• Bestuur
  • Nota Wet Voorzieningen gehandicapten in Helmond na 2003

Nota Wet Voorzieningen gehandicapten in Helmond na 2003

Documentdatum 17-06-2004
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Nota
Samenvatting

Gemeente Helmond

DIENST SAMENLEVING EN ECONOMIE

Wet Voorzieningen Gehandicapten in

Heimond na 2003

Terugblik en toekomst

April 2004

- ----- ----

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave [[[2

Voorwoord [[[

[[[3

1 Inleiding [[[4

1.1 Aanleiding [[[4

1.2 Status protocol en gevolgen voor Heimond [[[4

2 Doelstellingen WVG: [[[6

3 Cliëntgerichtheid: [[[7

3.1 Inhoud volgens Protocol [[[7

3.2 Hoogwaardige intake [[[7

3.3 Herinrichting werkprocessen .................... [[[7

3.4 lnformatieverstrekking cliënt [[[8

3.5 Termijnbewaking [[[8

3.6 Verkorte procedure indicering [[[8

3.7 Advisering door RIO [[[9

3.8 Verstrekking van voorziening [[[ 10

3.9 Mogelijkheden van beroep, bezwaar en klachten [[[ 10

3.10 Voorstellen [[[ 11

4 Voorzieningen: [[[ ........................................ 12

4.1 Inhoud volgens Protocol ......... [[[ ............................. 12

4.2 Situatie in Heimond [[[ .............. 12

4.2.1 Uitbreiding keuzemogelijkheden [[[ 12

4.2.2 Contacten met client ......................................... [[[ 13

4.2.3 Woonvoorzieningen [[[ 14

4.2.3.1 Inhoud volgens Protocol [[[ 14

4.2.3.2 Situatie in Heimond [[[ 14

4.2.4 Voorstellen .............................................. [[[ 17

4.2.5 Vervoersvoorzieningen [[[ 17

4.2.5.1 Inhoud volgens Protocol ............................

Voorwoord

Voor u ligt een nota, waarin een aantal zaken uiteen worden gezet die betrekking hebben op

de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de uitvoering daarvan in de gemeente Heimond.

Naast het wettelijke kader van de V\fVG', is de inhoud van het Protocol WVG2een belangrijk

kader waarbinnen deze nota is opgesteld. Voor het overige zijn bij het opstellen van deze

nota de conclusies en aanbevelingen betrokken naar aanleiding van het door Q-consult

verrichte onderzoek naar de VVVG in Heimond.

Met betrekking tot de vraag wel of niet uitvoering geven aan het Protocol, en om meer zicht

te krijgen op waar de gemeente Heimond staat als het gaat om de uitvoering van de WVG, is

in het kader van de voorjaarsnota 2003 besloten een extern onderzoek te laten verrichten.

Hierbij zijn in ieder geval de volgende drie items aan de orde gekomen:

- Afwijkingen in niveau van uitvoering WVG Heimond t.o.v. andere vergelijkbare

gemeenten qua grootte en bevolkingsopbouw.

- Verwachtingen ten aanzien van autonome groei in Heimond als gevolg van

bevolkingstoename, vergrijzing en extramuralisering en de consequenties hiervan voor

de VVVG.

- De mogelijkheden voor maatschappelijk aanvaardbare en juridisch verantwoorde

ombuigingen waarbij tevens inzichtelijk wordt wat de risico's zijn indien geen uitvoering

wordt gegeven aan het Protocol.

Het door Q-consult (bedrijfskundige adviseurs) verrichte onderzoek is afgerond op 15 januari

2004. In deze nota zal regelmatig verwezen worden naar het rapport opgesteld door Q-

consult naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek.

Hoofdstuk 1

In deze inleiding zal worden ingegaan op de redenen die aanleiding zijn geweest voor het

opstellen van deze nota.

Hoofdstuk 2

Hierin staan de doelstellingen van de WVG weergegeven.

Hoofdstuk 3 tot en met 5

Hierin komen een aantal onderwerpen aan de orde, zoals deze ook in het Protocol zijn

aangegeven. Hierin vindt een toetsing plaats aan de uitvoeringspraktijk in Heimond. Daar

waar nodig zullen een aantal conclusies worden getrokken, met daaraan gekoppeld een

aantal voorstellen en aanbevelingen. De resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn

hierbij uitdrukkelijk betrokken.

Hoofdstuk 6

Hierin wordt ingegaan op een aantal kaders, waaraan de uitvoering van de VVVG, met het

Protocol in gedachten, getoetst kan worden.

Hoofdstuk 7

Tenslotte is hierin een samenvatting gegeven van de zaken die, gericht op de toekomst,

aandacht behoeven. Hierbij zijn aanbevelingen gedaan, om deze aandachtspunten te

verbeteren.

WVG Wet Voorzieningen Gehandicapten

2Protocol WVG invulling nadere regelgeving WVG

3

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aanleiding voor het schrijven van deze notitie is de kabinetsreactie na de 3e landelijke

evaluatie van de WVG. Hieruit bleek dat 85% van de WVG aanvragers tevreden was met de

uitvoering van de WVG en 15% niet. ]n absolute zin betrof dit een aanzienlijk aantal mensen,

van een naar verhouding kwetsbare groep. Dit was reden om nadere invulling te geven aan

het begrip 'verantwoorde voorzieningen' in de WVG.

Indertijd bij de invoering van de WVG, heeft men veel open normen gesteld zodat maatwerk,

toegespitst op lokale situaties mogelijk was. Hierbij ging men ervan uit dat dit zou leiden tot

bepaalde standaardisering.

Nu dit onvoldoende het geval bleek te zijn, wilde het Ministerie van SZW3 in samenspraak

met belangenorganisaties van cliënten en uitvoerders een norm ontwikkelen, met onder

meer een bredere rechtszekerheid voor de client. Hierbij zou geen afbreuk worden gedaan

aan de gemeentelijke beleidsvrijheid; een uitgangspunt bij de totstandkoming van de WVG.

Dit is uiteindelijk uitgemond in het landelijke Protocol WVG waarin in overleg met de VNki

en de belangenorganisaties nader invulling wordt gegeven aan het begrip "verantwoorde

voorzieningen".

1.2 Status protocol en gevolgen voor Heimond

In het Protocol zijn een aantal maatregelen beschreven. Het doel hiervan is de kwaliteit van

de uitvoering te verbeteren en meer uniformiteit te verkrijgen in de toepassing van de

wetgeving, gericht op bredere rechtszekerheid voor cliënten met het oog op hun specifieke

situatie. Het Protocol is ondertekend door de minister van SZW, de belangenorganisaties en

de VNG. Voor de eventuele financiële gevolgen van het Protocol zijn vooraf geen extra

middelen ter beschikking gesteld. Wel zullen achteraf, na monitoring en evaluatie, eventuele

structurele meerkosten in beeld worden gebracht, die dan voor rekening komen van het

5

Rijk .

Om te bepalen wat het Protocol betekent voor de uitvoering van de WVG in Heimond, is het

van belang duidelijkheid te geven omtrent de status van het Protocol. Hoewel deze nog niet

dwingend is te noemen, is door de Tweede Kamer indertijd aan de Minister gevraagd, om

vooruitlopend op een nieuw dienstverleningsstelsel een Protocol op te stellen. Hierbij wilde

men voorkomen dat er een AMvB6 werd opgesteld, waarmee het Protocol zou worden

verankerd in de wetgeving. Na intensief overleg met onder meer de VNG is

overeengekomen dat een AMVB niet aan de orde was.

Het beleid van gemeenten zal middels een monitor worden gemeten, waarbij er na verloop

van tijd een landelijke evaluatie zal plaatsvinden. Gezien de status van het Protocol kan

verwacht worden dat in rechtspraak aan de inhoud hiervan getoetst gaat worden.

In het onderzoeksrapport van Q-consult wordt met betrekking tot de status ook gesteld dat

het Protocol op dit moment (nog) niet bindend is. Verwezen wordt naar een recente uitspraak

van de Centrale Raad van Beroep hieromtrent d.d. 5 december 2003 waarin de Centrale

Raad aangeeft aan dat er sprake is van een 'convenant tussen de minister van Sociale

Zaken en Werkgelegenheid en een aantal belangengroeperingen, waarin (niet meer dan) de

(toenmalige) politieke intentie is neergelegd om de gemeentebesturen met betrekking tot de

3SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid

4Vereniging Nederlandse Gemeenten

5 Protocol WVG

6AmvB Algemene Maatregel van Bestuur

4

uitvoering van de WVG ertoe te bewegen bestaande - duidelijke - prioriteiten in een andere

richting te gaan bijstellen'. Voorts geeft de Centrale Raad aan: 'Het dwingend opleggen van

het Protocol vergt een meer principiële discussie, onder meer in het licht van het decentrale

karakter van de VVVG'.

Concreet betekent dit dat gemeenten op dit moment niet juridisch verplicht zijn het Protocol

na te leven. Wel vindt op landelijk niveau discussie plaats over onderbrenging van het

Protocol in de nieuwe Dienstenwet dan wel Wet Maatschappelijke Ondersteuning of het via

een Algemene Maatregel van Bestuur bindend te verklaren.

Op grond hiervan wordt door Q-consult aangegeven dat gezien deze discussie en de intentie

van het Protocol het aan te bevelen is zoveel mogelijk rekening te houden met de inhoud van

het Protocol.

De uitgangspunten neergelegd in het Protocol VVVG zullen in deze notitie als leidraad

dienen. Hierbij zal tevens een terugblik plaats vinden op een aantal punten van het in

Heimond gevoerde beleid vanaf 1-1-2001 voor zover deze bijstelling behoeven van hetgeen

-2003 en de wijzigingsnota VJVG 1999-2003. In

is vastgelegd in de beleidsnotitie VVVG 1999

de wijzigingsnota zijn met name de wijzigingen op het gebied van de vervoersvoorzieningen

vastgelegd, welke na een jaar geëvalueerd zouden worden. Deze evaluatie en de recente

ontwikkelingen in verband met het Protocol welke aanleiding zijn voor beleidswijzigingen,

komen in deze discussienota aan de orde. Hierbij zal de nadruk worden gelegd op

beleidswijzigingen voor de toekomst.

2 Doelstellingen VVVG:

a. Gemeenten kregen met de invoering van de WVG in 1994 de zorgplicht om

voorzieningen te verstrekken die de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van

gehandicapten bevorderen. De voorzieningen zouden voor de doelgroep daadwerkelijk

bereikbaar moeten zijn, ook als het gaat om ouderen of mensen met een lager inkomen.

b. Een integrale en transparante uitvoeringsstructuur.

c. De invoering van de wet diende budgettair neutraal te geschieden.

d. De zorgplicht en de budgetverantwoordelijkheid werden in één hand gelegd.

3 Cliëntgerichtheid:

3.1 Inhoud volgens Protocol

]n het Protocol is aangegeven dat de aanvraagprocedure dient aan te sluiten bij de

gevraagde verstrekking, rekening houdende met andere voorliggende voorzieningen. Het

7

gehele proces wordt afgewikkeld volgens de regels van de Awb met een maximale termijn

van 8 weken. De aanvrager dient aan het begin van het proces duidelijkheid te worden

gegeven over: gemeentelijk beleid, stappen vanaf moment van aanvraag, de

indiceringprocedure, de beschikking, bezwaar en beroepsmogelijkheden en

klachtenprocedure.

De werkwijze van het bureau WVG in Helmond voldoet hieraan in grote lijnen. In de

beleidsnotitie WVG 1999-2003 zijn reeds een aantal verbeterpuhten aangegeven, die daar

mede voor hebben zorggedragen, zoals hoogwaardige intake, wijze van indicering, goede

kwalitatieve personele inzet en inrichting van de werkprocessen.

3.2 Hoogwaardige intake

Er is sprake van een hoogwaardige intake, als er een integrale hulpvraaganalyse plaatsvindt.

Zorgvuldig dient bezien te worden wat voor voorzieningen in brede zin noodzakelijk zijn, met

inbegrip van doorverwijzing naar andere instanties. Hierdoor wordt zorg adequaat

toegewezen en kan de procedure van benodigde zorgtoewijzing zonder onnodige vertraging

plaatsvinden.

Teneinde dit te kunnen realiseren heeft er in februari 2001 een heroverweging

plaatsgevonden van de personele bezetting van het Bureau WVG. Naast uitbreiding van de

formatie, is er géïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van alle medewerkers van het

bureau. Inmiddels is er sprake van een hoogwaardig intakeproces en is dit op een aantal van

de hierboven staande punten vormgegeven.

3.3 Herinrichting werkprocessen

Om de behandelingstermijn van aanvragen te bekorten zijn de werkprocessen anders

ingericht. Als gevolg van teveel overdrachtsmomenten was er vaak onduidelijkheid over

verantwoordelijkheden binnen de werkprocessen van aanvraagbehandeling. Ook was er

voor de cliënt onvoldoende sprake van een transparante organisatie.

Door het aantal overdrachtsmomenten aanzienlijk te verminderen en de consulent als

casemanager de regie in handen te geven en daarmee verantwoordelijk te maken voor het

aanvraagproces van het begin tot het eind, is het beoogde effect bereikt.

Gelet op het feit dat deze werkwijze de cliëntgerichtheid en de kwaliteit van de uitvoering

sterk ten goede komt wordt voorgesteld deze werkwijze vooralsnog te handhaven en geen

taken van consulenten over te hevelen naar administratieve krachten. Zie ook pagina 39 van

het onderzoeksrapport.

Het vastleggen van de werkprocessen in procesbeschrijvingen, waarbij tevens

werkafspraken worden vastgelegd, alsmede de verantwoordelijkheden en bevoegdheden

verdient nog aandacht. Op dit moment wordt hieraan gewerkt.

Naast de invoering van de vernieuwde werkprocessen is men in de tweede helft van 2001

gestart met de implementatie van een nieuw softwarepakket. Dit nieuwe softwarepakket,

7Awb Algemene wet bestuursrecht

7

genaamd GWS4a11 ondersteunt het werkproces bij de WVG op een goede wijze en draagt bij

tot een snellere afwikkeling van de aanvragen. Het genereren van managementinformatie is

nog een complexe aangelegenheid. Hierin dient nog een efficiencyslag gemaakt te worden.

t8@

Met het ontwikkelen van een virtueel loke zal er aandacht zijn voor verdere optimalisering

van de werkprocessen, met oog voor een cliëntgerichte benadering van de WVG

gerechtigde.

3.4 lnformatieverstrekking cliënt

Volgens het Protocol dient vooraan in het proces (tijdens of direct na de intake) aan de cliënt

inzicht te worden gegeven in de behandelingsprocedure. In Heimond gebeurt dit nu

mondeling als onderdeel van het intakegesprek. Wel is besloten om een algemene

informatiewijzer VVVG op te stellen, die aan de klant zal worden verstrekt. Hierin kan de

betreffende behandelingsprocedure worden aangegeven.

3.5 Termijnbewaking

Zoals in het Protocol staat, dient er termijnbewaking te geschieden, waarbij de cliënt over

eventuele termijnoverschrijding wordt geïnformeerd. Zoals reeds aangegeven, is

informatieverstrekking over termijnen onderdeel van de intake, waarbij de cliënt vroeg in het

aanvraagproces wordt geïnformeerd over de termijnen. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld

door externe advisering, blijkt dat deze niet gehaald kunnen worden. Tot maart 2004 werd

de cliënt hierover enkel telefonisch geïnformeerd. Vanaf maart 2004 wordt bij overschrijding

de cliënt ook schriftelijk geïnformeerd met vermelding van de reden van overschrijding.

3.6 Verkorte procedure indicering

De indicatieadvisering dient volgens het Protocol niet onnodig te worden opgetuigd, maar

aan te sluiten bij aard en omvang van de gevraagde voorziening. Hiervoor kan ingeval het

een eenvoudige voorziening betreft, een lichte en snelle procedure worden gevolgd.

Om na een hoogwaardige intake middels een versnelde procedure tot een feitelijke

verstrekking te kunnen overgaan, was de indicering in Heimond een onderdeel van het

werkproces dat bijstelling behoefde.

Daar waar de gevraagde voorziening eenvoudige zaken betreft, is het belang onderkend om

consulenten zelf te kunnen laten indiceren. Daarmee kan de aanvraag zonder externe

advisering worden afgewikkeld. Middels de invoering van de hoogwaardige intake wordt dit

momenteel daar waar mogelijk in praktijk gebracht. Indien nodig kan in samenspraak met de

extern adviseur (arts en 1 of ergotherapeut) de noodzaak van de gevraagde voorziening

worden vastgesteld, zonder dat de cliënt daarvoor feitelijk door de externe adviseur wordt

gezien. Hiermee kan het werkproces worden bekort, waardoor er sprake is van besparing op

de kosten van externe advisering, terwijl de benadering tevens meer cliëntvriendelijk is.

Uitgangspunt in de beleidsnota 1999 - 2003 was dat 65% van de nieuwe aanvragen zonder

externe medische advisering konden worden afgewikkeld.

De externe advisering is te onderscheiden in twee soorten van-advies, De medische

advisering door een arts en daarnaast advisering van de ergotherapeut. Voor één aanvraag

kan dus advies van beiden nodig zijn.

Van belang is verder op te merken dat een (geringer) aantal uitgebrachte adviezen, niet

voortvloeit uit een nieuwe aanvraag, maar betrekking heeft op een mutatie of heronderzoek.

Bij de interpretatie van de cijfers hieronder dient hiermee rekening gehouden te worden.

Virtueel loket: informatieverstrekking via internet met daaraan gekoppeld dienstverlening via e-mail

8

Tabel 1 Externe adviezen in relatie tot nieuwe aanvragen voor 2000, 2001, 2002 en 2003.

WVG aanvragen totaal Arts (1) % arts Ergo (2) % ergo Totaal

aanvragen parkeren aanvragen advies advies advies advies advies

2000 1174 277 1451 857 59 494 42 1351

35

2001 1685 360 20451 993 49 589 15821

39

2002 1979 459 2438 799 33 764 1563

26

2003 22051 445 2650 6481 241 5711 1219

1. met nieuwe CW regeling per l-1-2001 zijn erin l e helft van 2001 150 bezwaarprocedures geweest met 66 artsadviezen

2. Ergo adviezen komen alleen voor bij aanvragen VVVG en niet bij aanvragen parkeren

Zoals blijkt uit bovenstaande tabel is er een toename van het aantal nieuwe aanvragen WVG

vanaf 2000 tot en met 2003. Het aantal artsadviezen in 2002 en in 2003 is echter

afgenomen, zowel absoluut, als procentueel.

De advisering van de ergotherapeut daarentegen, is in 2002 zowel absoluut, als procentueel

gestegen. Oorzaak hiervan is gelegen in personele onderbezetting tot 1-10-2002 en andere

knelpunten. Om toch het werkaanbod zo goed mogelijk te kunnen beheersen, is destijds

gekozen om vaker extern advies van de ergotherapeut te vragen.

Door het op peil brengen van de bezetting en door een ingezet leertraject (afgerond in

meiljuni 2003) voor de consulenten, laat 2003 naast een absolute daling van het aantal

artsadviezen ook een forse daling zien van het aantal gevraagde ergotherapeutische

adviezen.

Om inzichtelijk te krijgen welke verbeteringen er in de procedure van aanvragen voor

woningaanpassingen mogelijk zijn, is twee jaar geleden advies gevraagd bij een extern

bureau. In augustus 2002 is door Roessingh Diensten Groepg advies uitgebracht, met daarin

een aantal actie en verbeterpunten die doorgevoerd kunnen worden in de werkprocessen. In

het rapport is een 'versnelde procedure' voorgesteld voor uitvoering van standaard en

eenvoudige woningaanpassingen. Deze versnelde procedure is 1 februari 2003 in werking

getreden. Elders in deze notitie (4.2.3) wordt nog nader ingegaan op een aantal andere

aspecten van deze rapportage.

In het kader van de versnelde procedure is in overleg met de woningbouwcorporaties een

zgn. "limitatieve lijst" ontwikkeld met vaste prijzen voor een aantal standaard

woonvoorzieningen. Deze woonvoorzieningen kunnen zonder offerte uit te brengen,

uitgevoerd worden. Betaling geschiedt op basis van een gereedmeiding middels een vast

formulier. Facturering middels nota's blijft dan ook achterwege. Hiermee is het proces van

aanvraag tot realisatie woonvoorziening aanzienlijk bekort.

3.7 Advisering door R1010.

Landelijk zijn er een aantal Regionale Indicatie Organen (RIO) in het leven geroepen, die

zich momenteel bezighouden met het ontwikkelen van onafhankelijke, objectieve en

integrale indicering van AWBZ voorzieningen. De indicatiestelling via het RIO is inmiddels

ook uitgebreid met een gedeelte van de geestelijke gezondheidszorg gehandicapten.

Met betrekking tot de WVG is ook sprake geweest van het eventueel onderbrengen van de

WVG advisering bij het RIO. Op grond van de laatste berichtgeving vanuit het ministerie,

9 Adviesnota Gemeente Heimond 'Uitvoering woningaanpassingen in het kader van de Wet Voorzieningen

Gehandicapten'

0 RIO Regionaal Indicatie Orgaan

9

mede op basis van het advies van de commissie Buurmeijer, is dit geen verplichting en kan

dit enkel op vrijwillige basis.

In SRE verband heeft dit onderwerp de aandacht in die zin dat overdracht van de medische

advisering naar het RIO wordt voorbereid in het kader van het traject Robuuste RIO'S. Het is

echter aan iedere gemeente afzonderlijk te besluiten om wel of niet de WVG advisering over

te dragen naar het RIO. Onder andere vanwege de vertraging van het traject Robuuste

RIO's is het op dit moment nog niet zover dat besluitvorming omtrent het wel of niet

overdragen van de medische advisering naar het RIO kan plaatsvinden.

Op dit moment wordt in Heimond zowel de medische advisering als de ergotherapeutische

advisering uitgevoerd door het WVG-adviesteam van revalidatiecentrum Blixembosch.

Daar vanuit Blixembosch de medische advisering middels inzet van revalidatieartsen naar de

toekomst toe niet meer gewaarborgd kan worden, wordt op dit moment overwogen dit onderdeel

vooralsnog tijdelijk elders onder te brengen.

3.8 Verstrekking van voorziening

]n het Protocol is aangegeven dat de cliënt na een zo adequaat mogelijke

aanvraagprocedure, zo spoedig mogelijk dient te kunnen beschikken over de toegekende

voorziening. Veel voorkomende voorzieningen, zouden in overleg met betrokken derden op

voorraad gehouden kunnen worden, zodat op zo kort mogelijke termijn beschikt kan worden

over de voorziening. Daarbij blijft voorop staan dat de gestelde indicatie bepalend is.

In Heimond kan bij een aantal voorzieningen, waarvoor een snelle procedure mogelijk is,

spoedig over de voorziening worden beschikt. Er wordt naar gestreefd om daar waar

mogelijk, de termijn van aanvraag tot beschikken en het feitelijk ter beschikking stellen van

de voorziening zo kort mogelijk te houden. De wettelijk vastgestelde termijn van aanvraag tot

beschikken bedraagt 8 weken. Rolstoelen, vervoersvoorzieningen in natura zoals speciale

fiets of scootmobiet en woonvoorzieningen in natura zoals tillift, toiletstoel of douchestoel

zijn, of in depot aanwezig, dan wel middels contractafspraken met leveranciers, na een korte

tijd te leveren. Ook woonvoorzieningen in de vorm van eenvoudige c.q. standaard

woningaanpassingen zijn sneller te realiseren middels de inmiddels ingevoerde "versnelde

procedure".

Met betrekking tot de doorlooptijden, de behandelingstijd tussen aanvraag en beschikking,

kan over het laatste halfjaar 2003 het volgende worden opgemerkt (Van voor deze tijd zijn

geen enigszins betrouwbare gegevens voorhanden).

Van de nieuwe aanvragen woonvoorzieningen wordt 80% binnen de gestelde Awb

(Algemene Wet Bestuursrecht) termijn van 8 weken afgewerkt. Voor de aanvragen vervoer is

dit percentage 87%. Voor aanvragen rolstoelen 91 % en voor aanvragen

parkeervoorzieningen wordt 99% van de aanvragen binnen de AWB termijn afgewerkt.

De behandelingstijd is inclusief medische advisering, ergotherapeutische advisering,

bouwkundige advisering en het opvragen van offertes bij de woningeigenaar of leverancier.

Daar waar sprake is van overschrijding van de Awb termijn is dit veelal gelegen in de tijd die

externe advisering en het opvragen van offertes in beslag neemt.

De behandelingstijd is exclusief de tijd die voortvloeit uit het feit dat de cliënt nog gegevens

moet aanieveren (inkomensgegevens, offertes) of die voortvloeit uit vertraging als gevolg van

tijdelijke opname van de cliënt in ziekenhuis, verpleeghuis etc.

Opgemerkt dient te worden dat het stilzetten van de doorlooptijd niet altijd consequent is

doorgevoerd. Dit onderdeel verdient nog aandacht.

3.9 Mogelijkheden van beroep, bezwaar en klachten

Behalve een klachtenprocedure is in het Protocol de toegankelijkheid aangegeven van de

mogelijkheden van bezwaar en beroep. In Heimond wordt in de beschikking melding

gemaakt van de mogelijkheden van beroep en bezwaar en indien van toepassing wordt de

cliënt mondeling op de mogelijkheid hiervan gewezen door de consulent. De

10

bezwaarprocedure wordt behandeld in een bezwaarschriftencommissie, bestaande uit 3

externe deskundigen en 2 gemeenteraadsleden

Ook over de klachtenprocedure wordt de cliënt desgevraagd geïnformeerd en wordt een

daarvoor bestemt klachtenformulier aan de cliënt uitgereikt. De binnengekomen klachten

worden afgehandeld volgens de Algemene klachtenregeling Heimond. Vervolgens kan men

een beroep doen op een onafhankelijke regionale ombudscommissie.

Als ondersteuning van de cliënt bij beroep, bezwaar en klachten kan een beroep worden

gedaan op onder meer belangengroeperingen en juridische bijstand. In de algemene folder

betreffende VVVG-voorzieningen zal hierover melding worden gemaakt.

3.10 Voorstellen

Geconcludeerd kan worden dat de afgelopen periode er positieve ontwikkelingen zijn

doorgemaakt, wat geresulteerd heeft in kortere behandeltermijn aanvragen, meer

cliëntvriendelijkheid, en hoogwaardiger, zorgvuldiger dienstverlening.

Onder meer met het oog op het Protocol zijn er nog een aantal te realiseren verbeterpunten

aan te geven. Hierbij gaat het om de volgende punten:

Acties 1 aandachtpunten status afronding

l. Op dit moment geen taken die thans door Te besluiten

consulenten worden uitgevoerd overhevelen naar

administratieve krachten.

2. Ontwikkelen van virtueel loket In ontwikkeling Eind 2004

3. Vervangen van de algemene informatiefolder WVG ]n behandeling 1-7-2004

en deze uitbreiden met informatie over

belange groeperingen en juridische bijstand.

4. Schriftelijk informeren van klant over ]s besloten Is gerealiseerd

termijnoverschrijding en de reden daarvan

5. Verbeteren van de juiste managementinformatie t.b.v. Is besloten Eind 2004

aänsturing Bureau WVG en Benchmark onderzoek.

6 Het vastleggen van de werkprocessen in In behandeling 1-7-2004

procesbeschrijvingen, waarbij tevens werkafspraken

worden vastgelegd, alsmede de

verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

7 Vooralsnog wordt de medische advisering niet In behandeling 1-7-2004

overgedragen aan het RIO.

Overwogen wordt de medische advisering tijdelijk

elders onder te brengen.

4 Voorzieningen:

4.1 Inhoud volgens Protocol

In het Protocol is beschreven dat de te verstrekken WVG voorziening maatwerk dient te zijn

en afgestemd op de individuele behoeften en omstandigheden van de aanvrager en diens

sociale omgeving. Hierbij is aangegeven dat bij meerdere adequate voorzieningen, gekozen

kan worden voor de goedkoopste voorziening. Daar waar sprake is van relatiev' geringe

prijsverschillen dient de wens van de cliënt te worden gerespecteerd.

Ingeval de voorkeur van de cliënt uitgaat naar een duurdere adequate voorziening kan in

overleg met cliënt een financiële tegemoetkoming worden verstrekt tot het bedrag van de

goedkopere adequate voorziening, waarbij afspraken over duur en besteding worden

vastgelegd.

Bij de afstemming op de individuele omstandigheden dient ook rekening gehouden te

worden met omstandigheden als groei, (extra) slijtage in verband met handicap en

progressie van de belemmering.

4.2 Situatie in Heimond

Het beleid in Heimond komt hier in grote mate mee overeen. Er wordt maatwerk geleverd

rekening houdend met de individuele situatie van de cliënt en diens sociale omgeving,

eventueel met toepassing van de hardheidsclausule.

Hierbij dient wel te worden aangegeven dat in het licht van onder meer inkoopbeleid voor te

verstrekken voorzieningen in natura gekozen is, die aan de client in bruikleen worden

gegeven. Het in bruikleen geven van goederen in natura heeft als voordeel dat de goederen

in eigendom blijven van de gemeente, zodat indien nodig de verstrekte voorziening kan

worden teruggenomen, om vervolgens te worden herverstrekt aan een andere geschikte

aanvrager.

Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een kernassortiment, wat bestaat uit een scala van

artikelen, die regelmatig voor verstrekking in aanmerking komen. Voor de artikelen uit dit

assortiment is middels inkoopbeleid gerealiseerd dat met aanzienlijke kortingspercentages

kan worden ingekocht. De cliënt heeft een keuzemogelijkheid uit het in Heimond

gehanteerde kernassortiment. Ingeval hiertoe aanleiding bestaat kan indien nodig, ook een

voorziening buiten -het kernassortiment worden verstrekt. In 2001, 2002 en 2003 werd

respectievelijk in 89,5%, 92,5% en 91% van de gevallen vanuit het kernassortiment

verstrekt.

De contracten met de leveranciers van hulpmiddelen VVVG expireren 1 juli 2004. Thans is

een openbare Europese aanbestedingsprocedure in uitvoering.

4.2.1 Uitbreiding keuzemogelijkheden

Gelet op het Protocol, wordt als verbeterpunt aangegeven om de cliënt meer mogelijkheden

te bieden om ook buiten dit kernassortiment te kiezen. Hierbij dienen grenzen en eventuele

andere condities te worden aangegeven.

Keuze duurdere voorziening

Ingeval een aanvrager kiest voor een adequate voorziening, die niet de goedkoopste

voorziening is, kan eventueel aan deze keuze tegemoet gekomen worden, door de duurdere

relatief: In het protocol is niet nader aangegeven wat daaronder verstaan dient te worden

12

voorziening te verstrekken. Hieraan dient de voorwaarde te worden verbonden dat de

meerkosten door aanvrager zelf gedragen dienen te worden.

Dit kan gelden voor alle voorzieningen, waarbij met het oog op onder meer te verstrekken

voorzieningen in natura in bruikleen, een maximering overwogen dient te worden gezien de

door aanvrager te betalen meerkosten. Bij inname van de in bruikleen verstrekte voorziening

heeft men geen aanspraak op restitutie van de door aanvrager betaalde meerkosten.

Financiële tegemoetkoming

Gelet op het Protocol, is te overwegen een ruimere mogelijkheid te creëren, om een

financiële tegemoetkoming te verstrekken. Hierbij gaat het om de situatie dat een cliënt een

duurdere voorziening wenst dan vanuit de WVG oogpunt is geïndiceerd. Deze mogelijkheid

wordt in uitzonderlijke situaties (hardheidsclausule) reeds toegepast. Met het oog op hetgeen

is aangegeven over het gehanteerde kernassortiment en de in natura verstrekte

voorzieningen in bruikleen, zal van deze mogelijkheid alleen in zeer uitzonderlijke situaties

gebruik gemaakt worden met toepassing van de hardheidsclausule. Uitbreiding van deze

mogelijkheid is dan ook niet aan te bevelen. In dit verband wordt ook gewezen naar hetgeen

door Q-consult hieromtrent wordt gesteld op pagina 41 van het onderzoeksrapport.

Persoon Gebonden Budget

Het ter beschikking stellen van een door aanvrager vrij te besteden persoonlijk budget, is

een mogelijkheid, waarmee een aantal andere gemeenten bij wijze van experiment op

beperkte schaal heeft gewerkt. Hieruit is onder meer naar voren gekomen dat behaalde

voordelen door inkoopbeleid komen te vervallen. Tevens heeft dit effect voor de voordelen

van het in bruikleen geven van goederen in natura.

Bij de overweging om een Persoon Gebonden Budget ter beschikking te stellen, speelt het

gegeven mee, dat er momenteel sprake is van experimenten met reeds genoemde nadelige

effecten. Dit is reden om vooralsnog niet over te gaan tot grootschalige invoer van deze

mogelijkheid.

4.2.2 Contacten met client

Volgens het Protocol dient er regelmatig (1 of 2 jaarlijks) contact met de cliënt te worden

onderhouden om te bezien of er nog sprake is van een adequate voorziening.

In Heirnond wordt hieraan deels uitvoering gegeven doordat, na verstrekking van een

vervoermiddel in natura bezien wordt of de voorziening toereikend en adequaat is, waarbij

onder meer het gebruik van de verstrekte vervoersvoorziening een punt van aandacht is.

Verder vinden er voor alle cliënten < 65 jaar met een vervoersvoorziening, 2 jaarlijks

heronderzoeken plaats, met het oog op een eventuele inkomenswijziging.

Bij cliënten die geen vervoersvoorziening hebben en cliënten van > 65 jaar met of zonder

een vervoersvoorziening, vinden momenteel geen heronderzoeken plaats. Hierbij is de

overweging geweest dat de inkomenspositie van ouderen > 65 jaar nagenoeg niet meer aan

wijzigingen onderhevig is.

Overwogen is bij welke voorzieningen en met welke frequentie er naast de reeds

aangegeven praktijk nog aanleiding is om heronderzoeken te laten plaatsvinden.

Gesteld kan worden dat met name de ouderen vanaf 65 jaar middels periodieke 2 jaarlijkse

heronderzoeken wat meer aandacht behoeven. Reden is dat deze categorie cliënten in zijn

algemeenheid tot de minder mondige groep behoort.

Hoewel het inkomensaspect nauwelijks aandacht behoeft, is er wel aanleiding om voor deze

categorie te bezien of er in andere behoeften voorzien dient te worden. Een actievere

benadering zal een doelmatiger gebruik van het voorzieningenpakket kunnen bevorderen.

Voorgesteld wordt om bij wijze van steekproef voor VVVG cliënten van > 65 jaar een

periodiek heronderzoek op te voeren, waarbij met name aandacht is voor de doelmatigheid

van te verstrekken voorzieningen. Vanuit een integrale benadering van de cliënt zal er zowel

aandacht zi n voor WVG voorzieningen, als voor andere aandachtsgebieden, waarbij

gedacht kan worden aan minima regelingen.

13

Bij een actievere benadering is daarnaast ook gedacht aan de aan kinderen verstrekte

voorzieningen omdat deze voorzieningen snel verouderen.

4.2.3 Woonvoorzieningen

4.2.3.1 Inhoud volgens Protocol

Zoals aangegeven in het Protocol dient een woonvoorziening te worden getroffen, wanneer

een cliënt beperkingen ondervindt in het normale gebruik van de woning, teneinde deze

belemmering zoveel mogelijk weg te nemen of te beperken. Hiervoor kan het aanbrengen

van (een) aanpassing(en) in de woning noodzakelijk zijn, met als uitgangspunt het door de

cliënt aangedragen probleem. Er dient rekening gehouden te worden met andere

leefpatronen, verband houdende met de beperking en met het normale gebruik van de

woning zodat het verzorgen van kinderen en andere geregelde huishoudelijke taken mogelijk

wordt.

Ook voorzieningen als tijdelijke huisvesting elders tijdens de uitvoering van een

woningaanpassing en andere voorzieningen die gericht zijn op verzorging van de cliënt door

derden, vallen onder woonvoorzieningen.

Om in te kunnen spelen op verzoeken voor reeds aangepaste woningen, is in het Protocol

de mogelijkheid beschreven, een overzicht van deze woningen te genereren. Dit overzicht

dient regelmatig op actualiteiten te worden getoetst. Tevens dient het toegankelijk te zijn als

internetsite voor gehandicapten en andere gemeenten. In dit overzicht worden de reeds

aangebrachte voorzieningen zo goed mogelijk aangegeven.

4.2.3.2 Situatie in Heimond

Verhuisprimaat

Indien men verzoekt om een woonvoorziening zal na zorgvuldige weging van alle belangen,

worden bezien waaruit de voorziening dient te bestaan. Voor het zo efficiënt mogelijk

omgaan met middelen en de voorraad van aangepaste woningen, heeft men in Heimond

gekozen voor het primaat van verhuizen. Het verhuisprimaat wordt momenteel toegepast als

de gevraagde voorziening van woningaanpassing een bedrag te boven gaat (in 2004 vanaf E

8.075,= voor huurwoningen en E 16.450,= voor koopwoningen). Verhuizing naar een (deels)

al aangepaste woning is dan een goedkopere en adequatere oplossing.

Uit het onderzoek van Q-consult blijkt dat de gemeente Heimond, voor wat betreft toepassing

verhuisprimaat geen wezenlijk ander beleid voert dan de in het onderzoek betrokken

benchmark gemeenten. Wel wordt opgemerkt dat de grenzen waarboven het primaat van

toepassing is, ruim zijn (pag. 39 onderzoeksrapport).

Tevens blijkt uit navraag bij andere gemeenten in de regio dat net als in Heimond met name

bij duurdere woningaanpassingen (E 6325,= tot E 6800,=) het verhuisprimaat wordt

toegepast. Kosten als (forfaitaire) verhuiskosten en kosten voor geringe aanpassingen

worden daarbij vergoed. In tegenstelling tot Heimond wordt daarbij geen onderscheid

gemaakt tussen een koopwoning en een huurwoning.

Bij de afwegingen die gemaakt worden zal met alle factoren rekening gehouden worden, zo

ook het gegeven dat het een eigen woning betreft. Voorgesteld wordt om het in Heimond

gemaakte onderscheid tussen huurwoningen en koopwoningen, te laten vervallen. Zie

hiervoor ook het advies van Q-consult hieromtrent (pag. 30 onderzoeksrapport)

In het Protocol staat bovendien opgenomen dat verhuizing niet ten koste mag gaan van

(mantelzorg of sociale omstandigheden van cliënt, voldoende veiligheid,

oriëntatiemogelijkheden van de cliënt en toegankelijkheid en herkenbaarheid van de woning

14

In Heimond wordt hieraan reeds uitvoering gegeven, door rekening te houden met de

genoemde aspecten.

Aanbod (aangepaste) woningen in relatie tot WVG

Om in Heimond het beleid van het primaat van verhuizen uit te kunnen voeren, is het

'volgens de adviesrapportage van de Roessingh Diensten Groe 12

p van belang een medisch

verantwoorde termijn (in Heimond met de wijzigingsnota WVG in 2001 bepaald op 1 jaar) te

hanteren waarbinnen een geschikte woning beschikbaar is. ]n deze rapportage heeft men

omtrent het beleid inzake het verhuisprimaat een tweetal aspecten benoemd die nader

uitgewerkt dienen te worden. Het betreft zowel het aspect van uitvoeringsbeleid rondom

toepassing van het verhuisprimaat als het inzicht in bestaande (aangepaste)

woningvoorraad.

Tussen woningcorporaties en gemeente zijn in een convenant van d.d. 19 december 1995

al eerder afspraken gemaakt over melding van reeds aangepaste woningen ('woningpoule')

en betaling van de kosten van huurderving. In Heimond is er op grond van bestaande

afspraken tussen gemeente en woningcorporaties een lijst aangelegd. Uitgebreide reeds

uitgevoerde woningaanpassingen worden hierin geregistreerd.

Woningzoekenden met een medische indicatie staan bij de WVG op een bemiddelingslijst,

die richting woningcorporaties gaat. Het doel hiervan is een zo spoedig mogelijke 'match'te

realiseren tussen het aanbod van reeds (ten dele) aangepaste woningen en personen die

een aangepaste woning zoeken.

Uit het rapport van de Roessingh Diensten Groep is gebleken dat zowel de gemeente als de

woningcorporaties hiermee wisselende ervaringen hebben. Geconstateerd is dat het zicht op

het aantal aangepaste woningen beperkt is, omdat er geen actuele inventarisatie is gemaakt

van het bestand van aangepaste woningen. Aldus de adviesrapportage is er onvoldoende

transparantje, duidelijke structuren en processen.

De woningcorporaties hebben bij de toepassing van het verhuisprimaat, een aantal

knelpunten aangegeven:

- Zo zal de woningcorporatie geen woning toewijzen, die niet in het (sociale of culturele)

zoekprofiel past

- Op de wachtlijsten staan verschillende 'urgenten"', waarbij onduidelijkheid is over te

'hanteren voorrangsprincipes

In de uitvoeringspraktijk van de WVG blijkt regelmatig dat het problematisch is om tijdig

(binnen 1 jaar) tot een 'match' van vraag en aanbod van woningen te komen. Oorzaak

hiervan is gelegen in het woningaanbod, waarbij het ontbreken van transparantje, duidelijke

structuren en processen, een (spoedige) match onmogelijk maken.

De gemeente is hierdoor in een aantal gevallen genoodzaakt na 1 jaar alsnog een woning

aan te passen voor een bedrag > E 8.075,=. Dit heeft tot gevolg dat er onnodig hoge kosten

gemaakt worden voor dure woonvoorzieningen.

Een ander gevolg is dat personen langere tijd in een woning moeten blijven wonen, terwijl

deze in het geheel niet geschikt te maken is, door het aanbrengen van woonvoorzieningen.

Toekomstige ontwikkelingen als vergrijzing en extramuralisering van de doelgroepen WVG

als ouderen en gehandicapten, zullen naar verwachting een grote(re) vraag naar aangepaste

woningen in de nabije toekomst veroorzaken. Er dient voldoende aandacht voor te zijn, dat

woningen die goed bezoekbaar en gemakkelijk aanpasbaar zijn, ook met voorrang

beschikbaar blijven voor deze groepen woningzoekenden.

In zijn algemeenheid dient er meer levensloopbestendig en aanpasbaar te worden gebouwd.

12 Uit: Adviesrapportage Gemeente Heimond, Roessingh Diensten Groep, Enschede, augustus 2002

13 urgenten'medisch, economisch of maatschappelijk

Bij de afdeling Bouwen en Wonen van de Gemeente Heimond is hier aandacht voor. In de in

augustus 2002 opgestelde nota "Een visie op het wonen in Heimond tot 201 0 "wordt hierop

ingegaan. Voor nadere informatie wordt verwezen naar betreffende nota.

De gemeente heeft een (zorg-)plicht, waarbij zij actief betrokken dient te zijn bij het

totstandkomen van een match tussen vraag en aanbod van eenvoudig aan te passen en

reeds aangepaste woningen.

Inmiddels is in overleg met de gezamenlijke woningbouwcorporaties gestart met het

opschonen van de bemiddelingslijst en wordt er intensiever overleg gevoerd zodat een

match eerder en sneller tot stand komt.

Hierbij dient het Protocol VVVG volgend, gebruik te worden gemaakt van een

geautomatiseerd bestand van vraag en aanbod. Hiermee heeft de gemeente tijdig inzicht in

de beschikbaarheid van aangepaste of goedkoper aan te passen woningen. Een match

tussen vraag en aanbod kan hiermee eenvoudiger en spoediger tot stand komen.

Bij het opzetten van een geautomatiseerd woningregistratiesysteem wordt overwogen naast

de woningbouwcorporaties samenwerking te zoeken met andere gemeenten in SRE verband

en evt. andere partners die vanuit het perspectief van de gehandicapten op dit terrein actief

zijn.

Indien voor een cliënt de noodzaak bestaat om te verhuizen en het verhuisprimaat is van

toepassing, dan mag deze op dit moment twee keer een woningaanbod weigeren en één

negatieve woonwens kenbaar maken.

In afwachting van de verdere uitwerking van gedane voorstellen verderop in deze nota

(4.2.4) over het verhuisprimaat, is er vooralsnog geen aanleiding de huidige situatie te

wijzigen.

Tegemoetkoming in verhuis- en herintichflngskosten

Ingeval verhuizing naar een andere geschikte woning (ook qua financiële draagkracht) aan

de orde is, kan de cliënt in aanmerking komen voor een reële tegemoetkoming in de verhuis-

en (her)inrichtingskosten.

Uit gegevens van de gemeenten in het SRE gebied is gebleken dat de forfaitaire

verhuiskostenvergoeding uiteen loopt van E 1600,- tot E 4161,-. In een klein aantal

gemeenten wordt aan het verstrekken van de verhuiskosten nadere regels gesteld. Men stelt

de hoogte van de vergoeding vast afhankelijk van inkomen of gezinsgrootte of op

deciaratiebasis.

Het merendeel van de gemeenten blijkt echter een forfaitaire vergoeding te kennen van

E3404,-, terwijl in Heimond de hoogte van het forfaitaire bedrag E 2295,- bedraagt. Tevens is

in een groot deel van de gemeenten, evenals in Heimond, de forfaitaire tegemoetkoming in

de verhuiskosten inkomensonafhankelijk.

Gezien het dwingende karakter van de verhuizing en het streven om meer uniformiteit in de

regio te realiseren, wordt voorgesteld om de huidige verhuiskostenvergoeding te verhogen

naar een bedrag van E 3404,-. In dit verband wordt ook verwezen naar het advies van Q-

consult (onderzoeksrapport pag. 40).

Tegemoetkoming in kosten woningaanpassing

Het Protocol volgend dient bij toepassing van het verhuisprimaat, tegemoet te worden

gekomen aan een meer vraaggerichte benadering van de klant. Om dit te realiseren wordt

onderstaand voorstel gedaan.

Indien besloten wordt om het verhuisprimaat toe te passen, worden alle van belang zijnde

aspecten meegenomen. Daar waar de klant desondanks de wens te kennen geeft, niet te

willen verhuizen (uit bijvoorbeeld zijn koopwoning), wordt voorgesteld om een financiële

tegemoetkoming te verstrekken. De geraamde kosten voor de woningaanpassing zullen

variëren in hoogte, maar > E 8.075,= bedragen. Voorstel is om bij de inkomensafhankelijke

tegemoetkoming in de gevraagde kosten uit te gaan van het bedrag ad E 8075,=. De

tegemoetkoming kan worden verstrekt, onder de voorwaarde dat de woningaanpassing

16

geheel volgens het programma van eisen is uitgevoerd. Verwezen wordt hiervoor ook naar

het advies van Q-consult (onderzoeksrapport pag. 30).

4.2.4 Voorstellen

Acties 1 aandachtpunten Status afronding

l. Uitbreiding keuzemogelijkheid voor duurdere voorziening met Te besluiten

betaling van meerkosten door cliënt In beginsel geen verstrekking

van een persoonsgebonden budget en geen verstrekking van een

financiële vergoeding wanneer de cliënt een duurdere voorziening

wenst

2. Steekproef met actievere integrale benadering van de doelgroepen Te besluiten

ouderen en kinderen middels heronderzoeken

3. Bij verhuisprimaat onderscheid tussen eigen woning en huurwoning Te besluiten

laten vervallen.

4. Bij toepassing verhuisprimaat en de cliënt wenst niet te verhuizen, Te besluiten

mogelijkheid bieden voor een inkomensafhankelijke vergoeding tot

maximaal de grens verhuisprimaat van E 8.075,- onder de

voorwaarde dat de woningaanpassing geheel conform programma

van ei en wordt uitgevoerd.

5. Intensievere samenwerking met de gezamenlijke In Eind 2004

woningbouwcorporaties om de match tussen vraag en aanbod van ontwikkeling

aangepaste c.q. geschikte woningen beter te laten verlopen.

6. Inventariseren van bestand van aangepaste woningen en opzetten Te 2005

van een geautomatiseerd woningregistratiesysteem in ontwikkelen

samenwerking met woningcorporaties, andere gemeenten in SRE

verband en andere partners.

7. Verhogen van de for-faitaire verhuiskosten naar E 3404,- Te besluiten

.4.2.5 Vervoersvoorzieningen

4.2.5.1 Inhoud volgens Protocol

Vervoersvoorzieningen zijn erop gericht personen met beperkingen te laten deelnemen aan

het maatschappelijk verkeer in eik geval in hun directe leefomgeving, waarbij rekening

gehouden wordt met de persoonlijke behoefte en omstandigheden van de aanvrager.

Aard en mate van de beperking zijn bepalend voor de vorm (collectief en 1 of individueel) en

omvang van de vervoersvoorziening, waarbij ook aandacht is voor eventuele kosten van

noodzakelijke begeleiding.

Het gebied waarin de gemeente vervoersvoorzieningen dient te treffen is het

zorgplichtgebied. Dit is een gebied, waarin met collectief vervoer onbeperkt gereisd kan

worden tegen maximaal het tarief van de 'blauwe strippenkaart' met aansluiting op een NS

station. Dus het betreft niet alleen het gebied binnen de gemeentegrens, maar ook

V 14

daarbuiten tot en met 5 0 _ zones.

De te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit een collectieve vervoersvoorziening

(CVV), een voorziening in natura zoals een scootmobiel, een speciale fiets, een

bruikleenauto, een gesloten buitenwagen of een ander adequaat vervoermiddel, dan wel een

tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en 1 of gebruik van een vervoermiddel.

Met het oog op het Protocol en recente uitspraken van de CRvB"5 is het van belang de

vervoersvoorzieningen in Heimond nader te bezien. Als uitgangspunt zal hierbij worden

gehanteerd dat een WVG geïndiceerde met elke (combinatie van) vervoersvoorziening(en) in

14 OV Openbaar Vervoer

1-5 CRVB Centrale Raad van Beroep 12-3-2002, nr. 0013220 WVG en nr. 0015131 WVG

17

een straal van 5 OV-zones vanaf zijn vertrekadres tot circa 2000 kilometer per jaar kan

reizen.

4.2.5.2 Situatie in Heimond

Als uitgangspunt bij een vervoersvoorziening geldt dat het altijd gaat om een

tegemoetkoming in de meerkosten, omdat iedereen geacht wordt de kosten van normaal

openbaar vervoer uit het reguliere inkomen te voldoen. Bij een aantoonbaar grotere

vervoersbehoefte kan individualiserend een hoger vervoersbudget tot maximaal 150%

worden toegekend. Tevens is er in de verordening WVG een hardheidsclausule opgenomen.

Tot de kosten van een vervoersvoorziening worden ook de noodzakelijke begeleidingskosten

voor openbaar vervoer gerekend, waarvoor een budget kan worden toegekend van E 308,=

per jaar.

4.2.5.3 Collectieve vervoersvoorziening

Uitvoering CVV vervoer in Helmond en de regio (totaal 14 SRE gemeenten)

Per 1 juli 2000 is er gestart in Heimond en de regio (SRE) met het collectief vraagafhankelijk

vervoer, genaamd Perfect Personenvervoer. Dit in eerste instantie middels een contract met

Combinet. Per 1 januari 2002 is na Europese aanbesteding in SRE verband, voor zowel

Heimond als de regiogemeenten een nieuw contract aangegaan met Cibatax BV en is de

naam veranderd in Taxbus. In tussentijdse contractbesprekingen zijn een aantal

verbeteringen meegenomen, waarmee reeds nagenoeg geheel tegemoetgekomen is aan

hetgeen in het Protocol wordt aangegeven.

Punt van aandacht is nog een verdere verfijning van de mogelijkheid om prioriteitsritten16 te

bespreken. Hoewel het bij Taxbus mogelijk is om prioriteitsritten te bespreken bij plechtige

gelegenheden of ingeval van aansluiting op overig openbaar vervoer, is indien mogelijk

uitbreiding hiervan een aandachtspunt.

Volgens het Protocol zou dit ook mogelijk moeten kunnen bij bijvoorbeeld

theatervoorstellingen en deelname aan educatieve en of vrijwilligersactiviteiten. Gezien de

eerdere contractbesprekingen met Cibatax BV door het SRE voor Heimond en de overige

gemeenten, zou dit regionaal bezien moeten worden. In het kader van de contractverlenging

per 1 januari 2004 heeft geen uitbreiding van de prioriteitsritten kunnen plaatsvinden. In SRE

verband is over eventuele uitbreiding van de prioriteitsritten geen overeenstemming bereikt

met de vervoerden. In het kader van de nieuwe aanbestedingsprocedure zal dit punt opnieuw

worden bezien.

In 2002 heeft een klanttevredenheidsonderzoek onder de Taxbus- gebruikers van veertien

gemeenten in Zuid-Oost Brabant plaatsgevonden. Het resultaat is, dat in z'n algemeenheid

85% van de gebruikers tevreden is over het Taxbus-vervoer. In Heimond ligt dit percentage

nog iets hoger. Circa 90% van de Taxbus gebruikers in Heimond geeft aan in z'n

algemeenheid tevreden te zijn. Het gemiddelde rapportcijfer voor de Taxbus is een 7,34 en

Taxbus scoort daarmee dus een ruim voldoende.

Het voornemen is om in 2004 een nieuw klanttevredenheidsonderzoek te laten uitvoeren. ]n

dit onderzoek zal dan niet alleen aandacht zijn voor de tevredenheid van de gebruikers. Er

zal met name ook aandacht zijn voor wat de redenen zijn van niet-gebruik.

Het huidige contract expireert 1 januari 2006. De resultaten van dit onderzoek zullen met

name ook betrokken worden bij de nieuwe aanbestedingsprocedure die start in 2005.

Huidige C VV regeling in Helmond

prioriteitsrit heeft een gegarandeerde aankomsttijd van 15 minuten voor of na de afgesproken tijd

18

Gemeenten zijn in SRE verband verantwoordelijk voor het vervoer in de regio, terwijl Traxx

(vanaf 1 april 2004 Valys) het bovenregionale vervoer regelt. Het streven is dat het regionale

en bovenregionale vervoer op elkaar aansluit. Het CVV vervoer in Heimond wijkt af van het

collectieve vervoer in de regio, doordat dit een openbaar vervoer voorziening is.

Het vervoersgebied van de collectieve vervoersvoorziening bestrijkt momenteel het

grondgebied van de gemeente Heimond en een aantal zogenaamde puntbestemmingen

bestaande uit de verpleegtehuizen in Bakel, Aarie Rixtel en Deurne. In de regiogemeenten

heeft men een vervoersgebied tot en met 5 OV- zones. In de CW regeling geldt

onderstaande (oude) gunstiger zone indeling van voor augustus 2000.

Figuur 1 CVV vervoersgebied in Heimond in zones (een groter overzicht is als iniegvel bijgevoegd)

IT

173@,9

Bó1

41@

6458

Zonder onderscheid is het reizigerstarief per rit voor een WVG ge@fndiceerde, een 65+-er en

de overige OV reiziger E 3,= (vanaf 1 februari 2004 E 3,40) in het vervoersgebied in

Heimond. Verder is er voor de WVG geïndiceerde en de oudere reiziger, vervoer naar de

eerder genoemde puntbestemmingen. Voor Bakel en Aarie Rixtel geldt de gebruikelijke

ritprijs, terwijl men voor de puntbestemming Deurne een ritprijs van E 3,90 is verschuldigd

(vanaf 1 februari E4,30).

Voor ritten buiten het vervoersgebied wordt een zone indeling gehanteerd, waarbij de

reiziger vervolgens per zone een bedrag is verschuldigd van E 8,91 (commerciële prijs).

Als vervoersbudget geldt per klant momenteel een bedrag van E 996,= per jaar, waarvan E

362,= als forfait, contant wordt uitbetaald aan de klant. Het resterende deel ad E 634,= geldt

als tegoed voor daadwerkelijk gebruik van het CW vervoer. Door de VVVG worden de CW

ritprijzen vergoed tot het budget van E 634,=

19

Voorgestelde wijzigingen in C VV regeling

Rekening houdende met het Protocol en de recente jurisprudentie zal voor de WVG in

Heimond het vervoersgebied uitgebreid dienen te worden. Analoog aan CVV

vervoersregelingen in de regio zal dit leiden tot uitbreiding van het gebied tot en met 5 OV

zones vanaf vertrekadres in Heimond. Hierbij is rekening gehouden met het gegeven dat per

OV zone een afstand is af te leggen van ± 4,5 km.

Ook in het onderzoeksrapport van Q-consult wordt aangegeven dat de gemeente

verantwoordelijk is voor het vervoer in de regio (Hoofdstuk 3.5.6. pag. 40) en dat dus het

vervoersgebied dient te worden uitgebreid. Het bovenregionale vervoer wordt geregeld door

Traxx (vanaf 1 april 2004 Valys). Beide verstrekkingen dienen op elkaar aan te sluiten.

Per 1 juli 2003 (in Heimond per 1 januari 2004 in verband met verleend uitstel) heeft het Rijk

het bovenregionale vervoer beperkt. Traxx (vanaf 1 april 2004 Valys) verzorgt het vervoer

alleen nog vanaf 6 OV-zones. Dit betekent dat de gemeente het aantal zones moet verhogen

naar 5.

Eén van de consequenties van het oprekken van het vervoersgebied is dat het gebruik van

het CW systeem toeneemt.

Voor wat betreft de kosten als gevolg van het uitbreiden van het vervoersgebied is een

doorrekening gemaakt op basis van ervaringsgegevens van het CW vervoer in de regio

Eindhoven waar men ervaring heeft met een groter vervoersgebied.

De berekening is mede gebaseerd op ervaringen uit Eindhoven (1,6 zone). De aanname is

gesteld op een gemiddeld ritgebruik van 85 ritten waarbij een rit is gesteld op 1,75 zone. De

aanname van 85 ritten is gebaseerd op ervaringscijfers van Eindhoven. Het gemiddeld

aantal zones per rit is iets hoger gesteld dan in Eindhoven, uitgaande van het feit dat vanuit

Heimond iets meer in de regio wordt gereisd.

De financiële lasten van de toename van het gebruik zijn doorgerekend. Op advies van Q-

consult wordt bij de berekening uitgegaan van een groeipercentage voor wat betreft het

vervoer van jaarlijks 1 0%. De 1 0% jaarlijkse groei is gebaseerd op de daadwerkelijke

toename van het aantal ritten van een CW systeem, inclusief autonome groei.

Zoals hiervoor al is aangegeven ontvangt vrijwel elke WVG-gerechtigde die in aanmerking

komt voor het CVV een vervoersbudget waar ook een forfaitair bedrag in zit. Dit bedrag is op

dit moment E 362,= per jaar en wordt per kwartaal uitbetaald.

Hieronder volgt een berekening van de kosten CVV met behoud van het huidige forfaitaire

bedrag dat aan de cliënt wordt betaald naast de vergoeding kosten gebruik CVV. Er wordt

uitgegaan van het feit dat de uitbreiding vervoersgebied ingaat per 1 oktober 2004.

Behoud huidige regeling met uitbreiding vervoersgebied.

2003 2004 (110%) 2005 (110%) 2006 (110%) 2007(110%)

- forfaitair op jaarbasis E 502.000 552.000 607.500 668.000 735.000

-cw E 238.000 325.000 570.000 627.000 690.000

totaal £ 740.000 877.000 1.177.500 1.295.000 1.425.000

Conclusie: Behoud huidige regeling met uitbreiding vervoersgebied brengt een

kostenstijging in 2005 t.o.v. 2003 met zich mee van E 437.500. In de jaren daarna is er

sprake van een kostenstijging van ruim E 1 00.000 per jaar uitgaande van een stijging van

1 0% per jaar.

Om de kosten van het vervoer WVG beheersbaar te houden wordt voorgesteld het forfaitaire

bedrag af te bouwen naar 0 en een afbouwregeling in te voeren voor de huidige WVG-

reiziger. Voorgesteld wordt om ingaande 1 oktober 2004 af te bouwen met 25% per kwartaal.

Dit conform het advies van Q-consult (hoofdstuk 3.5.7. pag. 41).

20

Met uitbreiding van het vervoersgebied en afbouwen van het forfaitaire bedrag wordt

aangesloten bij de wijze waarop het WVG-vervoer in de omliggende (SRE) gemeenten is

geregeld. In vrijwel geen enkele SRE-gemeente waar CVV is doorgevoerd wordt nog een

forfaitair bedrag betaald naast het CW. Immers het CVV vervoer is een toereikende

adequate voorziening. Daar waar er nog wel sprake is van een forfaitair bedrag bestaat er

geen CVV dan wel is er sprake van een afbouwregeling. Een forfaitair bedrag blijft wel

mogelijk wanneer op grond van medische redenen geen gebruik kan worden gemaakt van

het CW.

Uitbreiding vervoersgebied en volledig afbouwen forfait.

2003 2004 2005 2006 2007

- forfaitair op jaarbasis E 502.000 470.500 94.125 0 0

- cw E 238.000 325.000 570.000 627.000 690.000

- totaal £ 740.000 795.500 664.125 627.000 690.000

Conclusie: Uitbreiding vervoersgebied en volledig afbouwen forfait laat een een

kostendaling zien in 2005 t.o.v. 2003 van E 76.000. In verband met de afbouwregeling is er

wel sprake van éénmalige kosten in 2004 van E 55.000.

Bij de berekening van het CW is enkel rekening gehouden met de 1 0% stijging. Er is geen

rekening gehouden met eventuele opwaartse druk op andere vervoersvoorzieningen als

gevolg van afschaffen forfait. Dit is echter wel reëel te achten. Zie hiervoor ook de opmerking

in het rapport van Q-consult (pag. 41). Verwacht wordt een opwaartse druk bij het CW,

maar uitdrukkelijk ook bij de vervoersvoorzieningen in natura (bijv. scootmobielen). De

effecten zijn niet in te schatten en een raming van de eventuele extra kosten is dan ook niet

gemaakt.

Om de opwaartse druk beperkt te houden wordt voorgesteld voor wat betreft het CW een

plafond in te bouwen van een maximaal aantal zones van 700 (inclusief instapzone),

hetgeen gelijk is aan 2000 km per jaar.

Hiermee wordt aangesloten bij de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB).

De CRVB geeft in haar uitspraken aan dat de gemeente voldoet aan haar zorgplicht als er

een mogelijkheid wordt geboden om op jaarbasis tussen de 1500 en 2000 kilometers te

reizen.

Voor diegenen die reeds beschikken over een vervoersvoorziening in natura, zoals bijv. een

scootmobiel, wordt voorgesteld een plafond in te bouwen van 1 000 km c.q. 350 zones

(inclusief instapzone). Dit daar zij voor een groot deel in hun vervoersbehoefte kunnen

voorzien middels de voorziening in natura.

Wel wordt voorgesteld om de mogelijkheid in te bouwen het aantal te reizen kilometers

lzònes in bijzondere situaties vast te stellen op 150%. In de huidige verordening is ook

opgenomen dat bij een aantoonbaar grotere vervoersbehoefte individualiserend een hoger

vervoersbudget tot maximaal 150% kan worden toegekend. Hierbij wordt o.a. gedacht aan

"jong' gehandicapten.

Ook voor bewoners van AWBZ instellingen dient maatwerk te worden geleverd. In Heimond is

reeds eerder vastgesteld dat personen in een AWBZ instelling 50% van het vervoersbudget

ontvangen. Voorgesteld wordt dan ook om het aantal te reizen kilometers c.q. zones met het CVV

vast te stellen op 50% (1 000 km 1 350 OV-zones).

Om de aansluiting bij het CW in de SRE-regio nog verder door te voeren, wordt ervoor

gekozen om VVVG-gerechtigden te laten reizen tegen het OV-tarief van E 0,45 per zone. Dit

betekent wel dat het tarief in de stad Heimond voor reguliere reizigers (E 3,40 per rit in

Heimond) en reizigers met een WVG vervoersvoorziening (E 0,45 per zone) verschillend

wordt. Echter naast het voordeel van aansluiting bij de regio is er ook duidelijk een

21

uitvoeringsvoordeel. Met de cliënt hoeft niet meer te worden afgerekend achteraf, zoals dat

thans gebeurt. De cliënt betaalt OV-tarief en de gemeente rekent de ritten af met de

vervoerden.

In verband met het feit dat het rijk het bovenregionale vervoer met ingang van 1 januari 2004

heeft beperkt, in die zin dat met Traxx (vanaf 1 april Valys) nog maar vanaf 6 OV-zones kan

worden gereisd is er in Heimond een tijdelijke vervoersregeling ingesteld voor het reizen in

de regio. Na uitbreiding van het vervoersgebied in het kader van de VVVG kan deze regeling

komen te vervallen.

4.2.5.4 Niet collectieve vervoersvoorziening

a. Gebruik auto en/ of taxi

Voor wat betreft de vervoersvoorziening, niet zijnde CVV vervoer, is in de wijzigingsnotitie

1999 - 2003, per cliënt ongeacht de vervoersbehoefte een budget bepaald van E 724,= per

jaar. Dit normbedrag is ook het budget voor tegemoetkoming in de kosten van gebruik van

eigen auto, auto van derde, of taxi. Voor vervoer per rolstoeitaxi is een budget bepaald van E

=17

1431 @

Gezien het gegeven dat vervoer per taxi, inclusief rofstoelvervoer, sedert 1 juli 2000 is

ondergebracht bij het primaat collectief vervoer, zal alleen in zeer uitzonderlijke gevallen na

medische indicatie een niet collectieve vervoersvoorziening worden verstrekt.

Ook voor deze vervoervoorzieningen geldt de uitbreiding van het vervoersgebied en het

aantal kilometers met een bandbreedte van 1500 tot 2000 kilometer per jaar.

Van belang voor de vaststelling van de hoogte van een dergelijk vervoersbudget is een

beoordeling van de te maken kosten.

Bij vervoer met een (particuliere) auto kan worden vastgesteld, dat met een kostprijs van E

0,29 per kilometer (richtprijs ANWB) het in Heimond gehanteerde vervoersbudget alleszins

toereikend is.

Indien afwijkend van CVV vervoer, overig (rolstoel)taxivervoer medisch geïndiceerd is

worden als uitgangspunt, de bovenstaande budgetten gehanteerd. Rekening houdend met

de individuele vervoersbehoefte, kan een hoger vervoersbudget worden toegekend,

afgestemd op de persoonlijke omstandigheden en behoeften van de klant. Hiervoor kan

aanleiding zijn, wetende dat vervoer per (rolstoel) taxi aanmerkelijk duurder is dan vervoer

met een particuliere auto.

b. Vervoersvoorziening in natura

Bij gebruik van een vervoersvoorziening in natura (bijvoorbeeld een scootmobiel) is er

momenteel een mogelijkheid voor een zogenaamd winterbudget. Het betreft hier nagenoeg

altijd een budget voor CW vervoer. In uitzonderlijke gevallen, op grond van een medisch

advies, kan een forfait voor gebruik van (eigen) auto en 1 of taxi worden verstrekt.

De hoogte van de bedragen zijn gebaseerd op 113 deel (4 maanden) van het volledige

vervoersbudget.

Met een vervoersvoorziening in natura kan in een groot deel van de vervoersbehoefte

worden voorzien. De vervoersvoorziening in natura is echter technisch niet ingericht voor

zeer lange afstanden buiten de gemeentegrenzen. Daarnaast is er sprake van

seizoensinvloeden op de gebruiksmogelijkheden hiervan.

Zoals in paragraaf 4.2.5.3 reeds aangegeven, wordt voorgesteld voor wat betreft het CVV

voor diegenen die beschikken over een vervoersvoorziening in natura de grens voor gebruik

CW neer te leggen bij 1 000 km c.q. 350 zones.

17 kosten: E 8,= voorrijkosten + E 2,50 per kilometer.

22

c. Bovenregionaal vervoer

Volgens het Protocol dient ook een indicatieadvies te worden gegeven op mogelijkheden om

bovenregionaal te reizen, indien men tevens buiten het zorgplichtgebied wil reizen. Ingeval

men door inkomsten niet voor een vervoersvoorziening WVG in aanmerking komt, kan een

indicatie worden afgegeven ten behoeve van bovenregionaal vervoer door Traxx (vanaf 1

april 2004 Valys).

4.2.6 Voorstellen

Acties 1 aandachtpunten status afronding

1. Uitbreiding CVV vervoersgebied tot en met 5 OV zones Te besluiten

2. Het forfaitaire bedrag volledig afbouwen, voor huidige Te besluiten

reizigers met 25% per kwartaal.

3. VVVG-gerechtigden in het vervoersgebied van 5 OV-zones Te besluiten

laten reizen tegen het OV-tarief van E 0,45 per zone

4. Een plafond inbouwen voor wat betreft het CW gebruik van Te besluiten

2000 km op jaarbasis, te vertalen in een aantal te reizen

zones van 700 (incl. de zgn. instapzone).

5. Voor VTVG-gerechtigden die beschikken over een Te besluiten

vervoersvoorziening in natura een plafond inbouwen van

1 000 km respectievelijk 350 zones.

6. Op grond van bijzondere omstandigheden kan het aantal te Te besluiten

reizen kilometers 1 zones worden verhoogd naar 150%

7. Intrekken van de op 1 januari 2004 ingestelde "Tijdelijke Te besluiten

vervoersregeling VVVG".

8. In het kader van de nieuwe aanbestedingsprocedure CVV Te Eind 2005

bezien in hoeverre uitbreiding prioriteitsritten mogelijk is. ontwikkelen

4.2.7 Rofstoelvoorzieningen

Een rolstoelvoorziening is een zeer persoonlijke voorziening, waar de cliënt vaak sterk van

afhankelijk is. Uiterste zorg is geboden bij de keuze voor de uiste voorziening (uitvoering en

leverancier) inclusief onderhoud en reparatie, waarbij ook de benodigde accessoires

verstrekt worden.

In Heimond gebeurt de keuze van een rolstoel in overleg met de cliënt, waarbij een

adequate, goedkoopste voorziening het uitgangspunt is. De kosten van onderhoud en

reparatie worden meegenomen in de voorziening. Wat verder bij het hoofdstuk

'Voorzieningen' staat aangegeven is uiteraard ook van toepassing bij rolstoelvoorzieningen.

23

5 Regeling financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen:

5.1 Gegevens van Protocol

Uit de inventarisatie van klachten is gebleken dat gemeenten op uiteenlopende wijze de

regeling interpreteren. Gemeenten hebben beleidsvrijheid om al dan niet eigen bijdragen te

vragen en de hoogte daarvan te bepalen binnen de daarvoor aangegeven kaders. De

landelijke Regeling financiële tegemoetkoming en eigen bijdragen WVG geeft de kaders aan

voor de te verstrekken financiële tegemoetkomingen en de eventuele op te leggen eigen

bijdragen. Men wil voorkomen dat voor de te maken kosten in het kader van de WVG, een

beroep op de bijzondere bijstand dient te worden gedaan. Kosten tengevolge van de

handicap dienen in mindering te worden gebracht op de draagkracht.

Gemeenten kunnen inkomensgrenzen stellen, waarboven men niet voor een voorziening in

aanmerking kan komen, omdat ze als 'algemeen gebruikelijk'worden aangemerkt.

Uitgezonderd hiervan zijn de woonvoorzieningen of voorzieningen die specifiek op de

belemmering gericht zijn. Het begrip'algemeen gebruikelijk'wordt regelmatig gebruikt in de

context dat eenieder een dergelijk object aanschaft. Het dient echter te worden gerelateerd

aan de situatie van een niet gehandicapte persoon in vergelijkbare (o.m. financiële)

omstandigheden.

5.2 Situatie in Heimond

In Heimond hanteert de WVG een norminkomen gelijk aan een bijstandsuitkering. Bij een

inkomen tot 1,5 x het norminkomen wordt een vervoersvoorziening toegekend en een

volledige woonvoorziening verstrekt. Tevens wordt er rekening gehouden met een vaste

vrijstelling van thans E 98,= per maand voor kosten in verband met handicap. Dit bedrag

wordt buiten beschouwing gelaten, vanuit de gedachte dat een handicap meerkosten met

zich brengt die niet aantoonbaar zijn.

Er wordt een inkomensgrens gehanteerd, mede gebaseerd op jurisprudentie. Bovendien

blijkt uit het onderzoek dat Heimond niet afwijkt qua beleid als het gaat om de

inkomensgrens.

Bij een inkomen vanaf 1,5 x het norminkomen plus de vaste vrijstelling van E 98,= per

maand, betekent dit dat de tegemoetkoming voor een woningaanpassing geleidelijk wordt

afgebouwd van 1 00 naar 0%. Voor de vervoersvoorziening betekent dit dat boven deze

grens geen voorziening wordt toegekend. Boven deze inkomensgrens worden de kosten van

vervoer als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Een uitzondering wordt gemaakt voor een

aantal voorzieningen in natura, zoals een speciale fiets of een scootmobief. Hiervoor wordt

geen inkomensgrens gehanteerd.

Voor rolstoelvoorzieningen wordt nooit een inkomensgrens gehanteerd.

Het begrip 'algemeen gebruikelijk' dient gerelateerd te worden aan de omstandigheden van

een niet-gehandicapte persoon in - o.a. financieel - vergelijkbare omstandigheden. In

Heimond wordt gekeken naar de aard van de verstrekking in combinatie met al dan niet

acute noodzaak en de financiële situatie van de betrokkene.

Door Q-consult wordt de vaste vrijstelling voor kosten in verband met handicap als ruim

beleid omschreven. Dit geldt niet voor de voorzieningen die Heimond als algemeen

gebruikelijk bestempeld. Met betrekking tot woonvoorzieningen wordt in het Protocol

voorgesteld de inkomensgrens te laten vervallen. Q-consult adviseert (onderzoeksrapport

pag. 41) deze grens niet te laten vervallen vanwege de financiële consequenties die dat tot

gevolg. Bovendien wijkt Heimond hier niet af ten opzichte van de benchmark gemeenten of

van de jurisprudentie hieromtrent.

24

Voorgesteld wordt om het huidige beleid aangaande inkomensgrens, voorzieningen die als

"algemeen gebruikelijk "worden bestempeld en de vaste vrijstelling voor kosten in verband

met handicap te handhaven. Met betrekking tot dit laatste geldt dat het klantvriendelijk is. De

klant hoeft niet voor alle kleine bedragen, met betrekking tot kosten in verband met handicap,

bonnen te overleggen. Bovendien vereenvoudigt het de uitvoering. In het onderzoek van Q

consult staat opgenomen dat kan worden overwogen het bedrag te verlagen. Echter gelet op

de geringe besparing die dit oplevert wordt voorgesteld dit niet te doen.

5.3 Voorstellen

Acties 1 aandachtpunten Status afronding

l. De vaste vrijstelling, van op dit moment E 98,= per maand, voor Te besluiten

kosten in verband met handicap handhaven.

2. Het huidige beleid m.b.t. tot voorzieningen die als "algemeen Te besluiten

gebruikelijk" worden bestempeld handhaven.

3. Handhaven van de inkomensgrens voor woonvoorzieningen en voor @e besluiten

voorzieningen die specifiek gericht zijn op de handicap.

25

6 Toetsingskader:

De WVG beoogt mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk aan het maatschappelijk

leven te laten deelnemen middels een doeltreffende, doelmatige voorziening, die is

afgestemd op de individuele situatie van de cliënt en diens sociale omgeving. Hierbij is het

opgestelde Protocol het uitgangspunt. Volgens het Protocol wordt hieraan voldaan indien:

1 . de belemmering wordt opgeheven, of als dat mogelijk is, deze voor zover als mogelijk

wordt verminderd, waardoor de cliënt zoveel mogelijk volwaardig maatschappelijk kan

participeren

2. de voorziening aansluit bij de cliënt zijn persoonlijke omstandigheden, voorkeuren en

keuzes, voor zover het gaat om de in het Protocol onder dit punt gemelde zaken

3. de voorziening erop gericht is een voor zover als mogelijk vergelijkbare situatie te

creëren als van een niet gehandicapte persoon op het gebied van leven, verzorgen,

slapen, leren, werken en overige activiteiten die mensen verrichten

4. met de voorziening de sociale rollen zoals partner, ouder, buurtbewoner, volwaardig

kunnen worden vervuld

5. de voorziening gericht is op versterking van de zelfstandigheid en zelfregie van de cliënt

6. de voorziening de cliënt in staat stelt normaal van de woning gebruik te laten maken voor

zaken als leven, verzorgen, uitvoeren van huishoudelijke taken, slapen, ontvangen

bezoek, ontspannen, leren en werken.

7. de voorziening uitgaat van de diversiteit van vervoersbehoefte, zoals doen van

boodschappen, onderhouden van sociale contacten en recreëren

8. in de voorziening de meerkosten worden meegenomen die de cliënt heeft t.o.v. een

persoon in een vergelijkbare situatie

Men dient de cliënt in een vroeg stadium adequaat te informeren over procedures,

beslistermijnen, bezwaar en beroepsmogelijkheden en klachtenprocedure. Beslissingen

worden gemotiveerd en in begrijpelijke vorm aangeboden, rekening houdende met zijn haar

beperkingen bijvoorbeeld een visuele handicap.

Met hetgeen wordt voorgesteld in deze nota wordt grotendeels aan dit toetsingskader

voldaan binnen de aangegeven grenzen. Voor wat betreft hetgeen onder punt 6 genoemd

staat wordt hier nog het volgende opgemerkt. De regelgeving en de tot nu toe bestaande

jurisprudentie geven ten aanzien hiervan aan dat het dient te gaan om een elementaire

woonfunctie. Functies als ontspannen, leren en werken worden hier niet onder gerekend.

]n CRVB uitspraken'8 is aangegeven dat ten aanzien van woonvoorzieningen, zich

belemmeringen moeten voordoen ten aanzien van (een van) de elementaire woonfuncties,

welke direct in verband staan met de handicap. Hiertoe behoren in eik geval functies als

slapen, eten, lichaamsverzorging en essentiële huishoudelijke werkzaamheden. Hierbij dient

,primair te worden beoordeelt of de voorziening naar objectief medische maatstaf

noodzakelijk is. Hierbij kan rekening gehouden worden met inspanningen die redelijkerwijs

door de gehandicapte zelf of diens omgeving kunnen worden verricht.

18 CRVB 26-3-1 999, nr.9812122 WVG, CRVB 11 -7-2000, nr 9913236, CRVB 5-6-2001,9916465

26

7 Tot slot

Het opstellen van het Protocol heeft als doel op korte termijn te voorzien in de invulling van

hetbegrip'verantwoordevoorzieningen'indeWVG. MetdekomstvandeWet

Maatschappelijk Ondersteuning dan wel de Dienstenwet zal in de toekomst nadere invulling

worden gegeven aan het totale dienstverleningsstelsel.

In het Protocol is een kader aangegeven. Door gemeenten kan hieraan nadere invulling

gegeven worden. Deze invulling en ontwikkelingen op het gebied van het

verstrekkingenbeleid, de wijze van indiceren, de keuze van voorzieningen en de

.uitgavenontwikkeling zullen in de toekomst van betekenis worden.

In Helmond kan aan de hand van deze nota worden vastgesteld dat reeds op veel punten

uitvoering gegeven wordt aan hetgeen gesteld is in het Protocol. In onderstaand overzicht

wordt nogmaals per aandachtsgebied samengevat, een overzicht gegeven van de zaken die

aandacht behoeven c.q. besluitvorming vragen.

Cliëntgerichtheid.

¿ Op dit moment geen taken die thans door consulenten worden uitgevoerd overhevelen naar

administratieve krachten.

¿ Ontwikkelen van virtueel loket.

¿ Vervangen van algemene informatiefolder VVVG en deze uitbreiden met informatie over

belangengroeperingen en juridische bijstand.

¿ Verbeteren van de juiste managementinformatie t.b.v. aansturing Bureau VVVG en

Benchmark onderzoek.

¿ Het vastleggen van de werkprocessen in procesbeschrijvingen, waarbij tevens

werkafspraken worden vastgelegd, alsmede de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden.

¿ Medische advisering vooralsnog niet overdragen naar het RIO.

Voorzieningen algemeen:

¿ Uitbreiding keuzemogelijkheid voor duurdere voorziening met betaling van meerkosten door

cliënt

¿ In beginsel geen verstrekking van een persoonsgebonden budget en geen verstrekking van

een financiële vergoeding wanneer de cliënt een duurdere voorziening wenst.

¿ Steekproef met actievere integrale benadering van de doelgroepen ouderen en kinderen

middels heronderzoeken.

¿ Bij verhuisprimaat onderscheid tussen eigen woning en huurwoning laten vervallen.

¿ Tegemoetkoming verstrekken in kosten woningaanpassing tot de grens van het

verhuisprimaat ad E 8.075,= ingeval cliënt niet wenst te verhuizen.

¿ Intensievere samenwerking met de gezamenlijke. woningbouwcorporaties om de match

tussen vraag en aanbod van aangepaste c.q. geschikte woningen beter te laten verlopen.

¿ Inventariseren van bestand van aangepaste woningen en opzetten van een geautomatiseerd

woningregistratiesysteem in samenwerking met woningcorporaties, andere gemeenten in

SRE verband en andere partners.

¿ Verhogen van de forfaitaire verhuiskosten naar E 3.404,-.

Vervoersvoorziening:

¿ Uitbreiding CW vervoersgebied tot en met 5 OV zones.

¿ Het forfaitaire bedrag volledig afbouwen, voor huidige reizigers met 25% per kwartaal.

¿ WVG-gerechtigden in het vervoersgebied van 5 OV-zones laten reizen tegen het OV-tarief

van E 0,45 per zone.

¿ Een plafond inbouwen voor wat betreft het CVV gebruik van 2000 km op jaarbasis, te vertalen

in een aantal te reizen zones van 700 (incl. de zgn. instapzone).

¿ Voor WVG-gerechtigden die beschikken over een vervoersvoorziening in natura een plafond

27

inbouwen van 1 000 km respectievelijk 350 zones.

0 Op grond van bijzondere omstandigheden kan het aantal te reizen kilometers 1 zones worden

verhoogd naar 150%.

0 Intrekken van de op 1 januari 2004 ingestelde "Tijdelijke vervoersregeling WVG".

0 In het kader van de nieuwe aanbestedingsprocedure CVV bezien in hoeverre uitbreiding

prioriteitsritten mogelijk is.

Regeling financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen:

0 De vaste vrijstelling, van op dit moment E 98,= per maand, voor kosten in verband met

handicap handhaven.

0 Het huidige beleid m.b.t. tot voorzieningen die als "algemeen gebruikelijk" worden bestempeld

handhaven.

0 Handhaven van de inkomensgrens voor woonvoorzieningen en voor voorzieningen die

specifiek gericht zijn op de handicap.

28

Bijlagen

Aantal ritten 2003

Doelgroep jan feb mrt apr mei jun ju] aug sep okt nov dec Totaal 2003 Aandeel mutatie t.o.v. 2002

1 vrije reiziger Heimond 1.312 1.350 1.296 1.161 1.114 1.103 1.510 1.509 1.634 1.919 2.091 2.344 18.343 4,9% 22,7%

2 ouderen Heimond 868 825 794 709 864 719 693 666 769 828 841 829 9.405 2,5% -21,4%

27.748 7,4% 3,1%

3 Ouderen Heimond extra 211 191 226 217 206 225 215 211 182 214 197 253 2.548 0,7% 53,1%

Ouderen Eindhoven 630 609 595 532 556 556 562 442 444 534 550 572 6.582 1,8% -10,6%

ouderen Geldrop 384 352 264 306 272 264 265 194 231 284 288 271 3.375 0,9% 40,9%

ouderen Heeze-Leende 13 10 20 17 32 45 38 39 66 29 29 32 370 0,1% 245,8%

ouderen Mierlo 16 8 8 7 12 17 10 1 21 8 9 10 127 0,0% 14,4%

ouderen Reusel 0 0 0 0 0 0 0 8 0 2 0 2 1 2 0,0%

13.014 3,5% -7,0%

Wvg Bergeijk 474 484 490 372 376 417 453 323 522 452 442 383 5.188 1,4% 40,1%

Wvg Bladel 452 452 499 487 491 591 484 435 466 584 555 564 6.060 1,6% 29,6%

Wvg Cranendonck 551 552 568 564 566 573 469 391 644 672 708 580 6.838 1,8% 10,8%

Wvg Eersel 423 4 406 329 388 290 335 278 379 371 403 376 4.406 1,2% -2,2%

28

Wvg Eindhoven 15.810 14.573 15.444 15.361 15.715 14.816 14.607 13.219 15.776 16.642 16.310 16.097 184.370 49,3% 12,0%

Wvg Geldrop 1.276 1.248 1.517 1.564 1.436 1.372 1.292 1.300 1.468 1.539 1.579 1.451 17.042 4,6% 18,9%

Wvg Heeze-Leende 657 657 743 595 601 631 631 638 692 709 662 615 7.831 2,1% 24,6%

4 Wvg Heimond 3.128 2.782 2.782 2.812 2.875 2.648 2.731 2.621 2.989 3.244 3.239 3.047 34.898 9,3% 8,5%

Wvg Mierlo 428 371 319 305 294 362 353 298 327 321 313 306 3.997 1,1% 14,6%

Wvg Nuenen 485 508 502 501 496 442 473 437 520 477 452 447 5.740 1,5% 34,3%

Wvg Reusel 362 357 292 290 358 364 388 376 342 338 410 379 4,256 1,1% 57,6%

Wvg Valkenswaard 1.381 1.303 1,345 1.275 1.343 1.368 1,409 1,147 1.554 1.699 1.700 1.704 17.228 4,6% 35,2%

Wvg Veldhoven 2.030 2.037 2.178 2.283 2.489 2,276 2.424 2.300 2.800 3.110 2.993 2.895 29.815 8,0% 108,3%

Wvg Waaire 461 435 436 458 494 411 472 399 451 504 532 433 5.486 1,5% 10,6%

1 1 g 333.1551 89,1% 19,5%,

1 1Totaal alle doelgroepen 1 31.3521 29.5321 30.7241 30.1451 30.9781 29.4901 29.8141 27.2321 32.2771 34.48o1 34.3031 33.590 373.917 373.9171 100,0% 100,0%1 16,9%

1. Zijn reguliere OV reizigers

2, Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.I.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de WVG

Aantal deciarabele zones 2003

Aandeel mutatie t.o.7 20-02

Doelgroep jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Totaal 2003

1 vrije reiziger Heimond 1.332 1.362 1.308 1.175 1.119 1.111 1.524 1.514 1,646 1.934 2.114 2.352 18.491 2,8% 22,7%

2 ouderen Heimond 953 887 883 800 982 840 771 754 857 926 962 962 10.577 1,6% -19,9%

29.068 4,3% 2,8%

3 Ouderen Heimond extra 219 213 249 241 214 244 220 222 188 216 203 259 2.688 0,4% 50,9%

Ouderen Eindhovén 1.040 1.031 1.000 873 946 990 955 788 774 886 903 1.003 11.189 1,7% -6,8%

ouderen Geldrop 765 703 567 695 604 603 617 478 511 550 569 545 7.207 1,1% 39,2%

ouderen Heeze-Leende 48 38 68 56 96 119 108 102 156 86 74 91 1.042 0,2% 239,4%

ouderen Mierlo 45 28 26 20 29 38 20 4 63 30 18 21 342 0,1% 8,9%

ouderen Reusel 0 0 0 0 0 0 0 24 0 6 0 5 35 0,0%

22.503 3,4% -6,9%

Wvg Bergeijk 1.405 1.469 1.530 1,115 1.054 1.256 1.324 939 1.386 1.211 1.167 1.110 14.966 2,2% 47,0%

Wvg Bladel 1.520 1.567 1.756 1.691 1.659 1.983 1.644 1.525 1.539 1.845 1.872 1,879 20.480 3,1% 59,4%

Wvg Cranendonck 1.484 1.590 1.590 1.587 1.677 1.619 1.536 1.342 1.966 1.966 1.861 1.619 19.837 3,0% 15,7%

Wvg Eersel 1.196 1.308 1.204 951 1.216 836 984 880 1,130 1,129 1.198 1.130 13.162 2,0% -5,8%

Wvg Eindhoven 26.065 24.627 26.070 26.306 26.881 26.142 24.806 22.990 27.160 28.243 27.753 27.849 314.892 47,0% 17,1%

Wvg Geldrop 2.485 2.464 2.868 3.065 2.785 2.790 2.539 2.771 2.697 2.922 3.116 2.842 33.344 5,0% 1 9,9%

Wvg Heeze-Leende 1.559 1.476 1.749 1.382 1.324 1.448 1.468 1.513 1.636 1.616 1.650 1.569 18.390 2,7% 26,4%

4 Wvg Heimond 3.520 3.123 3.236 3.081 3.146 2.913 2.958 2.852 3.313 3.554 3.503 3.324 38.523 5,7% 8,0%

Wvg Mierlo 905 843 767 734 698 842 849 761 779 755 770 732 9.435 1,4% 27,8%

Wvg Nuenen 1.117 1,200 1.155 1.239 1.295 1.092 1.180 1.054 1,205 1.112 1.067 1.029 13.745 2,0% 36,3%

Wvg Reusel 986 995 797 854 921 1.020 1.123 1.023 933 912 1.115 995 11.674 1,7% 80,2%

Wvg Valkenswaard 2,774 2.730 3.045 2.940 2.991 3,337 3.531 2.769 3,703 4.239 4.047 3.918 40.024 6,0% 50,2%

Wvg Veldhoven 3.790 3.719 4.029 4.298 4.889 4.585 4.767 4.869 5,614 5.900 6,054 5.619 58.133 8,7% 120,5%

Wvg Waaire 1.021 944 990 1.045 1.110 910 1.097 987 1.032 1.146 1.172 1.005 12.459 1,9% 12,8%

619.064i 92,3%, 26,6%

Totaal alle doelgroepen 54.229 52.317 54.887 54.148 55.636 54.718 54.021 50.161 58.288 61.184 61.188 59.8581 670.635 670.6351 100,0% 100,0%1 23,9

1. Zijn reguliere OV reizigers

2. Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.I.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de WVG

Gemiddelde ritiengte (ex. Opstap) 2003

Doelgroep jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Totaal 2003 Gem.

1 vrije reiziger Heimond 1,02 1,01 1,01 1,01 1,00 1,01 1,01 1,00 1,01 1,01 1,01 1,00 1,01

2 ouderen Heimond 1,10 1,08 1,11 1,13 1,14 1,17 1,11 1,13 1,11 1,12 1,14 1,16 1,12

1,05

3 Ouderen Helmond extra 1,04 1,12 1,10 1,11 1,04 1,08 1,02 1,05 1,03 1,01 1,03 1,02 1,05

Ouderen Eindhoven 1,65 1,69 1,68 1,64 1,70 1,78 1,70 1,78 1,74 1,66 1,64 1,75 1,70

ouderen Geldrop 1,99 2,00 2,15 2,27 2,22 2,28 2,33 2,46 2,21 1,94 1,98 2,01 2,14

ouderen Heeze-Leende 3,69 3,80 3,40 3,29 3,00 2,64 2,84 2,62 2,36 2,97 2,55 2,84 2,82

ouderen Mierlo 2,81 3,50 3,25 2,86 2,42 2,24 2,00 4,00 3,00 3,75 2,00 2,10 2,69

ouderen Reusel 3,00 3,00 2,50 2,92

1,73

Wvg Bergeijk 2,96 3,04 3,12 3,00 2,80 3,01 2,92 2,91 2,66 2,68 2,64 2,90 2,88

Wvg Bladel 3,36 3,47 3,52 3,47 3,38 3,36 3,40 3,51 3,30 3,16 3,37 3,33 3,38

Wvg Craenendonck 2,69 2,88 2,80 2,81 2,96 2,83 3,28 3,43 3,05 2,93 2,63 2,79 2,90

Wvg Eersel 2,83 3,06 2,97 2,89 3,13 2,88 2,94 3,17 2,98 3,04 2,97 3,01 2,99

Wvg Eindhoven 1,65 1,69 1,69 1,71 1,71 1,76 1,70 1,74 1,72 1,70 1,70 1,73 1,71

Wvg Geldrop 1,95 1,97 1,89 1,96 1,94 2,03 1,97 2,13 1,84 1,90 1,97 1,96 1,96

Wvg Heeze-Leende 2,37 2,25 2,35 2,32 2,20 2,29 2,33 2,37 2,36 2,28 2,49 2,55 2,35

4 Wvg Helmond 1,13 1,12 1,16 1,10 1,09 1,10 1,08 1,09 1,11 1,10 1,08 1,09 1,10

Wvg Mierlo 2,11 2,27 2,40 2,41 2,37 2,33 2,41 2,55 2,38 2,35 2,46 2,39 2,36

Wvg Nuenen 2,30 2,36 2,30 2,47 2,61 2,47 2,49 2,41 2,32 2,33 2,36 2,30 2,39

Wvg Reusel 2,72 2,79 2,73 2,94 2,57 2,80 2,89 2,72 2,73 2,70 2,72 2,63 2,74

Wvg Valkenswaard 2,01 2,10 2,26 2,31 2,23 2,44 2,51 2,41 2,38 2,49 2,38 2,30 2,32

Wvg Veldhoven 1,87 1,83 1,85 1,88 1,96 2,01 1,97 2,12 2,01 1,90 2,02 1,94 1,95

Wvg Waaire 2,21 2,17 2,27 2,28 2,25 2,21 2,32 2,47 2,29 2,27 2,20 2,32 2,27 1,861

1 1Totaal alle doelgroepen 1 i,731 1,771 1,791 1,801 1,801 1,861 1,811 1,841 1,811 1,771 1,781 1,781 1,79

1. Zijn reguliere OV reizigers

2. Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.I.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de WVG

32

Aantal ritten 2002

Doelgroep Jan feb mrt apr mei jun ju] aug sep okt nov dec Totaal 2002 Aandeel

1 vrije reiziger Heimond 1.693 1.474 1.528 1.158 1.140 1.140 946 936 1.341 1.181 1.153 1.263 14.953 4,7%

2 ouderen Heimond 1.240 1.123 1.172 1.039 943 975 871 860 944 1.050 920 831 11.968 3,7%

26.921 8,4%

3 ouderen Heimond extra 146 155 156 113 89 127 111 114 134 163 167 189 1.664 0,5%

ouderen Eindhoven 699 679 581 549 582 585 599 605 630 681 628 547 7.365 2,3%

ouderen Geldrop 206 181 157 133 164 227 147 179 166 262 273 301 2.396 0,7%

ouderen Heeze-Leende 8 6 5 1 9 9 6 13 14 13 10 13 107 0,0%

ouderen Mierlo 0 0 0 0 0 1 4 6 16 16 22 46 111 0,0%

ouderen Veldhoven 117 122 135 166 183 189 159 206 254 262 236 324 2.353 0,7%

13.996 4,4%

Wvg Bergeijk 230 191 244 275 268 238 312 343 339 372 436 456 3.704 1,2%

Wvg Bladel 329 342 407 400 420 377 376 402 445 369 403 407 4.677 1,5%

Wvg Cranendonck 592 499 578 490 426 497 393 352 622 628 607 488 6.172 1,9%

Wvg Eersel 391 323 399 394 338 392 272 346 369 397 492 394 4.507 1,4%

Wvg Eindhoven 13,271 12.087 13.594 12.950 13.191 13.185 13.131 13.026 14.704 15.215 14.925 15.286 164.565 51,5%

Wvg Geldrop 963 927 1.190 1.042 1.159 1.176 1.271 1.332 1.319 1.353 1.355 1.250 14.337 4,5%

Wvg Heeze-Leende 419 356 486 485 516 490 545 504 577 655 658 596 6,287 2,0%

4 Wvg Heimond 2.544 2.550 2.734 2.721 2.618 2.437 2.427 2.564 2.706 2.977 3.001 2.893 32.172 10,1%

Wvg Mierlo 359 241 233 220 242 266 292 316 296 335 343 346 3.489 1,1%

Wvg Nuenen c.a. 323 305 394 368 343 298 320 312 363 419 427 403 4.275 1,3%

Wvg Reusel-De Mierden 194 178 200 189 171 200 212 215 270 244 299 328 2.700 0,8%

Wvg Valkenswaard 928 898 917 912 956 879 957 1.068 1.061 1.325 1.380 1.457 12.738 4,0%

Wvg Veldhoven 1.122 1.020 1.081 952 1.036 1.050 1.090 1.325 1.379 1,446 1.417 1.398 14.316 4,5%

Wvg Waalre 475 391 469 393 407 366 416 387 377 447 435 398 4.961 1,6%

278.9001 8 7,20/<

/0

Totaal alle doelgroepen 26.249 24.048 26.660 24.950 25.201 25.104 24.857 25.411 28.326 29.810 29.587 29.614 319.817 319.8171 100,00/" 1 00,@-

0 -/I

1, Zijn reguliere OV reizigers

2. Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.J.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de WVG

33

Aantal deciarabele zones 2002

Doelgroep jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Totaal 2002 Aandeel

1 vrije reiziger Heimond 1.707 1.479 1.538 1.173 1.145 1.150 959 952 1.347 1.186 1.165 1.275 15.076 2,8%

2 ouderen Heimond 1.317 1.225 1.290 1.155 1.083 1.085 964 963 1.055 1.163 991 909 13.200 2,4%

28.276 5,2%

3 ouderen Heimond extra 152 161 160 123 91 132 119 120 150 185 181 207 1.781 0,3%

ouderen Eindhoven 1.057 1.078 923 891 913 964 982 1,038 1.083 1.131 1.056 890 12.006 2,2%

ouderen Geldrop 405 330 342 301 366 536 334 409 332 592 609 620 5.176 1,0%

ouderen Heeze-Leende 23 15 13 3 21 17 14 42 41 44 34 40 307 0,1%

ouderen Mierlo 0 0 0 0 0 4 16 16 41 38 61 138 314 0,1%

ouderen Veldhoven 237 249 286 304 336 339 295 446 511 495 452 626 4.576 0,8%

24.160 4,5%

Wvg Bergeijk 555 467 630 737 757 646 860 943 931 1.057 1.257 1.340 10.180 1,9%

Wvg Bladel 895 983 1.118 1.166 1.190 983 1.021 1.084 1.284 910 1.116 1.101 12.851 2,4%

Wvg Cranendonck 1.479 1.273 1.654 1.252 1.283 1.422 1.201 1.069 1.743 1.716 1.553 1.498 17.143 3,2%

Wvg Eersel 1.232 1.015 1.218 1.236 1.060 1.201 847 1.127 1.135 1.223 1.493 1.186 13.973 2,6%

Wvg Eindhoven 21.152 19.222 21.907 21.086 21.374 21.655 21.754 21.597 24.223 24.970 24.667 25.217 268.824 49,6%

Wvg Geldrop 1.836 1.746 2.263 2.055 2.263 2.398 2.598 2.656 2.555 2.515 2.483 2.453 27.821 5,1%

Wvg Heeze-Leende 1.038 898 1.231 1.198 1.182 1.058 1.215 1.114 1.348 1.447 1.466 1.355 14.550 2,7%

4 Wvg Heimond 2.776 2.796 3.009 2.994 2.896 2.707 2.671 2.850 3.027 3.368 3.339 3.243 35.676 6,6%

Wvg Mierlo 742 501 503 466 517 592 585 668 602 726 730 749 7.381 1,4%

Wvg Nuenen c.a. 714 699 979 846 784 733 751 732 840 983 1.023 1.000 10.084 1,9%

Wvg Reusel-De Mierden 452 443 487 461 389 473 492 535 596 614 736 801 6.479 1,2%

Wvg Valkenswaard 1.841 1.747 1.847 1.823 2,165 1.911 2.133 2.382 2.263 2.868 2.761 2.903 26.644 4,9%

Wvg Veldhoven 2.031 1.737 1.992 1.706 1.897 1.961 2.087 2.382 2.565 2.766 2.652 2.589 26.365 4,9%

Wvg Waaire 1.039 860 1.038 859 905 812 933 884 885 1.002 930 897 11.044 2,0%

489.0151 90,3%1

i itotaal alle doelgroepen 42.680 38.?2-4 44.428 41.835 42.617 42.779 42.831 44.009 48.557 50.999 50.755 51.037 541.451 541.4511 169,3% 100,0%1

1. Zijn reguliere OV reizigers

2. Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.I.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de WVG

34

Aantal ritten 2001

Doelgroep jan feb mrt apr mei jun ju] aug sep okt nov dec Totaal 2001 Aandeel

vrije reiziger Heimond 1.681 2.039 1.771 1.925 1.746 1.745 1.881 1.673 1.853 1.846 2.346 2,739 23.245 8,6%

2 ouderen Heimond 856 1.186 1.317 1.241 1.220 1.179 1.140 1.198 1.355 1.367 1.413 1.308 14.780 5,5%

38.025 14,1%

3 ouderen Helmond extra 0 0 0 0 0 1 0 29 76 93 176 173 548 0,2%

ouderen Eindhoven 595 533 521 541 570 499 487 538 544 552 509 595 6.484 2,4%

ouderen Geldrop 83 69 89 50 49 48 62 77 99 103 148 145 1.022 0,4%

ouderen Heeze-Leende 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0,0%

ouderen Mierlo 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0,0%

ouderen Veldhoven 106 80 77 95 62 49 43 57 75 95 96 110 945 0,4%

9.000 3,3%

Wvg Bergeijk 160 118 135 95 114 187 129 167 201 171 181 179 1.837 0,7%

Wvg Bladel 209 222 338 363 370 661 293 301 309 367 302 392 4.127 1,5%

Wvg Cranendonck 513 517 580 499 520 457 277 246 517 617 636 515 5.894 2,2%

Wvg Eersel 179 214 286 260 301 247 263 307 309 320 335 315 3.336 1,2%

Wvg Eindhoven 10.778 9.797 11.445 10.896 11.345 10.799 10.521 11.163 11.595 12.427 12.729 13.146 136.641 50,6%

Wvg Geldrop 649 562 688 777 718 675 668 682 858 927 990 1.095 9.289 3,4%

Wvg Heeze-Leende 311 262 317 298 381 276 315 369 459 399 340 384 4.111 1,5%

Wvg Heimond 2.912 2.196 2.380 2.136 2.076 2.054 1.943 2.164 2.442 2.629 2.714 2.494 28.140 10,4%

Wvg Mierlo 234 235 197 254 307 289 325 313 291 252 315 335 3.347 1,2%

Wvg Nuenen c.a. 204 178 258 255 230 202 206 202 238 234 266 292 2.765 1,0%

Wvg Reusel-De Mierden 121 108 119 143 175 164 181 167 175 167 177 189 1.886 0,7%

Wvg Valkenswaard 498 622 668 683 619 608 585 723 695 816 874 952 8.343 3,1%

Wvg Veldhoven 594 634 735 653 708 690 727 785 876 937 962 950 9.251 3,4%

Wvg Waaire 241 262 260 250 304 264 370 356 383 410 437 379 3.916 1,5%

222.8831 82,6%

1Totaal alle doelgroepen 20.924 19.834 22.181 21.414 21.815 21.094 20.416 21.517 23.350 24.729 25.946 26.688 269.908 269.9081 ioo,o%i

1. Zijn reguliere OV reizigers

2. Zijn reguliere OV reizigers > 65 jaar

3. Zijn reizigers (minima) met een vervoersbudget t.I.v. bijz. bijstand

4. Zijn reizigers met een vervoersbudget t.I.v. de VVVG

35

b,3 1d bi U@3 Em Milsbe

aars gei 5

Raak

>o4@ 040

6300 622 235 62

a- ERTOGENS Nuland esch lab

324 6055@ 6053

rune Nistelrod@" 0 berg

urn (N Zeeland'@ 44

Hap

12

326 @elt

Distelberg

en

H 1 k

n

leis

6061

Ud nh t e 632 ---- Ar@thoni ox r

se c ;05i 6054

eghe h

rli

63 @erde n

Boxte,1 i:rp

7 1

13oek

@er- beek

nrod 6056

Oisterv@l 732

[)e Ro 4 4 Holthe

e everin- 5 "rioon Weil

send

65 5 ' ' ",

7331 r[

mc,

rgestel Kinderbos 6433 q) 2 Gemert

Ooiendon Marlahout

9

5 54 Daland"-@@' 69

73 7339 i 5 6 ortel v E NR A

-'rechót

MC1Kant @Ns on en reu e bbid 655

Meerlo

7380 525 theez

erwen

tivarenboek 2

Bk.

Tienn V l;

653 LI

0 7349 -52

Es ek Middelbee@,@

657

u

6543 ;568 oobor 6 9 2 2

642 1 N lip ani

Lage

Mierde Wintel af

651 6521

en.

4 Ir.,

Ge[,

veas 641 1 Mierlo -

Vel@dll,." 69 2 1

Sevenum

863

5

eide

6 42 1 641 6537 Viad 6577 li

teense waair H el 0

0--@ witve

643 1 3527 Sterk

k grt

ersel 6520 00

ende

6422

KLKENS A 6 43 H Id

st 1 e e

6461 nnin

Reusel 44' 3

en

V.@ 14

d

>834

6540 6

Maarheeze

h Kess

Lb

6831

4 8

Rouver

c@h'el St 549

euz

2 6458 d

Lommel (3) Achei Dorp 6569 verid

e

w EE R T@

6468

e@ B) r' Q'7 0 walmen

Uw Reactie
Uw Reactie