Speech dodenherdenking 2022

Het is Pinksterzaterdag, 11 mei 1940 als Helmond wordt bezet. Gitzwarte jaren volgen. Jaren van angst, van honger, van verlies, van verraad, van verzet én van ware heldenmoed.

Het is vrijdag 22 september 1944, als de eerste Britse tanks verschijnen. Ze stuiten op hevig verzet van de Duitsers. Twee dagen lang ligt Helmond midden in de frontline. Vele stadsgenoten brengen dat weekend door in schuilkelders. In doodsangst.

Het is 25 september 1944, als een enkeling zich buiten waagt en de bevrijders de stad in ziet rijden. De bezetters zijn verjaagd. Het is voorbij.

Maar wat was de prijs hoog.

Vandaag herdenken wij hen, die deze prijs betaalden. Met het ultieme offer. Met hun leven. Dat doen we uit eerbetoon, uit respect, uit dankbaarheid. Om niet te vergeten.

En we doen dat voor hen die moeten leven met de littekens. Wiens leven wordt en werd gedomineerd door wat er in die zwarte jaren is gebeurd.

Eric Parker was zo iemand.

Hij was een van onze Britse bevrijders. Een van onze helden. Hij vocht voor ons. En dat tekende hem.

Hij overleed onlangs, op 8 april, in de gezegende leeftijd van 96 jaar. Meerdere keren bezocht hij Helmond. Als burgemeester had ik de eer hem te ontmoeten bij de viering van 70 jaar bevrijding. Eric Parker voelde zich verbonden met onze stad.

Zo jong als hij was, vocht hij voor ónze vrijheid. Liet familie en vrienden achter in onzekerheid. En keerde Godzijdank bij hen terug. We zullen nooit vergeten wat hij, met vele anderen, heeft betekend voor onze stad.

Welkom dames en heren, jongens en meisjes,

Wat doet het goed om weer samen te zijn. De afgelopen twee jaar stond ik hier alleen in het Hortensiapark. Het was stil op straat, stil in het park. Onwerkelijk stil. We horen, zien en omarmen elkaar weer. En zo moet het zijn.

Want herdenken doe je samen. In verbondenheid met elkaar.

We herdenken om niet te vergeten. Nooit meer oorlog…

Decennialang leefden we in vrijheid en veiligheid, in welvaart en relatieve zorgeloosheid. We waanden ons onkwetsbaar.

Bijna achteloos namen we vrijheid en veiligheid voor lief, vrede voor vanzelfsprekend. Oorlogen, chaos, schaarste? Het leek iets voor andere landen, andere tijden, andere mensen. Niet in het Westen, niet in Nederland, niet hier, niet wij.

Maar op een dag als vandaag, stilstaand bij de Tweede Wereldoorlog, ervaren we weer hoe gevaarlijk die achteloosheid is.

Oorlog is weer dichterbij dan ooit. Letterlijk. In Oekraïne.

2.000 kilometer ten oosten van ons, lijden mensen onder een ongekende agressie.

Maar het vóelt ook dichterbij. Waarom is dat zo? Waarom grijpt het ons meer aan dan al die andere verschrikkelijke oorlogen elders in de wereld? ‘Omdat deze mensen op ons lijken’, zoals we steeds in talkshows horen? Omdat we zelf geconfronteerd worden met de directe gevolgen? Met angst en schaarste? Omdat de gevreesde kernwapens plotseling weer in het nieuws zijn? Omdat de energieprijzen de pan uit rijzen? Omdat het impact op óns leven heeft?

Blijkbaar werkt dat zo. In de beleving voelt het anders, de nabijheid is groter. Maar feit is ook: oorlog is oorlog. Syrië, Jemen, Irak, Afghanistan, Oekraïne: het verdriet is altijd groot. Het geweld is altijd schokkend.

Oorlog went nooit. Voor niemand.

Blijft in je lijf zitten. Voor altijd.

Elke eerste maandag van de maand klinkt ons luchtalarm. Dat raakt de mensen die de Tweede Wereldoorlog meemaakten, nog steeds in hun ziel. Net als de mensen die Oekraïne, of welk oorlogsland dan ook, zijn ontvlucht.

Dat luchtalarm dat wij, gewend aan vrede, niet eens meer hoorden. Schouderophalend, achteloos… Wat een voorrecht.

Op dit moment vangen we in Nederland tienduizenden Oekraïense vluchtelingen op.

Ook hier, in Helmond. Vele stadsgenoten staan voor hen klaar. Organiseren activiteiten, doneren geld en spullen, vangen zelfs mensen op in hun eigen huis. Het maakt me trots. In crises kunnen we op elkaar rekenen in Helmond. Dat is altijd zo geweest.

Deze mensen kunnen hier op adem komen. Velen van hen zullen teruggaan zodra het veilig is. Een aantal van hen zal blijven.

Dat geldt ook voor de minderjarige vluchtelingen die we opvangen aan de Mierloseweg.

Jongens en meisje van 15 tot 17 jaar. Uit Eritrea, uit Syrië, uit Afghanistan. Ze zijn hier, zonder ouders, zonder familie, zonder begeleider. Denkt u zich eens in wat zij hebben meegemaakt… Ik heb hen meerdere keren ontmoet. Ik zag hoe dankbaar ze zijn. En soms zag ik weer twinkelingen in hun ogen. Het zijn pubers. Ook voor deze jongens en meisjes moeten wij ons hart openen. Hopelijk vinden zij snel een nieuwe, vaste plek. Op een school die bij hen past, in een gastgezin of zelfstandig. Ze zijn welkom in ons land.

Oekraïense vluchtelingen. Vluchtelingen uit oorlogsgebieden in Afrika of het Midden-Oosten. Oorlog is de gemene deler. De littekens zijn niet anders. En zó herkenbaar voor hen die ónze oorlog nog hebben meegemaakt.

Dames en heren,

Dat zij naar hier gevlucht zijn, betekent niet automatisch dat zij vrijheid en veiligheid ervaren.

Dat we in dezelfde stad wonen, betekent niet automatisch dat zij meedoen en erbij horen.

Dat we hier weer samen mogen komen, betekent niet automatisch dat we ons weer verbonden voelen.

En juist verbinding maken met elkaar, is de beste garantie voor het behoud van onze vrijheid.

Voor het voorkomen van conflict en oorlog.

Echte verbinding vraagt iets van ons. Oprechte aandacht, luisteren naar verhalen. Je laten raken. We zijn allemaal mensen en willen uiteindelijk allemaal hetzelfde. Gezien en gehoord worden. Verlangend naar liefde en warmte. Geaccepteerd worden zoals je bent. Erbij horen.

Nooit meer oorlog. Een utopie, helaas. Laten we daarom de vrede in onszelf bewaren. Niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Met elkaar. Kijk naar elkaar om. Hou elkaar vast. In vrijheid, veiligheid en verbondenheid. Omdat dat hier kán.

En laten we daar met elkaar enorm dankbaar voor zijn.

Dankbaar. Voor de Helmonders die hun stad, hun huis, hun hart openstellen voor de vluchtelingen van vandaag.

Dankbaar. Voor mensen als Eric Parker. Die vocht voor onze vrijheid. In een land dat niet het zijne was. Die vrede niet zag als iets vanzelfsprekends.

Laten we samen stil zijn, in verbondenheid met elkaar. In gedachten bij de mensen die het grootste offer brachten. In de oorlog toen. Hier, in ons land. In de oorlogen nu. Op ons continent, en verder weg.

Opdat we nooit vergeten.

Dank u wel.

Uw Reactie
Uw Reactie