• Bestuur
  • Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004

Raadsvoorstellen RV 0 Begroting 2004

Documentdatum 06-11-2003
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsvoorstellen
Samenvatting

Programma begroting

2004

1

1.1

1.2

1.3

2

2.1

2.2

2.3

2.4

3

3.1

3.2

3.3

3.4

4

4.1

4.2

4.3

4.4

4.5

4.6

4.7

4.8

4.9

4.10

4.11

4.12

4.13

4.14

ALG EM EEN........ ............ u u u... ..n. ...... u.. u..... u........ ..... .00... u u u u... u...... ......00 u 001

Algemene inleiding .. ............ ...... .... ...... ........... .......... ......................... ..... ......... ...... ....... .............. ..... ...... 1

Be handelingsproeed ure............... ................. ................ ....................................... .... ............ .. ................ 1

Autorisatie begroting.. ......... ....... .. .. ........... .... .... .. .. .. ....... .... ...... .. .. .... .......... .... .. .. .... ... ................ ..... .. .... 2

ALG EMENE BELEI DSKADERS ... ..00.00... u....... u u.. u....... .... u.... u........... ...... u...A

Integrale Stadsvisie Helmond 2010 en MeeIjaren Ontwikkelings Programma (MOP).................. 4

College-programma in Hoofdzaken 2002-2006 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 4

Voo Ij aarsnota 2003..... .................. ............................. ....................... ....... ............... .............. ........ ........ 4

Speerpunten van beleid. ....... .......... ...... .................... ....................... ......... ................. .................... ........ 5

ALG EM EN E FI NANCIËLE KADERS.......... u u u u u u.. u u u..... u u u u........ u u. u. 00..00.7

Beleidsruimte begroting 2004 en het meeIjarenperspectief xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 7

Inzet tinanciële middelen (meeIjaren)begroting 2004-2007 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 9

Inv esterings programma...... ..................... ........................ ..... ...................... .......... ..... .......... ...... ......... 12

T askfo ree ..... ............... ................ ............... ...................... ..... ......... ............... ........ ........... ..................... 13

BELEI DSPROG RAM MA'S.................... u u u u. ......00. u u. u.... u 0000 u u. ""00 u.. 0000"" .15

Programma 1: Veiligheid en handhavingxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 15

Programma 2: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening ................................. 18

Programma 3: Zorg en volksgezondheidxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 21

Programma 4: Onderwijs, jeugd en kinderopvang xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx23

Programma 5: In burgering............ ........... .......... .......................... ............. ................. ....................... 26

Programma 6: C ultuur........ ................................................ xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 28

Programma 7: Sport en recreatie xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 31

Programma 8: Centrum ontwikkelingxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 33

Programma 9: Economisch beleid en werkgelegenheid xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 36

Programma 10: Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 39

Programma 11: Stedelijke vernieuwing xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 42

Programma 12: Verbetering bereikbaarheid xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 45

Programma 13: Beheer openbare ruimtexxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx48

Programma 14: Groenvoorzieningen en natuurbescherming xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 50

4.15

Programma 15: Milieu....... ............... .............. ........... ........................................ ....................... .......... 52

4.16

Programma 16: Bestuur en organisatiexxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 55

5

ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN..................................57

5.1

Lokale heffingen ........ ........... ......... ........ ............. ....... ................... ...... ............ .......................... ........... 57

5.2

Algemene uitkeringen .......... .................................. ................ .......... ........ ...... ......... ........ ......... ........... 58

5.3

Dividend ......... ............ ............. ............................ ......... ....... ............. ............................ ........ ............ .... 59

5.4

Saldo van de financieringsconstructie ...... ..................... .................. .............. ................... ........... ...... 59

5.5

Saldo compensabele BTW en uitkering BTW compensatiefonds xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 60

5.6

Ruimte Onv oomene uitga v en ........................ ................ ........ ............. ........ ..... ..... ................ .. ........... 60

6

VERPLICHTE P ARAG RAFEN.............. ......................... ..................... ........... ..61

6.1

Paragraaf wee rs tandvermogen ........................ ....................... ........................................... ................ 62

6.2

Paragraaf 0 nderho ud kap itaalg oed eren ....... ...... ..... ............... ....... .......... ............ ........ .............. ........ 70

6.3

Paragraaf bedrij fsvoering ...... ........ ........ ....... .................................. ..................... ...... ........................ 75

6.4

Paragraaf v e rbo n den pa rtij en ... .................... ...................... ...... ...... ........ ........ ........................... ........ 80

6.5

Para graaf grondbeleid.... ........ ......... .............................. ............ ...... ......... ........... ......... .......... ..... ....... 84

6.6

Paragraaf financiering (treasuryparagraat).................... .... ......................... ..... .............. ................. 88

6.7

Paragraa f 0 verzicht lokale heffingen.. ............ ............................... ...... ............ ....... ......... ..... ............. 93

7

TOTAALOVERZICHT BATEN EN LASTENxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx99

1

Algemeen

1.1 Algemene inleiding

Plaats en betekenis van de programmabegroting binnen het duale stelsel

De Wet dualisering gemeentebestuur heeft een aantal verstrekkende gevolgen voor het college en de

gemeenteraad. De raad zal namelijk op hoofdlijnen kaders moeten stellen en controleren, terwijl het

college de afgesproken taken uitvoert.

De raad zal daartoe onder andere over een daarbij passend begrotingsinstrument moeten kunnen

beschikken. Voor het begrotingsjaar 2004 is dit de voorliggende programmabegroting 2004.

Gekozen werkwijze

De opzet en inrichting van deze programmabegroting is in overleg met een vertegenwoordiging uit

onze raad, namelijk de commissie MO, tot stand gekomen. Uitgangspunten daarbij waren de eerste

proeve op basis van de begroting 2003 en een tussentijds gepresenteerde dummy, waarin zoveel

mogelijk rekening werd gehouden met de wensen en opmerkingen van genoemde commissie.

Opbouw van de programmabegroting en leeswijzer

In deze programmabegroting zijn eerst de algemene beleidskaders aangegeven, waarbinnen de

verder in de programmabegroting opgenomen beleidsprogramma's dienen te passen. Tevens zijn de

algemene financiële kaders opgenomen om inzicht te geven in de financiële (on-}mogelijkheden.

In hoofdstuk 4 staan de hoofdlijnen van beleid, in de vorm van beleidsprogramma's. Per programma is

aangegeven, wat in 2004 wordt gedaan en tot welke resultaten dat moet leiden. Per programma zijn

ook lasten en baten aangegeven. Een en ander moet passen binnen de financiële mogelijkheden van

de gemeente. Bestuur en organisatie komen als apart beleidsprogramma aan de orde.

Het laatste deel van deze programmabegroting bevat een aantal wettelijke verplichte paragrafen over

de financiële positie van de gemeente.

1.2 Behandelingsprocedure

De behandel procedure voor deze begroting is als volgt:

De schriftelijke behandeling in eerste termijn blijft ook dit jaar gehandhaafd. De fracties leveren hun

bijdragen op vrijdag 24 oktober 2003 in. Deze bijdragen zijn maximaal 7 A4 groot (lettertype arial10 ,

regelafstand 1). Waar een reactie van het college op prijs wordt gesteld, wordt dit duidelijk

aangegeven door middel van markering van de vraag. Verder wordt in de schriftelijke bijdragen door

de fracties aangegeven op welke hoofdlijnen van beleid men de discussie in tweede termijn wil

richten. Op vrijdag 31 oktober 2003 zullen onze schriftelijke reacties in eerste termijn naar de fracties

verzonden worden.

De tweede instantie, mondeling, vindt plaats op donderdag 6 november 2003. Voorgesteld

wordt om de volgende procedure te volgen:

13.00 uur aanvang raadsvergadering.

13.00-15.18 uur tweede instantie (12,5 minuten per fractie).

15.18-17.00 uur schorsing.

17.00-18.30 uur tweede termijn college.

18.30-20.00 uur schorsing.

20.00-21.15 uur eventuele amendementen en moties, van een toelichtende stemverklaring

voorzien

21 .15-21.45 uur stemming

Programmabegroting 2004

1

1.3 Autorisatie begroting

Bij de autorisatie van budgetten (begrotings- en investeringsbudgetten) wordt aangesloten bij de

regelgeving volgens de wet Dualisering Gemeentebestuur. Deze wet schrijft voor dat de

gemeenteraad op hoofdlijnen stuurt en dat het college van burgemeester en wethouders de dagelijkse

uitvoering van zaken voor zijn rekening neemt. Dit komt tot uitdrukking in twee begrotingsdocumenten:

. De programmabegroting.

Dit is een begroting voor de raad die (onder andere) de kaderstellende functie van de raad

ondersteunt. Met kaderstellende functie wordt bedoeld dat op het niveau van "programma's"

gelden (hiermee wordt bedoeld: begrotings- en investeringsbudgetten) worden gealloceerd. De

raad stelt de programmabegroting vast en autoriseert daarmee de gelden voor de begroting op

programmaniveau aan het college van burgemeester en wethouders.

. De productenraming.

Het college van burgemeester en wethouders heeft de taak de "programma's" uit te voeren. De

productenraming is een begroting voor het college die de uitvoerende functie van het college

ondersteunt. De productenraming wordt opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle

gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming wordt vastgesteld

door het college.

Begrotingsbudgetten

De raad autoriseert dus het college op het niveau van programma's. Het college is daarmee bevoegd

uitvoering te geven aan de doelstellingen van het betreffende programma. Voorwaarde daarbij is dat

het college bij de besteding van de budgetten binnen de grenzen van het totale budget van het

programma blijft.

Binnen deze grenzen is het college bevoegd om de wijze van besteding van de budgetten aan te

passen, zonder hiervoor een begrotingswijziging aan de raad voor te leggen (uiteraard wel met

inachtneming van de te bereiken resultaten van het betreffende programma). Bij de

programmarekening legt het college verantwoording af aan de raad over de uitvoering (en dus de

besteding van de budgetten) van het betreffende programma.

Het budgettair schuiven met begrotingsbudgetten tussen verschillende programma's, moet het college

te allen tijde ter goedkeuring aan de raad voorleggen middels een begrotingswijziging.

Investeringsbudgetten

Bij de programmabegroting wordt per programma naast de begrotingsbudgetten ook vermeld welke

investeringsbudgetten uit het investeringsprogramma bijdragen aan de doelstellingen van het

betreffende programma. Zoals gezegd autoriseert de raad het college op het niveau van programma's

en is het college daarmee bevoegd uitvoering te geven aan de doelstellingen van het betreffende

programma. Nogmaals wordt hier vermeld dat daarbij de voorwaarde geldt dat het college bij de

besteding van de budgetten (en dus ook de investeringsbudgetten) binnen de grenzen van het totale

budget van het programma blijft.

Binnen deze grenzen is het college dus bevoegd om uitvoering aan de investeringsbudgetten te

geven. Hiertoe zal per investeringsbudget een krediet geraamd worden. In het monistische systeem

lag de bevoegdheid tot het beschikbaar stellen van een krediet bij de raad. In het duale systeem is het

college zelf bevoegd tot het beschikbaar stellen van een krediet.

Indien echter bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag afwijkt van het in het

investeringsprogramma opgenomen bedrag, gelden beperkingen bij deze autorisatie.

Met deze beperkingen wordt bedoeld dat indien de financiële consequenties niet binnen de financiële

kaders van het betreffende programma opgevangen kunnen worden (uit de nog aan te vragen

investeringsbudgetten of door middel van afsluiting en verlaging van reeds aangevraagde kredieten),

alsnog toestemming gevraagd moet worden aan de raad. In dergelijke gevallen moet ook een

Programmabegroting 2004

2

begrotingswijziging aan de raad worden voorgelegd. Na goedkeuring door de raad wordt middels de

begrotingswijziging het krediet beschikbaar gesteld.

Uiteraard geldt ook hier dat het college verantwoording aflegt aan de raad over de uitvoering van de

investeringsbudgetten door bij de programmarekening inzicht te verschaffen in de (financiële)

afwikkeling van de kredieten.

Programmabegroting 2004

3

Algemene beleidskaders

2.1 Integrale Stadsvisie Helmond 2010 en MeerjarenOntwikkelings

Programma (MOP)

In de periode 1999-2000 zijn in het kader van het grotestedenbeleid de Integrale Stadsvisie Helmond

2010 en het MOP samengesteld. De Stadsvisie is tot stand gekomen na uitvoerige communicatie met

de bevolking en met verschillende instanties en organisaties.

In de Stadsvisie is een ideaal toekomstbeeld van Helmond in 2010 geschetst en afgezet tegen de

situatie in 1999. Dan blijkt er nog veel werk verzet te moeten worden om de gewenste situatie te

bereiken. De belangrijkste opgaven zijn:

. Verbetering van de veiligheid in Helmond: Dit item is nadrukkelijk als belangrijk door de bevolking

aangedragen.

. Versterking van de sociaal-maatschappelijke basis van Helmond: Aantrekken midden- en hoger

kader, meer kansen tot participatie in het maatschappelijk leven voor alle inwoners, verbetering

van het opleidingsniveau, terugdringing van de werkloosheid en een gedifferentieerder

woningvoorraad en woonomgeving.

. Versterking van de economische positie van Helmond: Uitbreiding werkgelegenheid, ruimte voor

bedrijven, meer zakelijke dienstverlening, betere aansluiting tussen beroepsonderwijs en

arbeidsmarkt, ruimere mogelijkheden beroepsonderwijs, werkgelegenheid voor meestal

laagopgeleide langdurig werklozen.

. Versterking van de centrum positie van Helmond: Het stadscentrum als centrum van de stad en

van de Peel.

. Verbetering van de bereikbaarheid van Helmond: Daarbij zullen verschillende vervoerswijzen

naast elkaar moeten functioneren.

2

2.2 College-programma in Hoofdzaken 2002-2006

In het College-programma in Hoofdzaken komen de bovenstaande opgaven min of meer terug; in

ieder geval worden veiligheid, centrum ontwikkeling en bereikbaarheid expliciet genoemd. Binnenstad-

Oost is daar aan toegevoegd. Bij alle vier wordt opgemerkt, dat "er een nauwe verwevenheid tot

uitdrukking moet komen met het thema Lokaal sociaal beleid".

Als toegevoegde zaken worden de continuïteit van de woningproductie en het creëren van voldoende

ruimte voor de werkgelegenheid genoemd.

2.3 Voorjaarsnota 2003

Het meest actuele beleidskader wordt gevormd door de Voorjaarsnota 2003, zoals die op 15 mei 2003

is vastgesteld. De zgn. speerpunten van beleid zijn gebaseerd op de Integrale Stadsvisie en op het

College-programma.

De betekenis van deze speerpunten is, dat het beleid van de gemeente Helmond zich primair richt op

deze speerpunten.

Programmabegroting 2004

4

2.4 Speerpunten van beleid

Speerpunt 1. Veiligheid en handhaving.

In het kader van de Integrale Stadsvisie heeft een onderzoek onder de Helmondse bevolking duidelijk

gemaakt, dat men dit thema veruit het belangrijkste beleidsthema vindt. Centraal bij het

veiligheidsbeleid staat de aanpak van de criminaliteit, resp. de overlast in de publieke ruimte. Aan de

ene kant krijgen veelplegers en risicojongeren meer aandacht; aan de andere kant komt er meer

toezicht en wordt gewerkt aan preventiemaatregelen.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Speerpunt 2. Binnenstad-Oost.

De aanpak van de knelpunten in Binnenstad-Oost heeft al een aantal jaren een hoge gemeentelijke

prioriteit. Binnen de brede aanpak volgens het grotestedenbeleid zijn de plannen voor de Sassenbuurt

en de Dierenbuurt in uitvoering, terwijl andere plannen -o.a. voor de Heistraat- vergaand zijn

voorbereid. Ook de plannen voor het wijkhuis -de Brede School- vorderen gestaag.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Speerpunt 3. Versterking Centrum.

In december 2001 heeft de raad de Integrale Structuurvisie Centrum vastgesteld en tevens de

opdracht gegeven de structuurvisie gefaseerd verder uit te werken. De realisering van een Kunst- en

Cultuurplein bleek helaas financieel niet haalbaar. Ondertussen zijn wel de plannen in voorbereiding

hoe de bibliotheek en het Kunstencentrum dan wel een plaats in het centrum kunnen krijgen. Ook aan

de platte zaal wordt verder gewerkt. Tevens is begonnen met de aanpak van de Markt in de vorm van

een ontwerpprijsvraag.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Speerpunt 4. Versterking sociaal-culturele infrastructuur.

Dit is een verdere uitwerking van het eerdere speerpunt uit de Integrale Stadsvisie.

Het gaat om een intensivering van het lokaal sociaal beleid met o.a. aandacht voor jeugdbeleid en

ouderenbeleid als prioritaire categorieën. Ook het stichten van een multifunctionele brede school valt

hieronder. Een tweede element is de versterking van de sociaal-culturele functies en

vrijetijdsvoorzieningen in de stad, primair ten behoeve van de eigen bevolking.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Speerpunt 5. Verbetering bereikbaarheid.

De studie hoofdwegenstructuur heeft meer dan voldoende aangetoond, dat maatregelen nodig zijn om

te voorkomen, dat Helmond in de toekomst nog meer bereikbaarheidsproblemen krijgt dan nu al

worden geconstateerd. Naast een betere benutting van de bestaande wegen zullen nieuwe wegen

nodig zijn om Helmond goed te ontsluiten.

Ook het openbaar vervoer en de fiets zijn in het kader van de bereikbaarheid van de stad van belang.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Speerpunt 6. Continuering woningproductie.

De bevolking van Helmond groeit sterk, terwijl het door de realisering van kwalitatief hoogwaardige

woningbouwprogramma's voor midden- en hogere inkomens aantrekkelijker gemaakt wordt om in

Helmond te komen (of te blijven) wonen.

Daarmee blijft Helmond goed groeien, wat een solide basis is voor het in stand houden en uitbreiden

van het voorzieningenniveau van de gemeente.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Programmabegroting 2004

5

Speerpunt 7. Ontwikkelen werkgelegenheid.

Voor de beroepsbevolking van Helmond en voor een deel die van de buurgemeenten zullen in

Helmond voldoende arbeidsplaatsen van een voldoende niveau aanwezig moeten zijn om het de stad

ook sociaal-economisch goed te laten gaan. Dat betekent, dat er voor het bedrijfsleven optimale

condities zullen moeten worden gerealiseerd om daadwerkelijk die taakstelling te kunnen realiseren.

Een cruciaal onderdeel daarvan is, dat tijdig voldoend gedifferentieerde kantorenlocaties, resp.

bedrijventerreinen beschikbaar dienen te zijn.

In het betreffende beleidsprogramma wordt deze beleidslijn verder uitgewerkt.

Programmabegroting 2004

6

3

Algemene financiële kaders

3.1 Beleidsruimte begroting 2004 en het meerjarenperspectief

3.1.1 Bijstelling financieel perspectief.

Bij de Voorjaarsnota 2003 is een bijgesteld financieel meerjarenperspectief gepresenteerd voor de

jaren 2004 tot en met 2007. De almaar slechter wordende (landelijke) economische vooruitzichten

hebben sindsdien geleid tot een forse bijstelling van de financiële positie. In onderstaande tabel zijn

deze bijstellingen voor de jaren 2004 tot en met 2006 verwerkt, met daarbij per onderdeel een

toelichting.

Meerjarenperspectief 2.004 2005 2006

1 saldi conform voorjaarsnota (zie blz. 10 VJN) ¿ 280.459 ¿ 83.861 ¿ 122.431

2 reservering incidentele middelen ¿ 280.459-

¿ - ¿ 83.861 ¿ 122.431

3 korting gemeentefonds Ounicirculaire) ¿ 2.075.407- ¿ 2.298.299- ¿ 3.083.079-

4 idem, reeds voorzien bij voorjaarsnota (zie blz. 9 VJN) ¿ - ¿ 1.338.000 ¿ 2.100.000

¿ 2.075.407- ¿ 876.438- ¿ 860.648-

5 extra korting gemeentefonds (info VNG) ¿ 625.000- ¿ 1.250.000- ¿ 1.250.000-

¿ 2.700.407- ¿ 2.126.438- ¿ 2.110.648-

6 bijstellingen meerjarenperspectief:

- bijstelling loon- en prijs ¿ 900.000 ¿ 700.000

- overige bijstellingen meerjarenraming ¿ 31.407 ¿ 25.562- ¿ 266.352-

7 tekort boven taskforce taakstellinQ ¿ 2.669.000- ¿ 1.252.000- ¿ 1.677.000-

1. In de tabel wordt begonnen met het financieel perspectief zoals dit geschetst is ten tijde van de

Voorjaarsnota 2003 (zie blz. 10 VJN). Voor alle duidelijkheid: in deze bedragen zijn de voorstellen

voor nieuw beleid 2004 zoals die in de tabel op blz. 11 van de voorjaarsnota zijn opgenomen,

reeds verwerkt.

2. Na verwerking van de voorstellen nieuw beleid uit de voorjaarsnota resteert in 2004 een

incidenteel bedrag van ¿ 280.459. Dit incidentele bedrag is oorspronkelijk onttrokken aan de GSB

middelen en kan terugvloeien naar de voorziening GSB middelen.

3. Op grond van de junicirculaire 2003 van het gemeentefonds is becijferd dat de gemeente

Helmond de komende jaren aanzienlijke tegenvallers te verwerken zal krijgen. Een verdere

inhoudelijke toelichting op het gemeentefonds en de financiële gevolgen van de junicirculaire 2003

is opgenomen in hoofdstuk 5 "Algemene dekkingsmiddelen".

4. Bij de bepaling van het financieel perspectief bij de voorjaarsnota 2003 was reeds rekening

gehouden met verwachte tegenvallers op het gemeentefonds als gevolg van de slechter

wordende economische situatie. Voor 2005 was dit ruim ¿ 1,3 miljoen en voor latere jaren

¿ 2,1 miljoen. De landelijke economische verwachtingen zijn echter sinds de voorjaarsnota

regelmatig bijgesteld (leidend tot rijksbezuinigingen van 10 miljard, daarna 13 miljard en

uiteindelijk 17 miljard). Dit verklaart waarom de inschatting van de verwachte tegenvallers bij de

voorjaarsnota, nu te laag blijkt te zijn.

Programmabegroting 2004

7

5. Ten tijde van de junicirculaire van het gemeentefonds ging het kabinet er van uit dat landelijk

¿ 13 miljard bezuinigd moest worden. Inmiddels is deze verwachting fors bijgesteld (¿ 17 miljard).

De gevolgen van de laatste bijstelling zijn nog niet definitief bekend gemaakt. Navraag bij de VNG

leert dat naar alle waarschijnlijkheid ook rechtstreeks op het gemeentefonds zal worden

bezuinigd (landelijk ¿ 125 miljoen in 2004 en daarna structureel ¿ 250 miljoen). Dit betekent

overigens ook dat de bestaande systematiek (de gemeente volgt het rijk) bij het gemeentefonds

waarschijnlijk zal worden aangepast. Vooralsnog zijn de gevolgen voor Helmond ingeschat op

grond van de 0,5% benadering (dit is globaal het aandeel van Helmond op het landelijke totaal

van het gemeentefonds).

6. Naast de opstelling van de begroting 2004 is ook een nieuwe berekening gemaakt voor de

meerjarenraming 2005 tot en met 2007. Omdat tot nu toe geredeneerd is vanuit het perspectief

2004 tot en met 2006 zijn in de tabel (voor de vergelijkbaarheid) de gevolgen voor 2004 tot en met

2006 weergegeven (op de stand van zaken voor 2007 wordt hierna teruggekomen). Naast een

aantal kleinere bijstellingen in het meerjarenperspectief zijn de reserveringen voor de te

verwachten loon- en prijsbijstellingen voor latere jaren naar beneden bijgesteld. Dit is ingegeven

door de reeds door het kabinet aangekondigde loonmatiging voor de komende jaren.

7. Het resultaat van de maatregelen zoals die hierboven bij de onderdelen 1 tot en met 6 zijn

weergegeven is dat ten opzichte van de voorjaarsnota verdere tekorten zijn ontstaan. Deze

tekorten komen bovenop de taakstelling voor de taskforce zoals die in de voorjaarsnota is

opgenomen.

3.1.2 Bepaling hoogte taakstelling taskforce.

In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld geschetst van de taakstelling van de taskforce. Dit

totaalbeeld begint bij de taakstelling zoals die in de voorjaarsnota is opgenomen. Hier komen dus de

tekorten bovenop zoals die in de vorige tabel zijn geschetst, aangevuld met het tekort voor 2007 zoals

dit bij de opstelling van de meerjarenbegroting 2005 tot en met 2007 is berekend.

Meerjarenperspectief 2.004 2005 2006 2007

Taskforce volgens voorjaarsnota ¿ - ¿ 2.500.000- ¿ 5.000.000- ¿ 5.000.000-

extra tekorten (inclusief 2007) ¿ 2.669.000- ¿ 1.252.000- ¿ 1.677.000- ¿ 1.724.000-

BiiQestelde taakstellino taskforce ¿ 2.669.000- ¿ 3.752.000- ¿ 6.677.000- ¿ 6.724.000-

Deze tabel Iaat zien dat er voor de komende jaren aanzienlijke tekorten ontstaan waarvoor dekking

gevonden zal moeten worden. Een verdergaande bezuiniging zal overigens noodzakelijk worden

indien in de toekomst (20056-2007) zou blijken dat de opbrengsten, voortvloeiende uit een

terugklapscenario voor Obragas, zouden achterblijven bij onze verwachtingen.

In het volgende hoofdstuk is uitgewerkt op welke manier het ontstane tekort voor 2004 wordt

omgebogen.

Programmabegroting 2004

8

3.2 Inzet financiële middelen (meerjaren)begroting 2004-2007

In dit hoofdstuk is uitgewerkt op welke manier financiêle middelen worden ingezet voor nieuw beleid.

Dit betreft met name de voorstellen voor nieuw beleid uit de voorjaarsnota 2003. Zoals reeds in het

vorige hoofdstuk is aangegeven is echter sinds de voorjaarsnota een negatief financieel perspectief

ontstaan. Daarom wordt eerst uitgewerkt op welke manier het tekort voor 2004 wordt omgebogen.

3.2.1 Ombuiging tekort 2004.

In hoofdstuk 3.1 is een beeld geschetst van het financieel meerjarenperspectief. Een en ander heeft

geleid tot een negatieve bijstelling van de taakstelling voor de taskforce (zie 3.1.2).

In de onderstaande tabel is uitgewerkt welke maatregelen in 2004 worden getroffen om het tekort voor

2004 om te buigen, met daarbij per onderdeel een toelichting:

Meerjarenperspectief 2.004 2005 2006 2007

Taakstelling taskforce ¿ 2.669.000- ¿ 3.752.000- ¿ 6.677.000- ¿ 6.724.000-

Maatregelen

1. bijstelling renteomslag ¿ 1.200.000 ¿ 1.200.000 ¿ 1.200.000 ¿ 1.200.000

2. vertraagde uitvoering investeringsprogramma ¿ 730.000 ¿ - ¿ - ¿ -

3.SRE ¿ 46.700 ¿ 46.700 ¿ 46.700 ¿ 46.700

4. reductie personeelsbestand ¿ 240.000 ¿ 240.000 ¿ 240.000 ¿ 240.000

5. milieuwerkprogramma ¿ 100.000 ¿ 100.000 ¿ 100.000 ¿ 100.000

6. sluiting Gaviolizaal ¿ 52.300 ¿ 52.300 ¿ 52.300 ¿ 52.300

7. stadspromotie ¿ 42.000 ¿ 42.000 ¿ 42.000 ¿ 42.000

8. rente algemene reserve grondbedrijf ¿ 480.000 ¿ 480.000 ¿ 480.000 ¿ 480.000

Totaal maatregelen ¿ 2.891.000 ¿ 2.161.000 ¿ 2.161.000 ¿ 2.161.000

Bijgesteld saldo taskforce ¿ 222.000 ¿ 1.591.000- ¿ 4.516.000- ¿ 4.563.000-

Stelpost problematiek ID banen ¿ 222.000- ¿ 222.000- ¿ 222.000- ¿ 222.000-

Nieuw saldo taskforce ¿ - ¿ 1.813.000- ¿ 4.738.000- ¿ 4.785.000-

1. Op basis van nadere analyses en berekeningen is gebleken dat het in de begroting gehanteerde

rente-omslag percentage naar beneden kan worden bijgesteld (in hoofdstuk 5.4 wordt hier

inhoudelijk verder op ingegaan).

2. De laatste jaren is gebleken dat de uitvoering van de voorgenomen investeringsplannen

vertraging oploopt. Hierdoor ontstaat op rekeningsbasis een voordeel ten opzichte van de

geraamde kapitaallasten (rente en afschrijving) uit de begroting. Dit voordeel kan eenmalig

(incidenteel) in de begroting worden opgenomen.

3. Aan het SRE is (gezamenlijk met Eindhoven) een bezuinigingstaakstelling opgedragen (die door

het SRE ook is verwerkt in de begroting).

4. Een generale taakstelling om te komen tot een personele reductie waarbij aangegeven wordt

welke taken komen te vervallen.

5. Op het "Milieuwerkprogramma" wordt een korting doorgevoerd.

6. De Gaviolizaal wordt per 1 januari 2004 gesloten, wat een besparing oplevert in de

exploitatiekosten.

7. Op het budget stadspromotie wordt een korting doorgevoerd.

8. De rente op de algemene reserve van het grondbedrijf wordt nu nog binnen de jaarrekening van

het grondbedrijf verantwoord. Met ingang van 1 januari 2004 zal dit plaatsvinden via een uitkering

aan de algemene dienst.

Programmabegroting 2004

9

In totaliteit komen de maatregelen neer op een ombuiging van ¿ 2.891.000. Hiermee wordt het saldo

voor 2004 bijgesteld tot een positief bedrag van ¿ 222.000.

Dit positieve bedrag is in de begroting 2004 meegenomen als een stelpost problematiek ID-banen.

Hiermee is de begroting 2004 sluitend. Voor latere jaren resteren nog tekorten van ¿ 1,8 miljoen in

2005 oplopend naar ruim ¿ 4,7 miljoen in 2005 en 2006. De taakstelling om deze tekorten in de

toekomst op te vangen is neergelegd bij de werkgroep taskforce. Over de voortgang van de taskforce

wordt u in hoofdstuk 3.4 nader geïnformeerd.

3.2.2

Inzet financiële middelen voor nieuw beleid.

Problematiek ID-banen.

Zoals in hoofdstuk 3.2.1 is aangegeven wordt een bedrag van ¿ 222.000 ingezet ten behoeve van de

problematiek 10 banen.

Voorjaarsnota 2003.

In het in hoofdstuk 3.1 en 3.2.1 geschetste meerjarenperspectief is zoals gezegd rekening gehouden

met de voorstellen voor nieuw beleid uit de voorjaarsnota. Dit betekent dat deze voorstellen inmiddels

zijn verwerkt in de begroting 2004 en de daarbij horende meerjarenraming 2005 tot en met 2007.

Ten behoeve van een volledig beeld is in onderstaande tabellen een en ander uitgewerkt waarbij een

onderscheid is gemaakt tussen structureel en incidenteel.

Nr. Voorstellen nieuw beleid structureel 2004 2005 2006 2007

1 Exploitatielasten IVP 16.867 25.667 92.167 166.667

2 Nota inkoopbeleid (budgettair neutraal) 0 0 0 0

3 Personele uitbreidingen

a. Stadswinkei: 1 fte 65.000 65.000 65.000 65.000

b. Uitvoering ABW: 1 fte 72.000 72.000 72.000 72.000

c. Bouwen woningtoezicht: 0,5 fte 33.000 33.000 33.000 33.000

d. Formatie planproductie: 1 fte 70.000 70.000 70.000 70.000

e. Overhead formatieuitbreidingen 60.000 60.000 60.000 60.000

Dekking stelpost formatieuitbreidingen en kwaliteitsimpuis -300.000 -300.000 -300.000 -300.000

4 Lasten bij inzet voorzieningen 0 0 0 250.000

5 Veiligheid en Handhaving structureel 100.000 150.000 200.000 200.000

9 Uitvoering beleidsnota sport 100.000 100.000 100.000 100.000

10 Monumentennota 24.000 49.000 59.000 59.000

11 Evenementennota 45.000 45.000 45.000 45.000

12 Voetgangersbewijzering 6.500 6.500 6.500 6.500

15 Brandweer: kleine vervangingen 0 0 20.000 20.000

16 Brandweer: formatieuitbreiding 130.000 130.000 130.000 130.000

17 Brandweer: bijscholingsprogramma 32.000 32.000 32.000 32.000

19 ICT - hosting 100.000 100.000 100.000 100.000

21 Werkbudget manager projectfinancieringen 20.000 20.000 20.000 20.000

23 Juridische bijstand en adviezen 39.000 39.000 39.000 39 . 000

24 Brabantstad 2e fase 1.200 51 .200 51 .200 0

25 Werkbudget programmamanagement 10.000 10.000 10.000 10.000

Verlaging werkbudget GSB -10.000 -10.000 -10.000 -10.000

26 Groenbeheer: veiligheidseisen 57.500 57.500 57.500 57.500

27 Beheersplan civieltechnische kunstwerken 80.000 80.000 80.000 80 . 000

28 Onderhoud waterlopen 20.000 20.000 20.000 20.000

29 Buurtconciërges bij SWH 5.000 5.000 5.000 5.000

30 Onderhoudscontract verkeersmodel 4.800 4.800 4.800 4.800

Totaal 781.867 915.667 1.062.167 1.335.467

Programmabegroting 2004

10

Nr. Voorstellen nieuw beleid incidenteel 2004 2005 2006 2007

5 Veiligheid en Handhaving incidenteel 200.000 150.000 100.000 0

6 Rangeerterrein: schoolmaatschappelijk werk 160.000 0 0 0

7 Monitoring rangeerterrein 9.000 0 0 0

8 Lokaal gezondheidsbeleid (4 x ¿15.ooo) 60.000 0 0 0

13 Stichting stadswacht 68.000 0 0 0

14 WVG 425.000 0 0 0

Onttrekking pijlerreserve Sociaal -425.000

18 Brandweer: opleiding chauffeurs 15.000 0 0 0

19 ICT - hosting 250.000

20 Aanpassing installaties en plafonds dienstgebouwen 385.000 0 0 0

Onttrekking pijlerreserve Organisatie -385.000 0 0 0

22 Software handhavingsprogramma 30 . 000 0 0 0

31 Afbouw ROB-project (relatie onderwijs-bedrijfsleven) 15.000 0 0 0

32 Uitbreiding met 2 telefoonstations 9.000 0 0 0

Totaal 816.000 150.000 100.000 0

Totaal ingezet

1.597.867

1.065.667

1.162.167

1.335.4671

Ten behoeve van het inzicht in op welke programma's de intensiveringen betrekking hebben zijn per

programma de intensiveringen (uitgesplitst naar speerpunt van beleid en overig) opgenomen in de

tabellen bij onderdeel lasten en baten (zie hoofdstuk 4).

Intensiveringen gemeentefonds.

Op grond van de junicirculaire van het gemeentefonds heeft voor een tweetal beleidsterreinen een

intensivering van de uitkering plaatsgevonden, namelijk leerlingenvervoer (¿ 64.119) en algemeen

maatschappelijk werk (¿ 59.882). Voor beide maatregelen geldt dat deze middelen voorlopig

gereserveerd blijven op de stelpost voor het gemeentefonds. In overleg met de beleidsterreinen moet

bekeken worden wat de gevolgen voor Helmond zijn.

Voor het algemeen maatschappelijk werk geldt dat op grond van de Tijdelijke stimuleringsmaatregel

voor de periode 2000 t/m 2003 rijksmiddelen beschikbaar gesteld zijn aan gemeenten via een

specifieke doeluitkering. Met ingang van 2004 worden deze middelen overgeheveld naar het

gemeentefonds. In principe zijn deze middelen dus beschikbaar voor het beleidsterrein Algemeen

Maatschappelijk werk en dienen ze ter compensatie van de wegvallende specifieke doeluitkering.

Voor het leerlingenvervoer geldt dat de uitkering gemeentefonds is opgehoogd in verband met de

realisatie van één zitplaats voor alle scholieren in het leerlingenvervoer. In principe zijn deze middelen

dus beschikbaar voor het beleidsterrein leerlingenvervoer. Het leerlingenvervoer is echter een open

eind regeling. Dit betekent dat op voorhand niet concreet te maken is wat de gevolgen voor 2004

zullen zijn. In de loop van 2004 moet bekeken worden in hoeverre de middelen op de stelpost

gemeentefonds overgeheveld moeten worden naar het beleidsterrein leerlingenvervoer.

¿ 5,22 fonds SRE.

Voor een periode van 3 jaar (2005 t/m 2007) wordt een bijdrage geleverd aan het zogenoemde ¿ 5,22

fonds van het SRE. Deze lasten worden gedekt uit de afkoopregeling die met het ministerie van

Financiën is getroffen ter compensatie van het afschaffen van de integratieuitkering precariobelasting

op omroepkabels. De afkoopregeling wordt uitbetaald in de periode 2005 t/m 2007.

Programmabegroting 2004

11

3.3 Investeringsprogramma

Het investeringsprogramma 2004-2007, zoals verwerkt in deze programmabegroting is in

conceptvorm bij de voorjaarsnota gepresenteerd. Het programma heeft nadien op 1 onderdeel

wijziging ondergaan.

Bij de voorjaarsnota is besloten tot een inspanningsverplichting om een eerste fase van een

buitensportaccommodatie voor Brandevoort eerder te realiseren dan voorzien in het

investeringsprogramma. In het programma zoals gepresenteerd bij de voorjaarsnota werd uitgegaan

van een realisatie na 2007. In het voorliggende investeringsprogramma is om eerdere realisatie

mogelijk te maken hiervoor rekening gehouden met een investeringsreeks van ¿ 1 miljoen in 2005,

¿ 1 miljoen in 2006 en ¿ 0,5 miljoen in 2007.

Overigens geldt ook hier dat per programma inzichtelijk wordt gemaakt welke investeringen onder het

betreffende programma vervallen. Daarbij wordt ook aangegeven welke investeringen zijn gebaseerd

op bestaand beleid en welke nieuwe investeringen zijn opgenomen.

Bij de Voorjaarsnota 2003 zijn tevens afspraken gemaakt met betrekking tot een hoofdverdeling van

de beschikbare middelen voor onrendabele investeringen voor de periode na 2007.

Omdat de ambities de feitelijke investeringsmogelijkheden te boven gaan, is het onvermijdelijk, dat er

prioriteiten gesteld worden.

4.

Bij de voorjaarsnota is besloten om op basis van de voornemens in het collegeprogramma, de destijds

vastgestelde stadsvisie en de bevindingen van het Beleidsnota strategische investeringen (B8I), het

investeringsbeleid op de lange termijn te richten op de volgende beleidsprioriteiten:

1. Centrumontwikkeling: Alle plannen en projecten, die deel uitmaken van de Integrale

8tructuurvisie Centrum (plan BVR) of binnen het betreffende gebied zijn geprojecteerd met

uitzondering van de hoofdverkeersinfrastructuur.

Herstructurering Binnenstad-Oost: Alle plannen en projecten in Binnenstad-Oost met

uitzondering van de hoofdverkeersinfrastructuur.

Hoofdverkeersinfrastructuur: Alle bovenwijkse verkeersinfrastructuur; geen herinrichting van

de openbare ruimte of parkeervoorzieningen.

Huisvesting onderwijs. Dit is weliswaar geen beleidsprioriteit in het college-programma, maar

vergt desondanks jaarlijks forse investeringen. Wij vinden deze investeringen echter zo

belangrijk, dat wij daarom deze rubriek hebben toegevoegd.

Algemene investeringen: Alle overige onrendabele investeringsplannen en -projecten.

2.

3.

5.

Op basis van de beschikbaarheid van structureel ¿ 7,3 (fl. 16) miljoen per jaar voor onrendabele

investeringen is het uitgangspunt om na 2007 de volgende hoofdverdeling van investeringen te

hanteren:

. De realisering van de Integrale 8tructuurvisie Centrum, zoals die eind 2001 is vastgesteld, vergt

forse financiële inspanningen. Conform de besluitvorming is het uitgangspunt om ¿ 2,7 (fl. 6)

miljoen per jaar beschikbaar te stellen voor de centrumontwikkeling.

. De aanpak van Binnenstad-Oost is na jaren van voorbereiding op gang gekomen met alle

gevolgen van dien. Via het systeem van de stadsvernieuwing wordt een deel gedekt uit subsidies.

Forse inspanningen -ook van de gemeente- zijn echter nog nodig om de ambitieuze plannen ook

daadwerkelijk te kunnen realiseren.

In het huidige Investeringsprogramma is afgerond ¿ 2 miljoen per jaar gereserveerd voor de

stedelijk vernieuwing. Continuering van deze gedragslijn is uitgangspunt~

Programmabegroting 2004

12

.

De aanpak van de hoofdverkeersinfrastructuur vergt forse investeringen. Dit betreft met name de

hoofdwegenstructu ur.

Hiervoor worden structureel middelen vrijgemaakt door vanaf 2004 jaarlijks ¿ 550.000 te storten in

het Mobiliteitsfonds en daarnaast extra opbrengsten (boven de inflatiecorrectie) uit grondverkopen

eveneens aan dit fonds ten goede te laten komen. In 2004 zijn de extra opbrengsten uit

grondverkopen P.M. geraamd.

Onderwijs vergt dermate forse investeringen, dat wij van mening zijn, dat daarvoor structureel

ruimte in het investeringsprogramma beschikbaar moet zijn. Uitgangspunt is een bedrag van ¿ 1

miljoen per jaar.

Voor de overige investeringen rest dan jaarlijks een bedrag van ¿ 1,05 miljoen. Gelet op de

problematiek van de vervangingsinvesteringen is dit een (relatief) laag bedrag.

.

.

Speerpunt Raambudget

Onrendabele investeringen

(in mln. ¿)

Binnenstad-Oost 2,00

Versterking centrum 2,70

Versterking sociale en culturele infrastructuur -

Verbetering bereikbaarheid 0,55

Ontwikkelen werkgelegenheid -

Continuering woningproductie -

Overige plannen en projecten (waaronder onderwijs) 2,05

Totaal 7,30

Incidentele inkomsten zullen ten behoeve van een of meerdere beleidsprioriteiten ingezet worden. Dit

zal van jaar tot jaar via het investeringsprogramma aan u voorgelegd worden.

3.4 Taskforce

In het meerjarig financieel perspectief zoals dit in hoofdstuk 3.1 is beschreven is aangegeven dat de

hoogte van de taakstelling voor de taskforce bijgesteld is als gevolg van de slechtere economische

situatie. Daarbij zijn niet alleen de bedragen opgehoogd maar zijn deze deels ook naar voren gehaald,

omdat anders bij ongewijzigd beleid al in 2004 een tekort zou ontstaan.

Om een sluitende begroting 2004 te kunnen presenteren is de werkgroep taskforce aan de slag

gegaan en zijn inmiddels diverse maatregelen getroffen (zie hoofdstuk 3.2).

Hierdoor is het gelukt voor 2004 een sluitende begroting te presenteren. De meeste maatregelen die

zijn getroffen hebben een structureel karakter en zijn daarom ook van invloed op de hoogte van de

bezuinigingstaakstelling in latere jaren. Voor 2005 resteert nog een bedrag van ruim

¿ 1,8 miljoen oplopend in de jaren 2006 en 2007 naar ruim ¿ 4,7 miljoen.

Op 18 september 2003 heeft een vergadering plaatsgevonden van de commissie uit de gemeenteraad

die participeert in het bezuinigingsproces. Deze commissie zal kaders en uitgangspunten aanreiken

voor de beoogde bezuinigingen. De adviezen van deze commissie konden niet meer in deze

begroting worden verwerkt. Wij verwijzen hiervoor naar het commissieverslag. Uiteraard zullen de

aanbevelingen van de commissie betrokken worden bij het verder te doorlopen proces.

Programmabegroting 2004

13

Programmabegroting 2004

14

4

Beleidsprogramma's

4.1 Programma 1: Veiligheid en handhaving

4.1.1

Algemeen beleidskader I visie

Veiligheid is een van de speerpunten van beleid. De verbetering van de veiligheid in onze stad

zien wij als een van onze belangrijkste beleidsopgaven.

Het algemeen beleid staat verwoord in het Masterplan Integraal Veiligheidsbeleid 2001-2004:

. Minder overlast

. Minder inbraak, fietsendiefstal en vernieling

. Minder geweld

. Minder verkeersongevallen

. Minder gevoelens van onveiligheid

Daarnaast zal in het kader van fysieke veiligheid een aantal onderwerpen uit het landelijk programma

Slagen voor veiligheid aandacht houden. Het gaat daarbij om:

. Een adequate voorbereiding op rampen en calamiteiten

. Inzicht in risico's

. Een goed ruimtelijk ordeningsbeleid bij het toelaten van gevaarlijke bedrijfsmatige activiteiten

. Een brandveilig gebruik van inrichtingen en

. Een algeheel gewaarborgde brandweerzorg.

Tenslotte zal in voldoende aandacht voor het handhaven van regelgeving moeten worden voorzien.

Het integraal veiligheidsbeleid zal verder worden geïntegreerd binnen de gemeentelijke organisatie.

Aan alle betrokken instanties en instellingen zal een actieve opstelling ten opzichte van veiligheid

worden gevraagd. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de inwoners van Helmond zelf.

4.1.2 Doelstellingen

In 2004 zal door de verhoging van het budget een intensivering van de aanpak plaatsvinden. Daarbij

zal in overleg met de in Helmond aan veiligheid en leefbaarheid gelieerde instellingen gewerkt worden

aan het actief terugdringen van de oorzaken van onveiligheid. Daardoor en dankzij in de voorgaande

jaren opgezette projecten zal de gemeentelijke overheid haar grip versterken op veiligheidsgebied1 .

Er is gekozen voor een wijkgerichte aanpak. De veiligheidsmonitor geeft per wijk inzicht in

ontwikkelingen op de in het Masterplan integraal veiligheidsbeleid benoemde aandachtspunten.

Fysieke (on-)veiligheid zal nadrukkelijk in beeld gebracht worden en aandacht krijgen. Inwoners

krijgen doelgerichte voorlichting.

Het Helmondse veiligheidsbeleid voor 2004 zal worden getoetst aan de landelijke nota's "Naar een

veiliger samenleving" en "Slagen voor veiligheid".

1 Vooralsnog lijkt het prestatiecontract dat de politie regio Zuidoost Brabant sloot met het ministerie

BZK niet conflicterend met de afspraken in het Helmondse veiligheidsbeleid.

Programmabegroting 2004

15

Voor de periode 2005 - 2008 zal een nieuw Masterplan Integraal Veiligheidsbeleid ontwikkeld worden

passend binnen de kaders van het nieuwe MOP en rekening houdend met de bereikte resultaten in de

afgelopen jaren. In dat plan moet worden voorzien in een keten benadering in de aanpak van de

jeugdproblematiek waarin met name jeugd en veiligheid aandacht krijgt.

Daarnaast komt er een handhavingsvisie en een daaraan gekoppeld handhavingsprogramma voor

regelgeving, met de bedoeling, dat deze handhaving door de gemeente uitgevoerd wordt.

4.1.3 Prioriteiten 2004

Op voorhand worden de navolgende prioriteiten voor 2004 benoemd:

. Er zullen maatregelen worden genomen om fysiek onveilige situaties te voorkomen dan wel aan te

passen.

. Toezicht, handhaving en opsporing worden afgestemd en gestroomlijnd. Het toezicht begint met

(gesubsidieerde) toezichthouders in het publieke domein2. Gekwalificeerde toezichthouders zullen

op dagelijkse ergernissen handhavend gaan optreden. Daar waar de handhaving nadrukkelijk in

de richting van strafvordering neigt dan wel qua opsporingsmethodiek gekwalificeerde aanpak

nodig heeft zal de politie die taak oppakken, eventueel overnemen. Het instrument bestuurlijke

handhaving zal nadrukkelijker worden gebruikt. De outputafspraken vanuit GSB, te weten

verbetering van de nazorg van volwassen veelplegers en jeugdige meer- en veelplegers,

vermindering van overlastgevende personen door uitbreiding van maatschappelijke opvang,

vergroten van de gebiedsgerichte aanpak op locaties met een verhoogd risico, vergroten van

veiligheidsbevorderende maatregelen in PPS verband en verbeteren van de sluitende regie

betreffende huiselijk geweld worden binnen het veiligheidsbeleid geïntegreerd.

. De samenwerkingsverbanden tussen gemeente, diensten, instellingen en partners uit de private

sector zullen zoveel als mogelijk in convenantvorm worden vastgelegd.

. In bestuurlijke zin wordt prioriteit gegeven aan handhavingsactiviteiten gericht op veiligheid.

4.1.4 Activiteiten I Inspanningen I resultaten

. Binnen de kaders van het Masterplan IVB wordt een nieuwactieprogramma IVB 2004 ontwikkeld.

. Binnen de kaders van het nieuwe MOP wordt een Masterplan IVB geschreven voor de periode

2005 - 2008.

. Er komt een handhavingsvisie en een daaraan gekoppeld handhavingsprogramma 2004.

. De gemeente streeft een voldoende niveau van toezicht en handhaving na.

. Om overlast en criminaliteit verder terug te dringen zullen justitie en politie stelselmatige daders

met prioriteit aanpakken.

. De projectmatige samenwerkingsverbanden terugdringen woon overlast en bestrijding huiselijk

geweld worden gestructureerd.

. De plannen voor de tijdelijke brandweerkazerne zullen worden voorgelegd.

. Een inhaalslag met betrekking tot brandveilig gebruik van inrichtingen zal worden gemaakt.

. De gemeentelijke risicokaart zal doorontwikkeld worden.

. Het geactualiseerde gemeentelijke rampenplan zal worden geïmplementeerd.

. Een cyclisch proces van bestuurlijk en ambtelijk oefenen in het kader van rampenbestrijding zal

worden geïntroduceerd.

. Intensivering van op niveau brengen van Politiekeurmerk Veilig Wonen van de openbare

verlichting via een wijkgerichte aanpak.

2 Mede als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand (vermoedelijk 1-1-2004) is

een heroriëntatie noodzakelijk op de financiering en taakuitvoering door de Stichting Stadswacht

Helmond.

Programmabegroting 2004

16

Voor het onderdeel Verbeteren van de veiligheid zijn in het MOP vijf concrete resultaten benoemd die

we in 2004 in elk geval willen hebben bereikt;

1. het aantal jongeren in het herkenningssysteem (H KS) van de politie is met 10% gedaald ten

opzichte van 1998;

2. het aantal verkeersongevallen is met 20% gedaald in deze periode;

3. het aandeel bewoners dat zich wel eens onveilig voelt is in alle wijken gedaald tot 25% - in 2000

was dit 35%;

4. het aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt is in alle wijken gedaald tot

17% - in 2000 was dit 24%;

5. het aandeel inwoners dat in de eigen buurt slachtoffer is van vermogensmisdrijven, vernielingen

en verstoringen van de openbare orde en geweldsdelicten is in alle wijken gedaald tot maximaal

het stedelijke niveau in 1998 (in 1998 was dit volgens het MOP 6,1%; dit cijfer is voor 2000 nog

niet bekend).

4.1.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

Intensiveringen speerpunt Veiligheid en Handhaving:

Veiligheid en Handhaving structureel

Veiligheid en Handhaving incidenteel

Aanschaf geautomatiseerd systeem tbv handhaving

Stichting Stadswacht

Brandweer uitbreiding met 2 formatieplaatsen

Opleiding brandweerchauffeurs

Brandweer bijscholingsprogramma

Bestaand beleid:

Overi e bud etlen

Totaal Veili heid en handhavin

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

4.398.095 4.944.057

733.484 707.098

.--- ---

-3.664.611 -4.236.959

2004 2004

lasten baten

100.000

200.000 incidenteel

30.000 incidenteel

68.000 incidenteel

130.000

15.000 incidenteel

32.000

5.197.055 854.584

5.772.055 854.584

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

-2.330 48.350 1.893

-50.000 -100.000 -222.460

.-- --- _--n______------

-47.670 -148.350 -224.353

Investeringen 2004-2007 (x.¿1.000)

IVP nr Onderdeel bestaand! Invest. Invest'llnvest'llnvest. Totaal 200.41 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 Gemeente

Speerpunt veIlIGheid en handhavinG

120.20 Nevenpost Brandevoort noodvoorziening bestaand 175 17E 175

120.20 Nevenpost Brandevoort noodvoorziening intensivering 55 5E 55

120.20 Vervanging tankautospuit 820NB-87-PF intensivering 133 134 261 267

120.20 Vervanging autoladder 850/BK-27-TK intensivering 285 287 57. 572

120.20 Vervanging ROGS-voertuig 892/PX-SF-79 intensivering 17 17 35 35

120.20 B Bepakking 2e en 3e uitruk bestaand 8 8 8

120.20 E 8asisuitrusting bestaand 6 6 6

120.20 F Persoonlijke bescherming specialismen bestaand 4 4 4

120.20 G Bijzonder voertuig bestaand 5 5 5

120.60 Vervanging duikuitrusting intensivering 11 11 21 21

210.15 B Verkeersveiligheidsplan - uitvoeringsmaatregelen bestaand 196 196 39~ 196

210.15 B Verkeersveiligheidsplan - uitvoeringsmaatregelen intensivering 106 106 74

210.45 Politiekeurmerk: aanpassen openbare verlichting bestaand 98 98 98

210.45 Politiekeurmerk: aanpassen openbare verlichting imensiverinQ 100 100 100 300 300

Subto1aa1 653 296 546 548 2.043 1.815

Overlae Investeringen 0 0 0

TOTAAL 653 296 546 548 2.043 1.815

4.1.6

Ondersteunende informatie.

Masterplan Integraal Veiligheidsbeleid 2001-2004

Brandweerbeleidsplan 2002-2005

Programmabegroting 2004

17

4.2 Programma 2: Sociale voorzieningen en maatschappelijke

dienstverlening

4.2.1

Algemeen beleidskader / visie

De versterking van de sociaal-culturele infrastructuur is een van de speerpunten van beleid en

zien wij als zodanig als een van onze belangrijkste beleidsopgaven.

Welzijn

De bevordering van de sociale samenhang en het welzijn van de Helmondse bevolking door

ondersteuning van het vrijwillig en professioneel welzijnswerk (sociale infrastructuur).

Zorg

De vermaatschappelijking van de zorg heeft gevolgen voor het benodigde voorzieningenniveau in

onze gemeente. Om meer zicht te krijgen op deze thematiek neemt Helmond deel aan een

(onderzoeks)pilot in samenwerking met de het zorg kantoor en de VWS.

Aanhoudende aandacht voor de zorg, het welzijn en de huisvesting van de ouderen. Eind 2003 is de

ouderennota gereed.

Om het recht op AWBZ-zorg voor een inwoner te bepalen wordt een regionaal indicatieorgaan (RIO)

in stand gehouden. Het RIO dient zich te ontwikkelen tot een orgaan, dat primair de kwaliteit van de

indicatiestelling toetst, waarbij de uitvoering voornamelijk door zorgaanbieders geschiedt en het RIO

onderdeel uitmaakt van een lokaal zorgloket als samenwerkingsverband.

Werk en Inkomen

Het uitvoeren van diverse taken om te voorkomen dat mensen in een uitkeringssituatie geraken en het

beperken van (tijdsduur) daadwerkelijk verblijf in een uitkeringssituatie. De taken zijn gericht op een

intensieve aanpak van elke uitkeringsgerechtigde op opname in het arbeidsproces hetzij

maatschappelijke participatie.

4.2.2 Doelstellingen

Welzijn

. Vergroting van de participatie van burgers in het maatschappelijk leven.

. Vergroting van de betrokkenheid van burgers bij de eigen leef- en woonomgeving.

. Vergroting van de zelfredzaamheid van burgers in een sociale achterstandsituatie.

Zorg

. Effectuering juridische fusie met andere twee RIO's tot RIO Zuidoost-Brabant.

. Doorontwikkeling lokaal zorgloket.

. Planvorming omtrent vermaatschappelijking van de zorg

Werk en Inkomen

. Het ontwikkelen van gesubsidieerde arbeid tot een effectiever en efficiënter reïntegratie

instrument rekening houdende met het maatschappelijk belang van gesubsidieerde arbeid.

. De invoering en implementatie van de nieuwe Wet Werk en Bijstand voor die mensen die (tijdelijk)

aangewezen zijn op een uitkeringssituatie.

. Ontwikkeling en inrichting van een Bedrijfsverzamelgebouw SUWI dat fungeert als centrale

marktplaats voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

. Verbetering van startkwalificaties van huidige en mogelijke toekomstige uitkeringsgerechtigden.

4.2.3

Prioriteiten 2004

Welzijn

. vormgeving beleidsplan integratiebeleid en evaluatie subsidiegrondslagen

Programmabegroting 2004

18

. implementatie inburgeringsbeleid

. uitbouw samenwerking op wijkniveau vanuit sociaal cultureel en opbouwwerk

. uitwerking nota vrijwilligersbeleid

. realisatie sociaal-maatschappelijke voorzieningen in Binnenstad-Oost en in Brandevoort I en

planontwikkeling voor Brandevoort 11

. uitwerking nota ouderenbeleid

. uitwerking intentieverklaring Sociaal Beleid

. ontwikkeling en vormgeving beleid wonen, welzijn en zorg

Werk en inkomen

. Implementatie van het nieuwe beleid ta.v. gesubsidieerde arbeid

. Doorontwikkeling van nieuwe reïntegratie-instrumenten voor de optimalisering van de

uitstroom mogelijkheden van uitkeringsgerechtigden

. (Afronding) implementatie nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB)

. Implementatie nieuw handhavingsbeleid

. Doorontwikkeling naar en inrichting van een Bedrijfsverzamelgebouw SUWI

. Ontwikkelen nieuwe aanvullende vormen van kinderopvang in relatie met inrichting van het

Bedrijfsverzamelgebouw SUWI en kinderopvang als aanvulling op activiteiten van ouders bij

reï ntegrati e-activiteiten

. Waar mogelijk met branche-organisaties en werkgevers convenanten sluiten voor plaatsing van

uitkeringsgerechtigden met inzet op reguliere plaatsing na verbetering startkwalificaties.

4.2.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

Realisatie sociaal-maatschappelijke voorzieningen in Binnenstad-Oost en in Brandevoort I en

planontwikkeling voor Brandevoort 11

Zie hierboven en voor welzijn gedetailleerd het Welzijnsprogramma 2004.

Zie hierboven en de daarop betrekking hebbende notities genoemd onder punt 4.2.6.

Het beoogde resultaat is, dat de score voor de sociale kwaliteit van de woonomgeving in alle wijken

tenminste een 7 is.

4.2.5 Lasten en baten.

Zoals in hoofdstuk 3.2.1 is aangegeven is een bedrag van ¿ 222.000 vrijgemaakt om een bijdrage te

leveren in de problematiek ID banen. Dit bedrag is vooralsnog als stelpost geraamd.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Overige intensiveringen: '¿

Uitbreiding 1 fte tbv uitvoering ABW 72.000

Afbouw ROB project (relatie onderwijs-bedrijfsleven) 15.000

Bestaand beleid:

OveriQe budQetten 56.744.524 40.993.440

Totaal Soc. voorz. en maatsch. dienstverlening 56.831.524 40.993.440

incidenteel

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

57.842.411 55.463.613

44.636.380 40.701.222

,--- ---

-13.206.031 -14.762.391

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

21.542 98.502 165.602

-33.000 -33.000 -33.000

,-- --- ---

-54.542 -131.502 -198.602

Programmabegroting 2004

19

Investerll1llen 2004-2OO71x.¿1.000\

IVP nr Onderdeel bestaand! !nvest. Invest'llnveslllnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 [gemeente

Soeerount versterkIna soc.cult.lnfrestructuur

680.20 A Multifunctioneel centrum Brandevoort (onderwijs) bestaand 3.038 3.038 3.038

680.20 A Multifunctioneel centrum Brandevoort (kinderopvang) bestaand 700 700 0

680.20 A Multifunctioneel centrum Brandevoort (SportzaaQ bestaand 1.900 1.900 1.900

680.20 A Multifunctioneel centrum Brandevoort (overioe) bestaand 2.150 452 2.602 2.602

Subtotaal 7.088 1.152 0 0 8.239 7.539

OVerlae Investerlnaen:

650.15 lVervanaina alarmerinasaooaratuur SWOH bestaand 23 23 0

TOTAAL 7.110 1.152 0 0 8.282 7.539

4.2.6 Ondersteunende informatie.

Programma Welzijn 2004

Nota "De touwtjes aan elkaar... ,"

Concept visie "Het zorgloket in Helmond"

Toekomstlijnen voor gesubsidieerde arbeid in Helmond, 1 juli 2003

Notitie Gesubsidieerde arbeid in Helmond, Een toekomstvisie, juni 2003

Gevolgen en acties nieuwe Wet Werk en Bijstand, april 2003

Beleidsplan Wet Werk en Bijstand

Programmabegroting 2004

20

4.3 Programma 3: Zorg en volksgezondheid

4.3.1 Algemeen beleidskader / visie

Gezondheidszorg

De gemeente draagt zorg voor de collectieve preventie, wat inhoudt: bescherming en bevordering van

de gezondheid van de bevolking en/of specifieke groepen, alsmede het voorkomen en het vroegtijdig

opsporen van ziekten onder die bevolking. Dit alles geschiedt aan de hand van het Lokaal

gezondheidsbeleid.

Wet Voorzieningen Gehandicapten

In het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten draagt de gemeente zorg voor de verstrekking

van adequate voorzieningen aan mensen met een handicap en speelt daarbij in op ontwikkelingen als

vergrijzing en extramuralisering van de zorg.

Maatschappelijke opvang

De opvang, zorg en begeleiding van mensen, die om welke reden dan ook dak- en thuisloos zijn of

dreigen te raken, in een crisissituatie zitten of dreigen te raken of anderszins door onze samenleving

als ontheemd worden beschouwd.

4.3.2 Doelstellingen

Gezondheidszorg

Uitvoering activiteiten plan lokaal gezondheidsbeleidsplan

Het verkleinen van sociale economische gezondheidsverschillen in de wijk Binnenstad-Oost.

Wet Voorzieningen Gehandicapten

Vormgeven aan nieuw juridisch en maatschappelijk verantwoord beleid in het licht van het landelijk

Protocol WVG. Het nieuw te ontwikkelen beleid zal worden geënt op het eind 2003 uit te brengen

advies naar aanleiding van het onderzoek naar de uitvoering WVG in Helmond en landelijke

ontwikkelingen.

Maatschappelijke opvang

Een concrete bijdrage leveren aan de instandhouding en ontwikkeling van een stelsel van

voorzieningen, waarbinnen activiteiten van opvang, preventie en nazorg voor ontheemden

plaatsvinden.

4.3.3 Prioriteiten 2004

Gezondheidszorg

. Wijkgerichte aanpak lokaal gezondheidsbeleid Binnenstad-Oost. Deze aanpak dient een

olievlekwerking te hebben naar de rest van de stad. Onderzocht wordt o.a. of effectmeting

toepasbaar is.

. Overweging actieve (regie)rol in de gezondheidszorg.

. Actieve inspanning op voldoende eerste-lijnsvoorzieningen (huisartsen, tandartsen, apotheken) in

de wijken al dan niet in gezondheidscentra.

Wet Voorzieningen Gehandicapten

. Aanpassen beleid en uitvoeringsaspecten in relatie tot Protocol WVG. Dit wordt vertaald in de

wijze waarop het verstrekkingen beleid wordt vormgegeven en de wijze waarop uitvoering gegeven

wordt aan de WVG.

. Indicatiestelling WVG onder verantwoordelijkheid van Regionaal Indicatie Orgaan brengen.

. Europese aanbesteding rolstoelen en overige hulpmiddelen in natura ten behoeve van de

uitvoering WVG. Na afronding van de aanbestedingsprocedure dient een nieuw contract tot stand

te zijn gekomen met een leverancier.

Programmabegroting 2004

21

4.3.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

Gezondheidszorg

. Het activiteiten plan "wijkgerichte aanpak lokaal gezondheidsbeleid" zal interactief met partijen in

het veld tot stand komen.

Wet Voorzieningen Gehandicapten

. Mede in overleg met belangenorganisaties opstellen van een notitie over te ontwikkelen beleid

met oog op Protocol WVG.

. In samenspraak met Regionaal Indicatie Orgaan komen tot realisering van geïntegreerde

indicering.

. Europese aanbestedingsprocedure in gang zetten.

Maatschappelijke opvang

. Realiseren van de met de Stichting Maatschappelijke Opvang overeengekomen contractafspra-

ken.

Het beoogde resultaat is, dat de score voor de sociale kwaliteit van de woonomgeving in alle wijken

tenminste een 7 is.

4.3.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Overige intensiveringen: :¿

Lokaal gezondheidsbeleid (periode 2004-2007) 15.000

WVG; eenmalig t.l.v. pijlerreserve Sociaal 425.000

Bestaand beleid:

Overiae budaetten 8.345.705 2.822.499

Totaal Zorg en volksgezondheid 8.785.705 2.822.499

incidenteel

incidenteel

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

7.472.961 7.350.389

2.454.413 2.052.377

.--- ---

-5.018.548 -5.298.012'

MeeriarenbearotinQ (mutaties t.O.v. 2004)

2005 2006 2007

-408.900 -385.500 -362.100

0 0 0

.-- --- ---

408.900 385.500 362.100

4.3.6

Ondersteunende informatie

Kadernota "Op weg naar een gezonder Helmond"

Wijkontwikkelingsprogramma Binnenstad-Oost

Landelijk protocol WVG

Nota "De touwtjes aan elkaar.."

Nota "Het leggen van de knopen"

Nota "Maatschappelijke Opvang Helmond"

Programmabegroting 2004

22

4.4 Programma 4: Onderwijs, jeugd en kinderopvang

4.4.1 Algemeen beleidskader / visie

Het gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid (voor jeugd in de leeftijd tot en met 23 jaar) geven wij vorm

in nauwe samenwerking met uitvoeringsinstellingen als scholen, kinderdagverblijven,

peuterspeelzalen, jongeren- en straathoekwerk en wijk- en buurthuizen.

De gemeente heeft een regierol (faciliteren, stimuleren, situeren, steun creëren, structureren, sturen

en tenslotte monitoren) ten aanzien van het ontwikkelingsbeleid van jeugdigen.

Dit komt per deelterrein in hoofdlijnen tot uitdrukking:

Onderwijs

Op grond van het vastgestelde Onderwijs Beleids Plan zijn de volgende aspecten van groot belang;

zo vroeg mogelijk en een leven lang Ieren, kansen voor alle burgers, resultaatgerichtheid en

rekenschap en integraliteit Beleidsthema's als Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA),

ICT, zorgstructuur, monitoring van o.a voortijdig schoolverlaters, aantal leerlingen speciaal onderwijs,

sociaal-maatschappelijke achtergronden van leerlingen, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie,

resp. huisvesting, leveren daar een bijdrage aan.

Jeugd

Het bevorderen van de actieve maatschappelijke participatie van jongeren aan de samenleving

middels de functies ontmoeting/recreatie, vorming/educatie en activering en hiertoe waar nodig

specifieke voorzieningen te treffen ook in de preventieve sfeer. Een bijdrage leveren aan een daling

van de criminaliteit waarbij jongeren betrokken zijn en een verbetering van de veiligheidsbeleving

middels specifieke interventies.

Kinderopvang

Het bieden van verantwoorde opvang aan (Helmondse) kinderen van 0 tot 12 jaar gekenmerkt door

een evenwichtige spreiding en qua bezetting een afspiegeling van de relevante bevolkingsgroep.

4.4.2 Doelstellingen

Onderwijs

. Een transparant toekomstperspectief ten behoeve van de onderwijsinfrastructuur, waardoor beter

ingespeeld kan worden op het noodzakelijk onderhoud en veranderende leerlingen stromen.

. Meer resultaatgericht werken.

. Beter en sneller aansluiten bij de behoefte van zorgleerlingen.

. Versterken van de infrastructuur in het beroepsonderwijs; het bevorderen van de totstandkoming

van de Groene Campus en het versterken van de positie van het VMBO in de beroepskolom.

. Doelgroepen vaststellen tb.v. schoolzwemmen.

. Het initiëren van een regionale overlegstructuur die zich richt op een versterking van aandacht

voor technische vakken in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

. In samenwerking met het onderwijsveld komen tot een brede (van groep 1 t/m 8) aandacht voor

versterking van het vak verkeerseducatie op basisscholen.

Jeugd

. Het in een eerder stadium actief betrekken van jongeren en hen laten meepraten en meebeslissen

over hun gewenste voorzieningen en activiteiten.

. Het versnipperd jeugd beleid meer overzichtelijk maken.

. Eerder en beter aansluiten op vraag en behoefte in het kader van Jeugd en Veiligheid.

. Ontwikkeling van (preventief) jeugdbeleid dat aansluit op voorzieningen voor jeugdzorg.

. Professionalisering van het peuterspeelzaalwerk

Kinderopvang

. Betere mogelijkheden creëren om werk en zorg te combineren.

Programmabegroting 2004

23

.

Daar waar sprake is van specifieke doelgroepen is de doelstelling gerelateerd aan de doelgroep.

Bij voorbeeld inburgeraars in staat stellen om een inburgeringscursus te volgen en tegelijkertijd

trachten achterstand bij het kind te voorkomen.

4.4.3

Prioriteiten 2004

Onderwijs

. Beleid ontwikkelen vanwege het toenemen van de beleidsvrijheid rondom de middelen voor

onderwijsbegeleiding per 1/1/2005.

. Doelgroepenbeleid formuleren aangaande het schoolzwemmen

Jeugd

. Bestaande initiatieven en voorzieningen inventariseren en daarna ontwikkelen (op interactieve

wijze) van een integraal jeugdbeleid (waarin ook vervat de gemeentelijke toekomstvisie

dienaangaande).

. Opstellen van kaders voor positionering, professionalisering en financiële beheersbaarheid van

het peuterspeelzaalwerk.

Kinderopvang

. Marktwerking.

. Implementatie Wet Basisvoorziening Kinderopvang en eventueel voorbereidingen doen in het

kader van het nieuwe financieringsstelsel.

4.4.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

Onderwijs

. Realisatie integraal onderwijshuisvestingsplan.

. Opstellen van een onderwijsmonitor.

. Een herijking van het flankerend beleid gericht op zorgleerlingen.

. Bevorderen regionale samenhang volwasseneneducatie.

. Flankerend aan het beleid van scholen bijdragen aan processen van innovatie en

imagoverbetering in het VMBO.

. Schoolzwemmen continueren, echter met een nadrukkelijker doelgroepen beleid vanaf het

schooljaar 2004-2005.

. In samenwerking met regionale onderwijsinstituten (waaronder Universiteit, Hogescholen,

Onderwijsbegeleidingsdiensten, Beroepsonderwijs en bedrijfsleven) initiatieven opzetten die tot

doel hebben het vak techniek beter en directer onder de aandacht van (toekomstige) leerlingen te

brengen.

Jeugd

. Continuering van de drie opererende Jeugd Preventie Teams (JPT's).

. Interactieve ontwikkeling nota integraal jeugdbeleid.

. Kaders en dienaangaande plannen ontwikkelen m.b.t. peuterspeelzaalwerk voor wat betreft

professional iseri ng.

Kinderopvang

. Het aanbesteden van 105 kindplaatsen in het kader van de extra uitbreidingsplaatsen binnen het

project uitbreiding kinderopvang 1997-2003, waarmee de totaal gerealiseerde capaciteit op 483

extra kind plaatsen zal komen.

. Tijdelijke verlenging bestaand contract in het kader van medische indicatieplaatsen in verband

met het later in werking treden van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang.

Programmabegroting 2004

24

4.4.3

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

2004

lasten

2004

baten

160.000

9.000

incidenteel

incidenteel

d en kindero van

17.528.484

17.697.484

7.382.731

7.382.731

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

28.658.283 17.141.859

19.512.880 6.256.805

'----n_n__n___- __n___n_nnn-

-9.145.403 -10.885.054

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.v. 2004)

2005 2006 2007

-7.987 -39.010 -51.015

.n_n_n_nn_n ___nn___n_n_- _n_n_____------

7.987

39.010

51.015

InvesterinGen 2004-2007 bc.¿1.000l

IVPnr Onderdeel besteand! Invest. Invest'llnvest.llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 IGemeente

Overige Investeringen:

410 Onderwijshuisvesting (met doorloop naar 2007) bestaand 1.000 1.000 1.000 1.000 4.000 4.000

410A Klassenverkleining (incl. indexering volgens VNG bestaand 908 1.072 1.980 0

normering)

410A Investeringen onderwijsgebouwen bestaand 1.874 513 2.387 2.387

410A Indexering investeringen onderwijsgebouwen volgens bestaand 235 77 313 313

VNG normering

410A Dekking vanuit vrijval kapitaallasten bestaand -454 -454 -908 -908

TOTAAL 3.563 2.208 1.000 1.000 7.772 5.792

4.4.4

Ondersteunende informatie

Samen bouwen aan onderwijs (LokaalOnderwijsbeleidsplan)

Programma Welzijn 2004

Notitie Continuering Jeugd Preventie Teams

Onderwijskansenplan

Notitie Project uitbreiding kinderopvang 1997 - 2003 (2004)

Programmabegroting 2004

25

4.5 Programma 5: Inburgering

4.5.1 Algemeen beleidskader / visie

Het gemeentelijk inburgeringbeleid is volop in beweging. Een nieuw beleidskader is in voorbereiding

en zal de basis vormen voor de contracten met keten partners in 2004. Een integrale aanpak,

resultaatsturing en individueel maatwerk vormen samen met de eigen verantwoordelijkheid van de

inburgeraar belangrijke uitgangspunten voor dat nieuwe beleid (collegeprogramma 2002-2006).

Het zal gaan over het maken van expliciete keuzes op basis van wat er zich in de stad voordoet.

Binnen en buiten het gemeentelijk apparaat worden diverse mensen, bestuurders, instellingen en

groepen geraadpleegd over thema's als wonen, werk en inkomen, opvoeding, welzijn, veiligheid,

integratie, gezondheidszorg en sport.

Inburgering blijft voorlopig hoog op de prioriteiten lijst, omdat het een belangrijk instrument is vanuit

integratieperspectief en omdat het een kostbaar uitstroom instrument is.

Daar waar inburgering zich richt op het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden,

houdingsaspecten en inzichten) van individuele burgers met een achterstand of van allochtone

afkomst richt het lokaal integratiebeleid zich op de samenleving als geheel. In de uitwerking van het

plan van aanpak integratiebeleid dat begin 2003 door de raad werd vastgesteld, zal de verbinding met

het inburgeringbeleid verder worden uitgewerkt.

4.5.2 Doelstellingen

De doelstellingen, zoals opgenomen in het meest recente beslisdocument van het integraal project

inburgering Helmond, blijven voorlopig gehandhaafd (afhankelijk van rijksmiddelen).

. Meer inburgeraars worden bereikt.

. Meer trajecten worden succesvol afgerond.

. Meer inburgeraars zijn in staat zelfstandig te functioneren in de maatschappij.

Dit door middel van:

. Duidelijke visie en helder geformuleerd beleid.

. Professionele sturing en regie.

. Operationalisering.

. Bewaking resultaatgerichtheid.

4.5.3 Prioriteiten 2004

. In het genoemde beleidskader wordt voorgesteld het inburgeringbeleid in 2004 en 2005 te

focussen op jeugd en jongeren, (hun) opvoeders en werklozen.

. Een integrale aanpak in functie van het perspectief van mensen, individueel vraaggericht

maatwerk en begeleiding conform de methode van klantmanagement voor de prioritaire

deelnemers.

. De ontwikkeling van duaal aanbod, inbedding klantmanagement in de organisatie of daarbuiten,

stroomlijning van de informatievoorziening.

4.5.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

In 2004 vervolgt het integraal projectteam inburgering Helmond zijn werkzaamheden: Het

beleidskader is in 2003 uitgewerkt en heeft geresulteerd in een programma van eisen voor het

productenaanbod van partners. Het aanbod moet voor een groot deel echter nog worden ontwikkeld in

2004 en later. Nieuwe contracten met -soms ook nieuwe- partners moeten worden afgesloten,

gebaseerd op het principe van duale trajecten en prestatieafspraken. Een informatiemodel, zoals dat

Programmabegroting 2004

26

in 2003 is uitgewerkt, zal worden ingevoerd om de resultaatgerichtheid van onze inspanningen te

bewaken. Ook moeten de klantmanagers verder worden opgeleid om individueel maatwerk te kunnen

leveren en als bemiddelaar te kunnen fungeren.

4.5.5 Lasten en baten.

Inburgering wordt -vooralsnog- voor 100% gerealiseerd met rijksmiddelen. Hierin kan verandering

komen omdat het ministerie van Justitie plannen heeft in de richting van outputfinanciering, waarbij

ook gemeenten risico moeten dragen. Een en ander sluit aan bij de ontwikkelingen op het terrein van

sociale zekerheid. De nieuwe financieringssystematiek zal naar verwachting betrekking hebben op

nieuwkomers én oudkomers. Mogelijk wordt een nieuwe Wet Inburgering gemaakt die de Wet

Inburgering Nieuwkomers zal gaan vervangen.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Bestaand beleid: oE

Overiae budaetten 1.162.351 1.162.351

Totaallnburgering 1.162.351 1.162.351

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

1.479.731 1.235.709

1.479.731 1.235.709

,--- _n__------_n__-

0 0

Meeriarenbearotina (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

'--_--___--n___- --- __n______

0

0

0

4.5.6 Ondersteunende informatie

Beleidskader inburgering Helmond (concept)

Programma van eisen inburgering (in ontwikkeling)

Programmabegroting 2004

27

4.6 Programma 6: Cultuur

4.6.1

Algemeen beleidskader I visie

De versterking van de stedelijke culturele infrastructuur is een van de speerpunten van beleid

en is als zodanig een van onze belangrijkste beleidsopgaven.

Cultuur kan een bindende factor zijn tussen mensen en bijdragen aan het welbevinden van de burgers

en de aantrekkelijkheid van de stad. We streven er naar om de komende jaren Kunst en Cultuur in

onze stad verder uit te breiden en te optimaliseren, niet alleen ten behoeve van de Helmonders, maar

ook voor de bevolking uit de regio.

De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in cultuur en met name in de infrastructuur. Het Speelhuis is

geheel gerenoveerd en heeft extra budgetruimte (ad ¿ 90.000,-) gekregen, de subsidie van de

bibliotheek wordt in deze collegeperiode extra verhoogd met in totaal ¿ 400.000,- structureel, de

subsidie aan het Filmhuis is opgehoogd tb.v. een beroepskracht, Artevent is met financiële steun van

de gemeente opgestart, voor evenementen is extra geld uitgetrokken (zowel in 2003 als in 2004) en

voor monumenten beleid komt meer geld beschikbaar. Daarnaast is voor 2004 wederom loon- en

prijscompensatie toegepast bij de subsidies in het programma Kunst en Cultuur. Voornaamste ambitie

is nu om het voorzieningenniveau in termen van culturele accommodaties de komende jaren verder

op een adequaat peil te brengen.

Een cultuurnota is in voorbereiding.

4.6.2 Doelstellingen

. In mei 2003 hebben wij het besluit genomen om niet verder te gaan met het realiseren van een

kunst- en cultuurcluster. Dit betekent niet dat de noodzaak van nieuwe huisvesting voor het

kunstencentrum en de bibliotheek daarmee ook verdwenen is. De komende jaren zullen de

inspanningen er op gericht zijn om nieuwe huisvesting voor deze instellingen te realiseren. Voor

de bibliotheek is het uitgangspunt dat er een nieuwe locatie gevonden moet worden in het

centrum. Voor het kunstencentrum wordt daarbij getracht aan te sluiten bij de plannen in het

Steenweg kwartier. In hetzelfde gebied zal ook een multifunctionele zaal met een vlakke vloer

gerealiseerd gaan worden.

. De verdere ontwikkeling en uitvoering van het evenementen beleid. In de conceptnota "Beleef het

in Helmond" wordt een en ander verder uitgewerkt.

. Het project "Industrieel Erfgoed Toerisme" zal de komende jaren een verdere invulling krijgen. Wij

hebben de keuze gemaakt om middels een meerjarentraject te groeien naar een project van

bovenregionale omvang.

. Verdere ontwikkeling en uitvoering van het monumenten beleid zal worden vormgegeven middels

de (concept)Monumentennota die wij in 2003 zullen behandelen.

. Wij hebben besloten om met ingang van 1-1-2004 de Gaviolizaal te sluiten en dit complex te

betrekken bij de verdere planontwikkeling centrum. In de Gaviolizaal is sinds de heropening van 't

Speelhuis de theaterfunctie beëindigd. Enkele kleinere voorstellingen vinden in het huidige

seizoen (2003-2004) plaats in het Annatheater. Ook de voorstellingen in het kader van het

Kunstmenu zullen naar deze locatie verhuizen waardoor de positie van dit theater versterkt wordt

Voor de orgels zal in het kader van het project Industrieel Erfgoed Toerisme een nieuwe

projectinbedding en een nieuwe accommodatie met een groter publieksbereik worden gezocht De

opbrengst van de grond van de Gaviolizaal zal ten goede komen aan het project Industrieel

Erfgoed Toerisme.

Programmabegroting 2004

28

4.6.3 Prioriteiten 2004

. In 2004 wordt het project rond de herinrichting van het kasteel afgerond. Na afronding van dit

project zijn alle verdiepingen opgeknapt en gedeeltelijk heringericht en is een aantal wettelijk

verplichte ARBO-maatregelen genomen.

. De ontwikkeling en realisatie van nieuwbouwplannen voor het Kunstencentrum Helmond en voor

de Openbare Bibliotheek Helmond (gecombineerd met een frontoffice-functie van het Regionaal

Historisch Centrum) zullen in 2004 verder ter hand worden genomen.

. De uitwerking van de (nog vast te stellen) evenementennota en monumentennota krijgt de nodige

aandacht. Vanaf 2004 zijn er extra middelen beschikbaar voor evenementen, zowel voor stads-

ais voor wijkevenementen. Organisatoren van evenementen kunnen op deze middelen een

beroep doen. Voor monumentenbeleid zijn de komende jaren ook extra middelen beschikbaar.

Deze middelen zullen vooral worden ingezet voor bouwhistorisch- en archeologisch onderzoek.

. In 2004 zullen voor het project Industrieel Erfgoed Toerisme de eerste slagen worden gemaakt.

Herhuisvesting van de orgelcollectie zal een belangrijke doelstelling zijn, daarnaast wordt de

afdeling Mens en Werk in het museum heringericht.

4.6.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

Voor het project "Herinrichting kasteel" is reeds eerder geld (¿ 408.402,-) gereserveerd in het

investeringsprogramma. Daarnaast is ook door Stimulus een subsidie toegezegd (¿ 181.512,-). Het

project zal volgens planning in 2004 afgerond worden.

Voor het plaatsen van kunstwerken in de openbare ruimte is in het IVP 2004 een bedrag van

¿ 58.830,- opgenomen. Voordat tot plaatsing besloten kan worden zal eerst het advies van de

adviescommissie beeldende kunst worden ingewonnen.

De volgende resultaten worden in 2004 verwacht:

. Minstens 50.000 bezoekers Speelhuis (voorstellingen en verhuringen)

. Minstens 31.000 bezoekers Museum (in een normaal jaar zou 31.000 bezoekers de doelstelling

zijn. Vanwege de herinrichting komend jaar zal het kasteel enkele maanden gesloten zijn

waardoor de doelstelling is bijgesteld.)

4.6.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Intensiveringen speerpunt Versterking soc.cult.infrastructuur '¿

Financiële uitwerking monumentennota 24.000

Middelen tbv uitvoering evenementennota 45.000

Bestaand beleid:

Overiqe budqetten 8.242.463 1.502.288

Totaal Cultuur 8.311.463 1.502.288

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

7.212.006 7.608.933

782.620 1.067.800

.--- ---

-6.429.386 -6.541.133

Meeriarenbeqrotinq (mutaties t.o.V. 2004)

2005 2006 2007

146.100 286.700 317.400

.-- --- --__nu_____----

-146.100 -286.700 -317.400

Programmabegroting 2004

29

InvesterinGen 2004-2OO7/x.¿1.0001

IVP nr Onderdeel besteend! Invest. Invest'llnvest.llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 gemeente

Speerpunt versterking soc.culUntraatructuur

515 KCH/Mullifunctionele zaal/Bllbliotheek bestaand! 1.961 3.861 4.645 10.467 10.467

aangepast

Subto1aaJ 1.961 3.861 4.645 0 10.467 10.467

Overlas InvesterIngen:

512.10 B Kunstwerken in de openbare ruimtes bestaand 59 59 11S 118

TOTAAL 2.020 3.861 4.704 0 10.585 10.585

4.6.6 Ondersteunende informatie

(concept) Monumentennota

(concept) Evenementennota "Beleef het in Helmond"

Cultuumota (in voorbereiding)

Programmabegroting 2004

30

4.7 Programma 7: Sport en recreatie

4.7.1 Algemeen beleidskader I visie

In samenwerking met de Raad voor de Sport wordt thans een kadervormende beleidsnota voorbereid.

Het concept zal in interactie met verenigingen en instellingen worden ontwikkeld tot een breed

gedragen en door de raad vast te stellen beleidskader.

Een bijzonder plaats krijgt de breedtesportstimulering, gericht op sportbeoefening door specifieke

doelgroepen als ouderen, probleemjongeren, allochtonen en gehandicapten. Ook het kwantitatieve en

kwalitatieve probleem van het vrijwilligerstekort en de aanpak daarvan komen aan de orde.

De rol van de Raad voor de Sport staat eveneens op de agenda. Thans heeft de Raad taken als

(gevraagd en ongevraagd) adviseur en als belangen behartiger van verenigingen. Daarnaast zullen

ook taken als sportpromotie, beleidsontwikkeling en intermediaire activiteiten aan de orde komen.

Sport en leisure hangen nauw met elkaar samen. Helmond wil in 2010 een complete volwaardige

centrumstad zijn en beschikken over bijpassende leisurevoorzieningen. Daarnaast wordt gepoogd de

toeristische functie te versterken. Primaire leisurelocaties zijn Suytkade en Berkendonk.

4.7.2 Doelstellingen

. Bijstellen van de doelstellingen breedtesport na de "evaluatie halfweg", zoveel mogelijk in de vorm

van meetbare afspraken en resultaatgerichte operaties.

. De relatie met de sportverenigingen verbeteren door meer communicatie en meer inhoudelijke

wisselwerking.

. Expliciet de breedtesportstimulering ondersteunen, met name aandacht voor specifieke

doelgroepen als gehandicapten, ouderen, probleemjongeren en allochtonen.

. De positie van de vrijwilligers in de sport onverkort erkennen en ondersteunen. Het specifiek

daarop gerichte project in de breedtesportimpuls "Hink Stap Sprong" als prioritair blijven steunen.

4.7.3 Prioriteiten 2004

Als algemene speerpunten geldt de uitvoering van het gemeentelijk beleid zoals dat is geformuleerd in

de beleidsnota "Helmond gaat ervoor'. Voor 2004 zijn de volgende zaken expliciet relevant:

. Het uitzetten van de eerste en mogelijk de tweede fase van het uitvoerend deel van het

accom modatieknel puntenonderzoek.

. Eerste aanzet beheersplan binnensportaccommodaties. Een voorstel ontwikkelen tot het veiliger,

hygiënischer en efficiënter beheren van de gemeentelijke hallen en zalen.

. Participeren in de ontwikkeling van uitleggebieden als Brandevoort I en 11, Berkendonk en

Suytkade (sport en wellnessfuncties) en Centrum.

. De beleidsnota sport "Helmond gaat ervoor" uitwerken op basis van de geschetste uitgangspunten

en ambities.

. De relatie met de Raad voor de Sport duidelijker vorm te geven aan de hand van de in de

beleidsnota Sport geschetste functies en taken en volgens de voorgestelde structuur van overleg

en ontmoeting.

. Naast de grotere noden van verenigingen (accommodatieknelpuntenonderzoek) ook aandacht

besteden aan de kleinere materiële behoeften middels het jaarlijks op te stellen

bestedingsoverzicht.

. Exploitatie sporthallen en organisatie evenementen. De bekostiging van evenementen in principe

ten laste laten komen van evenementenbudgetten en niet de (relatief krappe) sportbudgetten

daarmee belasten.

Programmabegroting 2004

31

.

Het verbeteren van de verhuurconstructie binnensport-accommodaties en het implementeren van

een relatiebeheerssysteem.

Opbouw van structuur van het team sport, zodat middels goede systemen van databeheer,

relatiebeheer en een goede werk- en overlegstructuur de Helmondse sportwereld optimaal kan

worden bediend.

Doorvoeren van de resultaten die uit de evaluatie van de breedtesportimpuls naar voren komen.

Het meer meetbaar en resultaatgericht formuleren van doelstellingen en het monitoren van

processen zijn daarbij belangrijke items.

Participeren in de ontwikkeling van nieuwe gebieden en herstructurering van bestaande situaties,

zoals Brandevoort I en 11, Suytkade, Berkendonk, Centrum.

.

.

.

4.7.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

. Programma aanpak accommodatieknelpunten uitvoeren; eerste en eventueel tweede tranche.

. Vervolgafspraken met beleidsuitvoerders projecten breedtesport. Doorvoeren van de conclusies

uit de evaluatie (resultaatgericht - monitoring).

. Implementatie nieuwe systemen verhuur binnensportaccommodaties en relatiebeheer.

. Afronding flexibilisering buitensportaccommodaties (huur- en onderhoudssituaties).

. Bestedingsoverzicht 2004 (klein onderhoud en vervangingen).

. Evaluatie zwemonderwijs (inhoudelijk en logistiek) en eerste aanzet tot nieuwe aanpak.

. Afronding Klein Arsenal-traject (definitieve herhuisvesting).

. Projectgroepen:

. ontwikkeling Suytkade

. ontwikkeling Berkendonk

. centrum (met name City-sporthal)

. Nadere vormgeving van de werkrelatie met de Raad voor de Sport (overlegstructuur, advisering,

belangenbehartiging enz.).

4.7.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Overige intensiveringen: '¿

Uitvoering beleidsnota sport 100.000

Bestaand beleid:

Overiae budaetten 4.287.870 702.713

Totaal Sport en recreatie 4.387.870 702.713

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

4.239.359 4.004.795

741.061 690.960

o_____n_-- ---

-3.498.298 -3.313.835

Meeriarenbearotina (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

-146.140 -144.540 -142.940

-147.240 -147.240 -147.240

on_n_--____n_- n____n_------_- ---

-1.100 -2.700 -4.300

InvesterInoen 2004-2007 tx.¿1.000\

IVPnr Onderdeel bestaand/ Invest. Invest'llnvest'llnvest. Totaal Aandeel

Intenslverlno 2004 2005 2006 2007 2004-2007 gemeente

Overige Investeringen:

570.20 Verbetering sportaccommodaties bestaand 250 250 250 750 750

570. BuRensportaccommmodatie intensiverina 1.000 1.000 500 2.500 2.500

TOTAAL 250 1.250 1.250 500 3.250 3.250

4.7.6

Ondersteunende informatie

Beleidsnota "Helmond gaat ervoor".

Programmabegroting 2004

32

4.8 Programma 8: Centrumontwikkeling

4.8.1

Algemeen beleidskader / visie

De verdere ontwikkeling van het Helmondse stadscentrum als centrum van de stad en van de

regio is een van de speerpunten van beleid en is als zodanig een van onze belangrijkste

beleidsopgaven.

Het gemeentelijk beleid ta.v. de ontwikkeling van het centrum is gebaseerd op de vastgestelde

Integrale Structuurvisie Centrum Helmond en de Integrale Stadsvisie 2010. Het gaat erom de

bestaande kwaliteiten van het centrum te verbeteren en de minder kwalitatieve elementen aan te

pakken, opdat er een aantrekkelijk centrum ontstaat voor een stad van 100.000 inwoners. Daarbij gaat

het erom, dat het centrum meer bezoekers zal trekken, die er gemiddeld langer zullen verblijven.

Het gaat om drie speerpunten:

. De versterking en vergroting van de economische aantrekkingskracht van het stadscentrum en de

stad in de regio.

. Economische structuurverbetering door verbetering van de omgevingskwaliteit, het creëren van

heldere winkelcircuits en waar nodig de herinrichting van de openbare ruimte.

. Een verregaande differentiatie binnen de vernieuwde woningvoorraad, het winkel aanbod en de

sociale voorzieningen.

De drie speerpunten worden met elkaar verbonden door de realisatie van verschillende sferen:

Brabants, cultureel en historisch/industrieel. Om voornoemde ambities tot stand te brengen zal

worden samengewerkt met het bedrijfsleven, de ondernemers in de stad en de burgers.

4.8.2 Doelstellingen

De gemeenteraad van Helmond heeft in de Integrale Structuurvisie Centrum Helmond vastgelegd, dat

het centrum van Helmond de komende 15 tot 20 jaar herontwikkeld zal worden. De uitwerking van de

structuurvisie houdt o.a. in:

. Het versterken van de detailhandelsfunctie van het centrum zowel kwantitatief (indicator toename

van het aantal m2 verkoopvloeroppervlak) als kwalitatief.

. Het vergroten en aantrekkelijker maken van het verblijf in het centrum o.a. door betere benutting

en uitwerking van de kansen op het gebied cultuur en toerisme: Kasteel-museum, Boscotondohal,

lambertuskerk e.o., Industrieel erfgoed, vlakke-vloerzaal etc.

. Het vergroten en aantrekkelijker maken van de openbare ruimte met de Markt als speerpunt

. Het verbeteren van de bereikbaarheid van het centrum per auto, per openbaar vervoer, per fiets

en te voet

. Het versterken van de woonfunctie in het centrum.

Om deze doelstellingen te realiseren wordt een tweesporenbeleid gevolgd, enerzijds gericht op de

nieuwe ontwikkelingen, anderzijds op verbeteringen binnen het bestaande centrum.

4.8.3 Prioriteiten 2004

In 2003 is reeds gestart met het opstellen van het Masterplan Centrum, een jaarprogramma voor het

centrum, de prijsvraag voor de Markt en een plan, gericht op verbeteringen (kwaliteitsimpuis) voor het

bestaande centrum. Het Masterplan is een verdere detaillering van de Structuurvisie en wordt onder

supervisie van J. Busquets opgesteld.

Het jaarprogramma zal inzicht geven in de activiteiten die ontplooid worden in de twee sporen

(bestaand en nieuw) en de samenhang daartussen. Daarbij zal op hoofdlijnen aandacht besteed

worden aan de tijdsinvesteringen, capaciteitsinzet, kosten etc. Naast het Masterplan, het

Programmabegroting 2004

33

jaarprogramma, heeft ook het ontwikkelingsplan Bibliotheek, KCH & multifunctionele vlakke-vloerzaal,

de prijsvraag en de kwaliteitsimpuis een hoge prioriteit.

4.8.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

. Opstellen jaarprogramma Centrum

. Opstellen masterplan Centrum

. Opstellen herinrichtingsplan Markt

. Opstellen ontwikkelings- en realisatieplan centrale bibliotheek, KCH & multifunctionele vlakke-

vloerzaai

. Opstellen kwaliteitsplan openbare ruimte en gevelverbeteringen

. Notitie centrum management 2004 e.v.

. Uitvoeren kleine bouwplannen

. Uitvoeren van de stimuleringsregeling Molenstraat.

Resultaten van de centrumontwikkeling kunnen gemeten worden aan de hand van de volgende

indicatoren:

. Toeneming van het aantal m2 winkelvloeroppervlakte (naar schatting in 2015 met 10.000m2).

. Toeneming van de koopkrachtbinding van en de koopkrachttoevloeiing naar het centrum tot 68%

en 37% in 2004 en 75% en 40% in 2010.

. Toeneming en gebruik aantal autoparkeerplaatsen, resp. aantal plaatsen in (bewaakte en

onbewaakte) fietsenstallingen (naar schatting in 2015 met 1.000 plaatsen).

. (Nieuwe) woningen naar aantal en kwaliteit (naar schatting in 2015 met 700 woningen).

. Aantal gerealiseerde kleine bouwplannen en verbeterplannen.

. Aantal aanvragen stimuleringsregeling Molenstraat.

. Inwonersbeoordeling van het centrum; streven is een 7.

4.8.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Intensiveringen speerpunt Versterking Centrum: :¿

Werkbudget programmamanagement 5.000 5.000

Bestaand beleid:

Overiae budaetten 147.779 0

Totaal Centrumontwikkeling 152.779 5.000

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening

2002

Begroting

2003

Meeriarenbearotina (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

,--- ---

,-- --- ---

0

0

0

0

0

Programmabegroting 2004

34

Investeringen 2004-2007 tx.¿1.000)

IVP nr Onderdeel besteandl Invest. Invest'llnvest.llnvest. Totaal 200.41 Aandeel

IntensIverInG 2004 2005 2008 2007 2007 aemeente

SDeefDunt versterkina centrum:

210.15 F Herinrichting Arneideplein bestaand 392 39~ 392

210 Doortrekking Kromme Steenweg tot kruising Eikendreef bestaand 312 31;.: 312

210 Verbinding Ha1emalerrein/Centrum bestaand 196 19E 196

310.10 Steenweg e.o. bestaand 1.729 1.729 1.729

310.11 Herinrichting markt (herschikking marktkramen, bestaand 216 21f 216

1errassen en bomen) 1.76<1

310 Ec. stimulering centrum (kwaliteilsimpuls) intensivering 588 588 294 294 1.764

820.10 Uitvoering structuurvisie centrum bestaand 784 784 1.56!: 1.569

840.90 centrum ontwikkeling (mee~arenprogramma s1edelijke intensivering 2.700 2.7OC 2.700

ontwikkelin!!)

Subtotaal 2.177 3.413 294 2.994 8.878 8.878

Overiae investerinaen 0 C 0

OTAAL 2.177 3.413 294 2.994 8.878 8.878

4.8.6

Ondersteunende informatie

Integrale Structuurvisie Centrum Helmond 2015 (2001)

(concept) Jaarprogramma Centrum 2003

(concept) Masterplan Centrum

Bestuursopdracht kwaliteitsimpuis centrum

Jaarprogramma Centrummanagement

Programmabegroting 2004

35

4.9 Programma 9: Economisch beleid en werkgelegenheid

4.9.1

Algemeen beleidskader I visie

De bevordering van de werkgelegenheid en in dat kader de tijdige ontwikkeling van

bedrijventerreinen en kantorenlocaties is een van de speerpunten van beleid en aldus een van

onze belangrijkste beleidsopgaven.

De Helmondse economie wordt in belangrijke mate bepaald door de algehele economische situatie in

Nederland en Europa. Hoewel de invloed van de gemeente beperkt is kan ze wel stimuleren en

faciliteren: in economisch zwaar weer een aspect dat van evident belang is.

4.9.2 Doelstellingen

Het Helmondse economisch beleid is gebaseerd op de volgende zeven pijlers:

. Stimuleren Helmondse economie en verbreden van de werkgelegenheidsstructuur.

. Uitzetten en implementeren sociaal-economische koers. Een sociaal-economisch beleidsplan is in

voorbereiding.

. Scheppen van nieuwe ruimte voor bedrijvigheid.

. Herstructureren bestaande bedrijventerreinen: face lift, revitalisering, herprofilering en

transformatie.

. Op peil houden kwaliteit via te ontwikkelen bedrijventerreinmanagement.

. Actief opereren op het gebied van de ondernemende stad. Versterking van de samenwerking met

het bedrijfsleven en de kennisinstellingen, gericht op de verbetering van de arbeidsmarkt.

. Bevorderen van toerisme en recreatie.

4.9.3

Prioriteiten 2004

Stimuleren Helmondse economie

. Actief benaderen investeerders en marktpartijen in het kader van de uitvoering van projecten.

. Intensiveren acquisitie en relatiebeheer.

Uitzetten en implementeren sociaal-economische koers

. Vaststellen van het plan en start uitvoering enkele maatregelen.

Scheppen van nieuwe ruimte voor bedrijvigheid

. Aanpassing masterplan bedrijventerrein Brandevoort.

. Instellen taskforce bedrijventerrreinen.

. Ontwikkeling Diesdonk.

. Lobbystrategie aansluiting Helmond op autosnelwegennet.

Herstructureren van bestaande bedrijventerreinen

. Vervolgfase revitalisering bedrijventerrein Hoogeind.

. Intensivering Roburterrein.

. Centrale vrachtwagenparkeerplaats.

. Ontwikkeling PDV-cluster Engelseweg.

Op peil houden kwaliteit

. Ontwikkelen model voor parkmanagement.

. Invoeren van een vorm van parkmanagement op bestaande bedrijventerreinen.

. Verbeteren van de bestaande bedrijfsomgeving.

Ondernemende stad

. Clustervorming in de machinebouw, industriële bouwen textiel gericht op innovaties in

samenwerking met het beroepsonderwijs.

Programmabegroting 2004

36

. Kenniscirculatie tot stand brengen (kenniscentrum duurzame stad en streekontwikkeling) KDS

tussen ondernemingen en organisaties.

Toerisme en recreatie

. Starten met de eerste fase van het project Industrieel Erfgoed in het kader van het groeien naar

een toeristisch project van bovenregionale omvang.

. Het realiseren van gezamenlijke visie op de toekomstige ontwikkeling van het gebied tussen

Helmond en Deurne.

. De doorontwikkeling van het recreatiegebied Berkendonk.

. Nieuwe organisatie WV/ANWB.

4.9.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

Stimuleren Helmondse economie

. Het verhogen van het aandeel kennisgeoriënteerde activiteiten;

. Nieuwe investeerders en marktpartijen interesseren in Helmond;

. Meer intensieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en arbeidsmarktpartners;

. Nieuwe bedrijven voor Helmond aantrekken en bestaande behouden;

. Via krachtige economische promotie de vestigingspositie voor Helmond versterken.

Uitzetten en implementeren sociaal-economische koers

Scheppen van nieuwe ruimte voor bedrijvigheid

. Eind 2004 gereed een aangepast masterplan bedrijventerrein Brandevoort;

. Taskforce bedrijventerreinen operationeel en projectplan vastgesteld voor aanpak en werkwijze;

. Overeenstemming op hoofdlijnen met betrokken partners voor ontwikkeling Diesdonk;

. Plan van aanpak en coalitievorming voor lobbystrategie Helmond op autosnelwegennet.

Herstructureren van bestaande bedrijventerreinen

. De verbetering van de kwaliteit van het bedrijventerrein uit zich in de beleving van de locatie door

gebruikers, werknemers, bezoekers en potentiële vestigers (veelal in bestaande gebouwen).

Op peil houden kwaliteit

. Model voor invoering parkmanagement operationeel en vastgesteld;

. Invoering van vormen van parkmanagement op 1 bestaand bedrijventerrein.

Ondernemende stad

. HBO-opleiding leisure-management realiseren.

. Nieuwe opleidingen tot stand brengen zoals mechatronica en integraal ontwerpen.

Toerisme en recreatie

. Uitvoering van de eerste projecten in het kader van het toeristisch project Industrieel Erfgoed.

. Actualisering van het voetgangersbewegwijzeringssysteem in de binnenstad.

. Fusie ANWB/WV Helmond met de Regio WV Kempen, Peel en Eindhoven.

4.9.5

Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

2004

lasten

2004

baten

Overige intensiveringen:

Onderhoud voetgangerbewegwijzering

Bestaand beleid:

Overi e bud etten

Totaal Economisch beleid en werk ele enheid

6.500

1.657.944

1.664.444

255.344

255.344

Programmabegroting 2004

37

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

1.492.228 1.499.328

346.695 275.618

.--_uu__u_u_-- -----_u_-

-1.145.533 -1.223.710

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties t.o.V. 2004)

2005 2006 2007

-11.900 -11.300 -10.600

-12.500 -12.500 -12.500

_uu__u ----_u_-- -_u_u_u_uu_-

-600 -1.200 -1.900

Investeringen 2004-2007 (x.¿1.000)

IVP nr Onderdeel bestaand! Invest. Invest'llnvesLllnvest. Totaal deel

Intenslverlna 2004 2005 2008 2007 2007 gemeente

Speel'DUnt ontwikkelIng werkgelegenheid

310.10 Revitalisering bedrijventerreinen, infrastructuur bestaand 98 98 198 0

310.11 Revitalisering bedrijventerreinen, infrastructuur bestaand 98 98 198 196

310.12 Revitalisering bedrijventerreinen, verdichting bestaand 98 98 198 0

310.13 Revitalisering bedrijventerreinen, verdichting bestaand 98 98 198 198

310.14 Revitalisering industrie1errein Hoogeind bestaand 201 201 402 201

Subtotaal 593 593 0 0 1.187 593

Overige Investeringen:

310 Helmond ondernemende s1ad I toerisme bes1aend 98 98 198 196

TOTAAL 691 691 0 0 1.383 790

4.9.6

Ondersteunende informatie

Sociaal-economisch beleidsplan (in voorbereiding)

Programmabegroting 2004

38

4.10 Programma 10: Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting

4.10.1 Algemeen beleidskader / visie

De realisering van voldoende woningen van voldoende kwaliteit voor de Helmondse bevolking

en in het bijzonder om de midden- en hogere inkomens meer aan de stad te binden is een van

de speerpunten van beleid. Als zodanig zien wij dit als een van onze belangrijkste

beleidsopgaven.

Het gemeentelijk ruimtelijk beleid is er op gericht, dat Helmond zich ontwikkelt als een volwaardige,

complete centrumstad, waar het veilig en aantrekkelijk is om te wonen, te werken, te bezoeken en te

recreëren.

Op het gebied van de volkshuisvesting is het gemeentelijk beleid er op gericht, dat naast nieuwbouw

de herstructurering en de transformatie van de woningvoorraad in bestaande wijken moet leiden tot

een zodanige samenstelling van de woningvoorraad (kwantitatief en kwalitatief), dat wordt voldaan

aan de veranderende vraag naar woningen en dat een veel evenwichtiger verdeling van de

verschillende typen woningen (o.a. huur/koop) en woonmilieus over de stad en regio tot stand wordt

gebracht. Daarbij geldt, dat het ook voor de midden- en hogere inkomensgroepen aantrekkelijk is en

blijft om in Helmond te wonen.

4.10.2 Doelstellingen

Het gemeentelijk ruimtelijk beleid zal uitgewerkt worden in een nieuw Algemeen Structuurplan, waarin

kwantitatieve doelstellingen en kwalitatieve doelstellingen zo goed mogelijk met elkaar in evenwicht

gebracht zullen worden.

Op het gebied van wonen wordt kwaliteit steeds belangrijker. Helmond heeft daartoe al een aantal

belangrijke aanzetten gedaan. Helmond dient ook de komende jaren aantrekkelijk te zijn en te blijven

als woonstad. Een stad met een gedifferentieerd woningaanbod.

De burger dient meer zeggenschap te krijgen over woning en woonomgeving.

Voor mensen in een kwetsbare positie dienen kansen te worden geschapen door middel van een

gericht doelgroepen beleid. Vanwege de toenemende vergrijzing en de vermaatschappelijking van de

zorg zal de combinatie wonen, zorg en welzijn voor de komende jaren een belangrijk thema worden.

De woningbouwproductie dient zoveel mogelijk te worden verhoogd tot het niveau van de

verstedelijkingsafspraken. Vanwege het feit dat sprake is van stagnatie door planologische

procedures, milieu belemmeringen, langere bouwtijd vanwege extra architectonische kwaliteit en een

stabilisatie van de koopmarkt zal een deel van de geplande VINEX-taakstelling in de periode na 2005

worden gerealiseerd. De afrekening zal plaatsvinden op basis van de bruto productie. De verwachting

is dat de taakstelling op basis van de bruto productie gerealiseerd wordt.

4.10.3 Prioriteiten 2004

. Vanuit de ruimtelijke ordening liggen in 2004 de prioriteiten bij de verdere ontwikkeling en

realisering van de plannen in het centrum, waaronder Suytkade (inclusief de relatie met het

station) en "De Groene Loper", Binnenstad-Oost en Brandevoort. Daarnaast wordt gewerkt aan

het beschikbaar krijgen van uitbreidingsmogelijkheden voor wonen en werken op wat langere

termijn (Lungendonk, Diesdonk).

. Naast de kwantitatieve woonopgave voor de periode 1995-2005 voortvloeiende uit het VINEX

convenant ligt de grootste uitdaging in het ontwikkelen van hoogwaardige woon milieus.

Op basis van de actuele definitie van de VIN EX-opgave haalt onze regio zijn taakstelling. Wel zijn

er in de VIN EX-periode in Helmond minder huizen gerealiseerd dan gepland. Een en ander

Programmabegroting 2004

39

.

betekent, dat Helmond de komende jaren nog een inhaalslag heeft uit te voeren, terwijl bij enkele

regiogemeenten een temporisering zal plaatsvinden. Tot 1 januari 2003 zijn inmiddels 4.819

woningen gerealiseerd, zodat een restant taakstelling overblijft van 2.633 woningen. Voorzover

thans kan worden overzien zullen in de periode 2003/2004 ca. 1.600 woningen worden

opgeleverd. Na aftrek van de vervangende nieuwbouw is sprake van een netto productie van ca.

1.250 woningen. Voorzover de opnamecapaciteit van de woningmarkt dit toelaat zal in de

komende jaar getracht worden de woningbouwproductie tot het niveau van de

verstedelijkingsafspraken te verhogen.

Gelijktijdig met de bouw van nieuwe woningen, waarvan 10% in de sociale koopsector, zullen

woningen worden gesloopt en huurwoningen worden verkocht.

Voorts zijn woningverbeteringen, woningaanpassingen (duurzaam en veilig) en het opplussen van

woningen voor ouderen noodzakelijk.

.

4.10.4 Activiteiten 1 inspanningen 1 resultaten

Zowel met de woningcorporaties als met de marktpartijen (aannemers en projectontwikkelaars) zullen

nadere afspraken worden gemaakt om de woningbouwproductie zoveel mogelijk conform planning te

realiseren. Met de lokale woningcorporaties worden prestatie-afspraken gemaakt over hun aandeel in

de woonopgave. Tevens worden hierin afspraken gemaakt over het beheer en de verhuur van de

kernvoorraad voor de doelgroepen van beleid. In 2004 zal de woonvisie worden geactualiseerd.

De woningnieuwbouwen de verkoop van huurwoningen moeten leiden tot een meer evenwichtige

opbouw van de woningvoorraad, resulterend in een gewenste verhouding tussen huur- en

koopwoningen van 45/55% in het jaar 2010 .

Voor 2004 zal extra inspanning nodig zijn om de woningbouwproductie voor de komende jaren veilig

te stellen. Deze extra inspanning is nodig om de productie in de huidige economische context op peil

te houden. Naast een veelheid aan kleinere binnenstedelijke woningbouwprojecten zullen de volgende

projecten in 2004 een impuls krijgen:

Centrum

. Markt. Gestart wordt met de uitvoeringsmaatregelen a.g.v. de kwaliteitsimpuis en de prijsvraag

. Steenwegkwartier. Er wordt gestart met de nieuwbouw van zaal "Traverse". Er is helderheid over

de positie van het Kunstencentrum Helmond.

. Kluisstraat. Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen marktpartij en Wbv Volksbelang. De

planologische procedures lopen en een masterplan is gemaakt.

. Masterplan. Er is overeenstemming over het masterplan. Een samenwerkingsovereenkomst met

de marktpartijen is getekend.

Suytkade

. Bij voorspoedige planologische procedures wordt aan de bouw van het 1 e deelplan van 240

woningen begonnen. Er wordt gestart met de bouw van het eerste kantoorpand.

. Het bestemmingsplan zal vervolgens worden vastgesteld in de raad.

. De planontwikkeling voor de aansluiting met de kanaaldijk en de brug nadert de voltooiing.

. Het ontwerp van de onderwijsvoorziening zal per ultimo 2004 gereed zijn.

. Het beeldkwaliteitsplan voor het "niet woongedeelte" zal gereed zijn.

Stationsomgeving

. Er wordt een samenhangende stedenbouwkundige visie opgesteld waarin de aanpak van het

station en de Annawijk in hoofdlijnen zijn aangegeven. De aansluiting op Suytkade is duidelijk.

. De procedure rondom de toekenning van de BlAK subsidie loopt.

Binnenstad-Oost

. Zie hiervoor het separate programma

Brandevoort

. De woningbouw in de Buitens nadert haar voltooiing.

Programmabegroting 2004

40

. De procedures voor verplaatsing van de hoogspanningsmasten loopt nog

. Enkele bedrijfsverplaatsingen zijn een feit geworden

. Het Multi Functioneel Centrum is in aanbouw

. De planontwikkeling van de commerciële voorzieningen loopt volop

. Het definitieve ontwerp van de medische en zorgvoorzieningen is afgerond.

. De planvoorbereiding voor het station is een afrondende fase. Het voorlopig ontwerp is gereed.

. Er is een samenwerkingsovereenkomst met de marktpartijen getekend. De juridische en

planologische procedures zijn gestart.

Overigen

. Start bouwplan Ruusbroeclaan.

. Bij het Glass Deco terrein is de planontwikkeling in volle gang. De planologische procedures

worden opgestart.

. De saneringen bij de Groene Loper zijn gestart. Het bestemmingsplan is goedgekeurd. De nieuwe

fabriek van Kappa Van Dam wordt gebouwd.

. Er is een visie op de geledingszone Brouwhuis. Er wordt gewerkt aan het benodigde planologisch

kader

. In 't Hout zijn diverse projecten in planontwikkeling.

. In veel overige plannen zijn woningen in ontwikkeling of aanbouw

4.10.5 Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

2004

lasten

Intensivering speerpunt Continuering woningproductie:

Uitbreiding 0,5 fte BWT tbv verweerschriften *

Uitbreiding 1 fte PBH tbv plankosten *

Bestaand beleid:

Overi e bud etten 14.821.418 11.681.440

Totaal Ruimtelïke ontwikkelin en volkshuisvestin 14.924.418 11.681.440

2004

baten

33.000

70.000

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

56.464.515 12.789.815

58.603.081 9.967.878

'__n_____n_nn- ------______nn-

2.138.566 -2.821.937.

Meeriarenbeqrotinq (mutaties t.o.V. 2004)

2005 2006 2007

500 1 .000 1.500

.___n__nn____- --nn____nn__- __n_____-_-_nn

-500

-1.000

-1.500

Geen investeringen

4.10.6 Ondersteunende informatie

Vinex-uitvoeringsconvenant (1995)

Intentieafspraken Verstedelijking 2010 Zuidoost-Brabant (maart 2002)

Nota Wonen (november 2002)

Regionale Woonvisie (in voorbereiding)

Prestatieafspraken woningcorporaties (in voorbereiding)

Programmabegroting 2004

41

4.11 Programma 11: Stedelijke vernieuwing

4.11.1 Algemeen beleidskader I visie

De geïntegreerde aanpak van een groot aantal knelpunten op verschil/ende beleidsterreinen in

Binnenstad-Oost is een van onze speerpunten van beleid en is als zodanig een van onze

belangrijkste beleidsopgaven.

De minister van VROM vindt het van belang, dat er tempo wordt gemaakt met de aanpak van de

herstructurering in de vijftig Nederlandse wijken, waar sprake is van de meest hardnekkige

achterstand. De wijk "Helmond Binnenstad" is aangewezen als één van deze vijftig wijken. De wijk

"Helmond Binnenstad" omvat globaal het Centrum, Binnenstad-Oost, Suytkade en Helmond-West.

Het is de bedoeling dat er de komende jaren zowel vanuit het rijk als de betrokken gemeenten een

gerichte aanpak wordt gezet op deze 50 wijken, waarbij het rijk de bedoeling heeft extra faciliteiten ter

beschikking te stellen op het gebied van matching van corporatiegelden, mogelijke afwijking van wet-

en regelgeving (met name op milieugebied), fiscale regelingen, gerichte inzet van innovatiesubsidie

e.d.

De absoluut hoogste prioriteit binnen het gemeentelijk beleid op het gebied van de stedelijke

vernieuwing heeft het deel Binnenstad-Oost.

Voor ons beleid t.a.v. de Centrumontwikkeling verwijzen wij naar programma 8. Voor Suytkade is een

grotendeels rendabele planontwikkeling voorzien, terwijl wij in Helmond-West vooralsnog vooral

volgend zijn ten aanzien van het strategisch voorraad beleid van WoCom.

4.11.2 Doelstellingen

De komende jaren zal in Binnenstad-Oost fors geïnvesteerd gaan worden, zowel door de gemeente

als door woningbouwcorporaties, bouwbedrijven en anderen. De aanpak is er op gericht om de wijk

vanuit een achterstandssituatie langzaam doch zeker te transformeren naar een wijk met een prettig

woon- en leefklimaat, vergelijkbaar met andere wijken in Helmond. De uitdaging is er vooral op gericht

dat bestaande kwaliteiten zoveel mogelijk verbeterd worden en dat aspecten die een structureel

negatieve invloed hebben op de wijk met meer diepgaande maatregelen worden aangepakt.

Samenwerking tussen alle partners3 is hierbij het sleutelwoord. De herontwikkeling concentreert zich

op een ruimtelijk-fysieke herstructurering en een sociaal-economische herstructurering. Daarnaast is

er extra aandacht voor handhaving, sociaal en fysiek beheer van de wijk.

4.11.3 Prioriteiten 2004

.

De start van de vervangende nieuwbouw in de Dierenbuurt en Sassen buurt vormt een belangrijke

impuls op het gebied van de herstructurering van de woningvoorraad (wijziging

woningdifferentiatie) in Binnenstad Oost.

De start van de nieuwbouw van het wijkhuis/brede school is van belang voor de versterking van

de sociale cohesie in de wijk en de verbetering van het (sociale) leefklimaat.

De handhaving en het beheer in Binnenstad-Oost worden geïntensiveerd.

.

.

3 Gemeente, corporaties, politie, marktpartijen, bewonersorganisaties, maatschappelijke organisaties etc.

Programmabegroting 2004

42

4.11.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

. Op sociaal-maatschappelijk terrein is in Binnenstad-Oost sprake van de start van de nieuwbouw

van het wijkhuis/brede school. Een centraal in de wijk gelegen voorziening, die als sociaal-

maatschappelijk hart gaat fungeren.

. In de loop van 2004 wordt gestart met het inrichten van een jongerenvoorziening voor 16-plus.

. In de ruimtelijk-fysieke sfeer (herstructurering) is in een groot aantal deelgebieden van de wijk

sprake van gefaseerde sloop en nieuwbouw. In de Dierenbuurt is een aanvang gemaakt met de

eerste bouwblokken in de omgeving van de Wezelstraat, de woningverbetering

Hindestraat/Hindeplein wordt afgerond en voorbereidingen worden getroffen voor een nieuwe

inrichting van de openbare ruimte.

. In de Sassenbuurt is eveneens gestart met een nieuwbouwproject, omgeving Heistraat en

Sassen straat. Ook is bij een aantal losse projecten, zoals de Paterslaan, Beelsstraat en Wolfstraat

gestart met bouwactiviteiten.

Op andere locaties wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van nieuwbouw, een en ander als

gevolg van de gefaseerde aanpak. Een bijzonder project is de Leonarduskerk; een rijksmonument

dat verbouwd wordt tot multifunctioneel gezondheidscentrum met woningen.

. Op ruimtelijk-economisch gebied wordt gestart met de transformatie van de Heistraat. In ieder

geval moet concreet een bouwtitel voor een winkelplein voorliggen en voor diverse losse

projecten, o.a. een bedrijvencentrum.

. In de sfeer van handhaving en beheer wordt o.a. een buurtschouw georganiseerd en worden

uitwassen zoals loketverkoop, illegale pensions, hennepkwekerijen strak aangepakt.

. Een nieuw informatiepunt met website etc. is operationeel. Een imagocampagne is gestart. Met

bewoners en belanghebbende partijen voor het zogenaamde fase 3 gebied (Karel

Raijmakersstraat) wordt de discussie geopend omtrent een stedenbouwkundige ingreep.

. Het resultaat zal zijn, dat de verhouding koop-huur in Binnenstad-Oost is gewijzigd van 23:77% in

2000 naar 50:50% in 2010.

. De WOZ-waarde van de woningen in Binnenstad-Oost ligt in 2010 maximaal 30% onder het

stedelijke gemiddelde in 2010.

. Het rapportcijfer van de inwoners voor "de woonomgeving in het algemeen" is minimaal een 7 in

2010.

4.11.5 Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Intensivering speerpunt Binnenstad-Oost: ¿

Werkbudget programmamanagement 5.000

Overige Intensiveringen:

Buurtconciërges bij SWH 5.000

Bestaand beleid:

Overiae budaetten 3.193.891 313.330

Totaal Stedelijke vernieuwing 3.203.891 313.330

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

1.778.203 2.604.579

20.549 33.262

'___--__n- ---

-1.757.654 -2.571.317

Meeriarenbeqrotinq (mutaties t.O.v. 2004)

2005 2006 2007

'______nn__n_- --_------nnn_- --______n______-

0

0

0

Programmabegroting 2004

43

InvesterinGen 2004-2007/x.¿1.0001

IVP nr Onderdeel bestaand! Invest. Invest.llnvest'llnVeBt. Totaal 200<1 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 aemeente

SD88rDUnt Binnenstad Oost:

220.25 Parkeervoorzieningen Binnenstad Oost, onrendabele top bestaand 941 941 941

660.10 A Wijkaccommodatie Binnenstad-Oost ! Brede School bestaand 2.269 1.815 4.08<1 4.084

821 A Stadsvern ieuwingsprog ram ma imensivering 1.996 1.996 1.996 1.996 7.986 7.985

Idem Extra tbv Heistraat 1.600 1.600 3.200 3.200

840.90 Wijkontwikkeling Binnenstad Oost/Fase 3 (Heistraat bestaand 322 32:1 322

e.o.)

840.90 Wijkontwikkeling Binnenstad Oost/Fase 3 (Heistraat bestaand 322 32:1 322

e.o.) 39:2

660.90 A Openbare ruimte in herstructureringsgebieden bestaand 392 392

Binnenstad Oost

660.90 A Openbare ruimte in herstructureringsgebieden bestaand 392 39:2 392

Binnenstad Oost

Subtotaal 5.920 4.525 3.596 3.596 17.638 17.638

Overiae investerinaen 0 0 0

TOTAAL 5.920 4.525 3.596 3.596 17.638 17.638

4.11.6 Ondersteunende informatie

Wijkontwikkelingsprogramma Binnenstad-Oost

Programmabegroting 2004

44

4.12 Programma 12: Verbetering bereikbaarheid

4.12.1 Algemeen beleidskader / visie

De verbetering van de bereikbaarheid is een speerpunt binnen het gemeentelijk beleid van

Helmond en is als zodanig een van onze belangrijkste beleidsopgaven.

Zowel het rijk als de provincie vragen aandacht voor een betere benutting van bestaande

infrastructuur. In de recente nota Mobiliteitsmanagement ligt de nadruk op de keten benadering. Hierin

staat de verplaatsingsbehoefte van de reiziger centraal. In dit concept past ook de door provincie

gevraagde netwerkbenadering en samenwerking tussen de diverse wegbeheerders om tot een

integrale aanpak van het mobiliteitsvraagstuk te komen.

Wij onderschrijven wens en noodzaak voor regionale samenwerking bij het oplossen van

bereikbaarheidsproblemen.

4.12.2 Doelstellingen

. Zorgdragen voor -minimaal- het handhaven en zo mogelijk verbeteren van de bereikbaarheid van

de economische centra en voorzieningen door de inzet van een integraal en samenhangend

pakket van maatregelen. In 2003/2004 zal een set van indicatoren worden voorgesteld om de

ontwikkeling van de bereikbaarheid in en om Helmond te kunnen volgen.

. In 2004 dient het aandeel van de fiets en het openbaar vervoer in de modal split (aantal

verplaatsingen) minimaal op het niveau van 2002/2003 gehandhaafd te blijven.

. Stimuleren van het fietsgebruik in met name de kansrijke sectoren: recreatief en korte ritten.

. Betere regionale afstemming van verkeersmaatregelen en -beleid wegbeheerders.

. Instandhouden en bevorderen van goed bereikbare en goed gefaciliteerde Hoogwaardige

Openbaar Vervoervoorzieningen tussen Helmond en andere steden, resp. gebieden binnen en

buiten Brabant in kansrijke segmenten.

4.12.3 Prioriteiten 2004

.

Maatregelen die het fietsgebruik en het openbaar vervoer gebruik stimuleren.

Afspraken maken over boven lokale samenwerking om het bestaande wegennet beter te benutten.

Oplossen op korte termijn van urgente knelpunten t.a.v. bereikbaarheid voor gemotoriseerd

verkeer binnen Helmond.

Stimuleren afronding besluitvorming regionale bereikbaarheid Zuidoost-Brabant.

Verder ontwikkelen van een (verkeers)structuurplan ten behoeve van de autobereikbaarheid van

Helmond en binnen Helmond op langere termijn.

Stimuleren mogelijkheden goederenvervoer over water en nieuwe concepten

binnenstadbevoorrad ing.

Voorbereiden van een Integraal Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.

.

.

.

.

.

.

4.12.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

. Verdere deelneming van Helmond in SRE-verband aan de BOSE-studie; die moet in 2004 leiden

tot een tracévoorstel voor de afronding van de wegenstructuur (ruit) rond Eindhoven en Helmond.

. Deelname van Helmond aan projecten ten behoeve van een betere benutting Onderliggend

Wegennet Zuidoost-Brabant.

. Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met de provincie ten aanzien van Incident

Management op lokale wegen die onderdeel uitmaken van een doorgaande route

Programmabegroting 2004

45

.

Participatie Helmond in innovatieprojecten stimulering goederenvervoer over water: Projecten

Waterslag en Distrivaart

Participatie Helmond in projecten nieuwe concepten binnenstadsbevoorrading: Deelname Pilot

Stadsbox.

Voorbereiding en realisering station Brandevoort.

Verdere deelneming van Helmond aan project OV-Netwerk Brabantstad met als doel goede

aansluiting van Helmond op zowel snelle intercity-spoorverbindingen als regionale spoor- en

busverbindingen.

Voorbereiden ontsluiting Centrumstation vanaf de zuidzijde.

Handhaven van het vraaggestuurde Taxbus-systeem.

In SRElORION-verband zorgen voor het op peil houden van de huidige busvoorzieningen in en

rond Helmond, binnen de bij het SRE beschikbare budgetten.

Aanleg fase 1 completering fietsroutenetwerk op basis van goedgekeurd fietsbeleidsplan.

Voorbereiden aanleg en financiering VLlTS-route naar Eindhoven.

Realisering ongelijkvloerse fietsoversteek Vlierdensedijk.

Voorbereiden en zo mogelijk starten met de verbetering van de Noord-zuid-hoofdroute via N266-

Rochadeweg-N279, waaronder aanpassingen aansluitingen BlOB/Brouwhuis met Rochadeweg,

de reconstructie kruising Rochadeweg-N279 en zo mogelijk de aanpassing van de aansluiting

N266-Rochadeweg.

Afronding fase 3 studie Hoofdwegenstructuur (uitwerking Scenario 1 naar Schetsontwerp) en start

fase 4 (Van Schetsontwerp naar Definitief Ontwerp).

Opstellen Voorbereidingsnota en Plan van Aanpak Integraal Gemeentelijk Verkeers-en

Vervoersplan.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

4.12.5 Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

2004

lasten

2004

baten

Intensivering speerpunt Verbetering bereikbaarheid:

Bijdrage Brabantstad 2e fase

Bestaand beleid:

Overi e bud etten

Totaal Verbeterin bereikbaarheid

1.200

98.800

100.000

0

0

Rekening

bedragen in 2002

Lasten 32.092

Baten

._n__n_nn___n ____n__n_n___-

Saldo -32.092 -98.800

51.200

Begroting

2003

98.800

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties t.o.V. 2004)

2005 2006 2007

0 0 -51.200

._nn__nn_n_- --_unn_-_u_u __n_n--n_nn-

0

0

Programmabegroting 2004

46

InvesterInGen 2004-2007 fx.¿1.000)

IVP nr Onderdeel besteand! Invest. Invest.llnvest.llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 Gemeente

SDeeraunt verbetering bereikbaarheid

210.10 Herstellen verharding Hemi Dunanttunnel intensivering 1.~ 1.267 1.267

210.10 Hoofdwegenstructuur 4e fase studie intensivering 75 50 125 125

210.10 Mobiliteitsfonds intensivering p.m p.m. p.m.

210.10 Mobiliteitsfonds intensivering 550 550 550 550 2.200 2.200

210.15 G Aanpak station en omgeving + passerelle bestaand 392 39:2 392

210.15 G Aanpak station en omgeving + passerelle bestaand 3.530 3.53(1 0

230 Vervolmaken fietspadennetwerk bestaand 96 98 196 196

230 Ivervolmaken fietspadennetwerk bestaand 98 98 196 0

230 Verkeersvei li gh e isp lan -uitvoerin gsm aa treg e I en bestaand 199 100 149

230 Verkeersvei lighe Isp lan -uitvoerin gsm aatreg e I e n intensivering 199 100 149

230 Stimulering openbaar vervoer, aanpassen infrastructuur bestaand 106 106 212 0

230 Stimulering openbaar vervoer, aanpassen infrastructuur bestaand 12 12 24 24

230.35 Ivervanging verkeerslichten (extra) bestaand 147 147 294 294

230.35 !vervanging VRI's: uitgangspunt 2 installaties per jaar bestaand 153 157 161 471 471

230.35 Vervanging VRI's: uitgangspunt 2 installaties per jaar intensivering 165 165 165

230.35 Aanleg rotonde Rooseveltiaan-Hortsedijk intensivering 209 209 209

Subtotaal 1.640 4.747 910 2.181 9.678 5.641

Overige Investeringen 0 C 0

TOTAAL 1.640 4.747 910 2.181 9.678 5.641

4.12.6 Ondersteunende informatie

Nota Mobiliteitsmanagement

CV-Netwerk Brabantstad - rapportages

Projectplan Project gebiedsgericht Benutten in Zuidoost-Brabant

Studie Hoofdwegenstructuur - rapportages

Strategie Goederenvervoer 2002-20.10 - Provincie Noord-Brabant

Logistieke Uitdagingen voor de Nederlandse Economie - Raad voor Verkeer en Waterstaat

Programmabegroting 2004

47

4.13 Programma 13: Beheer openbare ruimte

4.13.1 Algemeen beleidskader I visie

Ontwikkelen en uitvoeren van integraal meerjarenbeleid voor de instandhouding van de openbare

ruimte vanuit de deelgebieden verkeer, vervoer, wegen en water. Het doel is aanleggen, beheren,

onderhouden en reinigen van wegen, andere openbare verhardingen, straatmeubilair, straatverlichting

en waterwegen met bijbehorende kunstwerken.

4.13.2 Doelstellingen

De doelstellingen zijn de bevordering van de verkeersafwikkeling en de scheepvaartfunctie, wat

bijdraagt aan het economisch functioneren van de stad. Daarnaast en niet minder belangrijk wordt

nagestreefd dat de (verkeers-)veiligheid tenminste gelijk blijft.

4.13.3 Prioriteiten 2004

Om te komen tot een efficiënte werkwijze en een groter maatschappelijk draagvlak zal daarnaast

gestreefd worden naar een meer gebiedsgerichte aanpak, waarbij de integratie en afstemming van

werken op gebieden van riolering, verkeer, groen, verlichting etc. worden meegenomen. Door

bewoners ervaren knelpunten krijgen ook een prioriteit bij de budgettoewijzing.

In het kader van de bepaling van gewenste kwaliteitsbeelden en na te streven kwaliteitsniveaus voor

ontwerp en herinrichting zullen richtlijnen ontwikkeld worden in relatie tot beheerkosten en onderhoud.

Ten aanzien van de vervanging van verkeersregelinstallaties (volgens een levenscyclus van 15 jaren)

wordt het geldend beleid voortgezet.

4.13.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

. Afronden van de herinrichting van de Kanaalzone, i.c. Kanaaldijk Noord-West.

. Snelheidsremmende maatregelen in het kader van Duurzaam Veilig.

. De uitvoering van het Kunstwerkenbeheerplan.

. Vervanging 2 verkeersregelinstallaties.

4.13.5 lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Overige intensiveringen: ~

Beheersplan civieltechnische kunstwerken 80.000

Onderhoud waterlopen 20.000

Onderhoudscontract verkeersmodel 4.800

Bestaand beleid:

Overiae budaetten 13.547.522 3.880.464

Totaal Beheer openbare ruimte 13.652.322 3.880.464

Programmabegroting 2004

48

Rekening Begroting

bedragen in 2002 2003

Lasten 13.482.451 13.445.399

Baten 2.943.035 3.218.422

Saldo '---:1o.53ii416 ---:10.226~977~t~IËffi1~_;

Zie ook paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.

Meeriarenbeqrotinq (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

282.501 608.202 933.603

.-- --- _--__nu__-uu-

-282.501

-608.202

-933.603

Investeringen 2004-2007 (x.¿1.000)

IVP nr Onderdeel besteand! Invest. Invest.l,nvest.llnvest. Totaal 200'1 Aandeel

lotenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 aemeente

OVerlas Investerlnaen:

210.10 Reigerlaan-Vinkenlaan; snelheidsremmende maatregel intensivering 35 3~ 25

210.10 Vervolmaken fietspaden netwerk intensivering 200 200 4OC 200

210.15 C Herinrichting kanaaJzone Kanaaldijk Noord-West intensivering 82 8~ 82

210.15 H Openbare ruimte Stiphout - Dorpsstraat bestaand 392 3~ 392

210.150 Plankosten infrastructuur bestaand 76 76 15~ 152

240.20 Ontmanteling Houtse Parallelbruggen intensivering 58 se 58

240.20 Vervangen van twee houten bruggen intensivering 31 31 31

240.20 Vervangen van 1 stuw (Groot Goor) intensivering 7 I 7

240.20 Herstel betonschade brug Kasteeltraverse intensivering 143 143 143

240.20 Vervangen van 3 houten bruggen en 3 fonteinen intensivering 36 36 36

240.20 Baggeren van waterpartijen in de gemeente Helmond intensivering 385 94 475 240

240.30 Baaaeren insteekhaven bestaand 1.838 1.838 0

TOTAAL 1.065 2.186 200 200 3.652 1.364

4.13.6 Ondersteunende informatie

Studie Hoofdwegenstructuur

Gemeentelijk Kunstwerkenbeheerplan

Gemeentelijk Baggerplan 2002

Vaarweg- en Kadeverordening

Verordening Scheepsvaartrechten

Programmabegroting 2004

49

4.14 Programma 14: Groenvoorzieningen en natuurbescherming

4.14.1 Algemeen beleidskader / visie

Onderhouden en beheren van openbaar groen, vijvers en watergangen (met een niet-

waterhuishoudkundig belang incl. onderhoud rietkragen, moeras- en oevervegetaties), het

beschermen van natuur en landschap en het instandhouden van openluchtrecreatiegebieden.

4.14.2 Doelstellingen

Een kwantitatieve en voor zover mogelijk kwalitatieve instandhouding van de bestaande

groenvoorraad, recreatieve mogelijkheden en natuurwaarden, niet alleen in de bestaande stad, maar

ook in de nieuwe woongebieden en bedrijventerreinen.

Ten aanzien van de bomen wordt met de te nemen maatregelen getracht de veiligheidsgarantie te

optimal iseren.

4.14.3 Prioriteiten 2004

Er zijn ontwikkelingen gaande in de richting van een kwaliteitssprong bij de groenvoorzieningen; dan

is het groot belang om de onderhoudsbudgetten op deze nieuwe kwaliteit af te stemmen teneinde

deze langdurig in stand te kunnen houden.

In 2004 zal begonnen worden met het vervangen van het verouderde beheerssysteem.

Met behulp van het nieuwe beheerssysteem en zgn. 'beeld bestekken' zal een nieuwe aanbesteding

van het groenonderhoud plaatsvinden.

Ten aanzien van het bomenbestand zullen tijdig en op de juiste wijze noodzakelijke

beheersmaatregelen (snoei) uitgevoerd worden, essentieel voor de ontwikkeling van een gezond en

kwalitatief goed bomenbestand. Inspectie van de oudere bomen in het bestand vindt plaats om risico's

tijdig te onderkennen.

4.14.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

. Optimaliseren beheer groen door vervangen beheersysteem en vervangen en digitaliseren

beheerkaarten.

. Maatregelen treffen in het kader van verhogen veiligheid rond bomen, hiervoor zal beleid

geformuleerd worden en een maatregelenprogramma worden opgesteld, met een doorzicht naar

de te verwachten uitgaven.

. Vaststellen van een kapvergunningenbeleid, lijst van beschermwaardige bomen op basis van het

vaststellen Algemeen Structuurplan, waaraan gekoppeld een Groenstructuurplan.

4.14.5 lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten

2004

lasten

2004

baten

Overige intensiveringen:

Groenbeheer: veiligheidseisen

Bestaand beleid:

Overi e bud etten

Totaal Groenvoorzienin en en natuurbeschermin

57.500

4.935.081

4.992.581

150.623

150.623

Programmabegroting 2004

50

Rekening Begroting

bedragen in 2002 2003

Lasten 5.795.462 4.741.588

Baten 139.403 146.569

Saldo ----:5~656.ë59 ----:4.595:O19i1;.I;~$

Zie ook paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

55.300 138.400 221.300

.-- --- ---

-55.300 -138.400 -221.300

Investeringen 2004-2007 (x.¿1.000)

IVP nr Onderdeel bestaand! InveBt. InveBt.llnVeBt.llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 luemeente

Overlae InvesterInGen:

580.10 Groen stadspark Warande: opwaarderen bestaand 39 38 39

580.11 Groen stadspark Warande: opwaarderen bestaand 39 38 39

580.12 Veiligheid bomen bestaand 39 39 7e 78

580.10 Groenbeheersysteem; vervanging en digitaliseren bestaand 65 65 13~ 130

beheerkaarten

580.11 Vinao Regionaal Groen (Brandevoort/Vaarle) bestaand 44 44 44 132 66

580.90 Geledingszone Goorloopzone bestaand 196 196 392 0

580.91 Geledinoszone GoorlooDzone bestaand 196 196 392 0

TOTAAL 575 540 44 44 1.203 353

4.14.6 Ondersteunende informatie

Groen Raamwerk Helmond

Algemeen Structuurplan Helmond

Landschapsbeleidsplan Helmond

Speelruimtebeleidsplan

Faunabeleidsplan

Programmabegroting 2004

51

4.15 Programma 15: Milieu

4.15.1 Algemeen beleidskader I visie

Het uitvoeren van diverse milieutaken om een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant in Helmond

te realiseren en in stand te houden. Het Milieubeleidsplan 2000 - 2004 vormt daarvoor het

beleidskader. Voor 2004 wordt dit plan in het milieuwerkprogramma geconcretiseerd.

4.15.2 Doelstellingen

. Het hebben van rioleringen van een acceptabele kwaliteit met het oog op een goede afvoer van

het afval- en hemelwater ten behoeve van de volksgezondheid en het milieu, een en ander

conform de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater en de Wet Milieubeheer.

. Het voorkomen van situaties welke een gevaar c.q. een bedreiging voor de volksgezondheid

zouden betekenen.

. Het voorkomen van hondenoverlast.

. Het beperken van overlast en het verbeteren van de aanblik van de stad door middel van

verwijdering van aangebrachte graffiti en illegaal aangebrachte aanplakbiljetten.

. In het belang van de bescherming van het milieu regels instandhouden.

. Verzorgen van een goede afstemming tussen bodem en andere van belang zijnde beleidsvelden

zoals ruimtelijke ordening, verkeer en bedrijvigheid zodat voorkomen kan worden dat

ontwikkelingen vertraging oplopen.

4.15.3 Prioriteiten 2004

. In het Gemeentelijk Riolerings Plan (onderdeel Waterplan) zijn streefbeelden en ambities

geformuleerd voor het omgaan met water in Helmond:

0 Het afvalwater wordt direct gescheiden in schoon- en vuilwaterstromen.

0 Het vuile water wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuivering.

0 Het schone water wordt verwerkt in de volgorde van:

1. Hergebruik,

2. Infiltratie,

3. Afvoer oppervlaktewater,

4. Afvoer rioolwaterzuivering.

. Naar aanleiding van het in 2002 opgestelde baggerplan is in 2003 een gedetailleerd milieukundig

onderzoek uitgevoerd naar de vijvers in Helmond-noord en de vijvers in de Warande. In 2004

zullen de nodige baggerwerken uitgevoerd worden.

. In het kader van de handhaving en het toezicht Wet Milieubeheer krijgen de risicovolle bedrijven

extra aandacht. Als vervolg op de inventarisatie van die bedrijven zal het accent verschoven

worden van probleemoriëntatie naar handhaving en oplossing van knelpunten (risicocontouren).

. M.b.t. de beperking van de hondenoverlast blijken de extra maatregelen voor verbetering van de

bebording, de aanpassingen en verbetering van terreinen, intensivering van de

reiniginghandelingen en de uitbreiding van het toezicht te hebben geleid tot een afname van 30%

van de klachten.

Onduidelijk op dit moment is of de cruciale handhaving op eenzelfde niveau kan blijven.

. Uitvoering van de bodemsanering conform het ISV-programma en het Wbb-programma op

diverse woon- en bedrijvenlocaties.

. De relatie tussen gemeente en MDRE is toe aan een herorientatie. De taakuitvoering zal onder

nieuwe condities en voorwaarden moeten plaatsvinden. Ter waarborging van de bestuurlijke

verantwoordelijkheid van de gemeente voor de door de MDRE uit te voeren werkzaamheden dient

deze relatie transparant te worden gemaakt.

Programmabegroting 2004

52

Mede aan de hand van een evaluatie van het vigerende milieubeleidsplan wordt in 2004 voor de

periode 2005-2008 een nieuw milieubeleidsplan opgesteld.

4.15.4 Activiteiten / inspanningen / resultaten

. Uitvoering van het Operationeel Programma Rioleringen 2004.

. Uitvoering van het groot onderhoud gemalen.

. Baggeren waterpartijen in de woonomgeving.

. De stadsvijvers in Helmond-noord en in de Warande schoonmaken.

. Verantwoorder omgaan met (schoon) water.

. Uitvoeren van het bodemsaneringsprogramma 2004

. De risico's van bodemverontreiniging worden beperkt.

. In het kader van het toezicht en de handhaving van de Wet Milieubeheer krijgen de risicovolle

bedrijven extra aandacht.

. Aandacht voor vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied zodat daar geen illegale

activiteiten plaatsvinden. In geval van sloop moet voorkomen worden dat asbest vrijkomt.

. Het gebruik van energie en grondstoffen wordt verminderd.

. De negatieve milieueffecten in woon- en leefomgeving worden beperkt.

. De kennis van milieu en duurzaamheid wordt bevorderd.

. Voortzetting van de handhaving t.a.v. hondenoverlast.

. Vergroting van de gemeentelijke sturingsmogelijkheden van de MORE.

. Met de MORE zoveel mogelijk werkafspraken maken op basis van vaste prijzen per product.

. Ontwikkelen van een milieuwerkprogramma nieuwe stijl waarin de opdrachtgeversrol van de

gemeente goed is geformuleerd.

. Opstellen en uitvoeren van het milieuwerkprogramma 2004. Ten opzichte van 2003 zal in dit

programma een bezuiniging worden doorgevoerd van ¿ 100.000. Dit programma wordt separaat

ter vaststelling aangeboden aan de raad.

. Het adequate niveau van de milieuvergunningen is 97% of hoger.

4.15.5 Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Bestaand beleid: ~

Overiae budaetten 17.595.399 15.191.962

Totaal Milieu 17.595.399 15.191.962

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

15.226.776 16.418.200

13.229.746 14.216.376

,--- ---

-1.997.030 -2.201.824

Meeriarenbearotina (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

207.939 451 .572 688.139

150.767 356.600 555.467

.-- ------______n__- ---

-57.172 -94.972 -132.672

Programmabegroting 2004

53

InvesterinGen 2004-2007 1x.¿1.0001

IVP nr Onderdeel besteendl Invest. Invest.llnvest.llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 gemeente

OVerige Investeringen:

240.20 Sanering kanaalbodem bestaand 45 ~ 45

240.20 Sanering kanaalbodem inlensivering -45 45 0

720.05 Milieustraat Helmond bestaand 392 392 0

720.05 Ondergrondse afvalvoorzieningen de Veste inlensivering 60 60 60 60 240 0

730.05 RioIerinasoroaramma bestaand 4.025 3.896 3.671 11.592 0

TOTAAL 4.085 4.348 3.776 60 12.270 45

4.15.6 Ondersteunende informatie

Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater

Europese Kaderrichtlijn Water (2003)

4de Nota Waterhuishouding (rijk)

Wet Milieubeheer

Gemeentelijk Rioleringsplan

Waterplan

Nota Hondenbeleid

Gemeentelijk Baggerplan 2002

Nota "Van Zak naar Bak"

Programmabegroting 2004

54

4.16 Programma 16: Bestuur en organisatie

4.16.1 Algemeen beleidskader I visie

Bestuur:

De oplossing voor regionale ruimtelijke vraagstukken wil het kabinet bereiken door het stimuleren van

intergemeentelijke samenwerking. Wetgeving wordt via beleidsnotities voorbereid. Daarbij wordt ook

de toekomstige samenwerking in de Kaderwetgebieden meegenomen. De samenwerking in Zuidoost-

Brabant zal gecontinueerd moeten worden als Wgr-plusregio. Dat wil zeggen, dat de terreinen,

waarop samengewerkt moet worden benoemd worden en dat het rijk en/of de provincie hieraan taken

en/of middelen kunnen toevoegen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aan de provincie Noord-Brabant

gevraagd een analyse te maken van knelpunten, alsmede te komen tot een set van concrete

afspraken tussen de betrokken gemeenten, waarmee de problematiek van Eindhoven en de regio op

basis van samenwerking effectief kan worden aangepakt.

In het voorjaar van 2003 is door de randgemeenten rond Eindhoven (BaR-gemeenten) het initiatief

genomen om te komen tot een stel afspraken voor het aanpakken van de ruimteproblemen van

Eindhoven. Onze gemeente is daarbij betrokken. Nog in het najaar van 2003 zullen concrete

voorstellen hierover aan de provincie Noord-Brabant kenbaar gemaakt worden.

De dualisering van het gemeentelijk bestel vraagt om een verdere uitwerking. Lokaal zal de werking

van het duale systeem onderwerp van bespreking zijn binnen de raad. Verordeningen over de

financiële gang van zaken zullen moeten worden vastgesteld. Eerder is door de raad al uitgesproken

dat een vernieuwde beleidsvisie met betrekking tot de bestuurlijke participatie van burgers

noodzakelijk is. De nota "Vinger in de pap" is gedateerd. Er moet rekening gehouden worden met

actuele maatschappelijke ontwikkelingen en met het streven om de democratische legitimatie van het

bestuur te versterken.

Organisatie:

Bij dit programma zijn tevens de middelen en intensiveringen met betrekking tot het onderdeel

organisatie opgenomen. Dit onderdeel is inhoudelijk afzonderlijk toegelicht in de paragraaf

Bedrijfsvoering.

4.16.2 Doelstellingen

. De positie van de gemeente Helmond bij het maken van regionale afspraken zorgvuldig bewaken.

. Werken aan de verdere implementatie van het project dualisering van het gemeentebestuur door

invulling te geven aan de wettelijke verplichtingen ter zake en de door de gemeenteraad uitgezette

beleidslijnen in dit kader.

. Afronding proces om te komen tot een geactualiseerde gemeentelijke beleidsvisie met betrekking

tot bestuurlijke participatie.

4.16.3 Prioriteiten 2004

.

Creëren van een nieuw kader voor intergemeentelijke samenwerking in Zuidoost-Brabant middels

een nieuwe gemeenschappelijke regeling.

Samen met de gemeente Eindhoven het voortouw nemen bij het positioneren van Zuidoost-

Brabant als gebied waar gemeenten goed onderling samenwerken.

Samen met de provincie en de gemeenten Asten en Som eren zoeken naar bestuurlijke

mogelijkheden voor het aanpakken van de (sub)regionale ruimteproblemen op het terrein van

woningbouw en bedrijfshuisvesting.

.

.

Programmabegroting 2004

55

4.16.4 Activiteiten I inspanningen I resultaten

. Vaststelling programma- en productbegroting 2004.

. Aanpassing gemeentelijke verordeningen aan wetsvoorstel dualisering gemeentelijke

medebewindsbevoegdheden (vermoedelijk op 1-1-2004 in werking).

. Vaststelling beleidsnota bestuurlijke participatie Helmond 2004.

. Vaststelling Helmregels 2004.

4.16.5 Lasten en baten.

Specificatie onderliggende budgetten 2004 2004

lasten baten

Overige intensiveringen: ¿

Exploitatielasten IVP 16.867

Uitbreiding 1 fte Stadswinkel * 65.000

Uitbreiding 2 telefoonstations Stadswinkel 9.000

Overhead formatieuitbreidingen * 60.000

ICT-Hosting 350.000

Aanpassing installaties en plafonds 385.000

Onttrekking pijlerreserve Organisatie 385.000

Onttrekking pijlerreserve Sociaal 425.000

Werkbudget manager projectfinancieringen 20.000

Juridische bijstand en adviezen 39.000

Werkbudget GSB tbv programmamanagement -10.000

Bestaand beleid:

Stelpost formatie-uitbreiding/kwaliteitsimpuls tbv *-form -300.000

Overiae budaetten 24.771.357 15.521.054

Totaal Bestuur en organisatie 25.406.224 16.331.054

incidenteel

incidenteel

incidenteel

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Rekening Begroting

2002 2003

22.222.666 28.152.678

10.048.249 7.471.232

.___n___n___---- _____n_n__-----

-12.174.417 -20.681.446

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

2.839.063 7.106.554 10.329.144

-1.135.400 -1.179.678 -1.178.478

.-______nn_---- _nnn__nnn_- _____nn___nn-

-3.974.463 -8.286.232 -11.507.622

Investeringen 2004-2oo7/x.¿1.000\

IVPnr Onderdeel bestaand! Invest. Invest'l,nvest'llnvest. Totaal 2004 Aandeel

Intenslverlna 2004 2005 2006 2007 2007 laemeente

Bestuur:

nvt 0 0

Organisatie:

002 A Arbo-maatregelen bestaand 40 40 40 40 161 161

Aanpassingen i.h.k.v. de Arbo-wetgeving

002 Voorzieningen brandbeveiliging Stadskantoor intensivering 50 50 50

020.10 drie stemmachines (stadswinkel) intensivering 11 11 11

O45C Vervanging componenten ICT-infrastructuur bestaand 99 635 734 734

045 Vervanging ICT -infrastructuur itensivering 108 135 244 244

045 Bijdrage aan de BV Kenniswijk regio Eindhoven bestaand 106 106 106

(Nadelige saldi)

045 Electronisch documentenbeheer bestaand 133 133 133

045 Domein e-service (electronische dienstverlening). bestaand 316 316 316

045 Electronische gemeente (e-service, e-city, e-democracy) intensivering 150 150 150 450 450

050.90 Bestriidina legionella bestaand 68 68 136 136

TOTAAL 973 743 298 326 2.340 2.340

Programmabegroting 2004

56

5

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

In dit hoofdstuk worden de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente uitgewerkt en nader

toegelicht De baten uit deze algemene dekkingsmiddelen zijn niet meegenomen bij de diverse

programma's, met uitzondering van de lokale heffingen waarvan de besteding gebonden is aan de

opbrengsten (zoals rioolopbrengsten, opbrengsten uit de afvalstoffen, leges, markten, parkeren e.d).

Soort dekkingsmiddel Lasten Baten

Lokale heffingen 19.689.663

Algemene uitkeringen 61.219.987

Dividend 421.400

Financieringsconstructie 1.021.624

Saldo BTW compensatiefonds

Subtotaal dekkingsmiddelen 82.352.674

Saldo onvoorzien 1.263.540

Totaal dekkingsmiddelen en onvoorzien 1.263.540 82.352.674

Rekening

2002

......~~;~~~54Q

....$1:3$1;6'74

~1:oê9Ma4 .

MeeriarenbeQrotinQ (mutaties to.V. 2004)

2005 2006 2007

136.000 283.300 442.079

2.526.250 4.819.820 8.735.548

.-- _--n______------ ---

2.390.250 4.536.520 8.293.469

bedragen in

Lasten

Baten

Saldo

Begroting

2003

670.970 .

87.409.483 90.129.384..

.--- --- .

87.409.483 89.458.414..

In hoofdstuk 7 (de resultaatbestemming) worden de dekkingsmiddelen in relatie gebracht tot de totale

lasten en baten van de gemeente.

5.1 Lokale heffingen

Bij dit onderdeel wordt een totaalbeeld gegeven van de opbrengsten uit lokale heffingen waarvan de

besteding niet gebonden is aan de opbrengsten. In de paragraaf "overzicht lokale heffingen"

(hoofdstuk 6.7) wordt naast een overzicht van de geraamde inkomsten uit lokale heffingen ook

aandacht besteed aan het beleid ten aanzien van lokale heffingen, een aanduiding van de lokale

lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Tabel opbrengsten lokale heffingen

Soort heffin ramin 2004

Onroerende zaakbelasting*

Hondenbelasting

Bouwgrondbelasting

Precariobelastin

Totaal lokale heffingen

* aze verminderd met invordering

19.046.650

392.632

10.400

239.981

19.689.663

Programmabegroting 2004

57

5.2 Algemene uitkeringen

Inleiding.

De ramingen van de inkomsten uit het gemeentefonds zoals opgenomen in de begroting 2004 en het

bijbehorende meerjarenperspectief zijn gebaseerd op de junicirculaire 2003 van het rijk en recente

informatie van de VNG. Ten opzichte van de voorjaarsnota 2003 wordt de uitkering ruim ¿ 9 miljoen

lager geraamd.

Dit verschil wordt voor een groot gedeelte verklaard door enerzijds de uitname uit het gemeentefonds

als gevolg van de invoering van het BTW compensatiefonds (¿ 5,2 miljoen) en anderzijds op grond

van een aantal in de junicirculaire aangekondigde maatregelen zoals de afschaffing van het

categoriaal inkomensondersteuningsbeleid (¿ 390.000), de beperking van het gemeentelijk

minimabeleid (¿ 836.000) en de invoering van het nieuwe communicatiesysteem C2000 (¿ 19.000).

De huidige beleidslijn bij dergelijke mutaties in de uitkering gemeentefonds is dat deze voor de

gemeente in principe budgettair neutraal dienen te verlopen, met andere woorden: op de betreffende

beleidsterreinen worden de budgetten met gelijke omvang verlaagd. Onderstaand wordt dit per

onderdeel nader toegelicht.

Voor het resterende deel van de daling van de uitkering (¿ 2,7 miljoen) geldt dat dit budgettair gezien

een financieel nadeel oplevert ten opzichte van de uitgangspunten bij de Voorjaarsnota 2003. Ook dit

wordt hierna verder toegelicht.

Uitname als gevolg van invoering van het BTW compensatiefonds.

Als gevolg van de invoering van het BTW compensatiefonds wordt de uitkering gemeentefonds voor

onze gemeente met ingang van 2004 verlaagd met een structureel bedrag van ¿ 5,2 miljoen.

Opgemerkt wordt dat dit bedrag voor 2005 en latere jaren nog een voorlopig karakter heeft. Op grond

van een nacalculatie zal door het rijk voor de jaren 2005 en volgende nog een bijstelling plaatsvinden,

die gebaseerd wordt op de werkelijke claims op het BTW compensatiefonds over het jaar 2003.

In principe dient deze uitname voor de gemeente budgettair neutraal te verlopen. In hoofdstuk 5.5

wordt dit verder uitgewerkt.

Afschaffing categoriaal inkomenondersteuningsbeleid en beperking gemeentelijk

minimabeleid.

Landelijk wordt de uitkering gemeentefonds met ¿ 70 miljoen verlaagd in verband met de afschaffing

van categoriale verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand en gemeentelijk minimabeleid.

Deze verlaging wordt geëffectueerd met ingang van 1 januari 2004. Voor de gemeente Helmond

betekent deze verlaging een daling van de uitkering gemeentefonds met iets meer dan ¿ 390.000. Op

grond van vigerend beleid betekent dit dat deze korting moet worden doorberekend aan het budget

bijzondere bijstand.

Met ingang van 2004 wordt de uitkering gemeentefonds landelijk met ¿ 150 miljoen verlaagd in

verband met de beperking van het gemeentelijk minimabeleid, die wordt beoogd in het

Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet. Voor de gemeente Helmond betekent deze verlaging een

daling van de uitkering gemeentefonds met iets meer dan ¿ 836.000. Ook hier geldt dat op grond van

vigerend beleid deze korting moet worden doorberekend aan het budget bijzondere bijstand. In totaal

komt hiermee de korting op het budget bijzondere bijstand op iets meer dan ¿ 1.226.000.

Over deze problematiek zal een nadere notitie worden opgesteld.

Invoering nieuw communicatiesysteem C2000.

In de uitkeringsjaren 2004 en 2005 wordt het gemeentefonds landelijk jaarlijks verlaagd met ruim

¿ 3,6 miljoen als gevolg van de invoering van het nieuwe communicatiesysteem C2000. De

exploitatie van het nieuwe communicatiesysteem veroorzaakt kosten bij het rijk terwijl kosten bij de

Programmabegroting 2004

58

brandweerregio's wegvallen. Het rijk gaat er daarbij vanuit dat dit via een lagere gemeentelijke

bijdrage aan de regio's doorwerkt in de gemeentefinanciën. Voor Helmond is de korting op het

gemeentefonds iets meer dan ¿ 19.000. De bijdrage aan de regionale brandweer zal dus met

hetzelfde bedrag verlaagd worden.

Financieel nadeel van E 2,7 miljoen.

Op grond van de in de junicirculaire opgenomen gegevens en de recente informatie van de VNG

wordt de gemeente Helmond in 2004 met een financieel nadeel van bijna ¿ 2,7 miljoen

geconfronteerd. Dit nadeel wordt veroorzaakt doordat het nieuwe kabinet op grond van de slechter

wordende economische situatie keer op keer met nieuwe tegenvallers wordt geconfronteerd.

Ten tijde van de junicirculaire was hierbij sprake van landelijk ¿ 13 miljard. De maatregelen die het

kabinet volgens het hoofdlijnenakkoord van 16 mei 2003 wil treffen om deze tegenvallers op te

kunnen vangen hebben soms direct (o.a. bijzondere bijstand) en soms indirect (daling reëel accres en

afroming accres op zalmsnip) gevolgen voor de hoogte van de uitkering gemeentefonds voor

gemeenten. Daarnaast worden nog enkele andere maatregelen in het Hoofdlijnenakkoord

aangekondigd die in de komende jaren gevolgen zullen hebben voor de gemeentelijke financiële

positie zoals de vereenvoudiging van de WOZ taxaties, afschaffen OZB gebruikers van woningen,

maximering van de stijging van de OZB bij andere onderdelen (eigenaren woningen en OZB op niet-

woningen). Het afschaffen van de zalmsnip heeft geen gevolgen voor de financiële positie van de

gemeente als de gemeente de doorbetaling aan de burger stopt.

Inmiddels zijn sinds de junicirculaire de landelijke ombuigingsplannen opgelopen tot ¿ 17 miljard. Uit

recente informatie van de VNG blijkt dat het kabinet van plan is om rechtstreeks op het

gemeentefonds te bezuinigen. Hierbij is sprake van landelijk ¿ 125 miljoen in 2004 en daarna

structureel ¿ 250 miljoen. Dit zou ook betekenen dat de bestaande systematiek van het

gemeentefonds (de gemeenten volgen het rijk) waarschijnlijk zal worden aangepast.

5.3 Dividend

Na de verkoop van de aandelen Obragas zijn de geraamde opbrengsten uit deelnemingen uiteraard

ook fors lager. Er resteren nog opbrengstramingen van de N.V. Induma, Essent, de N.V. Bank

Nederlandse Gemeenten en het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Daarnaast ontvangt de

gemeente op basis van de overeenkomst met voormeld Bouwfonds inzake de verkoop van het

Hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten een jaarlijks bedrag van ¿ 421.400.

5.4 Saldo van de financieringsconstructie

Mede aan de hand van de jaarrekening 2002 is de huidige renteomslagberekening opnieuw bezien.

Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen in de huidige renteomslag. De belangrijkste daarvan zijn:

. de hoogte van de geraamde saldi van de diverse reserves en voorzieningen per ultimo van het

jaar is naar boven bijgesteld. Dit gelet op de ervaringen van de afgelopen jaren, dat veel

uitgaven van gevoteerde kredieten naijlen. Voor de renteomslag betekent dit een hoger bedrag

aan eigen financieringsmiddelen;

. gelet op de werkelijke cijfers zoals deze blijken uit de jaarrekeningen 2001 en 2002 is de hoogte

van het positieve saldo op de geldstromen verhoogd van ¿ 4.537.802 (f 10 miljoen) naar ¿ 10

miljoen;

. in de renteomslag zijn thans eveneens volledig opgenomen de bruto boekwaarde van de

investeringen in het grondbedrijf, alsmede de geraamde reserves en voorzieningen binnen het

grondbedrijf;

. rekening houdende met de dalende rente van de afgelopen jaren en het feit, dat daarmee ook de

werkelijke rentekosten van de gemeente zijn gedaald, is de voorcalculatorische rente welke wordt

Programmabegroting 2004

59

doorberekend aan de investeringen via de kapitaallasten naar beneden bijgesteld. Voor de

begroting 2004 wordt uitgegaan van een rentepercentage van 4,25% (was 6%). De

rentetoerekening aan de reserves en voorzieningen is eveneens verlaagd. Deze was 5,25% en is

eveneens verlaagd naar 4,25%.

Rekening houdende met voormelde uitgangspunten en de overige aannames en ramingen, zoals

opgenomen in genoemde renteomslagberekening is voor 2004 sprake van een financierings-

overschot van ca. ¿ 12 miljoen.

Het berekende omslagpercentage komt uit op een percentage van afgerond 3,49%.

De geraamde afwijking ten opzichte van de voorcalculatorische rente is daarmee berekend op

afgerond 0,76% (4,25% minus 3,49%).

Deze procentuele afwijking komt tot uitdrukking in een saldo op de renteverdeling van ¿ 1.021.624 en

is als zondanig verwerkt in de exploitatie.

5.5 Saldo compensabele BTW en uitkering BTW compensatiefonds

In hoofdstuk 5.2. is aangegeven dat het gemeentefonds met ingang van 2004 verlaagd is met een

structureel bedrag van ¿ 5,2 miljoen als gevolg van de invoering van het BTW compensatiefonds.

Daarbij is de opmerking gemaakt dat dit bedrag voor 2005 en latere jaren nog een voorlopig karakter

heeft. Dit houdt verband met de overgangsregeling van het BTW compensatiefonds. In de

overgangsperiode van voorlopig 3 jaar wordt de hoogte van de bijdragen uit het BTW

compensatiefonds beïnvloed door de werking van het vereveningspercentage en een

minimumuitkering (onderbandbreedte). Hiermee wordt bedoeld dat nadeel gemeenten voorlopig voor

een periode van 3 jaar (gedeeltelijk) worden gecompenseerd. Deze compensatie wordt bij

voordeelgemeenten in rekening gebracht. Op grond van een nacalculatie van het rijk over 2004 zal

worden bepaald wat de gevolgen zijn voor de individuele gemeenten en dus in hoeverre de uitname

uit het gemeentefonds zal worden bijgesteld.

Tegenover de uitname uit het gemeentefonds staan voordelen in de budgetten uit de begroting.

Hiermee wordt bedoeld dat voor een groot aantal gemeentelijke budgetten de BTW gedeclareerd kan

worden bij het BTW compensatiefonds. Uitgangspunt voor de begroting 2004 is dat een en ander voor

onze gemeente budgettair neutraal zal verlopen; met andere woorden dat de voordelen die op

budgetten uit de begroting worden gerealiseerd in totaliteit gelijk zijn aan de uitname uit het

gemeentefonds. Dit is als volgt berekend:

uitname uit het gemeentefonds:

voordeel exploitatie budgetten:

voordeel investeringsbudgetten:

¿ 5,2 miljoen

¿ 4,2 miljoen

¿ 1,0 miljoen

5.6 Ruimte Onvoorziene uitgaven

In deze begroting is rekening gehouden met een tweetal posten onvoorzien te weten:

. Onvoorzien structureel

Na de jaarlijkse ophoging van ¿ 11.344 is deze post in basis ¿ 124.700. Daarnaast is in de raming nog

rekening gehouden met de restantruimte van 2003 (stand per 1-9-2003) ad. ¿ 41.772.

. Onvoorzien incidenteel

Deze post is gekoppeld aan de renteopbrengst over de egalisatiereserves en de voorzieningen. Dit

komt overeen met een incidenteel beschikbaar bedrag voor de begroting 2004 van ¿ 1.097.068.

Programmabegroting 2004

60

6

Verplichte paragrafen

Het is de taak van de raad om te sturen op hoofdlijnen door het stellen van kaders, waarbinnen het

college wordt verzocht om de door de raad beoogde zaken te realiseren. Het sturen op programma's

en het daarmee focussen op concrete speerpunten (beleidsaccenten) is daarbij een goede werkwijze.

Door enkel te sturen op deze beleidsaccenten zou een aantal andere zaken mogelijk niet de vereiste

aandacht krijgen. Om dit te voorkomen zijn, naast de gekozen programma's, een aantal paragrafen

verplicht gesteld bij de programmabegroting. In zo'n paragraaf wordt de begroting en het beleid vanuit

een bepaalde invalshoek belicht. Het betreft hierbij niet een extra programma bovenop de zelf

gekozen programma's, maar het gaat om onderwerpen die in principe dwars door alle programma's

heen kunnen lopen. In de praktijk worden daarmee in deze paragrafen de beleidslijnen afgesproken

van veelal beheersmatige zaken. Deze afspraken vormen daarmee het kader voor de verdere

uitvoering door het college.

Concreet worden de volgende aandachtsvelden in de paragrafen toegelicht:

. weerstandsvermogen

. onderhoud kapitaalgoederen

. bedrijfsvoering

. verbonden partijen

. grondbeleid

. treasuryparagraaf (financieringsparagraaf)

. overzicht lokale heffingen

Programmabegroting 2004

61

6.1 Paragraaf weerstandvermogen

Het maken van een volwaardige paragraaf weerstandsvermogen vergt de nodige studie en uitwerking.

Sommige onderdelen, zoals in deze paragraaf opgenomen, dienen dan ook nog verder ontwikkeld te

worden. Het komend jaar zullen de nodige inspanningen worden verricht om deze paragraaf verder

vorm te geven en daarmee het terzake te voeren beleid nog meer gestalte te geven.

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin onze gemeente in staat is middelen vrij te

maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd

moet worden. Bij het weerstandsvermogen gaat het dus om de robuustheid van de begroting. Het

vermogen om het beleid door te kunnen zetten is afhankelijk van de weerstandscapaciteit. De

weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om

niet begrote kosten te dekken. Het gaat dus om die middelen waarmee tegenvallers bekostigd kunnen

worden. Om een zo goed mogelijk beeld te schetsen wordt eerst ingegaan op:

. paragraaf 1 :Inventarisatie risico's

. paragraaf 2 :Vaststellen risicoprofiel

. paragraaf 3: Vaststellen weerstandsvermogen

. paragraaf 4: Weerstandsvermogen versus risico's.

6.1.1

Inventarisatie risico's

In het kader van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004 en de wet

Fido is het verplicht om de risico's in beeld te brengen, die de financiële positie van de gemeente

kunnen beïnvloeden (gezien haar balanstotaal en financiële positie). Hierbij gaat het om risico's als

gevolg van de bedrijfsvoering waarbij de hoogte van een te treffen voorziening niet of nauwelijks is te

maken, omdat een redelijke schatting van het bedrag van de schade of het verlies niet mogelijk is.

Met andere woorden, de risico's welke wel op een redelijke wijze meetbaar zijn en waarvoor dus een

voorziening is getroffen dan wel een verzekering kan worden afgesloten, maken geen deel uit van de

risico's in de paragraaf weerstandsvermogen.

In de Helmondse situatie zijn voor de navolgende potentiële risico's egalisatiereserves dan wel

voorzieningen gevormd casu quo is een verzekering afgesloten, waardoor deze verder niet meer zijn

betrokken in de risico-inventarisatie in relatie met het weerstandsvermogen.

Rente-ontwikkelingen

Er is een egalisatiereserve renteschommelingen. In het kader van de Voorjaarsnota

1997 is deze bepaald op maximaal 1 % van de boekwaarde van alle investeringen

(exclusief Gembank). Het saldo per 1.1.2003 bedraagt ¿ 1.510.000.

Uitkering gemeentefonds

De omvang van de uitkering gemeentefonds is gekoppeld aan de omvang van de

rijksuitgaven. Om achteraf tegenvallers voor de gemeenten te voorkomen, houdt het

rijk op voorhand een deel van de uitkering in en parkeert dit in een

behoedzaamheidsreserve. Mocht sprake zijn, van een tegenvallende uitkering uit

deze reserve is een voorziening gevormd. Deze wordt geraamd op ¿ 1.256.696 per

1.1.2003.

Verstrekte geldleningen en garanties aan derden

Voor de risico's op verstrekte en gegarandeerde geldleningen aan derden is al sinds

enkele jaren een voorziening getroffen. Deze wordt per 1 januari 2003 geraamd op

Programmabegroting 2004

62

¿ 4.702.931. Jaarlijks wordt bezien of deze voorziening voldoende is ten opzichte van

het risicoprofiel van de betrokken instellingen. Raming 1-1-2204 ¿ 4.702.931.

Bodemverontreiniging

Ten behoeve van met name de sanering van locaties met bodemverontreiniging wordt

jaarlijks een bedrag in de begroting gereserveerd van ¿ .317.646. Daarnaast zijn ter

beschikking de middelen "bodem" vanuit de Wet Stedelijke vernieuwing, alsmede de

gereserveerde middelen binnen de diverse grondexploitaties. Door de Regionale

Milieudienst zijn inmiddels alle potentieel verontreinigde locaties binnen de gemeente

Helmond inzichtelijk gemaakt.

Aansprak el ij kheidsstelli ng

De gemeentelijke overheid bevindt zich in toenemende mate in juridische procedures,

die tot financiële claims kunnen leiden. Hiervoor is een aansprakelijkheidsverzekering

gesloten, waarbij afhankelijk van de vraag of de gemeente iets te verwijten valt, een

eigen risico geldt van ¿ 2.268,90. Bij vermogensschade is het eigen risico

¿ 11.344,51. Voor deze eigen risico's kan geput worden uit de gereserveerde

middelen in de assurantiereserve. Bij deze aansprakelijkheidsverzekering gelden

enkele uitsluitingen, waar de gemeente zich niet verder kan verzekeren. Zie in dit

verband de opmerkingen hierna (planschades, schades als gevolg van bestuurlijk dan

wel ambtelijk handelen).

Personele organisatieverliezen

De bedrijfsvoering van een organisatie als de gemeente Helmond houdt onvermijdelijk

risico's in op het terrein van het personeelsbeleid, zoals wachtgeld, personele

conflicten, afwikkeling privatisering e.d. De voorziening personele organisatieverliezen

is in het leven geroepen om de financiële consequenties van dergelijke risico's te

kunnen voldoen zonder de normale bedrijfsvoering te belasten. Het verloop van deze

voorziening wordt regelmatig geactualiseerd aan de hand van de laatste

ontwikkelingen. De geraamde stand per 1 januari 2004 is ¿ 2.229.000.

Risico's van de grondexploitatie

Voor de risico's in het kader van de grondexploitatie wordt jaarlijks bij het opmaken

van de jaarrekening bezien of de gevormde voorzieningen voldoende zijn dan wel

aanpassing behoeven. Daarnaast is er binnen het grondbedrijf beschikbaar de

algemene reserve grondbedrijf tot het vastgesteld bedrag van ¿ 11,4 miljoen. Via de

jaarrekening van het grondbedrijf en de nota grondbedrijf, welke tweejaarlijks

verschijnt, wordt regelmatig geïnformeerd omtrent het verloop van de risicopositie van

het grondbedrijf.

Risico's BTW compensatiefonds

De gevolgen van de invoering van het BTW-compensatiefonds hebben naar

verwachting een budgettair neutraal karakter. Eventuele nadelige effecten kunnen

worden gedekt ten laste van de voorziening BCF (raming 1.1.2004 ¿ 6,3 miljoen).

Risico's beleggingen

In het kader van de verkoop van de aandelen Obragas is voor wat betreft de

ingehouden verkochte aandelen (de zgn. escrows) een voorziening getroffen van ruim

¿ 11,2 miljoen in verband met afgegeven garanties.

Daarnaast is voor de in 2000 afgesloten beleggingsconstructie met ABN/AMRO een

voorziening opgenomen van ¿ 1.508.000 (stand 1.1.2003).

Programmabegroting 2004

63

Veel risico's hebben niet specifiek betrekking op een bepaald begrotingsjaar, maar zijn min of meer

continue. Een aantal potentiële risico's, waar dus geen reserve dan wel voorziening is gevormd en

waar geen verzekering voor is afgesloten, zullen hierna kort worden belicht. Daarbij is de volgende

indeling gemaakt:

1. algemene risicofactoren;

2. specifieke externe risicofactoren;

3. specifieke interne risicofactoren.

6.1.1.1

Algemene risicofactoren

Economische ontwikkeling

Negatieve economische ontwikkelingen kunnen direct of indirect op verschillende posten in de

begroting een negatief effect hebben. Bijvoorbeeld kan een dergelijke ontwikkeling tot

rijksbezuinigingen leiden als gevolg van tegenvallende rijksinkomsten, wat weer invloed heeft op de

hoogte van het gemeentefonds. Zonder volledig te zijn, kan een economische achteruitgang op

gemeentelijk niveau leiden tot meer bijstandsgerechtigden, meer kwijtschelding, meer verzoeken om

bijzondere bijstand en minder bedrijvigheid en minder grondverkopen.

Binnen de gemeente Helmond is geen specifieke voorziening of reserve gevormd, die in tijden van

economische recessie nadelen in de begroting kan opvangen. In principe worden dergelijke gevolgen

bij de begrotingsbehandeling betrokken en zoveel mogelijk opgelost. In noodgevallen kan de

algemene reserve oplossing bieden.

De duidelijke afname van de economische groei in 2002 heeft zich vooralsnog in 2003 doorgezet. Een

(licht) herstel van de groei wordt niet eerder dan in 2004 verwacht.

Algemene uitgangspunten (meeljaren)begroting

Verschillende budgetten in de begroting zijn gebaseerd op algemene veronderstellingen (bijvoorbeeld

loon- en prijspeil, aantallen inwoners of woningen, rentestand, bezoekersaantallen e.d.). Dit kan

uiteraard tot mee- of tegenvallers leiden. Binnen de gemeente Helmond is getracht de budgetten zo

reëel mogelijk te ramen. In het algemeen kan gesteld worden dat, uitzonderlijke gevolgen daargelaten,

de gevolgen van afwijkingen met betrekking tot de algemene uitgangspunten binnen de betreffende

budgetten worden opgelost.

6.1.1.2 Specifieke externe risicofactoren

. Planschades

Mede door de toegenomen juridisering van de samenleving en door specifieke ontwikkelingen op het

gebied van wetgeving en jurisprudentie wordt de gemeente in toenemende mate geconfronteerd met

verzoeken om planschadevergoedingen. De hierbij uitgekeerde schadebedragen zijn in de gemeente

Helmond tot op heden relatief beperkt gebleven.

Voor zover bekend, zijn er geen procedures gaande, die de vermogenspositie sterk zouden kunnen

aantasten. In voorkomende gevallen wordt per geval bezien op welke wijze de mogelijk te betalen

vergoedingen gedekt kunnen worden.

. Open eind regelingen

Een aantal subsidieregelingen heeft het karakter van een open eindregeling. Dit houdt in dat door

factoren die niet door de gemeente bepaald kunnen worden, voor- of nadelige afwijkingen ten

opzichte van de ramingen optreden. Geconstateerd wordt, dat ook bij decentralisaties van rijkstaken

naar gemeenten deze risico's in onvoldoende mate worden afgedekt. Voorbeelden van dergelijke

regelingen zijn de enkele jaren geleden ingevoerde WVG-regeling, de wijziging van de financiële

verhouding ten aanzien van de Algemene Bijstandswet en de decentralisatie van de

onderwijshuisvesting.

Programmabegroting 2004

64

Soms ook worden projecten opgezet met tijdelijke rijksbijdragen. Op het moment dat vervolgens de

financiering door het rijk afloopt, blijkt het in de praktijk vaak moeilijk of onwenselijk de uitvoering van

het project (onmiddellijk) te staken.

. Toekomst jO-banen.

In het regeerakkoord is aangekondigd dat het rijk een modernisering van het arbeidsmarktbeleid

voorstaat en daarbij uitgaat van een ongedjfferentieerd flexibel vrij besteedbaar reïntegratiebudget.

Binnen dit budget krijgen de gemeenten meer uitvoeringsvrijheid maar ook meer verantwoordelijkheid.

Bestaande ID'ers dienen door te stromen naar een regulier betaalde baan. jO-banen mogen alleen

nog maar doorstroom banen zijn. Bovendien koppelt het rijk deze beleidswijziging aan een bezuiniging.

Het spreekt voor zich dat een en ander verregaande gevolgen kan hebben voor verschillende

organisaties waarbij veelvuldig gebruik gemaakt wordt van ID-banen.

. Decentralisatie financiering bijstand

In het regeerakkoord wordt aangegeven dat de beleidsruimte voor de gemeenten om een eigen

inkomensbeleid te voeren moet worden beperkt. De verlaging van de algemene uitkering in verband

met de afschaffing van categoriale verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand en

gemeentelijk minimabeleid wordt geëffectueerd in samenhang met de invoering van de Werk en

Bijstand (yVWB). Daarin wordt de bijstand weer vangnet. Daarnaast is het kabinet voornemens de

gemeenten te budgetteren voor de financiering van de bijstandsuitgaven. Het gaat hier concreet om

het verhogen van het financiële belang van de gemeenten van 25 naar 100%.

De financiële consequenties zijn moeilijk in te schatten. Het staat echter vast, dat de financiële risico's

groter worden, met name nu de werkloosheid toeneemt.

6.1.1.3 Specifieke interne risicofactoren

. Schade als gevolg van bestuurlijk of ambtelijk handelen

Inherent aan het overheidshandelen op lokaal niveau is dat er korte lijnen zijn tussen bestuurders en

ambtenaren enerzijds en ondernemingen en burgers anderzijds. Het is bijna onvermijdelijk dat daarbij

wel eens toezeggingen, mededelingen e.d. worden gedaan (bijvoorbeeld in het kader van

vergunningverlening of subsidieverstrekking) die later niet haalbaar blijken of die niet meer terug te

draaien zijn. Uiteraard dienen dergelijke problemen zoveel mogelijk te worden voorkomen. Dit kan met

name door goede procedures af te spreken. Maar naar verwachting zijn deze problemen nooit

helemaal uit te sluiten. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er ten aanzien van onze

gemeente grote risico's op dit terrein bestaan.

. Risico's bij co-financiering projecten

Zoals bekend, heeft de gemeente een aantal grote projecten onderhanden, die mede tot stand kunnen

komen dankzij de aanzienlijke financiële inbreng van subsidieverstrekkers.

Bij de samenstelling van het investeringsprogramma wordt rekening gehouden met subsidiestromen,

ook al zijn de definitieve beschikkingen nog niet ontvangen. In sommige gevallen worden zelfs al

uitgaven gedaan bijvoorbeeld in de voorbereidende sfeer voordat een definitieve beschikking is

ontvangen. Bovendien blijkt pas achteraf of aan de voorwaarden (bijvoorbeeld datum aanbesteding,

oplevering e.d.) van de beschikking is voldaan.

In het algemeen dienen de genoemde risico's te worden vermeden door strikte, projectmatige,

planning en control, zodat bij het constateren van problemen tijdig ingegrepen c.q. bijgestuurd kan

worden.

6.1.1.4 Risicoprofiel

Resumerend kan ten aanzien van de hiervoor omschreven risico's het volgende worden gesteld.

Programmabegroting 2004

65

Het betreffen alle latent aanwezige structurele risico's voor de gemeente, waarbij er een oorzakelijk

verband ligt met de huidige activiteiten van de gemeente. Zowel omvang als tijdstip van de

gebeurtenis of calamiteit zijn echter moeilijk c.q. niet te bepalen. Het treffen van een voorziening c.q.

het verzekeren van het risico is dan ook, op basis van de huidige situatie, niet aan de orde.

Zoals hiervoor bij een aantal risicofactoren aangegeven, kunnen bij financiële tegenvallers deze tot

een bepaalde hoogte worden opgevangen binnen de marges van de begroting c.q.

bezuinigingsmaatregelen. Bij echte forse calamiteiten is dit echter niet mogelijk en zal een beroep

moeten worden gedaan op het algemene gemeentelijk weerstandsvermogen.

Aangezien de risico's in deze paragraaf de niet-kwantificeerbare risico's behelzen, is het lastig een

minimumnorm voor de noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit te bepalen. Daarom is vooralsnog

uitgegaan - in het verlengde van de provinciale richtlijnen - van een benodigde minimum

weerstandscapaciteit voor 2004 van 10% van de belangrijkste gemeentelijke inkomstenbronnen: het

gemeentefonds en de onroerende zaakbelasting.

Dit betekent voor 2004 het volgende:

- geraamde gemeentefondsuitkering

- geraamde netto onroerende zaakbelasting

Totaal

¿ 61,8 miljoen

¿ 18.2 miljoen

¿ 80 miljoen

Hiervan uitgaande is de benodigde gemeentelijke weerstandscapaciteit vooralsnog bepaald op

¿ 8 miljoen. (zie ook paragraaf 6.1.1.11)

6.1.1.5 Vaststellen weerstandsvermogen

Bij het beoordelen van de mogelijke financiële gevolgen voor de gemeente van de risico's is het

financiële weerstandsvermogen van de gemeente van belang. Het gaat daarbij om twee zaken.

Enerzijds het aanwezige vermogen (m.n. de algemene reserves en het schuldvrij bezit), anderzijds

ook om het vermogen om aanvullende inkomsten te verwerven. Weerstandsvermogen wordt dus

opgebouwd door (per saldo) lopende middelen te reserveren ent of ruimte te scheppen binnen de

(potentiële) belastinginkomsten. Zo zou een verlaging van de onroerende zaakbelasting (OZB)

enerzijds leiden tot een verslechtering van de financiële positie in de zin van het rekening resultaat en

de vrij besteedbare begrotingsruimte, maar anderzijds tot een verhoging van de potentie om de

belastingen te verhogen, dus tot een verhoging van het weerstandsvermogen.

Resumerend kan het financieel weerstandsvermogen van een gemeente worden geformuleerd als het

vermogen van een gemeente om financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken te kunnen

blijven uitvoeren.

Achtereenvolgens zal hierna nader worden ingegaan op:

. het totale beeld van de reserves en voorzieningen en de omvang van de vrij aanwendbare

reserves;

de omvang van de onbenutte belastingcapaciteit

de posten onvoorzien

de stille reserves.

.

.

.

6.1.1.6 Reserves en voorzieningen

Het weerstandsvermogen en daarmee het vermogen om risico's te kunnen opvangen van de

gemeente wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de (omvang van de) reserves en

voorzieningen.

Het verloop van de reserves en voorzieningen (exclusief het grondbedrijf) op kasbasis vanaf 1996 is

als volgt weer te geven:

Programmabegroting 2004

66

Algemene reserves Reserves en Totaal #

voorziening

1.1.1996 ¿ 7.792.880 ¿ 22.307.586 ¿ 30.100.466

1.1.1997 ¿ 4.470.035 ¿ 34.116.072 ¿ 38.586.107

1.1.1998 ¿ 6.111.181 ¿ 37.855.197 ¿ 43.966.378

1.1.1999 ¿ 10.210.888 ¿ 41.467.503 ¿ 51.678.391

1.1.2000 ¿ 9.355.110 ¿ 46.635.138 ¿ 55.990.248

1.1.2001 ¿ 6.963.241 ¿ 61.358.215 ¿ 68.321.456

1.1.2002 ¿ 6.647.772 ¿ 74.725.939 ¿ 81.373.711

1.1.2003 ¿ 6.349.670 ¿ 146.391.029 ¿ 152.740.699

1.1.2004 ¿ 6.177.780 ¿ 145.047.499 ¿ 151.225.279

# exclusief reserves grondbedrijf

De hiervoor gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op de vastgestelde jaarrekeningen tot en met 2002

met een doorkijk naar 2004. De oorzaak van de sterke stijging van de reserves en voorzieningen

ingaande 2003 is met name de creatie van enkele reserves en voorzieningen uit de Obragasmiddelen

als gevolg van de verkoop van de aandelen Obragas in 2002.

6.1.1.7 Ontwikkelingen ten aanzien van enkele reserves en voorzieningen

In de raadsvergadering van 1 april 2003 is de reservepositie van de gemeente (bijlage nr. 58)

uitgebreid aan de orde gekomen. Daarbij is nader ingegaan op het verschil tussen de verschillende

soorten reserves en voorzieningen en zijn de zogenaamde pijlerreserves geïntroduceerd. Met de in

deze raadsbijlage aangegeven uitgangspunten en gedragsregels hebt U ingestemd.

In de staat D behorende bij de concept-begroting 2004, zijn voortbordurend op genoemde

uitgangspunten en gedragsregels, de ramingen opgenomen van de saldi van de reserves en

voorzieningen per 1.1.2004.

Daarbij nog de volgende opmerkingen.

Algemene reserves

De geraamde stand van de algemene reserve per 1.1.2004 bedraagt ¿ 6,15 miljoen (is exclusief het

onder deze noemer eveneens geraamd bedrag aan reserve dienstgebouwen ad. ¿ 27.295,-).

Dit bedrag van ¿ 6,15 miljoen (gebaseerd op tenminste 10% van de jaarlijks te ontvangen uitkering uit

het Gemeentefonds) is de buffer waarover de gemeente, volgens de provinciale richtlijnen, minimaal

dient te beschikken om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen.

Zoals aangegeven gaat het voor wat betreft de berekening van het weerstandsvermogen om de vrije

aanwendbare reserves.

Daarvoor komt in de Helmondse situatie met name in aanmerking de reeds hiervoor genoemde

algemene reserve. De berekende rente over de algemene reserve wordt wel jaarlijks uitgekeerd aan

de gewone dienst. Dit betekent, dat wanneer een beroep zou worden gedaan op de algemene reserve

ook de rente die wordt uitgekeerd aan de gewone dienst lager wordt. In die zin is de algemene

reserve niet vrij aanwendbaar, tenzij voor de rente-opbrengst alternatieve dekking is. Hiervoor zou de

post onvoorzien, structureel kunnen worden aangesproken. Deze is in de begroting 2004 geraamd op

¿ 166.000. Daarmee zou de algemene reserve voor een bedrag van ¿ 3.905.000 (rente 4,25%) vrij

aanwendbaar gemaakt kunnen worden.

Pijlerreserves

In de raadsvergadering van 1 april 2003 is de notitie reserves en voorzieningen vastgesteld. Daarbij

zijn tevens geïntroduceerd de zogenaamde pijlerreserves.

Programmabegroting 2004

67

Deze pijlerreserves zijn te beschouwen als vrij aanwendbare reserves (voorzover er geen sprake is

van harde claims). Voorts is in het kader van deze notitie bepaald, dat de claims in principe worden

gelimiteerd tot 10% van het vrije deel van deze reserves.

Rekening houdende met deze randvoorwaarden, zijn de volgende bedragen van de pijlerreserves als

weerstandsvermogen aangemerkt (afgeronde bedragen op basis van de ramingen in de staat D

begroting 2004):

- reserve economische pijler

- reserve fysieke pijler

- reserve sociale pijler

- reserve organisatie pijler

Totaal

¿

¿

¿

¿

¿

425.000

1.975.000

1.415.000

580.000

4.395.000

6.1.1.8 Omvang onbenutte belastingcapaciteit

De omvang van de onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte tussen de feitelijke opbrengst uit het

totaal van de onroerende zaakbelastingen, de rioolrechten en de reinigingsheffingen enerzijds en de

opbrengst die de gemeente zou moeten realiseren indien zij een beroep zou doen op een aanvullende

bijdrage op grond van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (de zogenaamde artikel 12-norm).

Zoals ook blijkt uit de gepubliceerde cijfers van de provincie Noord-Brabant is thans voor Helmond

geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Helmond zit qua OZB-opbrengst boven de norm van

¿ 6,30 per ¿ 2.268,- OZB-waarde (norm 2003). Daarnaast is qua opbrengst voor rioolrecht en

afvalstoffenheffing sprake van een 100% kostendekking.

6.1.1.9 De posten onvoorzien

In dit kader komen in aanmerking:

. de posten onvoorzien bedragen incidenteel ¿ 1.097.000 en structureel ¿ 166.000. In deze opzet is er van

uitgegaan, dat de post onvoorzien, structureel benodigd is om een deel van de algemene reserve als

vrije reserve aan te merken.

6.1.1.1 0 Stille reserves

Stille reserves zijn activa, welke tegen een lagere waarde of nul zijn gewaardeerd.

Hierbij dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met:

. de actuele waardering van de activa;

. de beschikbaarheid en verkoopbaarheid op korte termijn van de activa.

Ook hiervan ontbreekt thans een volledig en reëel beeld, zodat deze eveneens binnen het kader van

deze paragraaf als "p.m." zijn meegenomen.

Wij verwachten overigens niet dat hierdoor (substantiële) weerstandscapaciteit ontstaat.

6.1.1.11 Resumé

De weerstandscapaciteit van de gemeente Helmond, kan op basis van het vorenstaande voorlopig als

volgt worden samengevat:

. vrije deel algemene reserve, op basis van voormelde berekening

. vrije deel pijlerreserves

. onbenutte belastingcapaciteit

. de posten onvoorzien ( onvoorzien incidenteel)

. stille reserves

Totaal weerstandscapaciteit

¿ 3.905.000

¿ 4.395.000

nihil

¿ 1.097.000

--P.JIh

¿ 9.397.000

+ p.m.

Programmabegroting 2004

68

6.1.1.12 Weerstandsvermogen versus risico's

Op basis van het vorenstaande kan de (voorzichtige) conclusie worden getrokken, dat het

gemeentelijk weerstandsvermogen, rekening houdende met het hiervoor geschetste risicoprofiel

voldoende moet worden geacht om tegenvallers te kunnen opvangen.

De financiële positie van de gemeente Helmond heeft naar onze mening dan ook een redelijke basis,

waarbij kan worden geconcludeerd dat de risico's binnen normaal te achten grenzen liggen. Daar

komt natuurlijk bij, dat zich naast tegenvallers ook meevallers kunnen voordoen.

Wel blijft het natuurlijk zaak de vinger aan de pols te houden en de risico's waarmee de gemeente

wordt geconfronteerd regelmatig tegen het licht te houden en daarvoor dan ook de geëigende

maatregelen te treffen.

Programmabegroting 2004

69

6.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

Het spreekt voor zich, dat het niet alleen van belang is om zaken tot stand te brengen, bijvoorbeeld

door investeringen, maar dat het zeker zo belangrijk is dat bestaande zaken ook op een goede manier

in stand worden gehouden. Om te zorgen dat dit aspect, bijvoorbeeld door de drang naar nieuwe

zaken en actuele speerpunten, voldoende aandacht krijgt is een afzonderlijk paragraaf

voorgeschreven. Het belang hiervan wordt nog eens extra onderschreven door de wetenschap, dat

het onderhoud van kapitaalgoederen een groot deel uitmaakt van het gemeentelijk budget.

Gelet op de duurzaamheid van deze kapitaalgoederen is dit een continue taak, die behoorlijk wat

budgettaire middelen vraagt.

Met deze paragraaf heeft de raad de mogelijkheid kaders te stellen voor onderhoud van wegen,

rioleringen, gebouwen en heeft hier een instrument om onderhoud systematisch en op hoofdlijnen aan

te sturen, zonder zich te hoeven vermoeien met details ("de bekende stoeptegel").

Het spreekt echter voor zich, dat het kwaliteitsniveau daarbij in grote mate bepalend is voor de kosten.

Het is derhalve zaak om d.m.v. onderhoudsplannen een goed evenwicht te vinden tussen minimaal

acceptabel en een evt. hoger gewenst kwaliteitsniveau met de daaraan verbonden extra kosten.

Bovendien zullen door het periodiek actualiseren van deze plannen knelpunten tijdig zichtbaar worden

en zo mogelijk voorkomen kunnen worden.

In onze gemeente zijn onderhoudsplannen voor de meeste onderdelen beschikbaar. In geval er

discrepanties ontstaan tussen het afgesproken onderhoudsniveau en de beschikbare budgetten zal

m.n. in deze paragraaf een beleid worden afgesproken ter oplossing hiervan. Te denken hierbij valt

aan het bijstellen van het kwaliteitsniveau, bijstellen van het budget, het oplossen van knelpunten door

incidentele impulsen, een kostenbesparende werkwijze, afstoting, functieverandering etc.

Algemene bijstellingen

Als algemene bijstelling worden de onderhoudsbudgetten jaarlijkse opgehoogd op basis van een

areaalcompensatie - techniek en een bijstelling voor de prijsontwikkelingen.

Binnen onze gemeente zijn de volgende onderhoudsplannen beschikbaar:

Onderhoudsplannen Planperiode Status plan Volledig

geïmplementeerd

Wegen Tot 2008 In 1998 besloten de jaarbudgetten zie toelichting

d,m,v, een inhaalslag te verhogen In

2004 zal op basis van het dan

geïmplementeerde wegbeheersysteem

een toekomstvisie en beheerbeleid

ontwikkeld worden

Kunstwerken 2003-2007 Raadsbehandeling voorzien in oktober zie toelichting

2003

Waterlopen / Naar Nog op te stellen

waterpartijen verwachting Naar verwachting gereed in tweede

2004-2008 helft 2003

Rioleringen (GRP) 2000-2004 GRP vastgesteld door de raad op 9 Zie toelichting

mei 2000. Nieuw GRP in voorbereiding

Groen 1993-heden Kadernota Groenbeheer, deze nota zal Zie toelichting

in 2004 vervangen gaan worden door

op te stellen Groenbeheerplan

Gebouwen (BGG) 2002-2004 In uitvoering; Zie toelichting

Programmabegroting 2004

70

6.2.1 Onderhoudsplan wegen

Teneinde het budget in overeenstemming te brengen met het beoogde onderhoudsniveau is in 1998

afgesproken dat dit budget in de periode 1999-2007 stapsgewijs wordt opgehoogd tot een bedrag van

¿ 2.268.900 (f.5.000.000). Om deze bijstelling te bereiken is in het meerjarenperspectief tot en met

2007 rekening gehouden met een jaarlijkse ophoging van ¿ 226.890 (f.500.0oo).

In het Programma Onderhoud Verhardingen (POV) wordt jaarlijks een overzicht aangeboden van de

grootschalige onderhoudsmaatregelen.

Er is onderscheid te maken tussen elementenverhardingen en asfaltverhardingen. Het zwaartepunt

van onderhoud zal de komende jaren gericht moeten zijn op de asfaltverhardingen, gelet op de

kwaliteit en het beoogde onderhoudsniveau.

Het wegbeheersysteem wordt momenteel geïmplementeerd en aangepast. In de tweede helft van

2004 is dan de onderhoudsbehoefte voor de komende jaren vast te stellen en in relatie te brengen

met het verwachte evenwicht in 2007 t.a.v. de budgetstelling.

Daarnaast zijn er enkele aandachtspunten, namelijk:

Henri Dunant tunnel

De asfaltverharding degenereert als gevolg van lekkages in de betonconstructie. Na het herstellen van

de lekkages dient de asfaltverharding vervangen te worden. In het IVP 2003-2007 is hiervoor in 2007

een bedrag van ¿ 1.267.000 opgenomen. In de tussenliggende periode wordt het wegdek met

plaatselijke reparaties in stand gehouden.

Openbare Verlichting

Het grootonderhoud inzake het vervangen van masten en armaturen is nog niet planmatig geregeld.

In samenhang met het te realiseren beleidsplan zullen voorstellen worden gedaan voor vervanging

van lichtmasten en armaturen.

6.2.2 Onderhoudsplan kunstwerken.

Het Gemeentelijk Kunstwerkenbeheerplan (GKP) 2003-2007 is/ wordt binnenkort voorgelegd. In dit

beheerplan is het te onderhouden areaal systematisch op een rij gezet. Tevens zijn alle te beheren

kunstwerken geïnspecteerd op staat van onderhoud en mogelijk daaruit voortvloeiende risicovolle

situaties. Uit het GKP blijkt dat de gemeente beschikt over 148 civieltechnische kunstwerken (de

fonteinen zijn hierin meegerekend) en 17,8 km water- of grondkeringsvoorziening. Vooruitlopend op

het GKP zijn op basis van de bevindingen in het kader van de Voorjaarsnota 2003 reeds voorstellen

gedaan voor verhoging van het beheerbudget en extra investeringen.

Op grond hiervan is het budget in de begroting 2004 met ¿ 80.000 verhoogd.

Dit extra budget zal primair besteed worden aan toegenomen nutskosten, extra

conserveringsmaatregelen en bouwkundig onderhoud op basis van de inspecties.

Daarnaast zijn de investeringen zoals opgenomen in het GKP in het IVP 2004-2007 overgenomen Het

betreft een bedrag van in totaal ¿ 272.000. De onderhoudstoestand van de wat oudere kunstwerken in

Helmond is op dit moment matig te noemen. Daarnaast doet zich op een aantal plaatsen risicovolle

situaties voor. Deze worden op korte termijn naar verwachting afdoende opgelost door de

voorgestelde investeringen en het verhogen van het beheerbudget.

Een punt van zorg en aandacht betreft de onderhoudstoestand van de sluizen in Helmond. Deze zijn,

financieel, buiten het GKP gehouden gezien de bedragen die hiermee gemoeid kunnen zijn.

Momenteel wordt onderzocht hoe hiermee om te gaan.

Eventuele financiële consequenties zullen op zijn vroegst in de begroting 2005 doorwerken, tenzij zich

vóór die tijd calamiteuze of anderszins onacceptabele situaties voordoen.

Programmabegroting 2004

71

6.2.3 Waterlopen/waterpartijen

De gemeente Helmond beschikt volgens een eerste indicatie over ca. 100 km waterloop, 14

vijverpartijen en enkele honderden duikers. Een deel van deze waterlopen is permanent

watervoerend, een ander deel valt periodiek droog.

Het huidige budget dwingt tot keuzes. De prioriteit van de te maaien waterlopen wordt hierdoor op

dit moment bepaald door het garanderen van de waterafvoerende functie, maar ook hier doen zich

gedurende het groeiseizoen van de beplanting soms problemen voor. Verder betekent dit dat een

aantal waterlopen niet jaarlijks gemaaid worden. In verband hiermee is het budget ingaande 2004

met ¿ 20.000 opgehoogd. Daarnaast is er voor 2004 en 2005 in het IVP ¿ 479.000,- opgenomen voor

het baggeren van de vijvers in Helmond-noord en de Warande.

Momenteel wordt een plan opgesteld, waarbij voorstellen worden gedaan over de wijze en intensiteit

van beheer en de eventuele financiële gevolgen daarvan. Tevens zal het baggervraagstuk voor de

gemeente Helmond hierin verwerkt worden

De inventarisatie tb.v. het beheerplan is afgerond en naar verwachting zal het plan in totaliteit nog in

2003 afgerond kunnen worden.

6.2.4 Onderhoudsplan rioleringen (G.R.P.)

De gemeenteraad heeft op 9 mei 2000 het huidige GAP van de gemeente Helmond vastgesteld. In

dit, wettelijk verplichte, beleidsplan is het beheer en onderhoud van riolering en aanpalende

voorzieningen vastgelegd. De gemeente Helmond beschikt per 1 januari 2004 over 543 km riolering,

157 gemalen, 14 bergbezinkbassins en nog enkele aanpalende voorzieningen. De totale

vervangingswaarde bedraagt ca. ¿ 250 miljoen (prijspeil 2000).

De kwaliteit van de riolering is in Helmond, algemeen gesproken, op een acceptabel niveau. Wel

moet geconstateerd worden dat er steeds vaker gebreken worden geconstateerd aan relatief jonge

riolen. Dit heeft enerzijds te maken met de materiaal keuze in het verleden en anderzijds met de

manier van leggen van de riolering.

Voor de kwaliteitsbewaking van de riolering wordt uitgegaan van inspecties welke uitgevoerd en

geanalyseerd worden volgens de NEN-normen welke landelijk en op Europees niveau ingevoerd zijn

of gaan worden.

Momenteel wordt het GAP geactualiseerd en wordt binnenkort afgerond. In dit nieuwe GAP zal op

basis van geactualiseerde inzichten het beleid voor de toekomst bepaald worden, waarbij toekomstige

vervangingen uiteraard een van de aandachtspunten zal zijn.

De eerste reken exercities voor het tarief van de rioleringsheffing hebben aangetoond, dat het tarief

verder verhoogd zal moeten worden om uiteindelijk kostendekkend te kunnen zijn. Daarbij komt het

tarief bij de voorlopige reken sessies uit op ca. ¿ 200. De onderbouwing en berekening van dit tarief

komt op korte termijn bij de behandeling van het GAP uitgebreid aan de orde.

Op basis van deze constatering wordt voorgesteld om het tarief voor 2004 te verhogen met 2,7% plus

¿ 10. Het tarief zal daarbij uitkomen op ¿ 152,76 voor de kleine afvoeren.

6.2.5 Onderhoudsplan groen

De budgetten voor het onderhoudsplan groen worden aangewend voor het beheer en onderhoud van

circa 1045 hectare Openbaar Groen. Hiervan bestaat 450 hectare uit stedelijk groen en beslaan de

bossen 540 hectare. In de begroting 2004 zijn 53.250 stuks geregistreerde bomen opgenomen.

Momenteel loopt een project kwaliteitsverbetering, waarbij éénmalig, verspreid over vier jaarschijven,

een bedrag van afgerond ¿ 900.000 ter beschikking is gesteld in de vorm van de Kwaliteitsimpuis

Openbaar Groen. De eerste fase van de Kwaliteitsimpuis wordt in het plantseizoen 2003 - 2004

uitgevoerd. Eén majeur project hierbij is de revitalisering openbaar groen Aijpelberg, waarvan de

eerste fase in 2003 wordt uitgevoerd. In 2004 zal fase 2 van de kwaliteitsimpuis worden voorbereidt

en uitgevoerd.

Programmabegroting 2004

72

In relatie tot de bestuursopdracht Groen IS besloten elk jaar vanaf 2002 te besparen op de

onderhoudslasten. Deze bezuinigingen dienen te worden gehaald uit verkoop van openbaar groen en

besparingen op onderhoud. Stand van zaken wordt gevolgd in de marap's.

Mogelijk is er in de praktijk een discrepantie tussen de werkelijke areaaluitbreiding en de toegekende

index. Hetzelfde zou het geval kunnen zijn voor de jaarlijkse interne indexering van de

onderhoudsbudgetten en de marktconforme prijsindexen. Een onderzoek naar de omvang, oorzaak

en oplossing van dit mogelijke hiaat is gaande.

Om adequaat sturing te kunnen geven aan de invulling en besteding van de onderhoudsbudgetten is

het wenselijk om door middel van kwaliteitsniveaus vast te kunnen stellen wat de kwaliteit van

onderhoud zou moeten zijn of worden. Voor het onderhoudsprogramma groen wordt er gewerkt aan

de vorming van beeldbestekken die het gemeentebestuur uiteindelijk in staat stellen middels

beeldkwaliteiten vast te stellen welke onderhoudsniveaus tegen vooraf bepaalde bedragen binnen

Helmond gehanteerd dienen te worden (Groenbeheerplan). Om daadwerkelijk met beeld bestekken te

kunnen werken is tevens een project gestart ter vervanging van het huidige, sterk verouderde

groenbeheersysteem. Per 1 januari 2006 zal het onderhoud van groenvoorziening middels

beeld bestekken worden uitgevoerd.

Om een goede overgang tussen het reguliere beheer en de toekomstige beeldbestekken mogelijk te

maken is er een nieuwe raamovereenkomst gesloten tussen de gemeente en vijf

onderhoudsaannemers. Deze overeenkomst loopt van 1 juli 2003 tot en met 31 december 2005. De

hierbij bespaarde middeleninzet is een onderdeel van de inkooptaakstelling, terwijl daarnaast een deel

aangewend zal worden als voorfinanciering van de nieuw op te zetten systematiek van

beeldbestekken.

6.2.6 Onderhoudsplan gebouwen

De gemeenteraad heeft in januari 2002 het bedrijfsplan BGG (thans Vastgoed) vastgesteld. Hierin is

geconstateerd dat er een discrepantie bestond tussen beschikbare onderhoudsmiddelen en benodigd

budget op basis van kengetallen.

Om de exacte omvang van dit tekort vast te stellen is besloten dat de Vastgoedpanden

(ca. 130.000 m2 b.v.o.) opnieuw worden geïnspecteerd op basis van werkelijke cijfers. Deze

herinspectie is in november 2003 gereed.

Teneinde het tekort op het benodigde budget te verkleinen is reeds een aantal structurele

maatregelen genomen:

. uit de zich positief ontwikkelende exploitatie van Vastgoed wordt op basis van de besluitvorming van

de Raad jaarlijks (vooralsnog tot 2009 of zoveel korter als noodzakelijk mocht blijken) ca. ¿ 100.000,-

toegevoegd aan het onderhoudsbudget Vastgoed;

. een aantal panden met een lage bijdrage aan de onderhoudsbegroting Vastgoed is of wordt

vervreemd. Bij het afstoten van panden spelen ook bedrijfseconomische overwegingen een rol.

Uiteraard worden de onderhoudsinspanningen aan deze panden in de jaren voorafgaand aan de

vervreemding geminimaliseerd;

. bij areaalvernieuwingen wordt bij de investeringsaanvraag consequent een paragraaf over de

toekomstige exploitatielasten opgenomen. Op deze wijze is voor een reeks panden reeds in de

reguliere begroting een adequaat onderhoudsbudget opgenomen.

Het Vastgoed-onderhoudsbudget voor 2004 bedraagt ca ¿ 1.550.000,- . Uit de gegevens van de

binnenkort af te ronden herinspectie zal blijken hoe groot het exacte tekort op het benodigde budget

zal zijn. Duidelijk is in ieder geval dat in de afgelopen jaren het relatieve tekort is afgenomen en dat bij

continuering van het huidig beleid en onder toepassing van de huidige prioriteitenstelling, tekorten in

beginsel binnen 5 jaar worden weggewerkt. In het najaar van 2004 zal Vastgoed een geactualiseerd

Programmabegroting 2004

73

bedrijfsplan presenteren waarin onderhavige onderhoudsproblematiek expliciete aandacht krijgt en

eventuele voorstellen worden gedaan beleidsaanpassingen te plegen.

In 2002 is besloten een weerstandvermogen in te stellen van ¿ 450.000,-. Indien zich echte

calamiteiten zouden voordoen fungeert dit vermogen als buffer.

Voor de toekomstige budgettering blijft een onzekere factor dat eisen ta.v. veiligheid (brand,

legionella, electrische installaties, arro) steeds weer opgeschroefd worden. Het gaat hierbij om

eigenaarsverplichtingen die niet sec onderhoud zijn en waarmee in de onderhoudsbudgettering dan

ook geen rekening kan worden gehouden. In voorkomende gevallen zullen maatregelen die hieruit

voortvloeien via het IVP aan de Raad worden voorgelegd.

Programmabegroting 2004

74

6.3 Paragraaf bedrijfsvoering

De paragraaf bedrijfsvoering heeft als doel het zo optimaal mogelijk ondersteunen en uitvoeren van de

programma's. In de praktijk moet dit tot uiting komen in het goed bedienen van de klanten van onze

gemeente, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te

garanderen.

Concreet gaat het om een goede dienstverlening aan de burger, namelijk door:

. Een efficiënt werkende organisatie

. Een zorgvuldig besluitvormingsproces

. Een gestructureerde planning en beheersing van de beleidsuitvoering

. Waar mogelijk op een verantwoorde wijze benutten van ICT-mogelijkheden

. De beschikbaarheid van gemotiveerd en gekwalificeerd personeel.

In dit verband gaan we achtereenvolgens in op:

. Planning en controlinstrumenten

. Personeel en organisatie

. Huisvestings en arbobeleid

. Benutting ICT-mogelijkheden

6.3.1 Planningen en controlinstrumenten

De dualisering heeft niet alleen een nieuwe rolverdeling tussen B.&W. en de gemeenteraad tot gevolg,

maar stelt ook andere eisen aan de ambtelijke organisatie. Het is de bedoeling, dat de organisatie

deze nieuwe rolverdeling zo goed mogelijk faciliteert. Na de instelling van de griffie staat nu de

aanpassing van de instrumenten centraal. Ingaande 2004 zijn hiervoor ook nieuwe voorschriften van

kracht. Op grond hiervan wordt voor 2004 voor de eerste keer een programmabegroting

gepresenteerd. Daarnaast is er een productenraming opgesteld voor B&W,. om daarmee de

programmabegroting uit te voeren en de organisatie aan te sturen. De achterliggende periode

kenmerkt zich vooral door het zoeken naar de meest gewenste opzet en inrichting van de

programmabegroting. Dit heeft geresulteerd in voorliggende programmabegroting, die hoewel nog niet

perfect een goede basis vormt voor 2004 en tevens het vertrekpunt is voor verdere ontwikkelingen in

de komende jaren. In 2004 zal dit proces uiteraard worden vervolgd .Gelijktijdig hiermee zal de

productenraming verder geconcretiseerd worden op basis van de beleidsvoornemens in de

programma's en d.m.v. een doorvertaling van concrete uitvoeringsopdrachten voor de organisatie.

In het verlengde hiervan zal de programmarekening m.i.v. 2004 dezelfde opzet krijgen als de

programmabegroting. Vooralsnog wordt de aandacht gericht op het doorontwikkelen van de

(programma)begroting en -rekening. Op een later tijdstip zullen we de aandacht verleggen naar de

vorm opzet en inhoud van de (management)rapportages.

6.3.2 Personeel en organisatie

In 2001 is begonnen aan een traject van organisatieontwikkeling dat gericht is op het realiseren van

het profiel waaraan de organisatie moet voldoen om het ambitieniveau van het gemeentebestuur waar

te kunnen maken. Kenmerken van dit profiel zijn:

Externe oriëntatie en samenwerking

Resultaatgerichtheid

Samenhang en integraliteit

Flexibiliteit en Consistentie

De concrete planning van te behalen resultaten in 2004 zal eind 2003 gemaakt worden. Wel kan nu

reeds aangegeven worden wat de aandachtsgebieden zijn waar de plannen zich met prioriteit op

zullen richten.

Programmabegroting 2004

75

Integraal management

Met het lopende en in 2004 te continueren traject "Integraal Managemenf' wordt onder meer een

basis gelegd voor het beter kunnen sturen op resultaten. Duidelijk verantwoordelijk en aanspreekbaar

zijn voor resultaten en het beschikken over de daarbij horende bevoegdheden vormen belangrijke

voorwaarden voor resultaatgericht werken. In 2004 zal met name gewerkt worden aan de ontwikkeling

van de managementvaardigheden en het verder professionaliseren van de uitvoering van de

managementtaken.

Resultaatmanagement

Om de prestaties en resultaten van een organisatie goed te kunnen sturen is het noodzakelijk dat:

.

Input en output van de projecten en processen goed benoemd is.

Vastgesteld is met welke maatstaven de kwaliteit van de output en processen gemeten wordt

Normen en doelstellingen zijn afgesproken.

Prestaties gemeten worden.

(Bij)sturingsmaatregelen genomen worden op basis van prestatiemetingen.

.

.

.

.

Hoewel voor diverse producten en processen goede maatstaven beschikbaar zijn en gebruikt worden

is er nog geen sprake van een organisatiebrede en systematische aanpak en toepassing van

outputgericht resultaatmanagem ent.

In 2004 zal een traject gestart worden dat erop gericht is op een meer systematische toepassing van

resultaatmanagement. De programmabegroting, productenraming en afdelingsplannen zijn belangrijke

instrumenten die gebruikt zullen worden om beter op resultaten te kunnen sturen.

Projectmatig werken en programmamanagement

Het professionaliseren van de manier waarop projecten en programma's uitgevoerd worden is reeds

enkele jaren een aandachtsgebied. Naast instrumentale aspecten is dit vooral een zaak van het

verbeteren van de manier waarop mensen organisatiebreed samenwerken. Het verankeren van

gedragsverandering vergt een lange-termijn-aanpak. In 2004 zal de inspanning zich met name richten

op het verankeren in de organisatie van de reeds uitgewerkte systematiek van samenwerken in

projecten. De planning en inzet van menscapaciteit voor projecten zal daarbij een specifiek

ontwikkelpunt vormen.

Competentiemanagement en loopbaanbeleid.

De deskundigheid en bekwaamheid van onze medewerkers vormen een kritische succesfactor.

Competentiemanagement richt zich op het benoemen van de kennis, vaardigheden en houding die

medewerkers nodig hebben om succesvol te zijn in hun functie en op persoonlijke ontwikkelplannen

(inclusief persoonlijke resultaatafspraken). Loopbaanbeleid richt zich op een optimale benutting van

de capaciteiten van medewerkers en het planmatig omgaan met de bezetting van cruciale functies.

In 2004 zal concreet vorm worden gegeven aan competentiemanagement en beleid ontwikkeld

worden op het gebied van loopbaanbeleid.

6.3.3 Huisvestings- en arbobeleid

Om een organisatie goed en efficiënt te laten functioneren vereist dit een bij de organisatie passende

en arbotechnisch verantwoorde huisvesting. Deze twee facetten en met name aanpassing als gevolg

van de ombouw van de organisatie naar de pijlerstructuur vergen momenteel en de komende periode

de nodige inspanningen.

Programmabegroting 2004

76

In het herhuisvestingsplan is een fasering aangegeven ten aanzien van een aantal noodzakelijke

bouwkundige aanpassingen. Dit heeft geleid tot een massale verhuizingsoperatie. Momenteel staat

nog een aantal projecten in de steigers.

Ventilatie en koelsysteem

In de 1 sta en 300 fase van het stadskantoor is de vervanging met beperkte overlast te realiseren.

Het vervangen van het luchtbehandelingssysteem in de 2de fase is aanmerkelijk complexer. Dit vereist

aanpassing van alle luchtbehandelingskanalen, waarbij per etage alle plafonds verwijderd moeten

worden De doorlooptijd per etage wordt geraamd op 2 maanden. Ontruiming per etage is

onontkoombaar. Mogelijkheden van tijdelijke huisvesting worden momenteel onderzocht.

Vervanging bekabeling t.b. v. netwerk bekabeling, telefonie en elektriciteitsvoorziening

Binnen het Stadskantoor wordt nog gebruik gemaakt van twee separate (en technisch verschillende)

bekabeling netwerken, namelijk voor datacommunicatie (ouder dan 10jaar) en voor telefonie (20 a 25

jaar oud). Deze zijn sterk verouderd en zijn qua capaciteit, uitbreidingsmogelijkheden en

beheersbaarheid onvoldoende voor nieuwe en toekomstige toepassingen. Op veel plaatsen worden

momenteel al concrete knelpunten ervaren. In de komende periode zal een herbekabeling

plaatsvinden met als doel één integraal bekabelingnetwerk (voor data en telefonie).

De uitvoering is/ wordt gestart in 2003. Waar mogelijk zal de vervanging van de bekabeling

gecombineerd worden met de vervanging van het luchtbehandelingssysteem.

Nieuwbouw en verbouwing

In verband met de oplossing van de ruimtebehoefte is eerder het.voornemen gecommuniceerd om

een bouwtraject tussen de 1 sta en 2de fase te realiseren. Dit vereist echter een

bestemmingsplanwijziging. Binnen het vigerende bestemmingsplan bestaan er mogelijkheden om in

de 1ste fase een verdieping op de zijvleugel (boven drukkerij) te bouwen (= 3de etage). Deze relatief

eenvoudige en goedkope oplossing levert een aanzienlijk aantal m2 kantoorruimte op en is daardoor

in samenhang met andere aanpassingen een goed alternatief, dat de voorkeur heeft. Samen met

andere aanpassingen in de derde fase (o.a. benutting inpandige garage / fietsenstalling) levert dit een

substantiële bijdrage om te kunnen voldoen aan de vastgestelde ruimtebehoefte. Inmiddels is een

bouwvergunning voor de extra verdiepingen aangevraagd als onderdeel van de totaalaanvraag.

Deze opzet is uitgangspunt voor het verdere herhuisvestingstraject. Hierbij wordt er echter wel

rekening mee gehouden, dat de discussie inzake de ontwikkelingen met betrekking tot het CWI

gevolgen kan hebben voor de huisvestingssituatie binnen het Stadskantoor. Indien de afdeling Sociale

Zaken zou overgaan naar een nieuwe locatie buiten de muren van het stadskantoor, heeft dit tot

gevolg dat in de 2de fase op de begane grond een aanzienlijk aantal m2 vrijkomt. In dat geval, is de

voorgestelde aanbouw in de 1 sta fase (bouwlaag boven drukkerij) niet noodzakelijk en is de

verbouwing van de huidige garages in de 3de fase zoals nu gepland slechts gedeeltelijk noodzakelijk.

ARBO/BHV

In dit kader zijn voor 2004 de volgende zaken gepland:

-Uitvoering plan van aanpak Risico Inventarisatie & Evaluatie

-Afronding noodplannen voor ambtelijke gebouwen

-Afronding BHV-plannen voor ambtelijke gebouwen

-Uitbouwen en trainen BHV-organisatie

-Aanschaf communicatieapparatuur BHV

2004 - 2005

2004

2004

2004 - 2005

2004

Programmabegroting 2004

77

6.3.4 Benutting ICT-mogelijkheden

Naast de hiervoor aangeven vervanging van bekabeling en verhuizing en herinrichting van de centrale

computerruimte staan de volgende zaken voor 2004 op de rol:

Migratie Besturings- en kantoorautomatisering programmatuur

Vanwege marktontwikkelingen is het noodzakelijk om de kantoorautomatisering te migreren naar

nieuwe versies besturings- en applicatieprogrammatuur. Licenties voor deze programmatuur zijn,

vanwege te behalen financiële voordelen, al in 2002 door de gemeente aangekocht. Destijds is

besloten om de implementatie hiervan op een later moment uit te voeren.

Dit zal in 2004 zijn beslag krijgen. Hierbij worden alle server systemen en alle pc werkplekken volledig

opnieuw ingericht (inclusief evt benodigde opleidingen). Ook wordt een traject gestart om te komen tot

een kwaliteitsverbetering van het gebruik en de inzet van de beschikbare kantoorprogrammatuur.

Verder worden in 2004 meerdere server systemen en een groot aantal pc werkplekken vervangen.

Waar mogelijk zal dit gecombineerd worden met de hiervoor genoemde vervangingen.

Investeringskosten Infrastructuurcomponenten ¿ 99.119,00. Dekking middels IVP 2004 post 045

Investeringskosten PC werkplekken ¿ 180.000,00. Dekking middels begroting automatisering.

Investeringskosten ¿ 345.000,00. Dekking middels IVP 2003 post 045c

Vervanging midrange omgeving en migratie informatiesystemen

In 2003 is een aanbesteding gehouden voor de nieuwe centrale hoofdcomputer (midrange omgeving).

Technische implementatie hiervan is in 2003 gestart en wordt in 2004 afgerond. Na deze technische

implementatie zullen de informatiesystemen van de oude naar de nieuwe midrange omgeving worden

gemigreerd.

Investeringskosten ¿ 858.000,00. Dekking middels toegekend krediet.

De elektronische gemeente

Het aandachtgebied elektronische gemeente richt zich op het benutten van ICT voor het verbeteren

van de communicatie met de Helmondse burger. Dit vormt het speerpunt voor het verbeteren van de

klantgerichtheid van de organisatie. Het aandachtsgebied elektronische gemeente bestaat uit drie

elementen:

E-service: Dit element richt zich op een elektronische dienstverlening naast de dienstverlening zoals

die nu in de stadswinkel fysiek wordt geleverd. Hiermee kan de burger de producten en diensten

plaats- en tijdonafhankelijk afnemen.

E-democracy: Dit element richt zich op het vergroten van de betrokkenheid van de burger bij de

ontwikkelingen in de stad en beleids- en besluitvorming over de stad. Kernwoorden zijn:

toegankelijkheid, burgerparticipatie en interactieve beleidsontwikkeling.

E-city: Dit element richt zich op ICT en de sociaal-economische en -maatschappelijke ontwikkeling

van de stad. Activiteiten op dit gebied worden voor het kenniswijkgebied grotendeels uitgevoerd door

de Kenniswijk BV. Burgers als bedrijven moeten worden gestimuleerd en gefaciliteerd om nieuwe

technologie te gebruiken/benutten, zowel vanuit de vraagzijde als vanuit de aanbodzijde.

De ontwikkeling van de electronsiche gemeente is een die de komende jaren doorgang zal vinden

doordat landelijk en europees hiermee mogelijkheden worden onderkend om de kwaliteit van de

dienstverlening te verbeteren, de interne bedrijfsvoering te verbeteren en de transaprantie van de

overheid te realiseren. Er zullen in de komende jaren dan ook investeringsimpulsen benodigd blijven

om hierin te kunnen voorzien.

Programmabegroting 2004

78

Door de ontwikkeling van de elektronische gemeente dient naast de aandacht voor de adequate

inrichting van de interne automatiseringsfaciliteiten, door vervanging bestaande situatie en opvangen

natuurlijke groei, ook aandacht gelegd te worden bij het realiseren van technische faciliteiten om

burger via het internet toegang te geven tot gemeentelijke informatie om elektronische dienstverlening

mogelijk te maken. Hosting is hierin een belangrijke component waarbij vooralsnog externe partijen

worden gezocht om hiervoor oplossingen aan te bieden.

Programmabegroting 2004

79

6.4 Paragraaf verbonden partijen

Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijk dito risico's wordt in de

programmabegroting 2004 aandacht besteed aan derde rechtspersonen, waarmee de gemeente

Helmond een bestuurlijke én een financiële band heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een

zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt

bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van

faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald

kunnen worden op de gemeente Helmond.

Het inzichtelijk maken van de verbonden partijen is om twee redenen van belang. De eerste reden is

dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen.

De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De tweede reden betreft de kosten I het

budgettaire beslag I en de financiële risico's, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en

de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.

Hieronder is weergeven een overzicht van publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de

gemeente Helmond participeert, die begrepen kunnen worden onder de noemer verbonden partijen.

Publiekrechtelijke rechtspersonen

Hieronder zijn 8 gemeenschappelijke regelingen vermeld waarin de gemeente Helmond participeert.

De uitgaven die voortvloeien uit deelname aan gemeenschappelijke regelingen zijn verplichte uitgaven

die in de gemeentebegroting opgenomen dienen te worden. Op grond van het bepaalde in de

Wet gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeenteraad de mogelijkheid opmerkingen over de

ontwerp begroting kenbaar te maken aan het algemene bestuur van de betreffende

gemeenschappelijke regeling.

GemeenschappelIj Aard activiteit en Bestuurlijke betrokkenheid Risico's Relatie

ke reaellna flnanclerina programma's

1 Gemeenschap- Publiekrechtelijke Gemeenten in Nederland kunnen Beleggingsbeleid IZA. Programma

pelijke regeling IZA- zorgverzekering ten behoeve vijf leden voor dragen voor het Gemeente draagt bij in bestuur en

Nederland, van ambtenaren en daaraan algemeen bestuur dat uit 13 leden verhouding tot bijdrage organisatie

raadsbesluit d.d. 17 gelijkgestelden (ex-ambtena- bestaat. De gemeente Helmond andere publiek-

november 1992, ren en nabestaanden). heeft geen vertegenwoordiger in rechtelijke lichamen in

bijlagenr.342 Deelnemers betalen het algemeen bestuur. eventueel tekort bij

procentuele en/of nominale liquidatie (toezicht door

bijdrage over heffings- minister van BZK).

grondslag. Publiekrechtelijke

lichamen betalen procentuele

biidraae daaraan ontleend.

2 Gemeenschap- Uitvoering afvalinzamelings- 2 daartoe door de raad aangewe- Nota cie SB &V d.d. 28 Programma

pelijke regeling en reinigingstaken. Deelne- zen leden van B&W zijn lid van het september 2000 milieu

reiniging Blink, mende gemeenten betalen algemeen bestuur; een van hen is

raadsbesluit d.d. 6 een bijdrage, gebaseerd op tevens voorzitter. Daarnaast kan de

november 2001, de kosten van de uitvoering gemeenteraad max. 3 adviserende

biilaaenr. 238 van de werkzaamheden. leden benoemen.

3 Gemeenschap- Zorg voor een goed toege- Gemeenteraad wijst 3 leden aan Gemeente is Programma

pelijke regeling ruste organisatie van de hulp- voor het algemeen bestuur (en 3 aansprakelijk voor veiligheid en

Hulpverleningsregio verlening bij ongevallen en plaatsvervangers) tekorten o.b.v. aantal handhaving

Zuid-Oost Noord- rampen en de zorg voor een inwoners (50%) en

Brabant, integraal ambulancezorgsys- aantal wooneenheden

raadsbesluit d.d. 6 teem in Zuid-Oost Noord-Bra- (50%) voor zover het

maart 2001 , bant. Financiering geschiedt de brandweertaken

bijlagenr.74 o.b.v. tarieven COTG en evt. betreft en naar rata van

door deelnemende gemeen- aantal inwoners voor

ten bij nadelig saldo (ambu- wat betreft het

lancevervoer) en door rijk en ambulancevervoer.

deelnemende gemeenten,

brandweer tram Den bestri i din Q.

Programmabegroting 2004

80

4. Regeling voor het Integrale uitvoering Wet De gemeente Helmond heeft het 1.Sterke afhankelijkheid Programma

openbaar lichaam sociale Werkvoorziening, recht uit zijn midden, de voorzitter van rijksbeleid m.b.t. sociale

Helso/STAP alsmede activiteiten op het inbegrepen, 1 lid aan te wijzen, die financiering. voorzieningen en

Samenwerkings- vlak van arbeidsreintegratie tevens lid is van het algemeen 2.0mzet is afhankelijk maatschappelijke

verband Helso en aangepaste arbeid aan bestuur. Het lid van het algemeen van economische dienstverlening

Helmond personen uit de deelnemende bestuur is tevens lid van het ontwikkelingen.

gemeenten, die op afstand dagelijks bestuur. 3.Samenwerkingsver-

staan van de reguliere band met STAP vraagt

arbeidsmarkt. Financiering om transparante

geschiedt door rijkssubsidie, verhoudingen.

bijdragen derden en bijdragen

van aemeenten.

5. Financieringsschap Herverdeling middelen van De gemeenteraad wijst uit zijn Programma

Strategische deelnemers over projecten midden, de voorzitter inbegrepen, 1 ruimtelijke

Projecten van stadsregionale betekenis. lid aan voor het algemeen bestuur ontwikkeling en

Stadsregio Gemeentelijke bijdragen (4voudig stemrecht). Het Helmonds volkshuisvesting

Eindhoven e.o. gebaseerd op algemeen bestuurslid is tevens lid

raadsbesluit d.d. 28 grondverkopen en op van het dagelijks bestuur.

juni 1994 gerealiseerde hoeveelheden

bijlagenr.190 en kantoorvloeren en

raadsbesluit d.d. 4 inwoneraantal.

september 2001,

biilaaenr.179

6. Gemeenschap- Takenpakket is deels wettelijk 6 leden worden door de 1.Beleidsverantwoor- Programma's:

pelijke regeling verankerd, deels vrijwillig gemeenteraad uit zijn midden, de delijkheid openbaar zorg en volksge-

Samenwerkingsver overgedragen (milieu, voorzitter inbegrepen, aangewezen vervoer. zondheid; onder-

band Regio streekarchief, volwassenen- als lid van de regioraad. 2.Adequate besteding wijs, jeugd en kin-

Eindhoven, eductatie). Financiering o.b.v. EU-middelen (Stimulus) deropvang; sport

gebaseerd op de rijks- en provinciale bijdagen, 3.Wegvallende of te en recreatie; eco-

Kaderwet bestuur in middelen EU, derden en kort schietende derde nomisch beleid

verandering. gemeentelijke bijdragen. geldstromen en werkgelegen-

heid; ruimtelijke

ontwikkeling en

volkshuisvesting;

verbetering be-

reikbaarheid;

groenvoorziening

en natuurbe-

scherminQ; milieu

7. Gemeenschap- Gemeenschappelijke De gemeenteraad wijst een lid en Twijfel over afdekking Programma zorg

pelijke regeling behartiging van de belangen een plaatsvervangend lid aan voor negatieve reserve en

GGD Zuid-Oost van de deelnemende het algemeen bestuur. Het dagelijks aanvaardbare kosten volksgezondheid

Brabant laatstelijk gemeenten op het gebied van bestuur wordt door en uit het ambulancevervoer

gewijzigd bij de gezondheid(szorg). algemeen bestuur gekozen. De

raadsbesluit d.d. 8 Financiering o.b.v. bijdrage voorzitter wordt door en uit het

april 1997, deelnemende gemeenten, bij- algemeen bestuur gekozen.

bijlagenr. 74 dragen ziektekostenverzeker-

aars ambulancehulpverlening

en biidraae particulieren.

8. Gemeenschap- Oorspronkelijk bevorderen Algemeen bestuur telt 1 lid per Slapende regeling Programma

pelijke regeling eigen woning bezit in Brabantse gemeente. De leden ruimtelijke

Hypotheekfonds gemeenten in Noord-Brabant. worden benoemd door en uit de ontwikkeling en

Noord-Brabantse Thans in te staan voor de gemeenteraden, de voorzitter volkshuisvesting

Gemeenten verplichtingen, die zijn inbegrepen.

laatstelijk gewijzigd overgegaan op N.V. Bouw-

bij raadsbesluit d.d. fonds Nederlandse

6 oktober 1998, gemeenten en toezien op

bijlagenr. 218 tijdige uitbetalingen door N.V.

Bouwfonds Nederlandse

Gemeenten aan de deel ne-

mende gemeenten (zie

raadsbesluit 7 februari 1996,

biilaaenr.23)

Programmabegroting 2004

81

Privaatrechtelijke rechtspersonen

Hierbij gaat het om deelnemingen in naamloze of besloten vennootschappen en stichtingen voor de

behartiging van in oorsprong gemeentelijke taken. Buiten beschouwing zijn gebleven de

lidmaatschappen van de gemeente in verenigingen, zoals de VNG, de Vereniging Stedenlink, De

Vereniging voor Bouwrecht en de Vereniging voor administratief recht. Genoemde lidmaatschappen

zijn gericht op gezamenlijke belangenbehartiging en/of kennisoverdracht. Tot op dit moment is niet

volledig in beeld gebracht welke lidmaatschappen op naam van de gemeente lopen. De hieruit

voortvloeiende contributieverplichtingen blijken uit de verschillende begrotingsonderdelen. Opdracht is

gegeven om hierover een nadere inventarisatie te houden.

Type rechtspersoon Aard activiteit en Bestuurlijke Risico's Relatie

financiering betrokkenheid programma's

1. Bedrijvencentrum Regio Versterken bedrijvigheid, Gemeente is sedert 1996 Verlies inleg Programma

Eindhoven B.V. exploiteren bedrijvencentra, aandeelhouder. Gemeente aandelenkapitaal bij economisch beleid

(voorheen verstrekken geldleningen. heeft benoemingsrecht voor gedwongen liquidatie. en

Bedrijvencentrum De Maatschappelijk kapitaal ruim 1 commissaris. werkgelegenheid

Pinckart B.V.) ¿ 1,8 miljoen. Geplaatst Benoemings-, schorsings-

¿ 544.536. en ontslagbevoegdheid

berusten bij de gemeente

Helmond.

2. Stichting Stadswacht Verbeteren toezichtfunctie in Bestuur telt 5 leden, Wegvallen subsidies, Programma

Helmond openbare ruimte en het creëren waarvan 3 door B&W uit mogelijke veiligheid en

van eenvoudige hun midden worden rechtspositionele handhaving! sociale

arbeidsplaatsen. Subsidies, rijk aangewezen en 2 uit het problemen. voorzieningen en

en gemeenten en bijdragen ambtelijk apparaat. maatschappelijke

derden voor dienstverlenina. dienstverlenina

3. Stichting Verbeteren organiserend De gemeente Helmond is in Financiële Programma

Streekontwikkeling De vermogen alle deelnemende het algemeen bestuur betrokkenheid is economisch beleid

Peel partijen met het oog op het vertegenwoordigd met 1 afhankelijk van te en

creëren van een structurele zetel. ontplooien activi- werkgelegenheid

basis voor de soc.-econ. teiten en juridische

ontwikkeling. Financiering vormgeving daarvan.

middels subsidies.

4. Stichting RIO Te fungeren als indicatie- 2 Bestuursleden worden Programma zorg en

orgaan als bedoeld in artikel 9a voorgedragen door de volksgezondheid

AWBZ en voorts het op colleges van B&W van de

objectieve en integrale wijze gemeenten Asten, Deurne,

vormgeven van het proces van Gemert-Bakel, Helmond,

indicatiestelling. Laarbeek, Mierio en

Som eren

5. Wethouder van Het verlenen van financiële Voorzitter is wethouder; N.B.Statuten dienen Programma's

Deutekomstichting steun aan Helmondse secretaris en penning- aangepast te worden cultuur/ sport en

verenigingen op het vlak van meester zijn 2 ambtenaren, aan de praktijk om 4 recreatie

recreatie, sport, cultuur en tenminste 2 leden zijn raadsleden te

jeugdbeweging. Financiering raadsleden en tenminste 2 benoemen in bestuur

middels opbrengst verpachting leden zijn afkomstig uit de stichting.

voorjaarskermis. Raad voor de Sport lis

buraerlid commissie MO

6. N.V.lnduma Het bevorderen van de soC.- Directeur is directeur dienst Vennootschap Programma

econ. Ontwikkeling van Middelen en opereert economisch beleid

Helmond o.m. door het Ondersteuning. risicodragend en

exploiteren en beheren van Commissarissen zijn de (afbouwsituatie) werkgelegenheid

registergoederen, het leden van het college van Verlies inleg

verstrekken van al dan niet burgemeester en aandelenkapitaal.

risicodragende leningen en het wethouders.

zelfstandig participeren in NB. Statuten moeten

aandelenkapitalen. Maatsch. aangepast worden.

kap. ¿ 1.134.000. Geplaatst

kap. ¿ 1.001.493.

7. Stichting STAP Het aanbieden in samen- Bestuur is identiek aan Wegvallen subsidies Programma sociale

werking met de gem. regeling dagelijks bestuur gem. en onjuiste interen voorzieningen en

Helso /ST AP van een regeling Helso/Stap. verrekeningen met maatschappelijke

dienstenpakket op het gebied Indirect heeft collegelid gem. regeling dienstverlening

van de totale arbeids- zitting in stichtingsbestuur. Helso/Stap.

(re)integratie en aangepaste

arbeid aan werkzoekenden met

een manifest dan wel latent

arbeids-marktprobleem binnen

het werkgebied van de stich-

ting. Financiering o.m. middels

subsidies en verrekeningen met

aem. reaelina Helso /Stap

Programmabegroting 2004

82

8. Stichting Belangen De stichting heeft tot doel de Het bestuur bestaat uit Gemeente staat borg Programma sport

Helmond Sport ondersteuning, promotie en het max. 5 leden. B&W zijn voor geldlening. en recreatie

verzekeren van de continuïteit bevoegd om een bindende

van de bvo HS, alsmede het voordracht te doen voor

beheer en exploitatie van de een benoeming van 2

accommodatie. bestuursleden. Van deze

bevoegdheid is gebruik

gemaakt, zij het dat

momenteel 1 vacature

bestaat.

9. Adm.kantoor Oost- Het kantoor heeft certificaten Jaarlijks is er een Programma beheer

Brabant BV (51% van aandelen uitgegeven aan aandeelhouders- openbare ruimte

aandelen Obragas Net v.m. aandeelhouders van vergadering.

BV in handen) Obragas Holding NV en aan

Gasunie NV

10 N.V.wamob Inkopen en leveren van warmte Een commissaris wordt Bestuurlijke ver- Programma beheer

voor ruimteverwarming. benoemd op voordracht plichting jegens openbare ruimte

Maatschappelijk kapitaal ruim van het college van B&W. bewoners betreff-

¿ 9 miljoen. ende woonwijken om

continuering

energielevering te

waarborgen tegen

acceptabele condities

(niet meer dan

anders-beginsel)

11 N.V.Rede Versterken van de sociaal- Een commissaris wordt Verlies inleg Programma

economische structuur van de benoemd op bindende aandelenkapitaal economisch beleid

Regio Eindhoven en het voordracht van de en

exploiteren van bedrijven- gemeenteraad. werkgelegenheid

centra en onroerendgoed en

het participeren in welke vorm

dan ook in andere

(rechts) personen

12 Kenniswijk Eindhoven Het ondersteunen, initiëren Gemeente heeft stemrecht Verlies inleg Programma

BV. Gemeente bezit 1 en/of implementeren van in de algemene vergadering aandelenkapitaal en economisch beleid

aandeel van ¿ 1000, en initiatieven die leiden tot het van aandeelhouders en verstrekte en

heeft zich verbonden om creëren van een consumenten- zich financieel gebonden in exploitatiesubsidies. werkgelegenheid

in de jaren 2002, 2003, markt van de toekomst met een 2004 een

2004 een innovatief karakter waarbinnen exploitatiesubsidie te

exploitatiesubsidie te op basis van hoogwaardige verstrekken. Daarnaast

verstrekken. Bij infrastructuren voor de bestaat de intentie om de

raadsbesluit d.d. 2 ontwikkeling en toepassing van gemeentelijke

oktober 2001 is voor het interactieve en elektronische dienstverlening in de

jaar 2004 een dienstverlening voor de toekomst ook via

exploitatiesubsidie consumenten op een open Kenniswijk te activeren.

gereserveerd ter hoogte wijze plaatsvinden (Kenniswijk)

van ¿106.235,29. en voorts het samenwerken,

adviseren, verstrekken van

zekerheden en het beleggen en

beheren van vermogen.

13 Suytkade CV waarin Suytkade C.V. is een Gemeente heeft 2 Het betreft een PPS- Programma's

wordt deelgenomen door grondexploitatiemij. waaraan de commissariszetels in raad project over een ruimtelijke

Van Wijnen en de gemeente, naast de ¿ 3,4 van Commissarissen lange termijn dat ontwikkeling en

gemeente Helmond (elk miljoen, een geldlening zal Suytkade BV sinds kort in volkshuisvesting en

¿ 3,4 miljoen) als verstrekken van maximaal circa uitvoering is. Er economisch beleid

commanditaire vennoten ¿16 mln., afgedekt middels een bestaat en

en Suytkade BV. (voor recht van 1" hypotheek op de afhankelijkheid van werkgelegenheid

¿ 18.000) als beherende gronden van Suytkade CV. marktontwikkelingen.

vennoot.

Programmabegroting 2004

83

6.5 Paragraaf grondbeleid

6.5.1 Rol grondbeleid in relatie tot de programma's

Het grondbeleid heeft in relatie tot de diverse programma's een sturende en initiërende rol. Kern

daarbij is, ook voor de komende jaren, een actieve grondpolitiek door de gemeente en zoveel

mogelijk publiek-private samenwerking met marktpartijen waarbij vooraf afspraken worden gemaakt

over de gewenste ontwikkelingen en risico's Een aantal programma's kunnen hierbij met name

worden genoemd:

Centrumontwikkeling

Samen met de geselecteerde marktpartijen zullen actief verwervingen gaan plaatsvinden om de

doelstellingen van de Centrumvisie zoveel mogelijk te realiseren. De samenwerking met de

marktpartijen is erop gericht om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken zowel financieel,

stedenbouwkundig als markttechnisch. Hiertoe is dit jaar met marktpartijen een belangrijke

intentieovereenkomst gesloten.

Economisch beleid en werkgelegenheid

De economische situatie op dit moment Iaat een stagnatie in de uitgifte van bedrijventerreinen zien.

Desondanks worden op dit moment belangrijke delen op het BZOB bouwrijp gemaakt om bij een

aantrekken de economie direct in te kunnen springen op de behoefte aan bedrijventerreinen. Verder

zijn nog een beperkte hoeveelheid bedrijventerreinen beschikbaar op Bedrijvenpark Schooten en

Hoogeind. In de PPS constructie Suytkade worden tevens bedrijventerreinen ontwikkeld.

De ontwikkelingen van Berenbroek zullen in gang gezet gaan worden zowel planologisch als qua

verwerving.

Voor 2004 wordt nog geen significante verbetering van uitgifte van bedrijventerreinen voorzien. Wel is

in het kader van intensivering van bedrijfsterreinen het terrein van Robur/Franke bouwrijp gemaakt

(4 ha) waarbij een kleinere verkaveling wordt toegepast in welk segment momenteel meer vraag is.

Overigens zijn de risico's voor het Grondbedrijf door middel van verlenging van de exploitatieduur

relatief beperkt

Stedelijke Vernieuwing

In het kader van de stedelijke vernieuwing wordt middels actieve verwerving in de prioritaire gebieden

Sassenbuurt, Dierenbuurt en de Heistraat getracht om de doelstellingen van de stedelijke vernieuwing

zoveel mogelijk te realiseren. In voorkomende situaties zullen ontwikkelingen samen met marktpartijen

geëntameerd worden. Voor de Sassenbuurt en Dierenbuurt zijn met betrokken partijen (corporaties en

marktpartijen) samenwerkingsovereenkomsten afgesloten waarbij tevens de financiële verdeelsleutel

en dekking is vastgesteld. In de Sassenbuurt en Dierenbuurt zullen de eerste bouwplannen in 2004

gerealiseerd gaan worden (start ca bouw 130 woningen). In de overige gebieden zal waar mogelijk en

noodzakelijk eveneens de nodige aandacht aan actieve verwerving geschonken worden.

Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting

Om de volkshuisvestelijke taak te kunnen realiseren wordt zoveel mogelijk een actieve grondpolitiek

gevoerd. Een aantal plannen zijn in de afrondende fase tw. Brandevoort 1 en Dierdonk Een aantal

plannen zullen in uitvoering komen waaronder de Groene Loper en Suytkade (PPS). Samen met

marktpartijen wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor Brandevoort 2 zowel planologisch,

markttechnisch als qua verwerving en exploitatie. In de programma's is ook de sociale

woningbouwcomponent nadrukkelijk opgenomen met de daarbij behorende aangepaste grondprijzen.

Inmiddels is met de marktpartijen een intentieovereenkomst gesloten waarbinnen de belangrijkste

afspraken over de realisatie zijn vastgelegd.

Programmabegroting 2004

84

Milieu

Bij de ontwikkeling van plannen worden de nodige bodemsaneringen, de rioleringen en de infiltratie

van water inde bodem in de grondexploitatie opgenomen.

6.5.2 Grondprijsbeleid 2004

Bij de vaststelling van de grondprijzen wordt gezocht naar een balans en rekening gehouden met een

aantal van belang zijnde factoren:

.

macro-economische ontwikkelingen

grondkostenontwikkeling landelijk en (vergelijkbare) Brabantse regio

de verhouding tussen de grondprijzen, bouwkosten en uiteindelijke stichtingskosten

de stijgende exploitatiekosten van bouwgrond

de specifieke doelstellingen en positie van Helmond

.

.

.

.

Voor 2004 wordt een gematigde grondprijsstijging op inflatieniveau voorgesteld van 2,7%.

Hoewel de verkoop van particuliere kavels en projektbouw nog volgens de prognoses verlopen neemt

het aantal nieuw ingeschreven kandidaten af. Op dit moment bedraagt het aantal gegadigden evenwel

nog circa 1000 personen. In zijn algemeenheid is Helmond onder meer vanwege het

Brandevoortconcept nog steeds aantrekkelijk als vestigingsplaats. Na afweging van alle genoemde

factoren om zowel de kwaliteit als een concurrerende positie vast te kunnen houden is een beperkte

grondprijsstijging op inflatieniveau wenselijk.

De grondprijsvoorstellen 2004 zoals in de begroting opgenomen hebben met name effect vanuit de

exploitaties Brandevoort, bedrijvenpark Schoten en BZOB. Het contante effect van de voorgestelde

inflatoire prijsstijging van 2,7% op de resultaten van het Grondbedrijf bedraagt ca. ¿ 2 miljoen.

Onderstaand schema geeft de geprognotiseerde aan- en verkopen en beoogde prijsniveau's begroting

2004 weer to.V. de rekening 2002 en begroting 2003.

Kwantitatieve maatstaven begroting 2004:

Kwantitatieve rekening begroting begroting

Maatstaf 2002 2003 2004

Grondexploitatie

aantal m2 aangekocht/aan te kopen 194.721 150.000 150.000

aantal m2 verkocht/te verkopen, gesubsidieerde 12.282 25.000 15.000

woningbouw

aantal m2 verkocht/ te verkopen, vrije sector 77.100 160.000 140.000

aantal m2 verkochtjte verkopen, overige gronden 42.015

gem. oppervlakte per kavel voor gesubsidieerde 141 125 150

woningbouw

gem. oppervlakte per kavel voor vrije sector 263 275 240

aantal m2 verkochtjte verkopen voor industrie 58.463 100.000 50.000

Oppervlakte landbouwexploitaties 220 160 165

Programmabegroting 2004

85

Voorgestelde grondprijzen voor 2004:

Kavels: Prijs

(Bedragen per m2) (excl.btw)

Woningbouw:

- Vrije kavels ¿ 267,50

- De Veste ¿ 245,00

Projectbouw uitleggebied ¿ 245,00

Brandevoort

Projectbouwoverig uitleggebied ¿

267,50

- Vrije sector Binnenstad ¿ 195,00

- Sociale huur (per kavel) ¿ 9.150,00

¿ 14.150,00

- Sociale koopwoningen van¿ 100,00

- gestapelde bouw Brandevoort tot¿ 220,00

(ingaande 2003 per m2 BVO) 250,00

gestapelde bouw rest Helmond tussen 15% en

25% van de

von-prijs

- OBG-terreinen ¿ 150,00

- Overhoeken ¿ 80,00

Industrieterreinen:

- Berenbroek, Groot Schooten ¿ 135,00

- Rijpelberg bedrijventerrein ¿ 122,50

Overig (o.a. BZOB, Hoogeind, de ¿ 112,50

Weijer) prijzen vanaf

- Kantoren (per m2 BVO) ¿ 165,00

- Toeslag geintegreerde ¿ 155,00

bebouwing

- bedrijfswoningen ¿ 267,50

Programmabegroting 2004

86

6.5.3. Financieel

De grondexploitaties zijn in de jaarrekening 2002 geactualiseerd opgenomen. Voor de plannen

waarvoor een verlies verwacht wordt is een Voorziening getroffen om dit verlies af te dekken. Bij

positieve plannen wordt eerst winst genomen nadat belangrijke delen van het plan zijn gerealiseerd

en de verwachting gerechtvaardigd is om uit het plan een deel van de winst vrij te laten vallen.

Het grondbeleid is erop gericht om zo kosten bewust te opereren en de opbrengsten te maximaliseren

op basis van marktverwachtingen.

Binnen het Grondbedrijf is een Algemene Reserve van ¿ 11.350.000,00 aanwezig als buffer voor

onvoorziene ontwikkelingen en een stagnerende economie.

De resultaten van het Grondbedrijf boven deze Algemene Reserve worden in de besluitvorming bij de

begroting, jaarrekening en Voorjaarsnota betrokken bij de algemene afweging voor de inzet van

middelen.

Op basis van de huidige inzichten in de grondexploitaties is de verwachting gerechtvaardigd dat de

risico's binnen de exploitatie van het Grondbedrijf opgevangen kunnen worden. Binnen het

Grondbedrijf zullen de economische ontwikkelingen nadrukkelijk gevolgd worden en zullen waar

mogelijk bijstellingen plaatsvinden om de risico's zoveel mogelijk te beperken.

Programmabegroting 2004

87

6.6 Paragraaf financiering treasuryparagraaf)

6.6.1 Inleiding

Op 1 januari 2001 is de Wet financiering decentrale overheden rNet fido) in werking getreden. In de

wet staat de treasuryfunctie van de gemeente meer centraal. Belangrijkste uitgangspunt is het

beheersen van risico's. Dat uit zich in een aantal al eerder voor Uw raad beschreven kwalitatieve en

kwantitatieve randvoorwaarden voor het treasurybeleid.

De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's. De treasuryfunctie omvat de

financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan

vereist snelle beslissingen in een complexer geworden geld- en kapitaalmarkt. Er zijn aan de

uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het

risicoprofiel.

Omtrent de verdere invulling van het vorenstaande in Helmond, wordt hierna nader ingegaan.

6.6.2

Algemene ontwikkelingen

6.6.2.1 Treasurystatuut

Het treasurystatuut maakt deel uit van de financiële beheersverordening, welke op grond van de

Gemeentewet dient te worden ingezonden naar de provincie.

Het huidige statuut is vastgesteld in de raadsvergaderingvan 6 november 2001 (bijlage nr. 254). In het

statuut wordt aandacht geschonken aan de doelstellingen van treasury in het algemeen, de

organisatie van de treasury-functie, nadere randvoorwaarden rond treasury, waaronder het

risicomijdend handelen, procedureregels bij het aangaan en verstrekken van geldleningen etc.

Zo is in dit statuut thans het volgende vastgelegd:

. de verplichting om bij het aantrekken van leningen een voorgeschreven procedure te volgen,

waarbij een offerte dient te worden aangevraagd bij tenminste 3 financiële instellingen;

. beschikbare gelden worden uitsluitend uitgezet bij banken met tenminste een zogenaamde

A-rating dan wel een kredietwaardigheid hebben die vergelijkbaar is met een A-rating;

. derivaten zijn uitsluitend toegestaan voor het afdekken van financiële risico's en dienen te passen

binnen de richtlijnen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Mede gelet de wet dualisering gemeentebestuur wordt het huidige statuut thans verder

geactualiseerd. In de loop van 2003 zal daarom een aangepaste versie van het statuut ter vaststelling

worden aangeboden.

6.6.2.2 Gembank

Zoals bekend wordt in Helmond sinds 1995 gewerkt met de zogenaamde Gembank. Dit is een

administratief afgescheiden deel van de begroting van de algemene dienst, waarin de aan derden

verstrekte geldleningen zijn ondergebracht, alsmede de geldleningen die door de gemeente op de

kapitaalmarkt voor dit doel zijn aangegaan. Op deze manier kunnen de geldstromen, die

samenhangen met de leningen portefeuille goed worden gevolgd.

De positie van de Gembank is door de invoering van de wet Fido niet wezenlijk veranderd.

De verstrekking van kredieten (of garanties op kredieten) aan derden door de gemeente is geen

onderwerp van beoordeling in het kader van de wet Fido, mits de verstrekking ervan voortvloeit uit een

opvatting van de gemeente dat het hier gaat om de uitoefening van haar publieke taak.

Programmabegroting 2004

88

Voor 2004 wordt uit de Gembank een netto-opbrengst geraamd van ¿ 136.134,-. Als gevolg van de

teruglopende portefeuille aan verstrekte geldleningen, neemt het resultaat uiteraard ook af. Het

resultaat van de Gembank wordt uitgekeerd aan de algemene dienst.

6.6.2.3 Ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt.

De gevolgen voor de renteontwikkeling is uiteraard moeilijk te voorspellen. Voorshands wordt er vanuit

gegaan dat de Europese Centrale Bank een stabiel beleid zal blijven volgen.

Zowel de geldmarktrente (looptijd < 1 jaar) als de kapitaalmarktrente (looptijd> 1 jaar) zijn het laatste

jaar sterk gedaald. In het algemeen is de verwachting, dat de renteniveaus de komende tijd als gevolg

van een aantrekken de conjunctuur gematigd zullen gaan stijgen.

Gelet op de geprognosticeerde ontwikkeling van onze liquiditeitspositie voor 2003 en de

verwachtingen voor 2004, is voorts de prognose, dat het beroep dat we als gemeente moeten doen op

nieuwe kortlopende dan wel langlopende financieringsmiddelen beperkt zal blijven. Dit mede gelet op

de mogelijkheid om te beschikken over de middelen, welke zijn verkregen uit de verkoop van de

aandelen Obragas. Deze middelen zijn dusdanig belegd, dat deze met name kunnen worden ingezet

voor de financiering van vervroegd af te lossen hoogrentende geldleningen. Zie voorts de

opmerkingen hierna.

6.6.3

Treasurybeheer

6.6.3.1. Renterisicobeheer

kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet volgens de wet Fido heeft als doelstelling het beheersen van de risico's van de korte

schuld.

Dit houdt met name in, dat de gemeente verplicht is bij het overschrijden van deze limiet het meerdere

om te zetten in vaste schuld ofwel te consolideren.

De wettelijke norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal in enig jaar. Voor 2003 betekende dit een

limietbedrag van ¿ 14,9 miljoen. Het bedrag voor 2004 zal naar verwachting op ongeveer hetzelfde

niveau zijn.

Via de concern-marap wordt regelmatig geïnformeerd over de kasgeldlimiet.

Renterisiconorm

De renterisiconorm heeft betrekking op de schuld met een rentelooptijd van> 1 jaar.

Deze norm is erop gericht dat de gemeenten een evenwichtige opbouw hebben van de schuld die

geherfinancierd moet worden. De norm van 20% houdt ruwweg in dat in enig jaar de aflossing van de

lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het totaal van de vaste schuld. De gemeente Helmond

is de afgelopen ruimschoots onder deze norm gebleven. Dit geldt naar verwachting ook voor de

komende jaren.

De renterisiconorm voor 2004 is berekend op ¿ 52,6 miljoen.

6.6.3.2. Kredietrisicobeheer

Zoals hiervoor aangegeven zijn alle verstrekte geldleningen ondergebracht in de zogenaamde

Gembank. Als gevolg van het sinds enkele jaren gevolgde terughoudend beleid voor wat betreft

nieuwe financieringen, de normale aflossingen en de vervroegde aflossing van geldleningen, met

name door corporaties, neemt het volume gestaag af (zie het overzicht hierna).

Programmabegroting 2004

89

Voor wat betreft de gemeentegaranties kan worden opgemerkt, dat het netto - risicobedrag eveneens

afneemt als gevolg van met name buitengewone aflossingen door diverse instellingen.

Ten aanzien van de WSW - garanties is sprake is van een zogenaamde achtervangfunctie van de

gemeente. Bij het innemen van een achtervangpositie sluiten het rijk en de betreffende gemeente een

overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw ~SW), waarin de overheden zich

verplichten om renteloze leningen te verstrekken aan het WSW, indien het zogenaamde

"garantievermogen" onder het "garantieniveau" komt. Gelet op de huidige vermogenspositie van het

WSW wordt de kans dat de achtervangers zullen worden aangesproken zeer klein geacht.

De risico's op de verleende gemeentegaranties voor de particuliere woningbouw, verstrekt tot het jaar

1995, heeft de gemeente overgedragen aan de Nationale Hypotheek Garantie. De gemeente kan

daarbij mogelijke verliezen verhalen mits kan worden aangetoond, dat er alles aan is gedaan om de

verliezen zoveel mogelijk te beperken. De afgelopen jaren hebben zich geen verliezen meer voor

gedaan.

Het vorenstaande wordt geïllustreerd middels het hierna aangegeven saldoverloop

(bedragen x 1000)

Overzicht verstrekte geldleningen en garanties

stand 1.1.02

stand 1.1.03

raming

stand 1.1.04

a. geldleningen

1.woningbouwcorp. ¿ 152.777

2.Elkerliek zkh. ¿ 47.808

3.overige verpleeg-

verzorgingshuizen ¿ 30.203

4.overigen ¿ 3.309

¿ 234.097

b.garanties

1.totaal netto risico-

bedrag *) ¿ 90.090

2.achtervang via

W.S.W. ¿ 155.469

3.garanties particuliere

woningbouw ¿ 57.469

¿ 303.028

Totalen ¿ 537.125

¿ 139.584

¿ 46.268

¿ 130.308

¿ 44.729

¿ 29.528

¿ 3.324

¿ 218.704

¿ 28.732

¿ 3.278

¿ 207.047

¿ 98.836 ¿ 82.545

¿ 185.172 ¿ 172.030

¿ 49.963 ¿ 44.967

¿ 333.971 ¿ 299.542

¿ 552.675 ¿ 506.589

*) bij de bepaling van het netto risico-bedrag is rekening gehouden met eventuele nog lopende contra- en

bankgaranties. Geen rekening is gehouden met door de gemeente gestelde zekerheden alsmede de

financiële positie van de betreffende instelling.

Zoals bekend, wordt jaarlijks aan de hand van de jaarstukken van de diverse instellingen een analyse

gemaakt van de kredietrisico's. Aan de hand van de ingestuurde jaarverslagen 2002 wordt thans een

nieuwe analyse gemaakt van het risicoprofiel.

Voor de bepaling van de gewenste hoogte van de risicovoorziening wordt uitgegaan van een indeling van

de betrokken instellingen naar een laag-, normaal en verhoogd risicoprofiel.

6.6.4

Gemeentefinanciering

6.6.4.1. Financiering

De mutaties in de leningenportefeuille (o/g) vanaf 1 januari 2003 zijn als volgt samen te vatten:

Overzicht opgenomen geldleningen

Programmabegroting 2004

90

mutaties tlm juli 2003 eigen financiering gembank

(bedragen x 1.000)

. totaal stand per 1. 1 .2003 ¿ 55.084 ¿ 216.857

. aangetrokken leningen ¿ ¿

. buitengew. aflossing hoogrentende

leningen -{- ¿ ¿ 11.947

. aflossing fixe leningen -{- ¿ ¿ 567

totaal ¿ 55.084 ¿ 204.343

De gemiddelde rente van de buitengewoon afgeloste leningen in 2003 tot en met augustus bedroeg

6,855% procent.

Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, zijn er tot en met juli in 2003 geen financieringen aangetrokken.

De hiervoor aangegeven buitengewone aflossingen zijn met name geherfinancierd middels de vrijval van

een deel van het deposito van de zogenaamde Obragasmiddelen.

Naast de vervroegde aflossing en herfinanciering van geldleningen is er tot nu toe in 2003 voor een bedrag

van ruim ¿ 21,6 miljoen aan aangetrokken geldleningen onderworpen aan een rentewijziging.

De gemiddelde "oude" rente bedroeg 6,947%, terwijl de gemiddelde "nieuwe" rente uitkomt op 4,44%.

Het beleid van herfinanciering van hoogrentende geldleningen zal in 2004, uiteraard zolang sprake is van

een financieel voordeel, worden voortgezet.

Naar verwachting zal het ook de komende periode niet nodig zijn nieuwe middelen aan te trekken op de

kapitaalmarkt. De belegging van de ontvangen middelen van de Obragasmiddelen is dusdanig gekozen,

dat deze met name kunnen worden ingezet voor de financiering van vervroegd af te lossen geldleningen.

Zie voorts de opmerkingen in de volgende paragraaf.

6.6.4.2. Uitzettingen

Garantieproduct ABN-AMRO

In het kader van de besluitvorming rond de Voorjaarsnota 2000 is ingestemd met de belegging van

een bedrag van ¿ 8,258 miljoen (f. 18,2 miljoen) in een zogenaamd garantieproduct.

De gemeente ontvangt op basis van deze belegging een gegarandeerd beleggingsrendement van 4%

samengesteld per jaar. Voorts is contractueel afgesproken, dat de bank jaarlijks vanaf 2001 tlm 2019 aan

de gemeente een uitkering doet van ¿ 453.780 (1. 1.000.000) Op 1 september 2020 ontvangt de gemeente

tenminste een bedrag terug van ¿ 5,041 miljoen (f. 11,11 miljoen).

Deposito Rabobank

Naast voormeld garantieproduct heeft de gemeente, de ontvangen gelden in het kader van de verkoop van

de aandelen Obragas tot een bedrag van ¿ 45 miljoen belegd in een deposito bij de Rabobank Helmond

voor de periode tot uiterlijk 1 juli 2005. Deze einddatum is gekozen, aangezien de betreffende gemeenten,

gelet op het gesloten contract met RWE, geconfronteerd kunnen worden met een

terugbetal ingsverpl ichting.

Voor het deposito geldt een vaste rente van 4,35% per jaar, waarbij tussentijdse opnamen mogelijk zijn.

Door de ingebouwde mogelijkheid van tussentijdse opnamen van het deposito, kan de geraamde

financieringsbehoefte als gevolg van de vervroegde aflossing van geldleningen alsmede de investeringen

vanuit het investeringsprogramma naar verwachting ook in 2004 grotendeels intern worden opgelost.

Programmabegroting 2004

91

Rekening houdende met deze faciliteit en gelet op de met name in 2002 en 2003 gerealiseerde

buitengewone aflossingen op opgenomen geldleningen en het verstrekken van een laatste aanvullende

geldlening aan de Vitalis Zorggroep ter afronding van het Casatonda-project in mei 2003 (zie de

opmerkingen hierna), is ter financiering hiervan per 1 mei 2003 van het deposito bij de Rabobank een

bedrag opgenomen van ¿ 10 miljoen. Van het deposito resteert thans nog een bedrag van ¿ 35 miljoen.

Escrows Obragas

Zoals bekend zijn in de overeenkomst inzake de verkoop van de aandelen Obragas enkele bijzondere

bepalingen opgenomen voor garanties en risico's. De verkopende partijen en RWE beheren gezamenlijk

een Escrowrekening, oorspronkelijk groot ¿ 50 miljoen die op naam staat van de verkopende partijen voor

specifieke risico's, waaronder fiscale claims.

Daarnaast hebben de gezamenlijke verkopende partijen op vrijwillige basis een escrowrekening geopend

van in totaal ¿ 10 miljoen voor algemene risico's en kosten voortvloeiende uit de

verkoopoverovereen komst.

Voor wat betreft het Helmondse aandeel in beide beleggingen kan het volgende beeld worden gegeven:

oorspronkelijk deel

gemeente Helmond

stand per

1 januari 2003

. escrow ¿ 50 miljoen

¿ 9.131.905

¿ 3.374.650,42 deposito

¿ 5.971.953,06 marktwaarde garantie-

product

¿ 1.859.342,83 deposito

. escrow ¿ 10 miljoen

¿ 1.826.831

Verstrekte financieringen

Tot nu toe is in 2003 op basis van het raadsbesluit van 3 juni 1997 uitsluitend een afsluitende geldlening

verstrekt aan de Stichting Vitalis, Eindhoven ter afronding van de financiering van het Casatondaproject,

groot ¿ 3.400.000,- (rente 4,32%).

6.6.4.2. Relatiebeheer

In de vergadering van 5 september 2000 is ingestemd met het aangaan van een vijfjarig contract met de

ING Bank inzake het huisbankierschap. Een en ander heeft zijn beslag gekregen per 1 januari 2001. Het

maximaal krediet in rekening-courant is bepaald op ¿ 20,5 miljoen. Met de Bank Nederlandse Gemeenten

is eind 2000 een herziene overeenkomst financiële dienstverlening gesloten, waarbij het maximaal krediet

in rekening-courant is gesteld op ¿ 4,5 miljoen.

Daarnaast heeft de gemeente een bankrelatie met de ABN-AMRO Bank, waarbij een krediet in rekening-

courant geldt van ¿ 907.560, alsmede de Rabobank waar, zoals hiervoor aangegeven, het deposito loopt

in het kader van de belegging van de verkoop van de aandelen Obragas.

Programmabegroting 2004

92

6.7 Paragraaf overzicht lokale heffingen.

6.7.1 Algemene ontwikkelingen

Als de totale ontwikkeling van de gemeentelijk woonlasten wordt bekeken, kan geconstateerd worden

dat sprake is van een zekere stabilisatie. De totale stijging van de Onroerende Zaakbelastingen, het

rioolrecht en de afvalstoffen heffing komt voor een gemiddeld huishouden uit op 2,7%, en

correspondeert met het afgesproken percentage voor de inflatiecorrectie.

Ook de korting van ¿ 45,38, de zogenaamde Zalmsnip, wordt geheel uitbetaald aan onze inwoners.

In onderstaande tabel en grafiek is een en ander nader uitgewerkt en grafisch weergegeven.

Indien wij ons in de vergelijking beperken tot de ontwikkeling van de belastingen die tot woonlasten leiden

(afvalstoffenheffing, rioolafvoerrecht en de onroerende zaakbelastingen) over de periode 1999 t/m 2004

per woning ontstaat het volgende beeld (incl. de in de begroting opgenomen verhogingen):

Tabel: Belastingen die tot woonlasten leiden in euro

Jaar OZB* Rioolrecht Afvalstoffenheffina Zalmsnio Totaal

1999 118,89 115,88 215,58 -45,38 404,97

2000 121,16 127,26 259,31 -45,38 462,35

2001 150,00 122,30 205,02 -45,38 431,94

2002 155,50 127,08 211,32 -45,38 448,52

2003 162,00 139,08 "*209,76 -45,38 465,46

2004 166,00 152,76 "*215,40 -45,38 483,28

* Betreft gebruikersgedeelte uitgaande van een gemiddelde waarde van de woning van ¿ 52.184,00 tot en met 2000 en een

gemiddelde waarde van ¿ 122.093,00 vanaf 2001.

** Betreft basistarief voor huishoudens die uitsluitend gebruik maken van een grijze en een groene bak van elk 140 liter.

Programmabegroting 2004

93

Figuur: Belastingdruk (OZB en zalmsnip, rioolrecht en afvalstoffen heffing} per woning

Belastingdruk

1,50

1,40

1,30

1,20

1,10

1,00

0,90

0,80

0,70

0,60

0,50

1999

Index 1999 =100

2000 2001 2002

I EI Belasting per woning I

2003

2004

Het blijft het streven om de woonlasten voor de burgers niet verder te verhogen dan nodig is om de

inflatie te compenseren.

6.7.2 Uitgangspunten tarieven beleid

De aandacht voor gemeentelijke belastingen en heffingen is sterk toegenomen. Oorzaken voor die

ontwikkeling zijn de overdracht van taken door de rijksoverheid naar gemeenten, de doorgevoerde

herverdeling van de middelen uit het Gemeentefonds en de stijging van een aantal tarieven

gedurende de laatste jaren.

Ook in de (landelijke) pers wordt regelmatig aandacht besteed aan de ontwikkeling van de

gemeentelijke tarieven en belastingdruk, die daarvan het gevolg is. Op dit moment is dit onderwerp

extra actueel door de plannen van de nieuwe coalitie voor de afschaffing van het gebruikersdeel van

de OZB voor woningen en de voorgestane bezuiniging van 60 miljoen Euro op de waarderingskosten

van de Wet WOZ en de gevolgen daarvan.

In het tarieven beleid van de gemeente Helmond voor 2004 wordt voorgesteld om, conform hetgeen

reeds vermeld in de voorjaarsnota, de volgende uitgangspunten te hanteren:

de tarieven moeten kostendekkend zijn (geldt met name voor de rioolrechten en

afvalstoffen heffing / bestaand beleid);

de tarieven worden jaarlijks gecorrigeerd voor de gevolgen van de inflatie. Daarmee houden deze

tarieven gelijke tred met de stijging van de algemene kosten. Voor 2004 wordt een bijstelling van

de gemeentelijke tarieven voorgesteld van 2,7% (bestaand beleid), met uitzondering van het

rioolrecht (zie par.6.7.4.2.);

voor de OZB wordt met ingang van 2001 gebruik gemaakt van het instrument van

tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen, wat noodzakelijk was om het verschil in

lastendrukontwikkeling als gevolg van de waardeverschillen, voortvloeiend uit de

herwaarderingsronde zoveel mogelijk te nivelleren;

Programmabegroting 2004

94

De tarieven voor 2004 zijn bepaald conform deze uitgangspunten en zijn als zodanig financieel

vertaald in de ontwerpbegroting 2004.

6.7.3 Strategische ontwikkelingen

Het kabinet heeft verdergaande plannen met de onroerende zaakbelastingen. Zo is in het

regeerakkoord opgenomen dat de onroerende zaakbelastingen voor gebruikers van woningen wordt

afgeschaft. Afschaffing vindt plaats in het jaar 2005. De ¿ 45,38 korting op de OZB-gebruikersheffing

voor woningen (de zgn. Zalmsnip) komt waarschijnlijk eveneens in 2005 te vervallen.

In het regeerakkoord staat voorts dat het belastingverlies wordt gecompenseerd via het

Gemeentefonds. Hoe deze compensatie eruit zal zien wordt niet nader toegelicht. De V.N.G. heeft de

Tweede Kamer laten weten bezorgd te zijn over de herverdelingseffecten. Gemeenten met een hoog

tarief, waaronder Helmond, kunnen geconfronteerd worden met tekorten.

De onroerende zaakbelastingen blijven wel intact voor de niet-woningen en de eigenaren van

woningen. In het regeerakkoord is opgenomen, dat de stijging van de tarieven voor deze categorieën

gemaximaliseerd zal worden. De beleidsvrijheid van de gemeente om eigen inkomsten te genereren

zal hierdoor wel verder worden beperkt, omdat het gemeentelijke belastinggebied wordt beperkt en de

mogelijkheid om hierbinnen vrij te kunnen bepalen welke tarieven worden gehanteerd eveneens.

De Wet Waardering Onroerende Zaken als zodanig staat niet ter discussie. De WOl gegevens blijven

noodzakelijk voor de Waterschapsomslagen, het eigen woningforfait voor de inkomstenbelasting, de

regulerende energiebelastingen en natuurlijk voor de gemeentelijke OZB.

Met de Unie van Waterschappen en Belastingdienst is afgesproken dat de gemeenten de eerst

volgende herwaardering zullen uitvoeren tegen een vooraf gestelde normbedrag per object. Dit houdt

in dat de komende Wal-taxaties nodig blijven zodat begin 2005 voor alle objecten binnen de

gemeente Wal-beschikkingen worden verzonden.

Wel is in het regeerakkoord een besparing op de kosten van de Wal-taxaties opgenomen van ¿ 60

mln. met ingang van het jaar 2006. Gesuggereerd is, dat deze besparing gerealiseerd zou kunnen

worden door een systeem van indexering op basis van de marktontwikkeling te hanteren. Dit sluit aan

bij de huidige ontwikkeling, waarbij wordt uitgegaan van modelmatig herwaarderen met gebruikmaking

van de resultaten van de permanente marktanalyse. De definitieve invulling van deze plannen is nu

nog niet bekend, zodat het nog niet mogelijk is vast te stellen wel kostenniveau in 2006 nagestreefd

moet worden. Wel staat volgens het regeerakkoord vast dat het goedkoper moet.

6.7.4 Tarieven 2004

In deze paragraaf wordt achtereenvolgens per belasting c.q. heffing inzicht verschaft hoe het

tarievenbeleid zich daadwerkelijk vertaalt in de tarieven voor 2004.

In de bijlagen bij deze begroting worden de tariefaanpassingen afzonderlijk ter vaststelling aan u

voorgelegd in desbetreffende verordeningen.

6.7.4.1 Onroerende zaakbelastingen

Ten aanzien van de geraamde opbrengst OZB voor 2004 is rekening gehouden met een aanpassing

van de opbrengst met 2,7% (inflatiecorrectie).

Bij de tariefbepaling voor 2004 is uitgegaan van een totaal opbrengst van ¿ 19,14 miljoen. Dit is

gebaseerd op de OZB-opbrengsten over 2003 vermeerderd met de gevolgen van uitbreidingen

(nieuwbouw e.d.) en een inflatiecorrectie van 2,7%.

Dit leidt tot de volgende tariefontwikkeling:

Programmabegroting 2004

95

2003: 2004:

Voor Woningen:

Gebruikers: ¿3,06 ¿3,14

Eigenaren: ¿3.82 ¿3.91

Totaal: ¿6,88 ¿7,05

Voor Niet-Woningen

Gebruikers: ¿4,31 ¿4,42

Eigenaren: ¿5.38 ¿5.52

Totaal: ¿9,69 ¿9,94

Per ¿ 2.268,- waarde

Per ¿ 2.268,- waarde

Per ¿ 2.268,- waarde

Per ¿ 2.268,- waarde

Het onderscheid in tarieven voor woningen en niet-woningen is het gevolg van de doorgevoerde

tariefdifferentiatie.

6.7.4.2 Rioolrechten

De kosten voor verbetering, vervanging, beheer en onderhoud van het rioolstelsel worden gedekt uit

de heffing rioolrechten. Deze rechten worden geheven van de gebruikers van woningen en niet-

woningen vanwege het lozen van afvalwater op de riolering.

Helmond kent twee categorieën tarieven, namelijk een tarief dat behoort bij een waterverbruik van

minder dan 1.200 m3 en een aantal (degressieve) tarieven gebaseerd op een waterverbruik van meer

dan 1.200 m3.

Een overzicht van lasten en baten is opgenomen bij product 730 in deze beleidsbegroting.

Momenteel wordt het GRP geactualiseerd en binnenkort afgerond. In dit nieuwe GRP zal op basis van

geactualiseerde inzichten het beleid voor de toekomst bepaald worden, waarbij toekomstige

vervangingen een van de aandachtspunten zal zijn.

De eerste reken exercities voor het tarief van de rioleringsheffing hebben aangetoond, dat het tarief

verder verhoogd zal moeten worden om uiteindelijk kostendekkend te kunnen zijn. Daarbij komt het

tarief bij de voorlopige rekensessies uit op ca. ¿ 200. De onderbouwing en berekening van dit tarief

komen op korte termijn bij de behandeling van het GRP uitgebreid aan de orde.

Op basis van deze constatering wordt voorgesteld het tarief voor 2004 te verhogen met 2,7% + ¿ 10.

Het tarief zal daarbij uitkomen op ¿ 152,76 ofwel ¿ 12,73 per maand voor de kleine afvoeren.

Tarief Rioolafvoerrecht:

Per maand

Per jaar

2003

¿ 11 ,59

¿ 139,08

2004

¿ 12,73

¿ 152,76

6.7.4.3

Afvalstoffenheffing

Voor de afvalstoffen heffing geldt naast het beginsel van 100% kostendekking, het principe "de

vervuiler betaalf'.

Met ingang van 1 januari 2003 werkt de gemeente Helmond met een systeem van afvalverwijdering

via grijze en groene (GFT) bakken. Dit heeft geleid tot een gedifferentieerd tarief, waarbij de hoogte

van de heffing afhangt van het aantal en het volume van de containers waarvoor de belastingplichtige

zelf heeft gekozen.

Wij stellen voor om de meest gangbare tarieven voor 2004 als volgt vast te stellen:

Een groene en een grijze bak van 140 It.: ¿ 215,40 ofwel ¿ 17,95 per maand;

Een groene of grijze bak van 140 It. en een van 240 It.: ¿ 248,76 ofwel ¿ 20,73 per maand;

Een groene en een grijze bak van 240 It.: ¿ 282,00 ofwel ¿ 23,50 per maand.

Programmabegroting 2004

96

Het tarief wordt maandelijks in rekening gebracht via de voorschotnota van Brabant Water.

6.7.4.4 Hondenbelasting

Voor het houden van een hond binnen de gemeente wordt hondenbelasting geheven. Deze belasting

geldt formeel als algemeen dekkingsmiddel. Conform uw wens wordt deze belasting ingezet als

doelbelasting, namelijk voor de bestrijding van hondenoverlast. Dit beleidsuitgangspunt is binnen de

meerjarenbegroting geleidelijk geëffectueerd. Dit zal met ingang van het jaar 2004 zijn beslag krijgen.

In de gemeente worden per 1 januari 2004 ongeveer 7000 honden gehouden. Controle op de naleving

vindt systematisch plaats door 5 parttime controleurs.

Voorgesteld wordt de tarieven aan te passen met 2,7% tot ¿ 46,80 voor de eerste hond en ¿ 93,60

voor de tweede en elke volgende hond. Uitgaande van deze tarieven wordt de totale opbrengst voor

2004 geraamd op ¿ 392.632.

6.7.4.5 Precariobelasting

Deze belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond. Deze

belasting geldt als algemeen dekkingsmiddel.

De totale opbrengst uit op te leggen kohieren wordt geraamd op ¿ 45.400,00.

Voorgesteld wordt de verschillende tarieven met 2,7% te corrigeren voor inflatiecorrectie.

Er vindt een inventarisatie plaats van het gebruik van gemeentegrond met name in het centrum om

alle belastingplichtigen voor de precariobelasting in kaart te brengen en in de heffing te zetten.

Deze inventarisatie zal naar verwachting een meeropbrengst tot gevolg hebben, die al ingecalculeerd

is bij de aanstelling van de nieuwe handhanvingsambtenaar.

6.7.4.6 Leges

Leges zijn rechten die de gemeente op grond van de Gemeentewet of andere wetten kan heffen in

verband met verstrekte (administratieve) diensten.

De tarieven zijn met 2,7% inflatiecorrectie aangepast, uitgezonderd de tarieven waarvoor wettelijke

beperkingen gelden, zoals bijvoorbeeld paspoortleges.

6.7.4.7 Marktgelden

Het doel van deze heffing is het doorberekenen van de kosten van de warenmarkt aan de

marktkoopl ieden.

Om een kostendekkende exploitatie te verkrijgen wordt een tariefverhoging voorgesteld van

gemiddeld 3 %.

Het voorgestelde tarief voor de woensdag- en zaterdagmarkt is ¿ 1,92 per strekkende meter en voor

de dinsdag en vrijdag markt ¿ 0,98. Voor een elektriciteitsaansluiting bedraagt het tarief na aanpassing

¿ 42,66 per kwartaal.

6.7.5

Overige belastingaangelegenheden

6.7.5.1 Uitvoering kwijtscheldingsbeleid (extra faciliteiten).

De gemeente is op grond van de Gemeentewet en Invorderingswet bevoegd kwijtschelding van

gemeentelijke heffingen te verlenen. In Helmond zijn de 02B, rioolrecht en afvalstoffenheffing in de

kwijtschelding betrokken.

Met betrekking tot de rioolrechten en afvalstoffenheffing, die via de maandelijkse voorschotnota van

Brabant Water worden geïnd, blijft de procedure, waarbij de personen boven de 65 jaar, die in 2003

kwijtschelding hebben ontvangen voor deze heffingen, ook voor 2004 geen voorschot voor deze

heffingen in rekening wordt gebracht, gehandhaafd.

Programmabegroting 2004

97

Bij de afvalstoffenheffing geldt, dat kwijtschelding alleen voor het basistarief wordt verleend. Burgers

die grotere of meer bakken willen zullen voor het meerdere een afzonderlijke aanslag ontvangen.

De procedure voor de aanvraag en verlening van kwijtschelding voor OZB blijft ongewijzigd.

6.7.5.2 Lastenverlichting / Zalmsnip

Ook in 2004 zal de ¿ 45,38 lastenverlichting worden uitgekeerd via een korting op de

gebruikersbelasting OZB van woningen. Ook bewoners van zogenaamde onzelfstandige

huishoudens, zoals kamerbewoners en bejaardenwoningen, kunnen in aanmerking komen voor de

lastenverlichting.

Ingeval van volledige kwijtschelding krijgt de belastingplichtige een negatieve aanslag OZB van

¿ 45,38. Dit betekent dat de belastingplichtige de opgelegde aanslag gemeentebelastingen niet hoeft

te betalen en recht heeft op de uitbetaling van de korting.

Zoals het er nu voorstaat zal de ¿ 45,38 lastenverlichting met ingang van het jaar 2005 komen te

vervallen.

6.7.5.3 Overzicht belastingtarieven

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de voornaamste tarieven, waarmee de

burger geconfronteerd wordt. De stijging van de tarieven is in de meeste gevallen gebaseerd op het

percentage van de inflatiecorrectie, voor 2004 vastgesteld op 2,7 %.

2003 2004

Onroerende Zaakbelastingen:

- Tarief eigenaren (woningen) 3,82 3,91

- Tarief gebruikers (woningen) 3,06 3,14

- Tarief eigenaren (niet-woningen) 5,38 5,52

- Tarief gebruikers (niet-woningen) 4,31 4,42

Afvalstoffenheffing

- Basistarief 2 x 140 It 209,76 215,40

- Tarief 1 x 140 It & 1 x 240 It 242,16 248,76

- Tarief 2 x 240 It 274,56 282,00

- Tarief extra bak van 140 It 45,24 46,44

- Tarief extra bak van 240 It 77,64 79,80

* maatstaf is grootte en aantal bakken

Rioolrecht

- Per jaar 139,08 152,76

- Per maand 11,59 12,73

Hondenbelasting:

- Tarief 1 e hond 45,60 46,80

- Tarief 2e hond en volgende 91,20 93,60

- Kenneltarief 228,00 234,00

Programmabegroting 2004

98

7

Totaaloverzicht baten en lasten

Dit hoofdstuk geeft conform de nieuwe voorschriften een recapitulatie van de ramingen van alle

programma's, die tezamen het totaal van de begroting vormen. Hierin mogen geen lasten of baten

komen die niet in de programma's zijn opgenomen.

In dit overzicht zijn ook opgenomen de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien

(zie hoofdstuk 5). Al deze gegevens tezamen vormen het resultaat voor bestemming.

Tabel resultaat 2004 voor bestemming

bedragen in ¿

Nr. Omschrijving lasten baten saldo

Programma

1 Veiligheid en handhaving 5.772.055 854.584 -4.917.471

2 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstve 56.831.524 40.993.440 -15.838.084

3 Zorg en volksgezondheid 8.785.705 2.822.499 -5.963.206

4 Onderwijs, jeugd en kinderopvang 17.697.484 7.382.731 -10.314.753

5 Inburgering 1.162.351 1.162.351 0

6 Cultuur 8.311.463 1.502.288 -6.809.175

7 Sport en recreatie 4.387.870 702.713 -3.685.157

8 Centrum ontwikkeling 152.779 5.000 -147.779

9 Economisch beleid en werkgelegenheid 1.664.444 255.344 -1.409.100

10 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting 14.924.418 11.681.440 -3.242.978

11 Stedelijke vernieuwing 3.203.891 313.330 -2.890.561

12 Verbetering bereikbaarheid 100.000 0 -100.000

13 Beheer openbare ruimte 13.652.322 3.880.464 -9.771.858

14 Groenvoorzieningen en natuurbescherming 4.992.581 150.623 -4.841.958

15 Milieu 17.595.399 15.191.962 -2.403.437

16 Bestuur en organisatie 25.406.224 16.331.054 -9.075.170

Dekkingsm iddel/onvoorzien

Lokale heffingen 19.689.663 19.689.663

Algemene uitkeringen 61.219.987 61.219.987

Dividend 421.400 421.400

Financieringsconstructie 1.021.624 1.021.624

Onvoorzien 1.263.540 -1.263.540

Resultaat voor bestemming 185.904.050 185.582.497 -321.553

Programmabegroting 2004

99

Het volgende overzicht geeft per programma aan welke bedragen worden onttrokken danwel

toegevoegd aan de reserves en voorzieningen.

Hieruit blijkt dat de begroting 2004 sluitend is.

Tabel resultaat 2004 na bestemming

bedragen in ¿

lasten baten saldo

Resultaat voor bestemming 185.904.050 185.582.497 -321.553

Onttrekking/storting per programma

1 Veiligheid en handhaving 0 0 0

2 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 0 439.972 439.972

3 Zorg en volksgezondheid 0 0 0

4 Onderwijs, jeugd en kinderopvang 0 32.569 32.569

5 Inburgering 0 0 0

6 Cultuur 0 0 0

7 Sport en recreatie 0 0 0

8 Centrumontwikkeling 0 0 0

9 Economisch beleid en werkgelegenheid 0 30.345 30.345

10 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting 56.375 0 -56.375

11 Stedelijke vernieuwing 0 0 0

12 Verbetering bereikbaarheid 0 0 0

13 Beheer openbare ruimte 353.632 0 -353.632

14 Groenvoorzieningen en natuurbescherming 0 0 0

15 Milieu 0 0 0

16 Bestuur en organisatie 281.115 509.789 228.674

Resultaat na bestemming 186.595.172 186.595.172 0

Programmabegroting 2004

100

Uw Reactie
Uw Reactie