- Bestuur
- Raadsnotulen 7 november 2000
Raadsnotulen 7 november 2000
Documentdatum | 07-11-2000 |
---|---|
Bestuursorgaan | Gemeenteraad |
Documentsoort | Raadsnotulen |
Samenvatting |
NOTULEN TIENDE vergadering van de raad der gemeente Helmond, gehouden op dinsdag 7 november 2000 des avonds om zeven uur. Bij aanvang der vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, H.P.M. de Bruijn, J.F.C. Damen, drs. W.M.H. Dams, drs. S. Ferwerda, J.L. Henraat, drs. E.R.M. Hesen, R.A.C. van Heugten, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx, mevrouw M.M. Jonkers-Goedhart, mevrouw J.S.A.M. Jurrius-Hakvoort W. Klerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw A. Meinardi, S. Mokadim, M. Naoum, drs. G.B. Praasterink, drs. S.H. Prinsen, J.L.C. van Rest, M.P.J. Rieter, J.H.J.M. Roefs, J.N.M. van Rooij, L.M.M. Smits, A. Spruijt, P.G.M. Tielemans, T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, A.F.H. Wijnen, J.P. Witteveen, S.H. Yeyden en R.A.L. van der Zanden. Afwezig zijn de leden: C.J. Bethlehem en T.J. van Mullekom. VOORZITTER: mr. W.J.B.M. van Elk, burgemeester. SECRETARIS: mr. A.C.J.M. de Kroon. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heren Bethlehem en Van Mullekom. 1 Aanwiizing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het Reglement van orde 1997. De VOORZITTER trekt nummer 14, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij het lid Praasterink. 2. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 5 september 2000. De heer RIETER (HB): Voorzitter! Ik wil een opmerking maken over de eerste alinea op pagina 12, waarin ik zeg: "Er komen dus 540 gezinnen niet terug. Dat betekent dat er andere gezinnen voor in de plaats komen en dat er een andere sociale opbouw in de wijk ontstaat." Vervolgens staat er: "Daar staan wij voor." Dit is echter niet waar Helmondse Belangen voor staat. Dat blijkt wel uit de zin erna, die luidt: "Of wij het ermee eens zijn, is een tweede." Met de opmerking: "Daar staan wij voor" bedoelde ik dat dit het dilemma was waar wij die avond voor stonden. De VOORZITTER: Na deze uitleg is het mij duidelijk. De notulen worden, met inachtneming van de opmerking van de heer Rieter, zonder stem- ming ongewijzigd vastgesteld. 3. Voorstel tot het aanvaarden van een schenking van Herman Heyenbrock (bijlage nr. 215). Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Voorzitter! Het moet de gemeenschap van Helmond goed doen dat het Gemeentemuseum van Helmond meer en meer erkend wordt in het land. Namens de gemeenteraad wil ik de heren Bosman en Van der Sleet via de voorzitter hartelijke dank overbrengen. -2- 7 november 2000. Het lijkt mij een goed idee dat, indien het fysiek mogelijk is, het cadeau op de avond dat het officieel wordt aanvaard als schenking, aanwezig is in de zaal of in de omgeving daarvan, zodat wij er op een eenvoudige manier kennis van kunnen nemen. Navraag bij de afdeling cultuur leerde mij vandaag dat de betrokken twee pastels op de restauratieafdeling zijn. Hun aanwezigheid is derhalve niet mogelijk. Misschien is de aanwezigheid van een schenking in andere gevallen wel mogelijk. De VOORZITTER: Dames en heren! Deze schenking toont aan dat de collectie van ons Genieenteniuseurn in den lande steeds breder bekend wordt. Het gaat niet om de eerste schenking die wij de afgelopen tijd hebben gekregen. Deze betekent een versterking van met name de indu- striële kunst, die de hoofdmoot van onze collectie uitmaakt. Wij zijn met deze aanvulling zeer blij. Wij zullen dat namens de raad aan de schenkers duidelijk maken. Ik zal de heer Bongaarts vragen of tegemoet te komen is aan het verzoek dat door mevrouw Jurrius naar voren is gebracht. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de vervanging van audiovisuele apparatuur voor de afdeling communicatie (bijlage nr. 212). 5. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de kansspelen en speelautomatenhallen Helmond 2000 (bijlage nr. 214). Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 6. Voorstel tot aankoop van grond met opstallen van de heer M.P.G. Manders, de heer J.P.C. Manders en mevrouw M.J.P. Manders (biilaze nr. 21 D. Het lid KUIJPERS (HSP): Voorzitter! In de bijlage staat dat het perceel grond 63,40 ha groot is. Als dit het geval is, kopen wij de grond bijna voor niets. In een eerdere bijlage zie ik staan dat het gaat om 0,634 ha. Wat is juist? Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! De heer Kuijpers overvalt mij op dit moment. Ik word heel nieuwsgierig. Wellicht kan de directeur van de dienst, die achter de heer Kuijpers zit, hem even souffleren wat juist is. Het lid KUIJPERS (HSP): Ik heb liever dat de wethouder dit in het openbaar zegt. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Laten wij ervan uitgaan dat in de stukken die naar de commissie zijn gegaan het juiste aantal hectaren is genoemd. Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Ik heb in de commissiever- gadering nog gewezen op deze zaak en opgemerkt dat f 1, 19 per M2 een koopje is. Daarop werd gezegd dat in het besluit het goede getal zou staan. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat mag men vanavond dan inderdaad wel verwachten. Het lid ROEFS (CDA): Voorzitter! Voor de duidelijkheid merk ik op dat het gaat om 0,634 ha. Dat is ongeveer 6300 M2. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat schijnt te kloppen! Laten wij het hier op houden. Wij zullen het besluit in deze zin aanpassen, zodat de raad vanavond een verantwoord besluit neemt. Het lid KUIJPERS (HSP): Voorzitter! Namens alle Brouwhuizenaren vraag ik het college met klem om Herberg Den Handdoek te handhaven. Er zit een mooi opkamertje in en er ligt een mooie put achter. -3- 7 november 2000. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter, ik begrijp dat de heer Kuijpers daarmee ook spreekt namens een aantal collega's! In het kader van de uitwerking van het bestemmingsplan BZOB zijn wij gerechtigd om de panden te slopen die wij in het gebied verwerven. Wij hebben begrepen dat er aantrekkelijke kanten zitten aan het pand waar de heer Kuijpers op doelt. Deze zijn overigens niet van dien aard dat het pand onder enige monumentale status terug te vinden is. Dat men het type boerderij appre- cieert, is ons duidelijk geworden. Wij hebben de raad dan ook geschreven dat wij ons best ervoor willen doen om met een eventuele potentiële eigenaar te overleggen om te bezien of deze de boerderij zou willen handhaven. Zonder de raad vanavond alvast enthousiast en blij te maken, kan ik vertellen dat wij op dit moment in onderhandeling zijn met een mogelijke koper, die niet a priori van plan is om de boerderij te slopen. Het punt staat derhalve op onze agenda, maar ik wil van- avond niet zover gaan dat ik de raad hard toezeg dat de boerderij niet gesloopt wordt. Wij hebben namelijk het recht om dat te doen. Wij blijven ons echter wel namens de raad van Helmond inspan- nen voor het behoud. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Voorstel tot vaststelling-, van een voorbereidini@sbesluit voor de omevin2 Geledinmone Brouwhuis (bijlage nr. 223). De heer RIETER (HB): Voorzitter! De fractie van Helmondse Belangen kan zich vinden in het voorbereidingsbesluit. Wij merken daarbij nadrukkelijk op dat het instemmen met het voorbe- reidingsbesluit niet automatisch inhoudt dat wij ons straks kunnen conformeren aan het bestem- mingsplan dat wordt voorbereid. Wij wachten het bestemmingsplan af en laten dan horen wat wij daarvan vinden. In het verleden is dit al meerdere malen door ons naar voren gebracht en door het college bevestigd. Ik hoop dat dit in dit geval ook zal gebeuren. Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Wij zien het voorliggende voorstel als een liefdes- verklaring voor het plan van Ballast Nedam waar wij het niet mee eens zijn. Het gaat om een verlenging van het voorbereidingsbesluit. Evenals een jaar geleden stemmen wij tegen het voorstel. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Sommige opmerkingen hebben een hoog overbodigheidsgehalte. Het is aan de hele raad gegund om "ja" te zeggen tegen een voorbereidingsbesluit en niet a priori daarmee een liefdesverklaring uit te spreken voor de plannen van Ballast Nedam. Dat geldt altijd en niet alleen in dit speciale geval. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De aanwezige leden van de SP-fractie verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat ze zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. 8. Voorstel met betrekking tot de stand van zaken ten aanzien van het zrotestedenbeleid (bijlage nr. 216). Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Wij doen veel moeite voor ruim 5 ton op jaarbasis gedurende vier jaar. Er ligt een uitgebreid rapport. Wij hebben ons betoog in de commis- sie besloten met een bijbelse vraag. Wat is gemakkelijker te zeggen: "Uw zonden zijn u vergeven" of 'Sta op en wandel"? "Uw zonden zijn u vergeven", leidt hier niet direct tot zichtbare resultaten. Wij hebben alle begrip voor de aanloopmoeilijkheden en het feit dat zaken als een nieuwe structuur vier jaar wennen zijn. Na vier jaar mogen wij dan echter onderhand wat verwachten. Wij hebben gevraagd inzicht te krijgen in de rapportage die door andere met name Brabantse steden is uitge- bracht, omdat wij daarmee enig vergelijkingsmateriaal hebben. Het college van B. en W. zal dan echter de tweede zinsnede uit mijn eerder gestelde vraag, namelijk de zaak laten lopen, moeten uitvoeren. Het moet nu eindelijk eens laten zien dat er wat uitkomt van alle inspanningen en dat dit niet alleen tot theoretische en niet te controleren resultaten leidt. In het rapport staan niet al te veel wapenfeiten. Wapenfeiten zullen er toch moeten komen. Meer geld moet er trouwens ook komen. -4- 7 november 2000. Wij moeten maar eens om tafel gaan zitten met de vijf Brabantse steden om te kijken of er een betere invulling van het geld kan komen. Wij hebben in de commissievergadering een voorbehoud gemaakt bij punt c. van het besluit. Dat voorbehoud stoelde op twee pijlers: het stellen van duidelijke en haalbare targets en de vraag of wij voldoende bestuurlijke en ambtelijke capaciteit hebben om alles uit te voeren. De twijfel blijft, maar wij zouden het op prijs stellen wanneer deze twee aspecten op korte termijn in de commissie aan de orde kunnen komen. Dan gaan wij akkoord met het verhaal. Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Wij spreken onze waardering uit voor het werk dat in het kader van het grotestedenbeleid is verricht. Het gaat om een proces van kleine, consequente stapjes met een lange looptijd. In het rapport staat een eerlijke zelfanalyse, waaruit blijkt dat er nog het nodige werk verricht moeten worden, waar het gaat om het proces van samenhang, integraliteit, schottendoor- breking en resultaatgerichtheid. Op pagina 2 van het voorstel wordt de term "voortschreidend inzicht" gebruikt. Ik zou de droeve versie die hier taalkundig wordt gebruikt willen vervangen door een meer optimistische versie. Je schrijft "voortschrijdend" met een lange ij. Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Ik sluit me grotendeels bij de woorden van de heer Ferwerda aan. De fractie van Helmondse Belangen kan met name instemmen met de punten a. en b. van het besluit. Bij punt c. maken wij een voorbehoud. Wij wachten graag af welke projecten zich in de raad gaan aandienen. Deze zullen wij dan op hun merites toetsen. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! De heer Praasterink heeft al in de commissie met enige scepsis gekeken naar de manier waarop wij in Helmond de afgelopen jaren het grotestedenbeleid vorm zijn gaan geven. Ik begrijp dat de discussie in de commissie en de toelichting op de stukken hem geholpen hebben om vandaag een wat positiever beeld te schetsen. Het zou wat mager zijn als wij uit het convenant dat wij in de loop van dit jaar met de provincie hopen te sluiten, financieel gezien niet méér zouden kunnen halen dan een bedrag van zo'n 5 ton voor de komende vier jaar. Het overleg met de provincie verloopt nog wat moeilijk, maar dat heeft niet te maken met het feit dat de provincie niet bereid zou zijn om op andere onder- delen van het MOP eigen financiële middelen in te zetten. De verwachtingen op dit punt zijn bij mij hoger gespannen dan bij de heer Praasterink. Ik heb overigens van mijn collega's van de andere vier steden in Brabant niet gehoord dat zij vinden dat de samenwerking in de sfeer van het grote- stedenbeleid in de provincie niet plaats zou moeten vinden. Wij hebben wel nog een heleboel overleg te plegen in de richting van de provincie. Waar nodig, trekken de steden van Brabant zeer solidair met elkaar op. Ik hoop dat de raad vanavond het projectenoverzicht grotestedenbeleid 2000-2003 (punt c. van het besluit) wil vaststellen, omdat dit het signaal is dat wi voortkunnen met de projecten in het kader van het grotestedenbeleid voor de komende periode. Wij hebben toegezegd dat wij twee keer per jaar inhoudelijk in de commissie stedelijke ontwikkeling de projecten zullen bespreken. Die toezegging herhaal ik vandaag graag. Ik denk dat de heer Ferwerda gelijk heeft wanneer hij opmerkt dat het gaat om een proces van kleine, consequente stapjes met een lange looptijd. Daarin zijn wij zelfkritisch geweest. Wij hebben geconstateerd dat het proces en de vormen van samenwerking vanuit de gemeente nog wat oefening vergen en dat dit niet iets is dat je van de ene dag op de andere dag in je organisatie en politiek-bestuurlijk denken kunt implementeren. Daar helpt geen snelle operatie aan. Dat moet je willen. Dat vak moet je bedrijven. Daarbij maak je fouten, maar je komt ongetwijfeld verder. Die verwachting hebben wij. Er rammelt iets aan mijn stukken vanavond! Ik ben met de heer Ferwerda van mening dat Wij beter de lange ij in voortschrijdend inzicht kunnen gebruiken. De heer Smits was positief in de commissie, maar is nu heel aarzelend over punt c. van het besluit. Wellicht kan hij zich vinden in het antwoord dat ik in de richting van de heer Praasterink heb gegeven. De raad wordt niet buitenspel gezet, maar betrokken bij de discussie over de (niet) voortgang van de projecten en de koers die wij daarbij inslaan. Misschien kan dit antwoord de heer Smits nog over de streep halen. -5- 7 november 2000. Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Wij zijn inderdaad over de streep getrokken. Wij kunnen instemmen met het gehele voorstel. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Voorstel tot beslissen op verzoek om subsidie van de Stichting Leergeld Helmond (bijlage nr. 213). Het lid DAMS (VVD): Voorzitter! In de commissie MDSZ hebben wij een voorbehoud gemaakt bij het onderhavige voorstel. Dat had er niet zozeer mee te maken dat wij het niet eens zouden zijn met de besteding of de doelstelling van de stichting, maar eerder met de efficiency die hieruit naar voren komt. Wat doet zich namelijk voor? In 1999 is f 20.000,-- verstrekt. In de begroting 2000 wordt gesproken over f 60.000,--. Wij vragen ons af of dit wel in gerede verhou- ding staat tot de f 57.000,-- subsidie die nu wordt gevraagd. Wij hebben twijfels en hopen dat de wethouder deze twijfels kan wegnemen. Het lid ROEFS (CDA): Voorzitter! Wij kunnen het collegevoorstel goedkeuren om de Stichting Leergeld Helmond financieel te ondersteunen. Het initiatief heeft in Tilburg zijn bestaans- recht bewezen en vindt nu navolging in den lande. Positief is dat een kwetsbare groep kinderen op een laagdrempelige manier zowel financieel als materieel ondersteund kan worden. Mede door de inzet van de Stichting Leergeld krijgen ook zij de mogelijkheid om zich verder te ontplooien en deel te nemen aan allerlei activiteiten. Het initiatief krijgt ook een meerwaarde, omdat de vrijwilli- gers voor het merendeel werken vanuit sociale activering. Het is dus niet alleen een zinvolle vrijetijdsbesteding, maar het vergroot tevens de kansen op de arbeidsmarkt. De stichting wordt gedragen door een goede organisatie, zoals wij in het jaarverslag kunnen lezen. Punt van zorg is de financiële kant van het verhaal. De gemeente doet nu een flinke duit in het zakje. Het is o.i. noodzakelijk dat de stichting erin slaagt om een paar vaste inkomstenbronnen aan te boren om de continuïteit te waarborgen. Een grotere naamsbekendheid van de stichting en haar doelstellingen is belangrijk om de nodige giften en donaties te genereren. Door middel van de geëigende kanalen kan de gemeente ook hier een positieve bijdrage vervullen. Wij ondersteunen het voorstel en wensen de initiatiefnemers veel succes. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Voorzitter! Wij ondersteunen het initiatief van de Stichting Leergeld Helniond van harte, omdat het een zinnige aanvulling is en de gemeente blij mag zijn dat deze stichting bestaat. Hier ligt echter een dilemma. Het is eigenlijk niet goed als de stichting te weinig omzet, want dan worden de organisatiekosten relatief gezien hoog, maar het is ook niet goed als de stichting ontzettend veel werk heeft en ontzettend veel om zou moeten zetten, want dat zou betekenen dat het armoedebeleid tekortschiet. Het is niet gauw goed. Wij zouden bij de evaluatie graag bekijken waarom de kinderen in nood zijn. Wat is de achtergrond? Kunnen wij als gemeente iets verbeteren aan de andere voorzieningen? Het lid PRINSEN (wethouder): Voorzitter! Ik ben blij dat GroenLinks bevestigt dat het heel lastig is om van deze kant van de tafel iets goed te doen. In de commissie is breed aangegeven dat men er geen probleem mee heeft om de doelgroep, met name gezinnen met kinderen in de middelbare-schoolleeftijd die voor hoge kosten staan, een duwtje in de rug te geven via vrijwilligerswerk. Het betoog van de heer Roefs sluit aan bij het gevoelen van de commissie. Het is uiteraard zo dat er een zekere balans moet zijn tussen de kosten die gemaakt worden voor coördinatie in de professionele sfeer en de effectieve uitgaven. De aanleiding voor het voorstel is dat er wel donaties binnenkomen, maar dat die gemakke- lijker worden verstrekt voor de directe hulpverlening dan voor de coördinatie en ondersteuning. Het voorstel zou een aanjaagfunctie kunnen hebben op twee gebieden: er kunnen meer middelen gegenereerd worden vanuit het particuliere initiatief en, daar er nog steeds sprake is van een onderbenutting van de bijzondere bijstand, zou er via deze kanalen meer bijzondere bijstand weggezet kunnen worden, doordat wij in aanraking komen met de betrokken gezinnen. Wij hebben afgesproken dat er na een jaar geëvalueerd zal worden. Bekeken zal dan worden of de doelstellingen worden verwezenlijkt en er in de uitgavenkant een zekere balans bestaat. Lukt dit niet binnen nu en een of twee jaar, dan zouden wij daarop terug kunnen komen. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders -6- 7 november 2000. besloten. 10. Voorstel tot vaststelling van het beleidsverslag Abw, loaw, loaz 1999 (bijlage nr. 226). 11. Voorstel met betrekking tot Rangeerterrein 2000-2003, Plan van aanpak GSB "voortijdig schoolverlaters "2000-2003 (bijlage nr. 218). Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 12. Voorstel met betrekking tot krediet ten behoeve van de schoolwoninzen in Dierdonk (bijlage nr. 217). Het lid KUYPERS (OH): Voorzitter! Voorliggend krediet getuigt ervan dat er onzorgvuldig of gebrekkig is omgesprongen met de kwaliteit van de woning door architect of apparaat. Het zou immers veel logischer zijn geweest als de voorzieningen, waarvoor nu geld wordt gevraagd, waren beraamd in het oorspronkelijke krediet. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat deze bewust zijn achter- gehouden. Dat weten wi . niet. De vraag is en blijft: hoe kunnen wij dit soort overschrijdingen in de J toekomst voorkomen? Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Ik sluit me grotendeels aan bij de woorden van de heer Kuypers. Onlangs is door de rekeningcommissie een onderzoekje uitgevoerd naar Plato. De rekeningcommissie heeft geconstateerd dat het goed zou zijn als de gemeente, als blijkt dat er bij projecten iets extra's nodig is, daadkrachtig terug zou komen naar de gemeenteraad. Zulke "Plato- istische" kredieten moeten eigenlijk in de raad niet meer aan de orde komen. Wij zouden beter moeten nastreven wat wordt aangegeven in het onderzoek van de rekeningcommissie. Wij begrijpen dat diverse zaken elkaar gekruist hebben, maar ik wil dit toch stellen. Gisteren is ons ter ore gekomen dat de investering al heeft plaatsgevonden. Wij besluiten nu dan ook over iets dat al klaar is. Uit geruchten uit redelijk betrouwbare bron blijkt zelfs dat het krediet te weinig zou zijn geweest. Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Voorzitter! Het voorliggende voorstel heeft me verbaasd, omdat wij als gemeente blijkbaar niet wisten dat er aan klassen en schoolwoningen andere eisen worden gesteld dan aan normale woningen. Hier zijn normale woningen gebouwd, terwijl men van tevoren wist dat er een klas kinderen gehuisvest moest worden. Ik wil dit relateren aan de discussie over achterstallig onderhoud. Ik vind het triest dat wij geconfronteerd worden met dit soort voor- stellen. Dit mag niet voorkomen. Het lid WIJNEN (SDH): Voorzitter! In de commissie hebben alle partijen zich uitgesproken over de misser waar wij het nu over hebben. Het sierde de wethouder dat ze op dat moment openlijk aan de commissie namens het college excuses aanbood. Ik vind het raar dat de misser nu door diverse sprekers weer zo dik wordt aangezet. Het gaat natuurlijk om een misser, die niet weer moet voorkomen, maar de wethouder heeft al toegegeven dat er een grote fout is gemaakt. Wij vinden dat ook dit eerlijk gezegd moet worden. Het lid KUYPERS (OH): Wij zeggen slechts dat deze zaken in de toekomst voorkomen moeten worden. Het excuus was in de commissie al aanvaard. Het lid WIJNEN (SDH): Dat weet ik wel. Ik hoor echter niemand zeggen dat tijdens de commissievergadering door de wethouder al is erkend dat er een fout is gemaakt. Ik vind dat men dit eerlijk moet vertellen. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! De raad heeft gelijk als hij dit laat binnenkomende krediet beschouwt als een misser. Dit was de aard van mijn betoog in de commissie. Ik ben ook niet gewend om dingen die niet helemaal zijn gelopen zoals ze moeten lopen te verbloemen voor de raad. Daar ben ik rechtuit in. Ik vind het jammer dat er vanavond suggestieve vragen op tafel komen, die in de commissie niet gesteld zijn. Ik heb er met name erg veel moeite mee als wordt gesproken over de mogelijk- heid dat er misschien bewust informatie is achtergehouden. Ik kan er goed mee leven dat er kritiek -7- 7 november 2000. is op het feit dat wij niet tijdig voorzien hebben dat schoolwoningen op het gebied van zonwering en geluid aanvullende eisen met zich meedragen. Het lijkt me een reële gang van zaken dat wij de fout vervolgens herstellen en de raad vragen daarvoor een krediet beschikbaar te stellen. Als in de raadsvergadering ineens suggestieve vragen naar voren worden gebracht, dan werp ik die verre van mij. Dit had niet moeten gebeuren. Wij doen ons best om dergelijke fouten te voorkomen. Ik geef de raad op een briefje dat wij deze niet allemaal voorkomen. "Platdistische kredieten" is een etiket dat ik op voorliggend krediet absoluut niet van toepassing wil verklaren. Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Voorzitter! Ik denk niet dat het college ons informatie ont- houdt. Het is ook niet mijn bedoeling geweest dat te zeggen. De heer Wijnen moet goed beseffen dat ik als fractievoorzitter mede verantwoordelijk ben voor de gang van zaken. In de commissie kan zoveel gezegd worden als men wil, maar als ik er behoefte aan heb om hier in het openbaar mijn verontrusting uit te spreken over de gang van zaken en te zeggen dat het een blunder van de eerste orde is, dan heb ik daar de vrijheid toe. Het lid WIJNEN (SDH): Dat mag de heer Van Rooij doen, maar ik vind wel dat hij dan ook moet zeggen dat door de wethouder in de commissie al uitgebreid excuses zijn gemaakt. Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Ik neem de vrijheid om kritiek op de gang van zaken uit te oefenen, of er excuses zijn aangeboden of niet. Dat de heer Wijnen nu toevallig aan de andere kant staat, doet mij deugd. Ik hoop dat hij dat in andere zaken ook doet. Het lid KUYPERS (OH): Voorzitter! Misschien is de term "bewust te laag geraamd" door mij niet goed gekozen. Het was bekend dat de woningen als schoolwoningen en later wellicht als normale woningen gebruikt zouden gaan worden. Ik sluit me aan bij hetgeen de heer Van Rooij heeft gezegd. Wij hopen dat dergelijke zaken niet meer voorkomen. Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Ik sluit me aan bij de heren Van Rooij en Kuypers. Op twee opmerkingen van mijn kant heeft de wethouder nog niet gereageerd. Het is ons in de eerste plaats ter ore gekomen dat de voorzieningen al zijn aangelegd. Ten tweede hebben wij opgevangen dat het gevraagde krediet ontoereikend zou zijn. Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Ik ben niet gaan kijken, maar de heer Smits heeft ongetwijfeld gelijk als hij opmerkt dat het werk af is. Het college neemt de verantwoordelijkheid voor het gebruik van de schoolwoningen. Het krediet is toereikend om de voorzieningen aan te brengen, anders zou ik met een geweldig probleem zitten. Dan zou ik de volgende keer weer bij de raad te biecht moeten. Dat was ik niet van plan. Het college heeft er bewust voor gekozen om de dekking voor het krediet te zoeken in de algemene dienst en deze niet ten laste te brengen van de onderwijshuisvestingsmiddelen. Daar wordt soms door het onderwijsveld negatief op gereageerd. Dit soort voorstellen zijn altijd voor tweeërlei uitleg vatbaar. Het college heeft de voorzieningen echter weloverwogen ten laste gebracht van de algemene middelen, omdat te zijner tijd, als de piek van de leerlingen in Dierdonk weg is, de schoolwoningen als normale woningen op de markt gezet worden. De kosten worden daarin dan in één circuit ondergebracht. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. Voorstel tot: a. Vaststellime van de beleidsnotitie "Theater 't Speelhuis: van Ontmoetingscentrum naar Stads- theater"; b. Vaststelling, van het "Beleids- en bedrijfsplan Theater 't Speelhuis "2000 en verder...' Planning seizoenen 2000-2004; e. Vaststelling van het "Renovatieplan 't Speelhuis; 2' fase"; d. Het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de renovatie van 't Speelhuis (bijla,@,ye nr. 222). 7 november 2000. Het lid VAN REST (CDA): Voorzitter! In de gezamenlijke vergadering van de commissies OCS en EFP zijn het theaterbeleid en de renovatie van 't Speelhuis uitvoerig besproken. Daarbij zijn o.i. alle argumenten vóór en tegen ingebracht. Dit is reden voor ons om het vanavond kort te houden. Het CDA gaat akkoord met de voorliggende voorstellen. Deze betreffen de uitvoering van het eerdere raadsbesluit om 't Speelhuis tot een volwaardig stadstheater te maken, een theater dat kan beantwoorden aan de huidige behoeften. De filosofie die aan het concept van 't Speelhuis ten grondslag ligt, zal ongeveer dertig jaar oud zijn. Er is dus alle reden voor om na zo'n lange tijd het functioneren van het ontmoetingscen- trum van toen eens tegen het licht te houden, temeer omdat kritiek op veiligheid en comfort steeds luider gehoord werd. Na vele jaren van wikken en wegen is nu het moment daar om een helder en eenduidig besluit te nemen. Met de besluiten van vanavond kunnen wij Helmond wat deze theater- voorziening betreft weer bij de tijd brengen. De opgedane ervaringen, alsmede de strengere veiligheidseisen, arbo-eisen en het hoger leggen van de lat wat comfort betreft, leiden tot een drastische aanpassing van de en ronde-formule. Deze aanpassing betekent een beperking van mogelijkheden, waardoor enkele belangrijke evene- menten niet meer kunnen plaatsvinden. Het CDA gaat ervan uit dat deze beperking te zijner tijd gecompenseerd wordt door de realisering van een zogenaamde middelgrote zaal. Dit is een wens die raadsbreed gedragen wordt. 't Speelhuis behoudt overigens ten volle zijn functie. Het blijft het huis waarin Helmonders spelen en waarin voor ons Helmonders gespeeld wordt. In dat verband kan het CDA zich vinden in het beleids- en bedrijfsplan van theater 't Speelhuis, dat op ons een goede indruk maakt, vanwege de gedegen en breed uitgewerkte aanpak. 't Speelhuis wordt inmiddels in brede kring gezien als een monument. Het is echter een monument dat geroepen is volop te functioneren en zijn rol te blijven spelen in de samenleving van nu. Door de nu voorgestelde voorzieningen wordt bovendien het specifieke karakter, de eigen identiteit van 't Speelhuis niet aangetast. In dit opzicht is een vergelijking met Het Kasteel zeker niet misplaatst. Met betrekking tot de bijlage en het raadsbesluit wil het CDA de aantekening dat het ten aanzien van het niet aangewende deel van het in het investeringsprogramma opgenomen bedrag van f 1.153.000,-- akkoord gaat met het in reserve houden ervan voor huisvestelijke knelpunten in de cultuursector, zoals deze in bijlage en besluit genoemd worden, maar dat gezien de eerder raads- breed gedragen onvrede met betrekking tot de huisvesting van het Kunstencentrum Helmond (KCH), de herhuisvesting van het KCH daarbij prioriteit verdient. Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Beleidsnotitie, beleids- en bedrijfsplan en renovatieplan zijn de onderbouwingen die voor ons noodzakelijk waren om in te stemmen met het besluit 't Speelhuis als stadstheater te handhaven en zo optimaal mogelijk te renoveren. In het beleids- en bedrijfsplan wordt duidelijk gemaakt op welke manier de Gaviolizaal en 't Speelhuis als theater een culturele functie zullen krijgen in Helmond. In de programmering wordt de nodige aandacht aan de amateurkunst besteed. Het Theater 't Speelhuis gaat een acti e ei ontwikkelen om de amateurpodiumkunsten te steunen en te stimuleren. Wij vinden het jammer dat een en ronde-opstelling na de renovatie niet meer mogelijk is. De realisatie van een goede klimaat- beheersing, maar vooral de brandveiligheid in de zaal bij grote evenementen heeft ons hiertoe doen besluiten. Wij verzoeken de wethouder mee te werken aan tijdelijke oplossingen om evenementen als 60'er jaren Popféstival en Prijsbloaze toch doorgang te laten vinden. Wij vinden dit van groot belang voor Helmond. Omdat er in Helinond geen alternatieve locaties zijn voor grote evenementen, hebben wij het college verzocht het restantbedrag van f 1.153.000,-- in reserve te houden als aanzet voor de realisering van een vlakke-vloerzaal. In het voorstel komt de toezegging van de wethouder in dezen niet duidelijk tot haar recht. Wij verzoeken de wethouder duidelijk te stellen dat de betrokken reservering wordt ingezet als een impuls aan marktpartijen om te komen tot een spoedige realisatie van een zaal in Helmond waar grootschalige evenementen kunnen plaatsvinden. Hieraan is duidelijk behoefte. De heer RIETER (HB): Voorzitter, hooggeëerd publiek! Helmond Circusstad! Het jeugdcir- cus Jacona stond ons buiten al op te wachten. Circus Herman Renz, een in de ogen van Helmondse -9- 7 november 2000. Belangen Helmonds circus, omdat het zijn huisadres, waar het sinds jaar en dag overwintert, in Helmond heeft, sluit zijn seizoen in Helmond af. Met gepaste trots kan en mag ik stellen dat het de verdienste van Helmondse Belangen is dat ons eigen Helmondse circus deze week in Helmond zijn tenten kan opslaan. Als het aanvankelijk aan het college had gelegen, was dat helaas niet doorge- gaan. Helmond Circusstad. 't Speelhuis verliest zijn circuszaal." Dit was de titel van mijn ingezonden brief als fractievoorzitter van en namens Helmondse Belangen. Ik schreef deze brief om de discussie zowel politiek als publiek aan te wakkeren over dit unieke gebouw. Het heeft gewerkt, want alleen al in het Eindhovens Dagblad stonden bijna dagelijks ingezonden reacties. Vandaag stond er zelfs een in het Algemeen Dagblad. In de richting van de heer Van Rest merk ik op dat ik als goed volksvertegenwoordiger de publieke opinie mag peilen om tot een goede afweging te komen. Dat is nu eenmaal, helaas voor het CDA, de politieke manier van werken van Helmondse Belangen. Overigens wijs ik erop dat vlak voor het zomerreces toch ook de CDA-fractie zich sterk wilde maken voor het behoud van de en ronde-mogelijkheid. Waar is mijn geachte collega van het CDA gebleven? Liep hij misschien een zonnesteek op van de zomer? 't Speelhuis is een uniek wereldmonument, waar je niet even de en ronde-voorziening uit kunt halen. Dit schreef ik in een begeleidende brief aan de media, toen ik hun een kopie van de eerste brief van kunstenaar Har Sanders deed toekomen. Gisteren sprak ik met een kunsthistoricus, die met opgeheven hoofd de theaterzaal van Piet Blom samen met het tentdoek van Har Sanders de Sixtijnse Kapel van de 20' eeuw noemde. Overigens, wie Har Sanders eens wil spreken, belt maar eens naar het Groningse Bellingwolde. Wist u overigens dat Hare Majesteit Koningin Beatrix in haar werkkamer een werk van Har Sanders heeft hangen en dat ze regelmatig de groeten doet aan hem bij haar veelvuldige bezoeken aan kunsttentoonstellingen en galerieën? Dit is niet vreemd, want als prinses heeft ze in 1978 't Speelhuis officieel geopend. De grootste muurschildering van Nederland in die zeer opvallende zaal heeft daarbij blijkbaar een onuitwisbare indruk bij haar achtergelaten. Overigens heeft inmiddels ook directeur Rudi Fuchs van het Stedelijk Museum zich in de Speelhuisdiscussie gemengd. Hij liet gisteren weten dat 't Speelhuis in zijn huidige vorm behouden moet blijven. 't Speelhuis is een monument in de architectuurgeschiedenis en moet als zodanig worden beschermd. Bovendien is in steden als Eindhoven en Helmond in het verleden toch al zoveel architectonisch cultuurgoed verdwenen. Ook het interieur moet worden gehandhaafd. In samenwerking met deskundigen op het gebied van toneel en theater kunnen mogelijke bezwaren ten aanzien van de huidige en ronde- opstelling wellicht zonder al te grote ingrepen worden opgelost. Fuchs meent dat 't Speelhuis op de monumentenlijst dient te worden geplaatst. Helmondse Belangen heeft de afgelopen weken veel tijd gestoken in het dossier 't Speelhuis. Dit hebben wij om diverse redenen gedaan. Het collegevoorstel om de en ronde-voorziening te laten vallen, dat volgens het college nodig is om tot een professioneel theater te komen, waarin ook plaats is voor de amateurkunst (weliswaar ondergeschikt), is in de ogen van Helmondse Belangen een vorm van cultuurbarbarisme. Een gecombineerd architectuurhistorisch en kunsthistorisch meesterwerk, voorkomend in architectuurliteratuur van over de hele wereld, waarmee Helmond op de wereldkaart staat, wordt met deze plannen zeer zwaar geweld aangedaan. Ze tonen geen respect voor datgene wat beide kunstenaars in een provinciestadje als Helmond hebben nagelaten als werelderfgoed. En alhoewel door critici van onze mening wordt gesteld dat de zaal met het doek blijft'wordt hier het wezen van het meesterwerk juist met voeten getreden. Dat maakt het zo moeilijk om het belang van het behoud van de en ronde-voorziening duidelijk te maken. Het is ons overigens helaas nog niet duidelijk of wij wel dit wezen mogen aantasten, na de rijkssubsidie van f 10 miljoen op het totale bedrag van f 12,7 miljoen aan stichtingskosten in de jaren '70, met de uiterlijke eis van waarborg van tweezaligheid. De kunstenaars vinden in ieder geval van niet. Het is dus maar de vraag of, ondanks een eventueel positief besluit van hedenavond, de gemeente binnen- kort niet zal worden teruggefloten. Hedenmiddag ontving ik een tweede brief van Har Sanders, die hij u met spoed heeft laten toezenden, en die ik op zijn verzoek graag voordraag. De brief luidt als volgt: "Geacht college, Hierbij deel ik u mede dat ik niet kan instemmen met uw voornemen om in het kader van een verbouwing van 't Speelhuis de door mij vervaardigde wandschilderingen ge- heel of gedeeltelijk te verwijderen, te beschadigen of op een andere wijze tekort te doen. Deze wandschilderingen vallen, als zijnde een kunstwerk, onder de werking van de Auteurswet 1912, artikel 10 AW. Als zodanig maken deze wandschilderingen inte- graal deel uit van de inwendige vormgeving en de interieurarchitectuur van 't Speel- -10- 7 november 2000. huis. Op grond van artikel 37 van deze wet vervalt mijn auteursrecht na verloop van 50 jaren, te rekenen van de eerste januari van het jaar volgende op mijn toekomstig sterfjaar. Dit betekent derhalve dat uwerzijds niet kan worden overgegaan tot uitvoe- ring van verbouwingsplannen die mijn kunstwerk vernietigt, beschadigt of visueel be- nadeelt. Overigens moge ik u er nog op attent maken dat inbreuk op mijn auteursrecht naast een vordering tot schadevergoeding een strafbaar feit oplevert." Voorzitter! In de gecombineerde commissievergadering zei ik al dat ik niet wil stellen dat het huidige beleidsvoorstel een klap in het gezicht van de amateurkunst is, maar het is beslist geen beloning voor datgene wat de amateurkunst de afgelopen twee decennia ten tonele heeft gebracht. Hoewel er officieel nog ruimte is voor amateurkunst, durf ik hier nadrukkelijk te stellen dat toch min of meer het doek voor de amateurkunst gaat vallen. Helmondse Belangen wil 't Speelhuis behouden als ontmoetingscentrurn, waarin naast professioneel theater plaats is voor amateurkunst en evenementen. Helmondse Belangen zet nadrukkelijk vraagtekens bij 't Speelhuis als hét stads- theater van Helmond. De publiekswinst zal naar onze verwachtingen minimaal zijn. Met slechts 430 stoelen, weinig voor een stad met ruim 80.000 inwoners en op weg naar de 100.000 inwoners, krijgen wij wellicht als burgers met een veel te duur entreekaartje straks de rekening ook nog eens gepresenteerd. Helmondse Belangen heeft geen moeite met het inzetten van middelen voor 't Speelhuis, alhoewel wij vooralsnog nog niets doen met de buitenkant, waarvoor wij straks ook nog eens de rekening gepresenteerd krijgen. In Rotterdam zijn immers bij die andere, jongere paalwoningen van Piet Blom de bitumineuze daksingels reeds vervangen. Wij zijn niet tegen het beschikbaar stellen van middelen. Integendeel. Met name de techni- sche voorzieningen, zoals het vervangen van de handmatige tracks door mechanische op het podium, of het realiseren van meer beenruimte zijn voor Helmondse Belangen een grote wens. Dit moet echter wel gedaan worden met behoud van de en ronde-mogelijkheid. Het is o.i. technisch mogelijk om met behoud van de en ronde-voorziening de door het college gewenste professionele richting op te gaan, zoals wij afgelopen week overigens nog schreven aan het college. Wij hebben hiertoe een amendement opgesteld, dat mede is ondertekend door de heren Kuijpers, Kuypers en Smits, dat ik thans indien. Het luidt als volgt: " Amendement. De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 7 november 2000, gezien het voorstel van het college van B. en W. met betrekking tot agendapunt 13, bijlage 222, met betrekking tot 't Speelhuis, Overwegende dat: ¿ 't Speelhuis zowel bouwkundig als arbo-technisch aan een grondige renovatie toe is; ¿ 't Speelhuis een theaterfunctie dient te houden; ¿ de mogelijkheid van multifunctionaliteit een wens van een groot deel van de Hel- mondse raad is; ¿ er in Helmond ruimte dient te zijn voor grootschalige evenementen en andere ge- beurtenissen; ¿ er in Helmond behoefte is aan de realisering van een grotere, al dan niet zoge- naamde 'platte', zaal, het liefst in een zogenaamde PPS-constructie; Besluit: ¿ de mogelijkheid van en ronde voorlopig te handhaven; ¿ dat er z.s.in. contact wordt gelegd met de kunstenaars of diens erven om in samen- spraak met hen te komen tot een aanvaardbaar plan van aanpak; ¿ Z.S.M. inzicht te willen krijgen in de technische mogelijkheden om en ronde te handhaven in combinatie met de door het college gewenste opzet van een professi- oneel theater (o.a. microklimaatbeheersing), inclusief een overzicht van de kosten; ¿ na een financiële afweging (in relatie met eventueel opgelegd architectuur- en kunsthistorische verplichtingen) de definitieve keuze te maken; ¿ en dat de werkzaamheden die geen afbreuk doen aan en ronde zo spoedig mogelijk worden gestart; en gaat over tot de orde van de dag. Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Cultuur en cultuurbeleid zijn van oudsher onder- werpen met een hoog spraakmakend karakter. Is het niet de uiting van de kunst zelf die reacties en 7 november 2000. emoties oproept, dan is het wel de omgeving eromheen die de nodige aandacht vraagt. In die zin vindt D66 de discussie rond 't Speelhuis vanzelfsprekend, maar onze fractie is wel verwonderd over het feit dat deze discussie over het (wat ik maar noem) gebouwelijke zo los wordt gevoerd van het theaterbeleid dat daarachter zit. Het lijkt erop of alleen maar de vraag in discussie is of een en ronde~zaal al dan niet behouden moet worden. In onze ogen dient het totaal te worden beoordeeld en dat is meer dan alleen een stoelenkwestie. De eerste belangrijke stap die wij met betrekking tot 't Speelhuis gezet hebben, is de constatering en vaststelling dat 't Speelhuis ons stadstheater is en blijft en dat er aan het gebouw de nodige beperkingen zitten. Het is nog niet zo lang geleden dat er in deze raad geluiden waren te beluisteren als zou de eerste de beste horecaexploitant de zaak kunnen overnemen, met daarachter de bestuurlijke gedachte: "dan zijn wij van de kosten af". Gelukkig was er geen exploitant te vinden en kwam de raad in meerderheid erachter dat 't Speelhuis toch eigenlijk wel een uniek gebouw is, dat prima past in een imago-opbouwend verhaal van Helmond en ook nog zijn waarde heeft als theateraccommodatie. De opdracht daarna was: hoe geven wij voor de toekomst het best gestalte aan de theaterfunctie? Met alle respect voor het gebouw van Piet Blom en de filosofie die daarachter zit, zijn er nu andere tijden, andere wensen en andere noodzakelijkheden. Het praathuis is evenals het kasbah-idee achterhaald en past minder in een zich steeds meer individualiserende samenleving, hoe vervelend wij dit soms ook kunnen vinden. De bezoeker neemt het lang voor lief om opgevouwen in een kuipstoeltje naar toneel te kijken, maar om iedere voorstelling met dit ongemak geconfronteerd te worden, doet hij liever niet. Vandaar is het niet onlogische idee ontstaan om iets te doen aan de comfortabiliteit van de grote zaal, uitmondend in meer beenruimte en meer stoelbreedte; kortom, meer zitcomfort. Dat dit gepaard gaat met het verminderen van het aantal stoelen van 581 naar 433 lijkt op het eerste gezicht nogal een forse ingreep en vanuit exploitatieoogpunt onverantwoord. Maar wie zich verder laat informeren en hoort dat normaliter bij een toneelvoorstelling toch al ruim 100 stoelen onverkoop- baar zijn vanwege het slechte zicht op het toneel, krijgt ten slotte voorgerekend dat het nettoverlies aan stoelen ligt op rond de 30 stuks, uitgaande van een uitverkochte zaal. Het is daarnaast goed te weten dat er niet gesloopt wordt in de zaal en dat de creatie van Har Sanders, zo is mij verzekerd, intact blijft. Wij gaan ervan uit dat ook het wandkleed in de foyer en andere beeldbepalende elementen onbezoedeld uit de renovatieoperatie komen. In het beleids- en bedrijfsplan wordt nadrukkelijk gesteld dat 't Speelhuis zijn publieksbe- reik wil en moet vergroten. Om daartoe te komen, wordt een aantal beleidsmaatregelen voorgesteld die geld kosten. Extra middelen zijn nodig voor het bedrijven van marketing en promotie. Een verregaande automatisering is gewenst en de technische dienst zal in de loop der jaren moeten worden uitgebreid. Daarnaast - en daar doen wij het toch allemaal voor - is er een stijgend aantal professionele voorstellingen gepland, waarbij verwacht wordt dat na renovatie de bezettingsgraad zal toenemen, ondanks een hoger uitvallend prijskaartje. Het beleids- en bedrijfsplan maakt op ons een gedegen indruk, maar vereist tevens een krachtig en deskundig management voor de uitvoering ervan. Dat moet naar de toekomst verzekerd zijn. In hoeverre kan het college ons deze verzekering geven? In plaats van handhaving van de en ronde-voorziening wordt voorgesteld een oplopende vloer te leggen in de zaal met een vaste stoelopstelling. Dat zou betekenen dat de mogelijkheid van het en ronde-spel voor deze zaal verloren gaat. Naar ik begrepen heb, hebben er het afgelopen seizoen twee voorstellingen plaatsgehad in deze opstelling. Technisch gezien is handhaving moge- lijk, maar het kost de nodige pecunia's en vereist een aanpassing van het luchtcirculatiesysteem. Gezien het geringe gebruik van de betrokken opstelling, afgezet tegen de kosten die handhaving er-van met zich mee zal brengen, zijn wij er niet tegen dat deze wordt opgeheven. Daaraan willen wij nadrukkelijk de voorwaarde verbinden dat besparingen worden gereserveerd voor de realisering van een zalencentrum, conform het collegevoorstel. Realisering van dit zalencomplex heeft voor ons hoge prioriteit, mede gezien de grote behoefte die eraan is. Daarbij is voor ons de koppeling met de nieuwe huisvesting van andere instellingen niet per se een must. In Brabant Cultureel, het tijdschrift voor kunst en cultuur dat vorige week in onze bus rolde, staat een interview met de directeur van theater Markant in Uden. Het laat zien dat taai volhouden wel de minste eigenschap is die je als theaterdirecteur moet bezitten. En zie daar, na enige jaren gloort dan succes. Voorzitter! Voor 't Speelhuis en Helmond is een mooie toekomst weggelegd. Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik wil de discussie beginnen met het poneren van de stelling dat Helmond op het gebied van kunst en cultuur lange tijd voor een dubbeltje op de -12- 7 november 2000. eerste rang gezeten heeft. Helmond is fors gegroeid qua inwonertal, woningaantal en werkgelegen- heid. Als woon- en werkstad heeft Helmond een ontzettend dynamische ontwikkeling doorgemaakt. Achtergebleven is het voorzieningenniveau op het gebied van kunst en cultuur. Naar de overtuiging van de SDH-fractie zijn inhaalslagen geboden om dat voorzieningenniveau op maat te brengen. Wij zijn dan ook blij met de nieuwe bioscoop, de commerciële als wel als de sociale, het nieuwe gemeentemuseum op het Boscotondo-terrein en verder staat voor ons vast dat er geïnvesteerd moet worden in onze stadstheatervoorziening. Wij hebben hierin de afgelopen decennia relatief weinig geïnvesteerd. Wij hebben in 1976/77 't Speelhuis gerealiseerd voor f 12,7 miljoen, waarvan f 10 miljoen rijkssubsidies. Wij hebben derhalve f 2,7 miljoen uit eigen kas betaald. Sindsdien hebben wij het wel opgelapt, maar niet in die zin dat het stadstheater met de eis van de tijd is meegegroeid. Voor ons is en was de vraag dan ook niet of 't Speelhuis gerenoveerd moet worden. Dat staat als een paal boven water. De vraag is hóe wij 't Speelhuis gaan renoveren. Daarover hebben wij enige tijd geleden al gediscussieerd. Toen moesten wij helaas constateren dat er onvoldoende onderbouwing lag om een verantwoorde investeringsbeslissing te nemen. De stelling van onze kant was toen dat wij een beslissing over een renovatie van f 9 miljoen niet baseren op een kattebelletje. Daar leg je een onderbouwde visie onder. Die misten wij op dat moment node. Wij zijn blij dat die visie er inmiddels ligt. Over de koers kun je van mening verschillen, maar er ligt in ieder geval een visie die houvast biedt, ook in het kader van de huisvestingsdiscussie. Voor ons staat vast dat 't Speelhuis comfortabeler, veiliger en arbo-vriendelijker moet worden. Voor ons staat echter ook vast dat er respect moet worden getoond voor de architectuur. Wij hebben dan ook gezegd dat er geen balkon moet komen in de grote zaal, want daarmee wordt de architectuur van de grote zaal aangetast. Onnodig is wat ons betreft ook een verplaatsing van de hoofdingang. Daarmee wordt de routing en logistieke organisatie op z'n kop gezet. Consequentie voor respect voor de architectuur is voor ons dat de en ronde-voorziening gehandhaafd wordt. Mevrouw Houthooft zegt dat de en ronde-voorziening niet langer mogelijk is. Dat is onjuist. Die is wel degelijk nog steeds mogelijk. Dat is technisch zeer wel uitvoerbaar. De vraag is of wij handha- ving politiek gewenst vinden en of wij deze gewenst vinden in het kader van de beleidsvisie die is neergelegd in de bijbehorende nota. De SDH-fractie vindt om vier redenen dat wij moeten vasthou- den aan de en ronde-voorziening: 1 . Wij moeten de en ronde-voorziening handhaven uit respect voor de binnenhuisarchitectuur van 't Speelhuis. De en ronde-voorziening hangt samen met de keuze en het ontwerp van de archi- tect Piet Blom om deze voorziening onderdeel te laten zijn van een soort circustheaterzaal. Die samenhang vinden wij wezenlijk en die moet gerespecteerd worden. 2. De en ronde-voorziening geeft een zekere meerwaarde aan het gebruik van de grote zaal. Deze vergroot de flexibiliteit, niet alleen in relatie tot evenementen. 3. De en ronde-voorziening staat een verdere professionalisering van het theateraanbod - de lijn waarop de nota inzet - geenszins in de weg. 4. De en ronde-voorziening biedt evenementen de kans, weliswaar op basis van een aangepaste formule (in verband met veiligheidseisen, arbo-eisen en klimaatbeheersingseisen), om in 't Speelhuis te blijven plaatsvinden, in ieder geval tot er een redelijk alternatief is. Een redelijk alternatief voor 't Speelhuis is er niet en dat is er voorlopig ook nog niet. Ik vind het voorstel in de commissievergadering om het restantbedrag van f 1,153 miljoen in te zetten voor realisering van een zalencentrum met beperkte bühnefaciliteiten dan ook weinigzeggend. Dat laat ongewis wie daarin het voortouw moet nemen. Ik heb begrepen dat het college de stelling huldigt dat dit eerst en vooral de taak is van de markt, van het particulier initiatief. Het is de vraag of het particulier initiatief wordt aangemoedigd en harder gaat lopen met in het vooruitzicht deze toverstok van ruim f 1,1 miljoen. Daarbij leidt het voorstel tot de vraag wat prioriteit heeft. Deze vraag wordt terecht opgeworpen door het CDA. Wat moet er gebeuren met het KCH, dat nu nog steeds deel uitmaakt van 't Speelhuis, de bibliotheek en dit in relatie tot een eventueel zalencen- trum? Ik bespeur in de discussie overigens vanavond een belangrijk accentverschil tussen CDA en VVD op dit punt, ook in vergelijking met de commissievergadering. Het CDA zegt vanavond immers - en ik ben het daar volgaarne mee eens - dat in de besteding van die f 1. 153.000,-- de eerste prioriteit heeft de herhuisvesting van het KCH. Iedereen is het erover eens dat het KCH in 't Speelhuis tegen de verdrukking in zit. Het centrum moet daar liever vandaag dan morgen weg. Het spreekt dan ook vanzelf dat, als wij al komen te spreken over de herbesteding van die f 1,1 miljoen het KCH prioriteit nummer één heeft. Dat betekent overigens, ook in de lijn zoals de heer Van Rest die uitstippelt, dat punt e. van het conceptbesluit aangepast moeten worden. Ik nodig de heer Van Rest en zijn fractie uit daartoe het initiatief te nemen. Op onze steun kan men rekenen. Ik wil ingaan op het amendement van Helmondse Belangen. Wij zijn vóór de en ronde- -13- 7 november 2000. voorziening op grond van de vier argumenten die ik eerder heb genoemd. Wij zijn echter tegen acrobatiek op het slappe koord. Deze raad beslist frank en vrij, interactief en met kennisname van allerlei signalen om ons heen. Het kan niet zo zijn dat de kunstenaar, waar wij alle respect voor hebben, bepaalt hoe wij omgaan met de architectuur van de grote zaal. Dat doet de raad. Daar zijn wij mans genoeg voor, zeker als wij ons rekenschap geven van allerlei signalen om ons heen. Ik vind het tweede gedachtestreepje in het conceptbesluit van het amendement dan ook een gekunstel- de formulering. Als wij die weg opgaan, dan voorspel ik nog heel veel narigheid. De raad kan best op grond van goede, doordachte argumenten en op grond van gezond boerenverstand beslissen om de en ronde-voorziening te handhaven. De heer RIETER (HB): Het is de bedoeling van het amendement om naar aanleiding van de aangehaalde brief van Har Sanders te voorkomen dat een juridisch steekspel straks zal veroorzaken dat wij komen tot een nulresultaat. Daarom heb ik in het amendement opgenomen dat wij in samenspraak met de kunstenaars moeten komen tot een plan van aanpak. Het lid TIELEMANS (SDH): Dat is mij duidelijk. De heer Rieter heeft in de commissie- vergadering al aangegeven dat hij op eigener beweging contact heeft gezocht met de kunstenaar in kwestie. De heer Rieter heeft hem toen al ten tonele gevoerd. Daar heb ik geen behoefte aan. Deze kunstenaar heeft, naar ik aanneem op basis van een financiële tegenprestatie, het kunstwerk gele- verd. Hij is geen sponsor. In het kader van respect voor de binnenhuisarchitectuur hebben wij uiteraard tot plicht om goed te wikken en te wegen ten aanzien van de manier waarop wij met de grote zaal en met name de en ronde-voorziening omgaan. Ik denk echter dat wij eigenstandig uitmaken hoe wij hieraan verder invulling gaan geven. Ik heb geen behoefte aan constructies zoals die in het amendement zijn opgenomen. Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Er wordt gezegd dat er een wet is in Nederland die bepaalt dat je geen kunstwerken mag vernielen. Als de creatie in de grote zaal daaronder valt, vindt de heer Tielernans dan dat wij de wet moeten overtreden? Het lid TIELEMANS (SDH): Ik pleit er uiteraard niet voor om de wet te overtreden. Ik heb gevraagd om een onderbouwing van het renovatieplan. Mij is uit het renovatieplan niet gebleken dat wij met de beoogde renovatie de wet zouden overtreden. De heer RIETER (HB): Recentelijk is bij zwembad De Wissen nog voorgevallen dat de gemeente niet een door haar geplande deur door een kunstwerk van een (minder bekende) kunste- naar heen heeft kunnen maken. Het kunstwerk is namelijk auteursrechtelijk beschermd. Het lid TIELEMANS (SDH): Ik geef het college de gelegenheid te reageren op de stelling- name van de heer Rieter en die van de heer Sanders. Ik zal de reactie uiteraard betrekken in onze standpuntbepaling in tweede termijn. Dat laat onverlet dat wij voorstander zijn van het handhaven van de en ronde-voorziening. De heer Rieter moet in mij dan ook geen beren op de weg zien. Ik heb er echter geen behoefte aan om de zaak nodeloos ingewikkeld te maken en de beslissing over het handhaven van de en ronde-voorziening uit te stellen, zoals uit het amendement naar voren komt ' Ik vind dat er voldoende argumenten zijn op dit moment om "ja" te zeggen tegen handha- ving van de en ronde-voorziening, met alle beperkende consequenties die dat heeft voor het gebruik van de grote zaal, ook voor evenementen. Die consequenties aanvaarden wij. Ik heb geen behoefte aan de uitstel waarom in het amendement wordt gevraagd en een nadrukkelijke rol voor de kunstenaar of zijn erven in deze discussie, tenzij blijkt dat dit juridisch gezien nodig is, zoals de heer Rieter beweert. Mij is daar echter nog niets van gebleken in de discussie en besluitvorming tot op heden. Ik hoor hierop graag een reactie van het college. Wij hebben waardering voor de Speelhuisnotitie. Wij hebben ons een- en andermaal uitge- sproken voor renovatie van 't Speelhuis. Wij zijn bereid daar fors in te investeren. Wij vinden dat van de renovatie onlosmakelijk deel moet uitmaken de handhaving van de en ronde-voorziening. Het besluit daartoe kunnen en moeten wij hedenavond nemen. Het lid DE BRUIJN (GroenLinks): Voorzitter! GroenLinks vindt de renovatie van 't Speelhuis een goede zaak. Wij hopen nog lang plezier te hebben van dit unieke gebouw. Het is een van de plekken die Helmond zo mooi maakt. De renovatie moet zoveel mogelijk rekening houden met de toenmalige opzet, het unieke -14- 7 november 2000. schilderwerk enz. Kortom, de schepping van Piet Blom moet aangepast en tegelijkertijd zoveel mogelijk behouden worden. Wij wezen al op het schilderwerk in de grote zaal, een circus met een piste waar die thuishoort: in het midden. Wij vinden het onbegrijpelijk dat in het collegevoorstel de mogelijkheid verdwijnt van voorstellingen die en ronde gespeeld worden. Wij zijn daar heel erg tegen. De en ronde-voorziening hoort bij 't Speelhuis zoals de piste bij een circus, een van die dingen die 't Speelhuis zo uniek maakt. Zeker, er wordt heel weinig gebruik van gemaakt, maar in het voorstel wordt niet alleen de mogelijkheid voor nu, maar ook voor de toekomst uitgesloten. Laten wij toch zuinig zijn op zoiets aparts. Wij vinden de extra kosten van een en ronde- voorziening naar verhouding wel meevallen. Een bedrag van f 300.000,-- op f 6,8 miljoen is 4% of 5 %. Voor ons staat of valt de renovatie met het al dan niet handhaven van de en ronde- mogelijkheid. Dit zeggen wij om aan te geven hoeveel belang wij daaraan hechten. Net als iedereen hier, hecht ook GroenLinks heel veel belang aan de Helmondse amateur- kunst. Wij hopen dat die niet in de knel komt, maar zich juist door 't Speelhuis gestimuleerd voelt. Het reserveren van een bedrag voor een nieuw zalencentrum lijkt ons prima. Steeds weer missen wij in Helmond een grote zaal: voor prijsuitreikingen, carnaval, grote feesten, jaren '60 bal. Mochten er initiatieven zijn of komen van particuliere ondernemers, dan zijn wij daar zeker blij mee. Dan dienen de wensen wel op elkaar afgestemd te worden. Het bedrag dat gereserveerd moet worden is wat ons betreft f 300.000,-- lager in verband met het behoud van de en ronde- voorziening. Het lid BEKKERS (PvdA): Voorzitter! Urenlange discussies zijn aan de besluitvorming van vanavond voorafgegaan. Het wordt tijd dat er daadwerkelijk iets gaat gebeuren en dat er niet meer zoveel gepraat en gediscussieerd wordt. 't Speelhuis moet eindelijk speelklaar worden gemaakt. Het leek er de laatste tijd op of het niet meer belangrijk was hoe dat zou gebeuren. Eén ding telde blijkbaar nog maar: het en ronde- gebeuren. Ik heb vaak op de radio gehoord hoe belangrijk deze voorziening was. De opmerking die is gemaakt tijdens de commissievergadering door een van mijn collega's dat wijlen Piet Blom zich in zijn graf zou omdraaien als hij zou weten wat er met zijn Speelhuis gaat gebeuren, raakt kant noch wal. Ik denk dat Piet Blom zich in deze tijd had afge- vraagd of het niet verstandig was om de voorgestelde ommekeer te maken. Blijkbaar zijn enkele festiviteiten voor sommigen belangrijker dan de veiligheid van de bezoekers en gebruikers. De op- en aanmerkingen van bijvoorbeeld de Arbo-diensten en de voorschriften en het advies van de brandweer worden door sommigen blijkbaar niet serieus genomen. De fractie van de PvdA ziet graag dat er een oplossing wordt gevonden voor de evenemen- ten die niet meer in 't Speelhuis kunnen plaatsvinden. Wij eisen de harde garantie van het college dat er binnen twee tot drie maanden een oplossing wordt gevonden voor het Prijsbloaze, een uniek gebeuren in het Helmondse, en dat er voor 1 juni 2001 een oplossing wordt gevonden voor het 60'er jaren Popfestival. De fractie van de PvdA gaat akkoord met het voorliggende voorstel, maar wel onder de voorwaarde die ik zojuist heb aangegeven. Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Wij hebben een probleem van een heel andere orde dan de meeste sprekers. Wij zouden een heel eind met het voorliggende voorstel kunnen meegaan, ware het niet dat er een paar problemen meer zijn in de stad. Wij hebben steeds onderscheid gemaakt tussen datgene wat noodzakelijkerwijze moet gebeuren aan 't Speelhuis, zoals aanpak van toneeltechnische installaties vanwege arbo-wetgeving en milieuwetgeving, en de tweede tranche. Daarvan hebben wij steeds afstand bewaard. De problemen die gelden voor 't Speelhuis, gelden namelijk in overtreffende zin voor het onderwijs in Helmond. Als de scholen in Helmond arbo- technisch gekeurd worden, dan komen er nogal wat problemen aan het licht en zullen nogal wat scholen worden afgekeurd. Ons dilemma is dat wij vinden dat in dit voorstel de verkeerde prioriteit wordt gesteld. Wij hebben geen behoefte aan het voorstel. Ik zou me er gemakkelijk af kunnen maken en niets meer kunnen zeggen over de en ronde- problematiek, maar ik wil er toch iets over zeggen. Wij gaan een heel eind mee met hetgeen de heer Ferwerda daarover zegt. De voorstellingen die en ronde worden gespeeld zijn spaarzaam, er staan hoge kosten tegenover en er wordt aangestuurd op een nieuwe platte zaal. Als wij los van de eigen zienswijze een standpunt zouden moeten innemen over de kwestie van de en ronde- voorziening, dan zijn wij van mening dat deze niet gehandhaafd hoeft te worden. Ik kan me de reactie van Har Sanders voorstellen als hij heel emotioneel op deze kwestie reageert. Ik heb zelf nooit het beeld gehad dat de voorgestelde renovatie zo ingrijpend is dat het karakter van 't Speelhuis ernstig wordt aangetast, ook niet voor wat betreft de muurschilderingen -15- 7 november 2000. van Har Sanders. Ik hoor hier graag een toelichting op van de wethouder. Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Voor de duidelijkheid wil ik allereerst stellen dat Ondernemend Helmond niet tegen een goed theater is. Bij de voorjaarsnota is plotseling een heel nieuw plan op tafel gekomen. Wij hadden een minimale renovatie van 't Speelhuis op het oog. Wij zouden geld gaan reserveren ten behoeve van de theaterfunctie. Daarmee waren wij het helemaal eens. Dat verhaal is van tafel geblazen voor een volledige renovatie van 't Speelhuis. Daar hebben wij evenals de SP moeite mee. Er zijn in Hel- mond nogal wat andere prioriteiten. Daarover willen wij nog praten, zij het dat wij die waarschijn- lijk anders invullen dan de SP. Er is een nieuw beleidsplan neergelegd. Op basis van dat beleidsplan wordt nu beslist tot een grote renovatie, waarbij te verwachten verbouwingen, zoals verplaatsing van de entree, in de ijskast worden gezet. Daarmee zijn wij het volledig eens. Wij zetten echter wel vraagtekens bij de in het rapport gepresenteerde cijfers. Wij krijgen daar een heel aardig beeld van als wij naar de begroting van de gemeente Helmond kijken, zoals wij die recentelijk hebben ontvangen. De kosten stijgen van f 20,95 naar f 27,-- per inwoner/woning en de kosten per saldo (opbrengst minus saldo) stijgen ten opzichte van de begroting van 1999 van 100% tot 136% in de begroting 2001. De kosten per inwoner en per woning worden in de begroting 2001 niet meer genoemd. Een theater mag en dit mag wat Ondernemend Helmond betreft ook geld kosten. Dan nog zetten wij vraagtekens bij de cijfers. Het aantal zitplaatsen wordt in het rapport gesteld op plusmi- nus 450. Gelet op de hoeken die er nu al in het theater zaten, is dit niets nieuws, want wij hadden niet meer plaatsen. Er is in dit opzicht geen verandering ten opzichte van de vroegere situatie. In het programma van eisen wordt gesteld dat het zitcomfort moet toenemen. Het zitcomfort is op dit moment 62 cm. Normaal is 90 cm. Bij een steeds groter wordende bevolking kunnen wij daar naar de toekomst toe maar spaarzaam mee vooruit. Ik denk dat de been- en zitruimte onvol- doende is. Dit betekent dat wij nog een aanpassing zouden moeten plegen voor het amfi-gedeelte. Dat betekent dat er minder plaatsen komen. Met de huidige bezettingsgraden vraag ik me af of wij dan überhaupt nog producties krijgen. Als wij de producties niet meer krijgen of duurder moeten gaan betalen, dan zit ik met het probleem dat de voorgeschotelde cijfers aan slijtage onderhevig zijn. In het rapport zie ik dat de opbrengsten aan entreegelden van f 450.000,-- stijgen naar f 984.000,-- in 2002 en naar f 1.125.000,-- in 2003 (een stijging tot 220% en 270%). Als ik dit alles in aanmerking neem, heb ik mijn vraagtekens bij de financiering van een dergelijk theater. Ik had veel liever iets anders gehad. Of de cijfers kloppen, weet ik niet, maar ik zet er grote vraagte- kens bij. Door het college is vele malen geprobeerd de commerciële activiteit die in het rapport is genoemd, op te voeren en vele malen is men daar niet in geslaagd. De ramingen voor wat betreft de commerciële activiteiten zijn telkenmale naar beneden bijgesteld. Daarnaast komen wij tot de conclusie dat als er in 't Speelhuis amateurvoorstellingen plaatsvinden, de amateurkunstenaars meer verteren dan de normale theaterbezoekers. Ook uit dien hoofde valt een kostenverhoging te ver- wachten. Dan zitten wij uiteindelijk met een gebouw, waar wij in het verleden ontzettend veel onderhoudskosten aan hebben gehad en waaraan niets verandert. Wij blijven aan het gebouw in de toekomst veel extra onderhoud hebben. Wij blijven twijfelen. Wij wachten het antwoord van het college af, maar in eerste instantie denken wij dat wij ons beter sterk kunnen maken voor een theater waarin wij zowel amateurkunst als andere kunst kunnen handhaven. Over de functie van 't Speelhuis moeten wij eens heel diep nadenken. Het lid PRINSEN (wethouder): Voorzitter! Afgelopen mei stond ik tijdens een bezoek aan Rome in de rij voor de Sixtijnse kapel. Die rij had een lengte van 3 km. Ik ben omgedraaid en dacht in aansluiting van de woorden van de heer Rieter: Wat zal ik nog verder gaan lopen. Ik kan ook weer terug naar Helmond! Met deze inleiding wil ik aangeven dat er een kleur en een teneur worden neergezet die wat ons betreft geen enkel hout snijden. In de gecombineerde commissievergadering is al geconstateerd dat er een breed draagvlak in de raad is voor renovatie van 't Speelhuis. Vanavond spitst zich opnieuw de discussie toe op het al dan niet handhaven van de en ronde-mogelijkheid, voor wat betreft functionaliteit en de eventuele afbreuk aan de oorspronkelijke waarde van een kunstwerk. De heer Praasterink maakt eigenlijk geen keuze. Hij refereert aan de voorjaarsnota, waarin wij zijn gestart met de reservering voor een theater. Dat had alles te maken met het feit dat wij al een aantal 'aren op rij een discussie voeren over de functionaliteit van het theater dat wij hebben en i -16- 7 november 2000. de manier waarop wij daarmee verder moeten. Ook de discussie over een vlakke-vloerzaal is niet van vandaag of gisteren. Die loopt al enkele jaren. Nu iedereen een beetje thuis is in de theaterwereld, zal men zich realiseren dat in andere Brabantse steden sprake is van investeringen van vele tientallen miljoenen. Laat staan dat dit ook een aantal wethouders kan kosten! In de afweging tussen de kosten voor een nieuw theater en de ambities die in de raad zijn verwoord (@ernstadsvisie, hoofdwegenstructuur) heeft het college gemeend dat het van tweeën één moet zijn. Of wij gaan een aantal dingen niet doen en bouwen een nieuw theater óf wij maken van 't Speelhuis ons stadstheater, professionaliseren dat en doen dat voor een flink aantal jaren. Daar- mee is de principiële discussie over een nieuw theater van de baan. Dan hebben wij het alleen nog over het gebrek van een middenzaal of een vlakke-vloerzaal, waar grotere activiteiten kunnen plaatsvinden. In deze afweging is de raad betrokken geweest. Het lid PRAASTERINK (OH): Ik herinner de wethouder eraan dat in het investeringspro- gramma f 2 miljoen per jaar gereserveerd is voor een theater. Het lid PRINSEN (wethouder): Dat klopt. Dat schiet qua spaartechniek echter niet op, als wij ons realiseren dat een nieuw theater enkele miljoenen kost. Daarbij bleek dat er sprake was van een fors achterstallig onderhoud aan 't Speelhuis, aan de buitenkant en aan de binnenkant. Wij hebben dan ook op een gegeven moment een keuze gemaakt, waar een aantal mitsen en maren aan zitten. Het beste is dit verwoord door de heer Ferwerda, die eigenlijk zegt dat als wij een keuze maken voor het stadstheater, wij daar consequent in moeten zijn. Daar heeft hij gelijk in. De theaterfunctie moet dan ingevuld worden, waarbij geldt: andere tijden, andere wensen. Er is vanavond nog geen gebruikgemaakt van het redactioneel commentaar van het Eindhovens Dagblad van vandaag. Op het gevaar af dat mij verweten wordt selectief te winkelen, raad ik de raad aan om dat eens te lezen. In dat commentaar worden aardige dingen gezegd over de discussie rond 't Speelhuis. Een volwaardig stadstheater betekent dat aan de orde is de renovatie van 't Speelhuis (zaal, foyer, entree). Daarbij gaan wij ervan uit dat wij op enig moment het Kunstencentrum Helmond uit 't Speelhuis kunnen halen, waardoor andere mogelijkheden ontstaan dan wij op dit moment hebben. Er zijn sprekers die menen opmerkingen te moeten maken over de architect en de betrokken schilder. Ik vind het heel vervelend dat zo'n man op ideeën wordt gebracht die geen hout snijden. Wij hebben een bureau ingehuurd om de renovatie te begeleiden, namelijk bureau Beltman. Wij hebben het bureau mede ingehuurd om de auteursrechtelijke aspecten veilig te stellen en de cultu- rele nalatenschap van Piet Blom te bewaken. Dat mag op zichzelf al aangeven dat allerlei verhalen over auteursrechten op dit moment wat voorbarig zijn. Er is wel degelijk rekening gehouden met de architect. In de commissievergadering hebben wij de ideeën van verplaatsing van de hoofdentree en het aanbrengen van een balkon in de grote zaal losgelaten. Dat had mede te maken met het feit dat 't Speelhuis zo mooi geschilderd is als circustent. In het Circustheater in Scheveningen had ik overigens ontzettend veel moeite om mijn stoel op te tillen, omdat die vast stond! De discussie spitst zich toe op de en ronde-opstelling. Het college heeft een viertal redenen om te kiezen voor een vaste stoelopstelling. Om misverstanden uit de weg ruimen, wil ik allereerst opmerken dat de heer Sanders zich als schilder nergens zorgen over hoeft te maken. De heer Sanders schrijft dat wij niet kunnen overgaan tot uitvoering van verbouwingsplannen die zijn kunstwerk vernietigen, beschadigen of visueel benadelen. Ik kan met een gerust hart mededelen dat geen van deze zaken aan de orde is. Wij kunnen de brief dan ook terzijde leggen. Ik vind het jammer dat een gerespecteerd kunstenaar op het verkeerde been wordt gezet als het gaat om de renovatie onder begeleiding van bureau Beltman. De heer RIETER (HB): De heer Sanders heeft uit eigener beweging - ik werd vanmiddag verrast door zijn brief - een conclusie getrokken uit de stukken die hem zijn toegezonden. Daarbij is geen enkele drang uitgeoefend. Hij heeft een eigen kunstwereld om zich heen die hem daarin begeleidt. De heer Fuchs is toch niet de minste. Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Deze kwestie stoort mij enigszins. Het kan er bij mij niet in dat het betrokken bureau geen contact heeft gezocht met de kunstenaar om tot enige afstemming te komen. Dat zou je op z'n minst mogen verwachten. -17- 7 november 2000. Het lid PRINSEN (wethouder): Dat is niet aan de orde. Het lid KLAUS (SP): Dat is altijd aan de orde. Het lid PRINSEN (wethouder): Dat is niet aan de orde. Aan de orde is hier de suggestie dat er een koppeling zou bestaan ... Het lid KLAUS (SP): Ik doe geen enkele suggestie. De wethouder geeft echter aan dat er om redenen van zorgvuldigheid een bureau is ingehuurd. Ik denk dat het in dit geval zorgvuldig is - wij hebben het niet over een schilderijtje dat ergens hangt, maar over het hele Speelhuis - als het bureau de kunstenaar op de hoogte brengt van de situatie, daarover informeert en daarover afstem- ming laat plaatsvinden. Als de wethouder zegt dat dit niet aan de orde is, dan verschillen wij daarover zeker van mening. Het lid PRINSEN (wethouder): Los van het feit of er op informele basis wellicht contact heeft plaatsgevonden (daar ben ik niet bij geweest), merk ik op dat de renovatieplannen op geen enkele wijze afbreuk doen aan het schilderwerk van de heer Sanders. Het lid KLAUS (SP): Dat is de beoordeling van de wethouder en het bureau. Er is destijds een kunstwerk gerealiseerd, waar, naar ik aanneem, het gemeentebestuur heel blij mee was. Nu worden buiten de kunstenaar om plannen gemaakt om daaraan veranderingen aan te brengen. Dat kan ik niet zien als zorgvuldigheid. Het lid PRINSEN (wethouder): Door de heer Tielemans is al de vraag naar voren gebracht wie uiteindelijk bepaalt of er gerenoveerd wordt. Verder doen de plannen geen enkele afbreuk aan de beschilderingen van de heer Sanders. Als de heer Sanders de stukken krijgt toegestuurd en daaruit de conclusie trekt die in de brief wordt aangegeven, dan heeft hij de stukken niet goed gelezen. Het lid KLAUS (SP): Als hierin zorgvuldiger was gehandeld, dan had de heer Sanders vooraf zijn zegje kunnen doen. Dat heeft het bureau nagelaten. Dat is volgens mij onzorgvuldig. Het is in ieder geval niet zorgvuldig. Het lid PRINSEN (wethouder): Dat ben ik niet eens met de heer Klaus. Ik vind dat hier suggesties worden neergelegd die absoluut afbreuk doen aan de kwaliteit van de voorliggende renovatieplannen. De renovatieplannen beogen de realisering van een professioneel stadstheater. Daarbij hoort de discussie over het feit dat een aantal plaatsen niet bruikbaar is en wij via de renovatie 430 effectieve plaatsen realiseren, waar wij meer aan hebben dan wanneer er 500 plaatsen zijn en de helft van de mensen niet komt opdagen omdat het zitcomfort ontbreekt. Wij hebben het dan ook over een theater waar wij ook vanuit het oogpunt van exploitatie voorlopig mee vooruit kunnen en waarbij het de moeite loont om niet naar Markant in Uden of de stadsschouwburg in Eindhoven te gaan, maar in Helmond ons eigen theater te bezoeken. Daarvoor zijn fatsoenlijke stoelen nodig. Technisch gezien is het niet aantrekkelijk om de situatie te handhaven waarin de stoelen met enige regelmaat verwijderd kunnen worden. Financieel gezien hangt er een prijskaartje aan het handhaven van de en ronde-mogelijkheid van minimaal f 300.000,--. Door de VVD is tijdens de commissievergadering ingebracht dat, als wij tot de conclusie komen dat grootschalige evenemen- ten eigenlijk niet in 't Speelhuis thuishoren (om veiligheidsraden en arbo-technische redenen), het college werk moet maken van een alternatief. De heer RIETER (HB): De wethouder vertelt pertinente onwaarheden. Ik heb de brandweer gesproken. Deze heeft mij medegedeeld dat, als gehandhaafd wordt op basis van de bij de stukken gevoegde brandweerverordening, er activiteiten en evenementen kunnen plaatsvinden in 't Speel- huis. Daar draait het om. Ik heb het idee dat het college middels een aantal zaken iedere keer probeert zand in de ogen te strooien van niet-collegepartijen en ons onwaarheden in de mond probeert te leggen die geheel onterecht zijn. Het lid PRINSEN (wethouder): In het bedrijfsplan is duidelijk aangegeven dat, als er 1200 -18- 7 november 2000. of 2000 mensen in 't Speelhuis zijn, dit eigenlijk situaties oplevert die niet kunnen. Dat is niet alleen zo om veiligheidsredenen, maar ook om arbo-technische redenen. Het is bovendien zo dat iedereen weet dat het in Helmond ontbreekt aan een zaal met een behoorlijke capaciteit, waar evenementen kunnen plaatsvinden. Er is geen reden om de en ronde-opstelling te handhaven om andere activiteiten mogelijk te maken. Dat heeft niets te maken met het concept van Piet Blom, maar met het ontbreken van een vlakke-vloerzaal, waar wij in moeten voorzien. Ik kan de raad verzekeren dat wij druk bezig zijn om te bekijken of wij enkele evenementen veilig kunnen stellen. Zo kunnen wij de carnavalsactiviteiten in de City Sporthal onderbrengen. Daarnaast zijn wij druk bezig om te bekijken of er andere alternatieven zijn om de komende jaren ter overbrugging van het verdwijnen van de en ronde-opstelling grootschalige activiteiten onder te brengen. Als een en ander echt aan de orde is, is het relevant daarvan mededeling te doen. Voor de komende maanden kunnen grootschalige activiteiten elders plaatsvinden. Ik heb laten nagaan wat er de afgelopen jaren geprogrammeerd is aan producties die en ronde gespeeld worden. Dat zijn er zeer weinig (hooguit acht, negen keer). De suggestie dat de unieke programmering zou vervallen, is niet correct. Ook in het bedrijfsplan met betrekking tot de toekomstige uitbreiding van de professionele programmering zijn dergelijke producties niet aan de orde. Er is ook geen aanbod aan voorstellingen die en ronde gespeeld worden. Het burgerlid van GroenLinks heeft in de commissie gevraagd wat er gaat gebeuren als de professionele theaterwereld over tien jaar weer en ronde wil gaan spelen. Dan zit niet alleen Helmond met een probleem, maar dan geldt hetzelfde voor andere locaties. De plannen houden in dat in de weekenden meer professionele producties worden gepro- grammeerd. Dat doen wij, omdat wij de mensen in Helmond naar een volwaardig theater willen laten gaan. Eenieder kan op zijn vingers natellen dat een stoelenplan met 430 vaste stoelen meer mogelijkheden biedt dan het handhaven van de en ronde-mogelijkheid. Daarbij verwijs ik naar ingezonden brieven van mensen die regelmatig in Eindhoven naar de stadsschouwburg gaan, omdat ze geen zin hebben om tot 's avonds half elf met hun knieën in de nek te hangen. Als wij de mensen in de regio aan het theater willen binden, dan moeten wij comfort bieden. Comfort bieden wij door fatsoenlijke stoelen neer te zetten en een fatsoenlijke klimaatbeheersing te verzorgen. Beide zaken doen geen enkele afbreuk aan het idee van een circustheater, omdat de schildering van Har Sanders en al helemaal de architectuur van Piet Blom niet in het geding zijn. Het lid PRAASTERINK (OH): Wat kosten de betere stoelen aan plaatsruimte en aan zitplaatsen? Om welke beenruimte gaat het? Het lid PRINSEN (wethouder): Uitgaande van het stoelenplan zijn er straks 430 te verkopen plaatsen. Elk zichzelf respecterend dorp in de omgeving met een oud patronaatsgebouw heeft een betere zitting dan 't Speelhuis. Als mensen uitwijken naar Eindhoven, Venlo, Uden of Veghel, maar niet naar 't Speelhuis komen, omdat het daar ontbreekt aan comfort, dan ligt het voor de hand (ook met het oog op de exploitatie) dat mensen over enkele jaren naar het theater gaan in Helmond. De heer RIETER (HB): Dat hebben wij niet ontkend. Ook onze fractie heeft gesteld dat er ten aanzien van de beenruimte iets moet gebeuren. De wethouder haalt argumenten aan die niet steekhoudend zijn voor wat betreft het en ronde-verhaal. Het lid PRINSEN (wethouder): Jawel, want het en ronde-verhaal houdt in dat je stoelen moet optillen. Eenieder kan bedenken dat een stoel die meer comfort biedt, zwaarder is dan een stoel die je kunt optillen. In de commissie heb ik verder aangegeven dat klimaatbeheersing in een stoelenplan met vaste stoelen veel beter te reguleren is. Wij blijven met enkele sprekers van mening verschillen over de vraag of het verdwijnen van het en ronde-idee afbreuk doet aan het Speelhuisconcept. Ik kan me vinden in hetgeen het Eindho- vens Dagblad schrijft: 't Speelhuis is er om in gespeeld te worden. Als daarin een aanpassing vereist is, dan moet dat maar." Het lid PRAASTERINK (OH): De wethouder houdt vast aan 430 stoelen. Naar mijn stellige overtuiging is dit niet mogelijk als de beenruimte met eenderde wordt vergroot (van 60 cm naar 90 cm). Het lid PRINSEN (wethouder): In het nieuwe stoelenplan gaat het over 430 uitgeefbare stoelen. Dat zijn stoelen van waaruit je niet om de bocht hoeft te kijken om het podium te zien. -19- 7 november 2000. Het lid PRAASTERINK (OH): Nu kunnen ook 430 plaatsen verkocht worden, alleen kun je er niet zitten. Het lid PRINSEN (wethouder): Als dit de culturele bijdrage van Ondernemend Helmond is, dan schiet dat lekker op! Ik wijs erop dat, als Ondernemend Helmond een nieuw theater wil bouwen, de kapitaallasten daarvan ver uitgaan boven hetgeen de heer Praasterink nu uit het bedrijfsplan haalt, waarin wij aangeven dat er over een of twee jaar enige middelen bij de exploitatie gelegd moeten wor- den. Wij hebben echter te lang, zoals de heer Tielemans ook aangeeft, voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. In de commissie is ingebracht door mevrouw Houthooft dat een vlakke-vloerzaal serieus geno- men moet worden en dat bekeken moet worden of een restant van de middelen in de cultuursector bij voorkeur middels een PPS-constructie in een dergelijke voorziening ingezet kan worden. Dat heeft geleid tot punt e. van het besluit. Het is terecht dat er ook prioriteit ligt bij herhuisvesting van het KCH. Zonder alles op één hoop te willen vegen, hebben wij daarmee de middelen bestemd. Daarmee geven wij aan dat wij serieus iets willen met een vlakke-vloerzaal. Daarbij wordt gekeken naar een combinatie met een ander type huisvesting voor het KCH. Een voorwaarde voor een betere commerciële uitnutting van 't Speelhuis is immers het verdwijnen daar van het KCH. Dit heeft dan ook een hoge urgentie voor het college. Het kan naar mijn gevoel niet zo zijn dat, wanneer wij een impuls zouden geven aan een vlakke- vloerzaal als alternatief voor het gerenoveerde stadstheater, dit betekent dat de herhuisvesting van het KCH minder prioriteit krijgt. Wij moeten ons ervoor inspannen om bij de komende voorjaarsnota de herhuisvesting van het KCH serieus te nemen. Het is niet de bedoeling om amateuristische kunstbeoefening buiten 't Speelhuis te zetten. Het is de bedoeling om scherper te bekijken wanneer deze wel en wanneer deze niet kan plaatsvinden. Ten slotte is hiervoor ook de Gaviolizaal bruikbaar. Mensen gaan in het weekend graag naar het theater. Het verschuiven van de professionele programmering naar het weekend, zou meer lucht kunnen bieden aan de amateuristische kunstbeoefe- ning. Dit betekent een verschuiving van accenten, zoals in de onderbouwing is weergegeven. Er is over de renovatie van 't Speelhuis een brede consensus, met uitzondering van de SP. Ook wij vinden dat er meer problemen in de stad zijn, maar dit wil niet zeggen dat de middelen maar op één plek weggezet kunnen worden. Een stad als Helmond met 80.000 inwoners, groeiend naar 100.000 inwoners, verdient een theater waarin het aantrekkelijk is om te verblijven. Alle argumenten die de revue hebben gepasseerd om de en ronde-opstelling te handhaven, wegen daar niet tegen op. De teneur waarmee Helmondse Belangen deze discussie ingaat, biedt geen oplossing voor de problematiek van 't Speelhuis en doet geen recht aan het respect dat in de renovatieplannen wordt getoond aan degene die het ontworpen heeft, Piet Blom, en degene die het geschilderd heeft, Har Sanders. Aan het amendement heeft het college geen behoefte. Het lid VAN REST (CDA): Voorzitter! Ik ben de wethouder erkentelijk voor zijn zeer uitvoerige beantwoording. Ik kom tot de conclusie dat 't Speelhuis ten volle zijn functie blijft behouden. Het blijft het huis waarin Helmonders spelen en waarin voor ons Helmonders gespeeld wordt. Het CDA heeft geen behoefte aan het amendement van Helmondse Belangen, al komen de overwegingen ons sympathiek voor. Wij kunnen ons absoluut niet vinden in het besluit van het amende- ment. Richting Helmondse Belangen merk ik op dat de heer Rieter zich ook vanavond beroept op het feit volksvertegenwoordiger te zijn. Dat zijn wij allen en bij sommigen van ons is dat in 1998 nog eens extra benadrukt, zoals direct links en rechts van mij te constateren is. Ik betwijfel of u dat ook kunt. Wij verber- gen ons niet achter uitingen van publieke opinie, zoals de heer Rieter doet, refererend aan een ingezon- den stuk, maar wij weten dat wij, volksvertegenwoordigers, gekozen zijn om besluiten te nemen. De heer Tielemans meent voor wat betreft de prioritering licht te zien tussen de opstelling van de VVD en die van het CDA. Dat licht is er inderdaad. Het gaat om de manier waarop je naar de zaak kijkt. In 1998 hebben wij een brief aan het college geschreven, waarin wij het college attent maakten op de gebrekkige huisvesting van het KCH. Dit werd raadsbreed ondersteund. Wij hebben het college destijds gevraagd het pand in de voorjaarsnota van 1999 aan de orde te stellen. Het KCH behoeft dringend nieuwe huisvesting. Wij constateren dat het bedrag binnen de sector cultuur blijft, dat het bedrag gebruikt wordt voor het oplossen van huisvestelijke knelpunten en dat het bedrag wordt besteed aan ontwikkelin- gen die genoemd zijn in punt e. van het besluit (KCH, -20- 7 november 2000. bibliotheek en vlakke-vloerzaal). Dit betekent niet dat wij onze prioriteit met betrekking tot de huisvesting van KCH laten vallen. Het CDA vindt dat met prioriteit gekeken moet worden naar de oplossing van de knelpunten van het KCH. Dat is dat. Voor de rest kunnen wij ons zeer wel vinden in het voorstel dat voor ons ligt, van punt a. tot en met punt e. Het lid TIELEMANS (SDH): Als de heer Van Rest de stelling herhaalt dat in het kader van de besteding van het overschot met voorrang en a priori gewerkt moet worden aan de problematiek van de herhuisvesting van het KCH, dan dient punt e. van het besluit geherformuleerd te worden. De heer Van Rest zegt dat punt e. garandeert dat het overschot besteed wordt binnen de sector cultuur. Ik wil hem uit die droom helpen. De formulering sluit immers niet uit dat bijvoorbeeld een bijdrage in de onrendabele top wordt verstrekt bij de totstandkoming van een zalencentrum. Ik denk dat wij verplicht zijn om, zeker gezien de zorgen die raadsbreed geuit zijn met betrekking tot het KCH, klare wijn te schenken. Het lid VAN REST (CDA): Mijnheer de voorzitter! Wij hebben in eerste instantie aangege- ven dat de prioriteit van het CDA ligt bij herhuisvesting van het KCH en tevens zijn wij akkoord gegaan met het voorstel. Deze kanttekening herhaal ik. That is it! Het lid TIELEMANS (SDH): Ik constateer dat er een spanning bestaat tussen hetgeen de heer Van Rest zegt en wat er onder punt e. staat. Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Voor de VVD is het niet mogelijk de en ronde-opstelling te handhaven, mede in verband met de veiligheid. Wij kunnen akkoord gaan met punt e. van het besluit. Het is duidelijk dat voor de VVD de prioriteit ligt bij een vlakke-vloerzaal. In punt e. is opgenomen dat het KCH dringend behoefte heeft aan nieuwe huisvesting. Daar zijn wij het 100% mee eens. Wij zijn ervan overtuigd dat wij er met z'n allen toe komen om die te realiseren. Wij vestigen er echter de aandacht op dat er in Helmond ook dringend behoefte is aan een vlakke-vloerzaal. Als 't Speelhuis wordt verbouwd tot stadstheater, dan is er een zaal nodig waar andere evenementen gehouden kunnen worden. Wij willen geld reserveren om daartoe een aanzet te geven. De heer RIETER (HB): Voorzitter! Ik ben blij dat het college in principe een oplossing heeft gevonden voor het Prijsbloaze in de City Sporthal. Daarmee is het college tegemoetgekomen aan de suggestie die wij in de commissie gedaan hebben. Het lid PRINSEN (wethouder): Zo ziet de heer Rieter maar weer dat het aan de opmerkin- gen ligt wat wij ermee doen. De heer RIETER (HB): Ik vind het jammer dat de heer Prinsen stelt dat wij in onze manier van werken ten aanzien van 't Speelhuis de zaak hebben opgeblazen of (al stelt hij dit niet letterlijk) mensen voor ons karretje hebben willen spannen. Het lid PRINSEN (wethouder): Hou het maar bij "opblazen"! De heer RIETER (HB): Har Sanders is benaderd, omdat wij respect wilden tonen voor het en ronde-verhaal en daar vragen over hadden. Hij wist van niets. Hij is dus niet geraadpleegd door het door het college gerespecteerde Bureau Beltman. Het lid PRINSEN (wethouder): Klopt het dat de heer Sanders door de heer Rieter is bena- derd? Daarover bestond onduidelijkheid. De heer RIETER (HB): Wij hebben de heer Sanders benaderd. Het lid PRINSEN (wethouder): En de informatie van de heer Rieter was van een dusdanige kwaliteit dat er de betrokken respons van de heer Sanders op moest komen. De heer Rieter heeft hem een beeld voorgesteld dat blijkens zijn reactie volstrekt afbreuk doet aan het materiaal dat er lag. De heer RIETER (HB): Nee, wij hebben hem gevraagd of hij wist dat er iets ging gebeuren -21- 7 november 2000. in 't Speelhuis. Met het inhangen van de lichttechniek in de nok van de circustent heeft hij bijvoor- beeld nadrukkelijk gekozen voor een ladderconstructie, vergelijkbaar met het trapezewerk in een circus. Ik weet niet hoe dit zit in het nieuwe bestek. Ik heb de heer Sanders gezegd dat hij naar het bestek moest kijken. Het lid PRINSEN (wethouder): Ik stel vast dat de heer Rieter de heer Sanders heeft bena- derd. Ik stel tevens vast dat hij vervolgens tegen de heer Sanders zegt dat er iets gaat gebeuren in 't Speelhuis, maar hij verklapt niet wat. Daarop krijgen wij dit soort brieven. De heer RIETER (HB): Dat heb ik helemaal niet gezegd. Ik heb hem de stukken doen toekomen. De heer Sanders heeft gezegd dat het wezen van zijn werk met voeten wordt getreden, hoewel door critici van onze mening wordt gesteld dat de zaal met het doek blijft. Dat maakt het zo moeilijk om het belang van behoud van de en ronde-opstelling duidelijk te maken. Ik zet vraagtekens bij hetgeen op auteursrechtelijk gebied nog op ons af gaat komen. Ik hoop mét het college dat dit meevalt, want hiermee zouden wij Helmond niet positief op de kaart zetten. Dat is niet de bedoeling van Helmondse Belangen. Wij willen echter wel het recht laten zegevieren. Ik heb bij de brandweer nagevraagd wat de mogelijkheden zijn op het gebied van de veilig- heid. Als er gehandhaafd wordt bij goede nooduitgangen, dan kunnen er in het extreme geval 1200 bezoekers in. Dat staat in de stukken. Daar vaar ik op. Ik zuig niets uit mijn duim. In de richting van de heer Van Rest merk ik overigens op dat hier de besluiten worden genomen en niet in de commissie. In de commissie wordt slechts een advies gegeven. Het lid VAN REST (CDA): De heer Rieter heeft mij niet horen beweren dat in de commis- sie de besluiten genomen worden. De VOORZITTER: Dames en heren! Zullen wij de lessen staatsinrichting achterwege laten? De heer RIETER (HB): Er is een strakke regelgeving op arbo-technisch gebied. Dat is een goede zaak. Daar moeten wij ons aan houden. Het is echter ook zo dat er hulpmiddelen zijn. Men hoeft geen wiskundige te zijn om te zien dat, daar er sprake is van een zeshoek, mensen boven in de vakken grenzend aan het vak recht tegenover het podium, nooit het hele podium kunnen zien. Je houdt altijd een dode hoek. Het lid PRAASTERINK (OH): Ja, maar ze zijn verkoopbaar! Dat wordt althans beweerd door de wethouder. De heer RIETER (HB): Ik vind het jammer als de wethouder ons informatie geeft die onjuist is, die een verkeerd beeld geeft om tot een definitief besluit te komen. In het amendement staat bij het vierde gedachtestreepje in het besluit tussen haakjes: "in relatie met eventueel opgelegde architectuur- en kunsthistorische verplichtingen". Ik leg de nadruk op "eventueel". De heer Sanders stelt dat hiervan sprake kan zijn. Het tweede gedachtestreepje van het amendement willen wij schrappen, omdat dit de indruk kan wekken dat de kunstenaar zou bepalen wat er gebeurt, terwijl de regelgeving hierin bepalend is. Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Wij blijven voorstander van de en ronde- voorziening, maar ik zeg er in één adem bij dat wij tegen politieke poppenkast zijn. Ik voer graag met de juiste argumenten de discussie. Ik heb er geen behoefte aan om er iedereen met de haren bij te slepen. Dat vertroebelt de discussie en gaat ten koste van de kwaliteit van de besluitvorming. Er zijn heldere en houtsnijdende motieven om te renoveren, om 't Speelhuis comfortabeler, veiliger en arbo-vriendelijker te maken. In onze overtuiging hoeft dit op geen enkele wijze ten koste te gaan van de en ronde-voorziening. Deze voorziening hebben wij nooit gekoppeld aan het intensieve gebruik ervan over de afgelopen jaren. Om andere redenen is het de moeite waard om die voorzie- ning te handhaven. Daar wordt verschillend over gedacht. Wij vinden het niettemin de moeite waard om daar 3 ton voor uit te trekken. Daarvoor heb ik in eerste termijn een aantal zakelijke motieven gegeven, die stuk voor stuk hout snijden. Wij vinden het handhaven van de en ronde- voorziening een wezenlijk onderdeel van het totale pakket van renovatiemaatregelen. Politiek is kiezen of delen. Wij kunnen niet alles tegelijk: én een stimulans geven aan de realisering van een zalenaccommodatie middels een bijdrage in de onrendabele top én een nieuwe -22- 7 november 2000. bibliotheek/mediatheek realiseren én een Kunstencentrum accommoderen. Als er gekozen moet worden, dan geeft de SDH-fractie eerste prioriteit aan het Kunstencentrum. Dat zijn wij verplicht door de huisvestingssituatie van het Kunstencentrum in 't Speelhuis. Wij hebben geen behoefte aan het amendement. Wij zijn ná voor handhaving van de en ronde-voorziening. Er is al genoeg gepraat. Er moeten knopen doorgehakt worden. Het lid DE BRUIJN (GroenLinks): Voorzitter! Vanuit de commissie hebben wij begrepen dat handhaving van de en ronde-opstelling mogelijk is. Na het antwoord van de wethouder begin je daaraan te twijfelen. Wij willen natuurlijk geen en ronde-opstelling waarbij mensen er met brand niet uit kunnen. Wij willen ook geen ontilbare stoel. Wij hebben echter begrepen dat de en ronde- opstelling in principe mogelijk is. Kan deze wel of kan deze niet? Als die wel kan, dan zijn wij daarvoor. Wij vinden de en ronde-opstelling namelijk iets unieks. Wij zijn blij met het antwoord van de heer Prinsen met betrekking tot de amateurkunst. Wij zijn blij dat deze meer mogelijkheden krijgt dan die gehad heeft. Mensen die in hun vrije tijd aan deze vorm van kunstbeoefening doen, moeten zich uitgenodigd voelen om dit te doen. Wij houden vast aan de en ronde-opstelling. In het amendement staat dat deze mogelijkheid voorlopig gehandhaafd moet worden. Wij willen de zaak vanavond afkaarten, zodat wij vlot kunnen beginnen met de renovatie. GroenLinks is het volledig eens met het idee van het CDA om herhuisvesting van het KCH eerste prioriteit te geven bij de besteding van het overschot. Het lid BEKKERS (PvdA): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor zijn beantwoording en de toezegging ten aanzien van de twee door mij in eerste termijn genoemde festiviteiten. De heer Rieter heeft gezegd dat de wethouder onwaarheden zou vertellen. Ik hoor van de heer Rieter graag of hij dit hard kan maken. Als je A zegt, moet je ook B zeggen. De heer RIETER (HB): Ik daag iedereen uit om, als het kan vanavond nog, naar 't Speel- huis te gaan. Als er geen voorstelling is, kunnen wij zittend in de zaal zien dat je in de door mij genoemde vakken het podium niet kunt zien. Wellicht is daarop door de heer Praasterink terecht de correctie aangebracht dat het gaat om verkoopbare stoelen. Het lid BEKKERS (PvdA): Dat ben ik niet met de heer Rieter eens. Hij heeft iets gezegd dat hij hard moet maken. Dat kan hij niet. Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Onze insteek is duidelijk. Ik wijs erop dat ons standpunt ten aanzien van de prioriteiten niet uitgelegd mag worden als een anti-cultureel stand- punt. Het lid PRINSEN (wethouder): Hoe dan wel? Het lid VERBAKEL (SP): Dit moet uitgelegd worden als een kwestie van prioriteit. Wij hebben ingestemd met de eerste tranche. Het gaat nu om de volgende stap. Alle problemen die de wethouder noemt met betrekking tot 't Speelhuis gelden in de derde macht voor het onderwijs. Hierin stellen wij een politieke prioriteit. Het lid PRAASTERINK (OH): Mijnheer de voorzitter! De wethouder heeft niet geantwoord op onze vraag wat het nettoresultaat is ten aanzien van de stoelen. De heer Rieter doelt daarop. Ik heb geen antwoord gehad op mijn vragen met betrekking tot de toekomstige exploitatie. Ik heb er geen behoefte aan om als raadslid via de krant polemieken te voeren. Aan het amendement heb ik geen behoefte, omdat wij niet op basis van culturele wensen, maar op basis van de voorliggende exploitatiecijfers respectievelijk de aantasting van het gebouw, tegen het voorstel zullen stemmen. Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik kijk er niet van op dat wethouder Prinsen het met mijn betoog in eerste instantie eens is. Ik kan hem niet garanderen dat deze lijn consequent zal worden voortgezet! Ik vind het jammer dat het rapport van het bureau niet ter hand is gesteld aan de commissie. Dan waren een heleboel vragen overbodig geweest. Dan was bijvoorbeeld de vraag beantwoord die de heer Praasterink heeft gesteld, want in de toekomst kun je het beste op de tribune gaan zitten. -23- 7 november 2000. De rijdiepte van de stoelen (dat heeft met beeniruimte te maken) gaat van 80 cm naar 1 10 cm. De stoel wordt 3 cm breder. Dat zijn verworvenheden die wij niet zomaar moeten weggooien! Het lid PRAASTERINK (OH): Geweldig! Maar reken dat nou eens terug naar het aantal zitplaatsen. Het lid FERWERDA (D66): Ik vind het heel raar dat een renovatie niet gepland kan worden in een vakantieperiode. Dat kost geld en is voor de opbouw van het theaterseizoen heel vervelend. Ik ben het eigenlijk wel eens met de opmerking van de heer Klaus dat het, gezien de gevoe- lige situatie, niet onverstandig was geweest om van tevoren enig contact te leggen met de beeldend kunstenaar en hem te vertellen dat er echt niets aan de hand is met zijn kunstwerk, ook naar de toekomst toe niet. Ik heb geen behoefte aan het amendement. Het lid PRINSEN (wethouder): Voorzitter! De heer Van Rest geeft aan dat het restantbe- drag binnen de sector cultuur blijft. De heer Tielemans probeert de interpretatie te suggereren als zouden VVD en CDA verschillende besluiten nemen, maar dat is echt niet het geval. Het besluit zegt dat wij bereid zijn in een PPS-constructie te participeren, maar dat wil niet zeggen dat de prioriteit voor het KCH is verdwenen. Ik wijs erop dat vroeger in verband met een vlakke- vloerzaal een investering is genoemd van zo'n f 7 á f 8 miljoen. Als een particulier de eerste tien jaar geen interesse heeft, zullen wij er iets mee moeten. Wij zullen ook de f 1 miljoen niet in reserve houden, als zich toevallig een pand aandient voor het KCH. Laten wij het er maar op houden dat wij geld reserveren om op een initiatief in te springen, als dat er is. Als het KCH iets had gekund in bijvoorbeeld Mater Dei, dan had die prioriteit vorm gekregen. Mevrouw Houthooft geeft aan dat veiligheid de belangrijkste reden is geweest om tot een vast stoelenplan te komen. Bij GroenLinks is kennelijk nog niet helemaal overgekomen dat wij het om financiële redenen en om arbo-technische en klimaatbeheersingsredenen niet wenselijk vinden om met een en ronde-opstelling door te gaan, maar voor een vast stoelenplan kiezen. In de richting van Helmondse Belangen merk ik op dat de zaak wat is opgeblazen. Wellicht was het verstandig geweest, maar ik heb daar niet bovenop gezeten, als de heer Sanders wat eerder was geïnformeerd. Voor zover hij nu geïnformeerd is, is hij in ieder geval zodanig geïnformeerd dat dit heeft geleid tot een reactie, waarbij ik me niet voor kan stellen die hij juist is. De SP wil de eerste stap doen (f 2 miljoen investeren in theatertechniek). Vervolgens kan op het decor alles plaatsvinden. Dan moeten de mensen binnengehaald worden en heeft de SP andere prioriteiten. Het lid KLAUS (SP): Als de wethouder het heeft over mensen binnenhalen, moeten wij hier een heel andere discussie voeren. Het lid PRINSEN (wethouder): De SP gaat wel akkoord met vernieuwing van de infra- structuur, maar als het gaat om de zaal en wat daaromheen hangt, haakt ze af. Het lid VERBAKEL (SP): Wij hebben die keuze gemaakt. Wij willen geen dingen blokke- ren die moeten gebeuren uit arbo-technische en milieutechnische overwegingen. Het lid PRINSEN (wethouder): In voorliggend krediet zijn ook zaken opgenomen die om arbo-technische redenen moeten. Er zit een oude keuken in het gebouw, die niet meer van deze tijd is. Het gaat niet alleen om de theatertechniek, maar ook om bouwkundige en andere voorzieningen die te maken hebben met de eisen van de tijd. De SP had het krediet kunnen afpellen, maar dat heeft ze niet gedaan. Het lid TIELEMANS (SDH): Het is natuurlijk wel zo dat wij in de commissie al hebben aangegeven veruit de voorkeur te geven aan een totaalkrediet. Op verzoek van het college hebben wij er vervolgens mee ingestemd om alvast het groene licht te geven voor een deeltje van het totale krediet. Het lid PRINSEN (wethouder): Wij zijn met dit traject gestart, omdat de f 10 miljoen in onvoldoende mate op tafel kwam. Ik merk op dat als de SP "ja" zegt tegen f 2 miljoen voor -24- 7 november 2000. theatertechniek, maar dit vervolgens gebeurt in een ruimte die niet meer van deze tijd is, ik er liever helemaal geen cent aan had uitgegeven, als het de SP om andere prioriteiten gaat. Kennelijk trekt de SP een andere conclusie. De heer Praasterink merkt op dat hij geen antwoord heeft gehad. Hij heeft weinig zaken op het gebied van cultuur gevraagd aan deze tijdelijke wethouder cultuur. Hij heeft het alleen gehad over de centen, over de exploitatie. Cultuur mag geld kosten. In het bedrijfsplan heeft men kunnen zien dat een professionele programmering ons op termijn meer kost. Dat vinden wij voor een stad van de omvang van Helmond de moeite waard. Het bekijken van zichtlijnen van stoelen moeten wij vanavond maar niet in de praktijk brengen, omdat er nog andere punten op de agenda staan. Het amendement is wat ons betreft terecht door de sprekers afgewezen. De VOORZITTER: Mijnheer Rieter, wenst u het amendement te handhaven? De heer RIETER (HB): Voorzitter! In het amendement worden overwegingen genoemd die iedereen in principe zouden moeten aanspreken. Er zit nergens een stekeligheid in, waardoor iemand op zijn ziel getrapt zou moeten zijn. De VOORZITTER: De raad neemt een amendement aan om het besluit, niet om de overwe- gingen. De heer RIETER (HB): Het besluit was juist bedoeld om ook de collegepartijen over de streep te trekken, omdat er staat "de mogelijkheid van en ronde voorlopig te handhaven". Het lid PRINSEN (wethouder): Onder andere vanwege het feit dat de minimale meerkosten van handhaving van de en ronde-mogelijkheid f 300.000,-- bedragen, komen wij met voorliggend voorstel. Hoe kan de heer Rieter dan zeggen dat hij ons wil overhalen om na een financiële afwe- ging alsnog dit geld uit te geven, terwijl dezelfde financiële afweging leidt tot het voorstel? De heer RIETER (HB): Ik denk dat wij elkaar helaas nog terug zullen zien naar aanleiding van de auteursrechtelijke stappen die Har Sanders in werking heeft gezet. Middels het amendement wilde ik dit voor een deel voorkomen, doordat wij vooruit kunnen met de zaken die raadsbreed worden gedragen. Wij trekken ons amendement in. De VOORZITTER constateert dat het amendement is ingetrokken. Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik wil een stemverklaring afleggen met betrekking tot het collegevoorstel. Het gaat voor ons om een packagedeal, waarvan de en ronde-voorziening een wezenlijk onderdeel is. Die vervalt in het collegevoorstel. Dat betekent dat wij met het voorstel niet uit de voeten kunnen. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 21 tegen 12 stemmen. Voor stemmen de leden: Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hakvoort, Klerkx, Mokadim, Van Rest, Roefs, Bekkers, Naoum, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden, De Bruijn, mevrouw Meinar- di, Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart, Hesen, Ferwerda, Damen, Dams en mevrouw Houthooft-Stockx. Tegen stemmen de leden: Praasterink, Spruijt, Klaus, Verbakel, Van de Ven, Tielemans, Wijnen, Henraat, Smits, Rieter, Kuijpers en Kuypers. 14, Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de vervanging van verkeersregye1installaties (bijlage nr. 224). Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de aanleg van een -25- 7 november 2000. s@eluidsscherm in Brandevoort (bijla,@je nr. 227). Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Ik heb in de commissie een voorbehoud bij onderhevig voorstel gemaakt. Dat heb ik niet gedaan, omdat ik tegen de aanleg van een geluidswal zou zijn. Ik vind dat er een geluidswal aangelegd moet worden. Ik heb verder niets tegen het halen van energie uit alternatieve energiebronnen. Zonnecellen kunnen wij daaronder rekenen. Ik heb er iets tegen dat de overheid investeringen doet in volgens mij nog niet rendabele zaken. Het plaatsen van zonne- cellen in een geluidswal valt daaronder. Ik heb geprobeerd me breder te oriënteren. Volgens mij is nog niet aangetoond dat zonne- cellen in geluidswallen rendabel zijn. Alhoewel Nederland een voortrekkersrol speelt in de wereld op het gebied van zonnecellen, denk ik dat wij als overheid het geld beter kunnen investeren in de ontwikkeling van nog betere zonnecellen, die wel rendabel zijn. Wij moeten niet nu investeringen doen die wellicht pas over 50 jaar nut opleveren. Men gebruikt het argument dat wij een voorbeeldfunctie vervullen. Die zie ik niet, anders dan dat wij de zonnecellen elders verkopen, waar ze ook niet rendabel zijn. Wij stemmen in met het voorstel, omdat wij niet de aanleg van een geluidswal willen tegenhouden, maar wij willen wel de aantekening dat wij tegen de investering in zonnecellen zijn. Het lid DAMEN (VVD): Voorzitter! Zowel in de commissie SBV als in de commissie EFP hebben wij een voorbehoud gemaakt bij voorliggend voorstel. Wij zijn van meet af aan zeer kritisch geweest tegenover het voortijdig Tabellen van gelden uit de reserve structuurversterkende maatregelen. Na beraad binnen onze fractie zijn wij tot de volgende conclusie gekomen. Het geluidsscherm is urgent vanwege de bewoning die inmiddels in de Veste plaatsvindt, in de nabij- heid van de spoorweg. Op de voorgestelde wijze kan tegen acceptabele kosten een uitbreiding van de functie van het scherm plaatsvinden. Mits de opbrengst van de te verkopen energie, die wordt opgewekt, ten gunste komt van de reserve structuurversterkende maatregelen, kunnen wij akkoord gaan met het voorstel. Het lid SMITS (HB): Voorzitter! De fractie van Helmondse Belangen kan instemmen met voorliggend voorstel. Het opwekken van duurzame energie is een steeds belangrijker wordend issue. Het opwekken van energie uit zonlicht is een van de methodieken op dit terrein. De inspan- ningen van de gemeente Helmond op het gebied van de opwekking van duurzame energie kunnen wij bestempelen als lovenswaardig. In het verlengde van het opwekken van alternatieve, duurzame energie zijn er o.a. biogas, verbranding, vergassing, water en wind. Onze fractie heeft al meerdere malen gevraagd om een quick scan om te bekijken of het in Helmond mogelijk is om te komen tot plaatsing van voorzieningen op het terrein van windenergie. Een quick scan is een haalbaarheids- onderzoek. De kosten van de Novem worden volledig gesubsidieerd. Andere partijen hoeven dan ook niet bang te zijn voor een extern onderzoek. Dit is volledig gratis. In de begroting lezen wij dat windmolens herrie maken, niet passen in de omgeving en hinderlijk zijn. Dat vinden wij een jammerlijk verhaal. Er zijn bewoners geweest in de omgeving van de Agathastraat, die hebben gevraagd om een geluidsscherm ter plekke, mede vanwege het feit dat aan de overkant een geluidsscherm is aange- bracht. Is het mogelijk om die bewoners tegemoet te komen? Het is frustrerend om iets verderop een mooi geluidsscherm aangelegd te zien worden, terwijl je zelf al jaren leeft met het ongerief van het spoor. Het lid PRAASTERINK (OH): Mijnheer de voorzitter! Ik heb begrepen dat er al sprake is geweest van een krediet voor een geluidsscherm, zij het dat daar geen zonnecellen op stonden. Waar is dat krediet gebleven? Is dat verdisconteerd in voorliggend krediet of krijgen wij dat terug? Ik heb begrepen dat het voorstel in twee commissies is besproken. In de ene commissie is sprake geweest van 600 m, in de andere commissie van 800 m. In de voorliggende bijlage wordt gesproken over 800 m lengte. Ik word in verwarring gebracht. Moet het krediet aangepast worden of ligt hier het goede krediet? Een nettoinvestering van de gemeente van f 800.000,-- voor een opbrengst van f 30.000,-- vinden wij nogal aan de forse kant. Ik hoop dat de wethouder dit kan ontzenuwen. Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Wij hebben geen moeite met geluids- schermen of met zonne-energie. In de commissie financiën heb ik meerdere malen gevraagd om een duidelijk inzicht in de kosten en baten. Van ambtelijke zijde heb ik een kosten-batenstaatje inmid- -26- 7 november 2000. dels gehad. Ik kan op basis daarvan leven met het voorstel. Als in de commissie een inzicht in kosten en baten wordt toegezegd, vind ik echter dat dit naar alle commissieleden gestuurd moet worden. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Voorzitter! GroenLinks steunt de betrokken ontwikkeling. Zonne-energie is in een stadium van ontwikkeling, waarin nog niet veel mensen er gebruik van maken, omdat deze nog te duur is. Het duurt nog te lang voordat de investering zich terugver- dient. De ontwikkeling heeft echter nu geld nodig om over een jaar of tien veel goedkopere zonne- panelen te kunnen maken. Men schat in dat de prijs dan eenderde zal zijn van wat ze nu kosten. Hoe meer wij nu investeren, hoe eerder men het stadium bereikt dat de techniek veel goedkoper wordt. Het lid KLAUS (SP): Kan mevrouw Meinardi mij uitleggen hoe dit werkt? Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Men heeft de markt nodig, om geld te krijgen om de techniek verder te ontwikkelen. Men weet waar men naartoe wil, maar men heeft daar geld voor nodig. Het lid KLAUS (SP): Het geld dat momenteel geïnvesteerd wordt, is overheidssubsidie. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Ik noemde de reden dat de overheid subsidi- eert. Het lid KLAUS (SP): Dan moet je toch niet investeren in onrendabele investeringen, maar alleen in de ontwikkeling. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Het gaat niet om een onrendabele investering. Over vijf tot tien jaar krijgen wij de kans om zonnepanelen te kopen die nog maar eenderde van de huidige prijs zijn. Het lid KLAUS (SP): Ik hoop dat mevrouw Meinardi daarin gelijk krijgt. De investering in het voorgestelde geluidsscherm, betekent een investering van f 800.000,-- waar niets uit komt. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Ik probeer duidelijk te maken dat deze investe- ring nodig is om de stap te kunnen nemen om zonne-energie over enige tijd veel rendabeler te maken. Investeren in milieu kost geld. Dat blijkt uit dit voorstel. Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Het is vanzelfsprekend dat er een geluidsscherm wordt aangelegd. De combinatie met zonne-energie vinden wij oké. Wij gaan ervan uit dat het een hard gegeven is dat de subsidies beschikbaar komen. Wij vragen ons verder af of het onrendabele deel van het krediet ten laste moet komen van de reserve structuurversterkende maatregelen. Moet dit niet ten laste van de exploitatie van het bestemmingsplan worden gebracht? Dat laatste lijkt ons eigenlijk een meer voor de hand liggende optie. Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! In belangrijke mate staat aan de basis van voorlig- gend voorstel het streven van onze stad om, op grond van de aanwezigheid van de technologie in de regio (Shell Solar Energy), in het kader van het milieubeleid te kiezen voor duurzame energie, in dit geval zonne-energie. Dat hebben wij niet alleen gedaan door ondertekening van een conve- nant met Shell Solar Energy, maar ook nadrukkelijk neergelegd in ons milieubeleidsplan tot het jaar 2004. Wij hebben daar uitgebreide discussies over gevoerd in de gemeenteraad. In die discus- sie is gekozen voor zonne-energie als dé bron van duurzame energie waar Helmond primair voor zou gaan, onder uitsluiting van windenergie. De argumenten daarvoor zijn uitgebreid genoemd, niet alleen bij de bespreking van het milieubeleidsplan, maar ook ter gelegenheid van de bespreking van minstens één voorjaarsnota en één begroting. De argumenten hebben wij tijdens de recente begrotingsbehandeling herhaald. Het lid SMITS (HB): Het creëren van duurzame energiebronnen is een en/en-verhaal. -27- 7 november 2000. Het lid HESEN (wethouder): Dat begrijp ik, maar ik houd vast aan de raadsuitspraken die op dit terrein gedaan zijn. Daarin is een duidelijke keuze gemaakt voor zonne-energie en tegen windenergie als duurzame energiebron. Nederland vervult geen voortrekkersrol op het gebied van zonne-energie. De échte voor- trekker op dat terrein is Duitsland. Duitsland heeft een stevige subsidieregeling in gang gezet, die eigenlijk maakt dat invoering van zonne-energie nu al een rendabele investering is voor bedrijven en burgers. Het lid KLAUS (SP): Zijn wij hier bezig met onrendabele investeringen, terwijl in Duits- land het goede gebeurt? Het lid HESEN (wethouder): Nee, de Duitse overheid stimuleert door middel van het subsidie-instrument. Het lid KLAUS (SP): Subsidie is mooi, maar het gaat natuurlijk toch om geld gooien in een gat. Het levert niets op als je de plussen en minnen tegen elkaar wegstreept. Ik heb niets tegen zonne-energie, maar de techniek die er nu ligt, is in deze regio op dit moment niet rendabel. Dat bestrijdt volgens mij niemand. Het lid HESEN (wethouder): Daar was ik ook niet mee bezig. Ik probeer inzichtelijk te maken dat een tamelijk belangrijk land in Europa een enorme impuls heeft gegeven aan de zonne- energie, met een uitstraling tot aan Helmond toe. Daarmee beïnvloedt het de marktruimte en de positie van zonne-energie in de markt, die de productieprocessen uiteindelijk rendabeler zullen maken, waardoor de optie op de lange duur aantrekkelijker wordt. Het lid SMITS (HB): Duitsland was ook de voortrekker op het gebied van windenergie. Het lid HESEN (wethouder): Duitsland is natuurlijk een land met een andere oppervlakte dan ons relatief zeer dichtbevolkte landje. Helmond heeft zeer specifiek, zowel in het convenant als in het milieubeleidsplan, de keuze gemaakt voor zonne-energie. Deze keuze is bevestigd in de reservering die is gemaakt in de sfeer van de middelen voor de structuurversterking. Ik ben erg tevreden over het voorstel, omdat wij hier een voor Europa uniek experiment kunnen realiseren. Het gaat om een geluidswal met een innovatieve plus, die in Europa tot op dit moment niet gekend is, voor een relatief geringe bijdrage, waarvan wij hopen dat daarvan nog een deel terugvalt, maar dat is een kwestie van onderhandelen. Die gelden zullen dan uiteraard terug- vloeien in het fonds structuurversterkende maatregelen, wat mij betreft voor het onderdeel zonne- energie. Ik voer al geruime tijd overleg met de bewoners van de Agathastraat. Ik heb de mensen uitgelegd dat hun straat deel uitmaakt van saneringsmaatregelen in het kader van spoorweg- en weglawaai. In de begroting heeft men kunnen zien dat wij daarvoor ook vanuit de gemeente bescheiden middelen uittrekken. Voor het overige is er een prioriteitstelling afgesproken met het rijk op grond waarvan de middelen successievelijk worden ingezet. De mensen ter plekke weten dit en kennen hun plek in de prioriteitstelling. Ondernemend Helmond vraagt wat het project zou hebben gekost als wij een droge geluids- wal in de vorm van een aarden wal hadden aangebracht. Zo'n geluidswal zou ons ongeveer f 2,7 miljoen gekost hebben. Dit bedrag is in de grondexploitatie Brandevoort meegenomen. Wij stellen voor nu een geluidswal te realiseren die een waarde vertegenwoordigt van f 5.470.000,--. De ineerkosten die de gemeente daarin draagt, zijn in feite 8 ton onrendabele investering, waarbij onderhandelingen gevoerd worden over de doorverkoop van de geluidswal en er mogelijk revenuen uit voortvloeien. Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Moet ik aannemen dat er f 2,7 miljoen bij die 8 ton moet? Dat zou betekenen dat wij in totaal te maken hebben met een krediet waarvan f 2,7 miljoen door het grondbedrijf en 8 ton vanuit de reserve structuurversterkende maatregelen wordt betaald. Het lid HESEN (wethouder): En het restant wordt betaald vanuit subsidiebijdragen. -28- 7 november 2000. Het lid PRAASTERINK (OH): Ervan uitgaande dat die komen, gaan wij nu 8 ton meer investeren. Het lid HESEN (wethouder): Zo is het. Dit maakt een ontwikkeling mogelijk op deze plek. Uiteraard hebben wij er in de voorbereiding rekening mee gehouden dat een en ander moet kunnen, want op enig moment moeten wij met het geluidsscherm vooruit. Wij kunnen de mensen in Bran- devoort niet op grond van allerlei overwegingen die wij wellicht ten opzichte van zonne-energie hebben, maandenlang het nadeel van de geluidsoverlast laten ondervinden. De opmerking van de heer Van der Zanden is terecht. In de commissie van mijn collega is gevraagd om een financiële onderbouwing. Ik begrijp dat deze ter inzage is gelegd in de visieka- mer, conform de gegevens die schriftelijk zijn opgevraagd. De heer Tielemans is van mening dat dit krediet in de grondexploitatie meegenomen had moeten worden. Ik ben van mening dat hier een duidelijke plus wordt gemaakt, die is benoemd in het milieubeleidsplan. Wij hebben in het kader daarvan middelen gereserveerd. Voorliggend project is daarbij in feite altijd genoemd. Het hoort in essentie thuis bij de innovatieve projecten. Het lid KLAUS (SP): De wethouder zegt dat hij de mensen in Brandevoort niet kan laten zitten. Hoe zit het met de mensen in de Agathastraat? Het lid HESEN (wethouder): Ik spreek de mensen in de Agathastraat regelmatig. Zij weten onder welke condities ik daar de geluidswerende maatregelen zou kunnen nemen. Daarover hebben wij uitgebreid met elkaar gesproken, maar daar worden wij het niet over eens. De Agathastraat staat op een lijst in het kader van de sanering van spoorweglawaai. Daarvoor krijgen wij middelen overgedragen vanuit het rijk op het moment dat de straat in de volgtijdelijkheid is opgenomen. Dat is niet op korte termijn. Daar kan ik met gemeentelijke middelen niets aan doen, tenzij de raad daar zeer ruimhartig in wordt. Het lid KLAUS (SP): Wij maken nu wel de keuze om 8 ton te investeren in een m.i. onrendabele investering. Ik concludeer dat wij de mensen in de Agathastraat gewoon laten zitten. Het lid HESEN (wethouder): Wij bevestigen een keuze, die wij in de sfeer van de voorbe- reiding hadden kunnen bevestigen, want in feite gaat het om beleidslijnen die zijn bevestigd mid- dels de vaststelling van het milieubeleidsplan Helmond. Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Is het juist dat het rendement f 30.000,-- is? Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Wil de wethouder mij uitleggen waar die f 4 miljoen vandaan komen? Die vind ik nergens terug in de stukken. In de commissie financiën hebben ik ook al verschillende keren gevraagd dit duidelijk te maken. Ik zie een totale investering van zo'n f 2,7 miljoen, maar geen f 4 miljoen. Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! De geraamde stroomopbrengsten over tien jaar schatten wij op f 320.000,--, uitgaande van 125 kW opbrengst van het zonnescherm. De aarden fundering, de fundering in de vorm van een korfconstructie heeft van meet af aan onderdeel uitgemaakt van de planvorming Brandevoort. Het enige verschil dat is aan te wijzen, zit in de keuze voor een zonnescherm. Het bedrag heeft de raad in eerdere instantie als onderdeel van de planvorming vastgesteld. Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Nu weet ik nog niet waar de investering van f 4 miljoen vandaan komt. Het lid HESEN (wethouder): Ik heb geen bedrag van f 4 miljoen genoemd. Ik heb een bedrag genoemd dat uiteindelijk bestemd is voor de fundering van de geluidswal plus een stuk vormgeving en inrichting van de geluidswal. Dat drukt op de grondexploitatie en is door de raad vastgesteld bij de vaststelling van het bestemmingsplan Brandevoort plus de uitwerking ervan. Wat nu extra komt is een investering van om en nabij f 2,6 miljoen voor een geluidsscherm, die moge- lijk wordt gemaakt doordat de gemeente 8 ton onrendabel investeert. De rest komt voor rekening van andere partijen, die in de raadsbijlage worden genoemd. -29- 7 november 2000. Het lid PRAASTERINK (OH): Ik neem aan dat de onderhoudskosten niet voor rekening van de gemeente komen. Het lid HESEN (wethouder): Wij voeren momenteel volop overleg met enkele energie- exploitanten. Wij proberen de geluidswal door te verkopen. Als ons dat lukt, zullen daar revenuen uit voortvloeien, die terugvloeien naar de reserve structuurversterkende maatregelen. De onder- houdskosten zijn dan niet voor ons. Zolang wij opbrengsten genereren uit de geluidswal, komen die vanzelfsprekend wel voor onze rekening. Wij leggen een en ander op dit moment vast op een investeringsniveau van 8 ton. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De aanwezige leden van de SP-fractie verkrijgen op hun verzoek de aantekening in de notulen dat ze zich niet hebben verenigd met het voorstel voor wat betreft het onderdeel zonnecel- len. 16. Voorstel in te stemmen met de vorming van een Publiek Private Samenwerking met Watco Recyclim" BV met betrekking tot de afvalinzameling en reiniging (biila@,ye nr. 205). Het lid VAN HEUGTEN (CDA): De CDA-fractie heeft bij voorliggend voorstel in de commissie lang stilgestaan. Dat was o.i. ook nodig. Ongeveer twee jaar geleden kondigde het college via een zogenaamde participatienota aan dat het samenwerkingsvormen op het gebied van afvalinzameling en stadsreiniging wilde gaan onderzoeken. Aanvankelijk werd deze nota ter kennisname van de commissie SBV gebracht, maar op verzoek van het CDA is deze nota geagendeerd en besproken. Onze fractie heeft het college daarbij nadrukkelijk meegegeven dat het een goede vergelijking moest maken tussen samenwerking en contractueel uitbesteden. Nu, twee jaar later, verschijnt een uitgewerkt onderhandelingsresultaat met een ondernemingsplan voor het opzetten van een gemeenschappelijke regeling met de firma Watco Recycling Zuid BV. Dit gebeurt zonder dat het college in de tussenliggende tijd eens bij de commissie is teruggekomen over tussenstappen e.d. Pas in een zeer laat stadium wordt de commis- sie bij de zaak betrokken en ze wordt ook nog slecht geïnformeerd. De toegezegde gedegen afweging tussen contractueel uitbesteden en een PPS-constructie wordt niet ingelost. Zeer kort door de bocht wordt geconcludeerd dat de gemeente Helmond maar beter niet kan uitbesteden, mede gelet op de slechte ervaringen in het verleden met het inzamelcon- tract. Ik zeg "kort door de bochC, omdat als wat ik zojuist zei de reden is, half Nederland (dat uitbesteedt op basis van een contract) problemen zou hebben. Een PPS is lekker flexibel, want daar kun je als gemeente zelf mee aan de knoppen van de gemeenschappelijke onderneming draaien. "Dus beste commissie en raad, zeg nu maar snel 'ja', want 1 januari a.s. - de datum waarop alles geregeld moet zijn - halen wij toch al niet." Dit is bijna kenmerkend voor de hoogst ongelukkige manier waarop over dit onderwerp tot twee maal toe is vergaderd op avonden dat er vanwege de vergaderagenda nauwelijks tijd en aandacht aan geschonken kon worden. Halverwege staat de volgende vergadering al te trappelen om aan te schuiven of loopt de halve commissie weg om naar een andere belangrijke vergadering te gaan. In de tussenliggende periode van twee jaar heeft de wethouder wel enkele keren betoogd dat hij drie zaken aan elkaar wilde knopen: de verkoop van Razob, de mogelijke invoering van diftar en een nieuw inzamelcontract. De wethouder heeft gelijk in het feit dat er tussen deze drie zaken een samenhang bestaat als het gaat om de afvalstoffenheffing. Alledrie hebben ze invloed op de hoogte daarvan, maar dat betekent niet dat je ze achter elkaar moet afliandelen. En dan moet zeker niet het inzamelbeleid en een nieuw inzamelcontract in de verkeerde volgorde afgehandeld worden, want dat is wat het college volgens ons aan het doen is. Naar onze mening hadden wij medio dit jaar gewoon ons beleid op het gebied van afvalin- zameling moeten bepalen. Wat is er het nut van om de nota 'Van zak tot bak", die wij al driekwart jaar in ons bezit hebben, niet te behandelen? Als wij dat gedaan hadden, dan hadden wij ons beleid bepaald en zouden wij ook ten aanzien van de uitvoering gericht kunnen zoeken naar de beste uitvoeringsoptie. Nu draaien wij de zaak feitelijk om. Eerst kiezen wij de uitvoeringsvariant. Die moet heel flexibel zijn, want dan kunnen wij met ons beleid nog alle kanten op, en vervolgens gaan wij ons beleid bepalen. Voor ons is dit de omgekeerde wereld. Volgens ons ontkracht het college daarmee ook zijn belangrijkste argument om voor een PPS-constructie te kiezen, namelijk dat deze -30- 7 november 2000. beter de noodzakelijke flexibiliteit en meer beleidsvrijheid op korte termijn in zich heeft. Hoe noodzakelijk is noodzakelijk in dezen als wij eerst onze beleidsbepaling hadden afgerond? In eerste aanleg opteert de CDA-fractie bij uitvoerende werkzaamheden, waar wij afvalin- zameling en stadsreiniging toe rekenen, voor het in concurrentie aanbesteden en het via een con- tract laten uitvoeren. Dan wordt gebruikgemaakt van de kennis en kunde van het bedrijfsleven en kan de concurrentie haar werk doen om efficiency te stimuleren en een laag kostenniveau voor onze burgers te bereiken. Bij de door het college voorgestelde PPS-constructie wordt concurrentie voor een deel uitgesloten en moeten afspraken gemaakt worden ter stimulering van efficiënt werken. Bovenal gaan wij ons bestuurlijk met de uitvoering bezighouden. Wethouders vormen het bestuur van het te vormen openbaar lichaam en onze afdeling financiën gaat de administratie van het gemeenschappelijke bedrijf voeren. Is dat nu wel zo handig in een tijd waarin de gemeente bol staat van nog onvervulde ambities en wij nauwelijks weten hoe wij de personele eindjes daarvoor aan elkaar moeten knopen? Moeten wij onze kostbare capaciteit op deze manier inzetten? Wij zijn daar zeker niet gelukkig mee. Op inhoudelijk gebied hebben wij ten aanzien van de voorgestelde PPS een aantal bezwaren naar voren gebracht. Zo is er het punt van de winstopslag die Watco in rekening mag brengen. Deze is gerelateerd aan de omzet. Om toch een prikkel in te bouwen om steeds efficiënt te werken, wil het college een bonus afspreken als men onder de begrote omzet blijft. Of het aantrekkelijk genoeg is om zich voor deze bonus extra in te spannen, wagen wij te betwijfelen, te meer daar er geen malus zit op het overschrijden van de begrote kosten. Daar loopt Watco geen enkele risico en kan het bedrijf gewoon de afgesproken winstopslag incasseren. Naar onze mening is dit punt nog niet goed uitgewerkt en doordacht, althans niet voor de gemeente Helmond. Een andere belangrijk punt dat wij hebben aangehaald is de manier waarop wij de mogelijke samenwerking zouden kunnen beëindigen. Juist omdat wij ons als gemeente met de uitvoering gaan bemoeien c.q. (als u dat liever heeft) actief in de gemeenschappelijke regeling participeren, is het lastig om in discussie met de vakspecialist, de partner, aan te geven dat wij ontevreden zijn. De gemeente is geen vakspecialist en ze heeft immers zelf mee bestuurd. Daarom zou je in de PPS voor de gemeente nader moeten uitwerken datje weliswaar op een nette manier en met een redelij- ke opzegtermijn, maar toch onvoorwaardelijk van elkaar afscheid kunt nemen. Het lijkt ons nog een lastige opgave om dat goed uit te werken. Over de verdere inhoudelijke discussie wil ik me beperken. De commissiebehandelingen hebben ertoe geleid dat de aanvankelijk opgestelde stukken op een aantal punten zijn bijgesteld of uitgewerkt. Met name het ondernemingsplan riep nogal wat vragen op en behoeft o.i. een aantal aanpassingen en aanvullingen (o.a. een evaluatie na drie jaar in plaats van vijf jaar). Wij zijn niet gelukkig met het voorstel, niet met de behandeling, niet met het uitgangspunt en ook op inhoudelijk terrein op een aantal punten niet. Laat het college ons eigenlijk wel een keuze? Aanbesteden wordt lastig, want wegens het ontbreken van duidelijk beleid met betrekking tot diftar, kunnen wij nauwelijks een goed bestek schrijven. Met een slecht bestek de markt opgaan kost bij voorbaat veel geld. Daarbij lopen wij de mogelijke fiscale voordelen mis die wij kunnen behalen. Weliswaar gelden die voordelen slechts tot aan de invoering van het BTW- compensatiefonds, maar toch: ze zijn redelijk omvangrijk van aard. Zijn deze voordelen wel voldoende om een aantal van onze bezwaren enigszins te compenseren? Dat is voor ons lastig om in te schatten. In onze eerste instantie adviseren wij het college om nog eens goed bij zichzelf te rade te gaan of het ervan overtuigd is dat dit de beste optie is. Ik ben overigens benieuwd hoe de andere fracties, die inmiddels ook goed in dit onderwerp zijn ingevoerd, hiertegen aankijken. Steunen zij ons advies aan het college of staan wij daarin alleen? Het lid SMITS (HB): Voorzitter! Voorliggend onderwerp is in twee sessies in de commissie behandeld. De manier waarop dit is gebeurd, verdient geen schoonheidsprijs. Wij hebben uitgekristalliseerd dat wij eigenlijk nog steeds aan het vormen zijn. Wij zijn bezig met het vormen van een overeenkomst. Daar hebben wij op dit moment nog niet zoveel moeite mee. Ga maar door met het proces. Met betrekking tot de buurtconciërges hebben wij in de commissie duidelijke antwoorden gekregen. Zij zullen vóór 1 januari duidelijkheid krijgen over de plek waar zij worden aangehaakt. De fractie van Helmondse Belangen heeft niet zoveel moeite met voorliggend voorstel. Wij zullen het voortgangsproces onder ogen krijgen. Er zal een moment komen, waarop wij moeten komen tot een definitieve besluitvorming over de PI'S-constructie inzake afvalinzameling en reiniging. -31- 7 november 2000. Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Er zijn voor ons in principe drie keuzemogelijkheden: alles privatiseren, alles bij de overheid laten of iets dat ertussen ligt. Wij vinden dat de afvalinza- meling eigenlijk bij de overheid thuishoort. Dat is op dit moment echter praten tegen een muur. Dat is niet meer aan de orde. Voorliggend voorstel is een stuk beter dan de derde mogelijkheid. Daarom zullen wij ervoor stemmen. Het lid PRAASTERINK (OH): Mijnheer de voorzitter! Wij hebben in principe niets tegen publiek-private samenwerking. Tegen andere zaken hebben wij wel bezwaar. Los van de zaken die door de heer Van Heugten zijn aangekaart, waar ik mij voor een stukje in kan vinden, hebben wij de angst voor monopolistische tendensen en daaraan wellicht gekoppelde oncontroleerbare prijs- stellingen. In hoeverre is Watco niet een onderdeel van een grotere organisatie, zoals Vivendi? Deze organisaties hebben er alle belang bij om te streven naar machtsconcentratie van publieke taken, of dit water, energie of afvalverwerking is. Minister Pronk heeft onlangs in een interview in het Eindhovens Dagblad gesteld dat kraanwater niet geprivatiseerd moet worden. Je zou dit door kunnen trekken naar de afvalinzameling. Weten wij als gemeente wel met wie wij werkelijk om tafel zitten? Steken wij ons gemeentelijk hoofd niet in een strop, waaruit geen terug meer mogelijk is? Juridisch gezien zal alles best kloppen, maar wij hebben wel bezwaar tegen de gemeenschappe- lijke regeling. Wij hebben daar bezwaar tegen, omdat de praktijk ons in het verleden heeft geleerd daarmee voorzichtig te zijn. Binnen die constructies gaat het meer om bestuurlijke dan om inhou- delijke en zakelijke macht. Wij moeten constateren dat, zeker bij toetreding van andere gemeentes, het "one man one vote"-principe meestal niet gunstig uitviel voor Helmond. Veel meer zien wij in een joint venture of BV-vorm. Aandelen zijn dan waarschijnlijk ook wat eenvoudiger te verhande- len. Wij hebben enkele vragen over de financiën. Volgens ons zijn alle voordelen te behalen via een open calculatiemodel met korte looptijden. Dat houdt in dat iedere partij scherp en alert moet blijven. Dat biedt o.i. meer garanties dan het gezamenlijk belang hebben bij winst maken. Boven- dien ligt het risico dan volledig bij de tegenpartij. Samenwerking heeft wel het voordeel dat je samen deelt, maar dan moet je wel weten "wat" en "voor wie". Er is naar wij begrijpen een eenmalig voordeel in de begroting 2001. Wij zouden dat eenmalige voordeel ook door kunnen geven aan anderen. Wij zijn het ermee eens dat dit technisch gezien volledig onmogelijk is. De rest van de vraag - wat doen wij met de toekomstige voordelen? - blijft natuurlijk een klein beetje staan. Wij zullen in principe tegen het voorstel zijn op basis van het feit dat wij tegen een Wgr- constructie zijn. Het lid mevrouw MEINARDI (GroenLinks): Voorzitter! Wij zien de voordelen van het dichter op de praktijk zitten waar het gaat om afvalinzameling en reiniging (een overheidstaak komt dichter bij de overheid). In het ondernemingsplan zitten echter nog zeer veel onduidelijkheden. In de commissie zijn hierover veel vragen gesteld. Wij missen nog helderheid over een aantal punten. Er zijn onvoldoende garanties gegeven dat in de uitwerking van het ondernemingsplan onze wensen vervuld worden. Ik noem drie punten. Het is onduidelijk welk personeel in dienst van welke rechtspersoon komt. Er wordt ge- sproken over Watco Recycling Zuid BV, Watco Gemeentelijke Dienstverlening BV (WGD) (speci- aal opgericht als partner in de gemeenschappelijke regeling) en de gemeenschappelijke regeling. Bovendien wordt er personeel ingehuurd. Ook de gemeentelijke afdeling financiën doet bijvoor- beeld werk ten behoeve van de gemeenschappelijk regeling. Wij vinden overigens dat de buurtcon- ciërges beter passen in de nieuwe gebiedsgerichte werkwijze van de SWH dan in deze regeling. Wij hebben zeer veel moeite met het punt van de controle. Wie controleert wie en op welke momenten? Wie is waarop aanspreekbaar? In het hele verhaal is dit niet duidelijk. Wij zien dat de milieudoelstellingen ondergeschikt dreigen te worden aan de bedrijfsdoel- stellingen. Diftar wordt straks opgehangen aan de vraag of wij daarmee in onze regeling goed gaan varen. Het lijkt er op dit moment op of de Watco een vergoeding krijgt naar omzet. Daar kunnen wij niet mee akkoord gaan. Wij kunnen niet instemmen met een constructie waarbij Watco voordeel heeft bij veel afval. Wij willen dat van de opzet een stimulans uitgaat naar minder afval, zoals in het gemeentelijk milieubeleidsplan is opgenomen. Het ondernemingsplan schept overigens op meerdere plaatsen verwarring. Als een van de taken van het algemeen bestuur wordt genoemd het vaststellen van de vergoeding aan WGD BV. Elders in het plan wordt, waar het om dezelfde vergoeding gaat, gesproken over vergoeding aan Watco Recycling Zuid BV. -32- 7 november 2000. Al met al willen wij alleen akkoord gaan met het voorstel onder voorwaarde dat het onder- nemingsplan aangepast wordt, zeker op de punten die door mij zijn genoemd. Wij gaan niet akkoord met het ondernemingsplan dat er nu ligt. Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! De publiek-private samenwerking kent een hele historie. In navolging en opvolging van de discussie die door mijn voorganger Van der Zanden met de raad is gevoerd, die begon bij de inhoudelijke kant, heeft de raad kenbaar gemaakt dat invoering van een diftarsysteern voor de raad niet bespreekbaar was. De gemeenteraad heeft in feite kenbaar gemaakt dat het oogpunt van waaruit gekeken zou moeten worden naar de afvalinzameling het kostenbewustzijn zou moeten zijn. Vanuit dat oogpunt ben ik te werk gaan. Ik heb steeds, eigenlijk vanaf 1998, gesproken over een drietrapsraket die ik zou gaan volgen, juist om tot kostenbeheer- sing te komen ten behoeve van de burger. De raad was het er immers over eens dat er onrechtvaar- digheden in de situatie waren ingeslopen en dat het afvaltarief naar beneden bijgesteld zou moeten worden. De raad heeft daar in vele bijdragen de urgentie heel duidelijk van bepaald. Die heb ik gevolgd. Concreet kwam een en ander erop neer dat in de sfeer van de verkoop van Razob er een oplossing zou moeten komen voor de onrechtvaardige toedeling van de facilitaire dienstverlening en met name de financiering van de milieustraat. Deze was in Helmond onevenredig belast. Dit onderdeel is ingelost. Ik ben bezig geweest met het uitselecteren van het bedrijfsafval middels het aanschrijven van alle bedrijven die geen particulier inzamelingscontract konden overleggen. Vervolgens is er gesproken over de publiek-private samenwerking om een efficiencyverbete- ring te bereiken in de inzamelstructuur. Dit is door mij altijd genoemd als een onderhandelings- punt. Dan, al die zaken bekeken hebbend, zouden wij nog eens praten over de vraag of wij dan überhaupt een diftarsysteem met elkaar zouden willen invoeren. Ik stel alleen maar vast dat het animo daarvoor in de raad van Helmond tot voor kort buitengewoon gering was. Dat had niet in de laatste plaats te maken met de investeringen die nodig zouden zijn voor de invoering van een adequaat diftarsysteem naar volume en frequentie. Zelfs degenen die het minste beetje afval zouden produceren, zouden er in feite in lasten niet op achteruit gaan. De geschetste historische setting heb ik als gegeven aanvaard. Belangrijke behoefte van de participatienota was onder meer een stuk efficiencyverbetering in samenspraak met de private partner. Met deze partner zouden wij overigens ook in samenspraak zijn op het moment dat er een openbaar aanbesteed contract zou liggen. Bij iedere wijziging in inzamelings- of reinigingsregiem die wij door zouden willen voeren op grond van het oorspronke- lijke bestek, zouden daar ook middelen tegenover moeten staan. Met de publiek-private samenwer- king hoopten wij meer in te kunnen spelen op omstandigheden en meer de flexibiliteit te kunnen bieden die de raad regelmatig bepleit. Wij hoopten aan te kunnen sluiten bij de behoefte van de dienst stadsbeheer om wijkgericht te kunnen werken en door het jaar heen wijkgericht te kunnen aansturen. Dit is de reden dat wij uiteindelijk tot de gesprekken over een publiek-private samen- werking zijn gekomen. Toen de kwestie op initiatief van het CDA in de commissie is besproken, is daar door de meeste partijen met instemming op gereageerd. Ik herinner me ook dat vanuit de CDA-fractie is gezegd dat men liever op grond van openbare aanbesteding tot een arrangement zou willen komen dan wel tot een publiek-private samenwerking waarin het concurrentiebeginsel in de aanbesteding op soortgelijke wijze gegarandeerd zou zijn. Het CDA heeft daar heel terecht voorlig- gend voorstel op beoordeeld. Het heeft een aantal zeer kritische vragen daarbij gesteld, die tot een duidelijke verbetering en aanscherping van het ondernemingsplan hebben geleid. Dan gaat het met name om de waarborging tot de zogenaamde exit-optie. Daar ben ik overigens zeer erkentelijk voor. Ik vind dat de discussie tussen commissie en college op deze manier prima kan werken. Door een aantal grote dossiers en de bestuurlijke drukte die zich op enig moment voor heeft gedaan, is voorliggend dossier twee keer in de klem gekomen. Dat is buitengewoon betreurenswaardig. Dat had niet moeten gebeuren. Er is een duidelijk verschil te zien geweest tussen zaken die betrekking hebben op de verbetering van het ondernemingsplan - dat uitgewerkt zal worden in een concreet voorstel - en de principiële discussie over de vraag of je dit soort langharige projecten in openbare aanbesteding moet regelen dan wel in meer flexibele samenwerkingsvormen moet regelen. Ik ben voorstander van de laatste mogelijkheid. Het komt er wel op aan dit concurrerend te doen. Men heeft van mij overigens de benchmark ontvangen, waaruit blijkt dat wij voor wat betreft de bedragen per aan- sluiting beneden in de markt opereren. In feite zijn deze vergelijkbaar met het kostenniveau dat wij -33- 7 november 2000. nu kennen. Openbare aanbestedingen in de regio vallen op dit moment overigens in de regel hoger uit. De belangrijkste prikkel voor Watco om goed te presteren en niet eenzijdig te kijken naar de fee (een houding die ik tot dusver overigens niet heb aangetroffen) is gewaarborgd in de discussie zelf. Ik ben het ermee eens dat er na drie jaar geëvalueerd moet worden, zodat wij er na een redelijke opzegtermijn, als de samenwerking niet bevalt, met gemak uit kunnen. Dat is de belang- rijkste prikkel voor de Watco-organisatie om kostenbewust te blijven. Wij kunnen de zaken immers heel goed volgen (ook qua prijsontwikkeling en technologische ontwikkelingen elders). Wanneer er ten definitieve een uitwerking komt van het ondernemingsplan en er een concreet voorstel aan de raad voorligt (er ligt thans slechts een aantal principes voor, aan de hand waarvan ik de samenwer- king nader kan uitwerken), dan moet de raad daarop kritisch toetsen. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen als ook vanuit de CDA-fractie gezegd wordt dat men dit zal doen. Ik ben ervan overtuigd dat dit zal gebeuren. Er zal derhalve vastgelegd worden onder welke statutaire condities wij afscheid kunnen nemen van elkaar op het moment dat een van de beide partijen van mening is dat de samenwerking in plaats van een deugd een hinder is, op grond van bijvoorbeeld financiële gegevenheden of de kwaliteit van de werkzaamheden. In het ondernemingsplan hebben wij nog wel wat dingen weg te werken. De kritische opmerkingen die daarover zijn gemaakt, lijken mij terecht. Er zijn mooie voordelen te behalen middels de geschetste samenwerking, zij het dat het fiscale voordeel slechts voor een jaar geldt. Een deel kunnen wij aan de burger terugbetalen en verder kunnen wij het vuiltje van de gladheidsbestrijding wegwerken met dezelfde opbrengst. Het zou lastig zijn als wij nu een openbare aanbesteding zouden moeten uitschrijven. De voorbereiding daarvan zou geruime tijd vragen. Verder zou het moeten gaan om een Europese aanbesteding, waarvan de procedure omslachtig is. De insteek van de participatienota is heel duidelijk geweest dat wij eerst de publiek-private vorm met elkaar zouden bekijken. Vervolgens zou aanbesteding op de achterhand aanwezig blijven. Helmondse Belangen merkt op dat de behandeling van het voorstel de schoonheidsprijs niet verdient. Er lagen drie voorstellen die hebben geleid tot bestuurlijke drukte (waaronder 't Speelhuis en Binnenstad-Oost), waar dit voorstel op grond van de eigen prioriteitstelling van de commissie voor heeft moeten wijken. Ik vind de wijze van behandeling vervelend. Ik betreur dit. De behande- ling van het voorstel had tot zijn volle recht moeten komen. Ik vind het ook niet prettig om sa- menwerkingspartners op deze manier binnen te halen om vervolgens halverwege tot twee keer toe nog geen duidelijkheid te krijgen van de raad. Dit hebben wij niet kunnen voorkomen gegeven de enorme omvang van drie aan de orde zijnde dossiers. Ondernemend Helmond vraagt zich af met wie wij om tafel zitten. Wij zitten om tafel met degene met wie wij nu al geruime tijd een aanbestedingsrelatie hebben, die overigens naar tevre- denheid verloopt. Wij zijn tevreden over het overleg en de invulling van het contract, zij het dat daar een aantal keren een stevige financiële plaat aan heeft gehangen. De bezwaren tegen de WGR-constructie deelden wij aanvankelijk. Ook wij waren voorstan- der van een lichtere constructie. Er was een aantal overwegingen waarom wij toch voor een WGR- constructie hebben gekozen. Dan gaat het in de eerste plaats om het meerderheidsbelang dat wij als overheid willen houden. Daarbij spelen fiscale voordelen een rol en de mogelijkheden voor eventu- ele andere partners in de regio om hierbij aan te haken. Overigens gebeurt dit zonder dat die anderen het recht krijgen om binnen de WGR-constructie over Helmondse zaken te beschikken. Wij beslissen voor wat Helinond aangaat zelf. Eventueel aanhakende partners kunnen dit ook doen. Het functioneren van het bedrijf in brede zin zal Helniond hoe dan ook een meerderheidsbelang garan- deren. Ik wil de plannen dan ook eerst uitgewerkt hebben vooraleer ik met andere partners ga praten over eventuele aanhaking en de condities waaronder wij die toestaan. De joint venture scoorde op dit punt slechter en is op die grond afgevallen. Het risico zou volgens de heer Praasterink bij de tegenpartij moeten liggen. In de aanvul- lende beantwoording aan het commissielid van Ondernemend Helmond heb ik proberen duidelijk te maken dat het risico eigenlijk volledig bij de particuliere partij is neergelegd. Er gaat op dit moment volstrekt geen Helmonds personeel naar andere organisaties. Het personeel dat in WGD terecht zal komen, is personeel van Watco. Wij leveren geen personeel. Dat maakt geen onderdeel uit van deze afspraak. Over het personeel van Watco zal Watco zich, con- form de afspraken die wij daarover gemaakt hebben, op een correcte wijze zorgen maken. Waar wij waarborgen hebben moeten vragen, vindt men de condities en de prikkels terug die wij hebben omschreven. -34- 7 november 2000. Met betrekking tot de buurtconciërges zal ik een drietal voorstellen voorleggen. Daarbij mag GroenLinks een voorkeur hebben voor het gebiedsgericht werken van de SWH, waar ik als wethouder nog geen voorstelling van heb, omdat ik daarover nooit benaderd ben. Kennelijk weet GroenLinks dit wel. Ik sta ervoor open om dit als variant in te brengen. Wij zullen separaat van elkaar behandelen het voorstel tot het onderbrengen van de conciërges in de gebiedsgerichte aanpak van de SWH, het voorstel tot het onderbrengen in een leefbaarheidsstichting die het college tot dusver heeft voorgesteld en het voorstel tot het onderbrengen in de nieuwe publiek-private samen- werking. De raad heeft de volle ruimte om daarin te kiezen. Ik denk niet dat de milieudoelstellingen ondergeschikt worden gemaakt aan de regeling door middel van een afvalinzamelingscontract. In deze publiek-private samenwerking heeft de overheid het meerderheidsbelang. Ze heeft de eindbeslissing over doelstelling en uitvoering. Er is sprake van monopolisering. De afvalmarkt kent een enorme schaalvergroting. Dat leidt voor ons tot de inschatting dat er waarschijnlijk geen grote winst geboekt kan worden op het afvalcontract middels een openbare aanbesteding. Het lid VAN HEUGTEN (CDA): Voorzitter! Zo zie je maar weer dat, als je grondig met elkaar van mening verschilt, maar je er toch goed over weet te communiceren, je tot een beter resultaat komt. De wethouder geeft de historische context weer. Daar kijken wij wezenlijk anders tegen aan. Dat is echter minder relevant voor dit voorstel. De wethouder is het met ons eens dat de behandelwijze hoogst ongelukkig is geweest. Er is toegezegd dat het ondernemingsplan en het aanvullende stuk verandering en verbete- ring behoeven. Dit zal meegenomen worden. Gelet op die aspecten plus de door mij al genoemde financiële voordelen en de inmiddels ontstane situatie (het is binnenkort 1 januari) zullen wij geen blokkade opleggen tegen het verder uitwerken van de PPS. De wethouder moet dit niet zien als een bestuursopdracht van onze kant, want zover gaat onze liefde voor het onderwerp niet. De punten die wij naar voren hebben gebracht, zullen wij kritisch toetsen aan het eindresultaat. Het lid PRAASTERINK (OH): Voorzitter! Ik ben niet a priori tegen het voorstel, maar diep in mijn hart blijf ik tegen een ~-constructie. Het lid HESEN (wethouder): Ik ook. Het lid PRAASTERINK (OH): Als ik hier nu zeg dat ik vóór het voorstel stem, dan stem ik impliciet in met een dergelijke constructie. Daar ben ik tegen. Dan moet ik eigenlijk tegen het voorstel stemmen, terwijl ik helemaal geen moeite heb met een aantal onderdelen ervan. Dit is een dilemma. Formeel zullen wij tegen het voorstel stemmen. Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Een open meningswisseling, een clash tussen college en wat in de commissie naar voren wordt gebracht, die tot een verbetering van het voorstel leidt, is de kern van het raadswerk. Juist in dit voorstel is te zien hoe je vanuit verschillende meningen en vertrekpunten winst kunt boeken voor de stad. Daar gaat het immers om. Wij moeten hierin de meest praktische zaken kiezen, zelfs als dit de vermaledijde WGR-constructie is, als wij deze een nieuwe inhoud kunnen geven die voordeel oplevert voor de stad. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De aanwezige leden van de fractie van Ondernemend Helmond verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat ze zich niet hebben verenigd met de genomen beslissing. 17. Voorstel tot vaststelling van: a. de subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing 2000 (centrum- en wijkontwikkeling) (bijlage nr. 219); b. het verdeelbesluit subsidiëring stedelijke vernieuwing 2001 (bijlage nr. 220). Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Ik wil een opmerking maken bij pagina 3 inzake verhuis- en herinrichtingskosten. Wij zijn het niet met de raad eens dat hier alleen een verantwoordelijkheid ligt voor corporaties. De overheid moet hier ook haar verantwoordelijkheid nemen. Zoals ze dit -35- 7 november 2000. doet bij eigenaren, moet dit ook voor huurders gelden. Voor het overige zijn wij voor het voorstel. Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Ik ken de opvatting van de SP-fractie in dezen. Ik verwijs naar de raadsbesluiten die genomen zijn over de herstructurering tot dusver en de verant- woordelijkheidsverdeling die onder leiding van het platform Helmondse bewonersorganisaties in samenspraak met de corporaties door de verschillende partijen inmiddels is geaccepteerd. Zonder stemming wordt, met inachtneming van de door de heer Klaus gevraagde aanteke- ning, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 18. Voorstel tot vaststelling van de 125', 133 e, 134', 135', 137', 140', 147' en 153' wiizi@-inz van de gemeentebeuotin@" 2000 (nr. 125 betreft subsidie Stichtini@ Leergeld Helmond, nr. 133 betreft schoolwoniuen in Dierdonk; nr. 134 betreft krediet vervanging audiovisuele apparatuur afdeling communicatie; nr. 135 betreft zrondtransacties juni t/m september 2000; nr. 137 betreft additionele kosten deelname 6 e Brabantse Bedrijfsvastgoed Manifestatie; nr. 140 betreft krediet vervanging verkeersregelinstallaties: nr. 147 betreft krediet renovatie 't Speelhuis; nr. 153 betreft geluids- scherm Brandevoort). De heer RIETER (HB): Voorzitter! Wij willen de aantekening dat wij tegen wijziging nr. 147 zijn als een logisch gevolg van ons standpunt inzake 't Speelhuis. De VOORZITTER: Dat is een logisch gevolg van uw opstelling. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De aanwezige leden van de fractie van Helmondse Belangen verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat ze zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd voor wat betreft wijziging nr. 147. 19. Ingekomen stukken en mededelingen behorende bii de agenda voor de vergadering van de Gemeenteraad van 7 november 2000. Met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen wordt zonder stemming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. le AANVULLINGSAGENDA. 1. Voorstel tot benoeming van: a. de heer P.J. Goedhart tot lid van de commissie onderwijs, cultuur en sport ter voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van de mevrouw I.H. Peters-Ilsen; b. de heer F.A.T.J.M. Assendelft tot lid van de commissie stedelijk beheer en volkshuisvesting ter voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer L.O.M.J. Smithuis. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER sluit hierna, te 22.31 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd, De voorzitter, De secretaris, |