• Bestuur
  • Raadsnotulen 14 juni 2001

Raadsnotulen 14 juni 2001

Documentdatum 14-06-2001
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsnotulen
Samenvatting

NOTULEN

ZEVENDE vergadering van de raad der gemeente Heknond, gehouden op donderdag 14 juni 2001 des

middags om vijf uur.

Bij aanvang der veriaderini, zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, C.J. Bethlehem, H.P.M. de

Bruijn, J.F.C. Dainen, drs. S. Ferwerda, J.L. Heuraat, drs. E.R.M. Hesen, R.A.C. van Heugten,

mevrouw B.M. Houthooft-Stockx, mevrouw M.M. Jonkers-Goedhart, mevrouw J.S.A.M. Jurrius-

Hakvoort, G.T.H. Klaus, W. Klerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw A. Meinardi, S.

Mokadim, T.J. van Mullekom, M. Naoum, drs. G.B. Praasterink, drs. S.H. Prinsen, J.L.C. van Rest,

M.P.J. Rieter, J.H.J.M. Roefs, L.M.M. Sn-dts, A. Spruijt, T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, A.F.H.

Wijnen, S.H. Yeyden en R.A.L. van der Zanden.

Later ter vergadering komen de leden: drs. W.M.H. Dams en P.G.M. Tielemans.

Afwezig zijn de leden: L.T.J. Fransen en J.N.M. van Rooij.

VOORZITTER: mr. W.J.B.M. van Elk, burgemeester.

SECRETARIS- A.A.M. Mameffe (loco-secretaris).

De VOORZITTER opent de vergadering.

1 .Aanwiizinz van een lid als bedoeld in artikel 16 van het Reelement van Orde 1997.

De VOORZITTER trekt nummer 10, zodat eventuele hoofdelijke stenuningen zullen aanvangen bij

het lid Yeyden.

2. Voorstel tot vaststelling van de Voorjaarsnota 2001 (bijlage nr. 143)

1 . In te stennnen met de 'm deze Vooijaarsnota opgenomen toetsingscriteria, inclusief de ~ciële

spelregels, en deze toe te passen bij' deze nota en bij de opstelling van de begroting 2002;

2. Conform bestaand beleid voor de onroerendezaakbelastingen en de overige gemeentelijke belastingen

voor het jaar 2002 een inflatiecorrectie toe te passen van 4 %;

3. CoinforTn bestaand beleid voor de te heffen leges voor 2002 een inflatiecorrectie toe te passen van 4%;

4. Hierbij het uitgangspunt te hanteren dat zowel de afvalstoffenheffmg als het rioolrecht kostendekken

blijven;

5. Te besluiten tot verhoging van de grondprijzen bij de behandeling van de begroting 2002 en in het

kader van deze Voorjaarsnota vooruitlopend daarop een extra afdracht te ramen van f 17 miljoen en

deze in te zetten ten behoeve van het Investefingsprogr=m 2002-2005;

6. Kennis te nemen van het geschetste begrotingsperspectief en in te stemmen met de voorgestelde acties

om te komen tot een sluitende begroting 2002;

7. In principe in te stennnen met het concept-investeringsprogramma 2002-2005, waarvan de definitieve

vaststelling plaats zal vinden bij de behandeling van de begroting 2002.

Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Ook dit jaar vindt de CDA-fractie dat u er weer 'm

geslaagd bent om op een heldere en duidelijke wijze de Voorjaarsnota te presenteren. Wij zullen trachten

in die zelfde lijn onze bijdrage te verwoorden, ons daarbij zoveel mogelijk beperkend tot de hoofdlijnen.

Bij de gehanteerde politieke speerpunten zijn aan de reeds bestaande speerpunten Binnenstad-Oost,

eentrumontwikkeling, bereikbaarheid, Brandevoort en veiligheid, de punten onderwijs en, pro memorie,

Kenniswijk toegevoegd.

Als we kijken naar het onderwijs, dan stelt u naar onze mening terecht voor om middels een forse

financiële inspann'mg de knelpunten ten aanzien van onderhoud, reguliere huisvestingsbehoeften alsmede

klassenverkleining en het toepassen van de VNG-indexering aan te pakken. Dat de jaarschijfsystematiek

in de huidige verordening een blokkade vormt om met langharige planningen en fmancieringsopties te

werken, dient te worden ondervangen door adequate afspraken met het gezamenlijke onderwijsveld. Naar

-2-14 juni 2001.

de mening van de CDA-fractie zal dit tevens een goede basis vonnen om met het gezamenlijke

onderwijsveld de mogelijkheden van het verder delegeren van huisvestingsverantwoordelijkheden met de

daarbijbehorende middelen, uit te kunnen werken. Het is in dit verband wrang te constateren dat juist

Hebnond door de herverdeling van de algemene uitkering structureel voor f 160.000,-- wordt gekort op

de onderwijshuisvestingsmiddelen. Een onbegrijpelijke dwaling van het paarse kabinet.

Ten aanzien van het speerpunt Binnenstad-Oost heeft de CDA-ftactie wel enige zorgen. Niet zo

zeer om de gecreëerde financiële ruimte. Immers, in het meerjarenprogramma stadsvernieuwing is deze

voor ruim f 22 miljoen aanwezig, terwijl in het 'mvesteringsprogramma voor ruhn f 23 miljoen is

opgenomen voor o.a. wijkacconnnodatie, parkeervoorziening, openbare ruhnte in herstrue-

tureringsgebied, etc. Nee, onze zorgen richten zich vooral op het planvormings- en besluitvormings-

proces. En ondanks dat we er als gemeente tot dusver al zo'n f 3,5 miljoen aan hebben uitgegeven,

waarvan bijna f 1 miljoen aan externe ondersteuning, wil de schwung er maar niet in komen. Wij

beseffen als CDA-fractie terdege de complexiteit van het herstructureringsproces. Dat willen wij ook niet

onderschatten: het lijkt soms alsof je over een pad van drijfzand moet lopen. Maar toch willen wij het

college vragen om zich de komende maanden nog eens te beraden op de effectiviteit van de inspannmgen

en de inzet van onze middelen. Wij vrezen anders op termijn onnodige tekorten, omdat de gereserveerde

gelden dan te veel, en ongemerkt, als zand tussen onze vingers wegglijden.

Als het gaat over de centrwnontwikkelingen, willen wij als CDA-fractie bij de invulling van de

kunst- en cultuurcluster nog eens de noodzaak voor de herhuisvesting van het kunstencentrum onder de

aandacht brengen. Wij gaan ervan uit dat deze met prioriteit in de planning is opgenomen.

Bij het speerpunt bereikbaarheid willen wij met name de relatie leggen met de reserve infra-

structurele werken. Ook hierbij maken wij ons als CDA-fractie enige zorgen. Wij zien dat de negatieve

stand van deze reserve twee dingen duidelijk maakt: enerzijds de noodzaak tot het binnenkrijgen van de

voorgefmancierde subsidie op de Brandevoortsedreef en anderzijds de uiterst beperkte investeringsruiinte

voor de stedelijke infrastructuur. In dat opzicht willen wij uw mem'ng vragen omtrent de

reconstructieplannen van, en aansluitend aan, de Hoofdstraat in 't Hout. In het huidige

investeringsprogrannna is voor de jaarschijf 2001 in totaal f 5,2 miljoen hiervoor opgenomen, en voor

volgend jaar f 800.000,--, samen f 6 miljoen Wij hebben echter vernomen dat de tot dusver gemaakte

plannen een ruimer budget vergen. Heeft het college al voorzien hoe hiermee om te gaan in relatie tot de

negatieve stand van de reserve infrastructurele werken? Worden bijvoorbeeld ook mogelijkheden via het

riolerings- en herstratingprogramma overwogen, omdat er ook sprake is van venn'euw'mg van rioler'mg

en vermijden van onderhoud?

Geluklág zien wij als CDA-fractie dat de aandacht voor de fietser en het openbaar vervoer, onder

andere het station Brandevoort, is gebleven.

Dat sluit aan bij volgende speerpunt: Brandevoort. U geeft in de Voorjaarsnota aan dat de

realisatie van het multifunctionele centrwn in De Veste fmmcieel irezien is doorgeschoven naar de jaren

2004 en 2005. Wij willen u daarbij twee vragen stellen. 1. Zijn uw overwegingen uitsluitend gebaseerd

op fmanciële ruimte in het investeringsprogramma, of zijn er nog andere overwegingen? 2. Is er al een

volledig beeld van alle knelpunten die hiermee kunnen ontstaan? Dat laatste vragen wij vooral vanuit de

gedachte dat, wanneer je in tijdelijke maatregelen moet investeren, je de kosten daarvan moet afwegen

tegen de noodzaak tot uitstel en je daarmee de effectiviteit van deze extra kosten 'm tijdelijke

voorzieningen moet wegen.

Verder lezen wij uit de toelichting dat er gedacht wordt om in het multifunctioneel centrum ook

een gezondheidscentrwn onder te brengen. U weet dat wij als CDA reeds diverse malen aandacht hebben

gevraagd voor het gemeentelijke gezondheidsbeleid en de mogelijkheden die gemeenten hebben om de

invulling van een adequate gezondheidszorg te ondersteunen. Wij vinden het een must dat er een

gezondheidscentrum wordt gerealiseerd en willen u dan ook vragen dit defnütief in uw programmering

op te nemen. Dit biedt ook houvast voor eventueel particulier initiatief. Overigens zijn m andere Vinex-

locaties in Nederland vrijwel overal gezondheidscentra ingepast. Het zou afbreuk doen aan de kwaliteit

van Brandevoort als we dat hier zouden nalaten.

Tot zover onze opmerkingen ten aanzien van de speerpunten. In zijn algemeenheid kun je zeggen

dat, als je kijkt naar het totale investeringsvoluine in het conceptinvesteringsprogramma van zo'n f 50 á

60 miljoen per jaar, in 2002 ruim eenderde deel van de middelen aan deze speerpunten besteed wordt, in

2003 ruim de helft en in de jaren 2004 en 2005 circa tweederde deel. Als vervolg op de Kernstadsvisie

-3~14 juni 2001.

en het maken van een meerjarenontwikkelings . dat wat ons betreft een logische en

programma, is

bestendige lijn.

Voor wat de dekking van de speerpunten betreft, vindt de CDA-fractie dat er waardering kan

worden uitgesproken voor de wijze waarop met de Obragas-middelen is omgegaan. Want mocht het zo

zijn - en laten we hopen van niet - dat de opbrengst van de verkoop aandelen Obragas niet kan doorgaan

zoals we hebben voorzien, dan zijn de consequenties nog alleszins overzienbaar. Weliswaar zal voor de

meerjarenplanning een bijstelling moeten plaatsvinden, maar voor de korte termijn blijft alles intact.

Deze behoedzame aanpak kan onze goedkeuring dan ook volledig wegdragen.

In dezelfde lijn wijzen wij, evenals het college, een mogelijke crossborder leasing van het

rioleringstelsel als veel te risicovol van de hand.

In het hoofdstuk over het tarievenbeleid stelt u voor om op het tarief onroerendezaakbelasting

(OZB) een hfflatiecorrectie van 4% toe te passen. Evenals andere jaren kunnen wij instennnen met het

compenseren van de geldontwaarding, maar bij de mate waarin dat kan, willen wij enkele opmerkingen

maken. Ten eerste vindt de CDA-fractie dat we als Hehnond niet op een eiland leven. Net zoals we de

grondprijzen vergelijken met die in omliggende gemeenten en regio's, kunnen wij dat ook voor de

woonlasten doen. Wij hebben kunnen constateren dat Hehnond een relatief hoog OZB-tarief kent in

verhouding tot de regio. Een tweede punt is dat wij als CDA vinden dat we ervoor moeten waken dat wij

niet zelf, door het verhogen van de woonlasten, mede als aanjager van de inflatie ftingeren. Om die

redenen zijn wij huiverig om een volledige inflatiecorrectie op de OZB-tarieven toe te passen. Bovendien

kenden we de afgelopen jaren een sterke economische groei, maar de vooruitzichten zijn nu veel

gematigder. Wij willen dan ook de suggestie meegeven dat het college bij de begrotingsvoorbereiding

tracht de inflatiecorrectie op de OZB af te toppen, in ieder geval voor het komende jaar. Wat ons betreft

kan bijvoorbeeld het saldo van de jaarrekening, dat nu in het investeringsprogra=a is voorzien als

dekking van o.a. een ijsbaan, gebruikt worden om begrotingsruimte te creëren.

In de paragraaf over de afvalstoffenheffw kondigt u aan dat rekening gehouden moet worden met

een verhoging van de inzainelkosten met f 50,-- per aansluiting vanwege de invoering van een

diftarsysteem. De CDA-fractie vindt dat uitgangspunt voor het invoeren van een diftarsysteem moet zijn

dat burgers beloond worden voor goed gedrag en extra betalen voor een slecht gedrag voor wat het

aanbieden van afval betreft. Maar gemiddeld gezien zou het effect op z'n minst kostenneutraal moeten

zijn, anders wordt het voor burgers een onbegrijpelijk verhaal. Met andere woorden: de kosten van diftar

moeten door het systeem terugverdiend kunnen worden. Met die insteek zullen wij uw voorstellen en

mogelijke alternatieven beoordelen. Het moge duidelijk zijn dat wij, in het licht van het voorgaande

betoog over woonlasten, moeite hebben met een verhoging van de afvalstoffenheffmg van ruim 10%.

Op het wel of niet aanpassen van de grondprijzen zijn wij verleden jaar al uitvoerig ingegaan. Wij

kunnen instenunen met het voorgestelde beleid.

Dan kom ik aan het conceptinvesteringsprogramma. In ons betoog tot dusverre hebben wij al bij

een aantal posten kanttekeningen geplaatst. Als CDA-fractie willen wij daar nog het volgende aan

toevoegen.

Voor een facility-point op het BZOB is f 2 miljoen opgenomen, te dekken uit het grondbedrijf. Nu

de dekking via Stirea/Stimulus is vervallen, vervalt voor ons ook op dit moment de prioriteit voor deze

investering. Gelet op de stand van de reserve infrastructurele werken, zien wij deze middelen liever

achter de hand gehouden voor extra inzet in dit fonds, ter dekking van investeringen in bereikbaarheid.

Onder de post gezondheidszorg stelt u voor om f 75.000,-- bij te dragen in de invester'mg 'm een

islamitische begraafplaats. Naar de opvatting van de CDA-fractie dienen geloofsgebonden be-

graafplaatsen te worden gefinancierd door de betreffende geloofsgemeenschappen zelf en dient de rol van

de gemeente zich te beperken tot het mogelijk meewerken aan een realisatie 'm de voorwaar-

denscheppende sfeer, bijvoorbeeld de inpass'mg in het bestenuningsplan.

Wij hebben kennis genomen van de notitie met betrekking tot de afdeling beheer gemeentelijke

gebouwen. Na aanvankelijk wat vraagtekens omtrent de gehanteerde uitleg over de onder-

houdsvoorziening, kunnen wij achter uw beleid in deze staan. Als CDA-fractie hechten wij veel belang

aan een goed en doehnatig beheer van het gemeentelijk onroerend goed, waarbij het inzichtelijk is welke

kosten daannee gemoeid zijn en hoe deze worden afgedekt.

Tot slot, voorzitter. Wij hebben in april jl. ingestemd met uw voorstel om de uitbreiding van de

ambtelijke fonnatie alvast ter hand te nemen, vooruitlopend op nadere voorstellen bij de Voorjaarsnota

-4-14 iuni 2001.

1

ter volledige afdekking van de daannee gemoeide kosten. U presenteert deze dekking grotendeels als

taakstellend, te realiseren uit besparing op inhuur. De CDA-ftactie vindt dat u daarmee uzelf de

verplichting heeft opgelegd om enerzijds inzichtelijk te maken dat deze dekking wordt gerealiseerd en

anderzijds de uitbreiding in de pas te laten lopen met de besparingen. Wij wilden immers voorkomen dat

de fonuatie-uitbreiding een voldongen feit is, terwijl de dekking uiteindelijk structureel tekortschiet.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! De door het college aan de raad voorgelegde

Voorjaarsnota heeft een zeer zwak fundament, een fundament op drijfzand. lftnmers, als de verkoop van

Obragas om welke redenen dan ook anders zal verlopen dan is gepland, stort het hele bouwwerk als een

kaartenhuis in elkaar. Dan zullen de keuzes opnieuw gemaakt dienen te worden. Om dan maar direct

zo'n gevraagd piketpaaltje te slaan: de PvdA-fractie zal in die situatie blijven vasthouden aan de door ons

beoogde kwaliteit van Binnenstad-Oost met een nieuwe brede school evenals aan de bij de vaststelling

van het meerjarenontwikkelingsprogramma door de raad goedgekeurde en noodzakelijke

welzijnsinstellingen in die wijk, maar ook aan de kwaliteit van groen, wegen en andere openbare ruhnten

in de bestaande wijken.

Overigens, voor de brede school annex wijkhuis en het jongerencentrwn in Binnenstad-Oost heeft

u in het investeringsprogramma een bedrag opgenomen van f 17 miljoen. Is dat bedrag voldoende om

alles te realiseren? In het invester'mgsprogranima staat immers ten aanzien van de brede school ook

versneld "voor zover d iy gerealiseerd is." Hoeveel komt het college daar nog op tekort of is deze

zinsnede per ongeluk meegekopieerd uit het investerinp-,sdrogrannna van 2001?

Om maar direct met de bestaande wijken te beginnen: Hehnond-Noordoost heeft vorige week de

resultaten gepresenteerd van het Lensonderzoek. Ik mag hopen - en ik vraag nadrukkelijk om een reactie

van het college - dat het signaal dat prominent werd afgegeven, ook het college bereikt heeft. In

Hehnonds grootste wijk heeft men het gevoel dat voor de gemeente alleen nog maar Dierdonk en

Brandevoort tellen. Het college mag van mij aannemen dat dit gevoel er is in meer wijken van Rehnond.

Neem nu 't Hout, de reconstructie van de Hoofdstraat. Eerst heeft voon-nalig wethouder Jonkers zich

ennee bezig gehouden. Om de handen op elkaar te krijgen zijn er diverse toezeggingen gedaan.

Vervolgens is de huidige wethouder mevrouw Jonkers-Goedhart ennee aan de slag gegaan en tot slot is

de huidige wethouder stedelijk beheer ennee bezig. Na jaren van overleg is er vorige week een plan

gepresenteerd dat de nodige duiten kost. Onze vraag hierbij is: zijn er wel voldoende middelen om dit

plan te realiseren, gelet op het feit dat vorig jaar een bedrag van f 2 miljoen, dat aanvankelijk was

bestemd voor 't Hout naar Stiphout, is verhuisd?

Dat het college in eerdere jaren de reserve Berkendonk heeft leeggehaald, leidt nu tot finan-

cieringsproblemen in de exploitatiekosten van Berkendonk. De voor 2002 voorgestelde constructie kan op

ons fiat rekenen, maar wij zien wel graag meteen acties om deze reserve weer in voldoende mate

aangevuld te krijgen, zodat de recreatiemogelijkheden zoals wandelen, zwemmen, vliegeren e.d. bij deze

plas voor de Hehnondse bevolking mogelijk blijven, zonder dat er entree voor betaald dient te worden.

Voor de PvdA-fractie is het van essentieel belang dat ook na 2002 deze recreatieplas vrij toegankelijk

blijft.

Het college stelt wederom voor de grondprijzen aanzierflijk te verhogen. Onze fractie ziet deze

verhoging als een solidariteitsheffing voor het bouwen in het weiland, wat immers aanzienlijk een-

voudiger en goedkoper is dan bouwen in de bestaande stad. Ook de Tweede Kamer heeft onlangs

aangegeven dat men er serieus over denkt een extra heffmg voor het bouwen in het weiland in te voeren

ten behoeve van de herstructureringsgebieden.

Wat niet uit de Voorjaarsnota blijkt, is hoe het zit met de grondprijzen voor de woningbouw in de

sociale sector. Hierover graag wat meer informatie. Wij vinden het niet acceptabel dat ook deze verder

stijgen. Immers, de grondprijzen worden doorberekend in de huurprijs, hetgeen weer tot gevolg heeft dat

de nieuwe sociale-huurwoningen voor grote groepen onbereikbaar blijven.

Waar onze fractie zich overigens ernstige zorgen over maakt, is het steeds verder achterblijven van

de bouw van sociale-huurwoningen. Als we de jaarrekening over 2000 daarop nazien, had het college

gepland 50.000 vierkante meter grond voor het bouwen van sociale-huurwoningen te verkopen. Het

college is echter niet verder gekomen dan precies 2491 vierkante meter. Een absoluut dieptepunt, daar

het college een jaar eerder nog het drievoudige wist te realiseren. Onze fractie wil dan ook graag van het

college vernemen welk beleid het voorstaat om deze neerwaartse spiraal omhoog te buigen.

-5-14 juni 2001.

Wat wij in Hehnond al helemaal niet meer bouwen, zijn koopwoningen in de sociale sector. De

gedachte daarachter is dat kopers van eeri dergelijke woning binnen enkele jaren zoveel winst maken op

dit soort woningen, dat daannee maatschappelijk kapitaal verloren gaat. Onze fractie kan die

gedachtegang wel volgen, maar is het er niet mee eens. Er zijn immers voldoende mogelijkheden om het

maatschappelijke kapitaal te behouden. Zelfs de woonbond heeft daarvoor constructies bedacht. Zeker als

wij naar de overspannen woningmarkt kijken, waarin de doorstroming volledig stagneert, is het voor

starters niet meer mogelijk een eigen wooncarrière te starten in een koopwoning. Het realiseren op

strategische plaatsen van koopwoningen in de sociale sector, ook in de naoorlogse wijken, kan de

doorstroming weer op gang brengen. Wij vragen het college dan ook welk beleid het voornemens is voor

deze groep bewoners te gaan ontwikkelen.

Bij een nadere beschouwing van de investeringsplannen van de afgelopen jaren heeft het college

f 2 miljoen gevonden, die het nu opm'euw een - overigens andere - bestemming wil geven. Op ons

verzoek heeft het college ons een overzicht verstrekt van de herkomst van deze middelen. Daarover

enkele vragen. In het overzicht is versneld dat het college ruim 2 ton overheeft op onrendabele

fietsplannen.' Waarom is dat bedrag niet ingezet voor de fietsverbinding via het oude pad tussen

Rijpelberg en Dierdonk, dat vorig jaar uit het investeringsprogramma is geschrapt?

Een onbenut bedrag van f 150.000,-- voor natuur- en landschapsbeleid roept bij ons de vraag op

hoe hoog het college milieu op de agenda heeft staan.

Verbaasd zijn wij toch wel over een nieuw speerpunt dat deze Voorjaarsnota komt binnenrijden:

bereikbaarheid is van studie verheven tot speerpunt van beleid. De reden daarvan is waarschijnlijk dat het

college wederom een kwart miljoen nodig heeft voor aanvullend onderzoek. Onze fractie heeft de in het

kader van de studie Hoofdwegenstructuur zeven genoemde opties tegen het licht gehouden en is tot de

conclusie gekomen dat wat ons betreft alleen optie 8 tot de mogelijkheid zal behoren. Optie 8 is wat ons

betreft de onderwmeling van de Traverse met het gelijktijdig wegnemen van een aantal kruispunten en,

op terrnijn, mede gelet op de voorstellen van Minster De Vries inzake de herindeling, een Zuid-om via

Lungendonk. Wat de fractie van de PvdA betreft, hoeft er dus niet langer gestudeerd te worden, maar

lijkt het ons zinvol dat de raad tot besluitvonning komt en het college vervolgens gaat werken aan de

planvoorbereiding. Ik wü in dat kader nogmaals wijze op een bedrag van f 1 miljard dat op de

rijksbegroting bij het ministerie van VROM gereserveerd staat voor met name dit soort projecten in het

binnenstedelijk gebied.

Zeker een compliment aan het college zijn waard de voorstellen inzake de onderwijshuisvesting.

Onze fractie gaat ervan uit dat het college een zelfde solidariteit als met de onderwijshuisvesting betracht

bij andere majeure projecten. zoals Binnenstad-Oost. Onze fractie is er verheugd over dat het college

voor 2002 een bedrag van f 29 miljoen heeft vrijgemaakt om de ergste achterstanden in de

onderwijshuisvesting te verhelpen, hoewel ook wij weten dat daarmee nog niet alle problemen zijn

opgelost. Ook het kabinet zit wat dit punt betreft hopelijk niet stil. Het is zeker niet uitgesloten dat er nog

middelen via het rijk naar het gemeentefonds vloeien om huisvestingsproblemen in het onderwijs op te

lossen. Mocht dat het geval zijn, dan is onze fractie van mening dat deze middelen in eerste instantie

bovenop de reeds geplande middelen ingezet dienen te worden om de overgebleven problemen in het

onderwijs tot een oplossing te brengen. Voor wat de inzet van deze middelen betreft: het is van essentieel

belang dat inzichtelijk en accentabel wordt gemaakt welke school wanneer aan de beurt is en dat deze

structuur herkenbaar is.

Ook tot nieuw speerpunt is verheven de Kenniswijk. In het programma van onze partij hebben wij

enkele jaren geleden tot uitdrukking gebracht, dat het ontzettend belangrijk is dat onze bevolking ruime

mogelijkheden heeft om te blijven studeren en ook de mogelijkheid wordt aangeboden om kennis te

nemen van nieuwe ICT-mogelijkheden. Onze fractie staat dan ook achter het principe van Kenniswijk.

Wel maken w'ij' ons er ongerust over dat de middelen - volgens de laatste berichten f 100 miljoen van het

rijk - blijven steken bij toezeggingen van die kant. Wij vragen het college dan ook noa uiterst

terughoudend te zijn met investeringen in Kenniswijk, zolang het rijk de hand op de knip houdt.

Een vast punt bij de Voorjaarsnota behoort te zijn het tarievenbeleid. Net als voorgaande jaren

volgt het college met betrekking tot de OZB en de leges de afspraak die daarover gemaakt is in het

collegeconvenant, namelijk volgen van de inflatie. Wij kunnen daannee instemmen. Daarbij merkt onze

fractie wel nadrukkelijk op, dat 4% inflatiecorrectie wat ons betreft het maximum is. Het college moet

-6-14 juni 2001.

wat de PvdA-fractie betreft bij de begroting niet met een hoger percentage komen. Wij pinnen nu al deze

inflatiecorrectie vast op 4%.

Een ander verhaal is het voorschot dat het college neemt op de discussie rond de afvalstoffen-

heffmg i.c. diftar. Het college voorziet nu al een verhoging van f 50,-- per aansluiting. Voorzitter, op dit

punt loopt het college wat ons betreft iets te hard. Onze fractie wenst eerst de voorstellen op dit punt te

kunnen beoordelen. Pas als deze voorstellen leiden tot een meerwaarde voor het milieu, de burgers en de

netheid in onze stad, willen wij deze meerwaarde afzetten tegen de stijging van de kosten.

In de Voorjaarsnota besteedt het college veel aandacht aan het dekkingsvoorstel om een tekort van

in totaal f 5,6 miljoen structureel op te lossen. Dit bestaat onder andere uit een besparing op kosten

inkoop en aanbesteding. De eerste vraag die daarb'ij' in mij opkwam, was: als de gemeente daar nu f 1

miljoen kan bezuinigen, waarom is dat dan niet eerder gedaan? Ik geef het college ernstig in overweging

te beginnen met de post energie, gehoord hebbende van de abnonnale tariefst'ij'g'mgen van de huidige

leverancier Essent; tariefstijgingen waarbij de prijs voor het aansluiten van een lantaarnpaal in een jaar

het 100-voudige wordt. Overigens, als het soort prijsstijgingen dat nu aan de gemeente doorberekend

wordt, na liberalisering van de markt voor consumenten in 2004 ook gaan gelden voor de Essentldanten,

zullen de woonlasten voor grote groepen in onze samenleving onbetaalbaar worden.

Een ander voorstel ter dekking van het tekort is een bezu'nu'g'mgsoperatie over het gehele ge-

meentelijk terrein waarvoor het college f 1 miljoen inboekt. Natuurlijk, daar waar besparingen te halen

zijn, moet u dat zeker doen! Echter, de fonnulering die u kiest, laat alle opties open. En dat is nu net wat

wij niet willen. Een uitkomst zou bijvoorbeeld kunnen zijn f 1 miljoen bezuinigen op onderhoud van

groen en wegen. De PvdA-fractie wil het college derhalve alle ruimte geven om waar men kan

bezuinigen, maar een defnütief "ja" krijgt het college van onze fractie pas als wij de uitkomst van het

onderzoek kennen. Overigens merk ik hierbij op dat een bezuiniging ten koste van de kwaliteit van

bestaande wijken voor de PvdA-fractie niet bespreekbaar is.

In de Voorjaarsnota staat een samenvatting van het bedrijfsplan van de afdeling beheer ge-

meentelijke gebouwen. Het bedrijfsplan zelf is nog steeds niet aan de raad aangeboden. Wanneer kan de

raad nu eens kennis nemen van het ondememersplan? Het college mag best weten dat onze fractie zich

stoort aan een aantal zaken en het feit dat het college al bijna drie jaar achter elkaar toezegt het

bedrijfsplan aan te bieden aan de raad. Om wat concreter te zijn: de PvdA-fractie stoort zich met name

aan de trage gang van zaken. Neem nu het gebouw van Orion. Dat staat al geruhne tijd leeg. Waarom

niet slopen en tot herontwikkeling brengen? Graag een reactie hierop van het college.

Voorzitter, dan enkele opmerkingen over het investeringsprogramma. Het college maakt de keuze

om de wijk- annex schoolvoorziening in Brandevoort uit te stellen maar wil wel f 1 miljoen uittrekken

voor een tijdelijke voorziening, om vervolgens in 2004 toch te beginnen met de bouw van dit centrum.

De PvdA-fractie kan dit niet begrijpen. Op de eerste plaats is voor ons de vraag of het college met dit

voorstel het openbaar onderwijs wel een reële kans biedt. Voor onze fractie is een herhaling van de

situatie in Dierdonk niet aanvaardbaar. Op de tweede plaats kunt u voor de kosten die met de tijdelijke

voorziemng gemoeid zijn, b"na marktconfoim deze voorziemng voor twee jaar uit de markt halen.

Bovendien mochten wij van een marktpartij een brief ontvangen waarin z'ij' er op zijn minst gewag van

maakt dat zij bereid is voor wat de investeringen in deze voorziening betreft mee te willen denken en

financieren. De PvdA-fractie vraagt het college dan ook serieus met deze marktpartij te gaan praten en

bij de aanbieding van de begroting dit najaar daarvan verslag te doen.

Nieuw in het investeringprogramma is een verbinding van het Hatematerrein met het centrum.

Onze fractie ziet ook wel in dat bij de ontwikkeling van het Hatematerrein een dergelijke verbind'mg OP

termijn noodzakelijk is. Maar waarom worden de kosten van deze verbinding niet gedekt uit de

grondexploitatie van het Hatematerrein door de rechtspersoon die deze grond exploiteert? Die verbinding

wordt toch ten behoeve en ten gunste van dat terrein aangelegd? Is het dan niet logisch dat deze

voorziening uit de grondopbrengsten wordt betaald?

Ook nieuw in het investeringsprogramma is een aantal cosmetische maatregelen in de omgeving

Westende/Traverse. De kosten van de voorgestelde maatregelen vinden wij wel erg hoog, zeker in het

licht van het eerder door ons verwoorde standpunt inzake de Traverse. Onze fractie is bang dat de

cosmetische verander'mg van ruim 8 ton van slechts korte duur zal zijn, daar het moment waarop de

Traverse ondergronds zal gaan, in onze visie steeds dichterbij komt, zeker nu in de studie

-7-14 juni 2001.

1

Hoofdwegenstructuur niet één andere zffiffige oplossing is aangedragen. Wij vragen het college deze

investering nog eens goed tegen het licht te houden.

Een investering van f 2 miljoen voor een facility-point op het BZOB is wat onze fractie betreft ook

zo'n post waarbij wij ons hardop hebben afgevraagd of er nu echt geen marktpartij is die een dergelijke

voorziening wil verwezeiflijken en dus ook betalen. De PvdA-fractie ziet de middelen die met deze

investering zijn gemoeid, liever ingezet in de bestaande wijken.

In de Voorjaarsnota lezen wi ook nog een aantal gedachten van dit college waar we toch wat

vraagtekens bij zetten of vragen over hebben.

Een ijsbaan in ons centrum? Waar, wat, hoe? Afgestemd met BVR of komt het van BVR?

Een islamitisch kerkhop Is dat wettelijk verplicht? Nee, volgens in de conunissie ontvangen

informatie. Hoe zit het op dit punt met de scheiding tussen kerk en staat? Waarom komt het college met

een dergelijk voorstel? Is het niet zo dat wij ons hiennee op glad ijs begeven? De fmanciële lasten voor

een voorziening van een bepaalde geloofsrichting worden door de eigen geloofsgemeenschap gedragen,

in tegenstelling tot hetgeen gebeurt als het gaat om een openbaar kerkhof. Scheppen wij geen precedent

voor andere. groepen door als overheid middelen voor een islamitisch kerkhof beschikbaar te stellen?

Voor de duidelijkheid, voorzitter, voeg ik hieraan toe dat onze fractie niet van memng is dat er geen

voorzienmg dient te zijn voor het begraven van onze burgers met een islamitische geloof. Wij zien echter

veel meer in een oplossing waarbij een deel van een (openbaar) kerkhof wordt gereserveerd voor onze

islamitische medeburgers. En dat dit wellicht enige fmanciële middelen vergt, is vers twee, want ik wil

de raad toch nog even in herhmering brengen dat de gemeente indirect meebetaalt aan de bouw van de

Koninkrijkszaal in Brouwhuis, doordat de desbetreffende geloofsgemeenschap een verlaagde grondprijs

betaalt. Waarom heeft het college een eerder verzoek vanuit onze allochtone gemeenschap om

medewerking te geven aan een islamitisch slachthuis afgewezen? Het ligt meer in de lijn dat een overheid

daaraan meewerkt, eerder dan aan een islamitische begraafplaats. Los daarvan staat de vraag - maar wij

zijn wel nieuwsgierig naar het antwoord - waarom het punt van de door dit college in het convenaut

beschreven stedenband met een stad waar veel allochtone Hehnonders van afkomstig zijn, niet wordt

nagekomen.

Welke nieuwe beleidsvoornemens heeft het college op het gebied van sport en cultuur?

Wordt er beleid ontwikkeld om de bezettingsgraad van de sportvelden te verhogen?

In afwachting van de discussie rond de cultuurcluster is het wel een feit dat de zwakte in de

discussie rond 't Speelhuis lag bij het ontbreken van enig alternatief in afwachting van de vlakke-

vloerzaal. Veel vereifigingen en organisaties staan nu, als het gaat om het vinden van een geschikte

accommodatie, met de rug tegen de muur. Ik mag aannemen dat het college daar nu voldoende over heeft

nagedacht. Wij vragen dan ook welke oplossingen, desnoods tijdelijke, het college heeft voorzien.

Zo daags na de presentatie van wederom een milieubeleidsplan, nu dat van m'mister Pronk. komt

bij ons de vraag op waarom het milieu van dit college niets extra's mag kosten. In de bijlage bij de

Voorjaarsnota komt het college tot de conclusie dat het uitvoeren van plannen ten behoeve van het

Waterplan alleen kunnen, als ze voor 100% worden afgedekt uit tarieven en subsidies. Van de PvdA-

fractie mag een goed milieu best wat kosten.

Tot slot: wat ons betreft hoeft crossborder leasing van het rioolstelsel niet.

(De heer Tielemans komt, te 17.15 uur, ter ver-

gadering.)

Het lid DAMEN (VVD): Voorzitter! Op de eerste plaats wil onze fractie haar waardering

uitspreken voor de wijze waarop deze nota - een nota die overigens, gezien het tijdstip van behandeling,

beter de zomemota genoemd had kunnen worden - aan de raad gepresenteerd en toegelicht is. Daarbij is

duidelijk naar voren gekomen dat de totstandkoming van de kaders voor de begroting 2002 veel voeten in

aarde heeft gehad. Veel ambities en veel nieuw beleid moesten naar de toekomst doorgeschoven worden

wegens het ontbreken van de benodigde middelen. De nota ademt deze geest uit en jammerlijk is het te

constateren dat de aangedragen dekkingen niet hard zijn. Veel dekkingen moeten nog taakstellend worden

gerealiseerd in het komende jaar. Het doembeeld van Marap's waarin versneld wordt dat de taakstelling

niet gerealiseerd kon worden, komt weer in de herinnering terug. Nog niet zo ver in het verleden was dat

een regehnatig terugkerende passage, zoals u zich ongetwijfeld herinnert. Anderzijds treffen we

-8-14 juni 2001.

dekkingen aan als "saldo jaarrekening", hetgeen wij wel erg "wishful thhiking" achten. De uitkomst van

jaarrekening 2001 is wat ons betreft nog koffiedik.

De structurele doortelling areaalkosten van f 0,7 miljoen is wat de VVD betreft een onvermijdbare

besteding, willen wij aan de achterkant niet verliezen wat aan de voorkant opgebouwd is. Met name het

effect op het meerjarenperspectief is daarbij zwaarwegend.

Het veiligstellen van de Obragas-opbrengsten stemt de VVD tot tevredenheid en komt volledig

tegemoet aan de eerdere suggestie die wij u in dit kader deden. Duidelijk is wel dat deze opbrengsten

noodzakelijk zijn als onderbouwing van de nota. Mocht de overeenkomst geen doorgang vinden, dan

vragen wij ons af in hoeverre u een noodseenario heeft om aan de dan rijzende situatie het hoofd te

bieden.

In de nota hebben wij geen reservering voor uitgaven/investeringen in het kader van het project

Kenniswijk kunnen ontwaren. Waar het te verwachten is dat het rijk met een bijdrage van f 100 miljoen

over de brug komt, vragen wij ons af wat dan de consequenties zijn voor onze gemeente, met name

toegespitst op uitgaven en dekkingen daarvoor. Daarbij gaan wij er op voorhand van uit dat de gemeente

haar in dit verband gedane toezeggingen gestand zal doen.

Resumerend concluderen wij op voorhand dat het ijs waarop wij moeten lopen, nog niet veel

nachtvorsten gezien heeft.

Met betrekking tot de achtergronden van het beleid willen wij stilstaan bij de navolgende on-

derwerpen. Ten aanzien van de riiet-besproken onderwerpen gaan wij in principe akkoord met de

uitgezette hoofdlijnen.

Forniatie-uitbrei£hng.

Reeds in een eerder stadium hebben wij ingestemd met de fonnatie-uitbreiding. Het ambtelijk

apparaat is steeds meer onderbezet en de kwaliteit van werken is daarmee niet optimaal. Door de

loyaliteit van de medewerkers, o.a. tot uiting komend in het oplopen van het tegoed aan vakantiedagen,

heeft het mogelijk gemaakt een en ander nog enigszins te rekken, maar nu is de rek er wel uit.

De voorgestelde dekking, met name het structureel terugdringen van inhuur en wellicht het in-

zetten van rente-inkomsten van Obragas, vindt onze goedkeuring. Tegelijkertijd echter vragen wij ons af

hoe deze dekldng eenduidig zichtbaar gemaakt kan worden. In de begroting 2002 verwachten wij

daaromtrent concreet nader geïnformeerd te worden.

Binnenstad-Oost.

Geconstateerd moet worden dat de voortgang in de planvoorbereiding ernstig stagneert. Ondanks

dat er veel inspanning verricht is, laten de resultaten op zich wachten. Richting bewoners is dit leven in

onzekerheid niet te rechtvaardigen. Twee jaar geleden werden de eerste won'mgen gesloopt en nog altijd

is onduidelijk wanneer de reconstructie van start gaat. Bij deze vragen wij het college wanneer in

concreto de herbouw ter hand genomen wordt.

De VVD-fractie ondersteunt de intensivering van het project casemanagement, maar zij blijft zich

afvragen in hoeverre druk op betrokkenen hard te maken is. Anderzijds is het wel een uitgelezen moment

om die druk uit te oefenen.

Centrum.

De ontwikkeling van het centrum blijft voor de VVD een belangrijk speerpunt. Zonder hart is er

geen leven. De plannen vergen meer tijd dan verwacht werd en van een voorlopig ontwerp is ook

momenteel nog geen sprake. Anderz"ds moet beaamd worden dat de intensieve aandak van BVR

resultaten lijkt af te werpen. De connnunicatie verloopt goed en het draagvlak voor de schetsen lijkt zich

mede hierdoor te verbreden. Ook de interesse van investeerders in het kemwinkelgebied neemt toe. Onze

verwachtingen zijn hooggespannen.

Op korte terinijn wil het college een impuls geven in de vonn van de start van de Dlanontwikkel'mg

van de kunst- en cultuureluster. Daarbij gaat onze fractie ervan uit dat daarin ook rekening wordt

gehouden met de vlakkevloerzaal. De recente affaire rond de Keienkletsavonden heeft de noodzaak

daartoe onweerlegbaar aangetoond. De betrokkenheid van de afdeling EZ heeft geleid tot

professionalisering van het centrummanagement. Dat de inspann'mgen eindelijk tot resultaat geleid

hebben, stemt ons tot tevredenheid.

Bereikbaarheid.

De verontrustende projecties met betrekking tot de bereikbaarheid van Rehnond in het algemeen

en van het centrum in het bijzonder, nopen tot een gedegen aanpak. Daarvoor middelen reserveren is

-9-14 juni 200 1.

onontbeerlijk, willen adequate oploss'mgen gevonden worden. Vanzelfsprekend is een integrale aanpak

nodig en daarom dienen de aanvullende studies, zeker voor wat de bereikbaarheid van het centrum

betreft, door DIIV in nauw overleg met BVR te geschieden.

Het betrekken van de Steenweg bij het eentrumgebied hnpliceert een verkeersluwe Kanaaldijk. Wij

constateren dat deze randvoorwaarde in alle scenario's opgenomen is. Naar wij hopen zal de Rochadeweg

veel doorgaand verkeer uit het centrum weren.

Brand,evoort.

Betreurd moet worden dat de multiculturele voorzieningen in Brandevoort met vertragmg

gevoerd zullen worden. Zeker als deze vertraging f 1 miljoen extra lijkt te gaan kosten. Wel rijst de

vraag in hoeverre deze tiideliike voorzieningen in de toekomst elders inzetbaar kunnen ziin en dan tot

besparingen kunnen leiden. Bij nader inzien kan deze vertraging echter leiden tot een belangrijke

kwaliteitsfinpuls, doordat het programma van eisen beter gedefmieerd kan worden en in samenspraak met

de toekomstige gebruikers geformuleerd wordt. Bovendien leidt aanbesteding ineens tot een besparing

van f 2,9 miljoen Om deze redenen kan de VVD-fractie zich vinden in het voorstel.

Een zelfde overweging hebben wij ten aanzien van de buitensportvoorzieningen. Ook hier is

aansluiting bij de behoeften van de gebruikers voorzien. Aangezien de ruimte fysiek gereserveerd is,

hebben wij geen bezwaren tegen invulling na 2005, maar wij gaan er wel van uit dat dit dan met prioriteit

gerealiseerd zal worden.

Veiligheid.

Veiligheid blijft een subjectieve beleving. Bij de begroting 2001 hebben wij ervoor gepleit

handhaving van verordeningen niet uit het oog te verliezen. Wij herhalen dit, mede gezien de tendens dat

de politie zich steeds meer gaat concentreren op hoofdzaken en dat handhaving van veilig-

heidsverordeningen veeleer een gemeentetaak zal worden.

Voor een fysiek onveilige situatie willen wij gaarne hier de aandacht vragen, omdat deze alle

aanwezigen regardeert. De uitrit van de Boscotondoparkeergarage is, komende vanuit de garage, zeer

onoverzichtelijk en lijkt te vragen om blikschade. Maatregelen lijken nodig.

Onderwijs.

De onderwijshuisvesting vraagt erg veel middelen. Wij achten het rijksbeleid in deze onjuist: er

eerst zelf een rommeltje van maken en vervolgens je probleem over de schutting bij een ander deponeren

zonder de voor achterstallig onderhoud vereiste middelen mee te leveren! En als slok op de borrel wordt

de via het gemeentefonds verstrekte vergoeding dan ook nog eens gekort. Het lijkt ons dat Helmond

sterke argumenten heeft om de discussie nogmaals aan te zwengelen. De rechünatigheid van de

gereserveerde middelen staat voor de VVD niet ter discussie. Inte endeel. Een bedrag van f 29 miljoen is

een fors bedrag, maar is noodzakelijk voor versterking van de personele infrastructuur van de Hehnondse

sainerdeving. Wel hebben wij zorgen of de voor klassenverklehiing bestemde middelen ook

daadwerkelijk hiervoor ingezet kunnen worden, gezien de vraal- of er voldoende gekwalificeerde

onderwijskrachten beschikbaar zijn om de klassenverklehiing te effectueren.

Kenniswijk.

Nogmaals merken wij op dat, waar Kenniswijkprojecten een cofmmeiering vinden in Sthnulus-3-

middelen, dit nog altijd impliceert dat er ook andere fmancieringsbronnen moeten zijn. In hoeverre is te

verwachten dat onze gemeente, haar toezeggingen gestand doende, alsnog een fmnciële rol zal moeten

spelen? En, zo ja, waar moet de dekking daarvoor gevonden worden?

Tatievenbeleid.

Zoals bij' de begrotingsbehandeling 2001 duidelijk was, heeft de VVD-fractie er grote problemen

mee gehad om de kwijtschelding van de afvalstoffenheffmg via de OZB-heffng te dekken. Nog altijd

vinden wij dit een onjuiste dekking, maar gezien het feit dat een politiek draagvlak voor ons standpunt

ontbreekt, leggen wij ons neer bij de democratische besluitvortning hierover.

Anderzijds hebben wij in het verleden geageerd tegen het automatisme van de toepass'mg van

inflatiecorrectie. Als richtlijn voor de begroting 2002 gaat het college uit van een inflatiecorrectie van

4%. Waar wij in onze inleiding constateerden dat de voorgestelde dekkingen flinterdun zijn, constateren

wij nu dat voor 2002 de via inflatiecorrectie gegenereerde middelen onontbeerlijk zijn. Wij stemmen met

een inflatiecorrectie in, maar zien het voorgestelde percentage wel als taakstellend. Alleen een

neerwaartse bijstelling, mocht de inflatie lager zijn dan 4%, is daarbij voor de VVD-fractie acceptabel.

Een bovenwaartse bijstelling is dat absoluut niet.

-10- 14 juni 2001.

Grondpn'jzen.

De VVD herhaalt haar standpunt dat een marktconforme prijsstelling een correct uitgangspunt is.

Dit impliceert dat, mocht de markttendens op enig moment, door wat voor oorzaak dan ook, dalende

zijn, de prijsstelling op dat moment ook slagvaardig naar beneden aangepast moet worden om de

concurrentiepositie te handhaven.

Berkendonk.

Wij respecteren het uitgangspunt van het collegeprogramma dat een bezoek aan Berkendonk deze

raadsperiode gratis is. Dat is als zodanig aan de bevolking toegezegd en deze toezegging dient

nagekomen te worden. Het is voor onze fractie uitgangspunt dat een structurele dekking via de reserve

structuurversterking iüet acceptabel is. Deze reservemiddelen moeten structuurversterkend ingezet

worden. Incidenteel kunnen wij akkoord gaan met de dekking, want belofte maakt schuld.

Investeiingsprogramm,a.

Ten aanzien van het investeringsprogramma plaatsen wij enkele vragen en opmerkingen.

1. Bestrijding legionella.

In hoeverre zijn voor f 0,5 miljoen maatregelen nodig om legionella te bestrijden. In hoeverre is sprake

van een daadwerkelijke risicofactor? Gaarne zagen wij een toelichting op dit onderdeel.

2. Post Brandevoort.

Meennaals hebben wij vragen gesteld in hoeverre Brandevoort binnen de vereiste tijd bereikbaar is.

Zeker nu waar de bebouwing in Brandevoort toeneemt en de hoofdwegen in 't Hout aangepakt gaan

worden, vragen wij ons wederom af of realisatie van deze dependance na 2005 acceptabel is.

3. Herinrichting Ameideplein

Wij roepen het college in herinnering dat wij bij de herinrichting van het Ameideple'm gesuggereerd

hebben middels een PPS-constructie een ondergrondse parkeergarage aan te leggen. Wij herinneren het

college nogmaals aan deze suggestie.

4. Islamitische begraafplaats

In pr'melpe moeten de kosten van een openbare begraafplaats door de betreffende geloofs-

gemeenschap gedragen worden. Het voor 25 % bijdragen aan een dergelijke voorziening is precedent-

scheppend en zou discriminerend ten opzichte van andere geledingen kunnen zijn, indien toekomstige

aanvragen niet gehonoreerd zouden worden. Om die reden wijzen wij deze investering af.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! De SDH-fractie heeft met gemengde gevoelens kennis

genomen van de Voorjaarsnota 2001. De fmnciële vooruitzichten voor de komende jaren zijn ronduit

zorgelijk. Voor volgend jaar tekent zich een begrotingstekort af van f 5,6 miljoen. Het dekkingsplan dat

het college ontvouwt, vinden wij onvoldoende solide. Het biedt trouwens voor de jaren 2003 en 2004

onvoldoende soelaas. Ook krijgen we te maken met een groot tekort aan investeringsgelden: voor de

komende vier jaar ontbreekt f 40 miljoen. Door opnieuw de grondprijzen fors te verhogen (extra

opbrengst f 17 miljoen) en door het inzetten van een deel van de verkoopopbrengst van Obragas (f 9

miljoen) slaagt het college erin dit tekort terug te brengen tot f 14 miljoen. Dit bedrag is echter

geflatteerd. Immers, tal van plannen en daarmee samenhangende investermgen, deels onrendabele, zitten

nog in de pijplijn. Wij noemen het centrwnplan (besluitvonning eind dit jaar), wijkontwikkelingsplan

Binnenstad-Oost (besluitvonning ?), de beleidsvisie onderwijs (besluitvon-ning ergens dit jaar) en het

bereikbaarheidsplan (besluitvorming eind dit jaar). Om nog maar niet te spreken over het Integraal

veiligheidsplan en de nota Kunst en cultuur. Te verwachten valt dat al deze plannen de komende tien jaar

een geweldige druk gaan leggen op de beschikbare investeringsruhnte, maar ook op het kostenbudget van

de beleidsbegroting.

Hehnond staat op een kruispunt van wegen. Om vaart te houden en blijvende dynamiek te brengen

in de stedelijke vernieuw'mg van onze stad zal de gemeenteraad moeten kiezen of delen, kleur moeten

bekennen en knopen door moeten hakken. De tijd van verstoppertje spelen, van pappen en nathouden en

van het vooruitschuiven van beslissingen is voorbij. De praatcultuur, die de raad deze bestuursperiode in

een ijzeren greep heeft gehad, moet worden omgezet hi een doe-cultuur hi de volgende bestuursperiode.

Na Dierdonk, Boscotondo en Brandevoort heeft de stad weer nieuwe kwaliteitsiinpulsen nodig in de vorm

van aansprekende, onderscheidende en structuurversterkende projecten. Projecten die de

concurrentiepositie van Hehnond als tweede centrale stad van Zuidoost-Brabant versterken, maar ook de

sociale en ruhntelijke samenhang van onze stad ten goede komen.

-li- 14 juni 2001.

in het kader van de fmanciële meerjarenperspectieven vraagt de SDH-fractie met nadruk aandacht

voor een drietal zaken-

1. Een strakkere begrotingsdiscipline;

2. Het maken van strategische keuzes en het intensiveren en vernieuwen van strategische allianties,

zowel binnen als buiten de publieke sector;

3. De voortgang en het gebrek aan voortgang binnen een aantal speerpunten van beleid.

Op deze drie actiepunten ga ik nader en afzonderlijk in.

Ad 1.

De huidige begrotingsdiscipline laat naar de mening van de SDH-fractie te wensen over.

Kostenoverschrijdingen worden te vaak voor lief genomen en met de mantel der liefde bedekt. De vraag

of en in hoeverre bepaalde uitgaven vermijdbaar en uitstelbaar zijn, wordt te weinig gesteld. De

doelmatigheidstoets wordt in de prakt'ij'k onvoldoende gehanteerd. Zodoende hollen we vaak

noodgedwongen achter de feiten c.q. overschrijdingen aan.

Ook het dekkingsplan van het college om het begrotingstekort voor volgend jaar weg te werken,

straalt onvoldoende budgetdiscipline uit.

Het bijgestelde begrotingssaldo voor volgend jaar komt uit op een tekort van f 5,6 miljoen. De

helft van dit bedrag is toe te schr'ij'ven aan het al eerder genomen besluit om de interne organisatie te

versterken met 16,7 formatieplaatsen. Ook de kosten van de groei van onze stad drukken zwaar op dit

deficit (7 ton). Ik zet onze bezwaren tegen het dekkingsplan op een rij:

a. De kosten van de uitbreiding van het aantal formatieplaatsen. circa f 2,5 miljoen, dienen uiteindelijk

volledig gedekt te worden uit de post inhuurkrachten/extemé adviezen, waarmee 'aarlijks circa f 15

miljoen is gemoeid. Beide posten z'ij'n connnunicerende vaten. Met ingang van volgend jaar zal o.i.

aanzienlijk meer bespaard moeten worden op de kosten van inhuurkrachten dan de voorgenomen f 1

miljoen. De SDH-fractie stelt voor het totale kostenbudget voor inhuurkrachten in drie jaar tijd terug

te brengen van f 15 miljoen naar f 10 miljoen of zoveel meer als wenselijk en haalbaar is: in 2002

taakstellend f 2 miljoen, in 2003 taakstellend f 1,5 miljoen en in 2004 nog eens taakstellend f 1,5

miljoen. Dit heeft ook een positief effect op het meerjarenperspectief voor 2003 en 2004, in die zin

dat de voor die jaren voorspelde tekorten omgebogen kunnen worden in sluitende saldi.

b. Voor het gehele gemeentelijke terrein boekt het college een bezuinigingsoperatie in van f 1 miljoen.

Dit bedrag vinden wij een minimumoptie, niet in het minst vanwege de onzekerheden over de verkoop

van Obragas in de voorgenomen vorm en op het voorgenomen tijdstip. Wij vinden dat

veiligheidshalve ingezet moet worden op een verdubbeling van deze ombuigingstaakstelling, f 2

miljoen dus, eerst en vooral te halen door kostenbesparingen.

c. Het voorstel om de exploitatiekosten van Berkendonk van 3 ton niet ten laste van de begroting maar

van de reserve structuurversterking te brengen, is lastenverschuiving, het verleggen van het probleem

van A naar B. Wij blijven voorstander van een in principe kostendekkende exploitatie van

Berkendonk, bij voorkeur middels privatisering.

d. De Obragas-gelden willen wij aanwenden enerzijds voor het compenseren van wegvallende divi-

denduitkeringen, anderzijds voor het doen van onrendabele investeringen. Wij zijn er geen voor-

stander van om een deel van de renteopbrengst van de Obraeas-gelden te Gebruiken voor het dichten

van gaten in de begroting. Daarom stellen wij voor dat deel van de rente van deze gelden dat nodig is

voor de zogenaamde garantiestelling van 4 x f 1,3 miljoen, zijnde f 5,2 miljoen, toe te voegen aan de

reserve structuurversterking. Overigens is het maar de vraag of in het begrotingsjaar 2002 al gerekend

en gewerkt kan worden met de verkoopopbrengst, en zo ja, in welke mate. Het gedraai van de

Tweede Kamer - eerst de wedstrijd laten aanvangen en dan de spelregels wijzigen - kan de positie van

de betrokken aandeelhouders schade berokkenen. Indien de nieuwe wettelijke spelregels ter zake

liberalisering en privatisering belangrijk gaan afwijken van de oorspronkelijke regelgeving, is de kans

bepaald niet uitgesloten dat de kandidaat-koper van Obragas, RWE, heronderhandelingen afdwingt,

met alle daaraan verbonden risico's. Dit kan en mag niet gebeuren. In navolging van het college dient

de raad naar de mening van de SDH-fractie een krachtig protest aan te tekenen tegen de gang van

zaken in Den Haag. Daarnaast dienen de betrokken gemeenten hun krachten te bundelen in VNG-

verband.

Ad 2.

-12- 14 juni 2001.

De investeringsbehoefte in de komende jaren zal ver uitstijgen boven het beschikbare investe-

ringsvolume. Dit dwingt tot strategische keuzes, maar ook tot het intensiveren en vermeuwen van

strategische allianties. Partnerships met publieke en private partijen als instrument bij uitstek voor de

cofmmcier'mg van projecten die we niet op eiiyen kracht kunnen realiseren c.q. waarvoor we niet de eerst

aangewezen partij zijn, zullen in de toekomst een nog belangrijker plaats gaan mnemen. Zonder die

partnerships zijn we gedwongen ons ainbitieniveau fors terug te schroeven en dreigt het proces van

stedelijke venueuwmg vast te lopen. In dit verband tilt de SDH-fractie zwaar aan de volgende

actiepunten:

a. Een adequaat strategisch meerjarenbeleids- en investeringsplan (SM]31) als integratie- en afwe-

gingskader voor de investeringsbeslissingen op middellange en lange tennijn. Wij hebben begrip voor

de opgetreden vertraging. Eerst op basis van de eerder genoemde beleidsplannen kan een integraal en

samenhangend overzicht gemaakt worden van de totale investeringsbehoefte en de beschikbare en nog

benodigde dekkingsmogelijkheden, op grond waarvan de strategische keuzes gemaakt kunnen worden.

Van uitstel mag evenwel geen afstel komen. Wanneer kunnen wij het SMBI tegemoet zien?

b. De kloof- tussen investeringsbehoefte en beschikbaar 'mvesteringsvolume benadrukt nut en noodzaak

van publiekpublieke en publiekprivate samenwerkingsverbanden, met alle daarbij behorende

consequenties, zoals het delen van beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden, en het aangaan

van prestatiecontracten. Dit dient hand in hand te gaan met een attractief investeringsklhnaat.

Daarvoor is meer nodig dan een zak geld om private investeringen aan te jagen. Een consistente visie

en een bestuurlijke en ambtelijke organisatie die in het teken staan van kwaliteit, daadkracht en

resultaatgericht werken, zijn evenzeer van belang. Op dit stuk is er nog veel werk aan de winkel. Wij

denken dan met name aan de herstructurermg van Binnenstad-Oost.

c. Ook vinden wij dat het college meer en beter werk moet maken van het acquireren van bijdragen van

derden. De huidige werkwijze is te defensief. Een steviger bestuurlijke lobby richting provincie, rijk

en eventueel Brussel moet ertoe leiden dat de cofmancieringsmogelijkheden optimaal worden benut.

Zeker nu de vijf grote Brabantse steden een prominente rol hebben toebedeeld gekregen in de Vijfde

Nota Ruimtelijke Ordening, valt er veel voor te zeggen om als B5-steden de krachten nog meer te

bundelen.

d. Belangrijk is ook dat we als stad kunnen blijven groeien. Uiteraard met de nadruk op kwaliteit, en

met inachtneming van de accentverschuiving in het planologisch beleid van uitbreiding naar inbreiding

en verdichting, mede om de groene ruimte zoveel mogelijk te ontzien. Maar het is een illusie te

denken dat we de groei in de toekomst uitsluitend hunnen accommoderen in de bestaande stad, op de

bestaande woon- en werklocaties. Anders gezegd- om de komende 25 jaar vooruit te kunnen, hebben

we de gronden in Lungendonk en Diesdonk hard nodig. Voor een gezonde toekomst van Hehnond is

belangrijker dat we over die (bouw-)gronden hunnen beschikken dan dat Mierlo b" Hehnond komt.

ij

Ad 3.

Dan de speerpunten. Het college stelt voor de komende vier jaar circa f 128 miljoen te spenderen

aan Binnenstad-Oost, het stadscentrum, wegen, Brandevoort, veiligheid, onderwijs en Kenniswijk. Wij

plaatsen hierbij, c.q. bij een aantal investeringsvoorstellen, enkele kanttekeningen.

a. Alle mooie praatjes van de wediouder stedelijk beheer ten spijt, zijn en blijven wij bezorgd over de

voortgang, of beter gezegd het gebrek aan voortgang van de herstructurering van Binnenstad-Oost.

Het herstructureringsproces is verworden tot een lijdensweg, tot een soort processie van Echternach.

Debet hieraan zijn een gebrek aan visie, het ontbreken van adequate bestuurlijke aansturing en

regievoermg en een tekortschietend progrannna- en procesmanagement. Binnenstad-Oost en de

bewoners van deze wijk verdienen beter. Het college laat niet na de woningbouwcorporaties te wijzen

op hun verantwoordelijkheid. Het wordt tijd dat het college zijn verantwoordelijkheid neemt en orde

op zaken stelt, ook waar het gaat om het bestrijden van het tekort aan huurwoningen en het

ontwikkelen van harde plancapaciteit. Jarenlang hadden wij in dit huis de goede gewoonte jaarlijks het

volkshuisvestingsbeleid integraal te bespreken en vast te stellen op basis van het

volkshuisvestingsplan, een uitstekend plannings- en progranlineringsinstrument, om op basis daarvan

knelpunten op de woningmarkt tijdig op te sporen en aan te pakken. De keuze om hiervan af te

stappen vinden w" een verkeerde. De raad is het overzicht kwijt en de raad is ook een belang "k

ij rij

sturingsinstrument ontnomen. Hoezeer wij ook hechten aan de herstructurering van Binnenstad-Oost,

het kan niet zo zijn dat de prioriteitstelling voor dit gebied impliceert dat wij aan de kant blijven staan

-13- 14 juni 2001.

in Hehnond-West en Helmond-Noordoost. Wij zijn zeer gecharmeerd van het onlangs gepresenteerde

plan van aanpak van de woningstichting Helmond West met betrekking tot de onder haar

ressorterende woriingvoorraad. De SDH-fractie is van memng dat binnen het investeringsprogramma

dan wel het meerjarenprogramma stadsvenu'euwmg ruimte gemaakt moet worden voor bijdragen van

gemeentewege aan de verbetering van de woonomgeving m de desbetreffende buurten.

b. De planvorming voor de centrumvemieuwine nadert zijn ontknoping. De plannen die in de maak zijn,

von--nen een goede voedingsbodem voor een levendige maatschappelijke en politieke discussie. Twee

jaar geleden besloot de raad middels een bestuursopdracht om BVR in te schakelen voor deze

planvorming. Hiervoor werd een krediet gevoteerd van f 2 müjoen. Wij hebben begrepen dat het

college voornemens is de raad binnenkort te vragen in te stemmen met een substantiële verhoging van

dit bedrag, meer in het bijzonder voor de conceptontwikkeling van een kunst- en cultuurcluster. De

SDH-fractie is het hier niet mee eens. Van meet af aan was bekend dat de centrumvemieuwing ook

betrekking had op de innovatie van het voorzieningenaanbod in de kunst- en cultuursector. Dat is deel

van de opdracht aan BVR. Een additioneel krediet hiervoor is dan ook niet opportuun. Onder post 840

van het - investeringsprogramma is een nieuw bedrag verantwoord van f 1 mfijoen voor de

iinplementatie van het plan van BVR. Van de gegeven schriftelijke toelichting hierop worden wij niet

wijzer. Graag tekst en uitleg op dit punt. Het voorstel om volgend jaar een half miljoen uit te trekken

voor een ijsbaan op het kanaal ter hoogte van het Havenplein, dient vergezeld te worden van een

investerings- en exploitatieopzet alvorens we daar een oordeel over kunnen uitspreken. Het idee klink

sympathiek, nu de onderbouwing nog, met name van de exploitatie.

c. Ook het dossier hoofdwegenstructuur/bereikbaarheid nadert zijn afronding. Het is nog te vroeg om

conclusies te trekken, maar wij steken niet onder stoelen of banken grote moeite te hebben met het

idee om de Traverse te splitsen in twee aparte wegen waarop verkeer in één richting is toegestaan;

van oost naar west via het bestaande tracé, met dien verstande dat het viaduct wordt afgebroken en de

weg op maaiveldniveau wordt gelegd en van west naar oost via Eiken-

dreef/Vliscoterrein/Stationsplein. Deze constructie stuit onzerzijds op twee bezwaren. Op de eerste

plaats isoleert deze oplossing het Boscotondogebied en in de tweede plaats leidt het tot een grove

aantasting van de verblijfs- en inrichtingskwaliteit van de Kanaalzone. Bij gebrek aan een beter

alternatief denken wij dat het onontkoombaar is de Traverse op langere tennijn te ondertunnelen. Nu

de doortrekking van de PW 205/210 bijna een feit is, neemt de urgentie toe niet alleen van afsluiting

van het centrale deel van de Kanaaldijk voor in ieder geval doorgaand vrachtverkeer, maar ook van

het verbeteren van de aansluiting van de Rochadeweg op de Kanaaldijk en de PW 210. Hoe is de

stand van zaken ter zake?

d. De voorgenomen temporisermg van de nieuwbouw van de centruinvoorzieningen en de openbare

basisschool in Brandevoort vinden wij onverteerbaar. Deze is strijdig met gewekte verwachtingen en

grenst aan onbehoorlijk bestuur. Wij vinden dat de oorspronkelijke planning van deze 'mveste-

ringsbeslissing intact moet blijven. Extra investeringsruiinte kan gevonden worden door de rente-

opbrengst van de Obragas-gelden (deel garantiestelling) niet te gebruiken voor het dichten van gaten

in de begroting, maar toe te voegen aan de reserve structuurversterking, zoals ik namens de SDH-

fractie zo-even voorgesteld heb.

e. De rust in het onderwijs lijkt teruggekeerd. Het crisismanagement onder leiding van de zogenaamde

regiegroep alsook de voorgestelde 'mvesterinL7simDuls van f 29 miljoen zijn hier debet aan. Niettemin

blijven wij bezorgd over de gespannen verhouding tussen OMO en het voortgezet openbaar

onderwijs, alsmede over het risico van onderbezetting c.q. leegstand van de campus m aanbouw aan

de Keizerin Marialaan. Deelt het college deze zorgen? Wanneer kunnen wij de beleidsvisie op het

onderwijs tegemoetzien?

f. Over de islamitische begraafplaats hebben wij als SDH-fractie een brief aan het college geschreven.

De brief spreekt voor zich.

g. Evenals in voorgaande jaren heeft het college ook voor 2002 een forse verhoging van de grondprijzen

in petto, met name voor de vrije sector en de bedrijventerreinen. De extra opbrengst van f 17 miljoen

wil het college gebruiken om de tekorten in het onrendabele deel van het investeringsprogramma deels

af te dekken. De in de afgelopen jaren doorgevoerde grondprijsverhog'mgen hebben. dankzij de

hoogconjunctuur, de lage rentestand en de run op minder dure en dure koopwoningen, in met name

Vinex-locaties niet tot problemen geleid. De vraag is hoe lang nog ongestraft doorgegaan kan worden

-14- 14 juni 2001.

op deze weg, zeker nu de economische groei over zijn hoogtepunt heen is en afgewacht moet worden

welke repercussies dit heeft op het gedrag van de woonconsument en particuliere investeerders.

h. Tot slot iets over het bedrijfsplan van de afdeling beheer gemeentelijke gebouwen. Het plan kent als

afgeleide doelstell' een afdrachtplicht van f 1 miljoen aan de algemene dienst. Ook voor de

mg

komende jaren is deze afdracht gewaarborgd, zo blijkt uit het plan. In dit plan ontbreekt de verkoop

van het voonnalige pand van de afdeling voorlichting aan de Markt en de daarbij behorende

boek-winst. Deze winst zou aanvankelijk benodigd zijn voor de financiering van Boscotondo. Ondanks

het feit dat dit niet nodig blijkt te zijn, hechten aan de afspraak om dit pand af te stoten en de

boekwinst toe te voegen aan de reserve onderhoud.

Voorzitter, tot zover de bijdrage van de SDH-fractie.

(De heer Dams komt, te 17.50 uur, ter

vergadering.)

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Ik bladerde van de week dat kleine boekje door met kern-

gegevens over Hehnond dat wij pas hebben ontvangen. U weet wel: Feiten & cijfers over 2001. Mij

vielen op de cijfers over het aantal Helmonders die moeten leven van een uitkering. Als ik de ver-

schillende soorten uitkeringen bij elkaar optel - het gaat dan om de bijstand, WAO en WW - dan kom ik

uit op ongeveer 8500. Wij hebben het nog eens nagekeken in de vervolgnota Armoedebeleid, en

inderdaad: het aantal uitkeringen ligt in die orde van grootte. Als ik ervan uitga dat achter iedere

uitkering een huishouden schuil gaat, dan betekent dit dat onzeveer een kwart van de Hehnondse

huishoudens van één van deze drie uitkeringen a~elijk is. Ik realiseer me dat dit een tamelijk globale

berekening is waar wel wat op af te dingen valt, maar desalniettemin trof mij dit cijfer.

Waarom vertel ik dit nu? Wil de SP-fractie het beeld verstoren van een Hehnond dat succesvol

meevaart op de huidige golf van economische hoogconjunctuur? Nee, dat is niet ons doel. Wel vindt de

SP-fractie - en dat kan u niet verbazen - dat de "andere kant van Hehnond" in het beleid te weinig aan

bod komt. Om maar meteen een voorbeeld te geven: op het symposium van Woonpartners deed

verantwoordelijk wethouder Hesen de illustratieve uitspraak "vierduizend woningzoekenden maken m'ij'

niet gek." Hij zei dit naar aanleiding van het enorm gestegen aantal Heknondse woningzoekenden. En

inderdaad, hij hoeft zich niet gek te laten maken, maar om het op die manier af te doen, is het andere

uiterste. Ziedaar onder andere waarom het mij nuttig lijkt om wat ik noem "de andere kant van

Hehnond" onder de aandacht te brengen. Overigens verwachten de corporaties dat met het huidige tempo

binnen twee maanden de grens van 5000 woningzoekenden wordt doorbroken.

Voorzitter, wij hebben vraagtekens over één van de inkomstenbronnen. Dat is de opbrengst van de

verkoop van Obragas. Ik ga niet in op ons standpunt dat het ongewenst is om nutstaken te privatiseren,

het gaat mij nu om de onzekerheid van deze inkomstenbron. Aanvankelijk was het college van mening

dat de landelijke nieuwe regelgeving waarbij wordt bepaald dat het netwerk rüet mag worden

meeverkocht, géén invloed heeft op de opbrengst. Aangenomen werd namelijk dat daarin voorzien zou

zijn. Imniddels bespeur ik de nodige twijfel. Waarom anders zou het college met de gedachte spelen van

een schadeelaim? Mijn vraag is nu: is er inmiddels meer duidelijkheid op het energiefront? En is er, in

het geval dat de opbrengst keldert, een soort noodscenario? Dan klopt immers de f~ciële puzzel niet

meer.

Het college vraagt ons om in te stemmen met de toetsingscriteria bij deze Voorjaarsnota. Die

toetsingscriteria zijn de meetlat die het college hanteert bij het besteden van het geld. Anders gezegd: het

beleid achter de cijfers. Het gaat dan om zeven met name genoemde onderwerpen. Over een aantal wil ik

iets zeggen.

Als eerste Binnenstad-Oost. Binnenstad-Oost is inderdaad een speerpunt van de eerste orde. Je zou

kunnen zeggen: hier is een proces in gang gezet en nu zitten we ermee. En dan denk ik op de eerste

plaats aan de bewoners. Zo hebben de mensen in de Pastoor van Leeuwenstraat een brief ontvangen dat

het vaststaat dat hun huis wordt gesloopt. Maar het zogenaamde definitieve sloopbesluit valt pas

omstreeks juli volgend jaar. Dat is zo geregeld, omdat pas vanaf dat moment aanspraak kan worden

gemaakt op het sociaal plan. Dit soort zaken brengt mensen in een heel lastig parket. Ook zijn er

bewoners die weten dat hun huis wordt gesloopt, maar daar eigelflijk met hun verstand niet bij kunnen,

temeer omdat een paar honderd meter verder een zelfde soort huis staat dat niet wordt gesloopt.

-15- 14 juni 2001.

Voorzitter, het gaat te ver om hier en nu in detail de discussie te voeren die we al vaker hebben

gevoerd. Maar dit alles roept wel de vraag op: wat beheerst dit proces? Zo meldt de Voorjaarsnota dat de

stedenbouwkundige plannen in concept gereed zijn, maar in de gemeenterubriek in de Traverse lees ik

dat het allemaal nog niet defmitief is en er van alles kan veranderen. Hoe zit het nou? in de

samenwerkingsovereenkomst met Woonpartners staat dat ernaar wordt gestreefd om het

wijkontwikkelingsplan af te hebben in 1999. Maar nu, twee jaar later, is het er nog steeds niet. Wat is

nou in de kern het probleem waarom het zo moe~ gaat? Voorzitter, w'ij' menen m leder geval één

verklaring te hebben: het probleem van de herhuisvesting. Zoals gezegd, zijn de corporaties de afgelopen

jaren geconfronteerd met een verdubbeling van het aantal ingeschreven woningzoekenden tot ruim boven

de vierduizend en binnenkort zelfs vijfduizend. Dan heb je een probleem, als daar bovenop ook nog eens

de mensen komen die vanwege sloop gedwongen worden om te verhuizen. Deelt de wethouder deze

analyse en welke conclusies trekt hij daaruit?

Het is moeilijk - ook voor een raadslid - om over de schutting te kijken om te kunnen zien wat er

allemaal precies gebeurt, maar wij denken dat er nog een ander probleem is: namelijk een fman-

cieringsprobleem. We denken dat omdat we gewoon geen betere verklaring binnen bedenken. Je hoeft

toch niet drie jaar te piekeren over de plek van een gebouw of school? Wil de wethouder hier ook op

ingaan? Nogmaals, voorzitter, het gaat hier ongetwijfeld om een belangrijk speerpunt, maar met de

aanpak hebben wij grote moeite.

Voor wat het eentrwn betreft hebben onze wegen zich al lang geleden gescheiden. De route die is

gekozen, heeft iets van een race zonder fnish. Althans, de fuiish wordt de komende 15 jaar niet bereikt.

Een goede kans dat tegen die tijd de Nederlandse steden zich kernnerken door winkelcentra die niet in het

centrum van de stad maar juist aan de rand ervan zijn gelegen. Compleet met een pretpark. Ene mijnheer

Coolen uit Weert schijnt zich hiermee bezig te houden.

Voorzitter, de Voorjaarsnota maakt melding van de projecten rond de Oude Aa. De rest van de

oppositie weet het niet, want die was toen weggelopen, maar wij hebben teren het desbetreffende

voorstel gestemd. Dit is een voorbeeld van voorstellen die voortvloeien uit het ingezette beleid. Het

college roept ze als het ware over zich af. Kortom, w" zullen elk afzonderl"ke voorstel praktisch

ij ij

afwegen. De algemene insteek die het college kiest voor het centrwn, onderschrijven wij niet. De

discussie daarover hebben we al meerdere malen gevoerd.

De bereikbaarheid voor auto's krijgt inderdaad veel aandacht met de huidige studie Hoofd-

wegenstructuur. Er liggen diverse varianten op tafel die op hun merites worden bekeken. Het treurige is

echter - de onderzoekers van DHV hebben dat ook eerlijk gezegd - dat we niet mogen rekenen op een

echte oploss'mg en hooguit kunnen rekenen op een wat betere beheersing van het verkeer. De uitkomst

lijkt dan ook voorspelbaar: er komt straks meer ruimte (dus meer wegen) voor de auto, maar vervolgens

slibt die ruimte opnieuw dicht en blijven we met het probleem zitten. Weliswaar worden in het onderzoek

ook alternatieven voor de auto onderzocht, maar daar wordt meteen bij vermeld dat een hoger

ambitieniveau voor openbaar vervoer en fiets in Hehnond erg moeilijk te realiseren is. Alles bij elkaar is

het gebrek aan perspectief toch een moeilijk te verteren gedachte.

De Voorjaarsnota meldt dat subsidie is aangevraagd om het station aan de kant van de Annawijk te

ontsluiten. Verder wil de verantwoordelijk wethouder graag het station een stukje verplaatsen richting

Vlisco, als wij het goed begrijpen. De vraag is hoe realistisch dit allemaal is, gezien het feit dat daarvoor

de medewerking nodig is van de verzelfstandigde NS. Als je kijkt naar de kronkels van de NS in de

afgelopen periode, dan krijg je niet de indruk dat die bereid is om veel geld neer te tellen voor dergelijke

operaties. Ik noem een paar kronkels: het voorstel om een derde klas in te voeren, het stelsehnatig

vervangen van loketten door automaten en meer in het algemeen het voortdurend bezuinigen vanwege de

beoogde marktwerking en concurrentie.

Voorzitter, over het met twee jaar uitstellen van de realisering van het multifunctioneel centrum in

Brandevoort hebben ons diverse bezorgde brieven bereikt. Het valt op dat dit voorstel voor de diverse

betrokkenen als een verrassmg is gekomen. Daaruit maken wij op dat het college in een laat stadium een

paar knopen heeft doorgehakt. Eén van de brievenschr'ijvers doet een min of meer concreet aanbod om de

helpende hand toe te steken. Wat is daarop de reactie van het college? Zit daar muziek in?

Voorzitter, als ouders zelf de portemonnee trekken om via de ouderbijdrage nieuwe schoollokalen

aan te schaffen, dan is dat een belangrijk signaal dat iedereen tot nadenken moet stemmen. Dit om ten

minste twee redenen. Ten eerste omdat het iets zegt over het vertrouwen in de overheid en ten tweede

-16- 14 juni 2001.

omdat daarmee het uitgangspunt wordt ondergraven dat de overheid het onderwijs bekostigt, juist om de

kwaliteit en de toegankelijkheid over de hele linie te waarborgen. Op onze schriftelijke vragen over deze

kwestie antwoordt het college dat huisvestingsgeld beter en efficiënter ingezet moet worden de

verordening om. Dit ook om dergelijke initiatieven te voorkomen. Onze vraag is nu: gaat het lukken om

de verhoging van de ouderb'ij'drage door de Wilhehninaschool overbodig te maken?

"Een stap in de goede richting", zo luidt meer in het algemeen de reactie vanuit het onderwijsveld

op het hoofdstuk onderwijs. Dat is wel eens anders geweest. Twee kwesties wil ik nog apart noemen. De

eerste is die van school 't Nieuwveld. De afspraak is gemaakt dat er eind deze maand een defmitief

voorstel ligt. Kan er alvast een tipje van de sluier worden opgelicht? De andere kwestie betreft de

nieuwbouw aan de Keizerin Marialaan. "Donkere wolken boven nieuwbouw; vrees dat gebouw niet vol

komt", aldus de kop boven een artikel eind vorige maand in het Eindhovens Dagblad. Heeft de

wethouder dat ook gelezen? Het heeft te maken met het al of niet samengaan van de diverse opleidingen

en het afstoten van het Ter Kemenadecollege door OMO. Kortom, een lastige puzzel. Het zou geen

kwaad kunnen als hierover duidelijke informatie op tafel komt. Voorzitter, gisteren viel er een brief in de

bus over dit. onderwerp. Een brief die eerlijk gezegd niet uitblinkt door duidelijkheid. Zo is wat mij

betreft de vrees niet weggenomen dat we straks een mooi nieuw gebouw hebben, dat echter niet kan

worden gevuld met leerlingen. Wil de wethouder nog een pogmg wageen om die vrees weg te nemen?

Het college kiest voor een terughoudende opstelling tegenover het fenomeen Kenniswijk. Het

college neemt als het ware de opstelling aan van veel burgers die denken: nou, ik moet het allemaal nog

zien. Het probleem is alleen dat wij die afwachtende houding niet kunnen volhouden, maar binnenkort

beslissingen moeten nemen om ontwikkelingen mògelijk te maken. Het is duidelijk dat wij daarover eerst

meer concrete infonnatie moeten hebben.

Verder wil ik er nog het volgende van zeggen. Mijn indiuk is dat het bij Kenniswijk vooral gaat

om de snelheid van de verbinding. Het Eindhovens Dagblad - om maar een voorbeeld te noemen - kan ik

nu nainel"k ook al lezen op intemet. Het verschil met Kenniswijk straks is alleen dat ik dan niet die paar

ij

seconden hoef te wachten tot de informatie op mijn schenn staat: het beeld staat er dan meteen. Het gaat

naar mijn idee dus meer om de techniek dan om de kennis. Wel is het zo dat die techniek - snelle

verbindingen dus - op zijn beurt de connnerciële benutting vergemakkelijkt. Denk bijvoorbeeld aan het

afspelen van flhns via intemet.

Nog twee opmerkingen. 1. Veel zal afhangen van de betaalbaarheid van de aansluiting op

Kenniswijk en 2. De infrastructuur van Kenniswi k, het netwerk, is feitelijk de infrastructuur van UPC

waar vervolgens stukjes aan vast worden geplakt, te weten glasvezelkabels tot 'm de woning. Het is

wenselijk dat de raad inzicht heeft hoe dit wordt geregeld met UPC, evenals in de bijbehorende

geldstromen.

Een laatste opmerking bij dit punt. Er zijn méér technieken om intemet bij de mensen te brengen

dan via glasvezelkabel. Wat te denken van satelliet en het elektriciteitsnet? Het schijnt dat het Duitse

be&ijf RWE - toevallig ook de beoogde koper van Obragas - zich daarmee bezighoudt. Het zal toch niet

zo zijn dat straks blijkt dat intemetten via het elektriciteitsnet beter en sneller verloopt dan via de

glasvezelkabel?

Voorzitter, ik heb nog een paar losse eindjes waar ik aandacht aan wil geven.

De planning is dat Helso en Stap fuseren per 1 januari 2002. Wij krijgen signalen dat dit proces

niet goed loopt. Zo bestaat de vrees dat de goedkopere Stapmedewerkers straks de duurdere Helso-

medewerkers gaan verdringen. Ook wordt gevreesd dat de fusie gepaard gaat met ontslagen. Kan het

college ons hierover infonneren?

Ik kom nog even terug op de kwestie bereikbaarheid en het enorme beslag van de auto op de

openbare ruimte. Voorzitter, dat ruiintebeslag is zo groot dat kinderen in veel straten niet eens meer

kunnen "kantjebutsen". Ik weet niet of iedereen weet wat dat is, maar ik deed het vroeger heel vaak.

Mijn punt is dat de straat van de kinderen is afgepakt. Zou het geen idee zijn om te onderzoeken of we de

straat niet weer kunnen teruggeven aan de kinderen? En dan niet voor een enkele keer bij een

gelegenheid of een evenement. Zou het geen aardig idee zijn om te onderzoeken of we dat niet stel-

sehnatig moeten doen? Bijvoorbeeld in het kader van een bestemmingsplan?

Er is een bedrag van f 500.000,-- opgenomen om een kunstijsbaan mogelijk te maken tussen

Veestraatbrug en Havenbrug. Gerekend wordt op een bijdrage van vier ton van particulieren. Zit dat

-17- 14 jum- 200 1.

erin? Is dat ergens op gebaseerd? En gaat het hier om een techniek waannee we tien jaar of langer

vooruit kunnen?

Voorzitter, tot slot van mijn bijdrage wil ik nog een paar woorden wijden aan het onderwerp

communicatie. Ik bedoel dan niet de connnunicatie met de raad maar de communicatie met de bevolking.

Hoe je er verder ook over denkt, maar de onderwerpen waar ik de laatste tijd het meest op ben

aangesproken, zijn het reisje naar Berlijn en het borrelen door de raad, zoals het Eindhovens Dagblad

kopte. De meestgestelde vraag luidt, temninste aan mijn adres: dat betalen ze zeker toch zelf wel? Ik

hoor graag uw antwoord. 1

Het lid PRAASTERINK (Offi: Voorzitter! 'Een langgerekt hopen maakt het hart ziek", aldus het

boek Spreuken (13:12). Wi Nederlanders zeggen dan: "hoop doet leven". En Ondernemend Hehnond

constateert dat het college nog steeds die hoop niet heeft opgegeven. Er liggen nog steeds veel plannen

vastgelegd in hopen papier. We wachten naar aanleiding van uw brief d.d. 17 mei de fmanciële analyse

en paragrafen benodigd voor het strategisch meerjarenbeleids- en investeringsplan (SMBI) maar weer af.

Wij vragen -ons af of er ook weer hoop is voor 't Hout, de grootste wijk in Hehnond, en voor

Brandevoort, het multifunctionele centrwn aldaar.

Ondernemend Helmond zal in haar bijdrage de voorgestelde besluitenlijst volgen en wil in een

bijlage nog wat detailvragen stellen.

Toetsingscriteria.

Wij gaan akkoord met de toetsingseriteria, onder voorwaarde dat de Traverse en/of de onder-

tunneling daarvan aan de criteria wordt toegevoegd. Inmiddels bevind ik mii daarbij in het gezelschap

van de heren Van der Zanden en Tielemans. Met andere woorden: we willen dat in het inves-

teringsprogramma in het kader van de bereikbaarheid ook de Traverse als speerpunt wordt meegenomen.

Wat ons rest, is de vraag wat we met niet-genoemde ambities gaan doen en of een en ander praktisch is

te behappen door het college van burgemeester en wethouders, ambtelijke medewerkers en raad. Ik denk

dan aan projecten als het Steenwegkwartier, het centrum van Stiphout, het centrum van 't Hout, het

Hatematerrein, het Clerkx-van Dainterrein en de Goorloopzone.

Spelregels.

Wij gaan akkoord met de fmanciële spelregels zoals die zijn verwoord bladzijde 5 van de

Voorjaarsnota. Ook hier willen wij dat meevallers in welke zin dan ook terugvloeien naar de algemene

dienst, waardoor de raad, en niet de wethouder of betrokken dienst, bepaalt waarvoor deze middelen

moeten worden ingezet. Dat geldt in het bijzonder voor meevallers in het kader van het

aanbestedingsbeleid.

Belastingen.

Ondernemend Helmond gaat voorlopig niet akkoord met de verhog van de onroerende-

zaakbelasting met 4%. De heer Van Heugten heeft op dat punt een goed pleidooi gehouden. Alvorens wij

tot verhog'mg overgaan, willen wij inzicht hebben in met name de effecten van de herwaardering van het

onroerend goed, alsmede in de tariefsverhogingen die door nutsbedrijven (de afvalstoffenheffing e.d.)

worden doorgevoerd en het effect daarvan op de woonlasten. Mutatis mutandis geldt dit ook voor de

opstelling van de legeskosten.

Rioolrecht.

Ondernemend Hehnond kan zich verenigen met het uitgangspunt dat het rioolrecht en de af-

valstoffenheffmg kostendekkend blijven, onder voorwaarde dat extra kosten als gevolg van nieuw beleid,

zoals het Waterplan, niet op de burgers wordt afgewenteld. Concreet gaat het Waterplan in 2002 circa

f 2,5 miljoen kosten en over de komende vier jaren f 9,5 miljoen. Dat geldt evenzeer voor de mogelijke

bijdrage van het rioleringsprogrannna aan Binnenstad-Oost. Daarover willen we voor de

begrotingsbehandeling meer duidelijkheid. Met de crossborder leasing van het rioleringstelsel gaan wij

niet akkoord.

Grondprijzen.

In het kader van de grondprijzen hebben wij iinniddels een vergelijkend overzicht ontvangen. Wat

wij niet ontvingen maar wel hadden gevraagd, is een vergelijking met de grondprijzen in de on-diggende

gemeentes zoals Laarbeek. Bij de vorige begrotingsbehandeling hebben wij al gezegd dat grondpr'ijzen

ook naar beneden bijgesteld zouden moeten kunnen worden. Ik heb kennis genomen van de opmerking

van de heer Damen daarover.

-18- 14 juni 2001.

Wij nemen niet alleen kennis van het begrotingsperspectief, wij willen er zelfs iets over zeggen.

Bij de commissiebehandeling hebben wij duidelijk gesteld dat de dekking van de begroting boterzacht is.

Geen happy days are here aga'm, geen sky above die clear again is, maar donderwolken aan de blauwe

hemel.

Begrotingsperspectief.

1 .Een bespar' op inkoop en aanbested'mgen voor een bedral- van f 1 miljoen zou wellicht tot de

mg

mogelijkheden kunnen behoren, maar onttrekt zich als zodanig volledig aan de controle van de raad.

Leuk bedacht, maar niet te controleren.

2. Wij stelden op 23 mei dat wij inzicht wilden hebben in de verdeling van de verwachte meeropbrengst

legeskosten en opbrengsten uit het gemeentefonds. Over de tarieven maakten wij al een voorbehoud in

die zin dat de verhouding van belang is. Als de legeskosten bijvoorbeeld voor 90% voor de dekking

van de f 1 miljoen zouden moeten zorgen, dan hebben wij daar onze bedenkingen tegen. Dat zou

namelijk een forse verhoging beteken.

3. Berkendonk mag wat ons betreft kostendekkend worden. De kosten dienen structureel te worden

gedekt. Als de politiek de entree gratis wil maken, dan moet dat via de begroting en niet via de

reserves. Voor ons geldt dat de gebruiker best kan betalen. Voor schrijnende gevallen zijn er andere

fondsen, zoals het participatiefonds.

4. Wij geloven niet in een bezuinigingsoperatie in de orde van grootte van f 1 miljoen. Bij herhaling

hebben wij erop aangedrongen dat de resultaten van de destijds 'm gang gezette oderatie task force ter

kennis van conunissie en raad gebracht zouden worden. Recentelijk hebben wij dat nog gedaan bij de

behandeling van Marap 1 en Voorjaarsnota in de commissie fmanciën. Daar waar het ziekteverzuim

een aanwijzing zou kunnen zijn voor de werkdruk, dienen wij ervoor te waken nog meer druk, in dit

geval bezuinigingsdruk, bij het ambtelijk apparaat te leggen. Het ware beter bepaalde, voorlopig in de

tijd fmancieel onhaalbare, ambities te temporiseren of af te stoten. Het is belachelijk zaken aan te

kaarten, ook bij burgers en inspraakgroepen, waarvan we nu al weten dat er geen geld voor

beschikbaar is de komende jaren.

5. O.i. moet er wel ruimte worden gevonden in de post inhuur en (externe) advisering. Daar moet zelfs

meer ruhnte worden gevonden dan f 1 miljoen. Op basis van een uitgavepakket van f 15 miljoen moet

het mogelijk zijn tot meer besparingen te komen. Ook hier zou het afstoten van taken en onhaalbare

onderzoeken tot een een meeropbrengst moeten leiden. We hebben in dat kader ook niet meer geld

voor BVR en de Hoofdwegenstructuur (210.15) over.

6. De opbrengsten van Obragas zijn in onze ogen hoogst onzeker op dit moment. Hoe hoog de

renteopbrengsten van de garantiestelling zullen zijn en in welk jaar die ingeboekt zouden kunnen

worden, is voor ons een groot vraagteken.

7. Teleurstellend zijn 'm onze ogen de extra opbrengsten die er via de GSB-middelen zouden moeten

komen. Het is simpel om een Grotestedenbeleid (GSB) op te zetten waarbij gemeenten verplicht

worden een deel van hun middelen min of meer geoormerkt in te zetten zonder dat daar een fat-

soenlijke financiële compensatie van het rijk tegenoverstaat. Wij hebben begrepen dat de inzet van het

rijk voor Helmond circa f 200.000,-- is, terwijl het convenant met de provincie nog niet rond is. Wij

nemen aan dat hiervoor in gezamenlijk overleg tussen de aangewezen gemeenten verdere

onderhandelingen gevoerd gaan worden.

8. Wij willen inzicht hebben in de middelen die door de afdeling beheer gemeentelijke gebouwen (BGG)

zijn gegenereerd. Uit de mededeling van het college van burgemeester en wethouders tijdens de

behandeling van de Marap hebben wij begrepen dat de onderhoudsreserve voor de gemeentelijke

gebouwen onvoldoende is. Naar de opbouw van deze reserve en de daarop rustende claims zijn w'ij'

uitennate benieuwd. Wij z'ij'n van memnii dat deze reserve primair op peil moet worden gebracht,

alvorens er middelen ter beschikking kunnen komen van de algemene dienst. Het rapport inzake de

BGG zouden wij alsnog graag ter bespreking k-r'ij'gen.

9. Wij zijn destijds bij de begrotingsbehandeling tegen onttrekking van f 2 miljoen aan de post on-

voorzien geweest, om de doodeenvoudige reden dat wij bang waren dat deze post daardoor on-

voldoende groot zou worden. Onze vrees is helaas bewaarheid, zoals bij de behandeling van de Marap

bleek. We zijn de wethouder erkentelijk voor de toezegging gedaan in de laatste raadsvergadering dat

er geen oneigenlijke dekkingen zullen plaatsvinden en dat posten die onder onvoorzien geboekt

zouden moeten worden daar ook onder ondergebracht worden, ook al zou zulks betekenen dat de post

-19- 14 juni 2001.

onvoorzien negatief zou worden. Dat verduidelijkt de zaak. Naar onze mening zal er echter in de

begroting voor de komende jaren met een hogere reservering voor de post onvoorzien rekening

gehouden moeten worden.

10.In het investeringsprogramma wordt veelvuldig als dekking aangegeven de reserve infrastructurele

werken voor een totaal bedrag van circa f 6 miljoen. Voor de goede orde constateren wij dat deze

reserve negatief is.

EvenMcht.

Concreet houdt dit evenwicht 'm dat er geschrapt of bijgesteld moet worden in het investe-

rmgsperspectief, zoals het college zelf al aangeeft op bladzijde 27 van de Voorjaarsnota. Dat klemt te

meer, daar er steeds meer berichten uit de wijken komen dat de middelen onevenredig verdeeld worden

over de stad. Reeds meerdere nhden hebben wij bij de behandeling van de plankosten gesteld dat het niet

aangaat allerlei kosten op dit gebied te maken, terwijl wij van tevoren weten dat het geld voor de

uitvoering ervan niet of pas veel later aanwezig zal zijn. Wij wijzen in dit kader op de beloftes die ten

aanzien van 't Hout en het multicultureel centrum in Brandevoort zijn gedaan. In het

investeringsprogranu-na z'ij'n er nauwelijks middelen gereserveerd voor de wegenstructuur in 't Hout,

zeker niet ten bedrage van de f 12,5 miljoen die volgens een ambtelijk rapport nodig zou zijn.

Mijnheer de voorzitter! Wij praten over richtingen en niet over concrete invullingen van het

investeringsprogramma. Ik noem zomaar wat overwegingen die wij het college willen meegeven.

Wij hebben de moeite eens genomen te tellen wat er aan nieuwe zaken in het investerings-

programma wordt opgenomen. We komen dan op 98 m'euwe zaken op een totaal van 140 lopende zaken.

Dat wil zeggen dat 70 % van de in het investeringsprogramma genoemde zaken is veranderd, gewijzigd of

bijgesteld. Daar moet de raad ineens maar mee akkoord gaan, zonder dat daar discussies over hebben

plaatsgevonden. Dat vinden wij nogal wat. De vraag is of wij alles nog wel inhoudelijk kunnen volgen.

Voor ons betekent dit dat er meer verduidelijking moet komen om te zijner tijd bij begrotingsbehandeling

tot een afgewogen oordeel te kunnen komen.

Vervolgens wordt er nogal veel opgeofferd aan het speerpuntenbeleid. De vraag is of daardoor

langzamerhand in de rest van de stad geen zaken in de klem komen. Wat hebben we aan allerlei

accommodaties in Binnenstad-Oost als we rüet weten welke bewoners er in de toekomst komen en hoe het

behoeftepatroon van deze bewoners ligt? Anderzijds blijkt dat er op relatief korte terinijn wel behoefte

bestaat aan een openbare school in Brandevoort. Dat betekent opnieuw afivegen en connnuniceren.

Speerpunten.

A. Binnenstad-Oost.

Gelet op de financiële inschatting die wij maken met betrekking tot de ter beschikking komende

middelen, mogen de investeringen in acconnnodaties getemporiseerd worden. Wij weten ffi. op dit

moment niet voor welke groepen wij die gaan neerzetten. Overigens baart de voortgang ons wel zorgen.

B. Centrum.

Een investering van f 22,5 miljoen in de vonn van een kunst- en cultuurcluster willen wij eerst op

haalbaarheid getoetst hebben. Zeker in het kader van de ontwikkelingen op het gebied van leisure en de

ontwikkelde particuliere initiatieven (i.e. de heer Coolen), kunnen wij dit nu niet afwegen en maken wij

derhalve een voorbehoud. Als wij zien wat er tot nu toe is bereikt, dan hadden wij voor die invester'mgen

en onderzoeken veel directer kunnen werken. Wij zijn nog steeds voor parkeren, gedeeltelijk op of onder

de Markt. Ook de VVD-fractie pleitte daarvoor. We zijn ook nog steeds voor cosmetische maatregelen

op de Markt, bedoeld is het intiemer maken van de Markt. We zijn zeker niet voor verdere onderzoeken

of het uittrekken van extra geld hiervoor.

C. Bereikbaarheid.

Tijdens de behandeling van de door DHV gepresenteerde modellen hebben wij al aangegeven dat

wat ons aangaat niet alle modellen hoeven te worden uitgevoerd. We hebben de voorkeur uitgesproken

voor afweging van twee modellen. De rest hoeft van Ondernemend Helmond niet. Dat betekent dat wij

geen behoefte hebben aan verdere onderzoeken. Anders gezegd- een investering van f 250.000,-- willen

wij eerst onderbouwd zien.

De Traverse willen wij onder bereikbaarheid opgevoerd zien. Dit is voor Ondernemend Helmond

een hard punt. De urgentie van een aantal nieuwe investeringen in wegen en vervoer willen we te zijner

tijd nader bezien. Wij verzoeken het college dan ook hier nu reeds kritisch naar te kijken. Daarbij doelen

wij op verdere investeringen in planvorrning, doortrekking Kromme Steenweg, het station in

-20- 14 juni 2001.

Brandevoort, cosmetische maatregelen aan de Traverse enz. Wat er gebeurd is in 't Hout met de

reconstructie van het centrum, Hoofdweg/Mierloseweg e.d. is een schandaal. Dat werkt er bepaald niet

aan mee dat burgers vertrouwen hebben in de politiek. Het gaat niet aan om met externe hulp een rapport

te maken waarbij er f 12,5 miljoen wordt uitgetrokken voor de reconstructie. Dat geld hebben wij de

komende jaren gewoon niet.

Ook zullen we kritisch kijken naar de ontwikkeling van het fietspadennetwerk. En als er dan toch

keuzes gemaakt moeten worden, dan moeten wij ook kritisch gaan kijken naar de ontwikkelingen in het

Stationskwartier en de geplande maatregelen met betrekking tot de aansluiting van de Annaw"k.

ij

E. Veiligheid.

W" gaan akkoord met dit speerpunt. Bij de afgelopen begrotingsbehandeling hebben wij al bepleit

ij

dat wij het handhavingbeleid meer gestalte zouden willen geven. Wellicht kan het college dat meenemen.

F. Onderwijs.

Destijds hebben wij bij de doordecentralisatie gesteld dat het geven van geld geen oplossing is. Wij

hebben uitdrukkelijk aangedrongen op een inspanningsverplicht' van de onderwijskant. Wat we

mg

daannee bedoelden, was en is dat het geld gekoppeld moest worden aan het aantal leerlingen en niet á

fonds perdu zou worden weggegeven. Achteraf hebben we spijt dat niet alle feiten boven tafel zijn

gekomen, want dat had wellicht veel wrevel voorkomen, ook in onderwijskringen. Terug naar de

werkelijkheid. Er komt f 29 miljoen ter beschikking voor onderwijs. Dat is een goede zaak. Maar

waaraan die worden besteed, kunnen wij op dit moment niet beoordelen. Wij zullen ons oordeel hierover

later geven. Voor de goede orde: wij hebben twee brieven gestuurd, over de ontwikkelingen van Fontys

en Keizer'm Marialaan. Wij hebben gevraagd die te agenderen.

G. Kenniswijk.

We zijn uitermate kritisch ten aanzien van de ontwikkeling van Kenniswijk. Wat we bij voort-

during missen, is achtergronden met betrekking tot leveranciers, bekabeling, deelnemers etc. De

resultaten van IT-ondememmgen zoals van KPN noden in ieder geval tot de nodige voorzichtigheid. In

dat kader willen we wel eens praten over datgene wat er in het kader van de cofmancier' van de

mg

f 11,50-middelen naar Hehnond en/of Kenniswijk is gekomen dan wel gaat komen. Kortom: we hebben

nogal wat kanttekeningen.

Aanpassingen van gemeentelijk gebouwen, bijvoorbeeld van het Stadskantoor. dienen via de

reserves van BGG te worden betaald en o.i. niet via het investeringsprogramma. Voor dit soort

investeringen dient een plan te komen. Bij de behandeling van het bedrijfsplan BGG willen we hierop

terugkomen. Het gaat niet aan om uit deze reserve onderhoud te betalen aan bijvoorbeeld 't Speelhuis.

Daar is een onderhoudsreserve voor.

Dit betekent dat er veel posten zijn die wij kritisch willen beschouwen en waar wij het nodige

wisselgeld bij willen zien. Ik som ze hier even op:

02: klhnaatbeheersing Stadskantoor ad f 1. 150.000,

210: leemberging ad f 750.000,--;

210: winkelcentrum Straakven ad f 1.583.550,--;

210.15: plankosten infrastructuur ad f 168.000,---5

230: vervohnaken fietspadennetwerk ad f 500.000,---?

230: station Brandevoort ad f 500.000,---

310: facility-point ad f 1.000.000,--;

310: economisch Stiinuleringscentrum totaal ad f 1.500000

310: Rehnond ondernemende stad;

3 10: ijsbaan ad f 500.000,---

320.90: mar~ Brandevoòrt De Veste ad f 1.000.000,--;

515. 1Ob: herhuisvesting kunst- en cultuurcluster ad f 2.500.000,---?

580.40: Berkendonk ad f 250.000,--;

660. 10: wijkaccommodatie Birmenstad-Oost ad f 1.590.000,--;

660.20a: noodvoorziening school ad f 500.000,--;

710.50: islamitische begraafplaats ad f 300.000,--;

730. e.v.: Waterplan investeringen ad f 2.484.000,--;

840: iinplementatie plan BVR ad f 1.000.000,--;

870: woonwagenbeleid ad f 1.700.000,--;

-21- 14 juni 2001.

880.90a: herstructurering Binnenstad-Oost ad f 1.000.000,--;

Ik zal de wethouder de lijst overhandigen, zodat hij ons aan de hand daarvan antwoord kan geven.

Voorzitter, er valt nog veel te zeggen. Maar tot slot nog dit. Ondernemend Hehnond is het -niet

eens met de voorgestelde dekking. Die is boterzacht. Ondernemend Hehnond wil veel meer uitleg over

het investeringsprogrannna. Ondernemend Hehnond wil herschikking van een aantal zaken.

Ondernemend Hehnond zal bij de behandeling van de diverse kredietvoorstellen hierop terugkomen. W"

ij

zijn benieuwd naar de antwoorden.

Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Voorzitter! Geld bepaalt veel. Daar worden wij

vandaag met onze neus op gedrukt. Met geld kunnen we veel doen en we hebben er de afgelopen periode

ook veel mee gedaan. Veel zaken staan goed op de rails in Hehnond, de basisvoorwaarden voor

zekerheid en houvast voor de burger. En we hebben een goed begin met mooie stukken stads-

vernieuwing, van Kasteel tot Kluisstraat, Lambertushof en natuurlijk de Kanaalzone met de prachtige

Boscotondogebouwen.

We zien ook dat geld bepaalde processen vlot kan trekken, zoals nu gebeurt met de onder-

wijshuisvesting. Geld kan helaas ook een factor zijn die afleidt van de zaak als erom gevochten moet

worden en als het alleen maar meer belangrijk is wie er wint! Maar geld is ook een beperkte factor. Wij

kopen er bijvoorbeeld geen oplossingen mee voor onze maatschappelijke problemen. Accommodaties

bouwen alleen is geen garantie voor iyoed beleid als het om een jongerencentrum of een brede school

gaat. Daarvoor is meer nodig. Juist de extra inspanningen op het gebied van cornmumceren, motiveren,

van samenwerking met partners, van overleg met bewoners, die extra's die we als gemeente aan de

gemeenschap kunnen bieden, die zijn niet voor geld te koop. Met andere woorden: het investeren in

goede relaties met allerlei interne en externe partners zou voor GroenLinks ook een speerpunt mogen

zijn. Dit ter inleiding.

In onze reactie op de speerpunten en de dekkingsvoorstellen voor het tekort zullen we aangeven

dat er te weinig fmanciële ruimte is en dat we weinig vertrouwen hebben in het dekkingsvoorstel. In ons

verhaal zullen zes thema's vaak terugkomen, die we met de letters i, c en t (ICT) aanduiden - hoewel

GroenLhiks wat investeren in Kenniswijk betreft zich terughoudend opstelt.

De i's staan voor: integraal werken en voor infon-natie.

Integraal werken is een must om niet met halve oplossingen te komen, bijvoorbeeld bij de in-

tensivering van het casemanagement om langdurig-werklozen door de draaideur heen te helpen. Gelukkig

hebben we het Grotestedenbeleid om onszelf en de ambtenaren te dwingen om de broodnodige

dwarsverbanden te leggen bij de vele projecten in met name de herstructureringsgebieden.

De tweede i staat voor infonnatievoorziening. Volledige, eerlijke gegevens, infonnatie waar we op

kwmen vertrouwen, zijn belangrijk voor de bereidheid en de motivatie om mee te willen praten en

denken. Dit geldt voor onze eigen organisatie, maar zeker als we met groepen burgers of partijen in de

stad iets willen bereiken. BVR heeft hiervoor een goede aanzet gegeven en we zouden zo'n aanpak ook

voor Binnenstad-Oost en voor het Hatematerrein wensen. GroenLinks stuurde het college een brief met

een aantal concrete vragen over het proces in Binnenstad-Oost om aan te geven dat we zonder die

antwoorden moeilijk mee kunnen praten en een oordeel kunnen vortnen.

De twee c's staan voor communicatie en coöperatie.

Connnunicatie wordt te vaak verward met voorlichting. Het is echter tweezijdig, ook het

terugkoppelen, de feedback, hoort bij connnuniceren. Openheid en iets doen met de feedback ontbraken

volgens ons rond de Speelhuisdiscussie van het afgelopen jaar.

Coöperatie oftewel samenwerking met de partners waarmee we iets willen realiseren, gaat niet

vanzelf. Door goede afspraken te maken met bijvoorbeeld het onderwijsveld, de woningbouwcorporaties

of de welzijnsinstellingen, moeten we conflicten zien te vennijden. Als voorbeeld nemen we de

overheveling van het buurtconciërgewerk onlangs. We hebben al die partners nodig om ons beleid te

formuleren en af te stemmen op de praktijk om te kunnen komen tot een haalbare uitvoering.

Onderwijsbeleid, sociaal beleid, het volkshuisvestingsplan en dergelijke komen door samenwerking tot

stand, niet uit het stadskantoor alleen.

De twee t's zijn van tijdigheid en totaalvisie.

Het is handig om over projecten en deelplannen heen te kijken naar de toekomst. De Stadsvisie is

vaak nog te vaag; we hebben behoefte om tijdig over de nadere, meer concrete invulling van die visie te

-22- 14 juni 2001.

discussiëren, zodat we gezamenlijk een gedeelde koers varen en we niet verrast worden door wilde

ideeën, zoals het megapretpark of de ijsbaan.

Wij gaan nu over tot onze reactie op de Voorjaarsnota, het tekort en het dekkingsvoorstel.

Zowel aan de inkomstenkant als bij het dekkingsvoorstel van het tekort bestaan nogal wat on-

zekerheden. De structurele inkomsten laten geen ruimte voor nieuw beleid en voor meuwe investeringen.

Als dat betekent dat er op het gebied van welzijn, zorg en veiligheid niet verder gewerkt kan worden aan

de uitbreiding van beroepsmatige ondersteuning, dan is dat voor ons niet acceptabel. Wij denken dan aan

de ouderenzorg, ook voor allochtone ouderen, en aan de Stichting Stadswacht, die een nieuw tijdperk

ingaat met de uitbreiding van nieuwe functies op het gebied van leefbaarheid en beheer. Zowel voor

vrijwilligers bij de welzijnsinstellingen als voor de ID-banen bij de stadswacht geldt dat beroepsmatige

ondersteuning van groot belang is voor de continiiiteit en voor de aansturing. Voldoende f~ciële

armslag is daarbij gewenst.

Bij het dekkingsvoorstel voor het tekort van f 5,6 miljoen hebben wij twijfels, omdat we bang zijn

dat de bezuinigingen die door de gemeentelijke organisatie moeten worden opgeb , ten te gaan

van o.a. klantvriendelijkheid en slagvaardigheid, zaken die we hoog in het vaandel hebben. De

uitbreiding van de capaciteit is hard nodig en wij vinden het een goede zaak, maar de werving is nog

maar pas op gang. De reorganisatie vraagt ook nog veel aandacht in de komende jaren. Dus de

voorgestelde besparing op inhuur lijkt een moeizame klus. Het realiseren van aanzienlijke bezuinigingen

op inkopen en aanbestedingen stelt hoge eisen aan de efficiency, zoals volgens ons nog niet eerder

vertoond is. Al met al hebben we weinig vertrouwen dat het lukt de voorgestelde bezuiniging zonder

kleerscheuren te halen.

Naar aanleiding van de speerpunten willen we de volgende opmerkingen plaatsen.

Binnenstad-Oost.

Dit onderwerp staat bovenaan, maar de zaak loopt nog niet vlot. Vele tekenen wijzen op een

vastzittend proces. Ook het stijgende tekort aan huurwoningen verdient meer aandacht van de gemeente,

denken wij. Het uitstellen van de meerjarenbegroting voor stedelijke verm'euw'mg en van het

volkshuisvestingsplan lijkt onverantwoord. De grote vraag waar niet alleen GroenLinks mee zit is: hoe

komt het proces verder? Voor 2002 tot en met 2005 trekt het college f 21,4 miljoen uit voor Binnenstad-

Oost, waarvan f 17 miljoen voor welzijnsvoorzien'mgen, het wijkhuis, de brede school en de

jongerenaccommodatie. Wij denken dat wij er niet zijn met alleen voldoende geld op de plank. Wel is dat

een vereiste, maar de winst moeten we halen uit een bundeling van krachten, zoals we eerder stelden. Er

is veel kennis en informatie verzameld maar die zal samen met de mensen waar het om gaat, gebruikt

moeten worden. De professionele krachten zullen een wijkgericht aanbod moeten maken dat werkelijk

vooruitgang brengt in het gebruik van de accommodaties en voorzieningen. En met dit proces zijn we

nog te weinig bezig. De kansen zijn er. Wij vinden dat er dan ook in fmancieel opzicht ruimte en

flexibiliteit geboden moeten worden. GroenLinks sluit niet uit dat dit om meer middelen vraagt dan er nu

beschikbaar zijn.

Centrum.

De plannen voor een compact centrum spreken ons aan en ook de aanpak van lopende projecten

getuigt van visie. Professionalisering van het centrummanagement en een goede brancheringscommissie

zijn belangrijk voor de invulling van m'euwe winkelgebieden en voor activiteiten ten behoeve van de

levendigheid op straat. In de kunst- en cultuurcluster is plaats voor de bibliotheek, het kunstencentrum,

de frontoffice van het archief en dergelijke ftmcties. Nu er plannen zijn voor bomen op de Markt en

misschien ook voor fietsen en we een Waterplan hebben, evenals een ecowijk en zonne-energie en nu we

ecoteams gaan stimuleren in Hehnond, past het volgens ons ook om goede publieksvoorlichting over

milieuzaken een plaats te geven in het centrum. Steeds meer inwoners vragen naar mogelijkheden om

zelf aan milieumaatregelen te werken en het zou goed zijn als ze alle informatie op één adres zouden

kunnen vinden.

Bereikbaarheid.

De bereikbaarheid van onze stad vraagt binnen afzienbare tijd forse beslissingen. Ook GroenLinks

vindt dat de stad alleen kan functioneren als ze goed bereikbaar is. We sluiten de aanleg van wegen niet

uit. Ze zullen helaas niet te voorkomen zijn. Maar in het kader van het voortgaande pleiten we opnieuw

voor meer openbaar vervoer en voor stimulering van het fietsgebruik. Als het gaat om het openbaar

vervoer, maiy er best wat meer aan promotie en stimulering gedaan worden, ook door de busmaatschappij

-23- 14 juni 2001.

en de NS zelf. Bijvoorbeeld kortingsacties, een actie op de koopzondagen december enz. Hieraan mag

de gemeente best incidenteel bijdragen, want het kan veel geld uitsparen als er minder parkeerplaatsen

aangelegd hoeven te worden.

Verder stellen we voor om het geld voor fietspaden weer op te hogen tot het niveau van de vorige

collegeperiode, namelijk f 1 miljoen in plaats van f 0,5 miljoen per jaar.

Brandevoort.

De planning van de voorzieningen is uitgesteld in de Voorjaarsnota. Het multifunctioneel centrum

en de tweede basisschool in De Veste komen pas twee jaar later, in 2005 of 2006. Wij vinden dit te laat

en vinden uitstel dus geen goed idee. De openbare basisschool zou moeten beginnen met noodlokalen

waarvoor f 1 miljoen moet worden uitgegeven, terwijl deze lokalen na twee jaar weer overbodig zijn; dat

verdient deze school niet. Ook lijkt uitstel niet erg netjes tegenover de m'euwe mwoners, die flink

meebetalen aan de voorzieningen middels de grondprijzen van hun woningen. We vragen met klem om

een herschikking van middelen om de voorziemngen naar voren te halen.

Onderwijs.

Over het punt onderwijs en de onderwijshuisvesting zijn wij positief. Wij hebben lang gevraagd

om de nodige middelen, die nu dan ook vrijgemaakt zijn. Eindelijk gloort er licht aan de horizon. De

overlegprocessen in het onderw"sveld zijn weer op gang; men kan vooruit.

ij

We zouden eens moeten nadenken over hoe we als gemeente bijvoorbeeld ook in de welzijnssector

een hnpuls kunnen geven om de verschillende instellingen te motiveren tot meer samenwerking.

Aan het eind van ons betoog willen we nog een paar zaken toevoegen die volgens ons ook

aandacht verdienen. Ten eerste de energieproblematiek en ten tweede de bestuurlijke veranderingen, de

zogenaamde dualisering.

De energieproblematiek vraagt steeds meer onze aandacht. Was het eerst vanuit de verwachte

schaarste, meer en meer wordt duidelijk dat de gevolgen van de enorme uitstoot van C02 niet kunnen

uitblijven. En of het nu is vanuit de gedachte dat we Gods schepping slechts in bruildeen hebben, of uit

zorg voor onze eigen toekomst of die van ons nageslacht of anderszins, we moeten komen tot veel

minder uitstoot. De klimatologische gevolgen voor de annen in de Derde Wereld vinden wij nog het

meest schrijnend. De rijksoverheid heeft hiervoor een plan opgezet dat waarschijnlijk niet gehaald wordt

en in ieder geval veel te minimaal van omvang is. Ook op gemeentelijk niveau kunnen we er veel aan

doen.

a. Intern zullen we meer aandacht moeten krijgen voor zuimg materiaalgebruik, energiezuinige

apparaten, de manier waarop we reizen, in de eerste plaats naar onze werkplek.

b. Er worden veel moderne gebouwen m onze stad gerealiseerd en er zitten er veel in de pijplijn.

Zouden die gebouwen dan ook niet modern moeten zijn op het gebied van wan-nwatervoorziening,

isolatieglas, passief gebruik van zonlicht etc.? Zouden we niet meer eisen voor duurzaam bouwen in

de voorschriften kunnen opnemen? De fractievoorzitter van de PvdA maakte ons al eens attent op de

stijgende energiekosten in buurt- en wijkhuizen en bijvoorbeeld Het Baken.

GroenLhiks pleit ervoor om zo snel mogelijk een overzicht, een soort energetische voetafdruk, te

maken van het energiegebruik in alle overheids- en semi-overheidsgebouwen. De vele bezoekers van

deze gebouwen zouden, met behulp van enige voorlichting, een goede indruk kunnen krijgen van de

getroffen energiemaatregelen en het effect ervan. We moeten natuurlijk eerst de meest effectieve

maatregelen uitvoeren. Vooruitlopend hierop stellen we voor een bedrag van f 500.000,-- vrij te maken.

We slaan dan twee vliegen in een klap: energiebesparing en kostendrukking bij bijvoorbeeld wijkcentra.

De dualisering.

Dualisering met ingang van de volgende raadsperiode lijkt een feit. Hoe de invulling ook wordt en

wie in Hehnond daar ook over beslissen, we zullen in het komende begrotingsjaar rekem'ng moeten

houden met uitgaven voor dit punt. GroenLinks is in ieder geval voor forse ondersteuning van de raad,

zowel qua infrastructuur als qua ambtelijke ondersteuning. We pleiten dan ook voor opname van

f 250.000,-- in de begroting van 2002 voor ondersteuning van de gemeenteraad.

Voorzitter, in een stad van ruim 80.000 'mwoners met veel m'euwe mwoners en met diverse

etnische groepen wordt in deze tijd veel van de overheid verwacht: schoolgebouwen en het onderhoud

ervan, wegen, wijk- en buurthuizen, sportacconnnodaties, veel groen, tienerhuis en jongerencentra,

straathoekwerk en opvang van vluchtelingen, schouwburg, bibliotheek. En dat is nog maar een greep. En

omdat niet alles tegelijk kan, moeten vele noden en initiatieven vaak jaren wachten - of ze komen nooit

-24- 14 juni 2001.

aan de beurt. Aan de wethouders dan vaak de ondankbare taak om dit uit te moeten leggen. Vaak wordt

een portefeuille hierdoor erg zwaar. Men denke maar eens aan die van onderwijs. We en ons dan

ook eerst erover verwonderd en later eraan geërgerd dat er in de Voorjaarsnota een bedrag van

f 500.000,-- is opgenomen voor een ijsbaan. We zouden deze wens eens moeten wegen tegenover andere

noden. Als GroenLinks dat doet, scoort zo'n dure ijsbaan niet in de top. En we vinden in elk geval dat

dit initiatief netjes moet aansluiten in de rij van zaken die óók moeten gebeuren. Laten we na eens

over een ijsbaan gaan nadenken. Er zijn genoeg problemen die al heel lang wachten.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Vandaag staat de vaststelling van de Voorjaarsnota 2001 op

onze raadsagenda. Het is de eerste Voorjaarsnota in deze nieuwe omgeving, maar het zijn ook de laatste

richtinggevende uitgangspunten van dit college en deze gemeenteraad inzake de begroting 2002. De

begroting 2002 die, gezien de gemeenteraadsverkiezing in maart komend jaar, als een erfenis beschouwd

kan worden bij de komende samenstelt van het stadsbestuur van 0 .

Maar dit concluderen is net zoiets als een open deur intrappen. Hier zit echter wel het heikele punt

voor Hehnondse Belangen. Wij kwmen natuurlijk best leven met de gedachte dat wij ook het volgende

jaar een stempel drukken op de gemeentelijke uitgaven c.q. het huishoudboekje van de gemeente. Echter,

in het conceptbesluit staat ook dat de raad zou moeten instemmen met het conceptinvesteringsprogramma

2002-2005. Het college stelt in de Voorjaarsnota echter ook dat het zich fmancieel niet aansprakelijk stelt

voor de investeringsruiinte na 2004 en 2005. Er is dus in vele gevallen geen dekking, zoals ons

med~lid de heer Praasterink al heeft aangegeven. Het college noemt het vooruitgeschoven

investeringen. Daar wensen wij onze instemming niet aan te geven.

Besturen is vooruitzien en is feitelijk oneindig, voor zover de woordkeuze "oneindig" hier

betrekking op heeft. Wijze woorden die door ons werden opgetekend uit de mond van een oud-

bestuurder. Ik noem geen namen, maar hij is nu voorzitter van een Hehnondse wonmgeorporatie. Wat te

zeggen van bijvoorbeeld het vooruitschuiven van investeringen na eerder gedane toezegg'mgen aan

womngcorporatie Helmond West, ondanks de lovende woorden van de wethouders stedelijke

ontwikkeling en stedelijk beheer voor het strategisch voorraadbeheer van deze woningcorporatie? Of

moet zij het bij de herstructurering ook gaan doen met de reguliere budgetten, net zoals in Hehnond-

Noordoost? Schrale troost!

Het is waar dat vele uitgaven binnen het meerjarenontwikkelingsprogrannna en het Grote-

stedenbeleid zijn geoorinerkt. zodat daar niet veel aan getornd kan worden. Vele fracties hebben daarom

nu reeds vele vragen over het investeringsprogranuna 2002-2005. Bijvoorbeeld waarom wel of niet een

ijsbaan, al dan niet medewerking verlenen aan een islamitische begraafplaats (een onderwerp waarover

wij graag zouden willen discussiëren, maar waarvan wij denken dat het op dit moment geen prioriteit

heeft, los van het feit dat wij voor medewerking zijn), wel of niet voldoende middelen voor de

herinrichting van de Hoofdstraat en de Mierloseweg, herinrichting van winkelcentrum Straalcven,

fietsenstalling in Boscotondo enz. Kortom: er moeten nog vele politieke keuzes gemaakt worden.

Besturen is ook het nakomen van toezeggingen of het zorgvuldig afwegen van gedane toezeg-

gingen. Momenteel doet zich een schoolvoorbeeld van het niet-nakomen van gedane toezegg'mgen voor.

De bestuurlijke wil om de onveilige en drukke Mierloseweg in het verlengde van de herinrichting

Hoofdstraat aan te pakken, was ter dege aanwezig tijdens de wijkcontactdag 't Hout in september 1999.

Maar nu langzamerhand de voorlopige en defmitieve ontwerpen van de tekenplank komen, blijkt de

gemeentelijke portemonnee daar niet op te zijn afgestemd. Voor zover wij hebben kunnen nagaan, zijn er

niet voldoende reserveringen voor gedaan in het conceptinvesteringsprogrannna 2002-2005. Terecht is

genoemd dat er van het gereserveerde bedrag f 2 miljoen is doorgeschoven naar Stiphout. Het is

begrijpelijk dat de burgerij, die in vele geledingen was betrokken bij het ontwerpen van de totale

herinrichting, vraagtekens zet bij de huidige constatering dat er geen dekking is voor de plannen. Wat

Hehnondse Belangen betreft dienen er reserveringen in het investeringsprogrannna en het strategisch

meerjarenbeleids- en investeringsplan opgenomen te worden voor de herinrichting van de Hoofdstraat en

de Mierloseweg, waarbij het uitgangspunt moet ziin dat de fases 1, 2 en 3 naadloos op elkaar aansluiten.

Een andere toezegging die het college blijkens de Voorjaarsnota wenst te temporiseren, is de bouw

van het multifunctioneel centrwn in de nieuwbouwwijk Brandevoort. De nieuwbouw is al enkele keren

onderwerp van gesprek geweest en zou volgens de laatste berichten in september 2002 in gebruik

genomen moeten worden. Als wij de huidige voortgang van de nieuwbouwwijk Brandevoort in

-25- 14 juni 2001.

ogenschouw nemen, is het besluit voor Hehnondse Belangen absoluut te doorgronden en begrijpelijk. De

algehele start van de Vinex-locatie heeft een vertraging opgelopen en het temporiseren is een logisch

gevolg hiervan. Omdat het college problemen voorziet in de onderwijshuisvesting, en mogelijk voor

andere ruimten met een sociaal-maatschappelijke functie, stelt het college voor een bedrag van f 1

miljoen op te nemen voor noodvoorzien'mgen. Hiermee is huisvesting gewaarborgd. De situatie is

vergelijkbaar met de opstart van de onderwijsvoorzieningen in Dierdonk. Het college geeft in zijn brief

van 22 mei jl. aan dat het de onderwijshuisvestingsproblematiek in goed overleg met het schoolbestuur

wil aanpakken. Wij wensen het college daar veel succes bij. Nadeel voor de huidige bezwaan-nakers

tegen het uitstel, de bestuurscommissie openbaar basisonderwijs Hehnond, blijft natuurlijk dat de

realisering van de school meelift met het totaalconcept van het multifunctioneel centrum.

En dan is er natuurlijk de winstverwachting uit de verkoop van de aandelen van Obragas. Anderen

hebben daar al van gerept. Als w'ij' het recente artikel uit Binnenlands Bestuur van 8 juni jl. goed

interpreteren, moeten wij inderdaad vrezen dat er een kleinere zilvervloot zal binnenkomen, of te wel een

mindere winstverwachting. Wij dachten ons met f 132 miljoen rijk te kunnen rekenen, maar juist het rijk

zal daar een fikse deuk in schieten. Hoeveel de verkoop van de aandelen Obragas zal opbrengen, is

momenteel koffiedikkiiken. De door de Tweede Kamer aangenomen motie-Crone heeft mogelijk

verstrekkende gevolgen voor het investeringsprograrnma na 2002. Het geld uit de verkoop is innners nu

al gereserveerd voor de inhaalslag van achterstanden op het gebied van de onderwijshuisvesting. Hopelijk

zal de extra bijdrage van het rijk enige soelaas bieden. Natuurlijk zijn wij geïnteresseerd naar de

gezamenlijke actie. de motie die het college op het gisteren en eergisteren gehouden VNG-congres heeft

ingediend. Mocht de winstverwachting tegenvallen en mocht het rijk het waardeverlies niet willen

compenseren, dan zullen wij als gemeente meerdere zaken moeten gaan temporiseren. Kortom,

voorzitter, wij als Helmondse Belangen wensen bij de behandeling van de begroting 2002, die is voorzien

op 8 november a.s., een reëel en bestuurlijk gedragen investeringsprogramma 2002-2005.

Dan is er nog het doorschuiven van het strategisch meerjarenbeleids- en investeringsprogrannna

(SMBI) naar de Voorjaarsnota 2002. tegelijk met het investeringsprogranuna 2003-2006. Dit lijkt politiek

vriendelijk, maar het betekent in werkelijkheid doorschuiven naar een gemeenteraad 'm een meuwe

samenstelling. Bij een investeringsprogramma hoort een tienjarige doorkijk middels het SMBI. In een

verontschuldigende brief wordt de werkdruk ten gevolge van majeure projecten genoemd. Dit is

aamemelijk, maar naar onze inzichten is het wel een wat te gemakkelijk excuus.

Als wij de Voorjaarnota 2001 verder lezen, blijkt dat het huishoudboekje voor volgend jaar weer

sluitend zal worden gemaakt. Geconstateerd wordt dat het onderwijsveld best tevreden is, de

gemeentelijke belasting voor onze burgers ten gevolge van een inflatiecorrectie van 4% worden ver-

zwaard en onze reserves zullen stijgen. Uit een standenlijstje van gemeentelijke belastingen in een

herindelingsfolder blijkt dat de gemeente Hehnond op dat punt heel hoog blijft scoren. Deze week mocht

ik een brochure van de provincie met dezelfde soort informatie ontvangen, waarin te zien is dat Hehnond

met f 1440,--, komt na koploper Nuenen met f 1519,-- en daarna Ravenstein en Lith. Als ik kijk naar de

B5-gemeenten, constateer ik dat Den Bosch met f 1197,-- op een 28' plaats staat, Tilburg met f 1160,--

op een 38" plaats, Breda met f 1143,-- op een 43' plaats en Eindhoven, binnenkort onze naaste buur,

staat nog lager op de lijst, met f 1096,-- per huishouden.

Toch horen wij in alle toonaarden dat het goed gaat met Hehnond. De ambities van Heknond zijn

en blijven hoog. Die moeten worden betaald door overheidsmiddelen en ook door onze burgers. Wat

Hehnondse Belangen betreft is de litnit bij een verhoging de inflatiecorrectie. Als de burgerlijke bijdrage

meer moet worden, zullen wij de eersten zijn die protesteren. Uitgaven mogen worden afgestemd op de

ambities, maar niet tot elke prijs.

Hebben wij als Helmondse Belangen dan geen wensenlijstje? Zijn er geen onderwerpen waar

volgens Hehnondse Belangen geen of onvoldoende aandacht aan wordt besteed? Natuurlijk zijn die er

wel. Het college had niet anders van ons verwacht! Wij missen in de Voorjaarsnota 2001 de issue van dit

jaar: de vrijwilliger. Het is niet voor niets het Jaar van de Vrijwilliger. Wij hebben in voorgaande jaren

al meerdere malen gerefereerd aan een betere waardering voor onze vrijwilligers. Vrijwilligers zijn het

cement van onze samenleving, hebben wij in onze eerdere bijdragen al gezegd. Het vrijwilligersbeleid

zou dit jaar aan een herijking onderworpen worden. Naast beleid en waardering, zullen daar naar onze

inzichten wellicht financiën bij moeten worden gezet. Die hebben wij echter niet gevonden. Wij vragen

-26- 14 juni 2001.

dus de aandacht van het college voor de herijking van het vrijwilligerswerk, in combinatie met fmanciële

uitgaven die mogelijk op de begroting 2002 zullen drukken.

Verder vinden wij dat er meer aandacht mag zijn voor de typische Hehnondse cultuur in brede zin.

Ook willen wij aandacht voor dierenwelzijn. Ik wijs op een recent artikel in het Eindhovens Dagblad

over dierenkwelling. Verder graag aandacht voor alternatieve energiebronnen. Wij blijven vasthouden

aan investeren in windenergie en wijzen op een recent artikel van VROM en de publicatie over de

(verwachte) successen in St. Oedenrode.

Voorzitter, ik rond af. Ik betrek daarbij de zeven punten van het conceptbesluit. Wij verzoeken u

de uitgangspunten van het investeringsprogramma 2002-2005 met betrekking tot de dekking opnieuw te

bezien, omdat het huidige voorstel ons niet tevreden stemt.

Verder wensen wij het college veel succes en wijsheid (task force) toe bij pogingen om het gat van

f 5,6 miljoen te dichten. Tevens hopen wij samen met het college dat wij nog vele fmanciële meevallers

van de landelijke overheid mogen verwachten, bijvoorbeeld bij de verrekening van de inkomsten uit het

gemeentefonds (meicircuiaire) of zelfs nog extra middelen bovenop de al verwachte middelen van het

ministerie van onderwijs.

Tevens verwachten wij dat het college onze wensen serieus betrekt bij de opstelling van de

begroting 2002.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP)-. Voorzitter! Vorig jaar sprak de Hehnondse Senioren Partij

lovende woorden aan het adres van het college over de presentatie van de Voorjaarsnota. Bij de

behandeling van de begroting 2001 sprak de fractie van de Helmondse Senioren Partij kritische woorden

over de ambities van Hehnond en de daaraan verbonden kosten. Onze fractie vreesde voor slechtere

tijden, waarbij de inwoners van onze stad de rekening gepresenteerd zouden krijgen.

Nu, amper een jaar later, presenteert het college de raad een Voorjaarsnota met daarin de

impliciete vraag de rekening voor dit arnbitieniveau door te sturen naar de burgers en bedrijven van

Helmond. Het college deelt de raad mee er niet in te slagen de begroting sluitend te krijgen, tenzij er

extra financiële maatregelen getroffen worden om het begrote tekort van f 5,6 miljoen te dekken.

Het lijkt erop dat het grote optimisme van de afgelopen jaren over de geweldige economische groei

bijgesteld dient te worden in een wat meer realistische zin. In mei van dit jaar zagen we de inflatie weer

stijgen naar 4,9 %, een percentage dat sinds begin jaren tachtig niet zo hoog is geweest.

Deze ontwikkelingen hebben zonder meer gevolgen voor het besteedbaar inkomen van de

overheidsorganen, zowel de centrale staat als de gemeente. Het minder groeien van de economie, de

hogere renten en een toenemende inflatie zullen zonder meer gevolgen hebben voor het besteedbaar

inkomen van de burgers. De vraag aan ons als overheid moet niet alleen maar zijn: kunnen wij onze

ambities nog betalen? maar ook: kunnen wij ervoor zorgen dat onze inwoners al dat fraais ook kunnen

benutten, met behoud van de levensstandaard die zij zich verworven hebben in de achterliggende tijd van

economische groei? Met andere woorden, voorzitter, zijn wij als gemeenteraad in staat om de gaten in de

begroting te dekken zonder dat wij de inwoners van de stad laten opdraaien voor het betalen van de

ontstane tekorten?

Deelt het college de mening van de Hehnondse Senioren Partij dat - laten wij het klip en klaar

stellen - de begrotingstekorten niet gedekt moeten worden door de lasten van de Hehnondse burgers te

verzwaren? De fractie van de Hehnondse Senioren Partij wil van het college weten in hoeverre het

mogelijk is om te bezuinigen op de processen die meegenomen zijn in de investeringsprogramma's. Kan

het college bij benader'mg aangeven welke fmmciële bandbreedte er is binnen de speerpunten van beleid?

Voor wat het bestaand beleid betreft: zijn er met betrekking tot alle in het invester'mgsprogramma

opgenomen bedragen al verplichtingen aangegaan? Welke zaken zijn nog niet spijkerhard in contracten

vastgelegd? Welke rek zit er in de posten met betrekking tot het bestaand beleid?

In het investeringsprogramma is ook ruhnte zereserveerd voor nieuw beleid. Met betrekking tot dit

nieuwe beleid wil de fractie van de Hehnondse Senioren Partij alles nog eens opnieuw op de weegschaal

leggen, ten finale bij de vaststelling van de beleidsbegroting 2002 eind van dit jaar. Dat geeft het college

extra speelruimte om de komende maanden te gebruiken om de diverse posten van nieuw beleid nog eens

door te nemen op een aantal aspecten. Wij denken daarbij aan de volgende:

- welke voorzieningen zijn hard nodig in het Helinondse?

- welke voorzieningen kunnen uitstel verdragen?

-27- 14 juni 2001.

welke voorzieningen voeden alleen maar iets extra's toe, maar zijn niet noodzakelijk om de sociale

samenhang van de stad te versterken?

Voorzitter, op het gevaar af u voor de voeten te lopen, wil ik een voorbeeld geven. De ijsbaan is

als nieuw beleid opgenomen in het investeringsprogranuna. Naar onze mening is deze voorziening iüet

hard nodig in Helinond. Het is een voorziening die uitstel kan verdragen. Met betrekking tot het

versterken van de sociale samenhang heeft het realiseren van de ijsbaan geen enkele meerwaarde ten

opzichte van andere beleidszaken. Ik noem maar een dwarsstraat: het herijken van het ouderenbeleid in

samenhang met de diverse partners in de stad. Het vrijmaken van ambtelijke capaciteit daarvoor verdient

naar onze memng prioriteit. Kan het college aangeven of het haast wil maken met het herijken van het

ouderenbeleid en is het college bereid hiervoor ambtelijke capaciteit vrij te maken voor het jaar 2002? Zo

neen, waarom niet?

Een ander voorbeeld, voorzitter, van het vormgeven van nieuw beleid of, beter nog, het tem-

poriseren van voor de inwoners van onze stad noodzakelijke voorzieningen, betreft het paradepaardje van

de stad: de nieuwbouwwijk Brandevoort. Buiten Hehnond wordt Brandevoort alom geprezen voor het

aantrekkelijke woonklimaat. De mensen komen daar graag wonen, vooral ook omdat b'ij' de vestiging in

Brandevoort allerlei voorzieningen in het vooruitzicht zijn gesteld. Ik noem bijvoorbeeld het

multifimctioneel centrum. Helaas heeft de bouw hiervan een aanzienlijke vertraging opgelopen, met als

gevolg dat daarmee de realisatie van de tweede school in Brandevoort voorlopig van de baan is.

Voorzitter, de mensen wonen er, de leerplichtige kinderen zijn er, maar de voorziening ontbreekt. De

suggestie van noodlokalen spoort naar de mening van de Hehnondse Senioren Partij niet met het

ambitieniveau dat het stadsbestuur naar buiten toe etaleert als het over Brandevoort gaat. Was het college

twee jaar geleden niet bekend met het feit dat het kindertal groter zou zijn dan de destijds gemaakte

prognoses aangaven? Wanneer gaat het college met het schoolbestuur praten over de w'ij'ze waarop en

wanneer een in Brandevoort passende schoolvoorziening wordt gerealiseerd? Wat denkt het college van

de suggestie alvast met de bouw van de school te beginnen en deze later in te passen in het

multifunctioneel centrum?

Onze fractie deelt de mening van het college dat bespaard kan worden op inkoop, aanbestedingen

en inhuurkrachten. Al sinds een paar jaar dringt onze fractie aan op een meer evenwichtig beleid ten

aanzien van het inhuren van externe adviesbureaus en hebben wij onze voorkeur uitgesproken voor het

openbaar aanbesteden van werkzaamheden die door externe bureaus gedaan moeten worden. Wij waren

toen van mening, en wij zijn dat nog steeds, dat openbare aanbesteding het wint van aanbesteding via het

"ons-kent-ons"-circuit. Het proces van openbare aanbesteding is transparant, bevordert de concurrentie

van de inschrijvers op zowel kwaliteit als prijs. Is het college met ons van mening dat mede door deze

aanpak een besparing gerealiseerd kan worden zonder verlies aan kwaliteit?

Het college is de mening toegedaan dat een deel van de begrotingsruiinte te vinden is in de

renteopbrengst van de garantiestelling Obragas. Naast de onzekerheid over de hoogte van de opbrengst

bestaat er ook nog onzekerheid over de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer om de

distributienetten niet te verkopen. Juist doordat kopers van nutsbedrijven geïnteresseerd zijn in de

distributienetwerken, kan het zijn dat een eventuele verkoopopbrengst van Obragas veel lager zal

uitvallen. Als de zaak moeilijk ligt in de Tweede Kamer, binnen de paarse coalitie, dan zal deze zaak

wellicht beklonken worden bij de totstandkoming van het nieuwe regeerakkoord in 2002. Is het niet

verstandiger om op dit moment nog geen rekening te houden met de dekkingspost uit de verkoop van

Obragas? Dat voorkomt een latere tegenvaller!

Problemen heeft de Hehnondse Senioren Partij met het meer kostendekkend maken van de leges.

Dit voorstel leidt onherroepelijk tot een lastenverzwaring voor de burger. Bovendien stelt het college een

verhoging van de onroerendezaakbelasting voor met 4% inflatiecorrectie alsmede een verhoging van de

grondprijzen. Kan het college aangeven voor hoeveel procent de huidige leges kostendekkend zijn? Zijn

er verschillen in de mate van kostendekkend zijn van bijvoorbeeld de bouwleges, de leges voor een

paspoort of de voltrekking van een huwelijk?

Voorzitter, dan is het voor het college nog niet genoeg. Het college wil ook nog eens op bijna alle

beleidsterreinen gaan bezuinigen. Voor welke methode kiest het college? Haalt de wethouder van

fmanciën de kaasschaaf uit de gemeentelijk schapraai of pakt hij een fideermes? De Hehnondse Senioren

Partij heeft er grote moeite mee als het realiseren van de majeure projecten ten koste gaat van de zorg

voor de zwakkeren in de Hehnondse samenleving. Namens de Hehnondse Senioren Partij wil ik stellen

-28- 14 juni 2001.

dat wij, naast de door ons toch loyaal gesteunde ontwikkeling van de stad, een blijvende zorg houden

voor de oudere bewoners. Voorzitter, concreet betekent dit dat er wat ons betreft niet bezuinigd mag

worden op de sectoren onderwijs, welzijn en zorg.

Niet zo lang geleden liet ik een kennis uit Berlijn al het mooie van Hef:rnond zien: de

stationsomgeving, de Kanaalzone en Boscotondo. Mijn kennis was onder de indruk van de uitstraling van

deze stedelijke omgeving. "Prachtig", sprak hij, onder de indruk zijnde, "maar al dit fraais moet toch

ook een schaduwkant hebben?" Inderdaad, mijnheer de voorzitter, want in de schaduw van Boscotondo

en Casatondo houdt de Stichting Welz"n Ouderen Hehnond (SWOH) kantoor, in een gebouw dat is

ij

afgekeurd door de Arbodienst... De SWOH probeert daar een takenpakket uit te voeren waarvoor het

beschikbare subsidie nauwelijks toereikend is. De SWOH wil heel graag inspelen op de actuele noden

van de ouderen in Heftnond, maar heeft daarvoor niet de nodige middelen beschikbaar. Ik geef een

voorbeeld. Vrijwilligers hebben de afgelopen tijd infonnatieve huisbezoeken gebracht aan 75-plussers.

Uit deze bezoeken en uit onderzoek door de Fontys Hogeschool Eindhoven blijkt dat ongeveer 10% van

de bezochte ouderen eenzaam is. De SWOH wil zich sterk maken voor activerend huisbezoek. De

stichting wil ook op andere terreinen inspelen op de vernieuwende (zorg-)vragen van ouderen.

Voorzitter, de Hehnondse Senioren Part'ij' is van menmg dat de SWOH buiten de bezuinigingsronde moet

blijven. Wij willen met betrekking tot het ouderenbeleid zelfs een uitzondering bepleiten, door op termijn

nieuw geld vrij te maken voor vernieuwing en herijking van het ouderenbeleid.

Voorzitter, in de welzijns- en zorgsector, die voor een groot deel a~elijk is van vrijwil-

ligerswerk en mantelzorg, mag niet bezuinigd worden met de kaasschaaf. Dat zou leiden tot onver-

antwoorde achterstanden die dan later weer ingelopen moeten worden.

Kort wil ik stil blijven staan bij het project Kenniswijk. De staatssecretaris lijkt wat teleurgesteld te

zijn over het product Kenniswijk zoals dat tot op heden in de planfase ontwikkeld is. Voorlopig neemt uw

college f 2 miljoen op in de begroting ten behoeve van deze toch nog complexe maatschappelijke

toepassing inzake computergebruik. Intussen stelt het rijk f 100 miljoen ter beschikking voor 5 jaar en

neemt aan dat het bedrijfsleven voor hetzelfde bedrag participeert. Voorzitter, met welke aanvullende

voorstellen komt het college, nu bekend is dat de regionale overheden f 20 miljoen moeten bijdragen?

In het invester'mgsprogramma zijn ook infrastructurele maatregelen opgenomen. Zo zijn vanaf

1999 bedragen opgenomen voor de herinrichting van 't Hout, waaronder onder meer vallen het kruispunt

Heeklaan/Hoofdstraat, de aansluiting Houtsestraat-Brandevoortsedreef, de reconstructie Geldropseweg-

Rotonde en de reconstructie Hoofdstraat. Uit onder meer een brandbrief van de projectgroep

"Herinrichting 't Hout" blijkt dat er problemen zijn met betrekking tot de realisering van de plannen van

de projectgroep in relatie tot de gereserveerde gelden en het in 1995 vastgestelde bestemmingsplan voor

het centrum van 't Hout. Bij de vaststelling van dat bestenuningsplan is toegezegd dat er op korte termijn

een her'mrichtiniy zal Dlaatsvinden van de Hoofdstraat/Mierloseweg. Er bestaat dus een probleem. Bij

navraag werd mij meegedeeld dat, als nu de uitvoering van het projectplan zou plaatsvinden, op een

zeker moment het geld op zou zijn, bijvoorbeeld halverwege de Hoofdstraat, schuin tegenover de kerk,

waar momenteel een uitbreiding van het winkelareaal plaatsvindt. Inderdaad, voorzitter, als het

stadsbestuur dit toelaat, hebben de bewoners en de ondernemers te maken met een vertraging van de

herinrichting, met een achteruitgang van het woon- en leefldhnaat en de ondernemers met een

omzetdaling. Er blijkt een tekort. Houdt het college dan voor onbepaalde tijd op met deze

herstructurering of gaat het er geld bijleggen? Moet er inderdaad in 2002 f 3 miljoen en in 2003 f 3

miljoen gereserveerd worden? Voorzitter, als dit niet zo is, heeft het stadsbestuur een nog groter

probleem! Namelijk, de overheid komt haar toezeggingen iüet na en is derhalve een onbetrouwbare

overheid. Op welke wijze en binnen welke termijn denkt het college garanties af te geven, zodat de

herinrichting van 't Hout doorgang kan vinden?

Openbaar vervoer: iedereen heeft het erover, niet alleen de ouderen. Niet dat het openbaar vervoer

in Hehnond de schoonheidsprijs verdient, voorzitter. Verre van dat; het is gewoon niet goed. Wij zijn

van mening dat het openbaar vervoer nog steeds sterk voor verbetering vatbaar is. Wat onze

vertegenwoordiging in het SRE betreft, mijnheer de voorzitter, de Hehnondse Senioren Partij wil

nogmaals graag een beroep doen op u om nog meer inspanning en invloed trachten uit te oefenen binnen

het SRE daar waar het openbaar vervoer geregeld wordt. Ook willen wij een beroep doen op u om de

plaatselijke vervoerders nogmaals voor overleg uit te nodigen. Wij weten dat men dat graag wil,

-29- 14 juni 2001.

misschien levert dat weer nieuwe gezichtspunten of ideeën op. Kortom, voorzitter, het is goed om het

nog eens over de bereikbaarheid te hebben.

Plusminus tweeënhalf jaar geleden, voorzitter, heeft de Helmondse Senioren Partij een bijdrage

geleverd in Weven aan de toekomst. Wij hebben dit boekje destijds uitgereikt aan de wethouder stedelijke

ontwikkeling. Laat de wethouder daar nog eens goed in kijken, want er staan schitterende ontwikkelingen

in die overal in den lande realiseerbaar zijn en die wij hier toen als eerste gepresenteerd hebben.

Wat Binnenstad-Oost betreft: de Helmondse Senioren Partij doet een dringend beroep op het

college om nu eens te gaan bouwen in deze wijk. De rust in deze wijk is al heel lang verstoord en moet

daar zo snel mogelijk terugkeren.

Voorzitter, ik rond af. Namens de Hehnondse Senioren Partij wil ik stellen dat de Voorjaarsnota

onvoldoende zekerheid biedt dat het college in het najaar met een sluitende begroting bij de raad komt.

Er is onvoldoende geld vrijgemaakt voor het ouderenbeleid. Daarnaast spreken wij onze ernstige

ontevredenheid erover uit dat het college geen aandacht besteedt aan het ouderenbeleid. Afhankelijk van

de antwoorden van het college zullen wij beoordelen of wij de gepresenteerde Voorjaarsnota zullen

aanvaarden of afwijzen.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! U nodigt ons uit om ons in de politieke discussie met

betrekking tot de Voorjaarsnota te beperken tot hoofdlijnen en majeure zaken; een aanpak die D66

aanspreekt. In uw irdeiding stelt u ons inziens terecht dat de Kemstadsvisie en het meerjaren-

ontwikkelingsprogranmia de kaders aangeven voor het gemeentelijk beleid van het komende jaar. Wat

ons betreft ook van de jaren die daarna naar alle waarschijrdijkheid nog zullen volgen. Het zij nog maar

eens beklemtoond: ook voor een nieuw college straks - ik ga er maar alvast gemakshalve vanuit dat dit

college vernieuwd gaat worden - zullen de nu reeds vastgelegde hoofdlijnen van beleid richtinggevend

moeten zijn. Zou dat onverhoopt niet het geval zijn, dan zitten wij nu vele miljoenen met elkaar te

verkwisten en kunnen wij deze behandeling beter achterwege laten.

Kenniswijk.

Zoals gezegd: de politieke speerpunten liggen wat ons betreft vast, met uitzondering wellicht van

dat alles omvattende maar toch maar moeilijk te pakken fenomeen van de Kenniswijk. Daarvoor geldt

sterk het adagium: eerst zien en beuren, dan pas geloven. Hoewel, na de uitleg van afgelopen maandag

moet ik er toch iets meer over zeggen. Kenniswijk is een belangwekkend project. Waarom? Omdat niet

ontkend kan worden dat met het zich verder ontwikkelen van de elektronische snelweg ook de

mogelijkheden van burgers om zich te ontwikkelen, toenemen. Vooral in deze ambiance is de vraag aan

de orde in hoeverre de nieuwe mogelijkheden, van breedband bijvoorbeeld, kunnen bijdragen aan een

toenemende participatie op velerlei beleidsterreinen van burgers van onze stad. Het spiegelbeeld daarvan

is de vraag in hoeverre het openbaar bestuur de mogelijkheden benut om z"n beleid dichter bij de mensen

ij

te brengen. Een antwoord op die vraag zag ik in het vervolgtraject graag nog eens wat nader door het

college belicht. Daarnaast is van belang een goed beeld te krijgen van de rol die de plaatselijke overheid

zelf als partij wil innemen in de verdere ontwikkeling van de digitale snelweg. Wordt ze medebeheerder

van het aan te leggen net of geeft ze alles uit handen; wordt ze, zoals eerder gememoreerd, passief of

actief gebruiker van de digitale mogelijkheden straks?

Algemeenfinancieel kader.

De door u gestelde algemene financiële spelregels onderschrijven wij in grote lijnen, met dien

verstande dat wij efficiencyverbetering eerder een orgariisatieprincipe vinden dan een financiële

spelregel. Dat voorzichtig met deze spelregel moet worden omgegaan, bewijst het hoge ziekteverzuiin

van bijna 10% binnen de gemeentelijke organisatie, zoals versneld in de Concermnarap, welke onlangs

besproken is in de commissie OCF. Ook het verbeteren van de efficiency houdt een keer op. Het ahnaar

benoemen van dit principe krijgt op den duur iets plichümtigs en wint daardoor niet aan kracht.

Het college voorziet in 2002, bij ongewijzigd beleid, een nadelig saldo van f 5,6 miljoen en komt

tot de conclusie dat - en dat is wat ons betreft de belangrijkste zin van de Voorjaarsnota - de structurele

inkomsten niet zodanig stijgen, dat er ruimte is voor nieuw beleid of voor extra investeringen en zelfs

niet om de tekorten in bestaand beleid te dekken.

Als je dit leest, zou je gaan denken dat Hehnond boven z'n stand leeft: barstens vol ambities, maar

centen? Ho maar! Betekent bovenstaande niet gewoon dat de ambities getemperd moeten worden of dat

ten minste de uitvoering ervan getemporiseerd moet worden en dus dat duidelijke keuzes geboden zijn?

-30- 14 juni 200 1.

Het college doet voorstellen om het dreigende begrotingstekort te dekken. Een aantal aangegeven

oploss' srichtingen zijn boterzacht. Ik denk hierbij aan de te verwachten Obragas-middelen en de

mg

boekhoudkundige maatregel om de kosten van de exploitatie van Berkendonk eelunalig ten laste te

brengen van de reserve structuurversterking.

Wat de verkoop van Obragas betreft zouden de inkomsten wel eens reëel minder kunnen worden

indien de infrastructuur (het leidingennet) niet bij de koop is inbegrepen. En wat Berkendonk betreft,

wordt in feite een probleem een jaar opgeschoven met de gedachte: het nieuwe college lost maar op of er

straks nog wel of niet gratis gepoedeld kan worden in de plas. Socialisten, sluit alvast de rijen, zou ik

willen zeggen.

Verder is de uitkering uit het gemeentefonds nog niet duidelijk en stelt u voor om een bezui-

mgmgsoperatie voor m prmcipe het gehele gemeentelijke terrein van f 1 miljoen in te boeken; maar hoe

of wat, daar heeft u nog geen idee over. De kerntakendiscussie is een zachte dood gestorven. Er viel niet

zo veel meer te schrappen, dus waar kan het nog wel? Wij zijn benieuwd naar waar u m het naiaar mee

komt.

U stelt voor de grondprijzen wederom te verhogen. Wij kunnen dat billijken, daarbij ons tevens de

vraag stellend of in een land waar grond steeds schaarser wordt, en dat geldt ook voor onze stad, het

überhaupt nog verantwoord is om grote kavels uit te geven. Niet het kunnen betalen is daarbij het

leidmotief, maar de verstedelingsvraag is hierbij aan de orde. Kortom, moeten wij in Hehnond riet

komen tot een herdefmiër'mg van ons gronduitziftebeleid?

Over de leaseconstructie rioleringsstelsel kunnen we kort zijn: niet doen.

Wij kunnen ons vinden in uw voornemen om onderwijs en kwaliteit van het apparaat toe te voegen

aan de investeringswensen. Na heel veel gedoe bent u erin geslaagd een forse stap te zetten in het

wegwerken van het achterstallig onderhoud van de Hehnondse scholen. Een bedrag van f 5,1 miljoen is

niet niks met daarnaast een investering van f 24 miljoen over de periode 2002-2005. Wij mogen

constateren dat de regiegroep aardig geslaagd is in dit deel van haar missie en dat het onderwijsveld op

dit punt tevreden mag zijn.

Speerpunt Binnenstad-Oost.

Wat de speerpunten betreft: de non-ontwikkelingen in Binnenstad-Oost blijven ons zorgen baren.

Voorzitter, laten we eerlijk zijn: het schiet toch gewoon niet op? Partijen l"ken elkaar in een houdgreep

ij

te houden, waar zelfs de boeienkoning Houdini niet uit zou komen. Wij zien op dit dossier onvoldoende

waarneembare leiding uitgaan vanwege het college. We snakken, evenals ongetwijfeld vele bewoners,

naar concrete daden en tastbare resultaten, naar doorbraken. En als wij dan lezen dat er op hoofdlijnen

overeenstemming bestaat over de inrichtingsprincipes, maar dat er op onderdelen nog nadere studie en

bijstelling plaats moeten vinden en dat daarnaast een aanzienlijke onrendabele top door de betrokken

bouwverenigingen en de gemeente moet worden gefmancierd, dan zakt het lood ons in de schoenen en

vragen wij ons in gemoede af waarom zo'n omvangrijke operatie wel in Helmond-West lijkt te lukken en

niet in Binnenstad-Oost. Op de wijze zoals het nu gaat, zal "het gezeik", het zijn de woorden van de

wethouder, zeker nog wel even blijven voortduren, maar zal ook de geloofwaardigheid van hen die

verantwoordelijk zijn voor deze procesgang, ernstig in gevaar komen en dringt zich de vraag op of de

leiding van dit proces niet in andere handen moet worden gelegd.

Wanneer overigens, kunnen wij een geactualiseerd volkshuisvestingsplan Hehnond tegemoet zien?

Want, voorzitter, was tot een klein jaar geleden de bouw van meer huurwoningen nog volstrekt

onbespreekbaar, zelfs ondanks de smeekbeden ener corporatiedirecteur, nu moet er opeens meer

gebouwd gaan worden in de huursector en is ook geen wijk meer uitgesloten van dit type van woningen.

Het kan verkeren!

City en BVR.

Ook het aanzien van de city is kennelijk iets voor de heel lange adem. Wij zijn redelijk enthousiast

over de plannen van BVR, voor zover gepresenteerd, maar somber over de huidige leegstand. Prima, die

ontwikkelingen in de kwist- en cultuurcluster, maar mag die lege etalage aan de Oude Aa alsjeblieft ook

gevuld worden? Gezien de resultaten totnogtoe, met name de wijze waarop BVR ons naar de city heeft

laten kijken, z'ij'n w'ij' ervoor dat wij de ondersteunende hand van BVR nog even houden. Niet om aan het

handje gehouden te worden, wel om ons eigen denk-werk te ondersteunen en om als klankbord te dienen.

En ieder bureau heeft natuurlijk z'n prijs.

We zijn benieuwd naar de uitkomsten van de studie Hoofdwegenstructuur.

-31- 14 juni 2001.

Wat Trix' IJspaleis betreft: op zich een leuk idee, wij wachten het nog maar even af. Zou een

ijsbaan in een gedeelte van het kanaal werkelijkheid kunnen worden, dan moet een lekker op temperatuur

zijnd openluchtbad in een aanpalend gedeelte van het kanaal toch ook tot de mogelijkheden behoren,

waarna het geheel gecomplementeerd kan worden met een waterskischool tussen de Veestraatbrug en de

Spoorbrug - wel even hoofd omlaag bij de Kasteelbrug! Als dromen niet meer mag... Kortom, voorzitter,

wij hebben zo onze twijfels over het idee en denken die halve miljoen ook nog wel ergens aan te

kunnen besteden.

Brandevoort.

Brandevoort vordert meer dan gestaag, voorzitter, maar de komst van voorzieningaen stagneert, ja,

wordt zelfs jaren opgeschoven. Wat is het toch, dat wij in no time huizen uit de grond kunnen stampen

(overigens wel met een vracht aan klachten bij de oplevering), maar altijd zo laat zijn met de

broodnodige voorziemngen? Terwijl die laatste juist de ondersteuners kunnen zijn van de sociale

structuur in een nieuwe wijk. Voorzitter, al diegenen die te hoop lopen tegen het in de tijd naar achteren

schuiven van de bouw van o.m. het multif-tmctionele centrum hebben wat ons betreft gelijk. Dit moeten

we veranderen, de realiser'mg van een en ander moet naar voren. Redenen van bouwkundige aard hoeven

volgens ontwikkelaars iáet de basis te zijn voor het besluit om ook de bouw van een geplande school als

onderdeel van het multiftmctionele centrum 3 á 4 jaar te vertragen.

Onderndjs.

Waar veiligheidsbeleid meer structureel in de steigers wordt gezet, is onderwijs aan een inhaalslag

bezig. Uw plannen hiervoor worden gekenmerkt door een vleug voortvarendheid die, naar wij hopen,

ook enthousiasmerend zal werken bij hen een wie de zorg van onze kinderen is toevertrouwd. Uw credo

ten aanzien van dit onderwerp, natnelijk dat met de overheid op afstand alles beter zal gaan lopen,

kunnen wij maar gedeeltelijk onderschrijven. Gezien de verwikkel'mgen en ruzies rond de toekomstige

inrichting van het VMBO in Hehnond, kan toch niet gezegd worden dat met de terugtrekkende overheid

ook het oplossingsvennogen om knopen door te hakken bij partijen is toegenomen. Wij blijven het bange

vennoeden uitspreken dat de operatie doordecentralisatie te snel is doorgezet en dat wij mede als eevolg

hiervan in een regelrechte schoolstrijd terecht zijn gekomen waar niemand wijzer maar waar Hehnond

wel in diverse opzichten anner van wordt. Een VORST valt nu eemnaal niet zo gemakkelijk door één

man te kraken, zeker niet met Onderdanen die hem welgevallig zijn.

Wat is het toch in Hehnond dat de denominatie oftewel de onderscheiding van de school,

levensbeschouwelijk of openbaar, nog steeds zo'n belangwekkend thema is dat voortdurend leidt tot felle

polemieken? En dat in een tijd waarin op velerlei gebieden des levens de ontzuiling zich al krachtig heeft

doorgezet en waarin het de gebruiker van de voorziening niet om de kleur is te doen, maar om de

kwaliteit van het gebodene. Wanneer zijn we in Helmond eens toe aan diverse kleuren onder een dak?

Waarom laten we ook weer in Brandevoort, de kans daarop liggen en vlucht ieder weer in Dseudo-eigen

onderwijssferen? En in zo'n situatie heeft de overheid zichzelf op afstand gesteld. Kom daar maar eens

uit.

Wij steunen uw voornemen tot continuering van de f 11,50-bijdrage. In het verleden heeft dat ons

geen windeieren gelegd.

Lasten.

U stelt een inflatiecorrectie voor van 4%. Voor de burger geen vrolijke boodschap, want z'ij'n

lasten zijn over de hele linie toch al flink gestegen. De dagelijkse levensbehoeftes zijn duurder en daar

gaat je zogenaamd reële loonstijging. Daar komt bij dat u voorstellen tot invoering van een diftarsysteem

doet, dat meer zal gaan kosten. Wij wachten de voorstellen af, maar laten nu reeds weten dat er wat ons

betreft geen sprake kan zijn van een substantiële verhoging van de gemeentelijke belastingdruk. Heh-nond

wijkt al in ongunstige zin in het Brabantse af. Tweede van boven mag in de sport een mooie prestatie

zijn, op de gemeentelijke lastenschaal scoort zo'n plaats aanmerkelijk minder bij de burger.

Tot slot.

Voorzitter, volgende week maken wij een begin met het uitzetten van de piketpalen voor een

nieuwe verhouding tussen raad en college. Willen we daar in Helinond iets van maken, dan zal er de

komende maanden nog veel inspanning en denkwerk verricht moeten worden. Wie denkt op de oude voet

voort te kunnen gaan, heeft van Elzinga niets begrepen. Ik wens ons toe dat we nieuwe paden zullen

willen verkennen en bereid zijn consequenties te trekken uit de duale weg, die voor ons ligt.

-32- 14 juni 2001.

Hierna schorst de VOORZITTER, te 19.26 uur, de vergadering tot 20.30 uur.

Na heropening van de vergadering spreekt de VOORZITTER als volgt:

Dames en heren! Ik wil allereerst 'm algemene bewoordingen ingaan op verschillende opmerkingen

die over de Vooijaarsnota gemaakt zijn. Deze beantwoording heeft met name op twee onderdelen

betrekking. Ten eerste is dat de dekking, waarop de wethouder uiteraard nog nader zal ingaan. Van

verschillende kanten is opgemerkt dat de in de Voorjaarsnota aangegeven dekking als voorbereiding voor de

begroting 2002 hier en daar boterzacht is. Dat heeft met name betrekking op datgene wat wij

veronderstellen dat er met Obragas gaat gebeuren, nadat de Tweede Kamer daarover een dwaas standpunt

heeft ingenomen. Mijn tweede opmerking betreft de vraag of Helmond niet sowieso boven zijn stand leeft.

Ten aanzien van de dekldng het volgende. Het college is van mening dat de Voorjaarsnota zeker geen

boterzachte dekking geeft. In de eerste plaats omdat, daar waar het Obragas en de opbrengst van Obragas

betreft, dat voor het jaar 2002 geen consequenties heeft. Ook als het gaat om de meeijarenraining voor de

jaren na 2002 is het alleszins gerechtvaardigd dat wij de zaken hebben ingevuld op grond van de resultaten

van de onderhandelingen met RWE. Zeer recent is namelijk in een overleg van de totale energiesector met

het ministerie van economische zaken eekeken hoe een zo extensief mogelijke interpretatie kan worden

gegeven aan de motie-Crone, de motie die zo veel problemen oplevert bij de verkoop van energiebedrijven.

Uit de beleidsregels komt naar voren dat er een scheiding te maken is - iets waarvan wij bij de

onderhandelingen met RWE al uitgingen - tussen het juridische eigendom en het economische eigendom.

Het economische eigendom kan wel degelijk naar de kopers toe gaan, zodat in de balanspositie van deze

bedrijven de economische waarde van het gekochte een rol kan spelen. Daar is men het in principe over

eens. Vervolgens gaat het over de vraag hoe te handelen rond de fasegewijze overdracht van de

energiebedrijven die gekocht zijn. Zoals u weet, is er een knip gemaakt: eerst wordt 49 % en in 2004 51 %

overgedragen. De winst van de beleidsregels is dat voor 2004 de criteria zijn verwoord aan de hand

waarvan getoetst wordt of de tranche van 51 % overgedragen kan worden. Het eriterimn is dat de netten

goed onderhouden worden. Als dat het geval is, kan ook de tweede tranche overgedragen worden. In die

zin is er in de onderhandelingen van de energiesector met economische zaken belangrijke winst geboekt.

Wel moeten de vaste Kamercommissie economische zaken en de energiesector nog hun fiat geven aan de

beleidsregels. De energiesector geeft aan dat er met de regels die er nu liggen, te leven is. De president-

conunissaris van RWE heeft uitgesproken dat, als er overeenkomstig de beleidsregels gehandeld wordt, er

geen nadere consequenties hoeven te zijn voor de prijsonderhandelineen. Ik denk dus dat wij met recht en

rede, onder voorbehoud dat de Tweede Kamer de beleidsregels wil accepteren, opereren rond de opbrengst

van Obragas zoals in de mecijarenraming is voorzien.

Het lid TIELEMANS (SDH): Dit laat onverlet de kritiek, voorzitter, die door mijn fractie op dit stuk

is ingebracht, op het voorstel van het college tot het inzetten van de renteopbrengst over een deel van de

verkoopopbrengst van Obragas ter dekking van het begrotingstekort in 2002. Dan heb ik het met name over

het deel van de rente dat nodig is voor de garantiestelling. Dat staat los van de vraag of de transactie die wij'

hebben afgesloten, ongeschonden de eindstreep zal halen.

De VOORZITTER: Ik wijs erop dat de dividenduitkeringen in de tussentijd gewoon doorgaan. De

wethouder fmanciën zal straks nog specifiek op dit punt ingaan.

Als Hehnond boven zijn stand zou leven, zou Hehnond zeker niet al jaren op nj een sluitende

begroting hebben. Bovendien hebben de laatste jaren behoorlijke overschotten op de jaarrekening te zien

gegeven. Het gemeentebestuur van Hehnond heeft, samen met de raad, een zodanig agressief

investeringsbeleid gevoerd om achterstandsposities in te lopen en vanuit een achterstandspositie juist een

voorhoedepositie te gaan innemen. Daarbij hebben wij mede gebruik kunnen maken van de gunstige

economische situatie. Als je niet zou meevaren m een stroom die gunstig is om extra voordeel te halen, zou

je het slecht doen. Hehnond heeft dat heel bewust gedaan. Nu is de econonüsche situatie goed en nu is het

mogelijk om kwaliteit te realiseren, waarbij de kwaliteitsproducten ook afgenomen kunnen worden. Dat laat

onverlet dat wij telkens weer moeten constateren dat de wensen en verlangens groter blijven dan de

mogelijkheden zijn, hetgeen noopt tot het stellen van prioriteiten.

Het uitgangspunt in de Voorjaarsnota is dat de prioriteitsstelling wordt gekoppeld aan de speerpunten

van het beleid. Dat betekent inderdaad dat je - sommigen vallen het college daar wat hard over - bij het

stellen van prioriteiten om te voorkomen dat wij boven ons stand zouden gaan leven, soms moet

terugkomen op aanvankelijke beleidsvoomemens die net niet meer tot de speerpunten behoren. Dat dit hier

en daar pijn doet, begr"p ik heel goed, maar het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes doet altijd

ij

pijn. Als de noodzaak om terug te komen op oude beleidsvoomemens hier gekwalificeerd wordt als

-33- 14 juni 2001.

onbetrouwbare overheid, vind ik dat duidelijk wat te gemakkelijk. Prioriteiten worden gesteld op

hoofdpunten van beleid. Over de speerpunten z'ijn wij het eens. Maar het betekent ook dat sommige dingen

wel eens naar achteren worden gesteld en niet gebeuren, ondanks het feit dat aanvankelijk het idee was om

ze uit te voeren.

Uit mijn portefeuille is met name het onderdeel veiligheid aan de orde geweest. U weet hoe wij

daannee omgaan. Er is een startnotitie aan de orde geweest die vertaald is in een masterplan. Dit wordt

weer vertaald in een activiteitenplan dat een van de komende maanden aan de orde zal komen in een

vergadering van de commissie ABA. Daarin staan de handhaving en de handhavingspraktijk heel centraal.

Met name staan centraal, naast de politie, de brandweer en de uitbouw van de stadswacht. Van de

stadswacht maken wij een vnj integraal ondersteunende dienst om in het bijzonder de handhaving te

versterken, waar de politie zich zal gaan richten op een aantal hoofdzaken. Nog voor de komende begroting

komt dit onderwerp aan de orde.

Mevrouw Meinardi bepleit dat investeringen niet alleen in geldelijk opzicht bekeken worden, maar

dat het er ook en vooral om gaat, dat er geïnvesteerd wordt in goede relaties. Daar heeft zij groot gelijk in.

Het is inderdaad belangrijk om in goede relaties te investeren. Dat weten wij inmiddels 'm deze raad en daar

proberen wij, volgens de afspraken, op een bepaalde manier vorm aan te neven. Dat loopt echt niet in de

kosten, zoals sommigen suggereren. De relaties zijn heel breed. Dat zijn niet alleen maar de burgerij en de

georganiseerde burgerij. Wij zullen ook - de heer Tielemans wijst daar terecht op - moeten investeren in

relaties met marl<:tpartijen. Daar zijn wij al druk mee bezig geweest, want anders was een aantal van de

projecten waar wij zo trots op zijn, niet van de grond gekomen. Willen wij het ambitieniveau halen dat wij

nog steeds willen blijven uitstralen, dan zullen wij die relaties nog verder moeten uitbouwen. Daarvoor

zullen wij wel eens wat onconventionele paden moeten bewandelen. Het zal dringend noodzakelijk z'ij'n om

daar ook op onconventionele wijze 'm te investeren. Onze wethouders zijn daar druk mee bezig. Ook

marktpartijen hebben iiuniddels een heel andere attitude tegenover de lokale overheden dan in het verleden

wel eens het geval was. Ook zij hebben meer belang bij de continuïteit van hun bedrijven dan van een

eemnalig pakken van de winst. Als w' als overheid een strategische positie met een marktpartij kunnen

ij

innemen die de continuïteit van het bedrijf veüigstelt, is een marktpartij tot heel andere afspraken bereid dan

vroeger gebruikelijk was. Dan is het niet meer even een project realiseren en daarna zo snel mogelijk met

de vn'wt wegwezen. Deze veranderde attitude van het bedrijfsleven is goed merkbaar en als overheid

kunnen wij daar prachtig op inspelen. Het vereist natuurlijk ook bereidheid van de kant van de overheid om

strategische allianties aan te gaan.

De dualiser'mg staat voor de deur. Bij de officiële opening van de raadzaal, als Elzinga hier naar toe

komt, zullen wij aan dit onderwerp een inhoudelijke discussie wijden. Wij hebben inmiddels besloten tot het

instellen van een projectgroep. Die zal onder leiding van de gemeentesecretaris staan en er zullen ook leden

van de raad aan deelnemen. Het is de bedoeling dat deze werkgroep nagaat wat er aan voorbereiding nodig

is om de dualisering in maart 2002 op een behoorlijke manier van start te doen gaan. Op dit moment

hebben wij daar nog geen extra geld voor gevoteerd. Daar hebben wij toe besloten, omdat de minister van

binnenlandse zaken heeft toegezegd dat er in het kader van de dualisering een extra uitkering naar de

gemeenten zal komen. Ik hoop dat de minister bereid zal zijn aan zijn toezegg'mg vorm en inhoud te Lyeven

Op dit moment gaan wij daarvan uit. Het spreekt vanzelf dat er bij de dualisering een goede regeling moet

komen voor de ambtelijke ondersteuning van de raad en de raadsleden. Dat is inherent aan het hele proces.

De heer Praasterink heeft een opmerking gemaakt over de gelden van het Grotestedenbeleid. Maar

het gaat niet alleen over 2 ton. Die 2 ton is namelijk van de provincie. De wethouder komt nog terug op de

onderhandelingen in het kader van het B5-overleg. Van het r"k krijgen wij over een periode van vier jaar

ij

f 16 miljoen, dus f 4 miljoen op jaarbasis. Dat zijn heel andere bedragen en daar moeten wij geen vaagheid

over laten bestaan.

Het lid BETHELEHEM (wethouder): Voorzitter! De hoofdmoot van de bijdragen in het kader van de

Voorjaarsnota, betreft de dekking. De beoordeling varieerde van het oordeel boterzacht tot de verwachting

van een kleine zilvervloot.

Voor wat de verkoop van Obragas betreft, een belangrijke post in het meeijarenperspectief. gezien de

im'niddels bekende beleidsregels, verwachten wij geen consequenties. Wij schatten nog steeds in dat de in

de Tweede Kamer ingediende motie een minimale invloed zal hebben op de opbrengst van de verkoop. Dat

geldt ook voor de renteopbrengst van de garantiestelling voor Obragas, waar de heer Tielemans zojuist aan

refereerde. In i)rincide hebben wij in de verwerking van de opbrengst van Obragas al rekening gehouden

met de twee tranches, het deel van 49 % en het meerderheidsdeel van 51 %. Wij zijn van mening dat wij de

f 1,3 miljoen renteopbrengst over het eerste jaar nog steeds kunnen inzetten als dekking voor het

-34- 14 juni 2001.

begrotingstekort. Overigens zal men hebben gezien dat deze post afloopt in het meerjarenperspectief, omdat

het tijdelijk geld is waar wi' niet te zwaar op mogen hangen.

1

De heer Rieter vroeg naar de motie die wij zouden inbrengen bij het VNG-congres. Toen vorige

week de beleidsregels bekend werden, waar wij het afgelopen weekend flink op gestudeerd hebben, zijn wij

tot de conclusie gekomen dat het indienen van deze motie weinig toegevoegde waarde zou hebben. Op dit

moment wordt er binnen het VNG en ook in Den Haag hard aan de zaak gewerkt. Wij hebben gekozen

voor de insteek dat je een broedende kip niet moet storen. Ook daarom zou ik op dit moment actie vanuit de

raad willen ontraden. De vooruitzichten zijn gunstig en een actie richting van Den Haag zou wemig

verbeteren aan de positie waarin wij op dit moment verkeren. Overigens is Hehnond niet de enige gemeente

die in een dergelijke positie verkeert. Er zijn zeventig gemeentes bij betrokken en het punt krijgt op dit

moment de aandacht die het verdient.

Het lid TIELEMANS (SDI-1): Voorzitter! Wat die rust van de broedende kip betreft: ik kan mij heel

goed voorstellen dat het overleg tussen de energiesector en het ministerie van economische zaken heeft

geleid tot de resultaten die vanavond op tafel Zijn gelegd, maar de grote boosdoener is de Tweede Kamer.

Het probleeiu zit ifiet bij de energiesector en ook niet bij het ministerie van economische zaken. Aangezien

de Tweede Kamer de hernieuwde beleidsregels nog moet accorderen, lijkt mij prudente actie in de richting

van de Kamer alleszins op zijn plaats. Waarom zouden wij onze positie niet duidelijk mogen markeren bij

de Kamer? Ik zie niet in wat voor risico wij daarmee lopen dan wel wat voor schade dat voor onze positie

zou kunnen opleveren.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Als de heer Tielemans bedoelt dat een terughoudende actie van

onze kant toch goed zou zijn, dan is het college het daarmee eens. Wij zijn bereid om ons schriftelijk tot de

Tweede Kamer te richten en nog eens uiteen te zetten hoe wij de beleidsregels zien en onze problemen en

inzichten toelichten.

Er is gevraagd naar een noodscenario. In de Voorjaarsnota is rekening gehouden met de twee

tranches. Mocht de verkoop van Obragas op een gegeven moment onverhoopt niet doorgaan, dan komen

daarvoor in de plaats dividenduitkeringen, het slotdividend en de inconveriiëntentoelage van omstreeks f 1,5

miljoen. Dus ook als de verkoop niet doorgaat, is er voldoende dekking voorzien voor het jaar 2002. In

2003 zou er een klein probleem ontstaan, waar w'ij' f 9 miljoen van het restbedrag zouden willen inzetten.

De grote problemen zouden in 2004 op ons afkomen. Daar hebben wij op geanticipeerd.

Van verschillende kanten is gezegd dat men de inflatiecorrectie van 4% op de onroerendezaak-

belasting aan de forse kant vindt. De inflatie is meer dan 4%. Het college vindt dan ook dat het ver-

antwoord is een verhoging van 4% vast te stellen. Verschillende fracties hebben aangegeven dat voor hen

4% verhoging echt het maxitnum is en dat zij dat percentage zelfs naar beneden willen brengen. Namens

het college kan ik toezeggen dat de 4% verhoging echt het maxhnum is. Meer dan 4% is voor het college

ifiet bespreekbaar, hoe hoog het inflatiepercentage ook uitvalt.

De heer Van Heugten en anderen willen een aftopping van die 4%. Wij zullen er echter onze handen

vol aan hebben om de bezuinigingsopdracht van f 1 miljoen die wij onszelf hebben opgelegd, tot een goed

einde te brengen. De opdracht van de heer Tielemans om daar f 2 miljoen van te maken, zodat wij echt

bezuinigen, neem ik dan ook niet graag mee. De bezuiniging van f 1 miljoen willen wij niet bereiken door

middel van de kaasschaaftnethode. Een eerder gehouden kemtakendiscussie heeft al uitgewezen dat het niet

heel makkelijk zal zijn om een bezuiniging van f 1 miljoen te vinden. Uiteraard gaan wij wel aan het werk

en proberen wij deze bezuiniging te halen.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! En wat zijn de resultaten van de task force in dat opzicht?

Het lid BETHLEHEM (wethouder): De task force is actief. Het idee van de crossborder leasing komt

van de task force en is een actie om te kijken of er aanvullende middelen gevonden kunnen worden.

Uiteraard hebben wij onze gedachten daarover. Het zou interessant zijn om iemand in te zetten die zich

bezighoudt met het binnenhalen van externe subsidies, want dat is een vak apart.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! De wethouder stelt dat een bezuinigingstaakstelling van

f 2 miljoen te hoog is gegrepen. Wel zegt hij dat hij zijn uiterste best zal doen om voor f 1 miljoen aan

ombuigingen te realiseren. Maar waar baseert hij dat bedrag op? Is dat misschien het tekort dat nog

resteert nadat al die andere posten gevonden zijn?

-35- 14 juni 2001.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Dat is inderdaad het restant als het gaat om de dekking van de

f 5,6 miljoen. Ik zal de andere posten even nalopen.

Het verschuiven van de post van 3 ton exploitatiekosten voor Berkendonk naar de reserve

structuurversterking is inderdaad een kwistgreep. In de volgende collegeperiode zal er nog eens een

principiële discussie over Berkendonk worden gehouden.

Dan de geschatte besparing van f 1 miljoen op inkoop en aanbestedingen. Er ligt inmiddels een

onderzoek, waarvan de uitkomst is dat dit bedragiy haalbaar is.

Wat de opbrengsten van de leges en de uitkering uit het gemeentefonds betreft: wij zijn de

meicirculaire aan het bestuderen. Onze eerste indruk is dat wij de f 1 miljoen halen. Het is dus niet zo

dat de leges voor 90% dekking vormen; het is eerder omgekeerd. Wel hebben wij nog eens willen bezien

of wij wel alle kosten in rekening brengen die wij in rekening mogen brengen. Het is overigens niet zo

dat de opbrengst van de leges een vast bedrag hoort te zijn.

Op de besparing van f 1 miljoen op de post voor inhuurkrachten is ook nogal gereageerd.

Uiteraard zullen wij proberen om toe te groeien naar f 3 miljoen dekking. Dat hebben wij ook aan-

gegeven bij de vennindering van de renteopbrengst. Het is echter geen een-op-een verhaal, want inhuur

en fonuatie-uitbreiding zijn geen connnunicerende vaten. Wij zijn bezig met het werven van personeel.

Dat zal in een bepaald tempo verlopen. Ik kan dan ook niet meer toezeggen dan dat wij onderzoek doen

op dit punt, ook al omdat het niet precies zichtbaar is waar de bedragen zitten, waardoor het voor de raad

moeilijk is te volgen. Zodra er meer duidelijkheid over dat soort zaken is, zal ik de raad daarvan op de

hoogte brengen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Als het om het zichtbaar maken gaat: in het kader van

de begrotingsbehandeling van vorig jaar is door het college naar voren gebracht dat er met de post inhuur

een bedrag van ongeveer f 15 miljoen per jan is gemoeid. Het college heeft dus wel degelijk de vinger

kunnen krijgen achter het hoe en waarom van deze post. Het lijkt mij alleszins de moeite waard om te

proberen om een taakstellende opgave te maken en het bedrag zodanig te verminderen dat er wellicht ook

f 3 miljoen gedekt kan worden.

Het lid BETHLEREM (wediouder): Dat. is onze inzet, mijnheer Tielemans. Hoe die f 15 miljoen

wordt uitgegeven, is niet Lyoed zichtbaar in de begroting. Wij huren bijvoorbeeld in ten laste van

vacaturegelden wegens openstaande banen. Ook in projecten zitten vaak salariskosten. Die worden

gemaakt warmeer de projecten uitgevoerd worden. Ik heb de commissie al toegezegd dat wij zichtbaar

zullen maken waar de middelen precies zitten. Dat heeft ook consequenties voor de snelheid waannee wij

denken kosten voor inhuur terug te verdienen in het hele proces.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! De heer Van der Zanden en ik hebben gesproken over

twee zaken, met name over de DHV-uitbreiding en de BVR-hnplementatie. Je kunt wel willen

bezuinigen, maar als je je ambtelijke apparaat daar verder mee belast, krijg je een nog hoger ziekte-

verzuim. Dat probleem blijft bestaan. Ik geloof dus niet in die bezuiniging.

Het lid BETHELEM (wethouder): Dat geloof kan ik de heer Praasterink niet geven. Inhuur is een

vrij hoge kostenpost op de loonstaat. Daarom willen wij ingehuurde krachten vervangen door vaste

krachten. Dat betekent een bezuiniging en het betekent niet dat het zittende personeel zwaarder wordt

belast. Wij kunnen dat echter niet van vandaag op morgen realiseren, omdat het niet mogelijk is die

zaken geheel synchroon te laten lopen. Men mag ons echter wel houden aan de taakstelling. Wij proberen

die te halen. Daar waar wij meer kunnen halen, zoals wij dat aangeven in het meerjarenperspectief,

zullen wij dat uiteraard niet nalaten.

Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Ik wil de wethouder ervoor danken dat hij het op

zich neemt om een aftopping van de inflatiecorrectie bij de begrotingsbehandeling te proberen te

bewerkstelligen. Ik herinner hem eraan dat wij daar geld voor overhebben. Hij zit dus niet met een lege

dop, als hij daar een start mee wil maken.

-36- 14 juni 2001.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Dat heb ik niet toegezegd. Wel heb ik het verhaal van de heer

Van Heugten aangehoord en geconstateerd dat meerdere raadsleden 4 % inflatiecorrectie aan de forse kant

vinden. Voor niij gaat de bezuiniging van f 1 miljoen 'm pr'meipe voor. Als er meer in zit, kom ik bij de

raad terug en kunnen wij daar verder over spreken.

Verschillende sprekers hebben aangegeven dat het strategisch meerjarenbeleids- en investe-

ringsplan (SMBI) in het kader van het meerjarenperspectief een belangrijk instrument is. Ik heb al gezegd

dat op dit moment nog niet alle plannen een financiële uitwerking hebben. In belangrijke plannen met

betrekking tot het centrum, Binnenstad-Oost en de bereikbaarheid zitten nog PM-posten. Het SMBI dat

wij op dit moment kunnen leveren, geeft nog te weinig inzicht aan de raadsleden om een goede afivegiiig

te binnen maken bij het meerjarenpers.Dectief.

Het lid TIELEMANS (SDH): Het SMBI is een afwegingsinstrwnent en ik wil graag weten

wanneer wij daarover kunnen beschikken. Als dat deze periode niet meer kan, wat ik heel erg jammer

zou vinden, moeten wij dat in alle duidelijkheid vaststellen.

Het lid BETULEHEM (wethouder): Dat begrijp ik. Ik schat op dit moment in dat het SMBI er

rond de begroting zal zijn. In het najaar zal de besluitvonning over heel wat plannen afgerond zijn. Ik

hoop de raad dus rond de begroting in een SMBI nader inzicht te geven.

Sprekend over Kenniswijk, zei de heer Ferwerda: Eerst zien en beuren... Het is eigenlijk meer

gebeuren, want het college is zeer terughoudend geweest ten aanzien van deze ontwikkeling. Heel lang is

door het ministerie van verkeer en waterstaat erg geheiinzh"g gedaan over de bijdrage die het eventueel

zou gaan leveren. Dat heeft ertoe geleid dat de gemeente zich ook heel terughoudend heeft opgesteld ten

aanzien van haar bijdrage en medewerking. De f 100 miljoen die op 17 mei door de staatssecretaris is

toegezegd, is vrij hard. Die ligt klaar en kan ingezet worden voor Kenniswijk. De

infrastructuurdiscussie, waar wij met name 'm Hehnond nogal sterk op ingestoken hebben, is steeds

sterker naar voren gekomen. Ook het rijk moest constateren dat het bedrijfsleven absoluut niet

geïnteresseerd was om bekend te maken wat het in infrastructuur zou w len investeren. Bovendien wilde

het bedrijfsleven ook van ons als gemeente weten wat wij als maatstaf en als no-nn zouden willen stellen

aan de infrastructuur van Kenniswijk. Het bedrijfsleven was niet slechts erg terughoudend ten aanzien

van het doen van investeringen; men bewoog zelfs helemaal niet. Vandaar dat de staatssecretaris bekend

heeft gemaakt dat van de f 100 miljoen f 30 miljoen ingezet mag worden ter stimulering van de aanleg

van de infrastructuur, om de kop ervan af te halen. Dat gebeurt dan volgens een zogenaamd

vraaggestuurd beleid.

De zaak is zeker van belang voor onze regio en het gaat om meer dan om alleen maar snelheid.

Het gaat er dus niet om hoe snel wij infonnatie via de kabel sturen, het gaat ook om heel andere

ontwikkelingen, zoals ontwikkelingen op het terrein van televisie en telefonie. Het is ook niet alleen

video-on-demand, het commerciële verhaal, maar er worden bijvoorbeeld ook gemeentelijke diensten

aangeboden. Wij hebben afgesproken dat wij voor f 2 müjoen diensten zouden ontwikkelen. Op dit

moment heeft het rijk cof'~ciering aangekondigd voor het leveren van extra gemeentelijke diensten.

Wij zullen proberen gemeentelijke diensten via het netwerk naar de burgers, toekomstige klanten, te

brengen. Het is echter nog een experhnent. Alle kennis die er op dit moment in het land is, willen wij

gebruiken en ontwikkelen. Wij hopen daar twee á drie jaar mee voorop te lopen.

Onze eigen bijdrage is vastgesteld op f 20 miljoen van de regio. Wij zijn bezig naar cofmanciering

te zoeken bij de provincie, Stitnulus en de regio. Het bedrag is bekend, maar de financiering is nog

steeds onderwerp van overleg. Wij gaan daarover nog onderhandelen met Kenniswijk.nl, het bureau dat

de zaken coördineert. Wij proberen zoveel mogelijk cofinanciering te vinden en men zal nmiddels

hebben vernomen dat cofmanciering is toegezegd.

Het verzoek is gedaan om het ontwikkelingsplan van de afdeling BGG in de commissievergader'mg

te bespreken. In de laatstgehouden conunissievergaderin_e heb ik al meegedeeld dat het plan bijna klaar

is. Men is nog bezig met de uitwerking van de onderdelen onderwijshuisvesting en beheer

sportacconnnodaties. Het plan ligt ter inzage en men kan er kennis van nemen. De ontstane vertraging

heeft te maken met de magere bemensing van de afdeling BGG en het vele werk dat, naast het opstellen

van het plan, gedaan moet worden. Op dit moment wordt bijvoorbeeld het gebouw Orion dichtgeplankt.

Dat wordt zo snel mogelijk onder handen genomen. Verder krijgt de SWOH een betere huisvesting.

-37- 14 juni 2001.

Voor wat de dekking van het voormalige pand van de afdeling voorlichting betreft: in pr'mcipe zit

de opbrengst van dit pand voor f 0,5 miljoen in Boscotondo. De meeropbrengt zal toevloeien naar

beheer.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Ik dank de wethouder voor zijn toelichting en voor het feit dat

hij druk bezig is met de nieuwe huisvesting van de SWOR. Daar zit natuurlijk ook een financieel plaatje

aan vast met betrekking tot de huur. Is het college bereid de gemeente de meerkosten van de huur te laten

betalen?

Het lid BETHLEREM (wethouder): Wij zijn druk bezig met de huisvesting. Misschien kan

mevrouw Houthooft er bij haar beantwoording wat meer over zeggen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Heb ik goed begrepen, voorzitter, dat, na het vertrek van de af-

deling voorlichting c.q. communicatie naar Boscotondo, de afspraak om het pand af te stoten wordt

geëffectueerd en binnenkort zijn beslag zal krijgen?

Het lid BETHLEHEM (wethouder): ja, dat is juist.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Met betrekking tot het beheer van de gemeentelijke

gebouwen heb ik aangedragen dat ik een aantal principiële zaken in de financiering en de handelwijze van

de betrokken afdeling ingevoerd zou willen zien. Ik neem aan dat de wethouder die in een rapport

meeneemt en bekritiseert en aangeeft wat hij wel en niet doet. Onder de door mij genoemde zaken zitten

heel principiële zaken die duidelijk te maken hebben met dingen die nu in het invester'mgsprogrannna

zitten.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Dat klopt. Maar ik heb ook al toegezegd dat wij het plan na

de zomervakantie, als het is afgerond, in commissieverband zullen doornemen. Daarbij zal ik

terugkomen op de punten die de heer Praasterink heeft genoemd.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Naar aanleiding van de opmerking van de heer Tielemans over

het gebouw van voorheen de afdeling voorlichting c.q. connnunicatie, sinds deze afdeling in Boscotondo

is gehuisvest, is mijn vraag of bij de verkoop ook de VVV in beeld is. Dat was immers een van de

partijen die in het pand waren geïnteresseerd.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Daar doe ik geen mededelingen over. In principe kan elke

partij in beeld komen, als het gaat om de aankoop van het pand.

Het lid RIETER (HB): Ik constateer dat er op dit moment onderhandelingen zijn met de VVV.

Het lid FERWERDA (D66): Er zijn toch geen onderhandelingen met de Schoenenreus, om maar

iets te noemen? Want wij hebben meer mooie panden naar de ... zien gaan, vanweze verkeerd gebruik.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Ik herinner m'ij' nog onze reactie op de gevelzagerij. De

Schoenenreus is niet in discussie.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter, ik vind dat je een partij als de VVV niet gelijk

mag stellen met elke partij in de stad.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Dat doe ik ook niet, mijnheer Van Mullekom.

Dan kom ik nu aan het portefeuilleonderdeel onderwijs.

Wij zijn bezig met de sanering van een achterstand uit het verleden. De bijdrage van de VVD geeft

aardig goed weer hoe wij een en ander ervaren hebben. Op dit moment z'ij'n wij klaar met de eerste

onderhandelingen met het onderwijsveld over de inzet van de huisvestingsmiddelen. Deze week hebben

wij de onderhandelingen afgerond over het convenant dat in de plaats van de verordening komt. Deze

-38- 14 juni 2001.

verordening dwong ons steeds tot zeer beperkte stappen ten aanzien van de huisvestingsproblematiek. Ik

hoop het convenant binnenkort aan te kunnen aanbieden en samen met de conmüssie te bespreken. Ik

vind dat wij met dit convenant een heel grote stap zetten en ik hoop dat de commissie er van harte mee

kan instenunen, zodat wij in augustus op de nieuwe manier kunnen gaan werken.

Voor 't Nieuwveld hopen wij voor de vakantie met een definitieve oplossing te komen. Vooral de

acute huisvestingsproblematiek heeft de aandacht gehad. Wij zijn daarover druk in onderhandeling met

het schoolbestuur.

De VMBO-discussie is inderdaad lastig. In een brief aan de raad heb ik getracht het proces kort te

beschrijven. Er volgt nog een tweede gesprek met de BCOV. Zoals ik in de brief al heb toegezegd, houd

ik de raad via de conunissie op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. Ik zal de conunissie tijdig

infonneren.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Kan de wethouder zich voorstellen dat hij dan wel het

college op een gegeven moment min of meer is uitgesproken en dat het goed zou zijn om iemand van

buitenaf aan te trekken om de hele kwestie eens door te marcheren?

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Ja, inderdaad. Daar slaat het woordje "(doen)" op in de reeds

genoemde brief aan de raad.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Ik heb het college gevraagd naar de middelen

voor de onderwijshuisvesting en de mogelijkheid dat het rijk extra middelen via het gemeentefonds naar

de gemeenten toe zou laten vloeien. Is het college bereid die middelen in te zetten om de achterstanden

op het terrein van de onderwijshuisvesting verder weg te werken?

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Als het rijk extra middelen ter beschikking stelt, zullen wij

moeten bekijken waarvoor het rijk die middelen beschikbaar stelt en wat wij daannee gaan doen. Ik zeg

dus niet dat de middelen a priori naar het onderwijs doorgesluisd worden. Wij doen als gemeente al heel

veel voor het onderwijs met eigen middelen. Dan moeten wij ons als gemeente de vrijheid voorbehouden

om, als het rijk zeg f 5 miljoen zou geven voor achterstallig onderhoud, de discussie aan te gaan of wij

dat geld wellicht anders zouden willen inzetten. Ik ben benieuwd of het rijk in zijn nieuwe

investeringsprogramma m deze richting reageert.

Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Wij ondersteunen de wethouder graag in zijn

opvatting.

Het lid BETI4LEHEM (wethouder): Ik ben van mening dat wij op het gebied van de onder-

wijshuisvesting een belangrijke move gemaakt hebben. Opgemerkt is dat wij als gemeente best in de

richting van het rijk mogen reageren. Wij merken - ook op het VNG-congres hebben wij dat gemerkt -

dat er steeds meer b"val is voor het verhaal dat wij 'm het verleden hebben gehouden, namelijk dat,

ij

ondanks het feit dat veel gemeenten 'm eerste 'mstantie aangaven dat de decentralisatie in de eigen

gemeente aardig geslaagd was, steeds meer gemeenten in de problemen komen, willen zij een goede

fmanciering van het onderwijs blijven voortzetten.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Ik mag dus de conclusie trekken dat, als er extra middelen

komen, ze niet rechtstreeks naar de algemene dienst gaan en dat de wediouder met de commissie de

discussie over de besteding daarvan zal aangaan.

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Ja, dat heb ik zo-even toegezegd.

Het lid PRAASTERINK (OH): Met welke commissie eigenlijk? Financiën of onderwijs?

Het lid BETHLEHEM (wethouder): Om die keuze te vennijden, hebben wij deze commissies

maar samengevoegd, mijnheer Praasterink. Dan bent u er in elk geval ook bijl

-39- 14 juni 2001.

De heer Praasterink wil nog wat meer informatie over een aantal punten. Die wil ik graag geven

en ik vraag hem om daarover met mij na de vergadering een nadere afspraak te maken.

Het lid mevrouw !ONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! In goed overleg met wet-

houder Bethlehem heb ik afgesproken dat ik zou ingaan op de kritiek vanuit de raad, en ook vanuit de

wijk, op de dreigende stagnering van de bouw van de voorzieningen in Brandevoort. Gehoord de

opmerkingen, lijkt het erop dat het college van plan is drie jaar lang lui achterover te gaan liggen en er

niets aan te doen. Dat beeld wil ik graag proberen b'ij' te stellen.

Als wij de openbare school in Brandevoort in augustus 2003 hadden willen opleveren, hadden W'ij'

al gisteren begonnen moeten zijn. Men kent de specifieke bouw in Brandevoort waar het gaat om De

Veste. Ik wil even een beeld schetsen van de tijd die het kost om een nonnaal blok woningen in De Veste

te bouwen. Op het moment dat wij een progrannna van eisen hebben geformuleerd voor een aantal

woningen in De Veste, dan duurt het, leert de ervaring, minimaal tien maanden voordat dit heeft geleid

tot een bouwvergunmng, waarna aanbesteding kan plaatsvinden. De ouwtijd van een normaal o

woningen is,minhnaal 15 maanden. Dat zijn tennijnen die wij bij de start van Brandevoort niet hadden

durven voorspellen. Daarmee wil ik aangeven dat de bouw van De Veste in Brandevoort z'ij'n eigen

complexiteit kent.

Een andere ervaring, die in Dierdonk, heeft ons geleerd dat het heel moeflijk is om centrum-

ontwikkelingen en maatschappelijke voorzieningen in een wijk in een heel strakke planning te zetten. Tot

onze grote teleurstelling moeten wij melden dat wij nu al te laat zijn om de openbare school in

Brandevoort op tijd, gegeven de toename van het aantal leerlingen daar, te bouwen. Dat heeft ons ertoe

gedwongen om de planning te herzien. De maatschappelijke voorzieningen in Brandevoort zijn geclusterd

in een bouwblok. Daar zitten ook woningen in. Dat maakt de bouw van de voorzieningen wat anders dan

normaal het geval zou zijn geweest. Nonnaal is er een programma van eisen voor een school, een

multifunctioneel centrum en een maagdelijke kavel grond. Vervolgens heb je je budget en dan kun je aan

de gang. Maar zelfs dan nog is het, zoals wij in Dierdonk hebben gezien, erg moeilijk te thuen. In dit

geval zijn de voorziem'ngen m een cluster bij elkaar geplaatst, met daarbij nog een redelijk aantal

woningen. Dat betekent dat er sprake is van een complex programma van eisen en dat er verschillende

opdrachtgevers bij betrokken zijn. Wij schatten dan ook in dat de bouwtijd meer zal zijn dan de 15

maanden die wordt voorzien voor een woningbouwblok. Alles bij elkaar genomen, vonden wij dat wij nu

al aan de raad en de wijk moesten melden dat wij de aanvankelijke planning niet zouden halen. Dat is in

fmanciële zin vertaald in de Voorjaarsnota. Deze infonnatie heeft wel een heel eenzijdige fmmciële

inkleuring gekregen.

Wil de school op de korte termijn kunnen gaan draaien, dan zullen wij moeten zorgen voor een

adequate noodvoorziening. Hetzelfde geldt voor de voorziemngen m de eerstelijnszorg. Het lijkt erop dat

er een aantal huisartsen is dat daar wil werken en dat er ook een apotheker is. Die willen w'ij' graag op

tertnijn bedienen. Ook de bouw van de defuütieve voorziemngen daarvoor zullen drie tot vier jaar op

zich laten wachten en ook daarvoor willen wij noodmaatregelen treffen.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter! ik begrijp dat de complexiteit van het multi-

functionele centrum dat samen met een aantal woningen gerealiseerd wordt, ertoe leidt dat het eind-

resultaat lang op zich laat wachten. Wanneer was het college op de hoogte van de complexiteit van het

geheel?

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Het afgelopen jaar is, onder leiding van

DHV, gewerkt aan het progrannna van eisen voor het multiftmctioneel centrum, in goed overleg met een

aantal vertegenwoordigers van de wijk, volgens de werkwijze die wij graag kiezen. Het programma van

eisen is afgerond en daarmee is de voorbereiding voor het bouwen gereed. Maar, zoals ik al heb gezegd,

er zit nog meer in het bouwblok dan alleen maar een multifunctioneel centrum.

Een ander probleem waar wij tegen aanlopen, is dat de winkelvoorziening in Brandevoort, die

oorspronkelijk ook op de planning stond voor 2003, in concept ook redelijk ingewikkeld is. Er zou

gestart worden met een eerste supermarkt met een beperkte parkeervoorziening. Nu is de discussie

gestart over de vraag of het niet verstandig is om onder het winkelcentrum meteen een ondergrondse

parkeervoorziening te bouwen die straks voldoende zal zijn voor het gehele winkelcentrum. Dat maakt

-40- 14 juni 2001.

het even ingewikkeld, ook in fnmciële zin. Als je een parkeergarage goed toegankelijk wilt maken, ook

voor de aan- en afvoer van voorraden, moet je erover nadenken hoe je de in- en uitgang situeert. Het kan

niet zo zijn dat de in- en uitgang van de vrachtwagens van Albert Hein recht tegenover de school komt te

liggen.

Er is dus in het totale pakket voorziemngen voor Brandevoort vertraging opgetreden, zowel aan de

commerciële als aan de sociaal-maatschappelijke kant. Wij gaan morgen door met de vertaalslaLT voor het

blok waar de school, de eerstel'ijnsgezondheidszorg en het multifunctioneel centrum komen. Ik kan nu al

zeggen, zoals dat ook al in de Voorjaarsnota staat, dat wij daar tijd voor nodig hebben. Wij volgen twee

parallelle trajecten: wij gaan door met defuütieve realisatie en wij gaan aan de slag met adequate

tijdelijke voorzieningen van een aantal componenten. Dat zullen wi doen in goed overleg met de mensen

uit de wijk en ook met de directeur van de school. Wethouder Bethlehem en ik doen dat samen. Bij de

begrotingsbehandeling zullen wij aangeven welk deel van de defufitieve investering wij naar voren

moeten halen om de tijdelijke voorziening fmancieel vonn te geven.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Ik kan mij bijna niet voorstellen dat het college al lang op de

hoogte was van de situatie voor wat de huisartsen en het onderwijs betreft. Althans, ik heb gesproken met

een huisarts uit het Liinburgse die zijn baan heeft opgezegd om in Brandevoort in samenspraak met de

gemeente een zelfstandige huisartsenpraktlik te beginnen. Dat blijkt niet door te gaan. Hij moet dus een

aantal jaren wachten, want ik weet dat deze huisarts niet in een noodlocatie gaat zitten.

Het lid mevrouw !ONKERS~GOEDHART (wethouder): Zo gaan wij het niet doen, mijnheer

Rieter, want wij zeggen niet tegen een huisarts dat de defufitieve voorziening in 2004 klaar is en dat hij

dan maar terug moet komen. Wij zijn ontzettend blij als er een huisarts is die zich in Brandevoort wil

vestigen en wij zullen proberen om hem voor de periode tot 2004 een goed aanbod te doen.

Het lid RIETER (HB): Ik heb de betrokken huisarts zelf gesproken en hij liet zich nogal sceptisch

uit over de mogelijkheden van werken in het Brandevoortse.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat betwist ik. Wij maken er werk van.

Het lid RIETER (HB): Perfect.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Met betrekking tot de

eestelijnsgezondheidszorg lopen er op dit moment gesprekken en wordt er gezocht naar mogelijkheden tot

samenwerking. Er zijn partijen die met de gemeente willen samenwerken. Na de zomervakantie zal

duidelijk zijn hoe een en ander gaat lopen, want op dit moment hoeft alleen nog maar de vraag

beantwoord te worden waar de hulpverleners praktijk willen houden. De hulpverleners willen graag in

het multifunctioneel centrwn zitten. Dat is een keuze die zij zelf hebben gemaakt. De gesprekken over

een oplossing zijn volop gaande en worden niet naar de toekomst weggeschoven.

Het lid RIETER (HB): Ik geloof de wethouder meteen, maar mij is verteld dat de betrokken

huisarts in een pand zou trekken en dat hij bij wijze van spreken met de gemeente Brandevoort in is

gegaan, maar dat er helemaal geen pand was waar hij zich zou kunnen vestigen.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Ik ga hier graag nog eens op in,

voorzitter, want de heer Rieter wekt nu allerlei misverstanden. Non-naal gesproken is de huisvesting van

huisartsen een eigen verantwoordelijkheid dan wel een verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar. In

dit bijzondere geval, omdat wij graag willen dat er in Brandevoort een huisarts komt, overwegen wij om

te bekijken of het mogelijk is dat deze op eigen kracht tijdelijke huisvesting kan vinden, hetgeen heel

goed zou kunnen in een woning in De Veste, dan wel of wij daar als gemeente in financiële zin iets aan

zouden moeten doen. Dat geeft aan hoe belangrijk wij het vinden. En dat wij ervoor zorgen dat er over

een aantal jaren, als de wijk klaar is, een goede gezamenlijke voorziening komt, is de tweede opdracht.

-41- 14 juni 200 1.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter! De wethouder zegt zojuist dat zij een gesprek heeft

gehad met de directeur van de school. Is dat een goed gesprek geweest?

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Het was zo'n goed gesprek, dat ik

volgende week naar de Idankbordgroepvergadering durf!

De VOORZITTER: Ik verzoek u om er geen commissievergader'mg van te maken. Wij zitten hier

om de Voorjaarsnota in hoofdlijnen te behandelen ter voorbereiding van de begroting en ik vind dat wij

nu erg afdwalen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik zou graag een vraag op hoofdlijnen stellen, voorzitter. De

wethouder maakt inzichtelijk hoe de vertraging in de planontwikkeling is opgetreden. Ik vind het

minstens zo belangrijk dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe deze vertraging tot een minhnum gereduceerd

kan worden. Hoe kunnen wij voorkomen hoe dit jarenlang nazeult?

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Ik ben van plan om samen met mijn

collega Bethlehem de conunissie stedelijke ontwikkeling en de conunissie OCF te informeren over de

planning die wij' nu voorzien en de Dlanning van de tijdelijke voorzienmg.

Van het centrwn, ook een speerpunt van het gemeentelijke beleid, is in mei het voorlopig ontwerp

gepresenteerd. Bij een deel van de raad is er de behoefte om hierover samen met BVR en onze eigen

medewerkers van gedachten te wisselen. Wij hebben inmiddels een infon-natieve bijeenkomst voor de

raad gepland op 3 juli a.s. De uitnodiging zal de raadsleden nog bereiken. Wij hopen dat de punten die

raadsleden graag vroegtijdig willen bespreken in het stadium van het voorlopig ontwerp, dan aan bod

komen. Ook de activiteiten rond de cluster kunst en cultuur kunnen dan aan de orde komen. Collega

Prinsen zal daar dadelijk op ingaan. Wij hebben daar nog wat extra geld voor nodig. Dat heeft niets te

maken met het feit dat wij bij de start van de plannen van BVR niet goed hebben gesproken over die f 2

miljoen. Wij hebben wat geld nodig voor een zeer adequate communicatie met de stad. Verder wordt een

deel van het geld besteed aan het uitwerken van plannen, waartnee het voor een deel bijdragen van de

gemeente aan de realisatiekosten zijn. Wij zullen dit nog eens helder vertellen aan de leden van de

commissie stedelijke ontwikkeling.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik begrijp dus goed dat het college van plan is te blijven

binnen de post van f 2 miljoen voor de plannen van BVR en dat daar geen cent bovenop komt.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Bij het beschikbaar stellen van het krediet

van f 2 miljoen hebben wij met de raad afgesproken dat wij daarbinnen blijven voor wat de daarbij

beschreven activiteiten betreft. Wij zijn in twee jaar echter veel verder gekomen dan wij ooit hadden

durven dromen. Bij het defmitieve plan van het komend najaar zullen wij proberen een adequate

financiële paragraaf te presenteren. De signalen zijn zeer positief.

Ik constateer dat er in de raad brede steun begint te ontstaan voor het beleid dat het college ten

aanzien van de grondprijzen voert. Ik ga niet zo ver als degenen die menen dat, als de economie een

zware terugval krijgt, de grondprijzen verlaagd zullen moeten worden. Er blijft altijd spanning zitten op

de grondprijzen in die zin dat grond in Nederland een zeer schaars goed aan het worden is. Wij zullen

zeker een prijsstabilisatie aan de orde hebben, maar echt dalen zullen de grondprijzen niet. De gemeente

Hehnond doet er m.i. goed aan het beleid van de afgelopen jaren goed in de gaten te houden, want de

extra opbrengsten hebben ons in staat gesteld aanmerkelijke bijdragen te leveren voor de speerpunten van

beleid.

Ten aanzien van de sociale huurwoningen voeren wij een uiterst bescheiden prijsbeleid. Als er al

sprake is van een verhoging, dan zal die uiterst marginaal zijn, zoals dat ieder jaar het geval is.

Over de grootte van kavels wil ik 2raag in de commissie een discussie met de heer Ferwerda

voeren. Wi moeten er geen eenheidsworst van maken. Als mensen bereid zijn om voor de vrije-

sectorkavels een aanzienlijke som geld op tafel te leggen, dan zou ik niet zo ver willen gaan om te zeggen

dat de grootte van een kavel voortaan standaard 300 vierkante meter wordt.

-42- 14 juni 200 1.

Het lid FERWERDA (D66): Nu gaat de wethouder het wel erg een bepaalde kant uit. In het

verleden heeft de gemeente wel eens kavels van 2000 á 3000 vierkante meter uitgegeven.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Zulke grote kavels geven wij niet meer

uit.

Het lid FERWERDA (D66): Wij weten nog niet wat er met het tussengebied Brouwhuis gebeurt.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Wij zetten dit punt op de agenda.

Het lid PRAASTERINK: Ik hoop niet dat wij daar nu over in discussie gaan, want dan zal ik de

andere kant van de zaak verdedigen.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat ben ik niet van plan. Bovendien zal

de voorzitter, niet toestaan dat wij het debat nu voeren.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Ik had het niet alleen over de prijs van de

sociale huurwoningen, want wat gebeurt er als je straks geen vierkante meters verkoopt?

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Op die vraag ben ik totaal niet voor-

bereid. Ik wil graag in de commissie spreken waarom het met de grondverkopen speciaal dit jaar wat

anders uitpakt.

Het facility-point, waannee men op dit moment wat moeite heeft, is een onderwerp waar het

college al jarenlang hard aan werkt. Ik zie het als een ondersteunende faciliteit voor het bedrijventerrein

BZOB. Het betreft een benzineverkooppunt met een aantal faciliteiten ten faveure van het bedrijfsleven

en ook om een niet onaanzienlijk parkeerterrein. Ik herinner mij cussies de raad over het parkeren

van vrachtwagens in de woonwijken. Het parkeerterrein moet in de nodige ruimte voorzien om ervoor te

zorgen dat dit niet meer gebeurt. De investering is aanmerkelijk hoger dan de f 2 miljoen ten laste van de

grondexploitatie en de f 2 miljoen is met name nodig om de ondergrond voor het parkeren in te kwmen

brengen. Ik stel voor dat het fácility-point nog eens nader in beeld wordt gebracht in de commissie door

wethouder mevrouw Houthooft of door mij zelf. Uiteraard zijn hier particuliere investeerders bij

betrokken.

Van de kant van GroenLinks is het verzoek gedaan om de investering in het fietsverkeer van f 0,5

miljoen tot f 1 miljoen op te hogen. Ik stel voor dat wij de discussie over de nota Hoofdwegenstructuur

afwachten, waar een paragraaf fietsbeleid in is opgenomen. Dan kunnen wij volgend jaar bezien of een

jaarlijkse investering van f 0,5 miljoen, waarvoor wij vanuit het SRE aanvullende GDU-middelen

krijgen, voldoende is om een bepaald uitvoeringsprogrannna te bekostigen.

Voor wat de Traverse betreft wil ik nog niet vooruitlopen op de afronding van de discussie over de

nota Hoofdwegenstructuur en hier uitspreken of er nu wel of niet een tunnel moet komen. Met de raad

heb ik de afspraak gemaakt dat wij de verschillende fases op een nette manier afronden. Vervolgens is

het aan de raad en aan de bevolking - eind juni is er een infonnatieavond voor de bevolking - om daar

hun zegje over te doen. Het debat in de raad over een voorkeurseenario zal in de loop van dit jaar

plaatsvinden. Er komt dus nog geen kant-en-Idaar bestekgereed plan. Wel kan de raad op hoofdlijnen

aangeven of het een oplossing op de begane grond wordt, of er een splitsing moet komen dan wel of er

een ondergrondse oplossing moet komen.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! In de commissievergadering is duidelijk gesteld dat

men niet zo veel behoefte heeft aan een uitwerking van alle zeven scenario's. De heer Van der Zanden

van de PvdA stelt dat en ik heb dat namens Ondernemend Hehnond ook gesteld.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Ik heb een afspraak gemaakt met de raad

over de manier waarop DHV ons begeleidt met dit onderzoek. Ik werk een en ander gewoon af. Bij de

tussentijdse presentatie hoeft de raad nog helemaal niet te adviseren maar alleen maar de verschillende

mogelijkheden op zich te laten inwerken.

-43- 14 juni 2001.

Dan een antwoord op de vraag van de heer Tielemans naar de consequenties van de omleiding van

de PW205/210 voor met name het verkeer over de Kanaaldijk en de aansluiting van de Rochadeweg. Er

is een voorstel met daarin een aantal maatregelen ter zake verkennend besproken met de commissie

stedelijke ontwikkeling. Er wordt nu in snel tempo een concreet maatregelenpakket opgesteld. Wij hopen

dat over een paar maanden de P205 open kan. Men zal hebben begrepen dat dit nog een heel avontuur is,

vanwege een eigendomsgeschil 'm de gemeente Laarbeek. Het voorstel is in hoofdlijnen ]daar en zal

vermoedelijk snel naar de raad toe geleid worden. Een eerste verkenning van de problemen met

betrekking tot de Rochadeweg zit daarb'ij'-

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik neem aan dat het geld dat daar vorig jaar voor

gereserveerd was, in de pot blijft.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wediouder): Dat blijft daar inderdaad staan.

Imniddels hebben wij voor de ongelijkvloerse fietskruis'mg een voorstel bij het SRE ingediend,

omdat er nog middelen uit de gebundelde doeluitkering over waren.

Dan nog iets over PPS-constructies en het stapelen van geld. Wij zijn een actieve gemeente op het

gebied van publiekprivate samenwerking. Het is te verwachten dat wij daar nog actiever in worden als

het gaat om bepaalde plannen. Bij de uitwerking van de centrumplannen ontdekken wi dat particuliere

bedrijven daarin geïnteresseerd zijn. Ook de samenwerking in de kunst- en cultuurcluster spreekt aan.

Wij zijn al gestart met de zoektocht naar cofmanciering voor o.a. de centrumplannen, ook bij andere

overheden. De eerste contacten met het ministerie van VROM hebben al plaatsgevonden. Wij zijn in

overleg met de provincie waar het gaat over de portefeuille ruhntelijke ordening en de portefeuille kunst

en cultuur. Dat is hard nodig, al proberen w" zelf zoveel mogelijk geld op de plank te leggen.

ij

Tot slot nog iets over het Grotestedenbeleid. Ik ben het met u eens, voorzitter, dat het Grote-

stedenbeleid iets meer rendeert dan de heer Praasterink schetst. Het bedrag van 2 ton dat naar Helmond

toe komt, is niet voor de gemeente Helinond maar voor het project bewonersparticipatie Binnenstad-Oost.

Dat is een project waarbij de prov'mcie per gemeente 2 ton toekent aan een wijk die daar de sfeer van

bewonersparticipatie mee aan de slag kan gaan en achteraf verantwoording moet afleggen. Dat past

perfect in het kader van het Grotestedenbeleid. Met het rijk hebben wij een contract lopen. Er zijn wat

strubbelingen geweest met de provincie over haar inzet voor ons meerjarenontwikkelingsprogramma.

Daar is een wat vervelende correspondentie over geweest. Die is toch effectief gebleken. De provincie is

op dit moment bezig om inzicht te verschaffen in de inzet van het geld. Zoals men weet, is de provincie

geld schuldig aan de vijf Brabantse steden. De provincie werkt ook aan het opzetten van een GSB-fonds

dat niet alleen gevoed wordt met GSB-middelen, maar ook met middelen uit andere sectoren. Ook daar

zullen wij op grond van ons meerjarenontwikkelingsprogranima een beroep op doen.

Het lid PRINSEN (wethouder): Voorzitter! Allereerst wil ik ingaan op het onderwerp Binnenstad-

Oost, dat vanuit twee kanten benaderd is.

In de eerste plaats is van de kant van de PvdA opgemerkt dat in het investeringsprogrannna dat nu

voorligt, f 17 miljoen is opgenomen voor de voorzieningen in Binnenstad-Oost voor de periode 2002-

2005. Waar wij in het invester'mgsprogramma voor het jaar 2001 expliciet spraken over een

jongerencentrum en een wijkcentrum, hebben wij nu het totaalbedrag van f 17 miljoen opgenomen. De

prioriteit ligt overigens bij het jongereneentrum. De correctie ten opzichte van het

investeringsprogrannna van vorig jaar is dat wij de f 2 miljoen voor de brede school eruit hebben gelicht,

op grond van de redenering dat het in principe gaat om het totale pakket voor Binnenstad-Oost. In de

richting van de heer Praasterink, die het heeft over temporiseren en over de vraag voor wie wij eigenlijk

bouwen, merk ik op dat deze wijk wel degelijk een nieuw wijkhuis annex school verdient. Het

uitgangspunt van het college is steeds geweest dat herstructurering meer is dan datgene waar wethouder

Hesen het straks over zal hebben, omdat het er ook om gaat dat de mensen straks trots op hun wijk en

trots op de voorziemngen in hun wijk kunnen zijn.

Ook voor Binnenstad-Oost geldt dat het een complex traject is. Er zijn op dit moment twee

schoolgebouwen in gebruik die qua architectuur alleszins de moeite waard zijn om te worden behouden.

Als wij daar de functie onderwijs uithalen om deze ergens anders naar toe te brengen, zullen wij moeten

zorgen voor een herbestenuning van de gebouwen die wij willen behouden. Het kan echter ook niet zo

-44- 14 juni 2001.

zijn dat er twee tot drie jaar lang geen onderwijs plaatsvindt in Binnenstad-Oost omdat wij met de bouw

van een wijkhuis/brede school bezig zijn.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! De middelen voor de brede school zijn dus, in

tegenstelling tot hetgeen er in het programma staat, aanwezig?

Het lid PRINSEN (wethouder): Inderdaad. Het zinsdeel "voor zover dekking gerealiseerd' dat

nog in het programma staat, kan doorgestreept worden. Wij mogen ervan uitgaan dat van het bedrag van

f 17 miljoen dat ter beschikking is voor de periode 2002-2005, zowel het jongerencentrwn als de brede

school annex wijkcentrum gerealiseerd kunnen worden, los van de discussie die er nog gevoerd kan

worden over de combinatie daarvan en hoe de maquette er precies uit zal gaan zien. Mocht het nodig zijn

om, op grond van stedenbouwkundige inzichten, andere voorzieningen te verplaatsen, dan moeten de

gelden daarvoor komen uit de exploitatie van het totale plangebied en niet uit de post van f 17 miljoen.

Dat betekent dat de stedenbouwkundige 'mpassmg wel degelijk een rol speelt bij de realisatie van dit soort

zaken.

De heer Praasterink stelt de vraag voor wie wij eigenlijk bouwen. Op dit moment wordt er, ook

an eisen voor een "k

door mensen uit de binnenstad zelf, druk gewerkt aan een programma v wij -

centrum/brede school. Er ligt al een programma van eisen voor een jongereneentruin, waar ook de

mensen zelf mee bezig zijn geweest. Als college zien wij natuurlijk ook wel dat het geen zin heeft om

gebouwelijke voorziem'ngen neer te zetten als er geen draagvlak voor is of als wij niet met de

betrokkenen zelf gecommuniceerd hebben.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Straks worden er in de Dierenbuurt huizen afgebroken.

Wie komen daar straks terug? Dat blijft een brandende vraag.

Het lid PRINSEN (wethouder): Wij praten over een wijk van 11.000 inwoners. Ik mag ervan

uitgaan dat een groot aantal mensen daar terugkeert. Het zou zelfs zo moeten zijn dat deze wijk attractief

wordt voor mensen die nu niet worden bereikt. Dat betekent dat een wijk als Binnenstad-Oost gewoon

recht heeft op een wijkhuis, net zo goed als Dierdonk en straks ook Brandevoort. Verder is er voor wat

het onderwijs betreft de situatie dat 50% van de kinderen die in Binnenstad-Oost wonen, niet daar met

elders naar school gaan. Wij zouden graag zien dat alle kinderen uit de wijk Binnenstad-Oost in de wijk

zelf naar school gaan, dat de ouders trots zijn op hun wijk en op de voorzieningen daar. Daar willen wij

fors 'm 'mvesteren. niet alleen in de openbare ruimte maar ook in de voorzieningen.

Op het ogenblik zijn wij bezig met de verbouw'mg van een pand in de Ileistraat voor sociale zaken.

De term casemanagement is al genoemd. Het gaat dus niet alleen om fysieke herstructurering, slopen en

herhuisvesten, maar ook om menselijke problemen. Wij willen mensen die een bijstandsuitkering hebben,

individueel kunnen benaderen. Dat hoeft niet alleen een draaideureffect te zijn in de zin van even een

baan en dan er weer uit. Ook andere dingen zijn belangrijk. Met name voor degenen die vallen onder

categorie 4 van het cliëntenbestand wordt het steeds moeilijker iets te vinden op het gebied van sociale

activering. Ook om die reden gaan wij naar de wijk toe. Wij willen voor de mensen een aanspreekpunt in

de wijk maken. Dat doen wij onder begeleiding van Fontys.

Nu ik het toch heb over casemanagement, wil ik melden dat er allerlei ontwikkel'mgen zijn rond

Helso en Stap. Het streven is erop gericht om te komen tot een fusie tussen beide organisaties met ingang

van 1 januari a.s. Dat is een vri omvangrijke operatie. Uiteindelijk zullen er 2500 mensen uit de regio

Peelland aan het werk zijn in het nieuwe multifunctionele bedrijf. Als voorzitter van Stap zit ik in de

regiegroep, samen met de voorzitter van de Heiso en de beide directeuren. Er ligt een sociaal statuut en

er is geen sprake van dat er wordt uitgegaan van gedwongen ontslagen. Evenmin is er sprake van

verdringing van werknemers uit het V^-bestand en degenen die op grond van de WSW vallen onder de

Helso. Het gaat om een compleet nieuw bedrijf waar alle additionele instroom plaatsvindt. Bovendien

komt de voorkant van het bedr"f te zitten in het Centrum voor Werk en Inkomen en niet 'm het

ij

multifunctionele bedrijf zelf. Het voert te ver om dit vanavond allemaal uit te leggen, maar ik wil de

suggestie wegnemen als zouden de door de heer Klaus genoemde problemen straks aan de orde zijn.

Dan kom ik aan het thema kunst en cultuur. College Jonkers-Goedhart heeft gesproken over de f 2

miljoen en over de vraag hoe wij verder moeten met de kunst- en cultuurcluster. Wij hebben een

-45- 14 juni 2001.

kunstencentrum dat niet adequaat is gehuisvest en waarvan wij vinden dat het bij voorkeur in het centrum

gehuisvest zou moeten worden. Hetzelfde geldt voor de bibliotheek. Wij hebben daar ook de discussie

rond het archief bij betrokken. De vraag is nu of de culturele functies, gecombineerd met een aantal

economische functies, het vliegwieleffect zouden kunnen hebben dat wij met elkaar nastreven voor de

ontwikkeling van het centrum van Helmond in de komende jaren. Wij' zullen heel creatief moeten z n. Je

zou je kunnen voorstellen dat het niet alleen gaat om de combinatie van culturele en economische functies

maar ook om een combinatie met publieksfuncties. Wellicht zou er een concept kunnen ontstaan waarbij

zowel het kunstencentrum als de bibliotheek en het archief en nog andere culturele activiteiten het

aantrekkelijk maken om in het centrum van Hehnond te vertoeven dan wel daar activiteiten te ontplooien.

Dat hoeft dan niet, zoals van de kant van de CDA-ftactie is gezegd, volgtijdelijk gebeuren, waarbij je

eerst het kunstencentrwn bouwt. Het kunstencentrum hoeft overigens niet per se in het centrum te

komen, maar dat zouden wij' wel graag willen. Om een creatieve denkontwikkeling over dat soort zaken

nog wat beter op gang te krijgen, hebben wij wat extra geld uitgetrokken. Van de kredietaanvraag van

f 250.000,-- is maar een deel bedoeld om creativiteit te genereren. Die creativiteit zit echter ook in het

ontwikkelen van een programma van eisen voor het kunstencentrum, voor de bibliotheek, het archief en

de frontoffice. A.s. dinsdag kom ik met een voorstel daarvoor naar de commissie toe. (Voor degenen die

de stukken al bekeken hebben: dat wordt een nagezonden stuk.) Het geld daarvoor komt uit de f 1

miljoen die wij in het kader van de Speelhuisdiscussie geparkeerd hebben. Dat geld is beschikbaar als

voorbereidingskrediet voor het nieuwe concept.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik dacht dat die f 1 mil oen voor de vlakkeyloerzaal was, voorz

i

Het lid PRINSEN (wethouder): Er was bij de discussie in de raad over dit punt enige verdeeldheid

ten aanzien van de vraag of die f 1 miljoen naar een vlakkevloerzaal of (naar ik meen was dat de mening

van het CDA) naar het kunstencentrum moest. Het college geeft er de voorkeur aan beide zaken te

realiseren. Dat betekent dat wij' voor de vlakkevloerzaal een connnerciële drager zullen moeten vinden.

In het defmitieve ontwerp van BVR zal dat punt ter tafel komen, maar niet in combinatie met de zo-even

genoemde discussie over kunstencentrwn en bibliotheek. Het college heeft al toegezegd zich in te

spannen om tijdelijk voorzielungen te treffen om activiteiten die voorshands niet zouden kunnen

plaatsvinden, toch te laten plaatsvinden. Er z"n enkele opties in beeld. Op dit moment vinden er serieuze

ij

onderhandelingen plaats over het tot stand brengen van een tijdelijke voorziening. Wanneer het zover is,

komen wij naar conunissie en raad toe met een voorstel, want uiteraard zal dat geld kosten. Dat zou dan

uit de al genoemde f 1 miljoen betaald kunnen worden. Overigens is er voor de planperiode 2002-2005 in

totaal f 15,5 miljoen geraaind voor de cultuurcluster kunsteneentrum en bibliotheek.

Het lid TIELEMANS (SDH): Maar wie biedt nu die conceptontwikkel kunst en cultuur aan en

voor welk deel van het bedrag van die 2,5 ton?

Het lid PRINSEN (wethouder): Dat zal BVR, het bureau van Riek Bakker, doen. Wanneer wij

vinden dat de herhuisvesting van een aantal culturele ftmcties in het centrum zou moeten plaatsvinden,

bijvoorbeeld een nieuwe bibliotheek en een nieuw kunstencentrrum, is het de moeite waard om te

bekijken of daar enige toegevoegde waarde aan ontleend kan worden die meer is dan alleen maar het

realiseren van nieuwbouw. Binnen de kredietaanvraag van f 250.000,-- is de helft voor de extra inhuur

van BVR. De andere helft is voor kosten die gemaakt worden voor een programma van eisen voor het

kunstencentrrum en een prograima van eisen voor de bibliotheek. Je kunt je voorstellen dat er in de

sfeer van de publieksfuncties iets tot stand zou kunnen komen dat meer waarde heeft dan wanneer je de

onderdelen afzonderlijk zou realiseren.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik blijf van opvatting dat de conceptontwikkeling kunst-

en cultuur een geïntegreerd onderdeel is van het totale centrwnvemieuwingsplan en derhalve valt onder

de desbetreffende bestuursopdracht en de f 2 miljoen. Verder vraag ik mij af of het college wel eens heeft

overwogen dat er binnen de stad creativiteit genoeg is die wij kunnen inzetten voor conceptontwikkeling.

Waarom hebben wij daar altijd externen voor nodig?

-46- 14 juni 2001.

Het lid PRINSEN (wethouder): Extemen zijn op dit moment met name bezig om de creativiteit te

organiseren met een aantal sleutelfiguren in de stad. Dinsdag a.s. zal daar in m'ijn commissie uitvoerig

verslag van worden gedaan. Een aantal mensen in de stad is al benaderd met het verzoek om mee te

denken. Er is een projectgroep gevonnd en er is een structuur opgezet. Daarover zal komende dinsdag

ook een en ander verteld worden. De voorlopige resultaten worden op 3 juli, als wij met drie conunissies

- zo ongeveer de hele raad - bekijken wat een en ander heeft opgeleverd. Het is dus de bedoeling dat

onze eigen creativiteit boven tafel komt en het is niet de bedoeling dat iemand van buitenaf achter z n

bureau iets gaat zitten bedenken, want dat zouden wij ook in Hehnond kwinen doen. Dan ben ik het met

de heer Tielemans eens dat het duur geld zou zijn en dat het daar niet voor bedoeld is.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Wat gebeurt er met het vrijkomende deel van 't Speelhuis, na

het vertrek van het kwistencentrum?

Het lid PRINSEN (wethouder): Een van de problemen is dat het kwisteneentrwn onder grote druk

staat om Arbo-technische redenen. Bij de renovatie van 't Speelhuis zal nagedacht worden over wat voor

gebruik er van de vrijgekomen ruimtes kan worden gemaakt. Zo is er nagedacht over een balkon. Dat

idee is imniddels weer van tafel. Er komt een discussie over de ingangpartij en de foyers, die bepaald

niet bijzonder functioneel zijn. Ik wil hier de Speelhuisdiscussie niet overdoen, maar met alle respect: als

je boven in 't Speelhuis zit, lever je toch wel iets in aan functionaliteit in, gezien de architectuur. Er is

dus niet echt van alles mogelijk. Want als dat zo was, had het kwistencentrum daar wel kunnen blijven

zitten. Als 't Speelhuis voor f 8 á 9 miljoen gerenoveerd wordt en daar elke week zo'n 1100 leerlingen

boven in het gebouw zitten, is dat toch niet het concept van een stadstheater dat wij voor ogen hebben.

Het kunstencentrum zal er wat mij betreft dan ook zo snel mogelijk na de renovatie uit moeten.

Het lid PRAASTERINK (OH): Ik hoor nu dat er een vergadering is gepland op 3 juli, midden in

de schoolvakantie.

Het lid PRINSEN (wethouder): Het is niet midden in de vakantie, want de schoolvakantie begint 2

juli en 3 juli is dus de tweede dag van de vakantie. De raad krijgt een uitnodiging voor de geplande

bijeenkomst. Niet iedereen zal daar gebruik van kunnen maken. Ook ik had wat anders gepland, maar ik

ben graag bereid om op 3 juli naar de bijeenkomst te komen.

Het lid PRAASTERINK (OH): Als u de vliegreis betaalt, kom graag even.

Het lid PRINSEN (wethouder): Het lijkt mij dat ook dat niet hoort tot de hoofdlijnen waarover wij

vanavond spreken, mijnheer Praasterink.

Er is nog gevraagd naar Orion in 't Hout. Na de brand is in de commissie gesproken over

eventuele nieuwbouw. Imniddels is er een probleem gerezen bij het slopen, omdat er asbest aanwezig is.

Dat werkt vertragend, omdat de sloop dan zorgvuldiger moet gebeuren. Het streven is erop gericht om

zo snel mogelijk te slopen. Wij gaan over tot nieuwbouw op dezelfde plek. Daar is nu nog geen budget

voor, maar als wij nieuwbouw gaan plegen doen wij dat het liefst in combinatie met een

skatevoorziening, zodat wij dat bij het Tienerhuis gerealiseerd hebben.

Er is enige kritiek geweest op het gemeentelijke vrijwilligersbeleid. Een goed stadsbestuur doet

altijd aan herijking en heeft daar niet per defmitie een nota voor nodig. Wij hebben een heel actieve

vrijwilligerscentrale, die een fantastisch nieuw onderkomen heeft gekregen en die er altijd als eerste bij is

om nieuwe initiatieven te nemen. Vergoedingen aan vrijwilligers zijn niet gebonden aan belastingregels

of regels die de gemeente stelt. Desalniettemin zijn er ontwikkelingen gaande rond het vrijwilligerswerk

waarvan de raad op de hoogte is. Vrijwilligers verouderen en jongeren willen wel vrijwilligerswerk

doen, maar willen dat maar kort doen omdat zij zich niet te veel willen binden. Het is de bedoeling om in

2002 in het plan van de afdeling sport en welzijn wat ruitnte vrij te maken om kritisch naar dit probleem

te Idjken.

Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! In reactie op debatten die wij in de raad voeren en ook in

reactie op autonome maatregelen die op ons afkomen, hebben wij in de gemeente wel eens te maken met

-47- 14 juni 2001.

het zogenaamde ambitiegroeimodel. In feite komt het erop neer dat dingen autonoom gebeuren, zoals dat

bij de onderwijshuisvesting het geval is geweest. Daar besteedden wij uiteindelijk in de sfeer van

onderhoud heel weinig gemeentelijke middelen aan. Nu worden wij door een decentralisatieoperatie

gedwongen om daar minimaal een bedrag van f 29 miljoen vrij te maken.

Met het ainbitiegroeiinodel hebben wij ook te maken bij processen die wij starten met relatief

eenvoudige maatregelen die hopelijk ook effecten sorteren. Een voorbeeld daarvan is het proces rondom

Binnenstad-Oost. Want als het bedenken van een multifunctioneel centrum in de nieuwe wijk

Brandevoort, waar wij m feite gaan bouwen m een weiland en wij heel goed sturing kunnen geven aan

wie daar komen te wonen, al complex is, geldt dat des te meer voor het progranuna van eisen voor een

multifunctioneel centrwn voor Binnenstad-Oost en voor tal van andere voorzien'mgen waannee wij

proberen in te werken op de levenssituatie van mensen die daar wonen. In die zin is de herstructurering

in Binnenstad-Oost nooit een doel op zich geweest, maar een middel om de positie van bewoners van

Binnenstad-Oost te versterken. Dat heeft geleid tot de behoefte om een veelheid van maatregelen

integraal op elkaar te betrekken, mevrouw Mehwdi. Wij moeten dan ook erkennen dat het processen

zijn van een omvang en een betekenis dat wij daar als gemeente niet altijd op ingesteld zijn, niet voor wat

onze ambtelijke inrichting betreft en ook niet altijd op bestuurlijk niveau. Hetzelfde geldt overigens voor

de woningbouwcorporaties en andere instell'mgen die hierbij betrokken zijn. Integraal werken is

makkelijker gezegd dan gedaan en het vergt een heleboel inspanning van de verschillende betrokken

instellingen om met elkaar een en ander waar te maken.

In die zin groeide de ambitie ook en hebben wij op verschillende onderdelen een hele bundel aan

uitwerkingen gevonden voor de eerste fase van het herstructureringsproces in Binnenstad-Oost. De

uitwerking zit nu op het niveau van een voorlopig ontwerp, dus op hetzelfde niveau als het proces in het

centrum. Dat er op een voorlopig ontwerp nog wijzigingen kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld op het

niveau van woningen of vonngeving van worimgen en dat er noe alternatieven aangedragen worden voor

het ruiintegebruik. is inherent aan een voorlopig ontwerp. De corporaties en de gemeente hebben samen

in het atelier, waarm wij de versnelling van het proces van Binnenstad-Oost hebben bewerkstelligd, deze

concepten gemaakt. Het is geen eenzijd product van de gemeente, maar een pro van gemeente en

corporaties gezamenlijk. Daar zullen wij vervolgens een uitwerking aan moeten geven. Corporaties en

gemeente zijn het er daarbij van harte over eens dat ook op het niveau van individuele womngen een zo

goed mogelijk product tot stand moet komen waar vraag naar is m de stad.

De kunst is nu om 'm dit proces de volgende stap te zetten. Het is een proces dat wij heel klassiek

van onderop hebben opgebouwd. Nu zijn wij toe aan het toewerken naar het beeldkwaliteitsplan waaraan

de architecten, binnen de set aan randvoorwaarden in architectonische zin, straks uitwerking kunnen gaan

geven, zowel aan de vorm en inhoud van de woningen als aan de vonn in inhoud van de voorzieningen.

Op dit moment hebben wij de zaken die in het voorlopig ontwerp verwoord staan, geëtaleerd in de

Heistraat om een soort stand van zaken te geven van het proces waannee wij bezig zijn.

Na de zomervakantie hopen de corporaties en ik de raad de volgende stap te kunnen voorleggen,

namelijk het beeldkwaliteitsplan. Bij de behandeling van het integraal programma van eisen hebben wij

daar onze prioriteit neergelegd. Dat betekent dat een totaal wijkontwikkelingsplan voor Binnenstad-Oost

na de zomervakantie niet gereed zal zijn. Het is een heel lastig en weerbarstig proces en wij hopen dan

ook bij de eerste fase van de herstructurering een goede voortgang te boeken. Dan hebben w'ij' overigens

geen geringe stap gezet, want dan hebben wij het over een proces waarvoor wij gezamenlijk -

corporaties, gemeente en particuliere part'ij'en - een tekort moeten ophoesten van f 65 miljoen. En dan

spreek ik nog niet eens over de enorme opgave die wij nu met de voorliggende Voorjaarsnota en de

prioriteitsstelling die wij nu vaststellen, toch maar mooi realiseren, namelijk het voorzienmgenniveau dat

van meet af aan voorzien was, maar waarvoor wij van meet af aan eigenlijk geen geld ter beschikking

hadden. In die zin strijden de prioriteiten die wij zelf stellen binnen ons ambitiegroehnodel nog wel eens

met elkaar. Dat leidt ieder jaar weer tot de noodzaak om heel duidelijk prioriteiten te stellen. Ik hoop dan

ook samen met de corporaties te kunnen vasthouden aan ons streefdoel en, als het beeldkwaliteitsplan na

de zomervakantie aan de raad gepresenteerd wordt, aan het eind van het jaar cq. het begin van het

volgende jaar de eerste palen in Binnenstad-Oost te kunnen slaan voor de projecten die daar tot

ontwikkeling gebracht kunnen worden. Gelukkig is er in de Dierenbuurt ruimte gecreëerd en gelukkig is

er, gezien het beeldplan Sassenbuurt, ook daar de ruimte aanwezig om tot daadwerkelijke uitvoering over

te gaan.

-48- 14 juni 2001.

Prioriteitsstelling is ook iets waarmee de raad zich bezighoudt en heeft beziggehouden. Dat was

niet altijd tot genoegen van een individuele wethouder. Zo had ik gisteravond een bijeenkomst in 't Hout

en moest ik daar vertellen dat wij vorig jaar als raad besloten hebben om een deel van de middelen die

voor de centrumversterking van 't Hout en de herinrichting van de Hoofdstraat bestemd waren, over te

brengen naar Stiphout alwaar, eveneens in het licht van het ainbitiegroeiinodel, een centrwnvemieuwing

aanstaande was.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Gehoord de beantwoording van de heer Hesen over

Binnenstad-Oost, moet ik u zeggen dat wij op dat punt niets nieuws vernomen hebben en telkens dezelfde

praatjes horen. Maar praatjes vullen geen gaatjes. Ze vullen ook niet de lege plekken op in Binnenstad-

Oost. Er is raadsbreed oprecht zorg uitgesproken over de voortgang in Binnenstad-Oost. Die zorg poetst

de wethouder niet weg door nu weer dezelfde praatjes naar voren te brengen die wij een aantal maanden

terug al hebben gehoord. Dit is geen vertrouwenwekkende manier van zaken doen met elkaar.

Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Ik heb begrip voor het feit dat er bij de raad zorgen zijn

met betrekking tot de voortgang van het proces in Bilmenstad-Oost. Wij hebben een proces gevolgd

waarbij er steeds zaken toegevoegd zijn aan de oorspronkelijke ambitie die wij met elkaar hadden. Wij

hebben een voorlopig ontwerp liggen voor de stedenbouwkundige aanpak in een tweetal deelgebieden en

een visie op de Heistraat. Wij leveren daar in het kader van de Voorjaarsnota, inspelend op de voorlopige

ontwerpen, de middelen bij om de voorzieningen daar tot stand te brengen. Wij hebben overeenstemming

met de corporaties bereik-t, zodat wij ook daadwerkelijk voortgang kunnen gaan maken. Ik zeg de raad

toe dat ik het beeldkwaliteitsplan na de zomervakantie, in samenspraak met de corporaties, zal leveren.

Na vaststelling van het plan door de raad kan de finplementatie van het werk beginnen.

Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Gehoord de geluiden van vanavond, ondersteun ik

de opmerking daarover van de heer Tielemans. De raad heeft vanavond heel duidelijk en unaniem het

signaal afgegeven dat men zich grote zorgen maakt over de voortgang. Wellicht kunnen wij met elkaar

afspreken dat wij verwachten dat ten tijde van de begrotingsbehandeling dit najaar, een aanmerkelijk

aantal stappen is gezet dan wel maatregelen is getroffen. Als dat zo is, kunnen wij weer vertrouwen

krijgen in de verdere voortgang van het proces, waarvan wij weten dat het zeer complex is. Wij hebben

overigens m eerste terinijn duidelijk uitgesproken dat wij begrip hebben voor de ingewikkeldheid van het

proces.

Het lid HESEN (wethouder): Ik hoop van harte dat wij straks de nodige vooruitgang kwmen

boeken. Wij zijn gewend de discussie inhoudelijk heel sterk te voeren aan de hand van het beeld-

kwaliteitsplan. Eerlijk gezegd hoop ik dat de invulling van het beeldkwaliteitsplan maakt dat de raad weer

vertrouwen in de voortgang van het proces kan hervinden.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Ook ik heb mij in nogal harde bewoordingen uitgelaten

over dit dossier, waarvan ik weet dat het een ingewikkeld dossier is. Ik zou de wethouder graag een

persoonlijke vraag stellen. Is het feit dat enkele partijgenoten van de wethouder een belangrijke rol

vervullen in womngcorporatie Volksbelang een nadeel of een voordeel bij de voortgang van het proces?

Ik vraag dat niet voor niets, want deze geluiden hoor ik in de stad. Er zijn mensen die zeggen dat het heel

erg vervelend is dat de PvdA in een aantal geledingen zo boven op dit proces zit, via Volksbelang. Ik kan

mij voorstellen dat dit een bestuurder in een uiterst ongelukkige positie plaatst. Als dat zo is, vind ik dat

de wethouder dat moet uitspreken en dat wij er iets aan moeten doen om de situatie te veranderen. Als

het niet zo is, dan is het prima.

Het lid HESEN (wethouder): De discussie over Binnenstad-Oost en de reden waarom deze

discussie zo is gaan slepen, kent een hele historie. Die zal ik vanavond maar niet herhalen, maar die heeft

te maken met de enonne zetten die wij hebben moeten doen in de richting van woningbouwvereniging De

Hoop. Wij kregen ook te maken met een nieuwe partner die helemaal geen ervaring had met een

herstructurer'mgsproces.

-49- 14 juni 2001.

Het lid FERWERDA (D66): Een partner die ook hartstikke artn is!

Het lid HESEN (wethouder): Neen, ik heb het niet over De Hoop, maar over Woonpartners. Daar

speelden de fmanciële afivegingen een veel minder grote rol. Zeker in de aanvang was de bereidheid daar

volledig aanwezig om daar fmancieel op in te zetten. Wel speelden de complexiteit van het proces en de

wijze waarop om te gaan met bewoners aan wie boodschappen gebracht moesten worden, er een rol bij

dat het proces is gaan slepen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitterl Maar het is toch Woonpartners - en niet de gemeente

Hehnond - geweest die het probleem met De Hoop heeft opgelost?

Het lid HESEN (wethouder): Ik ga daar niet over twisten. Wij hebben met elkaar het debat moeten

voeren dat uiteindelijk heeft geleid tot een situatie waarin er weer voortgang kon komen in het proces.

Dat heeft inderdaad een hele tijd geduurd.

Wonitigbouwvereniging Volksbelang was aanvankelijk persistent tegen sloop. Dat standpunt

hebben wij kunnen overwinnen. Daarbij is het niet van voordeel of nadeel geweest dat ik een aantal

mensen bij Volksbelang goed ken. Wel stel ik vast dat wij met Volksbelang buitengewoon snel, als ik dat

vergelijk met de situatie rond De Hoop, in de fase van het voorlopige ontwerp terecht zijn gekomen. Er

is ook zodanig gecommuniceerd dat de mensen in de Sassenbuurt steeds op de hoogte waren van wat er

zou gaan plaatsvinden. Het antwoord op de vraag of het van nadeel is geweest dat ik een aantal mensen

bij Volksbelang kende, is dus ontkennend. Als er al een effect van is uitgegaan, is dat eerder een

voordelig effect geweest.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Er zit nog een probleem aan de zaak, namelijk dat van de

herhuisvesting. Zoals de wethouder weet, zal binnenkort de 5000" woningzoekende bij de corporaties

verwelkomd worden. Ik denk dat het hoge aantal woningzoekenden de herstructurering ernstig

belemmert.

Het lid HESEN (wethouder): Daar zal ik nog op ingaan. Aan het eind van het jaar 2000 hebben

wij voor de laatste keer een volkshuisvestiniisdlan beSDroken. Wij hebben toen 7% extra toegevoegd ten

gunste van de doelgroepen van het volks@uisvestingsbeleid. Er waren toen al indicaties dat er

veranderingen op de markt plaatsvonden. Daar hebben wij heel praktisch mee willen omgaan. Overigens

hadden wij vele jaren een overschot in de sector sociale-huurwoningen en hebben wij op de rem gestaan

bij het tot stand brengen van woningen in de sociale-huursector, omdat wij verwachtten dat er, ten

gevolge van de oplever'mgen van woningen in Brandevoort, stroomprocessen tot stand zouden komen die

een toevoeging in de sociale-huursector overbodig zouden maken.

Het lid TIELEMANS (SDH): Die toevoeging van 7% zegt op zich helemaal niets, als er geen

harde plancapaciteit op volgt. Het gaat erom dat het toegezegde percentage wordt omgezet in harde

plancapaciteit, zodat er daadwerkelijk uitbreiding van de voorraad kan plaatsvinden. Maar daar hapert

het proces.

Het lid HESEN (wethouder): Op zich heeft de heer Tielemans gelijk met zijn opmerking. Een deel

van de plancapaciteit is overigens heel uitdrukkelijk benoemd waar in Brandevoort de sociale-

koopwoningen zijn omgezet in sociale-huurwoningen. Daardoor volgt in feite de harde plancapaciteit de

ontwikkeling in Brandevoort. Voor het overige zal de plancapaciteit tot stand gebracht moeten worden in

binnenstedelijk gebied. Het vraagt om meer dan een jaar om deze tot stand te brengen.

Overigens deel ik de zorg van de heer Verbakel. Wij moeten constateren dat een gebrek aan

schuifruiinte in de sociale-huursector het proces in Binnenstad-Oost vertraagt. Dat zal ook op andere

plekken in de stad merkbaar worden. Het is een punt van zorg waar wij met elkaar aan moeten werken.

In die zin ben ik blij dat ik met de corporaties overeenstemming heb bereikt en dat wij op grond

van een gezamenlijke woningbehoefteraining in februari met de raad het debat over deze behoefteraming

zullen aangaan. Ook wat onze ambtelijke capaciteit betreft hebben wij de mogelijkheid om dat te

realiseren. Dan kunnen wij de verschillende componenten precies bepalen.

-50- 14 juni 2001.

Het lid TIELEMANS (SDH): Dat willen wij graag doen zoals wij dat gewend zijn geweest,

namelijk binnen de samenhang van het volkshuisvestingsplan. Dan kunnen wij namelijk niet alleen

constateren wat de actuele woningbehoefte is, maar kunnen wij ook met elkaar de knelpunten opsporen

en proberen daar programmatisch het hoofd aan te bieden. Zo hebben wij het in Hehnond jarenlang

gedaan. Daarin liepen wij als gemeente voorop. Het volkshuisvestingsplan was een uitstekend instrument,

een uitstekend integratie- en budgetkader voor de volkshuisvesting. Wij staan erop dat dit instrwnent in

ere wordt hersteld.

Het lid HESEN (wethouders: Er is een aantal redenen waarom het niet is gelukt een volks,-

huisvestingsplan tot stand te brengen. In de commissievergadering heb ik dat nog toegelicht. Gelukkig

hebben wij voor het capaciteitsprobleem, dat in feite ook debet is aan het niet-verschijnen van het

volkshuisvestingsplan, een oplossing kunnen vinden. Ik kan dan ook verantwoord toezeggen dat wij hier

op die manier voortgang in kunnen brengen.

Dan kom ik aan de opmerkingen over de diftarsystematiek. Er wordt vooral verwezen naar een

afbreukrisico dat in de Voorjaarsnota staat verwoord. Het is een bekend gegeven dat de inzamel-

systematiek aanleiding zou kunnen geven tot een stijging van het tarief met f 50,--. Maar er zitten ook

terugverdienelementen in de systematiek, zoals de heer Van Heugten al opmerkte. Wij zullen moeten

blijven streven naar kostenneutraliteit. Per slot van rekening willen wij de winst van de f 100,-- reductie

die wij vorig jaar hebben bereikt, graag vasthouden. Ik hoop dat straks met de deelname van Gemert-

Bakel aan de nieuwe afvalinzamelorganisatie efficiencywinst geboekt kan worden en dat mogelijke

besparingen en de efficiencywinst tot kostenneutraliteit zullen leiden. Een uitwerking daarvan heb ik al

toegezegd. Die zullen staan in de nota Van zak naar bak, die na de zomervakantie in geactualiseerde

vorm zal verschijnen en aan de raad voorgelegd zal worden.

Gisteren heb ik de bewoners van 't Hout moeten vertellen dat wij voor driekwart van de straat de

nodige middelen hebben. Dat past overigens in de fasering. Dat hebben zij ook aanvaard. Op verzoek

van de ondernemers beginnen wij eind dit jaar begin volgend jaar met de rotonde bij de Geldropseweg.

Daar moet een vervolg op komen bij de aanpak van de Hoofdstraat tot aan het eentrwn. Over de aanpak

van het centrum is op dit moment nog geen overeenstemming, hoewel ik begrepen heb dat daar

voortgang in zit.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Ik hoop daar binnenkort wat

positiefs over te kunnen melden aan de commissie.

Het lid HESEN (wethouder): Het college heeft afgesproken om, als er tot realisatie van het

centrum wordt overgegaan, de middelen daarvoor te zullen verschaffen. Dat wil het college doen door

gebruik te maken van reguliere budgetteren, het rioleringsbudget en aanvullende budgetten. De

Hoofdstraat zal worden aangepakt op de manier die is afgesproken.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Er ligt een ambtelijk rapport waarin een bedrag van

f 12,5 miljoen wordt genoemd. Daarmee is de werkgroep aan de gang gegaan. Het lijkt mij dat het

bedrag er dan ook komt. Nu is er krap f 6 miljoen beschikbaar. Ik vind dat de mensen op het verkeerde

been worden gezet, als zij verwachten dat er voor f 12,5 miljoen gerenoveerd zou worden tot aan de

Burgemeester Krollaan.

Het lid HESEN (wethouder)-. Door het vorige college is een toezegging gedaan over de

centrumvernieuwing in 't Hout. Het doel was te komen tot een versterking van de openbare ruimte vanuit

stedenbouwktmdig oogpunt. Aanvankelijk lag er een heel luxe plan. Dat is stevig versoberd, met name

op verzoek van de ondernemers. De heer Rieter zei het heel voorzichtig met betrekking tot de

Mierloseweg. Wij hebben een doorkijkje gemaakt om te zien wat er nodig was als ook de Mierloseweg

erbij betrokken zou worden. Daar is van de kant van het college overigens geen toezegging over gedaan,

maar de doorkijk is wel gemaakt. Voor de Hoofdstraat is f 7,8 noodzakelijk, terwijl op het moment f 5,2

miljoen voorradig is. Dat heb ik de bewoners gisteren uitgelegd en de bewoners hebben deze uitleg

aanvaard.

-51- 14 juni 2001.

Tot slot zijn er een aantal opmerkingen gemaakt over Hehnond-Noordoost en Hehnond-West.

Daar hebben wij bij de behandeling van de arioriteitsstelling heel nadrukkelijk over gesproken. Gelulddg

is er in inhoudelijke zin door de wonmiycomoratie Hehnond West versterking gezocht bij een derde

partij. Men heeft zich bereid verklaard om op het gebied van strategisch voorraadbeheer zelf de kar te

trekken, al vraagt men daarbij wel om ondersteuning van de gemeente. Overigens is men ook bereid om

de gemeente te ondersteunen. Het strategisch voorraadbeheer is ten fundamentele een kemtaak van de

woningbouwcorporaties. Daarnaast wordt er op dit moment in Hehnond-West een aantal sociale

maatregelen uitgevoerd. In Hehnond-Noordoost hebben de maatregelen vooral betrekking op 'mgrepen in

de openbare ruimte, zoals uit de discussie over de rapporten - het Lensonderzoek en de onlangs in de

commissie behandelde nota - ook duidelijk is gebleken. Over de nadere uitwerking van het

maatregelenpakket voor Helinond-Noordoost en Hehnond-West komen wij in de loop van het jaar nog te

spreken.

Tot slot nog het onderwerp islamitisch kerkhof. Ook het college heeft zitten twijfelen over hoe met

dit soort voorzien'mgen om te gaan. Van de ene kant betekent werken aan relaties erkennen dat mensen

kunnen verschillen in hun opvattingen over de manier waarop ze begraven willen worden. Op die manier

is het onderwerp m de Voorjaarsnota terechtgekomen. Het bedoeld als een soort handre aan een

belangrijke doelgroep in de stad. Maar er is ook een weging mogelijk aan de hand van een principe dat

typisch Nederlands is en dat eigenlijk ook fundamenteel van aard is: de scheiding van kerk en staat. Wij

zouden kunnen overwegen of er op de openbare algemene begraafplaats voorzieningen te treffen zijn om

het begraven van doden behorend tot m'euwe groepen Nederlanders overeenkomstig hun wensen mogelijk

te maken. Daar zijn wellicht middelen voor nodig. Maar de fundamentele en principiële uitspraak van de

kant van de raad, nemen wij als college mee bij onze wegmg. Dat betekent dat wij de steun van de

gemeente voor een islamitisch kerkhof intrekken.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! De Hehnondse Senioren

Partij vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot het ouderenbeleid. Dit jaar wordt gestart met de

inventarisatie van de bestaande voorziem'ngen, en ook de leemten en de knelpunten daarin. In het

komende jaar kunnen wij het ouderenbeleid waar nodig bijstellen. De subsidie voor de SWOH is dit jaar

met f 50.000,-- opgehoogd. Dat is gisteren in de commissie besproken. De aanvragen voor het komende

jaar zullen meegenomen worden in het conceptprogrannna welzijn 2002 dat in september in de betrokken

conunissies behandeld wordt.

Wij zijn bezig met twee alternatieven voor de huisvesting van de SWOH. Op korte tennijn worden

deze aan de SWOH voorgelegd. Het is de bedoeling dat wij binnen de kortste keren een oplossing vinden

voor de huisvestingsproblematiek. Het is duidelijk dat de gemeente Hehnond op de hoogte is van de

problematiek en dat wij daar niet aan voorbijgaan.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): De wethouder spreekt over twee alternatieven. Is het oude

belastingkantoor daar bij? Ik zou het toejuichen als de SWOH daar gevestigd zou kunnen worden, omdat

daar het algemeen maatschappelijk werk, de dienst algemeen welzijn en de SWH zijn gevestigd. Daar

zou de SWOH uitstekend bij passen.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Wij leggen de SWOH twee voorstellen

voor. De stichting kan daar over meebeslissen. Ik loop daar verder niet op vooruit. De defmitieve keuze

zal op korte tennijn gemaakt worden.

Vele sprekers hebben gevraagd naar de ijsbaan. Ik kan mij voorstellen dat de raad zich in het

kader van de bezuinigingen afvraagt hoe het kan dat er een voorstel komt over een ijsbaan. Het gaat

natuurlijk niet alleen om een ijsbaan. Waar het ook om gaat, is dat wij in het centrum van Hehnond en de

Kanaalzone een perfecte omgevmg gecreeerd hebben met het doel de stad attractiever te maken en om

daar, zomer en winter, evenementen naar toe te halen. Hehnond heeft geen enkele winterattractie.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Dan wil ik toch nog even wijzen op de attractie van boer

Kuipers, die 's winters een weiland onder water zette! De gemeente nam nog niet eens de moeite om daar

een hekje omheen te zetten. Misschien kunnen wij proberen om deze attractie tot een volwaardig

gebeuren te maken?

-52- 14 juni 2001.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik ben het met de heer Rieter eens, maar

daarmee heb ik nog niets in de Kanaalzone, terwijl het nu juist de bedoeling is om het centrum

aantrekkelijk te maken.

Wij zijn ervan uitgegaan dat wij wat meer attracties en voorzienmgen moeten creëren voor het

centrum van Hebnond. Economisch gezien is dat van belang. Het is ook van belang voor de bekendheid

van Hehnond. Naar het project ijsbaan wordt op dit moment alleen onderzoek gedaan, maar mocht het

lukken, dan wordt het iets unieks in Nederland, waar nationaal en misschien zelfs internationaal aandacht

voor zal zijn. Er zijn al wat aanbiedingen geweest.

Er zijn ook vragen gesteld over de exploitatie. Zoals het er nu voor staat, zouden de exploitatie-

lasten gedekt kunnen worden uit de exploitatie zelf. Daar wordt nog onderzoek naar gedaan. Zodra daar

meer over bekend is, wordt de commissie daarover ingelicht.

Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Voorzitter! Als wij constateren dat wij voor de

invulling van een kunst- en cultuureluster deskundigheid nodig hebben om het succes ervan te kunnen

inschatten, vind ik dat een ijsbaan wat te makkelijk genoemd wordt. Het lijkt mij terecht dat veel mensen

zich af-vragen hoe je kunt inschatten of een ijsbaan echt een succes wordt.

Het lid TIELEMANS (SDR): Met alle respect, mevrouw Meinardi, maar het lijkt mij goed om

eerst eens een investerings- en exploitatieopzet boven water te krijgen. Vervolgens moet de vraag

beantwoord worden of het een taak van de gemeente is om een ijsbaan te exploiteren. Ik denk zelf van

niet. Ik vind het een sympathiek idee, waarmee wij ons onderscheiden van andere gemeenten en wat die

te bieden hebben. Het gaat echter ook om de pecunia en een zakelijke benadering van dit soort projecten.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat is precies wat ik heb toegezegd-

zodra de cijfers bekend zijn. komen wij hier verder over te spreken.

Het lid TIELEMANS (SDH): Als wij eerst eens flink klunen, komen wij misschien vanzelf wel op

het ijs!

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Wij komen er zeker uit en wie weet wat

voor interessants eraan komt als winterattractie in Hehnond.

Er is gevraagd of de VVV wellicht in het voormalige pand van de afdeling voorlichting gevestigd

zou kunnen worden. Daar is met de VVV wel over gesproken. Daarbij is er geen sprake geweest van

koop, maar wel over een vonn van huur, dan wel commerciële huur. Wij zijn er nog niet uit, maar ook

in zo'n geval wordt de boekwinst toch vrijgemaakt. Dat betekent dat wij huisvesting van de VVV in dat

pand niet helemaal hoeven uit te sluiten.

Het lid TIELEMANS (SDH): Neen, er is duidelijk gezegd dat het pand wordt verkocht en dat de

boekwinst wordt gestort.

De VOORZITTER: Er is een duidelijke inboeking geweest ten gunste van Boscotondo, mijnheer

Tielemans, en het pand wordt verkocht.

Het lid RIETER (HB): U heeft gelijk, voorzitter, maar er is indertijd ook sprake van dat de VVV

in Boscotondo zou komen. Dat gaat nu niet door.

De VOORZITTER: Wij zullen zeker een oplossing voor de VVV weten te vinden. Het pand van

voorlichting wordt verkocht aan wie dan ook - behalve aan de Schoenenreus!

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA)- Voorzitter! Ik wil graag nog een antwoord op mijn vraag

naar de ontsluiting van het Hatematerre'm.

-53- 14 juni 2001.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Alle kosten die direct met het

Hatematerrein te maken hebben, vallen binnen de samenwerkingsovereenkomst van de gemeente en Van

Wijnen. Een verbinding tussen het Hatematerrein en het centrwn is een verantwoordelijkheid van de

lokale overheid en valt ook niet binnen het plangebied. Deze zaak is bij de aankoop afgekaart.

Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot stemmotivering met betrekking tot het voorstel van

burgemeester en wethouders:

Voorstel tot vaststelling van de Voorjaarsnota 2001 (bijlage nr. 143)

1. In te stemmen met de in deze Voorjaarsnota opgenomen toetsingsctiteria, inclusief de financiële

spelregels, en deze toe te passen bij deze nota en bij de opstelling van de begroting 2002;

2. Conform bestaand beleid voor de onroerendezaakbelastingen en de overige gemeentefijke

belastingen voor hetjaar 2002 een injmdecorrectie toe te passen van 4 9ó;

3. Confonn bestaand beleid voor de te heffen leges voor 2002 een inflatiecorrectie toe te passen van

4%;

4. Hierbij het uitgangspunt te hanteren dat zowel de afvalstoffenheffing als het iioolrecht

kostendekken blijven;

5. Te besluiten tot verhoging van de grondprijzen bij de behandeling van de begroting 2002 en in

het kader van deze Voorjaarsnota vooruitlopend daarop een extra afdracht te ramen van fl 17

miljoen en deze in te zetten ten behoeve van het Investeringsprogramma 2002-2005;

6. Kennis te nemen van het geschetste begrotingsperspectief en in te stemmen met de voorgestelde

acties om te komen tot een sluitende begroting 2002;

7. In principe in te stemmen met het concept-investedngsprogranum 2002-2005, waarvan de

definitieve vaststelling plaats zal vinden bij de behandeling van de begroting 2002.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Wij kunnen met een aantal zaken vooruit, gehoord de

toelichting die gegeven is. Het gaat ons echter te ver om punt 6 volledig te onderschrijven, waar er staat:

"in te stemmen met de voorgestelde acties om te komen tot een sluitende begroting 2002". Met een

aantal acties kunnen wij uit de voeten maar er zijn ook acties waar wij niet mee uit de voeten kunnen. Ik

maak dus een voorbehoud op dit punt.

De VOORZITTER: U heeft gelijk. Er zijn vanavond ter zake toezeggingen door het college

gedaan. Die zullen op papier gezet worden. Ik stel voor dat u, gehoord deze toezeggingen, de tekst van

het punt als volgt leest:

"Kennis te nemen van het geschetste begrotingsperspectief en daarbij te betrekken de toezeggingen

van het college, £üe verwerkt zullen worden bij de acties om te komen tot een sluitende begroting

2002'

Het lid TIELEMANS (SDH): Daar kunnen wij' pr'nna mee leven, voorzitter. Ik verwacht dat de

toezeggingen ons zullen bereiken en dat een en ander kan dienen als input voor de komende

begrotingsbehandeling.

Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Namens de CDA-fractie kan ik zeggen dat wij de

behandeling van de Voorjaarsnota als prettig ervaren hebben. Wij denken dat het een vruchtbaar debat

heeft opgeleverd. Wij kunnen ons in hoofdlijnen bij het voorstel aansluiten, uiteraard met inachtneming

van de opmerkingen die van onze kant en van de kant van het college gemaakt zijn.

Het zou overigens recht doen aan het debat van vanavond als in het tweede punt aan "een

inflatiecorrectie van 4% toe te passen" het woordje "maxhnaal" zou worden toegevoegd. Dan kunnen wij

leven met het feit dat het wat minder kan worden - hetgeen w'ij' overigens vurig hopen. Wij nemen de

inspannmgsverplichting daartoe hoog op.

De VOORZITTER: De toevoeging die u voorstelt, hoort bij de toezeggingen die vanavond gedaan

zijn. Er is niets op tegen om het punt aan te passen en het woordje "maximaal" toe te voegen.

-54- juni

Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLhiks): Voorzitter! Wij kunnen vooruit met de toezeggingen

die het college ten aanzien van punt 6 heeft gedaan. Met punt 7 kunnen wij echter nog steeds niet

meegaan. Wat ons betreft zijn er, zoals uit ons verhaal zal zijn gebleken, nog te veel tekortkomingen. Bij

de begrotingsbehandeling zullen wij verder reageren.

Het lid KLAUS (SP)- Voorzitter! Zoals te doen gebruikelijk is, hebben wij als SP de nodige

moeite met het beleidsmatige verhaal. Daarom stemmen wij niet in met de vaststelling van de Voor-

jaarsnota.

In de richting van de heer Van Heugten wil ik opmerken dat ik vind dat de behandeling van de

Voorjaarsnota een beetje voorlezen uit eigen werk is en weinig echte discussie oplevert. Wat ons betreft

zou de zaak grotendeels schriftelijk afgedaan kunnen worden, want wij vinden dat er in deze behandeling

niet echt veel schwung zat.

Het lid RIETER (HB): Voorzitter! Wij stemmen in met de eerste zes punten. In overeenstenuning

met onze bijdrage in eerste en enige instantie, kunnen wij onze goedkeuring niet hechten aan het laatste

punt van het voorstel met betrekking tot het investeringsprogramma.

Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Ook wij maken een voorbehoud ten aanzien van de

inflatiecorrectie van 4%. In samenhang daarmee maken wij een voorbehoud ten aanzien van punt 7, het

investeringsprogramma. Er komt nog een lijst van toezeggingen. Ik ben daar benieuwd naar en ook naar

hoe die verder worden afgewogen.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Met inachtneming van de door ons in eerste

terinijn gemaakte opmerkingen, kunnen wij instemmen met het collegevoorstel.

Het lid DAMS (VVD): Voorzitter! Wij kunnen instenunen met het collegevoorstel, zeker gehoord

de toezeggingen die het college heeft gedaan en de gehoord de wijzigingen op het voorstel.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik beschouw het voorliggende conceptbesluit als een

voorgenomen besluit, want bij de begrotingsbehandeling gaan wij pas defmitief besluiten. In die zin stem

ik in met het conceptbesluit.

Het lid KUIJPERS (HSP): Voorzitter! Met inachtneming van de toezeggingen van het college, in

het bijzonder die van mevrouw Houthooft, kwmen wij instemmen met het voorstel.

De VOORZITTER: Dames en heren! Ik dank u voor uw inbreng. In tegenstelling tot wat de heer

Klaus meent, vind ik dat uw inbreng nogal fundamenteel is geweest, omdat daaruit een aantal

toezeggingen van het college en enkele wijzigingen van het concept zijn voortgevloeid.

Hierna wordt, met inachtneming van de gevraagde aantekeningen, zonder stemming over-

eenkomstig het gewijzigde voorstel besloten.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De secretaris.

Uw Reactie
Uw Reactie