• Bestuur
  • Verordeningen Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie 2000, 1e wijziging

Verordeningen Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie 2000, 1e wijziging

Documentdatum 05-09-2000
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Verordeningen
Samenvatting

VERORDENING OP DE SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D. 2000.

Raadsbesluit 5 september 2000, bijlage 179.

Bijgewerkt tot en met de l' wijziging van 1 april 2003 bijlage 67

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a) prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander

tegen vergoeding;

b) prostitué(e): degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met

een ander tegen vergoeding;

c) seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte - waarin bedrijfsmatig, of in een

omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van

erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in eik geval verstaan:

een prostitutiebedrijf (bordeel), waaronder begrepen een erotische-massagesalon enlof -sauna,

een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met

elkaar;

d) l' wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke,

besloten ruimte - waaronder begrepen een voer- of vaartuig - waarin hoofdzakelijk goederen van

erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht;

escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig, of in

een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aan die op een andere plaats dan in de

bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

e) je wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die een

seksinrichting of escortbedrijf exploiteert c.q. die de gelegenheid biedt - b.v. door de verhuur van

ruimte(n) - dat een seksinrichting of escortbedrijf geëxploiteerd wordt.

f) l' wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 beheerder: de natuurlijke persoon die de

onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een seksinrichting of escortbedrijf ;

g) bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:

1 . de exploitant;

2. de beheerder;

3. de prostitué(e);

4. het personeel dat in de inrichting werkzaam is;

5. toezichthouders als bedoeld in artikel 18;

6. andere personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk

is.

Artikel 2

Bevoegd bestuursorgaan

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college van burgemeester en

wethouders of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende

erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.

Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke; maximumstelsel

Artikel 3

Seksinrichtingen

1 l" wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 Het is verboden een seksinrichting of

escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan.

2. l" wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 Het bestuursorgaan kan ten aanzien van

seksinrichtingen of escortbedrijf bepalen dat er een maximum aantal vergunningen wordt

verleend. Voor de verschillende soorten seksinrichtingen kunnen verschillende maxima

bepaald worden. Het bestuursorgaan kan voor maximaal 2 prostitutiebedrijven(bordelen),

waaronder begrepen een erotische-massagesalon enlof - sauna vergunning verlenen Het

bestuursorgaan kan voorts voor maximaal 1 seksbioscoop vergunning verlenen.

3. le wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 In de (aanvraag om) vergunning wordt in ieder

geval vermeld:

Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 2000 blz. 1

a) door welke perso(o)n(en) de seksinrichting of escortbedrijf zal worden geëxploiteerd;

b) door welke perso(o)n(en) de seksinrichting of escortbedrijf zal worden beheerd;

c) de aard van de seksinrichting of escortbedrijf.

4. Een vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

5. Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Het bestuursorgaan kan de aan

een vergunning verbonden voorschriften wijzigen dan wel nieuwe voorschriften aan de vergunning

verbinden.

6. Het is verboden te handelen in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

Artikel 4

Gedragseisen exploitant en beheerder

1 . De exploitant - indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon

bevoegde natuurlijke perso(o)n(en) - en de beheerder:

a) Staat niet onder curatele en is niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij;

b) Is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;

c) En heeft de leeftijd van éénentwintig jaar bereikt.

2. Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant - indien een rechtspersoon: de tot

vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke perso(o)n(en) - en de

beheerder niet:

a) met toepassing van de artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch

ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter

beschikking gesteld;

b) binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke

vrijheidstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse

Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar

Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van

het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;

c) binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk

veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van duizend gulden of meer of tot een

andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van

Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

10 bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de

Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen.

20 de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 250a, 252, 300 tot

en met 303, 416, 417 of 429 quater van het Wetboek van Strafrecht;

31 de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163

van de Wegenverkeerswet 1994;

411 de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;

50 de artikelen 2 en 3 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en

rechercheursbureaus;

60 de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:

a) vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van

het Wetboek van strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet

Inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan zevenhonderd vijftig gulden

bedraagt;

b) en bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.

4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:

a) bij de weigering van een vergunning gerekend vanaf de datum van beslissing op de

aanvraag van de vergunning;

b) bij de intrekking van een vergunning gerekend vanaf de datum van de intrekking van

deze vergunning.

5. De exploitant - indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon

bevoegde natuurlijke perso(o)n(en) - of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen

exploitant of beheerder geweest van een inrichting die voor ten minste één maand door het

bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als bedoeld in artikel 3 is

ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.

Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 2000 blz. 2

Artikel 5

Sluitingsuur

1 . Het bevoegd bestuursorgaan kan door middel van een vergunningvoorschrift voor een

seksinrichting siuitingsuren vaststellen.

2. Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat

die inrichting krachtens het eerste lid, dan wel krachtens artikel 6 gesloten dient te zijn.

3. Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover de op de Wet milieubeheer

gebaseerde voorschriften van toepassing zijn.

Artikel 6

Tijdelijke afwijking sluitingsuur; (tijdelijke) sluiting

1 . Met het oog op de in artikel 12, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de

bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:

a) tijdelijk andere dan de krachtens artikel 5, eerste lid, geldende sluitingsuren vaststellen;

b) van een afzonderlijke seksinrichting tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het

bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit openbaar bekend.

Artikel 7

Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder

1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge

artikel 3 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is.

2. De exploitant en de beheerder zijn verplicht er voortdurend op toe te zien dat in de inrichting:

a) geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten als genoemd in de titels

XIV (misdrijven tegen de zeden), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het

Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en

munitie;

b) geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet

arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Artikel 8

Straatprostitutie

1. Het is verboden, door handelingen, houding, woord gebaar of op andere wijze, te trachten als

prostitué(e) de aandacht van passanten op zich te vestigen.

2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren

het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

Artikel 9

Sekswinkels

Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in

door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde of de woon- en

leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.

Artikel 10

Tentoonstellingen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen,

afbeeldingen en dergelijke

1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen,

opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-

pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:

a) indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze

van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of woon- en

leefomgeving in gevaar brengt;

b) anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de

openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels;

2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden,

aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel

afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7,

eerste lid van de Grondwet.

Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 2000 blz. 3

Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden; nadere regels

Artikel 1 1

Beslissingstermijn

1. Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning als bedoeld in

artikel 3, eerste lid, binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

2. Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn besluit voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

Artikel 12

Weigeringsgronden

1. De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt geweigerd indien:

a) de exploitant - indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon

bevoegde natuurlijke perso(o)n(en) - of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde

eisen;

b) de vestiging of de exploitatie van de inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan,

stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening;

c) er aanwijzingen zijn dat in de inrichting personen werkzaam (zullen) zijn in strijd met artikel

250a van het Wetboek van Strafrecht, of met het bij of krachtens de Wet arbeid

vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

d) er door vergunningverlening meer vergunningen verleend zouden worden dan het door het

bestuursorgaan bepaalde maximum aantal vergunningen.

2. De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan worden geweigerd:

a) In het belang van de openbare orde;

b) in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

c) in het belang van het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat;

d) in het belang van de veiligheid van personen of goederen;

e) in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

f) in het belang van de gezondheid of zedelijkheid;

g) in het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e).

Artikel 13

Nadere regels

Met het oog op de in artikel 12 genoemde belangen, kan het college van burgemeester en wethouders

over de uitoefening van de bevoegdheden in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.

Artikel 14

lntrekkingsgronden

1 . De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt ingetrokken indien:

a) niet meer wordt voldaan aan het vereiste van artikel 4, eerste lid, onder a. of b.;

b) er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 12, eerste lid onder c.

2. De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan worden ingetrokken:

a) indien in strijd wordt gehandeld met een voorschrift als bedoeld in artikel 3, vijfde lid;

b) in verband met de in artikel 12, tweede lid genoemde belangen;

c) indien in strijd wordt gehandeld met de op grond van artikel 13 vastgestelde nadere regels.

Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer

Artikel 15

Beëindiging exploitatie

1. je wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 De vergunning vervalt zodra de exploitant als

bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a, de exploitatie van de seksinrichting of escortbedrijf feitelijk

heeft beëindigd.

2. Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan

schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.

3. De rechtsopvolger van de exploitant die binnen een week nadat overeenkomstig het tweede lid

kennisgeving is gedaan een aanvraag om vergunning heeft ingediend als bedoeld in artikel 3,

eerste lid, mag de exploitatie van de inrichting voortzetten met inachtneming van de aan de

vervallen vergunning verbonden voorschriften en beperkingen, totdat over de aanvraag om

vergunning is besloten.

Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 2000 blz. 4

Artikel 16

Wijziging beheer

1 . je wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 Indien een beheerder als bedoeld in artikel 3, derde

lid, onder b, het beheer in de seksinrichting of escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd, geeft de

exploitant daarvan binnen een week na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis

aan het bevoegd bestuursorgaan.

2. Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd

bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning

overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 12, eerste lid,

aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.

Afdeling 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17

Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van deze verordening

gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of

geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de

rechterlijke uitspraak.

Artikel 18

Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door

burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aangewezen personen.

Artikel 19

Binnentreden woningen

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of opsporing van een overtreding van de bij of

krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare

orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het

binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 20

Overgangsbepaling

1 . 10 wijziging raadsbesluit 1 april 2003 bijlage 67 Op het exploiteren van een bestaande seksinrichting

of escortbedrijf is het gestelde in artikel 3, eerste lid, niet van toepassing:

a) gedurende 13 weken na het in werking treden van de verordening;

b) na afloop van de onder a gestelde termijn, indien de exploitant binnen deze termijn een

aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, heeft ingediend, totdat op die

aanvraag door het bevoegd bestuursorgaan een besluit is genomen.

2. Gedurende de periode als bedoeld in het eerste lid, kan het bevoegd bestuursorgaan met het oog

op de in artikel 12, tweede lid, genoemde belangen de exploitant aanschrijven tot het treffen van

in die aanschrijving vermelde voorzieningen.

Artikel 21

Slotbepaling

1 . Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels,

straatprostitutie e.d. 200U'.

2. Zij treedt in werking op de derde dag na bekendmaking. Per deze datum zijn de artikelen 97 tot en

met 102 van de A.P.V. Heimond 1978 en de Verordening op de sex-inrichtingen ingetrokken

(raadsbijlage 1982 nr. 1 la).

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 5 september 2000, bijlage nr. 179.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

Mr. W.J.B.M. van Elk.

De secretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon.

Verordening op de seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 2000 blz. 5

Uw Reactie
Uw Reactie