• Bestuur
  • Commissiestukken Inburgering oudkomers en nieuwkomers

Commissiestukken Inburgering oudkomers en nieuwkomers

Documentdatum 12-09-2002
Bestuursorgaan Commissie Middelen en Ondersteuning
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

commissie: MC)

d.d.: i @;@- - ci

agendapunt

Gemeente Helmond

Commissie-format

Verzoek College van B en W voor Commissiebehandeling.

Vastgesteld in B en W vergadering van : 20 augustus 2002

Onderwerp: lnburgering oudkomers en nieuwkomers

Inhoud:

Hierbij informeren wij u over de ontwikkelingen met betrekking tot inburgering. Tevens hebben we een aantal

bestedingsbesluiten genomen waarover u wordt geïnformeerd en waarvoor -met name- dekking wordt

gezocht in de GSB-regelingen voor oudkomers.

Met dit verzoek mee te zenden stukken:

- Projectplan 'Werktaai'ijuli 2002)

- Aanvullend Meerjarenplan inburgering oudkomers (versie 2111 juni 2002)

- Verbeteropdracht m.b.t. instrument vraagbepaling (8 augustus 2002)

- Brief ministerie van BZK inzake de regeling aanvullende bijdrage inburgering oudkomers G54 (kenmerk

C1M2001199597) en beschikking (kenmerk C1M2002199597)

Het college van B en W verzoekt:

Voor te leggen aan:

de commissie SE met als doel: ter kennisname

de commissie MO met als doel: in te stemmen met begrotingswijziging 127

COMMISSIEVOORSTEL inburgering 13 augustus

Pagina 1 van 5

Ruimte voor eventueel vervolg inhoud:

Ondanks de vete wijzigingen die zich recent hebben voltrokken in de landelijke politiek (zo valt de inburgering van

oudkomers niet langer onder de verantwoordelijkheid van de minister van Grotesteden- en Integratiebeleid maar onder

de minister van Justitie) blijft de opdracht voor onze gemeente onveranderd; 'intensiveer en verbeter het lokale

inburgeringbeleid'.

In navolging op ons besluit van 26 februari 2002 zijn extra GSB-middelen aangevraagd voor de intensivering van de

inburgering van oudkomers. Deze middelen vloeien voort uit de regeling aanvullende bijdrage oudkomers G54.

Confonn de voorschriften van deze regeling heeft de gemeente Helmond een aanvullend meerjarenplan voor de

inburgering van oudkomers ingediend (versie2/11 juni 2002, zie bijlage). In een beschikking van 24 juni 2002

(C1M2002/99597) stemde het ministerie van BZK in met het plan. Aldus wordt het oudkomerbudget in 2001, 2002 en

2003 verhoogd met telkens E 229.013,- en eerunalig met E 22.689,- in 2001. Het totale oudkomerbudget voor de periode

1999-2004 komt daarmee op £ 1.584.428,-. In het aanvullend meerjarenplan is een globaal bestedingsvoorstel

opgenomen voor het totale GSB-budget ten behoeve van de inburgering van oudkomers.

1. Structureel verbeteren van het inburgeringbeleid: het Integraal Project Inburgering Hehnond

Het verbeterproject van de gemeente Helmond doorloopt momenteel de 2 de fase. Op 30 augustus eindigt deze fase met

een beslisdocument dat door de opdrachtgever, dhr. A. de Kroon, wordt beoordeeld. Het uiteindelijke projectresultaat,

een programma voor de aanpak van inburgering, zal ter goedkeuring aan de Raad worden voorgelegd. In het

beslisdocument dat in augustus wordt gemaakt worden de eisen aan het programma opgenomen. Deze eisen vloeien

voort uit wet- en regelgeving en zijn geftiventariseerd bij de opdrachtgever(s), de verantwoordelijke wethouders en een

aantal raadsleden uit de commissies Samenleving en Economie en Middelen en Ondersteuning.

In de eerste fase is volop gecommuniceerd over het project met interne en externe partners, de regiogemeenten en de

burgers. Dit via de nieuwsbrief die door het projectteam wordt uitgegeven, de landelijke nieuwsbrief van de Taskforce

Inburgering, het interne personeelsblad, de stadsmagazine en door middel van presentaties en workshops. In september

2002 verschijnt de tweede nieuwsbrief en kort daarna een tweede artikel in het stadsmagazine. Aandachtspunt is

gerichte communicatie met zelforganisaties en sleutelfiguren uit de doelgroep.

Naast het project en vooruitlopend op het projectresultaat lopen een aantal verbeterinitiatieven op onderdelen van het

inburgeringproces. Deze initiatieven worden voorgesteld door (leden van) het projectteam en in de lijn uitgevoerd zodra

ze zijn omgezet in een verbeteropdracht door de (gedelegeerd) opdrachtgever van het project. De projectorganisatie

fungeert als platform waar alle informatie met betrekking tot de verbeteropdrachten samenkomt en naar integrale

afstemming wordt gezocht. In de volgende paragraaf informeren wij u over een dergelijke verbeteropdracht.

Voor de totale uitvoeringskosten van het project en de tussentijdse verbeteropdrachten is in het meerjarenplan

inburgering oudkomers E 200.000,- opgenomen. In het beslisdocument worden de kosten verder toegelicht.

Wi .besloten om £ 200.000,- uit de bijdrageregeling oudkomers aan te wenden voor het uitvoeren van het

i

projectplan en de tussentijdse verbeteropdrachten.

2. Professionele inkoop en vraagsturing educatie

Het integrale projectteam wordt bijgestaan door een accountmanager van de Taskforce Inburgering. Daarnaast wordt

kennis en ervaring opgedaan in een tweetal ontwikkeltrajecten van de Taskforce. Samenwerking met het

ontwikkeltraject inkoop heeft ertoe geleid dat inburgeraars momenteel worden onderscheiden in klantgroepen. Per

klantgroep worden productencombinaties (inburgeringtrajecten) samengesteld en prestatie-indicatoren geformuleerd.

Dit krijgt al eind 2002 zijn weerslag in de contracten met een belangrijke ketenpartner, het ROC.

Om -in toenemende mate- producten te kunnen laten aansluiten bij de behoefte en het doelperspectief van een

klantgroep is het noodzakelijk hierover informatie te vergaren. Een instrument dat door het bureau AgbN is aangereikt,

in het rapport "Educatie in de regio Heimond; Regie en vraagbepaling" (augustus 2001) voor het bepalen van de

educatieve vraag bij professionele instellingen en zelforganisaties, is door regiogemeenten getest en levert onvoldoende

bruikbare informatie op.

Besloten is om een instrument vraagbepaling educatie, zijnde een vragenlijst met gebruiksvoorschrift, te (laten)

ontwikkelen in het najaar van 2002. Dit met als doel; beschikken over een doelmatig en efficiënt instrument voor de

bepaling van de educatieve behoefte van de klantgroepen. De vragenlijst moet door professionele instellingen en

vrijwilligersorganisaties kunnen worden ingevuld. De ontwikkeling van het instrument is aangemerkt als een

verbeteropdracht in het kader van het project inburgering. De kosten, zijnde ten hoogste £ 20.000,-, voor het inkopen

COMMISSIEVOORSTEL inburgering 13 augustus

Pagina 2 van 5

van externe deskundigheid, worden betaald uit de bijdrageregeling oudkomers, meer bepaald de E 200.000,- die wordt

aangewend voor de uitvoering van het projectplan.

Aldus is besloten een instrument vraagbepaling te (laten) ontwikkelen en de kosten hiervan, zijnde macximaal E

20.000,- te dekken uit de bijdrageregeling oudkomers, meer bepaald het geoormerkte budget voor de uitvoering

van het projectplan.

3. Intensivering van de inburgeringtrajecten voor oudkomers

In 2001 zijn we gestart met het intensiveren van het NT2-onderwijs bij het ROC ten behoeve van oudkomers. Toch

belandden nog veel aarnnelders, na een intake, op de wachtlijst vanwege onvoldoende instroomcapaciteit. In maart 2002

heeft de gemeente de wachtlijst opgevraagd en de 62 oudkomers die erop voorkwamen laten screenen door Atlant voor

de gebruikelijke kostprijs van £ 198,- per deelnemer. Besloten is om voor een aantal van hen, met name diegene met

perspectief op arbeid, een educatief traject in te kopen zodat ze hiermee in september 2002 kunnen starten. Na afloop

worden ze door Atlant begeleid naar werk.

Vanaf 15 juni 2002 worden alle oudkomers die zichzelf aarunelden bij het ROC doorverwezen naar de gemeente (v.w.b.

oudkomers met arbeidsperspectief gebeurt dit via het CWI). De afdeling sociale zaken stelt met de oudkomer een

inburgeringtraject samen, gericht op het doelperspectief van de inburgeraar en schakelt relevante ketenpartners in. Door

zelf de trajectbegeleiding ter hand te nemen, belanden geen oudkomers meer op de wachtlijst van het ROC.

Wij besloten om voor de oudkomers die zich nog tot 15 juni spontaan aarnnelden bij het ROC extra educatieve trajecten

in te kopen zodat ook zij in september kunnen starten.

In totaal worden voor 40 deelnemers extra trajecten ingekocht bij het ROC. De kosten, zijnde IE 90.756,- kunnen worden

gedekt uit de bijdrageregeling oudkomers.

Besloten is om £ 12.276,- betaalbaar te stellen aan de Atlant-groep voor het screenen van 62 oudkomers in maart

2002. Daarnaast wordt eenmalig een bedrag van E 90.756,- beschikbaar gesteld aan het ROC voor 40 educatieve

trajecten. De bijdrageregeling oudkomers kan voor dekking van deze kosten worden aangewend.

Voorts is besloten het budget voor het ROC pas betaalbaar te stellen na indiening van een rapportage conform

de eisen die door het ministerie van BZK aan de rapportage (= monitor oudkoiners) worden gesteld.

4. Intensiveren van duale trajecten

Er wordt naar gestreefd het inburgering-aanbod voor zowel oudkomers als nieuwkomers zoveel mogelijk te laten

bestaan uit duale trajecten. Bij duale trajecten staan alle activiteiten binnen het inburgeringtraject in het teken van het

doelperspectief van de inburgeraar. Dit perspectief is veelal een baan, maar voor wie (nog) niet gaat werken, kan het

eeh andere vonn van participatie zijn, zoals deelname aan een beroepsopleiding, het ondernemen van sociale

activiteiten of het ontwikkelen van bekwaamheden als opvoeder. Belangrijk in een duaal traject is dat taalonderwijs

wordt gekoppeld aan andere trajectonderdelen gericht op het bereiken van het doelperspectief waarbij het Nederlands

direct kan worden gebruikt door de inburgeraar. In toenemende mate wordt gezocht naar partners die duale combinaties

kunnen aanbieden. Het project Werktaal, vonnt hiervan een voorbeeld.

Het project voorziet in 12 duale inburgeringtrajecten waarin werken, leren en ervaring opdoen in samenhang met elkaar

vorm krijgen. Nieuwkomers en oudkomers, met als doelperspectief een arbeidsplaats, komen in aanmerking voor deze

duale trajecten.

Doel: Nieuwkomers en oudkomers via een gericht inburgeringtraject begeleiden naar een solide positie op de

arbeidsmarkt.

Het project draagt bij aan het behalen van de prestaties die zijn overeengekomen met het ministerie van BZK en

neergelegd in het Meerjaren Ontwikkelings Programma en het aanvullend meerjarenplan i.b.k.v. de regeling

aanvullende bijdrage oudkomers G54 gemeenten. Versterken van de sociale infrastructuur, het verminderen van de

structurele werkloosheid en toenemen van het aantal arbeidsplaatsen, betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt zijn

in dit verband relevante doelstellingen.

Resultaat: 80% van de deelnemers stroomt uit naar een vast dienstverband.

Bijkomend resultaat is dat de deelnemers direct inkomsten vanuit arbeid genieten hetgeen de gemeente een besparing

van een eventuele uitkering oplevert.

COMMISSIEVOORSTEL inburgering 13 augustus

Pagina 3 van 5

Uitgangspunten

¿ De motivatie voor en betrokkenheid bij een inburgeringtraject is groter indien deze aansluit bij de

leefwereid/leefomgeving van de inburgeraar;

E Inburgering biedt meer kans op succes indien voor betrokkene toekomstperspectief gecreëerd kan worden in de

vorm van uitzicht op een baan;

m Integratie in de samenleving en in het bedrijfsleven kan alleen goed tot stand komen als alle betrokkenen hierin

actief participeren, met elkaar samenwerken en gezamenlijk hiervoor verantwoordelijkheid dragen.

Met het project beoogt men ook het instrument mentorschap verder te ontwikkelen, met name oudere werknemers

komen hiervoor in aarunerking. De mentoren begeleiden de inburgeraar op de werkvloer en worden hiervoor speciaal

getraind in het begeleiden van een inburgeringtraject 'on the job'. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de

employability van werknemers en een toevoeging aan het instrumentarium cm leeftijdsbewust personeelsbeleid uit te

voeren.

De gemeente koopt de trajecten in tegen een gemiddelde kostprijs van E 6.000.-. De totale kostprijs is dus E 72.000,-

voor 12 trajecten. Dit is een redelijke, zelfs enigszins lage kostprijs, wanneer vergeleken met de trajectprijzen die

momenteel door re@ntegratiebedrijven worden gehanteerd (gemiddeld £ 6.500,-). In het aanvullend meedarenplan

i.h.k.v. de bijdrageregeling oudkomers G54 gemeenten, dat door Hehnond is ingediend en recentelijk door het

ministerie is goedgekeurd, hebben we rekening gehouden met een gemiddelde kostprijs van E 6.500,- per traject. Het

project levert bovendien een succesvolle uitstroom van 80% op. Dit is meer dan van een gemiddeld traject mag worden

verwacht.

Aldus is besloten om E 72.000,- beschikbaar te stellen voor het project 'Werktaal' en hiervoor dekking te zoeken

in de bijdrageregeling oudkomers.

Voor 1 juli 2003 wordt een evaluatie aan ons voorgelegd met het oog op eventuele voortzetting van het project

en/of implementatie binnen het reguliere inburgering-aanbod.

5. Intensiveren kinderopvang

Middels het besluit van 23 april 2002 hebben we het aantal kindplaatsen voor nieuwkomers doen afliemen van 12 naar

7. Dit nadat kwam vast te staan dat voor de kostprijs van E 75.327,51 die de gemeente beschikbaar stelde in 2002,

slechts 7 gehele dagopvangplaatsen konden worden ingekocht. In het besluit werd aangekondigd dat het aantal

kindplaatsen weer op het oude niveau zou worden teruggebracht, na overleg met de stichting Kinderopvang Helmond,

en dat tevens een aantal extra kindplaatsen zou worden ingekocht ten behoeve van oudkomers.

Besloten is om, nog voor de periode september-december 2002, 10 extra dagopvangplaatsen in te kopen tegen een

kostprijs van E 35.930,- (4/12 van de vastgestelde kostprijs perjaar, zijnde e 10.777,-). Hiennee komt het aantal

plaatsen in 2002 op 17 kindplaatsen voor inbtirgeraars (oudkomers en nieuwkomers). 12 plaatsen werden reeds in 2002

meegenomen in de taakstelling voor de uitbreiding. De overige 5 plaatsen worden dus nog extra gerealiseerd.

De toenemende behoefte aan kinderopvang is een direct gevolg van de intensivering van het inburgeringbeleid.

Aangezien uit onderzoek blijkt dat het ontbreken van kinderopvang één van de meest voorkomende oorzaken van uitval

uit een inburgeringtraject is en met het ministerie is overeengekomen dat uitval actief zal worden besteden, ligt het voor

de hand ook in 2003 voldoende kinderopvang in te kopen. In het meerjarenplan i.h.k.v. de bijdrageregeling oudkomers

G54 is het inkopen van extra kindopvangplaatsen aangekondigd als een van de maatregelen gericht op het bereiken van

de overeengekomen prestaties met het ministerie van BZK. In het plan is een bedrag van ten hoogste E 408.400,-

geraamd voor de fmanciering van ongeveer 36 dagopvang plaatsen in de periode tot 2004.

Wij besloten om in 2003 in totaal 20 dagopvangplaatsen in te kopen voor inburgeraars tegen de kostprijs van El 1.500,-

per plaats. De C 230.000,- kan worden gedekt uit de bijdrageregeling oudkomers.

Het betreft een uitbreiding van 17 naar 20 plaatsen in 2003, hetgeen voor de taakstelling inzake de uitbreiding van

kinderopvang betekent dat er 3 extra kindplaatsen worden gerealiseerd in dat jaar.

Samenvattend:

Het bedrag van E 75.328,- dat in 2002 reeds wordt aangewend voor het inkopen van 7 full-time dagopvang

plaatsen wordt gedekt uit de egalisatiereserve nieuwkomers (dekking was nog niet eerder geregeld).

Voorts is besloten om een additioneel bedrag van E 35.930,- beschikbaar te stellen aan de SKOH in ruil voor 10

extra dagopvangplaatsen in de periode september tot december 2002 en deze kosten te dekken uit de

bijdrageregeling oudkomers.

Besloten werd om in 2003 een bedrag van £ 230.000,- aan te wenden voor in totaal 20 dagopvangplaatsen ten

behoeve van inburgeraars (zowel oudkomers als nieuwkomers) voor E 11.500,- per plaats en deze kosten

eveneens te dekken uit de bijdrageregeling oudkomers.

COMMISSIEVOORSTEL inburgering 13 augustus

Pagina 4 van 5

6. Aanschaf en uitbreiding IMWIN

De Tweede Kamer heeft het oudkomerbeleid aangewezen als groot project. Dit houdt in dat de Tweede Kamer het

belang van dit beleid dermate groot acht dat zij drie maal per jaar wenst geïnformeerd te worden over de voortgang en

de resultaten. Dit betekent ook dat kritisch wordt gevolgd welke inspanningen de gemeente onderneemt om haar

inburgeringbeleid te intensiveren en verbeteren. De rapportage-inspanning die dat met zich meebrengt mag niet worden

onderschat. De kosten hieromtrent voor de gemeente worden gecompenseerd door eerunalig een bedrag van E 22.689,-

beschikbaar te stellen via de aanvullende bijdrageregeling oudkomers G54.

Besloten werd om het cliëntvolgsysteem IMWIN, dat momenteel wordt gebruikt bij de uitvoering van de Wet

lnburgering Nieuwkomers, uit te breiden met de oudkomermodule, zodat aan'de rapportageverplichting kan worden

voldaan.

E 22.689,- wordt beschikbaar gesteld voor de uitbreiding en implementatie van IMWIM met de

oudkomermodule. Hiervoor is dekking voorzien in de bijdrageregeling oudkomers, meer speciriek in de regeling

aanvullende bijdrage inburgering oudkomers G54 gemeenten (zie bijgevoegde brief BZK kenmerk

C1M2001199597 en beschikking met kenmerk CIM2002199597).

COMMISSIEVOORSTEL inburgering 13 augustus

Pagina 5 van 5

....................

..............

Gemeente Helmond

DIENST SAMENLEVING EN ECONOMIE

ro ec er aa

BETREFFENDE DE DOELGROEP NIEUWKOMERS EN OUDKOMERS

IN HET KADER VAN HET INBURGERINGSBELEID

Opdrachtgever:

Gemeente Helmond, Dienst Samenleving en Economie

Afdeling Sociale Zaken

Projectcoördinatie:

0 SBI

Participanten:

¿ Gemeente Helmond, afdeling Sociale Zaken

¿ PAC

¿ Wissenract en van Spaandonck

¿ ROC ter AA

Projectplan Werktaal - juli 2002.

Aanleiding.

Voor u ligt een nieuwe versie van project "Werktaal", op vraag van het hoofd Sociale Zaken

van de gemeente Heimond aangepast voor de doelgroep Nieuwkomers en Oudkomers in het

kader van het inburgeringsbeleid.

Het betreft een duaal traject voor inburgering, waarin werken, leren en ervaren in

samenhang met elkaar vorm hebben gekregen.

Uitgangspunten bij het project zijn, dat:

motivatie en betrokkenheid voor inburgehng groter is indien dit direct aansluit bij de

directe leefomgevinglieefwereid van betrokkenen;

inburgering meer kans op succes biedt indien voor betrokkene toekomstperspectief

gecreëerd kan worden in de vorm van uitzicht op een baan;

integratie in samenleving en bedrijfsleven alleen dan goed tot stand kan komen als

alle betrokkenen hier actief in participeren, op elkaar afstemmen en gezamenlijk

hiervoor verantwoordelijkheid dragen.

Doel. -

Doelgroep zijn Nieuwkomers en Oudkomers i.k.v. het inburgeringsbeleid. Met name

diegenen die i.k.v. voorzien in eigen levensonderhoud, geïnteresseerd zijn in

baanperspectief.

Op de tweede plaats wil het project voor (oudere) werknemers binnen het bedrijfsleven het

begrip mentorschap c.q. praktijkleermeester verder door ontwikkelen. Dit gebeurt door deze

taak te verdiepen met het begeleiden in de praktijk van anderstaligen uit een andere cultuur,

die moeten inburgeren en zich een startkwalificatie willen verwerven voor de arbeidsmarkt.

De mentoren worden getraind om een leer - werk concept van inburgering - op - het - werk

uit te voeren.

Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de employability van werknemers en een

toevoeging aan het instrumentarium om leeftijdsbewust personeelsbeleid uit te voeren.

Project-opzet.

Gezien de uitgangspunten van het project wordt voor een aanpak gekozen van actief leren.

Dit wilzeggen dat leren en werken steeds meer in elkaar overgaan. Een ander belangrijk

uitgangspunt hierbij is dat het traject de deelnemers moet brengen tot zelfredzaamheid in de

samenleving en in een werkomgeving. Het project kent per 9 lesweken een

instroommoment. Tijdens de voortgang van het traject wordt gewerkt om dit instroommoment

op te hogen. De opzet is een meerdere - partijen - aanpak. Ketendienstverlening. Door de

inbreng van meerdere partijen ontstaat draagvlak, synergie en financiële mogelijkheden. Het

project maakt daarbij gebruik van reeds bestaande middelen.

Programma.

Dit valt uiteen in de volgende onderdelen:

A. werving en selectie

B. diagnose

C. voortraject

D. werk -leren

E. nazorg

A. Werving en selectie.

Potentiële deelnemers worden door de trajectbegeleider van de gemeente Heimond

gescreend aan de hand van een van tevoren opgesteld instroomprofiel. Belangrijk hierbij

zijn:

kansrijk zijn voor slagen in het duaal traject;

geïnteresseerd zijn in opgeleid worden tot werk;

Projectplan Werktaal - juli 2002. 2

De kandidaten krijgen na deze eerste selectie een uitgebreide Intake. Deze intake vindt

plaats bij de gemeente en wordt afgenomen door de trajectbegeleider.

- motivatie en beroepshouding;

- reeds genoten opleidingen of kwalificaties in land van herkomst;

- persoonlijke omstandigheden/gezinssituatie;

- voorkeur/geschiktheid voor potentiële banen.

In het kader van slagen van deelname wordt ook gekeken in de intake naar voorwaarden in

de persoonlijke leefsituatie van de potentiële deelnemer. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat

voor goede deelname aan het project kinderopvang geregeld zal moeten worden.

In het kader van de intake wordt de trajectbegeleider getraind in het houden van deze intake-

gesprekken en het hanteren van het ontwikkelde intake-formulier.

Op basis van de indruk van de voorselectie en intake wordt door trajectbegeleider bepaald of

de kandidaat weilniet in aanmerking komt voor het duaal traject of meer op zijn/haar plaats is

in het reguliere inburgeringtraject. Kandidaten voor het duale traject worden door de

trajectbegeleider aangemeld bij het ROC voor de diagnose. Terugkoppeling van het advies

naar deelnemers gebeurt door de trajectbegeleider.

Vooraf aan de diagnose vindt een contact/infobijeenkomst tussen deelnemer, zijn/haar

trajectbegeleider en werknemer ROC waarin deelnemers nader kennismaken met het ROC

en verloop van het duale traject.

De trajectbegeleider maakt het trajectplan voor de deelnemers. Dit wordt verstuurd naar het

ROC waar het op basis van de diagnose door de medewerker van het ROC wordt aangevuld

en getekend teruggestuurd naar de trajectbegeleider. Vervolgens wordt dit trajectplan door

de trajectbegeleider besproken met de cliënt en door beide partijen getekend.

B. Diagnose.

Deze fase is ingebouwd om vast te kunnen stellen wat de 'beginsituatie' is van de deelnemer

t.o.v. de minimumeisen die gesteld zijn aan deelname van leer/werktraject dat bij bedrijven

plaatsvindt.

De nadere diagnose vindt individueel plaats in een aantal sessies. Daarbij wordt optioneel

'gebruik gemaakt van testmateriaal teneinde capaciteiten, leervermogen, beheersing van de

taal e.d. vast te stellen.

Deelnemers worden o.a. gecheckt op hun motivatie, hun kennis van de Nederlandse taal,

hun beroep - en sociale vaardigheden worden in kaart gebracht etc. Dit leidt tot een

individueel trajectplan per deelnemer: dit beschrijft zo precies mogelijk wat de deelnemer

binnen het project gaat leren en wanneer gestart kan worden met werklieerprogramma bij

het bedrijf.

In principe kent het project een tweetal instroomprofielen; lager opgeleiden en hoger

opgeleiden. Afhankelijk van de diagnose wordt de deelnemers het traject voor lager

opgeleiden of voor hoger opgeleiden toegewezen. Het uitstroomperspectief voor lager

opgeleiden is NT2 KSE niveau 3. Voor hoger opgeleiden is het uitstroomperspectief NT2

KSE niveau 4. Overigens hangt dit in beide gevallen af van het beginniveau: hoe beter de

beheersing van de Nederlandse taal, hoe hoger het uitstroomniveau.

C. Voortraject.

Deze fase is bedoeld om in een van tevoren bepaalde tijd deelnemers de

basiskennis/vaardigheden te laten verkrijgen voor deelname aan het werk/leertraject. Ook

hier wordt gekozen voor duale aanpak: zoveel mogelijk ervarend opdoen van taal en

communicatievaardigheden in omgeving en samenleving. Tijdens het voortraject, komen de

volgende onderdelen aan bod: NT2, Maatschappij-oriëntatie/maatschappelijke

Projectplan Werktaal - juli 2002. 3

zelfredzaamheid, Beroepenoriëntatie (bestaande uit: motivatie-analyse, beroepenoriëntatie

en sollicitatietraining)

Ongeveer 9 weken voor aanvang van het Leer/werktraject vind bij het ROC een

banenodëntatie plaats. Hierin presenteren de bedrijven met beschikbare functies zich aan de

kandidaten en wederzijds presenteren kandidaten zich aan bedrijven. Vooraf aan deze

banenoriëntatie wordt door de mentor van het ROC en de trajectbegeleider van de gemeente

Heimond met de deelnemer in een. gesprek gekeken hoe iemand er voor staat en wat

redelijke opties qua functies zijn om nader te onderzoeken tijdens de 'banenoriëntatie'. De

ROC mentor arrangeert dit gesprek.

Na de banenoriëntatie wordt door de mentor ROC en deelnemer gedurende de laatste 9

weken concreet toegewerkt naar het verder verwerven van vaardigheden nodig voor de

geselecteerde functie(s). In een 'sollicitatiegesprek' ergens gedurende deze 9 weken vindt

de werkelijke match tussen bedrijf en deelnemer plaats. Na de match wordt door de mentor

van het bedrijf de deelnemer uitgenodigd voor een eerste kennismaking met het bedrijf en

afspraken gemaakt over de eerste werkdag.

D. WerWieren.

Degenen, die de diagnosefase en het voortraject zijn gepasseerd, stromen in dit

hoofdbestanddeel van het project: het werkleren. Dit ziet er als volgt uit:

¿ In het kader van het project zullen deelnemers bij voorkeur worden geplaatst bij

bedrijven, die aangeven de deelnemer minimaal 6 maanden werk te willen bieden,

waarbij er uitzicht is op een vervoigperiode. Tevens zijn deelnemende bedrijven bereid

om het bedrijfsgedeelte van de training bij hen uit te laten voeren. Hiertoe laten zij o.a.

een medewerker de training voor mentoren volgen.

Vacatures bij bedrijven worden o.m. aangeleverd via Wissenraet & Van Spaandonck.

Deze zullen in eerste instantie geworven worden in de branches Textiel, Confectie,

Schoonmaak en via de BZW. Daarnaast worden nauwe banden met het CWI

onderhouden door de projectleider om ook via de reguliere kanalen potentiële bedrijven

te kunnen benaderen.

¿ Naast het werken bezoeken de deelnemers gedurende een aantal dagdelen per week

een deelnemend ROC. Hier krijgen zij door ROC docenten o.a. het volgende

aangeboden: training sociale vaardigheden, taalonderwijs, omgaan met computers e.d.

Zij volgen zoveel mogelijk een individueel programma, waarbinnen ook groepsgewijze

onderdelen. Zoals:

- Kennis van Nederlandse arbeidsverhoudingen, bedrijfsculturen, e.d.;

- Kennis van de Nederlandse taal;

- Sociale vaardigheden, die vereist zijn om de werknemersrol te spelen;

- Kennis en vaardigheden voor de computer, toegesneden op het werk / de werkplek

van de deelnemer.

- Eenmaal in vaste dienst van het bedrijf (na 6 maanden duaal traject) worden de

deelnemers gestimuleerd om deel te nemen aan gerichte bedrijfs/beroepsscholing.

¿ De dagdelen op het ROC sluiten zoveel mogelijk aan op de werksituatie, waarin de

deelnemers de rest van de week verkeren: trainers / docenten reiken hen datgene aan,

waarmee zij morgen weer moeten werken. Daartoe hebben zij het inienende bedrijf ook

bezocht, er gesprekken gevoerd en er materiaal verzameld: handleidingen van machines

meegenomen, gekeken welke sofware men er gebruikt enz.

¿ Tijdens de terugkom dagdelen krijgen de cursisten ook huiswerk mee: er wordt veel gebruik

gemaakt van buitenschoois leren. Deze huiswerkopdrachten worden onder leiding van een

Projectplan Werktaal - juli 2002. 4

mentor binnen het inienende bedrijf uitgevoerd: dit is een medewerker, die verantwoordelijk is

voor de dagelijkse begeleiding van de deelnemer op het bedrijf.

Deze mentoren vormen als het ware een tweede doelgroep binnen het project. Zij krijgen

een training, waarbinnen didactische en sociaal - communicatieve vaardigheden aan bod

komen (deze is inclusief een aantal terugkomdagen en coaching on the job.)

Aan hen is de uitdaging om de werkomgeving van de deelnemers dusdanig in te richten,

dat het individuele leerproces wordt gefaciliteerd. Zij hebben een voortdurend overleg

met de docent(en) van het ROC en organiseren en ondersteunen het leren op de

werkplek. Daarbij werken zij aan de hand van een individueel takenboek, dat per

deelnemer is opgesteld aan de hand van diens trajectplan in de diagnose fase.

¿ Het werklierentraject kenmerkt zich verder door geleidelijk afbouwen van

terugkomdagdelen en opbouwen van werken, waarbij de zelfredzaamheid van de

deelnemer steeds verder vorm krijgt.

¿ Het duaal traject wordt formeel afgesloten door een bijeenkomst, in aanwezigheid van

hun werkgevers, ROC medewerkers, trajectbegeleider e.d., waarin men een getuigschrift

ontvangt voor deelname aan het traject.

E. Nazorg.

Na het half jaar werklieertraject worden de deelnemers of een baan aangeboden door het

bedrijf waar men het werk/leertraject liep, of komt men ter bemiddeling bij het CWI danwel

een reïntegratiebedrijf. De groep deelnemers komt nog eenmaal terug, na een periode van 3

maanden na het duaal traject, in een terugkomdagdeel bij het ROC, om te kijken hoe het ze

vergaat. Dit moment kan als resuitaatmeting achteraf gehanteerd worden.

Tevens wordt door na 3 maanden contact opgenomen met betreffende bedrijven om ook van

deze kant feedback te krijgen.

Organisatie.

Binnen het uit te voeren programma zetten de deelnemende partijen hun kwaliteiten in en

wel als volgt:

¿ A. werving en selectie - Trajectbegeleider gemeente Heimond

¿ B. diagnose - ROC ter AA

C..voortraject - ROC ter AA en PAC

D. werk - leren - ROC ter AA, deelnemende bedrijven:

> PAC (mentoren-opleiding),

> Wissenraet & Van Spaandonck (werving van vacatures)

E. Nazorg - ROC ter AA

Opdrachtgever is de gemeente Heimond. De trajectbegeleider van de gemeente heeft hierin

de regierol. De adviseur van het SBI functioneert als coördinator en gesprekspartner naar de

gemeente Heimond. Tevens zorgt de adviseur voor het inrichten/de voorwaarden voor het

zelfstandig kunnen functioneren van het traject. Op een met de gemeente nader te bepalen

moment loopt deze interventie af. Tevens vraagt de adviseur in kader van A&O fondsen

financiële ondersteuning aan voor het project.

Verantwoording.

Deelnemende partijen zijn bereid zich te allen tijde te verantwoorden voor de middelen, die

zij hebben ingezet teneinde het gestelde projectdoel te realiseren.

1. Tijdens het gehele traject vindt 1 maal per kwartaal een schriftelijke terugkoppeling plaats

aan de Procesmanager SPO van alle relevante gegevens van alle deelnemers binnen dit

project volgens vastgesteld format.

Projectplan Werktaal - juli 2002. 5

2. Na iedere 9 wekelijkse periode vindt er op klantniveau een schriftelijke terugkoppeling

plaats met de verantwoordelijke trajectbegeleider (vorderingen + toetsgegevens ROC)

volgens vastgesteld format.

3. Aan het einde van het experiment zorgt de adviseur van het SBI voor een evaluatie en

eindrapportage.

4. Trajectbegeleider kan gedurende het traject de deelnemer te allen tijde uitnodigen voor

een gesprek bij Sociale Zaken.

Resultaten

Op de eerste plaats in het project bedoeld om nieuwkomers'en oudkomers in het kader van

het inburgeringsbeleid een inburgering te bieden die resulteert in een solide positie op de

arbeidsmarkt. Dit vertaalt zich in het aantal deelnemers dat aan het einde van het project een

vast dienstverband krijgt aangeboden bij een bedrijf. Taakstelling is dat minimaal 80% van

de deelnemers een vast dienstverband hebben na afronding van het duaal traject.

Direct resultaat van het duaal traject zal zijn dat deelnemers gedurende het werklieertraject

direct inkomsten genieten vanuit hun arbeid bij hun werkgever. Dit betekent voor de

gemeente Heimond een besparing op de uitkering op het moment dat de deelnemer tijdens

het traject werkt.

Voorts wil het project bijdragen aan een versterking van de sociaal-economische

infrastructuur; dit gebeurt door gemeente, ROC, bedrijven, PAC, CWI e.d. samen te brengen

rondom het project.

Daarnaast dient het project om de methodiek rondom 'inburgeren on the job' te vervolmaken

en geschikt te maken voor vervolg.

Financiering.

......................"

.... ...... . ...... ........

... . . ... .

..... . . . .

Onderdeel B - Diagnose E 190,75

Onderdeel C - Voortraject Laagopgeleiden E 4.825,29

Onderdeel D - Werklieertraject 1Hoogopgeleiden 1 E 2.534,97

Onderdeel E - Nazorg

Bedrijfscontacten en Acquisitie bedrijven l- 4 uur E 452,00

Mentortraining E 545,00

Maximale prijs, tijdens het project wordt op basis van nacalculatie prijs eventueel bijgesteld.

Totale kosten per deelnemer

Laagopgeleiden 04

Hoogopgeleiden 3.722,72

. . .... ............................................

m......... ...........w...... ...

Deskundigheidsbevordehng trajectbegeleiders E 186,00

Betreft individuele coaching bij 1 e intakegesprek van trajectbegeleiders Nieuwkomers.

lmplementatie en inrichting van zelfsturende ketendienstverlening - 2 uur E 226,00

Betreft maken van resuitaatgerichte afspraken( servicelevel agreements) en

afstemmingsafspraken tussen participanten, invoeren en toetsen op werking en

haalbaarheid.

Projectplan Werktaal - juli 2002. 6

Gemeente Helmond

DIENST SAMENLEVING EN ECONOMIE

Aan: Ministerie van Binnenlandse zaken en

Koninkrijkrelaties

Coördinatie lntegratiebeleid Minderheden

Mevr. M.L. Haimé

Postbus 2001 1

2500 EA Den Haag

Heimond, 1 1 juni 2002

Ons kenmerk: SEISWIMVT

Doorkiesnr: 0492-587396

Uw kenmerk: C1M2001199597

Uw brief d.d.: 7 december 2001

Onderwerp: Aanvullend meerjaren plan i.h.k.v. de regeling aanvullende bijdrage inburgering

oudkomers 54 gemeenten (versie 2)

Geachte mevrouw Haimé,

In antwoord op uw schrijven van 7 december 2001 en onder verwijzing naar de 'Regeling aanvullende

bijdrage inburgering oudkomers 54 gemeenten' (staatscourant 28 november 2001) berichten wij u

hierbij over:

- de prestatiesloutputdoeistellingen die zullen worden bereikt met de aanvullende bijdrage

- de maatregelen die worden genomen om de prestaties te bereiken

- de begroting van kosten ten laste van de aanvullende bijdrage

- de wijze waarop de aanvullende maatregelen aansluiten op het Meerjaren Ontwikkelings

Programma (verder MOP)

- de maatregelen die worden genomen met het oog op het voldoen aan de informatieverplichting.

Deze tweede versie van het meerjarenplan oudkomers vervangt de eerder ingediende versie die op

28 maart 2002 werd ingediend. Uw reactie, door ons ontvangen per mail op maandag 22 april jl., is in

deze versie zo veel mogelijk verwerkt.

Vooraleerst brengen wij u op de hoogte van een aantal ontwikkelingen met betrekking tot inburgering

in onze gemeente.

Lokale ontwikkelingen

In oktober 2001 startte Heimond, mede naar aanleiding van het contact met de Taskforce lnburgedng,

met het Integrale Project lnburgering Heimond. De projectopdracht betreft het verschaffen van inzicht

in de verbeteringen die tot stand moeten komen op het werkveld inburgering en een voorstel om deze

verbeteringen tot uitvoering te brengen. Binnen de reikwijdte van de opdracht vallen zowel

organisatorische verbeteringen, inclusief efficiënte inzet van alle middelen die voor inburgering kunnen

worden ingezet, verbetering van de aansturing op basis van vastgesteld beleid en de verbetering van

de (kwaliteit van de) uitvoering.

Met het integrale project wordt beoogd onze (interne en externe) regie te verbeteren. Het project

resulteert in een programma-aanpak waarin een missie gekoppeld wordt aan een netwerk van doelen

en inspanningen. De programma-aanpak biedt inzicht in de relatie tussen de doelen en de

voorgestelde inspanningen om deze doelen te bereiken. Bovendien worden prioriteiten aangegeven

en verantwoordelijke actoren benoemd voor de inspanningen.

Weg op den Heuvel 35/tel. 0492-587392/fax: 0492-587223

Correspondentieadres: Postbus 23215700 AE Heimond

Faktuuradres: postbus 95015700 AZ Heimond

Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens kunt u inzage en eventueel verbetering

vragen van over u opgenomen gegevens in de registraties

In december 2Q01 is een inte coll

. grale projectorganisatie ingericht. In februari 2002 heeft het ege

ingestemd met de resukaatomschhjving van het project. In mei zijn de projectactiviteiten gestart die in

2003 tot het projectresuitaat leiden.-

intensivering oudkomerbeleid

Belangrijk is dat het projectteam, tijdens de looptijd van het project en vooruitlopend op de resultaten

ervan, verbeteringen zal initiëren op onderdelen van het inburgeringproces, in de lijn zal (laten)

uitvoeren en volgen.

Een van de verbeteringen betreft het intensiveren van de inburgedng van oudkomers met behulp van

de GSB-regelingen. Heimond telt 6336 oudkomers (peildatum maart 2002, bron: GBA). 786

oudkomers zijn geregistreerd door sociale zaken als uitkedngsgerechtigd of partners daarvan (bron:

GISSO).

Heimond startte in 2001 met het intensiveren van de educatieve trajecten aan oudkomers met

financiering vanuit de oudkomersregeling. Zowel werklozen als opvoeders hebben van het aanbod

gebruik gemaakt. In de monitor oudkomers 2001 werd u hierover geïnformeerd.

In februari 2002, met de start van het project inburgering, en het daaraan verbonden besluit de regie

over het inburgeringbeleid strakker ter hand te willen nemen, heeft het college besloten de afdeling

sociale zaken verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van het inburgedngbeleid. Vanwege de

verbreding van het aandachtsgebied van sociale zaken komen beide prioritaire groepen in het

gezichtsveld van deze afdeling. Toch vergt het werven van de opvoeders meer inspanning waardoor

de inburgering van deze groep wat later tot -stand komt. In de formulering van de prestaties en in de

begroting komt dit tot uitdrukking. Dit neemt overigens niet weg, dat de opvoeders waarmee

tussentijds contact kan worden gelegd, een inburgeringaanbod zullen ontvangen.

De reeds overeengekomen, prestatieafspraken inzake de inburgering van oudkomers staan allemaal

vermeld in het rapport tussentijdse zelfanalyse 2001 "naar een dynamisch evenwicht', bijlage 1 0 (biz

130-132). Het gaat om doelstelling 1 en 4 onder de noemer'minder (structurele) werkloosheid en

meer arbeidsplaatsen', doelstelling 9 onder de noemer'betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

en doelstelling 14 en 22 onder de noemer'sterkere sociale infrastructuur.

De hieronder vermelde prestaties zijn, naast een aanvulling op hetgeen reeds met u is

overeengekomen, tevens een meer concrete uitwerking van bovengenoemde prestatieafspraken.

Prestaties in relatie tot Meeriaren Ontwikkeling Pro-gramma

1. 'Minder (structurele) werkloosheid en meer arbeidsplaatsen'

Werklozen:

- 150 uitkeringsgerechtigde oudkomers worden aangemeld voor een inburgeringtraject in de

jaren 1998 tot 2004. Hiermee bereiken we circa 19% van de geregistreerde werkloze

oudkomers (op peildatum maart 2002 786 werkloze oudkomers)

- 80 uitkeringsgerechtigde oudkomers worden begeleid in een inburgeringtraject in de jaren

1998tot2004. HiermeebereikenwecircalO%vandegeregistreerdewerklozeoudkomers

(peildatum maart 2002).

- Voorzover het oudkomer-cliënten uit fase 213 betreft stroomt 70% succesvol uit naar de

(reguliere) arbeidsmarkt. Voor oudkomers uit fase 4 geldt een plaatsingspercentage van 65%,

waarvan 30% naar de reguliere arbeidsmarkt en naar additioneel werk en 35% naar een

zorgtraject enlof sociale activering.

- De sluitende aanpak staat borg voor doorstroming naar de arbeidsmarkt voor die oudkomers

die hiervoor in aanmerking komen

2. 'Sterkere sociale infrastructuur

Opvoeders:

- 40 opvoeders doorlopen een duaal traject in de jaren 1998 tot 2004.

3. 'Betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

In principe zijn alle ingekochte inburgeringtrajecten duaal, in de zin dat een taalcomponent

wordt gecombineerd met een maatschappelijk component. Heimond streeft echter naar nog

Meer maatwerk, waarbij een aanbod rechtstreeks wordt gekoppeld aan het doelperspectief van

de inburgeraar. Op dit moment zoeken we naar marktpartners die uiteenlopende combinaties

kunnen leveren. Het project werktaal is hiervan een voorbeeld. Ook overwegen we te

participeren in het project Inburgering Verpleeg & Verzorgingshuizen dat door de Taskforce

lnburgering wordt begeleid. In 2002 en 2003 moeten onze inspanningen leiden naar deelname

van ten minste 40 oudkomers (werklozen en opvoeders uit de hierboven genoemde aantallen)

aan duale trajecten richting uitstroom naar arbeid en sociale activering.

Uitval blijft onder de 25% '

In principe vallen geen oudkomers uit vanwege een gebrek aan passend aanbod, dan wel

passende kinderopvang (in 2001 waren dit de twee meest voorkomende oorzaken van uitval)

4. 'Betere interne- en externe communicatie en organisatie'

Medio 2003 zijn alle inspanningen benoemd gericht op de:

- versterking interne regierol en positie van inburgering in de organisatie

- versterking ketenregie (minimaal procesgeodënteerd regieniveau)

- professionele inkoop van -met name- educatie (planningscyclus, toepassing instrumenten

voor vraagbepating)

verbetering van de overlegstructuren met betrekking tot inburgering

Maatregelen gericht op het bereiken van de prestaties (inclusief -maatregelen om aan informateplich

te voldoen)

1 Inspanningen die bijdragen aan 'minder (structurele) werkloosheid en meer arbeidsplaatsen' en

'een sterkere sociale infrastructuur

- Februari 2002: capaciteit bij de afdeling Sociale Zaken aanpassen aan intensivering

inburgering oudkomers

- Maart/April 2002: start doorgeleiding van een groep van ruim 60 oudkomers (werving via

wachtlijst ROC) naar een reïntegratiebedrijf t.b.v. eerste screening. Na screening worden de

groep werklozen op een traject richting arbeidsmarkt gezet en voor opvoeders een passend

aanbod gevonden.

- ApriVmei 2002: start inkoop extra kindopvangplaatsen voor oudkomers én uitbreiding plaatsen

nieuwkomers

2. Inspanningen die bijdragen aan een 'Betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.

- Medio 2002: toepassen van instrumenten voor vraagbepaling volwasseneducatie moet in

toenemende mate leiden tot heldere vragen aan ketenpartners.

- In 2002: Actief op zoek naar aanbidders van duale trajecten (ook voor opvoeders).

- Uitval wordt actief bestreden. In de programma-aanpak van het projectteam worden

inspanningen benoemd om hieraan invulling te geven.

3. Inspanningen die bijdragen aan een 'Betere interne- en externe communicatie en organisatie'.

- Eind 2001: start van het verbeterproces middels het Integraal Project lnburgering Heimond, met

ondersteuning vanuit Twynstra Gudde, in het kader van het professionaliseringstraject

projectmatig werken.

- Februari 2002: collegespecial en overdrachtsdossier ten behoeve van nieuw college gericht op

het agenderen van inburgering na de verkiezingen.

- In 2002: diverse communicatie-activiteiten in het kader van het project inburgering. Onder meer

in april een voorlichtingsbijeenkomst voor ketenpartners, in mei de eerste uitgave van onze

nieuwsbrief inburgering (ook aan de colleges van regiogemeenten aangeboden en afgedrukt in

het personeelsblad van de gemeente), aandacht voor de intensivering van het

inburgeringbeleid in het stadsmagazine (in het bijzonder gericht op de opvoeders).

- Mei 2002: Regiespel met de raadscommissie Samenleving en Economie om betrokkenheid bij

het project inburgering te genereren.

- Januari 2002: Het aanstellen van een 'regioseur volwasseneducatie'. Opdracht: tot stand

brengen van professionele inkoop van educatie op basis van vraagbepaiing.

4. Inspanningen die bijdragen aan meerdere prestaties.

- Medio 2001: Afronding onderzoek vraagbepaling'volwasseneducatie en inburgering' (bureau

AgbN)

- Maart 2002: Start aanschaf van de oudkomermoduie van IMWIN

- In 2002: regelmatig contact met het ROC met betrekking tot de wachtlijsten

- In 2002: De actieve deelname aan twee ontwikkeltrajecten van de Taskforce lnburgering

(inkoop en regie)

Kosten

Regelingen op Hetmond van toepassing: de bijdrageregeling Sociale Integratie en Veiligheid G25

(inclusief de additionele bijdrageregeling naar aanleiding van de motie Melkert) en de regeling

Aanvullende Bijdrage Oudkomers G54.

Beschikbaar budget voor Hetmond via de drie regelingen: E 1.584.427,- (inclusief éénmalige bijdrage

van E 22.689,-). Alle regelingen dragen bij aan het bereiken van de prestaties zoals beschreven.

Organisatiekosten:

E 249.580,- Kosten van extra capaciteitsinzet bij afdeling sociale zaken in 2002 en 2003..

E 25.000,- Aanschaf oudkomermoduie IMWIN + ondersteuning bij onder meer implementabe

E 200.000,- Realiseren verbeteragenda middels project inburgering (inclusief communicatie-

. activiteiten) en uitvoeren tussentijdse verbeterinitiatieven.

E 101.447,- Overige kosten zoals onder meer accountantcontroles

Programmakosten:

E 600.000,- Voor (mede-)financiering van producten/trajecten voor werklozen en opvoeders bij

Atiant, KLIQ, ROC, vrijwilligerscentrale en andere aanbidders en via

projectfinanciering.

- Circa E 500.000,- voor de (mede-)financiering van ten minste 80 trajecten voor

uitkeringsgerechtigde oudkomers (minimaal E 6500 per traject).

- Circa E 1 00. 000,- voor de (mede-)financiering van ten minste 40 trajecten voor

oudkomers met opvoedkundige taken (minimaal E 3000 per traject).

E 408.400,- Voor de financiering van 36 kindopvangplaatsen voor oudkomers (werklozen en

opvoeders) in 2002 en 2003 (circa 1 1. 344 per full-time plaats per jaar).

In de verwachting u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Minuut

Hoogachtend,

Het college van..burgemeester en wethouders

van de G eente Heimond

Gemeentesecretaris

n Mr. A.C.J.M. de Kroon

do

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum

12 juni 2002

Ons kenmerk

C]M2002199597

Onderdeel

Gemeente Hetmond Direche Coördinade

lntegraüebeleid

Coltége van Burgemeester en Wethouders Minderheden

Postbus 232

5700 AE Heimond GEMEENTE Inlichtingen

CI.nr.: - /. A.M. Loots

Datum: por@ T (070) 426 7152

25JUN2002 @Ac F (070) 426 7638

m

Afd./Buro Uw kenmerk

Onderwerp 1-7k SFJSW/mvt

lad

Aanvullend meerjarig plan Regeling aanvullende van 2

bijdrage inburgering oudkomers 54 gemeenten Aantal bijlagen

Bezoekadms

Schedeldoekshaven 200

2511 EZ Den Haag

Postadres

Postbus 20011

2,5c,0 EA Den Haag

Op 30 november 2001 trad de Regeling aanvullende bijdrage inburgering oudkomers

54 gemeenten in werking (Staatscourant 28 november 2001, nr. 231). Doelstelling

van deze regeling is een intensivering van de uitvoering van het gemeentelijk beleid

ter verbetering van de inburgering van oudkomers. Om een bijdrage te ontvangen,

heeft uw gemeente aan de minister voor Grote Steden- en fntegratiebeleid een

aanvullend meerjarig plan met betrekking tot het gemeentelijk oudkomersbeleid

voorgelegd. Na beoordeling is gebleken dat het aanvullend meerjarig plan van uw

gemeente aan de in de regeling gestelde voorwaarden voldoet. Derhalve komt uw

gemeente in aanmerking voor een aanvullende bijdrage ter hoogte van het in de

regeling vastgelegde bedrag (Staatscourant 19 december 2001, nr. 246).

Aan ontvangst van de aanvullende bijdrage is de voorwaarde verbonden, dat u

de prestatiegegevens met betrekking tot het gevoerde oudkomersbeleid

aanievert via de monitor oudkomers. Voorts dient u uiterlijk 1 oktober 2004 aan

de minister voor Grote Steden- en lntegratiebeleid verslag uit te brengen over

besteding van zowel de aanvullende bijdrage als van de oorspronkelijke

middelen. De trajecten die met deze middelen bekostigd worden, kunnen echter

doorlopen tot 31 juli 2004, wanneer het schooljaar 2003-2004 is beëindigd. In het

accountantsprotocol dat binnenkort naar u toegezonden wordt zullen meer

richtlijnen over de financiële verantwoording opgenomen worden.

Datum

12 juni 2002

Ons kenmerk

C1M200Z199597

Blad

Ik wens u veel succes bij de tenuitvoerlegging van uw plan. 2 van 2

DE MINISTER VOOR GROTE STEDEN- EN INTEGRATIEBELEID,

Voor deze,

DE DIRECTEUR COÖRDINATIE INTEGRATIEBELEID MINDERHEDEN,

M.L. Haimé

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

V@ V4-

"0 W

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum

t..%. 7 december 2001

Ons kenmerk

C1M2001199597

Onderdeel

Het College van Burgemeester en WethGuders~-- DGOBICIM

de gemeente Heimond

Inlichtingen

Postbus 950

i Tr. W.S. Groenendijk

5700 AZ Heimond T (070) 426 8003

F (070) 426 7638

Uw kenmerk

Blad

Onderwerp 1 van 5

Regeling aanvullende bijdrage inburgering Aantal bijlagen

oudkomers 54 gemeenten 3

Bezoekadres

Schedeldoekshaven 200

2511 EZ Den Haag

Geacht college, Postadres

Postbus 20011

Hierbij deel ik u mede dat uw gemeente in aanmerking komt voor een bijdrage 2500 EA Den Haag

van fl. 504.678,- per jaar in 2001, 2002 en 2003 en een extra eenmalig bedrag

van fl. 50. 000,- in het jaar 2001. De bijdragen worden verstrekt in het kader van

de Regeling aanvullende bijdrage inburgering oudkomers 54 gemeenten, die als

bijlage 1 aan deze brief is toegevoegd. Deze regeling is van toepassing op de 54

gemeenten die ook nu al een bijdrage ontvangen voor het ontwikkelen en

uitvoeren van een inburgeringsbeleid ingevolge een van de drie volgende

bijdrageregelingen: de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25, de

Bijdrageregeling inburgering oudkomers (17 gemeenten) of de Bijdrageregeiing

inburgering oudkomers 12 gemeenten. De aanvullende bijdrage is bedoeld voor

de intensivering van de uitvoering van het gemeentelijk beleid ter verbetering van

de inburgering van oudkomers, zoals eerder dit jaar aangekondigd in de notitie

oudkomers (Kamerstuk 2000-2001, 27083, nummer 17). De bedragen per

gemeente voor de jaren 2001, 2002 en 2003 staan in de bijlage bij de regeling.

Aanvullend meewarig plan

Aan de planning en verantwoording worden eisen gesteld die aansluiten op de

eerdere bijdrageregelingen. De aanvullende bijdrage wordt aan de gemeente

verstrekt onder de voorwaarde dat het gemeentebestuur de minister voor Grote

Steden- en lntegratiebeleid uiterlijk 1 april 2002 een aanvullend meerjarig plan

voorlegt. In dit plan moet een samenstel van maatregelen zijn opgenomen ter

bevordering van de deelname aan en afronding van programma's voor de

beheersing van de Nederlandse taal door werklozen en opvoeders uit de groep

oudkomers die in een maatschappelijke achterstandssituatie verkeren.

Het aanvullend meerjarig plan dient cumulatief aan het oorspronkelijke meerjarig

plan of het meerjarig ontwikkelplan, dat het gemeentebestuur eerder op grond

van een van de bijdrageregelingen aan de minister heeft voorgelegd, te worden

opgesteld.

Datum

7 december 2001

Ons kenmerk

C1M2001199597

Blad

Het gemeentebestuur geeft hierbij aan op welke wijze de aanvullende 2 van 5

maatregelen aansluiten op de maatregelen zoals die zijn neergelegd in het

oorspronkelijke plan. Ten aanzien van de inhoud van dit aanvullende plan en de

wijze waarop moet worden aangesloten op het bestaande plan wordt verwezen

naar de regeling zelf.

Financiële verantwoording

De financiële verantwoording in het kader van de aanvullende regeling dient deel

uit te maken van het financieel verslag dat de gemeente op grond van een van de

eerdergenoemde bijdrageregelingen uiterlijk op 1 oktober 2004 aan de minister

dient uit te brengen. In dit verslag dient dus zowel de besteding van de middelen

ten behoeve van oudkomersbeleid, die zijn verstrekt op basis van een eerdere

bijdrageregeling, als de besteding van de nieuwe middelen in het kader van deze

aanvullende regeling te worden verantwoord.

Programmaltraject

In de regeling wordt een aanbod van voorzieningen ter verbetering van de

inburgering van een oudkomer aangeduid met de term 'programma'. In

verschillende eerdere overheidsdocumenten en ook in de uitvoeringspraktijk

wordt in plaats van deze term vaak het begrip '(inburgerings)traject', gebruikt.

Om zoveel als mogelijk aan te sluiten op de Wet lnburgering Nieuwkomers wordt

in de voorliggende regeling de term 'programma' gehanteerd.

Nieuwe elementen

In het kader van de Regeling aanvullende bijdrage inburgering oudkomers 54

gemeenten zijn ook enkele nieuwe elementen aan de orde:

- de verplichting van gemeenten om informatie te verstrekken in het kader van

de monitor oudkomers BZK-regelingen;

- de ontwikkeling in de richting van een outputfinancieringsmodel;

- de aanwijzing van het inburgeringsbeleid voor oudkomers als groot project;

- de verplichting van de gemeente om individuele afspraken tussen de

gemeente en de oudkomer in een overeenkomst vast te leggen.

Hieronder volgt een korte toelichting op de genoemde elementen.

Monitor oudkomers BZK-regelingen

De regeling verplicht de gemeenten om tweemaal per jaar de monitor oudkomers

BZK-regelingen in te vullen. Het gaat hierbij om een monitor die met ingang van

2002 zal worden gebruikt en betrekking heeft op alle regelingen ten aanzien van de

inburgering van oudkomers. In deze monitor zullen prestatiegegevens en algemene

informatie over de inburgering van budkomers worden gevraagd.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum

7 december 2001

Ons kenmerk

C1M2001199597

Blad

Uiteraard ben ik mij ervan bewust dat het uw gemeente tijd en geld zal kosten om 3 van 5

de monitor correct in te vullen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties heeft inmiddels een opdracht verstrekt om hiervoor een

hulpmiddel te ontwerpen en te implementeren. Hierbij zijn enkele gemeenten

betrokken en zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de

gebruiksvhendelijkheid van de invoer. Volgens planning zal de elektronische

versie medio februari 2002 beschikbaar zijn. Het Rijk zal zorgdragen voor

begeleiding bij zowel de implementatie als het eerste gebruik van deze monitor.

De gegevens van de monitor oudkomers BZK-regelingen worden elektronisch

verzameld en verwerkt.

Om halfjaarlijks te rapporteren over het oudkomersbeleid zal het

gemeentebestuur extra kosten moeten maken. Daarom wordt aan het

gemeentebestuur voor het nemen van dergelijke maatregelen nog in 2001 naast

de aanvullende bijdrage een eenmalig bedrag van fl. 50.000,- verstrekt. Als

bijlage 1 1 bij deze brief treft u de monitor oudkomers BZK-regelingen voor het jaar

2002 aan. In deze papieren versie worden de methodiek en inhoud van deze

monitor weergegeven. Zoals aangegeven wordt thans gewerkt aan de

elektronische vorm van de monitor.

Op weg naar outputfinanciering

Het kabinet heeft de aanvullende middelen beschikbaar gesteld onder de

voorwaarde dat een sterkere koppeling wordt aangebracht tussen de prestaties

van het oudkomersbeleid en de financiering door het Rijk. In het kader van de

eerdere bijdrageregelingen voor oudkomers, die eindigen op 31 december 2003,

worden de gemeenten afgerekend op de besteding van het geld en niet op de

prestaties betreffende het gemeentelijke oudkomersbeleid. Dit geldt ook voor de

bijgaande nieuwe regeling, die gelijk met de eerdere bijdrageregelingen zal

aflopen. Daarna zal de financieringsstructuur voor het gemeentelijk

inburgeringsbeleid voor oudkomers, naar verwachting, zijn geënt op een vorm

van outputfinanciering.

Vooruitlopend hierop zullen de gemeenten informatie gaan verstrekken over hun

prestaties, vooralsnog zonder dat hier daadwerkelijk op zal worden afgerekend.

Deze informatie zal worden verzameld door middel van het invullen van de

bovengenoemde monitor oudkomers BZK-regelingen, waarin de volgende

prestatiegegevens worden gevraagd:

a. het aantal oudkomers dat een programma start;

b. het aantal oudkomers dat een programma afrondt;

c. het aantal oudkomers dat een programma voortijdig beëindigt en

d. het taainiveau dat de oudkomer bij de afronding van een programma heeft

behaald ten opzichte van het taainiveau bij de start van dat programma.

MinisUrie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum

7 december 2001

Ons kenmerk

C]M2001199597

Blad

Voor oudkomers, behorend tot de groep werklozen, wordt daarnaast het aantal 4 van 5

oudkomers gevraagd dat na de afronding van een programma arbeid verricht of

gestart is met een vervolgopleiding.

Groot project status

De Tweede Kamer heeft besloten om het oudkomersbeleid aan te wijzen als groot

project. Dit houdt in dat Tweede Kamer het belang van dit beleid dermate groot acht

dat zij het nauwgezet wenst te volgen. De consequentie is dat periodiek aan de

Tweede Kamer moet worden gerapporteerd. Daarom zal ik de komende jaren

driemaal per jaar aan de Tweede Kamer rapporteren over de voortgang en de

resultaten van dit beleid. In een brief die ik recentelijk, mede namens de andere

betrokken bewindslieden, aan de Tweede Kamer, heb gezonden wordt aangegeven

op welke wijze de gevraagde informatie zal worden verzameld en verstrekt. Deze

brief is toegevoegd als bijlage lii.

Voor twee van die drie genoemde rapportages is informatie nodig die is

opgenomen in de monitor oudkomers BZK-regelingen.

Daarnaast zal ten behoeve van het groot project de Taskforce lnburgering extra

informatie verzamelen over de 'state of the art' op het gebied van inburgering en

zal opnieuw periodiek wachtlijstonderzoek worden uitgevoerd. Door de gekozen

benadering zal het beroep dat op de gemeenten wordt gedaan binnen het kader

van de status van groot project zo beperkt mogelijk zijn.

De monitor oudkomers BZK-regelingen zal dan ook worden gebruikt om deze

informatie te verzamelen. Voor de informatievoorziening aan de Tweede kamer is

het noodzakelijk dat u zich stipt houdt aan de in de regeling vastgelegde

verplichting ten aanzien van de monitor oudkomers BZK-regelingen en de in de

regeling genoemde termijnen. De ingevulde monitor moet, overeenkomstig de

wens van de Tweede Kamer, worden voorzien van een accountantsverklaring.

Overeenkomst met de oudkomer

De regeling verplicht de gemeenten ertoe om met ingang van 1 januari 2002 een

overeenkomst af te sluiten met de oudkomer die op grond van een eerdere

regeling of deze regeling een programma start.

In deze overeenkomst worden de samenstelling van het programma en de

wederzijdse rechten en verplichtingen inzake het aanbieden en volgen van het

programma eenduidig vastgelegd. Dit is nodig om vast te kunnen stellen of een

programma succesvol is afgerond en derhalve een noodzakelijke voorwaarde om

informatie te kunnen verzamelen over prestatie-indicatoren.

Ministede van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum

7 december 2001

Ons kenmerk

C1M2001199597

Blad

In deze overeenkomst moet in ieder geval worden opgenomen: 5 van 5

a. de elementen van het programma dat het gemeentebestuur de oudkomer

aanbiedt;

b. de verplichtingen van het gemeentebestuur;

c. de verplichtingen van de oudkomer;

d. de informatieoverdracht tussen het gemeentebestuur, de betrokken

instellingen en de oudkomer over de voortgang van die oudkomer in het

programma en

e. de gevolgen van het niet-nakomen van de overeenkomst door de oudkomer.

In verband met dit laatste punt wordt met name op de mogelijkheid gewezen om

positieve of negatieve incentives te hanteren. Hierbij wordt onder andere gedacht

aan het vergoeden van extra kosten, die normaliter voor rekening van de

oudkomer zouden komen, bij afronding van het programma of aan het heffen van

een b.orgsom die niet wordt teruggestort als de oudkomer zijn verplichtingen niet

nakomt.

Voor het vastleggen van de rechten en verplichtingen van de gemeente en de

oudkomer wordt door het ministerie van BZK aan de gemeenten een

modelovereenkomst verstrekt. Deze wordt meegezonden met de stukken voor

het bestuurlijk overleg G54 van 17 december a.s. en zal aldaar worden

besproken. Het gemeentebestuur kan de modelovereenkomst gebruiken bij het

opstellen van de overeenkomst met de oudkomer, welke zoveel als mogelijk

moet zijn toegesneden op de situatie van de oudkomer.

Vragen

De accountmanagers van de Taskforce lnburgering zullen de gemeenten

begeleiden bij het invullen van de monitor en beschikbaar zijn voor het

beantwoorden van vragen. Tenslotte kan ik u meedelen dat de Helpdesk

]nburgering van het informatiecentrum onderwijs (ICO), die tot op heden alleen

gericht was op nieuwkomers, in de toekomst ook vragen over oudkomers zal

gaan beantwoorden. Dit betekent dat u zich vanaf heden met vragen over deze

regeling en de monitor kunt richten tot de Helpdesk lnburgering (079-3234000).

Ik wens u veel succes bij de intensivering van uw oudkomersbeleid.

DE MINISTER VOOR GROTE STEDEN- EN INTEGRATIEBELEID,

voor deze,

de directeur Coördinatie lntegratiebeieid Minderheden,

M.L. Haimé

MinisUrie van Binnenlandse Zaken en Koninkrl'jksrelaties

Uw Reactie
Uw Reactie