Commissiestukken leenbijstand in de kosten van verzorging 4 olifanten

Notitie ten behoeve van de commissie WSCP van 16 mei 2001

Onderwerp: Leenbijstand in de kosten van verzorging van 4, olifanten

Voorstel: Ter kennisname

Dhr. Alhof is reizend artiest. Hij verzorgt met zin 4 olifanten een circusact. Op deze manier is

hij reeds 18 jaar werkzaam en voorziet hiermee in zijn levensonderhoud. Belanghebbende

heeft geen vaste woonplaats, hij trekt rond in een caravan. Door het vervoersverbod voor

dieren als gevolg van het MKZ uitbraak verblijft belanghebbende noodgedwongen in

Helmond en is niet in staat inkomsten te verwerven. Belanghebbende heeft sinds 1999 een

contract bij circus RENZ en ontvangt per speeldag een bedrag van fl 800.-. Het contract

bevat een clausule m.b.t. overmacht, hierbij bestaat er geen recht op uitbetaling. Na de

winterstop, waarin belanghebbende op zijn reserves heeft ingeteerd, heeft belanghebbende

maar een week kunnen werken alvorens het vervoersverbod inging. Belanghebbende staat

ingeschreven in de gemeente Rotterdam bij zijn moeder. Hij verblijft daar echter zelden.

Telefonisch contact met een medewerker van de betreffende gemeente levert op dat men

zich inzake de domiciliekwestie terughoudend opstelt, gelet op het feit dat belanghebbende

feitelijk hier verblijft.

Belanghebbende is niet langer in staat de dagelijkse kosten van voer, energie, verzekering

e.d. te betalen.

Door het college besloten;

- strikt individualiserend m.i.v. 2 april 2001 leenbijstand toekennen tot een bedrag van

400,- per dag voor de duur van maximaal 30 dagen. Bijstand verstrekken in de vorm van

voorschotten voor telkens 5 dagen.

- Voor eigen levensonderhoud dient belanghebbende een beroep te doen op de

uitvoeringsinstelling.

- Aflossing dient te geschieden in maandelijkse termijnen van fl 500,- voor het eerst in de

maand na opheffing van het vervoersverbod.

- Belanghebbende dient een deugdelijke boekhouding te voeren en desgevraagd ter

beschikking van deze dienst te stellen.

- Indien belanghebbende alsnog een beroep kan doen op middelen welke beschikbaar

worden gesteld voor mensen die getroffen zijn door het vervoersverbod, dienen deze te

worden aangewend ter aflossing van de schuld.

1 mei 2001

college van burgemeester en wethouders