- Stad
- Infrastructuur Masterplan Brandevoort II
Infrastructuur Masterplan Brandevoort II
De Infrastructuur van het Masterplan van Brandevoort is op een hiërarchische wijze opgebouwd, met bepaalde principes per hiërarchie. Deze hiërarchie bestaat uit drie lagen: de hoofdontsluiting van de wijk, de ruggengraten en de woonstraten, elk met hun eigen kenmerken.
De hoofdontsluiting
Onder de hoofdontsluiting van de wijk ten zuiden van het spoor vallen De Voort en de Brandevoortse Dreef, welke verbonden zijn met de regionale wegen zoals de Geldropseweg en de Europaweg. Dit maakt de wijk regionaal goed bereikbaar, maar biedt ook een duidelijke ontsluitingsstructuur van de wijk. Deze wegen kenmerken zich door hun ruime opzet, gescheiden rijbanen en groene middenbermen. Ze zijn ontworpen om het verkeer zo snel mogelijk af te wikkelen richting de woongebieden of de regionale infrastructuur.
De ruggengraten
Aan de hoofdontsluiting zitten de ruggengraten van de woongebieden, de buurtontsluitingswegen. Deze wegen zijn veelal met een rotonde verbonden aan de hoofdontsluiting van de wijk, waardoor het verkeer gemakkelijk de buurt in en uit kan. De ruggengraten van de buurten zijn ingericht op het faciliteren van bestemmingsverkeer en op doorgaand verkeer in de buurt. Hierdoor hebben deze wegen een minder groot profiel in vergelijking tot de wijkontsluitingswegen, maar wel een breder profiel dan de woonstraten. Deze wegen zijn ontworpen om het lokale verkeer af te handelen en een prettige woonomgeving te creëren.
De woonstraten
Dit zijn de straten met de laagste hiërarchische structuur, echter zijn ze wel van groot belang. Deze wegen maken de woningen bereikbaar en bepalen mede het karakter van de wijk. Deze wegen zijn nadrukkelijk gericht op bestemmingsverkeer en zijn niet ontworpen om doorgaand verkeer te kunnen faciliteren.