de tweede plaats zal datgene wat in de raadsinformatiebrief staat in principe uitgevoerd moeten worden. Onze fractie deelt de zorg dat wij over een jaar waarschijnlijk geconfronteerd zullen worden met problemen, omdat een en ander niet tot het gewenste resultaat zal leiden. Wij hebben dan ook nadrukkelijk voorgesteld om het woonwagenwerk niet binnen het doelgroepen beleid te plaatsen en te financieren, maar te probe- ren een oplossing te vinden voor de groep woonwagenbewoners die al 25 jaar lang gebruikmaakt van de expertise van de SWH. Deze expertise is niet aanwezig bij MaDi-HP, die volgens het voorstel het woonwagenwerk zal gaan uitvoeren. Begrotingsvergadering 9 november 2006 70 Daar wil ik het nu bij laten, maar ik zeg nu al dat wij onze motie 12 in stemming zullen brengen. Wij zijn dus niet overtuigd door de brief van het college. De heer BOETZKES (wethouder): Daar verschillen wij dan van mening over. Ik ben ervan overtuigd dat de overdracht van expertise van de SWH naar MaDi-HP wel degelijk kan leiden tot het doel dat wij ons op dit punt gesteld hebben. Daar komt bij dat de ondersteuning van het woonwagen- werk 25 jaar geleden heel wat anders was dan deze nu, anno 2006, is. De heer RIETER (HH): Bij het woonwagenwerk van 25 jaar geleden ging het om ongeveer twintig gezinnen waarvoor 3,5 f.t.e. voor beschikbaar was. Inmiddels spreken wij over ongeveer 160 gezinnen, terwijl de beschikbare tijd voor begeleiding is teruggebracht tot 0,5 f.t.e. De afgelopen 25 jaar is er al enorm afgebouwd en ook de problematiek is sterk verminderd. De gemeente wil van het woonwagenwerk af - dit bedoel ik positief - en wij weten uit gesprekken, zowel met de woonwagen- bewoners als met een afvaardiging van de SWH, dat men voornemens is om voor de alfabetisering van de nieuwe generatie geen beroep meer te doen op ondersteuning. Maar dat heeft nog enige tijd nodig. Om die tijd vragen wij in onze motie, om te voorkomen dat wij op termijn, en misschien al volgend jaar, het deksel op de neus krijgen. Ik hoop natuurlijk dat het college gelijkt krijgt en dat dit niet zo zal zijn. Desondanks handhaven wij onze motie. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De Helmondse Senioren Partij vraagt naar het WMO-informatieloket. In 2007 starten wij met de pilot Zorgpoort Helmond. De raad zal over de voort- gang hiervan geïnformeerd worden. Mevrouw De Voogd heeft het ook gehad over thuishuis Kronehoef. Ik ben, gezien het feit dat ik wonen en zorg in portefeuille heb, zeer geïnteresseerd, in het verhaal van de Kronehoef. Ik zou daarom graag een keer een afspraak met mevrouw De Voogd willen maken om over dit onderwerp te spreken. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Ik zal hier heel kort weergeven waar het om gaat. Een thuishuis is een kleinschalige woonvorm voor alleenstaande eenzame ouderen die dreigen te vereenzamen. Daarvoor wordt professionele zorg ingezet. Daarom staan deze huizen meestal in de buurt van zorghuizen. Als er dan nog iets ontbreekt aan de zorg, komt de mantelzorger c.q. vrijwilliger er aan te pas. Ik maak graag een afspraak met de wethouder om hier verder over te spreken. De heer BOETZKES (wethouder): Dat zullen wij doen. Verder vroeg mevrouw De Voogd mij om een creatieve oplossing voor het Orgelhuis, omdat zij zich afvraagt of zij haar dansschoenen nog moet meenemen naar het verzorgingstehuis. Ik kan mevrouw De Voogd alleen een dansje aanbieden in de Veest raat, waar elke zaterdag een orgel speelt. Ik zou zelf eerst een cursus moeten volgen, want ik ben niet zo'n danser. Misschien is de heer Tielemans genegen om mevrouw De Voogd een keer van dienst te zijn en met haar op een zaterdag een dansje rond het orgel in de Veestraat te houden. Dan kan er vanaf nu al gedanst te worden en hoeft zij niet te wachten. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Ik wil de wethouder graag een paar dans- pasjes bijbrengen! De heer TIELEMANS (SDH-OH): En ik houd wel van een generale repetitie, voorzitter. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Tot slot een reactie op een punt dat is ingebracht door de fractie van Helmond Aktief. De heer Van Mullekom stelt nogal gedetailleerde vragen over het project valpreventie. Ik verwijs hem graag naar de ambtenaar die dit onderwerp behandelt. Voorzitter, hiermee ben ik gekomen aan het eind van mijn beantwoording. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Niet alle vragen zijn beantwoord. Ik heb een vraag gesteld met betrekking tot de deelname van Fontys aan de Groene Campus. De heer BOETZKES (wethouder): De heer Ferwerda krijgt daar van de heer Yeyden antwoord op. Begrotingsvergadering 9 november 2006 71 De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Mijn vraag over de eenzaamheidspreventie is nog niet beantwoord. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Volgens mij is daarop in eerste termijn al geant- woord. Eenzaamheid is in mijn opvatting een onderdeel van het armoedebeleid. De eenzaamheids- preventie kan terugkomen als onderdeel van de armoedeconferentie. De heer VAN MULLEKOM (HA): Eenzaamheid heeft toch niets met armoede te maken? Er hoeft helemaal geen samenhang te zijn tussen eenzaamheid en armoede. Een rijke stinkerd, die mil- joenen heeft, kan zich ook eenzaam voelen. De heer BOETZKES (wethouder): Dus toch arm zijn, in die zin. De heer VAN MULLEKOM (HA): Ja! De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik mag toch hopen dat de heer Boetzkes, als wet- houder onderwijs, ingaat op amendement 7, onderwijshuisvesting. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! In amendement 7 wordt om ¿ 1 miljoen extra gevraagd voor onderwijshuisvesting. Er is al een extra miljoen opgenomen voor 2007 en wij wachten nu eerst de voorstellen van de integrale onderwijshuisvestingscommissie af. Wij gaan dus met het onderwerp aan de slag. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Begrijp ik goed dat de wethouder er vertrouwen in heeft dat, na uitkomst van het overleg, in 2007 gelden beschikbaar komen om een snelle start te maken? Uit de beantwoording op de door mij in eerste termijn gestelde vragen heb ik begrepen dat er een vertraging van maar enkele maanden zou ontstaan. Dat suggereert dat de wethouder nog in 2007 middelen, en waarschijnlijk meer dan enkele miljoenen extra, wil inzetten. Hij verwacht dus dat zijn collega-wethouders hem dat extra geld zullen gunnen. De heer BOETZKES (wethouder): Dat klopt. Ik moet alleen wel opmerken dat de in amen- dement 7 aangegeven dekking niet mogelijk is. Het college acht deze dekking niet acceptabel. De heer VAN DER MADE (GL): Dan ben ik heel benieuwd! De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Als je de laatste wethouder bent die bij een begro- tingsbehandeling antwoordt, hoef je niet bang te zijn dat alle gras je voor de voeten is weggemaaid. Er is nog een hoop blijven liggen. Laat ik gewoon beginnen met in te gaan op de complimenten die zijn gemaakt. De fractie van de SDH-OH heeft complimenten uitgedeeld voor het in de vorige periode gevoerde beleid. Die neem ik graag in ontvangst, maar wil ik ze ook graag doorgeleiden naar mijn collega wethouder Houthooft en naar de desbetreffende afdelingen. Meerdere fracties hebben terecht aandacht gevraagd voor de groep mensen voor wie het moei- lijk of zelfs onmogelijk is om aansluiting op de arbeidsmarkt te vinden. Er is al toegezegd dat wij een Deltaplan gaan ontwikkelen. In feite zijn wij daar al mee bezig. In dit Deltaplan zullen de beleids- onderdelen economie, werkgelegenheid, sociale zaken, reïntegratie en onderwijs integraal aan bod komen. Daar zullen wij een visie op geven. Als je een werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid wilt voeren, zul je naar de toekomst moeten kijken en een idee moeten hebben bij welke bedrijven in de huidige economische situatie vacatures zullen ontstaan. Daarvoor kun je integratietrajecten inzetten. Uiteraard zal ook het onderwijs daarop afgestemd moeten worden, want het is niet de bedoeling dat mensen worden opgeleid om werkloos te worden. Ik zeg toe dat in de februarivergadering van de commissie middelen, ondersteuning en economie het Deltaplan behandeld zal worden. Overigens geloof ik niet dat het Deltaplan alle problemen zal oplossen, maar wel denk ik dat een dergelijk plan voldoende instrumenten aanreikt en leidt tot projecten die de problematiek zullen verminderen. Mevrouw VAN MIERLO (WD): Voorzitter! Onlangs heeft de wethouder toegezegd dat het Deltaplan aan het eind van dit jaar klaar zou zijn. Begrotingsvergadering 9 november 2006 72 De heer YEYDEN (wethouder): Dat klopt, maar ik vraag bij deze gelegenheid permissie om de termijn twee maanden te verlengen. Dat deze verlenging nodig is, heeft misschien te maken met mijn gebrek aan ervarenheid, waardoor ik niet goed heb kunnen inschatten hoe lang het duurt om een dergelijk plan op te stellen. In elk geval ben ik van mening dat wij ons vooral moeten richten op de kwaliteit van het plan. De kwaliteit kan in de twee extra maanden veel beter worden, zodat het een weloverwogen beleidsplan kan worden, waarin de verschillende beleidsterreinen goed op elkaar af- gestemd zijn. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik heb niets tegen een Deltaplan. Het klinkt ambi- tieus en zal ook ambitieus zijn, zeker waar het gaat om integraliteit en samenhang. Ik heb ook niets tegen twee maanden vertraging, want dat komt in de beste families voor. De vraag is wel wat voor plan wij voorgelegd krijgen in februari 2007. lal dat een eindproduct of een halffabrikaat zijn? Is het niet verstandig om, voordat de wethouder een uitontwikkeld en af plan aan de commissie voorlegt, samen met de raadscommissie de kaders van het plan door te exerceren en vast te stellen? Op die manier heeft de wethouder een heel goede en gerichte input om te komen tot een breed gedragen Deltaplan. Dat lijkt mij een beter dan de situatie dat de wethouder de com- missie in februari met een kant-en-klaar product confronteert. De heer YEYDEN (wethouder): Het zal geen kant-en-klaar product zijn, mijnheer Tielemans, maar een plan in concept waarin de inbreng van de commissie nadrukkelijk zal worden meegenomen. Daarmee gaan wij ook weer het veld in, want wij zijn niet voornemens om het allemaal alleen te gaan doen. Ook de ondernemers en het onderwijsveld moeten er bij worden betrokken. Pas na afstemming met andere betrokkenen kunnen wij komen tot een kant-en-klaar product op basis waarvan wij ook met elkaar een commitment kunnen aangaan met betrekking tot de toekomst van Helmond en de manier waarop wij daarop willen inspelen. Wij zullen dan ook niet stilzitten. Ik kan enkele concrete voorbeelden geven van hoe wij zaken met elkaar in overeenstemming brengen. lo moet je iets doen met de bestaande vacatures en het aanbod van mensen die werk zoeken, waardoor het werk en de mensen bij elkaar worden gebracht. Er zijn in dat opzicht al enkele geslaagde projecten geweest. In juni is er een werkmarkt geweest op het Werkplein. Bij de opening in augustus is er een speedmatch gedaan. In september is er met de foodsector een open dag georganiseerd waar werkzoekenden naar toe zijn geleid. In oktober is er een open dag geweest van alle bedrijven van het BlOB. Bij al deze acties hebben tussen de vijftig en zestig mensen een baan gevonden. In november zullen wij samen met het ROe een jongerenproject draaien waarbij wij de jongeren zullen aansporen om zich heel gericht voor de vacatures aan te melden. Wat succesvol is, moet je zien te behouden. Daarom zullen wij het bestaande Versnellings- programma werkgelegenheid inbedden in het Deltaplan. Als de raad dat wil, zal het college een over- zicht verstrekken van de tussentijdse resultaten van het Versnellingsprogramma werkgelegenheid. Mevrouw VAN MIERLO (WD): Voorzitter! De wethouder sprak over de inbreng van de com- missie. Aan welke commissie refereert hij? De heer YEYDEN (wethouder): De commissie middelen, ondersteuning en economie. Mevrouw VAN MIERLO (WD): Dan zal het onderwerp dit jaar nog in de commissie moeten komen, wil de wethouder het Deltaplan in februari klaar hebben. Ik ben het namelijk eens met de heer Tielemans dat het goed zou zijn wanneer wij als raad de kaders zouden stellen. Dat zullen wij dit jaar nog moeten doen. Ik zou een beroep willen doen op de commissievoorzitter de heer Smits om te bewaken dat dit onderwerp in de commissie aan de orde komt. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik vind het prima om van alles te bewaken, maar ik begrijp uit de woorden van de wethouder dat hij komt met een halffabrikaat en dat de commissie daar nog haar zegje over kan doen. De heer YEYDEN (wethouder): Het is gebruikelijk dat, als het college met een voorstel naar de commissie komt, de commissie haar inbreng levert. Datgene wat de commissie nog inbrengt, wordt in het vervolg meegenomen. Er komt nooit een kant-en-klaar product naar de commissie toe. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Voorzitter! Bij mijn weten is een paar maanden geleden in de commissie middelen ondersteuning en economie afgesproken dat het college met een Deltaplan zou Begrotingsvergadering 9 november 2006 73 komen en dat vervolgens de commissie dit plan zou gaan bekijken. Overigens vind ik het, net als mevrouw Van Mierio, jammer dat het plan wat later komt dan aanvankelijk is gezegd. Gelet op wat er met de commissie is afgesproken, vind ik het wat vreemd dat de heer Tielemans er nu mee komt dat de commissie eerst de kaders zou moeten stellen. Dat had meteen moeten gebeuren, want het is nu wat Iaat om terug te komen op afspraken die een paar maanden geleden met de commissie zijn gemaakt. Wij wachten dus op het plan van het college en vervolgens staat het ons vrij om daar in de commissievergadering onze mening over te geven. Dat zullen wij waarschijnlijk ook op allerlei punten doen. En zo moet het ook. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Het is nooit te Iaat om kaders te stellen, daar waar dat nog niet of onvoldoende is gebeurd. Bovendien wil ik wijzen op een belangrijk aspect dat hopelijk voldoende tot zijn recht komt in het Deltaplan. Ik zou graag zien dat wij in het plan op het punt van de reïntegratie van de groep langdurig werklozen controleerbare en meetbare taakstellingen afspreken ten aanzien van doorstroming en uitstroming. Anders blijft het plan te vrijblijvend en te veel hangen in de sfeer van goede bedoelingen. Ik denk, mede gezien de risicoanalyse met betrekking tot de WWB, dat wij naar een strak beleid toe moeten. Mijn voorganger de heer Praasterink heeft de afgelopen raadsperiode geregeld een beroep gedaan op het college om voor dit punt aandacht te hebben. Dat blijft gelden voor het nu zittende college. Wij zullen in het kader van de reïntegratie toe moeten - zeker gezien de bedragen die ermee gemoeid zijn - naar harde en controleerbaar uitstroom- en door- stroomtaakstellingen. De heer YEYDEN (wethouder): De heer Tielemans weet toch ook dat wij WWB-jaarplannen hebben en dat daarin concrete afspraken worden gemaakt? Daar staan de cijfers en streefresultaten in genoemd. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat weet ik, maar de wethouder weet wellicht ook - en als hij dat niet weet, komt dat nog wel - dat er een rapport ligt van het Sociaal en Cultureel Planbureau waarin geëvalueerd is hoe het gaat met reïntegratietrajecten in den lande. Heel veel van die trajecten blijken onvoldoende effectief en efficiënt te zijn. Er is dus een verbeterslag te halen. Daar moeten wij gebruik van maken ter optimalisatie van het Deltaplan. De heer YEYDEN (wethouder): Daar bovenop is aan de rekeningcommissie de opdracht ge- geven om een onderzoek in te stellen. Dat komt er ook nog aan. Alle informatie waar wij over kunnen beschikken, zullen wij in het Deltaplan verwerken. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Mooi zo. Het wordt een mooi plan! De heer YEYDEN(wethouder): Ja, maakt u uw borst maar nat. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Het is ook een heel belangrijk plan, mijnheer Tielemans. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Als u naar mijn bijdrage geluisterd heeft, hoeft u niet aan mijn opvatting daarover te twijfelen. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Precies! Dat was een heel goed teken. Maar als u de volg- orde omdraait in de zin dat u eerst de kaders niet vooraf en dan de kaders wél vooraf wilt bepalen, dan is dat jammer, mijnheer Tielemans. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Nee, ik heb niets omgegooid. Ik ben begonnen met de kaders en vervolgens met de controle. Dat hoort thuis in een beginnerscursus politiek! De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Ik begin pas, maar ik weet wel dat, als je maar vaak genoeg iets zegt, het nog niet betekent dat je gelijk hebt. De heer Tielemans geeft zojuist aan dat eerst de kaders vastgesteld moeten worden. Daar heb ik op gereageerd door hier te herhalen wat in de com- missie middelen ondersteuning en economie is afgesproken. Het college komt eerst met een plan en als commissie gaan wij daar eens goed naar kijken. Het wachten is nu op het plan en de heer TieIe- mans zal hebben begrepen dat de commissieleden ongeduldig worden. Ik ben daar één van, want ik vind het plan heel belangrijk en het moet er echt snel komen. Het is jammer dat de heer Tielemans er nu mee komt dat de commissie eerst de kaders moet stellen terwijl wij een paar maanden geleden in Begrotingsvergadering 9 november 2006 74 de commissie anders hebben besloten, want als je steeds van opvatting wisselt, komt het helemaal niet goed - en dat komt in de beste families meestal niet voor. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik wissel niet steeds, want in het kader van de duale verhou- dingen stelt de raad, zeker ten aanzien van dit soort majeure dossiers, per definitie de kaders. Dat is helemaal niet nieuw. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Misschien moet de heer Tielemans dan in de commissie- vergadering aanwezig zijn, dan kan hij in het beginstadium al kaders gaan stellen! De heer TIELEMANS (SDH-OH): Ik heb geen zitting in de commissie middelen ondersteuning en economie. Daar hebben twee andere vertegenwoordigers van mijn fractie zitting in, dus daar hoeft de heer Davies zich geen zorgen over te maken. De VOORZITTER: Het belang van het Deltaplan is aangetoond. Er zal mee moeten worden voortgegaan, zodat het concept in februari beschikbaar is. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik constateer dat de heer Tielemans niet alleen zijn waardering uitspreekt over het verleden, maar ook zijn steun toezegt in de toekomst. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat zal afhankelijk zijn van de inzet. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Een financiële intensivering wordt vooralsnog niet nodig geacht. Dit in reactie op het amendement van de SDH-OH, waarin wordt gesteld dat wij de middelen vooralsnog niet nodig hebben. Eerst het beleid, dan het geld. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Dat is ook in afwijking tot vorig jaar, want vorig jaar stelde de heer Yeyden nota bene zelf - zij het in een andere hoedanigheid - een intensivering voor! Het kan verkeren, zei Bredero. De heer YEYDEN (wethouder): Ik waardeer het aanpassingsvermogen van de heer Tielemans ook zeer: ook hij is snel gewend aan zijn nieuwe rol! De heer TIELEMANS (SDH-OH): Er valt vandaag de dag gelukkig ook weer wat te besteden, dankzij een goed bezuinigingsbeleid van het vorige college. Wij kunnen nu weer wat uitgeven! De heer YEYDEN (wethouder): Het is jammer dat u in de vorige periode zo eenzijdig heeft bezuinigd, mijnheer Tielemans. Er zijn vandaag enkele suggesties gedaan die wij graag betrekken bij de ontwikkeling van het Deltaplan. Naast de zaken die wij zojuist besproken hebben, heeft de PvdA-fractie de suggestie gedaan om jeugdige werklozen een perspectief te bieden op stageplaatsen. Een belangrijke aanvulling is ook de PvdA-motie. met betrekking tot de belastingvrije vrijwil- ligersvergoeding. Wij beschouwen dit als een welkome suggestie, die wij graag overnemen. Een punt van aandacht betreft de toetsing aan het wettelijke kader. Een heel concrete vraag van de CDA-fractie is wie wij allemaal bij de totstandkoming van het Deltaplan betrekken. Daar heb ik al iets over gezegd. Uiteraard betrekken wij daar de werkgevers bij, want daar ontstaan de vacatures. Ook het onderwijs en de reïntegratiebedrijven betrekken wij daarbij, en zeker de desbetreffende gemeentelijke afdelingen. Het succes ligt hem in de samenwerking. Daar moeten wij heel zwaar op inzetten. Niet alleen in het Deltaplan is er aandacht voor de problemen en kansen op de arbeidsmarkt. Zoals de WD-fractie al aangaf, is met de verbreding van de Brainport en de people-lijn nog eens onderstreept dat het juist gaat om de mensen in de stad en de regio. Wij schatten in dat wij in de toe- komst heel veel vakmensen nodig hebben. Dat is nu ook al de situatie. Wij zullen er heel veel in moeten investeren dat de mensen een vak Ieren op allerlei niveaus. Dat is nu precies investeren in mensen. Dat kunnen vakmensen zijn als een assemblagemedewerker, een ingenieur, een techneut of een administratief medewerker. Het allerbelangrijkste is dat Helmond een vakmanstad wordt. Helmond moet symbool staan voor vakmanschap. Als je naar de Brainportagenda kijkt, zie je dat wij heel duidelijk inzetten op automotive en de food-sector, maar ook op andere technologisch hoog- waardige sectoren. Helmond wil de technologiestad van Zuidoost-Nederland worden. Als wij vak- mensen opleiden op verschillende niveaus, zal dat zeker kansen bieden voor de toekomst. Begrotingsvergadering 9 november 2006 75 Vanzelfsprekend zullen wij in het kader van Brainport in de periode tot 2010 jaarlijks afspraken maken niet alleen met de raad, maar ook met de Stichting Brainport. Daarbij zullen wij concreet de projecten neerleggen waar wij voor gaan. Daarom is het jammer dat de Groenlinks-fractie een amen- dement heeft ingediend om het geld niet te investeren voor de lange termijn - ik doel op de ¿ 1,6 miljoen voor Brainport in één keer tot 2010 - maar om dat in jaarlijkse termijnen te doen. Wij geven namelijk door deze investering van ¿ 1,6 miljoen een signaal af aan de regio, waarmee wij duidelijk maken dat wij als Helmond de tweede centrumstad zijn van Brainport Eindhoven en dat wij daarin ook graag willen participeren, daarvan willen meeprofiteren en in meedoen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik begrijp niet goed dat wethouder Yeyden zo'n groot verschil ziet in het signaal dat Helmond zou afgeven aan de regio als er vier keer ¿ 400.000,-- wordt opgenomen op de meerjarenbegroting (overigens gebeurt het feitelijk toch zo) in plaats van, zoals het college nu voorstelt, een storting ineens van ¿ 1,6 miljoen in de reserve ten laste van het jaar 2007. Ik begrijp niet waarom de wethouder denkt dat de interne boekhouding van de gemeente Helmond daarmee een ander signaal zou afgeven aan de regio, de Stichting Brainport of wie dan ook. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Op het moment dat je afspraken met elkaar maakt, moet je gaan voor een meerjarige overeenkomst. De heer VAN DER MADE (GL): Dat is volgens mij hetzelfde als wat ik zo-even heb gezegd. Het bedrag kan gewoon gespreid over meer jaren op de begroting komen te staan. Ik heb het gevoel dat het college in het jaar 2007 de ruimte ziet om in één keer ¿ 1,6 miljoen weg te zetten. Ik beweer dat die ruimte er alleen maar is, als je je ogen sluit voor andere problemen die volgens mij veel groter zijn. Ik noem nu met name de onderwijshuisvesting. De heer YEYDEN (wethouder): Wij denken dat de Brainportagenda, met de Brainportstrategie en de uitvoering daarvan, heel duidelijk een sociaal-economisch toegevoegde waarde heeft voor de regio. De heer VAN DER MADE (GL): Daar zal ik niets aan afdoen en in amendement 7 wordt niet bepleit ook maar één euro te schrappen van de Brainportgelden. Wel wordt voorgesteld om de vier- jarige bijdrage voor Brainport niet in zijn geheel ten laste te brengen van de begroting 2007. De VOORZITTER: Maar u wilt wel op dit moment per saldo ¿ 1 miljoen extra uitgeven. Daarmee belast u de begrotingsproblematiek van 2008, 2009 en 2010. De heer VAN DER MADE (GL): Volgens het verhaal van wethouder Boetzkes zullen de komende jaren voor onderwijshuisvesting vele miljoenen extra nodig zijn. De VOORZITTER: De wethouder heeft duidelijk gezegd dat hij de discussie hierover graag met u wil voeren, maar pas nadat de inventarisatie is afgerond en de beleidsvoorstellen ter tafel liggen. De heer VAN DER MADE (GL): Mijn stelling is dat daardoor de vertraging met betrekking tot de onderwijshuisvesting, waarvan gezegd wordt dat deze maar enkele maanden zal zijn, toch ten minste een jaar zal worden. De heer YEYDEN (wethouder): Ik denk niet dat wij elkaar kunnen overtuigen, mijnheer Van der Made. De heer VAN DER MADE (GL): Ik hoopte op dit moment niet het college maar dan toch wel enkele collega-raadsleden te overtuigen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter, ik voel mij nu uitgedaagd als raadslid. Het is duide- lijk dat de heer Yeyden gaat voor een extra impuls voor Brainport. De heer Boetzkes wil ook een extra impuls voor de onderwijshuisvesting. Ik vind dat de heer Van der Made dat op waarde mag schatten en wat geduld moet hebben. Natuurlijk blijven er knelpunten, maar het is niet mogelijk om alles in één keer op te lossen. Van de onderwijshuisvestingsproblemen zal eerst nog een inventarisatie gemaakt moeten worden. Begrotingsvergadering 9 november 2006 76 De heer VAN DER MADE (GL): De heer Den Breejen was vorig jaar een van degenen binnen de commissie samenleving die, met een breed deel van de commissieleden, constateerde dat de situ- atie van de onderwijshuisvesting in Helmond op een aantal punten sterk te wensen overlaat en dat, ondanks de extra inspanning in de periode 2002-2006, er nog steeds een grote achterstand is, zodat er de komende periode een extra grote inhaalslag gemaakt zal moeten worden. Er zou een onder- wijshuisvestingsplan komen voor de periode 2007-2010. Inmiddels wordt al gesproken over de peri- ode 2008-2015 en ik vrees dat, als het op deze manier doorgaat, het 2009 en nog later wordt. Het gaat er dus niet om dat ik geduld moet hebben; nee, het gaat erom dat het onderwijzend personeel in Helmond en de kinderen die in belabberde lokalen zitten, wat mij betreft niet langer geduld hoeven te hebben. De heer YEYDEN (wethouder): De heer Van der Made kan gelijk hebben, maar ook nu weer geldt dat wij keuzes moeten maken met het oog op de toekomst van Helmond. Op dit moment is een incidentele investering beter besteed aan Brainport. De heer RIETER (HH): De wethouder kan mij niet overtuigen, voorzitter. Je kunt de ¿ 1,6 mil- joen gefaseerd wegzetten, dus vier keer 4 ton, of in één keer wegzetten. In het laatste geval ben je ze in één keer kwijt in de zin dat je dit geld niet meer aan iets anders kunt besteden. Wij gaan dus hele- maal mee met de insteek van de Groenlinks-fractie, omdat wij daardoor in Helmond behoorlijke knel- punten kunnen oplossen. Ik krijg een beetje het idee dat het college de ogen sluit voor de problemen in het Helmondse en denkt dat het heil van de stad afhangt van iets als Brainport op regionaal niveau. Het college komt er ook als daarvoor vier keer 4 ton wordt weggezet. De signaalfunctie die de wet- houder noemt, zie ik werkelijk niet zitten en de wethouder heeft mij in het geheel niet kunnen over- tuigen. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Het is niet zo dat wij onze ogen sluiten voor de problemen in de stad. Dat doen wij absoluut niet. De heer RIETER (HH): Dat doet het college wel, als het zegt dat het een kwestie van keuzes maken is. De heer YEYDEN (wethouder): Het is inderdaad een kwestie van keuzes maken. Wij zullen heel duidelijk moeten zijn over de keuze die wij maken en welke resultaten er al geboekt zijn. TNO is niet vanzelf naar Helmond gekomen! De heer RIETER (HH): Dat beweer ik ook niet. Wij geven wel degelijk het signaal af, als wij be- sluiten dat er ¿ 1,6 miljoen naar Brainport toe kan gaan. Alleen gebeurt dat volgens het voorstel van de Groenlinks-fractie in vier keer. De VOORZITTER: Het lijkt wel dat ik u niet duidelijk kan maken dat, als u een euro hebt en u geeft die euro uit, u die euro niet nog een keer kan uitgeven. Het amendement betekent gewoon een extra uitgave van ¿ 1 miljoen. Ik verzoek de heer Yeyden zijn beantwoording voort te zetten. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik kom aan wat opmerkingen over de werkgelegen- heid en de werkloosheid bestrijding, puur vanuit de gedachte van Bra in port. Wij hebben een werkgroep waarin ondernemers van het Verenigd Industrieel Contact Helmond, het FoodConnectionPoint, het ROC en de vereniging van personeelsmanagers en ook onze eigen afdeling Werkplein en de afdeling economie en arbeidsmarkt samenwerken en projecten ontwikkelen die zijn gericht op het bestrijden van de werkloosheid in Helmond op de korte en lange termijn. Er is nog een vraag gesteld over het werkloosheidspercentage. Wij baseren ons op de werk- loosheidscijfers van het CWI. Er is inderdaad enige onduidelijkheid, want het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert andere cijfers. De reden is dat men niet dezelfde criteria hanteert. Op dit moment zijn wij bezig de cijfers inzichtelijk te maken, zodat wij de raad eenduidige cijfers kunnen presenteren. Die zullen als vertrekpunt gaan gelden en de situatie voor iedereen duidelijk maken. Er is gevraagd naar de Groene Campus, de mogelijkheid van een HBO-opleiding aldaar en de samenwerking met Fontys Hogescholen. Er zijn geluiden geweest dat er niet meer wordt samen- gewerkt en dat er geen HBO-opleiding op de Groene Campus komt. Niets is minder waar: er komt een de HBO-opleiding bovenop de MBO-opleiding van de Groene Campus. Met name het brede domein van food, recreatie, leisure en agrofood zit in het concept. In die context zal de HBO-opleiding leisure Begrotingsvergadering 9 november 2006 77 & experience zeker naar de Groene Campus komen. Wij zullen er alles aan doen om de HBO-op- leiding nog verder te verbreden. Wij steken niet alleen in op een HBO-opleiding op de Groene Campus. Wij zijn ook intensief bezig, in samenwerking met Fontys Hogescholen, een HBO-opleiding automotive naar Helmond te halen. Daarvoor zet je niet zomaar even een gebouw neer, waar dan meteen honderden studenten naar toe komen. Zoiets zal opgebouwd moeten worden. Wij hebben afspraken gemaakt met Fontys Hogescholen, TNO en PDE om samen een opleidingsstructuur in Helmond te ontwikkelen. Op dit moment zoeken wij in het kader van de driehoek Eindhoven-leuven-Aken samenwerking met de uni- versiteit van Aken om, samen met Fontys Hogescholen, afspraken over een opleiding automotive te maken, met de bedoeling dat wij op die manier iets in Helmond kunnen laten landen. Wij hebben bij Fontys Hogescholen een nieuwe ambitie in relatie tot het terrein zorg neergelegd. Wij willen proberen het sociaal-pedagogische onderwijs, SPW/SPH, ook hier in Helmond bovenop de MBO-structuur neer te zetten. Daar zullen wij heel sterk op inzetten, want de raad heeft al gevraagd om in het kader van Brainport en de Brainportagenda nadrukkelijk te onderzoeken of daar ook oplei- dingen op het gebied van zorg in opgenomen kunnen worden. Er is ook nog gevraagd naar Berkendonk. Het klopt dat de ontwikkeling enigszins vertraagd is. Toch heeft het college ervoor gekozen om samen met de gemeente Deurne één gebied te ontwik- kelen. Wij hebben al met elkaar vergaderd en ik hoop nog dit jaar met concrete voorstellen te komen waarin wij de raad de ontwikkeling van één gebied presenteren en ook de kaders willen laten vast- stellen. Het zal veel moeilijker zijn twee afzonderlijke plannen te realiseren voor twee recreatie- gebieden die naast elkaar liggen dan wanneer wij gezamenlijk één recreatiegebied Berkendonk gaan ontwikkelen. Als Deurne en Helmond samen tot één recreatiegebied kunnen komen, zal dat de kwali- teit van het hele recreatiegebied ten goede komen. Ook zal daardoor onze slagkracht binnen en buiten de regio groter worden, en dat is misschien nog wel belangrijker. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik heb de wethouder nu weer horen zeggen dat het college komt met kaders. In de rolverdeling tussen college en raad ligt dat eigenlijk anders. Ik zou mijn mederaadsleden willen oproepen hier alert op te zijn en zelf initiatieven te nemen om te komen tot kaders ten aanzien van een aantal onderwerpen die hier vanavond zijn genoemd. De VOORZITTER: Ik heb heel scherp geluisterd en wat u zegt, mijnheer Ferwerda, is niet juist. De heer Yeyden heeft gezegd dat het college komt met een voorstel tot het vaststellen van kaders. Er zijn twee mogelijkheden om over kaders te stellen, namelijk op initiatief van de raad of naar aanleiding van een voorstel van het college waarin de kaders ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. Dit laatste heeft de heer Yeyden zojuist gezegd. De heer YEYDEN (wethouder): Dat is juist, voorzitter. Als het college met een dergelijk voorstel komt, mijnheer Ferwerda, wil dat nog niet zeggen dat de raad zijn kaderstellende rol uit het oog moet verliezen. De raad zal zeker alert moeten blijven. Overigens had de raad voor Berkendonk al kaders meegegeven. De heer FERWERDA (D66): Ik ben blij met deze woorden, voorzitter. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik begrijp uit de woorden van de wethouder dat wij met de gemeente Deurne aan de slag gaan, terwijl in het verleden duidelijk is gebleken dat een project met de gemeente Deurne helemaal niet lukte. Kennelijk heeft de wethouder er nu vertrouwen in dat het mogelijk is Berkendonk samen met de gemeente Deurne te ontwikkelen en, naar ik aanneem, ook nog steeds samen met de Ooststappen groep. De heer YEYDEN (wethouder): Het proces is als volgt. Eerst zullen de twee gemeenten samen met de provinciale reconstructiecommissie tot één gebiedsvisie komen. De volgende stap is dat wij met marktpartijen in zee moeten gaan. Er zijn marktpartijen die wij kunnen aanbieden en de Oost- stappen groep is van de procedure en het proces op de hoogte. De heer SMITS (HB): Zoals de wethouder het nu vertelt, krijg ik de indruk dat wij van voren af aan beginnen. De heer YEYDEN (wethouder): Als daardoor de kwaliteit uiteindelijk beter wordt, heb ik daar niets op tegen. De heer Smits wel? Begrotingsvergadering 9 november 2006 78 De heer SM lTS (HB): Het water is al jarenlang van een kwaliteit dat je er doorheen kunt kijken. Waar het om gaat is, dat Berkendonk weer vertraging zal oplopen als wij eerst weer met Deurne aan de slag gaan. Eigenlijk dacht ik dat de Ooststappen groep al bezig was een concreet plan te ontwik- kelen. Wethouder Houthooft heeft, toen zij Berkendonk in portefeuille had, beloofd dat er heel snel plannen aan zouden komen. De heer YEYDEN (wethouder): Dat klopt. Volgens mij ligt er een intentieovereenkomst. De heer RIETER (HH): En met goedkeuring van de raad, voorzitter. Daar hebben wij in de vorige raadsperiode nog volop over gesproken. Wij zouden als raad in september spreken over de kaders - dat is echter weer uitgesteld - en wij zouden ook bekijken hoe Berkendonk verder ontwikkeld zou moeten worden. Zo heb ik het althans beleefd. Maar nu is misschien het hele verhaal van de Ooststappen groep weer van tafel. Ik zou het een heel vreemde situatie vinden als de Ooststappen groep... De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat, als je werkt vanuit het beginsel van een betrouwbare overheid, je niet ineens kunt zeggen dat het verhaal van de Ooststappen groep van tafel zou zijn. Dat is ook absoluut niet het geval. Ik vind dat wij samen met de Ooststappen groep het traject, ook in relatie tot Deurne, heel goed hebben gelopen. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik maak nu toch van de gelegenheid gebruik om een brief te noemen die wij begin dit jaar hebben geschreven, waarin wij vragen om eens even te grasduinen of te googlen om te kijken in hoeverre de Ooststappen groep zich aan afspraken houdt bij het gebeuren in Asten. Deze brief heb ik toen ook aan het Eindhovens Dagblad gegeven. De gegevens die wij toen hebben wij aangedragen... De VOORZITTER: Mijnheer Rieter,u... De heer RIETER (HH): Nee, voorzitter, ik spreek nu tot de wethouder. De wethouder zegt hier zaken die gewoon pertinent niet waar zijn. Dat is een raad onwaardig en... De VOORZITTER: Mijnheer Rieter, u zult zich moeten onderwerpen aan de leiding die ik aan de vergadering geef. Ik sta niet toe dat u op deze wijze spreekt over bedrijven die geen enkele kans hebben om hier hun handelwijze te verdedigen. Ik vind dit onbehoorlijk en ik plaats uw opmerkingen buiten de orde. De heer RIETER (HH): Ik heb op dat punt helemaal niets aangegeven, voorzitter. Deze raad heeft gezegd dat er nieuwe kaders gesteld zouden worden en... De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Yeyden, mijnheer Rieter. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Wij ervaren de Ooststappen groep als een betrouw- bare partner. Wij hebben gezegd dat de wens van de raad... De heer RIETER (HH): Ik heb niet gezegd, en ik zeg dit bij interruptie omdat ik wil dat het in de notulen wordt vastgelegd, dat de Ooststappen groep onbetrouwbaar is. De heer YEYDEN (wethouder): Tot dusverre is onze ervaring dat de Ooststappen groep betrouwbaar is. Wij hebben bij de Ooststappen groep nadrukkelijk nagevraagd of er ook openbare recreatieplassen zijn. Dat heeft men ons laten zien. Laten wij het proces dus verder gewoon af- wachten. De VOORZITTER: Ik verzoek de wethouder over te gaan tot het volgende onderwerp. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Het volgende onderwerp waarop ik wil terugkomen, is het armoedebeleid en de werkconferentie over de armoedeproblematiek. Heel veel fracties hebben daar opmerkingen over gemaakt. Wij hebben niet de illusie dat wij met een werkconferentie de armoedeproblematiek in Helmond kunnen oplossen. De werkconferentie zien wij als een start om met elkaar een goed inzicht te krijgen in de armoedeproblematiek in Helmond, een overzicht te krijgen van wie er allemaal met deze problematiek bezig zijn en te stimuleren dat een verdere samenwerking Begrotingsvergadering 9 november 2006 79 tussen deze partijen tot stand komt. Daar willen wij over spreken om te voorkomen dat groepen mensen bezig zijn met het onderwerp armoede, zonder dat zij iets van elkaars activiteiten afweten. Ik denk dat het goed is deze werkconferentie met elkaar te starten en ervoor te zorgen dat alle betrokken partijen daar aanwezig zijn, zodat wij in 2007 met plannen en projecten kunnen komen waarmee wij de armoede in Helmond kunnen bestrijden. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Tijdens een bezoek aan de Stichting Leergeld heeft wethouder Boetzkes duidelijk gezegd dat er nogal wat hiaten zitten in de financiële oplossingen - want het gaat bij de armoedeproblematiek tenslotte om de financiën. Hij heeft toen ook gezegd dat in het kader van een te beleggen armoedewerkconferentie bekeken zal worden hoe alles zo goed mogelijk bij elkaar gebracht kan worden en welke oplossingen er mogelijk zijn. Er is dus niet gezegd dat wij door middel van een dergelijke conferentie het armoedebeleid zullen oplossen. Wel is gezegd dat wij met elkaar in discussie zullen gaan over het vraagstuk hoe wij in Helmond kunnen bereiken dat zo weinig mogelijk mensen onder het armoedebeleid leven. Dat is de opzet van de armoedeconferentiegeweest zoals deze destijds benoemd is. De heer YEYDEN (wethouder): Precies. Het gaat erom dat wij de zelfredzaamheid van de mensen gaan bekijken en hoe deze mensen zelf kunnen beschikken over eigen inkomen. Wij willen af van de situatie dat zij moeten bedelen. Daarvoor is nu meteen curatief beleid voor nodig, maar er is ook preventief beleid nodig. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! De wethouder noemt plannen en projecten, maar hij heeft ook gezegd dat de gemeente niet bereid is om daarvoor de geldbuidel verder open te trekken. Hoe verhoudt het een zich tot het ander? De heer YEYDEN (wethouder): De vraag is of de problematiek met alleen geld is op te lossen. Wij kennen een minimaregeling en wij kennen aanvullende regelingen. Als wij het beleid in onze gemeente vergelijken met dat in andere gemeenten, liggen de gemeentelijke bijdragen in Helmond redelijk hoog. Toch hebben wij in onze gemeente een voedselbank. Wij weten niet eens wie er aan- spraak maken op een voedselpakket en of de bezoekers van de voedselbank in Helmond wonen. Moeten wij dan al bij voorbaat de geldbuidel opentrekken? Ik zeg nu weer: eerst het beleid, dan het geld. De heer DE VRIES (SP): De wethouder stelt dat hij niet weet hoeveel mensen de voedselbank bezoeken en of ze in Helmond wonen. Volgens mij kan de wethouder dat soort gegevens bij de voed- selbank opvragen, want de voedselbank voert daar een administratie van. De heer YEYDEN (wethouder): De gegevens van de voedselbank krijgen wij echt niet, hoor. De heer DE VRIES (SP): Het lijkt mij erg vreemd dat de heer Yeyden, als wethouder van deze stad, geen inzicht in dit soort gegevens van de voedsel bank zou krijgen. De heer YEYDEN (wethouder): Het is echt zo. De heer SMITS (HB): Voorzitter, ik zou de wethouder een vraag willen stellen over het armoe- debeleid. Ik hoop dat de gemeente Helmond niet hetzelfde gaat doen als wat de landelijke regering op dit moment doet, namelijk de grens van het bestedingsbedrag van de doelgroep naar beneden toe bijstellen. Daaruit zou dan blijken dat er veel minder mensen in armoede leven dan tot nu toe werd gezegd. Ik pleit ervoor dat wij het landelijke beleid niet volgen. De heer YEYDEN (wethouder): Veel belangrijker is hoe wij hier met elkaar de zaak gaan op- pakken. Wij hebben Tof Thissen, de voorzitter van Divosa, bereid gevonden om een interactieve werkconferentie te organiseren. De projecten en plannen die daaruit naar voren komen, zullen wij ook met elkaar gaan vaststellen. Ik denk niet dat het college alleen zou kunnen bepalen hoe groot het probleem is en vervolgens ook met concrete voorstellen zou kunnen komen. De heer SMITS (HB): Dat begrijp ik, maar de landelijke regering heeft de norm naar beneden toe bijgesteld, waardoor het lijkt alsof er in Nederland minder armoede zou zijn. Ik weet niet of de wet- houder deze werkwijze zou willen meenemen bij de armoedewerkconferentie. Ik zou het heel jammer vinden als hij dat zou doen. Begrotingsvergadering 9 november 2006 80 De heer YEYDEN (wethouder): In de allereerste plaats hebben wij met deze conferentie de in- tentie om de partijen die zich bezighouden met armoede en het armoedeprobleem, samen te brengen. Dat vinden wij het allerbelangrijkste. Vervolgens is het de bedoeling te komen tot projecten om de armoede te bestrijden. Het is niet onze inzet om zoiets te doen als het naar beneden toe bijstellen van normen. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! In de opvatting van de heer Boetzkes valt de eenzaamheidspreventie onder de armoedebestrijding. Ik zie dat niet zo. Wat is de mening van de heer Yeyden hierover? De heer BOETZKES (wethouder): Dat heb ik niet gezegd, voorzitter. Ik heb gezegd dat een- zaamheid een oorzaak van armoede is. Je kunt met heel veel geld op zak eenzaam zijn en toch armoedig zijn. De heer VAN MULLEKOM (HA): Dat heb ik juist gezegd, als reactie op de opmerking van de heer Boetzkes. Hoe kijkt wethouder Yeyden tegen de eenzaamheidspreventie aan? Er zijn ongeveer 2000 eenzame ouderen in de stad en dat aantal willen wij tegen 2009 terugbrengen tot 1400. Kunnen wij daar een notitie over verwachten? De heer YEYDEN (wethouder): Wil de heer Van Mullekom met een initiatiefvoorstel daarover komen? De heer VAN MULLEKOM (HA): Nee, mijn fractie heeft gevraagd om een notitie over eenzaam- heidspreventie. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Op zich is het goed dat de heer Van Mullekom dit probleem naar voren brengt. Armoede betekent niet alleen dat je geen geld of geen voedsel hebt, want armoede kan ook sociale armoede betekenen en betrekking hebben op mensen die eenzaam zijn. Als de heer Van Mullekom de eenzaamheidspreventie bij de armoedeproblematiek wil betrekken, dan moeten wij dat probleem ook betrekken bij de armoedeconferentie. De algemene beschouwingen worden gesloten. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij komen toe aan de besluitvorming. Graag wil ik met u doornemen welke moties en amendementen het college heeft overgenomen en kunnen worden in- getrokken dan wel al zijn ingetrokken en welke er gehandhaafd en in stemming gebracht dienen te worden. Motie 1, Belastingvrije vrijwilligersbijdrage, ingediend door de PvdA-fractie, is door het college overgenomen. Hetzelfde geldt voor motie 2, Experiment openbaar vervoer 65-plus, en motie 3, Expe- riment openbaar vervoer voor alle burgers op zaterdag, welke beide moties eveneens zijn ingediend door de PvdA-fractie. Is de heer Davies het ermee eens dat deze moties niet meer in stemming hoeven te komen? De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Wij trekken de moties 1, 2 en 3 in. De VOORZITTER: Dan kom ik aan motie 4, Dronken pubers, ingediend door de CDA-fractie. Het college heeft toegezegd met een nader voorstel hierover te zullen komen. Ook met betrekking tot motie 5, Visie op Onderwijs, en motie 6, Visie op Sport, welke zijn ingediend door de CDA-fractie, heeft het college toegezegd met een voorstel te zullen komen. Ik mag concluderen dat deze toezegging voldoende is voor de indieners en dat deze moties niet meer in stemming hoeven te komen. Motie 7, "De Raad als Maat", komt in stemming, omdat de raad zich committeert aan de uit- spraak van deze motie. U zult begrijpen dat het college zich over deze motie geen oordeel aanmatigt. In motie 8 van de SDH-OH-fractie en in motie 9 van de WD-fractie wordt voorgesteld dat de raad, voorafgaand aan de opstelling van de voorjaarsnota 2007 door het college, de kaders stelt ten aanzien van de besteding van ¿ 3 miljoen. Deze moties zijn door het college overgenomen. Wij zullen, met een goede voorbereiding in het presidium, op het onderwerp terugkomen in een vergadering van de commissie middelen, ondersteuning en economie. Ik neem aan dat deze moties niet in stemming hoeven te komen. Begrotingsvergadering 9 november 2006 81 De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! In motie 8, die is ingediend door de SDH-OH, wordt gesproken over de financiële kaders. Ik neem toch aan dat wij ook over de inhoud mogen spreken? De heer TIELEMANS (SDH-OH): Wat mij betreft mag dat zeker. De VOORZITTER: Het college heeft motie 10, ingediend door de WD-fractie, inzake de verkeersdoorstroming tijdens werkzaamheden aan de Henri Dunanttunnel, overgenomen. Deze motie hoeft dus niet meer in stemming te komen. Motie 11, ingediend door de WD-fractie, heeft betrekking op de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk en is naar aanleiding van de beantwoording door het college ingetrokken. Motie 12, Woonwagenwerk, ingediend door de fractie van Helder Helmond, is door het college ontraden. Wil de heer Rieter dat zijn motie in stemming wordt gebracht? De heer RIETER(HH): Ja, voorzitter. De VOORZITTER: Motie 13, Helmonds woordenboek, ingediend door de fractie van Helder Helmond, is eveneens door het college ontraden. De heer RIETER (HH): Ook deze motie willen wij in stemming brengen, voorzitter. De VOORZITTER: Motie 13 zal in stemming komen. Motie 14, Culturele hoofdstad, ingediend door de fractie van Helder Helmond, heeft de sympathie van het college. Het college wil het standpunt van de raad hierover afwachten en de motie zal dus in stemming komen. Motie 15, Leegstand 't Speelhuis, ingediend door de fractie van Helder Helmond, is ontraden door wethouder Bethlehem. Er wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van de vrijgevallen ruimtes en het college is volop bezig met deze kwestie. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Naar aanleiding van het collegeantwoord en gelet op de ont- wikkelingen met betrekking tot o.a. de huisvesting van BISK in 't Speelhuis, trekken wij motie 15 in. Mochten de plannen met BISK niet doorgaan, dan verwachten wij dat onze suggestie weer boven tafel komt. De VOORZITTER: Ik constateer dat motie 15 is ingetrokken. U zult over de resultaten geïnfor- meerd worden. Motie 16, Vergaderingen live uitzenden, is eveneens ingediend door de fractie van Helder Hel- mond. Ik heb al gezegd dat de motie overbodig is, gezien het feit dat met betrekking tot dit punt al acties in gang zijn gezet. Wij wachten het advies van de werkgroep dualisme aan het presidium af. Vervolgens is het aan de raad om over deze zaak te besluiten. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ondanks de reactie van het college over dit onderwerp in eerste termijn, hadden wij er toch een motie over ingediend. Ik heb begrepen dat het onderwerp via de werkgroep en het presidium naar ons terugkomt. Wij trekken daarom motie 16 in. De VOORZITTER: Ik constateer dat motie 16 is ingetrokken. Motie 17 van de fractie van Helder Helmond betreft de reclameheffing. De heer Bethlehem heeft de motivering van het college gegeven om deze motie te ontraden. De heer RIETER (HH): Wij handhaven motie 17, voorzitter. De VOORZITTER: Akkoord. Motie 17 zal in stemming komen. Uit het antwoord van wethouder Houthooft op motie 18 met betrekking tot de parkeerkaart voor mantelzorgers, ingediend door de fractie van Helmond Aktief, zal duidelijk zijn dat het college deze motie ontraadt. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Er zijn op landelijk niveau nieuwe ontwikkelingen binnen de mantelzorgorganisaties. Per 1 januari as. zal er voor elke mantelzorger ¿ 260,-- beschik- baar komen. Ik constateer dat heel veel fracties de motie van Helmond Aktief sympathiek vinden. Begrotingsvergadering 9 november 2006 82 Toch trek ik mijn motie in, omdat er over een of twee jaar misschien andere invalshoeken zijn om te komen tot de door onze fractie gewenste parkeerkaart voor mantelzorgers. De VOORZITTER: Ik constateer dat motie 18 is ingetrokken. Motie 19, ingediend door de Groenlinks-fractie, betreft de uitbesteding van de bouwen exploi- . tatie van nieuwe parkeergarages aan derden. Deze motie is door het college ontraden. Mevrouw Houthooft heeft aangekondigd dat er binnenkort een notitie uitkomt over het onderwerp parkeren. In de discussie daarover kan de raad nog alle kanten uit, terwijl aanname van motie 19 zou betekenen dat de raad al op voorhand uitspreekt voor privatisering van de parkeergarages te zijn. Daarom vindt mevrouw Houthooft de motie prematuur. Het college steunt haar daar volledig in. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Gezien de omvang van de in de begroting 2007 voorgestelde investeringen, zal ik motie 19 handhaven. De VOORZITTER: Motie 19 zal in stemming komen. In motie 20, ingediend door de fractie van Groenlinks, wordt verzocht om een onderzoek naar gratis openbaar vervoer. Deze motie is inmiddels overbodig, omdat de twee PvdA-moties met betrek- king tot hetzelfde onderwerp door het college zijn overgenomen. De heer Van der Made heeft zelf al gezegd dat deze motie als vangnet was bedoeld. Motie 20 hoeft dus niet meer in stemming te worden gebracht. Dan kom ik aan de amendementen. Amendement 1, Huiselijk geweld, ingediend door de CDA-fractie, is door het college over- genomen. Amendement 2, Egalisatiereserve WMO, ingediend door de SDH-OH-fractie, wordt door het college ontraden vanwege de signaalwerking die uitgaat van het instellen van een reserve. Dit staat nog los van de in het amendement aangegeven dekking. Ik begrijp dat de heer Tielemans zijn amen- dement handhaaft. Het zal in stemming worden gebracht. Amendement 3, eveneens ingediend door de SDH-OH-fractie, is door het college ontraden, zo- wel inhoudelijk - ik ga de argumenten hier niet herhalen - als vanwege de voorgestelde dekking. Het college vindt dat de gelden voor de turnhal Suytkade niet geschrapt dienen te worden. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik heb duidelijk gezegd dat mijn fractie niet tegen de turnhal is, maar wel andere prioriteiten wil stellen. De heer Smits heeft de raad de interessante overweging meegegeven om de punten A tot en met D van amendement 3 mee te nemen in de op- dracht voor de commissie die zich zal buigen over de financiële en inhoudelijke kaderstelling ten behoeve van de voorjaarsnota 2007. Wij zullen onze punten daar weer inbrengen. Amendement 3 is daarom op dit moment niet aan de orde. De VOORZITTER: Ik concludeer dat amendement 3 is ingetrokken. Amendement 4, ingediend door de fractie van Helmondse Belangen, betreft het wijkbeheer en de burgerparticipatie. Ik heb al toegelicht hoe ik hier tegenover sta en de heer Smits heeft daarop zijn amendement ingetrokken. Amendement 5, ingediend door de fractie van Groenlinks, betreft het vluchtelingenwerk. Het college wil wachten op de standpuntbepaling van het Rijk. Handhaaft de heer Van der Made zijn amendement? De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik zou graag een wijziging aanbrengen in de dekking van amendement 5. In plaats van de nu voorgestelde dekking om de benodigde middelen uit de reserve Brainport te halen, zou ik de dekking uit de incidentele middelen willen halen. De VOORZITTER: Ik constateer dat amendement 5 voor wat de dekking betreft door de in- diener is gewijzigd. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! Ik heb nog een vraag over amendement 5. Hoe komt de heer Van der Made aan het bedrag van ¿ 75.000,--, dat hij nodig acht voor de uitvoering van zijn amendement? Daar is niet over gesproken. De heer VAN DER MADE (GL): Voor het vluchtelingenwerk was tot 2003 in het Welzijns- programma ¿ 68.000,-- opgenomen. Als je de SWH vraagt wat de kosten zijn voor het werk zoals het nu wordt verricht, dan krijg je het antwoord dat het ¿ 52.000,-- kost. In het werk zoals het nu door de Begrotingsvergadering 9 november 2006 83 SWH wordt uitgevoerd, zit echter nog een groot gat, omdat niet is voorzien in de kosten van de in- takes van nieuwe vluchtelingen. Het bedrag van ¿ 75.000,-- is dus gebaseerd op de ¿ 68.000,-- plus een soort inflatiecorrectie voor de periode 2003-2007. De VOORZITTER: Dat is helder. Het gewijzigde amendement 5 zal in stemming worden gebracht. Amendement 6, Ontwikkelingssamenwerking, ingediend door de Groenlinks-fractie, is al in- getrokken. Amendement 7, Onderwijshuisvesting, ingediend door de fractie van Groenlinks, is door het college ontraden. Ten eerste omdat het college het amendement prematuur acht en ten tweede omdat het college niet akkoord kan gaan met de dekking van de gevraagde extra ¿ 1 miljoen uit de Brainportmiddelen. Het college wil de resultaten van de onderzoeken eerst afwachten en daarna met nadere voorstellen naar de raad toe komen. Wenst de heer Van der Made zijn amendement te hand- haven? . De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Uit het feit dat ik amendement 5 van een andere dekking heb voorzien, mag men niet concluderen dat ik het eens ben met de redenering van het college met betrekking tot de dekking. Ik zal amendement 7 dus handhaven zoals het is en wil het graag in stemming gebracht hebben. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik concludeer dat de moties 7, 12, 13, 14, 17 en 19 gehandhaafd zijn en in stemming komen. Hetzelfde geldt voor de amendementen 2, 5 en 7. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor fractieberaad. (Tijdens deze schorsing heeft de heer Rieter, om 21.05 uur, de vergadering verlaten.) Na hervatting van de vergadering spreekt de VOORZITTER als volgt: Dames en heren! Wegens omstandigheden van persoonlijke aard is de heer Rieter tijdens de schorsing naar huis gegaan. Hij kan helaas niet deelnemen aan de stemming die wij nu gaan houden. Allereerst stel ik aan de orde de stemming over de moties en amendementen. Motie 7, "De Raad als Maat", ingediend door de CDA-fractie. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Voordat raadsleden gaan denken dat zij straks tien uur per week aan het in de motie voorgestelde project "ik word je maat" kwijt zijn, zou ik nog graag iets ter toelichting op de motie willen zeggen. De intentie is, dat wij door dit project vorm geven aan onze betrokkenheid als raadsleden. Wij hebben allemaal een drukke agenda en wij denken dan ook aan één keer per maand een kop koffie drinken bij een jongere van de doelgroep. Dat zou voor ieder raadslid mogelijk moeten zijn. Wij worden dus niet een nieuwe mentor, maar wij willen uiting geven aan onze betrokkenheid bij deze jongeren. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie vindt de motie sympathiek, maar vindt ook dat aanname van de motie niet moet leiden tot een verplichting voor elk raadslid. Er zijn fractieleden die om persoonlijke redenen niet met de motie kunnen instemmen, maar het project wel willen onder- steunen. Daarom willen wij één PvdA-fractielid inzetten die op dit gebied met een concreet voorstel komt. Wij vinden nu dat, op het moment dat je zegt "ik word je maat", het klinkt alsof je je over een persoon zou ontfermen. De VOORZITTER: De verdere invulling is in dit geval uw eigen verantwoordelijkheid. De heer DAVIES (PvdA): Oké. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik vind het voorstel bijzonder sympathiek, maar - ik heb dus een maar - naar mijn mening weerhoudt niets raadsleden, of personen van buiten de raad, om nu al datgene te doen wat in de motie wordt gevraagd. Ik overweeg om persoonlijk aan het project mee te doen, maar ik vind het wat te ver gaan als de raad dit, door in meerderheid de motie aan te nemen, aan elk raadslid zou opleggen. Om die reden zal ik tegenstemmen. Begrotingsvergadering 9 november 2006 84 Hierna wordt motie 7 bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SDH-OH, HB, HH, GL en HSP, alsmede de leden Van Stip- hout, mevrouw De Jager en Ibrovic van de PvdA-fractie en het lid Spruijt van de SP-fractie (13 van de 36 aanwezige leden) hebben tegengestemd. Motie 12, Woonwagenwerk, ingediend door de fractie van Helder Helmond. Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij VOORZITTER constateert dat aan- wezige leden van de fracties van HH, HA en D66 hebben voorgestemd. Motie 13, Helmonds woordenboek, ingediend door de fractie van Helder Helmond. De heer VAN BOKHOVEN (HH): Voorzitter! Ter verduidelijking van de motie nog een enkele opmerking. Het gaat om een onderzoek of er wellicht een mogelijkheid is om de nieuwkomers in Helmond, dus alle mensen van buitenaf die in Helmond te komen wonen, een Helmonds woorden- boek mee te geven. De heer SMITS (HB): Voorzitter! De motie vonden wij aanvankelijk heel sympathiek, maar gelet op de woorden van de heer Van Bokhoven dat het woordenboek is bedoeld voor álle nieuwkomers in Helmond, is dit voorstel wat ons betreft niet meer in beeld. Hierna wordt motie 13 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van SP en HH hebben voorgestemd. Motie 14, Culturele hoofdstad, ingediend door de fractie van Helder Helmond. De heer DAMS (WD): Voorzitter! Als wij kijken naar het voorstel, dan kunnen wij niet anders concluderen dan dat het sprokkelwerk is. Willen wij tegen het jaar 2018 echt culturele hoofdstad worden, dan zijn er substantieel omvangrijker middelen nodig. Wij zien het niet zitten om dit soort sprokkelwerk te gaan doen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Het is een zeer uitdagende ambitie om culturele hoofdstad van Europa te worden. Daar hebben wij niets op tegen. Het zal een coproductie moeten zijn van overheid en bedrijfsleven. De kartrekker van een dergelijke ambitie, de provincie, zit zeer ruim bij kas en kan het zich permitteren een flinke duit in het zakje te doen zonder dat wij symbolische bedragen op tafel hoeven te leggen. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie staat positief tegenover deze motie. Door de motie aan te nemen, geven wij het signaal af dat wij graag culturele hoofdstad willen worden en dat wij er iets voor overhebben. De vijf grote Brabantse gemeenten, de B-5, zijn er mee bezig. Wij zullen de motie steunen. Hierna wordt motie 14 bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SDH-OH, WD, GL en D66 hebben tegengestemd. Motie 17, Reclameheffing, ingediend door de fractie van Helder Helmond.. Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat het aanwezige lid van de fractie van HH heeft voorgestemd. Motie 19, Parkeergarages, ingediend door de GroenLinks-fractie. Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat het aanwezige lid van de fractie van Groenlinks heeft voorgestemd. Amendement 2, Egalisatiereserve WMO, ingediend door de SDH-OH-fractie. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Wij hebben nogal wat ervaring met decentralisatie- operaties van het Rijk en wij hebben in verleden ook leergeld betaald. Ik noem o.a. de decentralisatie van de onderwijshuisvesting. Wij hebben er iedere keer bij ingeschoten, ondanks tqezeggingen ten Begrotingsvergadering 9 november 2006 85 aanzien van budgettaire neutraliteit. Efficiencykortingen volgen elkaar bij dit soort operaties op. Daarom vinden wij het vormen van een egalisatiereserve zeer verantwoord, zeker omdat in dekking wordt voorzien door overheveling van de middelen uit de reserve precariorechten naar de nieuw te vormen egalisatiereserve WMO. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij zullen tegen het amendement stemmen en ons houden aan de afspraken die tussen raad en college over het onderwerp WMO zijn gemaakt. Volgend jaar komen er nog voldoende ijkpunten en momenten waarop wij kunnen bijsturen. Dat is juist wat wij met elkaar hebben afgesproken. De heer DAMS (WD): Voorzitter! In principe is het een sympathiek voorstel, zeker als je de risico's van de implementatie van de WMO in ogenschouw neemt. Uit tactische overwegingen echter zullen wij tegenstemmen. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Dams. Hierna wordt amendement 2 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SDH-OH, SP, HH, HA, GL en HB hebben voorgestemd. Amendement 5, Vluchtelingenwerk, ingediend door de fractie van GroenLinks, gewijzigd. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie draagt het vluchte- lingenwerk een warm hart toe. De wethouder heeft uiteengezet dat hij de zorg tot 2007 goed vorm zal geven en wij wachten met hem het beleid voor volgend jaar af. Wij zullen het amendement dus niet ondersteunen. Hierop wordt amendement 5 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van GL, SP, HB, HH, HA en D66 hebben voorgestemd. Amendement 7, Onderwijshuisvesting, ingediend door de fractie van GroenLinks. De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! Wij vinden het voorstel op zich sympathiek, maar wij hechten er toch aan om eerst met elkaar een visie te ontwikkelen en het beleid vast te stellen. Daarna kan het extra geld dat nodig is voor onderwijshuisvesting onderdeel van de discussie worden. Om nu al extra geld ter beschikking te stellen zonder dat wij weten waar het precies voor bedoeld is en of het wel toereikend is, vinden wij geen goede zaak. Wij zullen het amendement dus niet ondersteunen, maar wij komen in 2007 zeker terug op het onderwerp van het amendement. De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Wij sluiten ons aan bij het standpunt van de CDA-fractie. Er is al iets gebeurd en er is al ¿ 1 miljoen verschoven. Dat is duidelijk te zien in de begroting. Wij zullen dit amendement niet steunen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! In het dossier onderwijshuisvesting is de afgelopen vier jaar veel geïnvesteerd en de komende jaren zal er nog veel in geïnvesteerd moeten worden om achterstanden weg te werken. Een bedrag van ¿ 1 miljoen extra in 2007 is naar onze overtuiging niet voldoende. Reden te meer, vinden wij, om bij de kaderstelling ten behoeve van de voorjaarsnota nog eens heel goed naar deze problematiek te kijken. Bovendien vinden wij de dekking niet gewenst, gezien het feit dat wij als gemeente, ook in financiële zin, de Brainportnavigator hebben onder- schreven. Hierna wordt amendement 7 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SP, HH, GL en HA hebben voorgestemd. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij gaan nu over tot de besluitvorming over de agendapunten 4 tot en met 6. 4. Voorstel tot het vaststellen van: a. de Programmabegroting 2007 Raadsvoorstel127; b. de Verordening Brandweerrechten 2007 Begrotingsvergadering 9 november 2006 86 Raadsvoorstel113; c. de Verordening Hondenbelasting 2007 Raadsvoorstel114; d. de Legesverordening 2007 Raadsvoorstel115; e. de Verordening Marktgeld 2007 Raadsvoorstel116; f. de Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2007 Raadsvoorstel117; g. de Verordening Precariobelasting 2007 Raadsvoorstel118; h. de Verordening Reinigingsheffingen 2007 Raadsvoorstel119; i. de Verordening Rioolrechten 2007 Raadsvoorstel120; j. de Verordening Parkeerbelasting 2007 Raadsvoorstel121 ; k. de Verordening Reclamebelasting 2007 Raadsvoorstel122; I. de Grondprijzen van woningen 2007 Raadsvoorstel123; m. de Grondprijzen van bedrijventerreinen 2007 Raadsvoorstel124. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wijs u erop dat instemmen met voorstel 4a betekent dat u de Programmabegroting 2007 vaststelt, rekening houdend met alle vandaag gedane toezeggingen en de overgenomen c.q. aangenomen moties en amendementen. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring met betrek- king tot voorstel 4a. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Volgens het conceptbesluit gaan wij de Programmabegroting 2007 vaststellen. Met het vaststellen van de voorliggende begroting heeft onze fractie geen problemen. Maar tussen vaststellen van of instemmen met een begroting zit naar onze mening een wereld van verschil. Wij behouden ons dan ook het recht voor om een afwijkend c.q. niet-instemmend stemgedrag te hanteren met betrekking tot van de Programmabegroting 2007 afgeleide afzonderlijke voorstellen. De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Gehoord de beraadslaging is de SDH-OH-fractie voornemens de Programmabegroting 2007 vast te stellen c.q. daarmee in te stemmen. De Program- mabegroting 2007 blijft solide, samenhangend en sociaal betrokken, en dat is de lijn die wij voorstaan. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Gelet op enkele onderwerpen die ik eerder vandaag genoemd heb - vluchtelingenwerk en onderwijshuisvesting zijn daarvan de belangrijkste - kan ik niet instemmen met de Programmabegroting 2007. Ik kan de lijn die de fractie van Helmondse Belangen aangeeft niet helemaal volgen en ik zal niet instemmen met het voorstel om de Programmabegroting 2007 vast te stellen. De heer DE VRIES (SP): Voorzitter! Om in de beeldspraak van het college te blijven: al met al moeten wij concluderen dat het schip de koers van het oude college blijft volgen. Er wordt hier en daar wel aan het roer getrokken, maar de bestemming blijft gelijk. De uitgezette koers is niet onze koers en de gekozen bestemming is niet de bestemming waar wij naar toe willen. Daarmee is de nu voorlig- gende begroting niet onze begroting. Op belangrijke hoofdpunten zijn wij het er niet mee eens. Om een duidelijk politiek signaal af te geven stemmen wij tegen de hele begroting. De heer VAN BOKHOVEN (HH): Voorzitter! De fractie van Helder Helmond deelt de mening van de fractie van de SDH-OH. Wij stemmen voor de begroting. Ik voeg daar alvast aan toe dat wij niet akkoord kunnen gaan met punt 4k. Begrotingsvergadering 9 november 2006 87 Hierna wordt voorstel 4a bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SP en GL hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Voor wat de voorstellen 4b tot en met 4m betreft, constateer ik dat de stemverklaringen in feite al zijn al zijn afgelegd toen voorstel 4a aan de orde was. Zonder stemming wordt overeenkomstig de voorstellen 4b tot en met 4m besloten. De fractie van Helder Helmond krijgt, op haar verzoek, aantekening in de notulen dat zij zich niet met de genomen beslissing heeft verenigd voor wat voorstel 4k betreft. De aanwezige leden van de fracties van de SP en GL krijgen, op hun verzoek, aantekening in de notulen dat zij zich niet met de genomen beslissing hebben verenigd voor wat de voorstellen 4b toe en met 4m betreft. 5. Voorstel tot vaststelling van het subsidieprogramma Jeugd, Zorg en Welzijn 2007. Raadsvoorstel112. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie wil graag de toezegging van de wethouder ten aanzien van besluitpunt 4 dat de uitwerking en de kaders op zo kort mogelijke termijn worden geagendeerd ter bespreking in de commissie samenleving. Als de wethouder ons dit kan toezeggen, kunnen wij instemmen met het besluit. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Met een aantal punten van het subsidieprogramma zijn wij zeer ongelukkig. Dat weegt bij ons zodanig zwaar, dat ik tegen het programma zal stemmen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik zal, zoals ik in mijn stemverklaring met betrekking tot de begroting al aangekondigd heb, tegen het Welzijnsprogramma stemmen. De VOORZITTER: Beslispunt 4 van het raadsvoorstel 112 betreft een bedrag van ¿ 25.000,-- bestemd voor evenementen en activiteiten voor en door jongeren die gericht zijn op integratie en voor het Moslimplatform. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik heb er geen probleem mee het verzoek van de CDA-fractie in te willigen. Ik vind het prima het onderwerp in de commissie aan de orde stellen. Zonder stemming wordt, met inachtneming van de toezegging van de wethouder, overeen- komstig voorstel 5 besloten. De aanwezige leden van de fracties van SP, GL en D66 verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich niet met de genomen beslissing hebben verenigd. 6. Voorstel tot het vaststellen van het programma Kunst en Cultuur 2007. Raadsvoorstel108. De aanwezige leden van de fracties van SP, en GL verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich niet met de genomen beslissing hebben verenigd. De VOORZITTER: Dames en heren! Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van de behan- deling van de begrotingsstukken voor het jaar 2007. Ik memoreer heel kort dat deze raadsvergadering, als alles normaal volgens plan verloopt, de laatste raadsvergadering zal zijn geweest van wethouder Ruud van Heugten, al denk ik dat hij deze raadzaal nog wel eens zal bezoeken. Er komt nog gelegenheid om officieel afscheid van hem te nemen, maar dat zal niet in deze zaal zijn. Ruud, ik spreek nu heel kort door de bocht enkele afscheidswoorden uit. Dank voor al je in- spanningen en bijdragen, voor de zorgvuldige discussies die je hier samen met de raad - zowel in de oude als in de nieuwe samenstelling - hebt gevoerd. Wij wensen jou straks heel veel succes bij je werkzaamheden als lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer en ik ga ervan uit dat je daarbij Helmond niet zult vergeten. Om hun dankbaarheid en sympathie voor jouw werkwijze in deze raad nog eens te onderstrepen, kunnen alle leden van deze raad bij de Tweede-Kamerverkiezingen op 22 Begrotingsvergadering 9 november 2006 88 november a.s. een bepaald vakje inkleuren. Overigens, als zij dat niet doen, mag daaruit niet worden afgeleid dat zij geen sympathie voor jou zouden hebben! Tot slot nodig ik u allen uit, omdat wij in de raadsvergadering die wij zodadelijk gaan beëindigen zo goed en zorgvuldig en ook nog samen met Ruud van Heugten hebben kunnen discussiëren, met elkaar een borrel te gaan drinken bij het Parlement. (Applaus.) Hierna sluit de VOORZITTER, om 21.49, uur de vergadering. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd, De voorzitter, De griffier, |