Raadsvoorstellen

BIJLAGE van de notulen van Nr. 258

1 999 de gemeenteraad van Heimond

Onderwerp: Helmond, 26 november 1999

voortzetting Financieringsschap Strategische

Projecten Eindhoven e.o.

Aan de gemeenteraad,

1. Inleiding.

]n 1994 hebben negen gemeenten (Best, Eindhoven, Geldrop, Helmond, Mierlo, Nuenen e.a., Son en

Breugel, Veldhoven, Waalre) besloten een gemeenschappelijke regeling met elkaar aan te gaan voor

het oprichten van een Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven en omgeving.

Het besluit van de Helmondse gemeenteraad dateert van 28 juni 1994, bijlage hr. 190. De regeling

voorziet in het storten van een jaarlijkse bijdrage in een fonds en is tussentijds (1 997) gewijzigd).

De regeling in de vorm van het Financieringsschap is aangegaan voor de duur van 6 jaar en loopt op

31 december van dit jaar af.

2. Probleemstelling.

De vraag ligt nu voor: of en zo ja voor welke termijn en op basis van welke (nieuwe) uitgangspunten

dient de gemeenschappelijke regeling voortgezet te worden ?

Over voortzetting van het Financieringsschap casu quo de gemeenschappelijke regeling en de wijze

waarop heeft het algemeen bestuur van het schap op 27 augustus 1999 positief besloten.

Volgens de regeling kan voortzetting alleen plaatsvinden bij eensluidende besluiten van de raden van

de deelnemende gemeenten, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten.

3. Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes.

Voortzetting van het Financieringsschap betekent dat er een "regionaal" fonds voor de stadsregio is

dat kan worden ingezet voor de (mede)financiering van projecten in het gebied waarover de regeling

zich uitstrekt met een strategisch karakter; in casu projecten met een regionale uitstraling.

4. Wijze van aanpakloplossingsrichting.

Het dagelijks bestuur van het Financieringsschap heeft bij brief van 6 oktober 1998 de deelnemende

gemeenten benaderd met de vraag over de wenselijkheid van een verlenging van de regeling. De

gemeente hebben hierop positief gereageerd.

Op ambtelijk niveau is er tussen het schap en de deelnemende gemeenten overleg geweest over de

wijze van voortzetting van de regeling en de eventuele nadere voorwaardenluitgangspunten die

daarbij zouden moeten gelden. De ambtelijke overlegrondes hebben geleid tot een voorstel voor een

mogelijke gezamenlijke gedragslijn neergelegd in de Notitie Voortzetting Financieringsschap.

Het algemeen bestuur van het Financieringsschap heeft in zijn vergadering van 27 augustus 1999

deze notitie besproken en op enkele onderdelen aangepast. In het volgende wordt ingegaan op de

essentie van de notitie in bestuurlijke en financiële zin. Deze notitie is als bijlage aan dit voorstel

gehecht.

Bestuurlijke aspecten.

Voorgesteld wordt om de gemeenschappelijke regeling te verlengen, voorlopig tot en met het jaar

2000 en vervolgens van jaar tot jaar te besluiten over voortzetting er-van. Dit omdat het nu ontbreekt

aan een duidelijke bestuurlijke context waarin een aantal voor het schap/regiofonds belangrijke

bestuurlijke en financiële ontwikkelingen moeten worden geplaatst.

Het gaat dan in dit verband om het proces van gemeentelijke herindeling annex de in SRE-verband

plaatsvindende Nieuwe Koers-discussie over het takenpakket van de eventuele toekomstige

gemeentelijke samenwerking. De mogelijke opschaling van de huidige regeling respectievelijk

instelling van een breder opgezet, zowel de gemeenten in het stedelijk- als in het landelijk gebied

betreffend, regiofonds voor regionale projecten is onderdeel van die discussie. Daarnaast is er in

2

Bijlage nr. 258

financiële zin het feit dat in 1999 de Stimulus-regelingen 1 en 2 aflopen. Stimulus 3 is weliswaar in

voorbereiding maar het betreffende programma is nog niet bekend.

Een meer principiële discussie over het al dan niet voor een langere termijn voortzetten van het

financieringsschap lijkt daarom voor het moment minder zinvol. Door van jaar tot jaar over voortzetting

te besluiten kan direct worden ingespeeld op de uitkomst van lopende processen en ontwikkelingen.

Inhoudelijkelfinanciële aspecten.

Ervan uitgaande dat er geen bestuurlijke noodzaak is voor een fundamentele discussie over de

voortzetting maar dat er wel de gezamenlijke wens van de deelnemende gemeenten is om (zij van

jaar tot jaar) door te gaan met de huidige regeling, kunnen aanpassingen van de regeling beperkt

blijven. Deze (operationele) aanpassingen zijn in een aantal concrete beslispunten geformuleerd in de

Notitie zelf (op blz. 718).

De beslispunten onder 1 en 1 1, waar het gaat over de verlenging van de regeling als zodanig,

alsmede wijziging in de onderscheidene (gemeentelijke) bijdragen, worden -expliciet aan de

gemeenteraden ter besluitvorming voorgelegd. De overige beslispunten worden, met de bestuurlijke

acceptatie van de Notitie, geacht als operationeel kader te dienen voor het functioneren van het schap

tot en met 2000.

Omvang toe te kennen projecten.

De huidige regeling heeft een totale inbreng van fl 175 miljoen over de periode 1994-1999 ofwel een

totale jaarlijkse inbreng van ongeveer fl 30 miljoen. Het is een algemene wens van de deelnemende

gemeenten om op jaarbasis een substantieel bedrag in te zetten voor regionale projecten. Concreet

wordt voorgesteld uit te gaan van het huidige niveau van fl 30 miljoen (richtbedrag).

Criteria toekenning projecten.

Om flexibeler met het fonds te kunnen omgaan is de strikte eis van "co-financiering", d.w.z.

toekenning van bijdragen aan projecten waarvoor bijdragen van externen (EU, Rijk) zijn toegekend,

vervallen.

Daarnaast moet het mogelijk zijn -zoals trouwens gangbare praktijk is- dat er bij de toekenning van

bijdragen (conform artikel 1 1, lid 3) tenminste het aandeel van de gemeenten Eindhoven en Helmond

in de voeding van het fonds aan in hun gemeente gesitueerde (eigen) projecten ten goede kan

(blijven) komen. Uitgangspunt in deze gedragslijn is en blijft voortzetting van de momentele

gedragslijn.

Bijdrageregeling.

Het totaal van de algemene bijdrage per jaar is tot en met 1999 gefixeerd op fl 20 miljoen. Het totaal

van de bijdrage per vierkante meter is tot op heden afhankelijk van het volume van grondverkopen en

gerealiseerde kantooroppervlakte en staat dus niet vast. De bijdrage uit grondverkopen voor 1998

bedraagt ruim fl 11,7 miljoen.

Voorgesteld wordt nu om de verhouding algemene bijdragelbijdrage per vierkante meter aan te

passen; beide onderdelen fl 15 miljoen.

De verdeling van de algemene bijdrage over de gemeentewwordt bepaald op 75% van de tot en met

1999 gefixeerde bijdrage. De bijdrage per vierkante meter wordt verhoogd met fl 2,-- per vierkante

meter tot respectievelijk fl 15,-- en fl 20,-- per vierkante meter.

De reden voor deze aanpassing is om meer recht te doen aan het uitgangspunt, dat de

groeigemeenten een hogere bijdrage aan het fonds kunnen en dienen te leveren. Overeind blijft dat

tenminste het aandeel dat de gemeenten Eindhoven en Heimond hebben in de voeding van het fonds

uitgekeerd dient te worden ten behoeve van projecten die in de genoemde gemeenten gelegen zijn.

5. De kosten.

De kosten die voor de gemeente Helmond voortvloeien uit de voortgezette deelname aan het

Financieringsschap in 2000 bedragen fl 2.818.058,-- als algemene bijdrage en fl 3.750.000,-- (raming)

uit hoofde van de opdrachtregeling voor met medewerking van de gemeente uitgegeven grond voor

woningbouwvereniging of bedrijventerreinen of met medewerking van de gemeente gerealiseerde

hoeveelheid M2 kantoorvloeren. Uitgangspunt is dat de gemeenten Eindhoven en Helmond in eik

geval in de vorm van bijdragen geheel worden gecompenseerd voor de te betalen kosten.

3

Bijlage nr. 258

Het door de gemeente in enig jaar meer te ontvangen bedrag (bijdrage uit het Fonds is hoger dan de

bijdrage aan het Fonds) zal additioneel worden ingezet.

6. Overige gevolgen van de aanpak.

De verlengde regeling treedt in werking na de goedkeuring van de respectievelijke besluiten van de

raden van de deelnemende gemeenten door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaand concept-besluit.

De adviezen van de commissie stedelijke ontwikkeling en de commissie economische aangelegen-

heden, financiën en personeel zullen, na ontvangst, voor u ter inzage worden gelegd.

Burgemeester en wethouders van Helmond,

De burgemeester,

Mr. W.J.B.M. van Elk.

De secretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon.

CONCEPT-BESLUIT

Bijlage nr. 258

De raad der gemeente Helmond;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 1999, bijlage nr. 258;

Gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

B E S L U 1 T:

onder voorwaarde van gelijke besluitvorming door de bestuursorganen van de overige acht aan de

gemeenschappelijke regeling` Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o."

deelnemende stedelijke gemeenten;

1 . Instemmen met het voortzetten van de gemeenschappelijke regeling tot en met 2000; incluis met

de voorgestelde wijziging van de bijdrageregeling;

2. de Notitie voortzetting Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o.

vastgesteld door het algemeen bestuur van het Financieringsschap op 27 augustus 1999, als

operationeel kader te aanvaarden voor de werkingsduur van de gemeenschappelijke regeling;

3. de gemeenschappelijke regeling Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio

Eindhoven e.o. als volgt te wijzigen:

1. Artikel 1 0, lid 1 wordt vervangen door:

"De deelnemende gemeenten zijn gehouden tot een jaarlijkse storting van een

gezamenlijk bedrag van fl 15 miljoen gulden in het fonds waarbij de bijdrage per

gemeente als volgt bedraagt:

gemeente Best fl 950.845,--

gemeente Eindhoven fl 7.069.930,--

gemeente Geldrop fl 608.335,--

gemeente Helmond fl 2-818.058,--

gemeente Mierlo fl 269.710,--

gemeente Nuenen ca. fl 967.640,--

gemeente Son en Breugel 522.809,--

gemeente Veldhoven 1.496.070,--

gemeente Waalre 296.603,--

a) in artikel 10, lid 2. Wordt "afdracht 13,-- per m -- vervangen door "afdracht 15,-- per m2` en

" afdracht fl 1 5,-- per ml door" afdracht fl 20,-- per M21.

b) in artikel 10, lid 5 wordt"hetjaar 1999?' vervangen door "hetjaar200U'.

c) In artikel 15, lid 1 wordt"per 1 januari 2000' vervangen door"per 1 januari 2001".

De onder 1 en 11 vermelde wijzigingen treden in werking, met ingang van 1 januari 2000.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 7 december 1999.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De secretaris,