- Bestuur
- Raadsvoorstellen RV 102 Landelijk interim beleid asbest
Raadsvoorstellen RV 102 Landelijk interim beleid asbest
Documentdatum | 01-07-2003 |
---|---|
Bestuursorgaan | Gemeenteraad |
Documentsoort | Raadsvoorstellen |
Samenvatting |
GEMEENTERAAD VAN HELMOND Vergadering 1 juli 2003, agendapunt 23 Onderwerp : intrekking asbestbeleid gemeente Helmond en vaststelling landelijk interim- beleid asbest. : 102 : 22 april 2003 : SB.MI Bijlage B&W vergadering Dienst I afdeling Aan de gemeenteraad, 1. Inleiding In uw vergadering van 5 november 2002 heeft U de "Nota Gezamenlijk Brabants bodembeleid" vastgesteld. Als onderdeel van dat beleid heeft U tevens de provinciale "Nota Interim-beleid Asbest in de Bodem" vastgesteld voor bodemverontreiniginggevallen met asbest die zijn ontstaan na 1 januari 1987. VROM en SZW hebben een landelijk interim-beleid voor asbest in bodem vastgesteld, dat per 1-1- 2003 van kracht is geworden voor bodemsanering en transport en per 1-3-2003 voor hergebruik van grond, baggerspecie en puingranulaat. Dit beleid is uiteengezet in een brief die de Minister van VROM heeft gezonden aan de Tweede Kamer. Bij brief van januari 2003 kenmerk BWL/2003000511 heeft VROM dit stuk toegezonden aan de gemeente Helmond. De inwerkingtreding van het landelijke asbestbeleid heeft positieve gevolgen voor het Helmondse bodem beleid ten aanzien van asbest. De nieuwe norm in het landelijke interim- beleid is in een aantal gevallen (afhankelijk van de soort asbest) ruimer dan de oude norm, maar zeker niet strenger. Op basis van nieuwe inzichten over de risico's van asbest was deze verruiming mogelijk. In de loop van 2003 wordt door VROM en SZW een definitieve, integrale beleidsrichtlijn opgesteld. 2. Samenvatting nieuw landelijk interim-beleid Met het nieuwe landelijke interim-beleid komen de regels voor asbest, opgenomen in de circulaire Streef- en Interventiewaarden bodemsanering (staatscourant 2000, 39), te vervallen. De volgende zaken veranderen: . Per 1 januari 2003 is een interventiewaarde bodemsanering voor asbest van kracht. Deze QeWOQen norm bedraagt 100 mg asbest per kg grond (100 mg/kg). Gewogen wil zeggen: concentratie serpentijnasbest + 10 x concentratie amfiboolasbest. Serpentijnasbest is wit asbest (veel in golfplaten e.d.); amfiboolasbest is blauwen bruin asbest. De hoeveelheid amfiboolasbest weegt zwaarder, omdat deze vorm van asbest gevaarlijker is voor de gezondheid. . Het verschil tussen hechtgebonden asbest en niet-hechtgebonden asbest is vervallen. Per 1 maart 2003 komt de restconcentratie norm voor hergebruik van grond en puingranulaat te vervallen (was 10 mg/kg voor hechtgebonden asbest en 1 mg/kg voor niet-hechtgebonden asbest). In plaats hiervan wordt de gewogen norm van 100 mg/kg van kracht voor hergebruik van alle asbesthoudende materialen (inclusief grond, baggerspecie en puingranulaat). Per 1 januari 2003 hoeft asbesthoudende grond niet meer in big bags te worden vervoerd, maar kan van gesloten containerwagens gebruik worden gemaakt. . . Gemeenteraad van Helmond Bijlage: 102 blz. 1 . Bij concentraties boven 10.000 mg/kg hechtgebonden en 1.000 mg/kg niet-hechtgebonden asbest moet wel van big bags gebruik worden gemaakt. 3. Samenvatting vigerend interim-beleid: Het interim-beleid van de gemeente Helmond voor asbest in bodem heeft alleen betrekking op verontreinigingsgevallen die zijn ontstaan vóór 1 januari 1987. Voor gevallen die na die datum zijn ontstaan, geldt de zogenaamde zorgplicht1. Dat houdt in dat alle verontreiniging, die na die datum is ontstaan, moet worden opgeruimd tot de bodem in zijn oorspronkelijke staat is hersteld, voorzover redelijkerwijs kan worden verlangd. Voor zorgplichtgevallen geldt daardoor de nul-norm. Het interim- beleid heeft alleen betrekking op de aanpak van locaties waarvan de bodem verontreinigd is met asbest, en niet op het opslaan of toepassen van asbesthoudende secundaire grondstoffen, waaronder grond. Samengevat komt dat interim-beleid op het volgende neer: Niet-hechtqebonden asbest Hiervoor geldt de O-norm, dat wil zeggen dat in de grond in het geheel geen losse asbestvezels aanwezig mochten zijn. Boven deze norm is er voor qevoeliqe qebruiksfuncties2 altijd sprake van urgentie, en voor minder qevoeliqe qebruiksfuncties3 moet dit per geval worden bekeken ("maatwerk"). Hechtqebonden asbest: . Bij gehalten van 0 tot 100 mg/kg bij een verontreinigd bodemvolume van minder dan 25 m3 is geen sprake van urgentie en/of saneringsplicht. . Bij gehalten van 10 tot 100 mg/kg bij een verontreinigd bodemvolume van meer dan 25 m3 is sprake van urgentie en saneringsplicht bij qevoeliqe functies . Bij gehalten van meer dan 100 mg/kg is ongeacht het bodemvolume sprake van urgentie en saneringsplicht bij qevoeliqe functies 4. Verschillen tussen het vigerende en landelijke (nieuwe) interim-beleid In het oude asbest-interim beleid zijn aparte normen opgenomen voor hechtgebonden asbest (stukjes) en voor niet-hechtgebonden asbest (vezels). In het nieuwe bestaat dit onderscheid niet meer en wordt alleen getoetst aan de hoeveelheid asbest, onderscheiden naar soort. Dat onderscheid wordt in het bestaande beleid niet gemaakt. In het nieuwe beleid wordt nu recht gedaan aan het verschil in gevaar voor de gezondheid tussen de diverse soorten asbest. In het nieuwe landelijke interim-beleid is geen volume-criterium opgenomen voor het bepalen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging of voor het onderscheid tussen wel of niet urgent, zoals in het bestaande interim-beleid. In het bestaande beleid wordt eerst vastgesteld of er risico's zijn voor de volksgezondheid, en zo ja, of er urgentie is om de verontreiniging te saneren. Als er sprake is van urgentie, is er volgens het oude beleid sprake van een "geval van ernstige bodemverontreiniging" in de zin van de Wet bodembescherming. Het nieuwe interim-beleid gaat niet in op het bepalen van de urgentie. Het overnemen van de bestaande urgentiesystematiek is echter niet mogelijk (zie hieronder onder 5. ) 5. Hoe om te gaan met nieuwe interim-beleid, mede in relatie tot urgentie-systematiek Het nieuwe landelijke interim-beleid kan zonder meer worden overgenomen. Omdat in dit interim- beleid niets is geregeld over het bepalen van de urgentie van bodemsanering, dient hiervoor aanvullend beleid te worden vastgesteld. De urgentiesystematiek van de gemeente Tilburg is goed toepasbaar en sluit goed aan bij de praktijk. De gemeente Tilburg hanteert geen volumecriterium bij het beoordelen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest. In het landelijke beleid geldt voor andere stoffen dan asbest, dat er pas sprake is van een saneringsgeval als er meer den 25 m3 grond is verontreinigd boven de Interventiewaarde. Tilburg stelt dat er sprake is van een saneringsgeval zodra de Interventiewaarde voor asbest is overschreden, ongeacht het verontreinigde volume. De reden hiervoor is volgens Tilburg dat er gevallen denkbaar zijn waar bij minder dan 25 m3 sterk met asbest verontreinigde grond toch sprake is van urgentie. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor lood of aromaten. Het nadeel van de Tilburgse methodiek is dat er een 1 Art 13 Wet bodembescherming 2 Wonen en Intensief gebruikt groen 3 Extensief gebruik groen, landbouw en natuur Gemeenteraad van Helmond Bijlage: 102 blz. 2 discrepantie is tussen aanpak van "klassieke" verontreinigingen en asbest en dat er nogal snel sprake is van een saneringsgeval. Het verdient aanbeveling om de Tilburgse urgentiesystematiek over te nemen en in aanvulling daarop een volume-criterium van 25 m3 vast te stellen voor het bepalen van de ernst van een verontreiniging. 8. Financiële consequenties Met invoering van het nieuwe interim-beleid kan geld worden bespaard op de sanering van verontreinigde locaties en op de afvoer en het hergebruik van grond, baggerspecie en puingranulaat. Locaties die voorheen als verontreinigd waren bestempeld, maar waar het gehalte aan asbest onder de 100 mg/kg ligt, hoeven niet meer te worden gesaneerd. Andere, sterker verontreinigde locaties zullen minder vergaand hoeven te worden gesaneerd. Vrijkomende grond met concentraties asbest tot 100 mg/kg kent ten aanzien van asbest minder restricties dan voorheen, toen de norm voor hergebruik op 10 mg/kg stond. Het afkeuren en tegen hoge kosten afvoeren van vrijkomende grond zal minder hoeven plaats te vinden. Verwacht wordt dat zowel ten aanzien van bodemsaneringen en ten aanzien van hergebruik van grond besparingen kunnen worden behaald. Daarbij wordt aangetekend dat, doordat concentraties amfiboolasbest in grondmonsters met en factor 10 moet worden vermenigvuldigd bij toetsing aan de norm, het niet zo is dat de nieuwe norm automatisch een verruiming met een factor 10 ten opzichte van de oude norm inhoudt. 9. Voorstel Wij stellen U voor: a. het interim-beleid "Asbest in de bodem" zoals vastgesteld door uw Raad in uw vergadering van 5 november 2002 intrekken b. het landelijk interim-beleid voor asbest zoals opgenomen in de brief van de Minister van VROM aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (kenmerk BWL / 2002104318 vaststellen Het advies van de commissie ruimtelijk fysiek zal, na ontvangst, voor u ter inzage worden gelegd. Burgemeester en wethouders van Helmond, De burgemeester, Drs. AAM. Jacobs. De secretaris, Mr. AC.J.M. de Kroon. Gemeenteraad van Helmond Bijlage: 102 blz. 3 BESLUIT Bijlage: 102 Raadsvergadering d.d.: 1 juli 2003 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 april 2003. gelet op de bepalingen van de Gemeentewet; besluit: 1. de Nota "Interim-beleid Asbest in de bodem" zoals vastgesteld in vergadering van 5 november 2002 in te trekken 2. het landelijk interim-beleid voor asbest, zoals opgenomen in de brief van de Minister van VROM aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (kenmerk BWL I 2002104318) als basis te hanteren voor het in Helmond te voeren asbestbeleid. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 1 juli 2003, bijlage 102. De raad voornoemd, De voorzitter, De griffier, Gemeenteraad van Helmond Bijlage: 102 blz. 4 |