- Bestuur
- Commissiestukken Bestuursovereenkomst reconstructie landelijk gebied
Commissiestukken Bestuursovereenkomst reconstructie landelijk gebied
Documentdatum | 27-04-2004 |
---|---|
Bestuursorgaan | Commissie Ruimtelijk Fysiek |
Documentsoort | Commissiestukken |
Samenvatting |
6 UEA @ CU16cd 199d T,OOZ I!jde OZ do -1@j aissiwwoo op :UCA UAZ@IAPL- op J9W uepiom,91 lueip uepnoqa6 6uiuaMei ftqjeem,@OOZ!aw do peei op ui 6uil;gpueqaq wo :1)100ZJOA M UO 9 UCA 0601103 ;OH_ ISWO@U99J,gAosinnlseq :ua>I)Inls UGPUOZ 0; GOW )IOOZJOA ;!p IOW -Ugpgqp690Aaq u@6i@ jeeq jooa jape)i 'pL-eielueewe6 op sic siepnoqlem -2 jalsgawe6inq ueA 9691103 laq 1,9MOZ JOOP ugpiom al pue@e:pepuo jugip iswoMueejeAo eCi -(6uilqoilao4 eiz) pialse6do @allei-ap!s, uee iswo@uaej@Ao op do puelinauee ajouiaojd ap:Uaeq >I@OZJGA suo do -6uil969i alwin@j JOOA alwin@i op luaijwo Iswo@uaaieAo-aiiuelut op [iq pjneq96 si japjee Iep sleoz 'uabuajq al lqoepuce @p J9PU0 GIOUIAojd op [iq SICeW6OU:POOAOPUEJ9 ui uefijapn0q9,9A 9A@ISU9;Ul op lueijwo @leileweiqojd op wo plo que69196 op ui uaipueaoq suo llels 4swo@luaaieAo eCi "gpeqosueld law ucc6a6wo lpiom puowjeh ui doieem ezfim op do uce 6ipalloA laiu I!nls ISWO@U@9J9A0 a(] -(g00Z iewoz Iep si 6uiuueld 96ip!nq @p ui) lpagi; 6ui@iem ui ueldeilonilsuooe)j laq Iep luewow laq do 16ipuie Iswo@uaaieAosinnlseq ec] :pels,96 ugpiom ueld laq UeA 6U111,91SISCA @p JOOA 60U gip U9]c)afoids6uijgo/q!n JOOA (apeqosueld iepuojeem) ualso@ uepuoqjga 6UIJ,90AI!n Uee Op UL-A 6U119PJGA ep906 U99 101 U9W01 al wo siseq @p IWJOA ISWO>IU9,9JOAO 9(] -u,guueids6uiwwelseq UeA U96UIUgIZJgq 40 uel!nisaqs5uip!ajaqjOOA SICOZ UOPJOM U@I@OW UE)JIOJIE)6 JO0A1Eep alp uaie6aijeew aqosi6oloueld ale n4u9A9 9P Ug 'uL-Idaijc)nilsuooei lgq UeA 6uiwolpuielslol gp [iq uelugewe6 op UeA p!E)qu95Noilaq op do 6ui5Najlaq:U@E)q Iswo@ueaj@Aojnnlsaq 9C] -(Z: p!i @@ -:pc) lemeilonilsuooe@l op I!n IWO@IJOOA logjipgip 6uilqoildjE)A Ugg Si I!C] -ueldgilonilsuooe@j IE>q UCA 6UIP9J46UI@J9MUI op Uee 104 apoligd @p JOOA ueluE)awei5 eslueqejg ualloilaq alle law uel!nis uail!m fiz eip'plalse6do ISWO@JUG9J9Aosinnlseq Uag alOUIAojd op joop si paiqee) Xf!iepuel @Gq JOOA eilonilsuooau op UCA JapE@ lgq Ui :pnoqui pE)iqeB @[iiepuc-1 ei;onilsuooa@j ISWOXU99J9AOsinnlsag :diemiepuo t100Z:Plaew 9 UCA BUIJGPU6J0A MUG 9 Ui PIG;SO6ISCA -Builopueqaqoissiwwoo JOOA M UG El UCA 0601100 )JOO JE?WJOI-GISSIWWOO puomljh ijuaitug-g r)uu9P26jaA wnlep 'JU epuerde fiq:pooqge, Ruimte voor eventueel vervolg inhoud: 1. Inleiding In artikel 14, tweede lid, van de Reconstructiewet concentratiegebieden (Rwc)' wordt bepaald dat: Voorafgaand aan de opstelling van het ontwerp van het reconstructieplan sluiten gedeputeerde staten, in voorkomend geval gezamenlijk met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, een bestuursovereenkomst met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen omtrent de wijze waarop de betrokkenheid van de desbetreffende gemeenten en waterschappen bij de totstandkoming en uitvoering van het reconstructieplan, alsmede de afstemming met de procedures voor de afstemming met de procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zal zijn gewaarborgd. In de memorie van toelichting2 bij dit artikel geven de minister van LNV, de staatssecretaris van LNV en de minister van VROM aan dat het provinciaal bestuur zich tijdig door overleg zo veel mogelijk verzekert van de medewerking van gemeenten en waterschappen. Alleen reeds vanuit een democratische legitimiteit ten opzichte van de bestemmingsplan-wetgeveris dit noodzaak. De memorie van toelichting geeft aan dat deze bestuursafspraken tussen de provincie en de besturen van gemeenten en waterschappen onder andere zien op de betrokkenheid van gemeenten en waterschappen in de besluitvorming over voornemens met betrekking tot de reconstructie. In het bijzonder geldt dit de ruimtelijke aspecten van de reconstructie, in relatie tot de gemeentelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot het bestemmingsplan. Door middel van bestuurlijke afspraken als hier bedoeld worden de gemeenten in staat gesteld de voornemens met betrekking tot de reconstructie binnen de gemeente democratisch te legitimeren. Gemeenten, in de vorm van een VNG-delegatie, hebben, om de gemeentelijke inbreng in het planproces te verzekeren, bij de voorbereiding van de Recönstructiewet concentratiegebieden aangedrongen op het opnemen van bovenomschreven artikel. Gezien de verschillende rollen van gemeenten en waterschappen in het reconstructieproces is de voorkeur gegeven aan het opstellen van twee afzonderlijke bestuursovereenkomsten. De bestuursovereenkomst met de waterschappen is op 21 februari 2003 ondertekend. Voorliggende bestuursovereenkomst bevat geen bepalingen over de uitvoering van het reconstructieplan. De juridische implicaties die zich in het geval er besloten zou worden tot samenvoegen van voorliggende bestuursovereenkomst en een overeenkomst met het oog op de uitvoering van het bestemmingsplan3, zouden voordoen, samen met het feit dat het reconstructieplan nog niet gereed is en de, gelet op de werkingsduur van voorliggende bestuursovereenkomst, vereiste spoedige inwerkingtreding van voorliggende bestuursovereenkomst, waren aanleiding om te kiezen voor een aparte overeenkomst ten aanzien van de uitvoering van het reconstructieplan. Op grond van de voorliggende bestuursovereenkomst behoort het tot de taken van partijen om een nadere overeenkomst voor te bereiden met betrekking tot de uitvoering van het reconstructieplan4. Die nadere overeenkomst zal er één zijn op basis van het dan al bekende reconstructieplan. In die nadere overeenkomst zullen partijen zich conformeren aan dat plan en afspraken maken over de coördinatie van werkzaamheden. Met de voorliggende bestuursovereenkomst wordt aan vorenstaande bepalingen invulling gegeven. 1 Staatsblad 2002, 115, p. 6. 2 TK 1998-1999, 26 356, nr. 3, p. 26. 3De werkingsduur van voorliggende bestuursovereenkomst is immers al een andere dan de werkingsduur van een overeenkomst over uitvoering van het reconstructieplan. 4 Artikel 1 0, derde lid, van de bestuursovereenkomst bepaalt dat partijen zich zullen inspannen om bij het eindigen van deze overeenkomst (na bekendmaking van het reconstructieplan), een vervolgovereenkomst te sluiten waarin afspraken zullen worden gemaakt over de coördinatie van de besluitvorming en werkzaamheden van partijen bij de uitvoering van het reconstructieplan. Peel Pagina 2 van 9 2. Procedure. Op initiatief van het lnterprovinciaal overleg (]PO), de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is in het najaar van 2000 onderzoek gedaan naar status, totstandkoming en inhoud van de af te sluiten bestuursovereenkomst. Dit onderzoek heeft geleid tot een onderzoeksrapport met modelovereenkomse. De modelovereenkomst is het uitgangspunt voor de bestuursovereenkomst met de Brabantse gemeenten. De Rwc schrijft in artikel 14, tweede lid, voor dat de bestuursovereenkomst voorafgaand aan het ontwerp- reconstructieplan door Gedeputeerde Staten en de besturen van gemeenten gesloten wordt. Ingevolge artikel 28 Rwc wordt het reconstructieplan onverwijld, na de goedkeuring door de ministers bekend gemaakt. De voorliggende bestuursovereenkomst eindigt op het moment dat het reconstructieplan op de door de wet voorgeschreven wijze bekend is gemaakt en in werking is getreden, afgezien van de mogelijkheid dat het reconstructieplan in beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (gedeeltelijk) vernietigd wordt. In een schema ziet vorenstaande er als volgt uit: Bestuursovereenkomst Advies Reconstructie- Gemeenten - Provincie commissies Terinzage 4 weken; Opstellen ontwerp - bedenkingen reconstructieplan GS Ter goed-keuring aan Vaststelling recoplan PS; 8 weken Ministers Bekeiidmaking Goedkeuringsbeslu reconstructieplan ingevolg Ministers afdeling 3.6 van de Awb + inwerking- Beroep RvS treden van het reconstructieplan De bestuursovereenkomst kent een voorgeschiedenis in die zin dat enige tijd geleden reeds getracht is om in overeenstemming met gemeenten een bestuursovereenkomst te sluiten. Door alleilei omstandigheden heeft het proces rondom de vaststelling van de inhoud van de bestuursovereenkomst echter veel vertraging opgelopen. In overleg met de Stuurgroep Dynamisch Platteland 6 en samenwerking met gemeenten op ambtelijk niveau heeft de provincie de voorbereidingen met betrekking tot de bestuursovereenkomst aan het begin van 2003 weer opgepakt. OP 27 en 28 februari 2003 is de bestuursovereenkomst aan de orde gekomen bij een bestuurlijke terugkoppeling door de Stuurgroep Dynamisch Platteland. De bestuurlijke terugkoppeling in de vorm van een tweetal bijeenkomsten, vonden voor de clusters Peel & Maas, Maas & Meierij en de Meierij plaats in Uden terwijl de clusters De Baronie, Beerze-Reussel en Boven Dommel waren uitgenodigd in Reussel. De conclusie van deze bijeenkomsten luidde dat gemeenten voorstander zijn van het op korte termijn sluiten van een bestuursovereenkomst voor de periode tot aan de inwerkingtreding van het reconstructieplan, 5 Prof. Mr. D.W. Bruil, Ir. V.W.M.M. Amopt-Riksen, Dr. Ir. A.G. Bregman, Bestuursovereenkomst Reconstructiewet concentratiegebieden; Onderzoeksrapport Modelovereenkomst, VNG uitgeverij, Den Haag 200 1. Bij brief van 7 januari 2002 aan gemeenten aangeboden (kenmerk: FEI-milieu/2001003162). 6De Stuurgroep Dynamisch Platteland draagt zorg voor de communicatie en afstenuning op gemeentelijk niveau. De Stuurgroep vervult een schakelfunctie tussen de provincie, de PCLG en de gemeenten. Vanuit elke reconstructiecommissie is een gemeente vertegenwoordigd. De Stuurgroep is in beginsel ingesteld door gemeenten en een aantal sociaal economische partners om ondersteuning te geven bij het zoeken naar oplossingen voor de sociaal- economische problematiek op het platteland. Sinds 1999 zijn de werkzaamheden uitgebreid met de (bestuurlijke) afstemming op gemeentelijk niveau met betrekking tot de uitwerking van de reconstructie. Peei Pagina 3 van 9 waarbij een doorkijk wordt gegeven naar de vervolgovereenkomst voor de uitvoeringsperiode. De belangrijkste reden voor deze keuze is gelegen in het feit dat in de interimperiode risico's voor planschade voor gemeenten niet geheel zijn uit te sluiten en dat hierover derhalve in een overeenkomst afspraken moeten worden gemaakt met de provincie. In het voorjaar van 2003 is de bestuursovereenkomst in concept, vergezeld van een toelichtende notitie, naar gemeenten verzonden met het verzoek om voor uiterlijk 13 juni 2003 een reactie kenbaar te maken. Nadat alle opmerkingen van gemeenten zijn geanalyseerd en (mogelijk) verwerkt, is de bestuursovereen- komst op 14 oktober 2003 door Gedeputeerde Staten geaccordeerd en naar gemeenten verzonden. Alhoewel het reconstructieproces al een tijd loopt en de voorbereidingen van de regionale reconstructie- commissies om te komen tot een advies aan Gedeputeerde Staten al geruime tijd aan de gang zijn, is het nog immer van belang om voorliggende bestuursovereenkomst te sluiten. De inwerkingtreding van het reconstructieplan zal immers nog enige voorbereidingstijd. vergen 7. Daarnaast is het ondertekenen van de bestuursovereenkomst een politiek 1 bestuurlijk signaal in die zin dat met ondertekening wordt aangegeven dat de partijen zich zullen inspannen voor een goed verloop van het reconstructieproces. Voorts zijn er verscheidene gemeenten die reeds, in anticipatie op het reconstructieplan, besluiten hebben genomen, op verzoek van Gedeputeerde Staten, die een schadeveroorzakende werking kunnen hebben3. Tot slot is het sluiten van een bestuursovereenkomst voorafgaande aan het opstellen van een ontwerp-reconstructieplan ingevolge artikel 14, tweede lid, Rwc een wettelijk vereiste9. 3. De Bestuursovereenkomst Al -gemeen Partijen Zoals reeds onder 1 is aangegeven, is er, vanwege de verschillende rollen van gemeenten en waterschappen in het reconstructieproces, de voorkeur aan gegeven om twee afzonderlijke bestuursovereenkomsten op te stellen. Blijkens de tekst van artikel 14, tweede lid, Rwc wordt de bestuursovereenkomst gesloten tussen Gedeputeerde Staten en de besturen van de betrokken gemeenten. Uit de memorie van toelichting bij dit artikel volgt dat de bestuursovereenkomst waarborgen moet scheppen omtrent het procesverloop, in het bijzonder met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van de reconstructie, in relatie tot de gemeentelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot het bestemmingsplan. De vraag wat artikel 14, tweede lid, Rwc verstaat onder besturen van de betrokken gemeenten, kan beantwoord worden aan de hand van de bevoegdheden die in het geding zijn. De bestuursorganen over de bevoegdheden waarvan een overeenkomst wordt gesloten, zullen immers partij bij die overeenkomst zijne De bevoegdheden die in het geding zijn, betreffen het nemen van voorbereidingsbesluiten, besluiten tot herziening van bestemmingsplannen, verlenen van vrijstellingen en besluiten met betrekking tot planschadevergoedingen. Op grond van voornoemde opsomming is de bestuursovereenkomst zodanig opgezet dat deze ondertekend dient te worden door het college van burgemeester & wethouders en de gemeenteraad, ieder voor haar eigen bevoegdheden". Schade- en kostenvergoeding De artikelen 7, 8 en 8a bevatten bepalingen over de schade- en kostenvergoeding van de besluiten (in het kader van de artikelen 5 en 6) die op verzoek van Gedeputeerde Staten, indien de reconstructiecommissie dit noodzakelijk acht, door gemeentebesturen zijn genomen. Voor artikel 8 lid 3 en 4 geldt, dat de tekst niet overeenkomt met de planschade-regeling in Helmond. Om als gemeente Heimond in te kunnen met de bestuursovereenkomst dienen betreffende teksten aangepast te worden. Hiervoor zijn tekstvoorstellen aan de provincie gestuurd. Vanuit de provincie is aangegeven dat zij specifiek voor de Heimondse situatie in 7De laatste planningen wijzen er op dat het formele traject (terinzage legging reconstructieplan) eerst halverwege 2004 kan worden opgestart zodat goedkeuring door de ministers niet eerder te verwachten is dan begin 2005. 8 Op grond van artikel ga van de bestuursovereenkomst hebben deze gemeenten een mogelijkheid om betreffende kosten door GS te laten vergoeden. 9 De Rwc verbindt geen sanctie aan het niet sluiten van een bestuursovereenkomst zodat het onwaarschijnlijk is (doch niet geheel uit te sluiten) dat het niet sluiten van een bestuursovereenkomst bij de beroepsprocedure een grond voor vernietiging is. 10 VNG onderzoeksrapport, p. 25. 11 In beginsel ligt de bevoegdheid over de wijze waarop een bestuursbevoegdheid wordt uitgeoefend (sluiten bestuursovereenkomst), bij het bestuursorgaan waarvan de bevoegdheid in het geding is. Peel Pagina 4 van 9 kunnen stemmen met de voorgestelde aanpassingen. Deze kunnen als aanhangsel bij de overeenkomst worden aevoead. 12 Artikel 7 ziet op de kosten die verbonden zijn aan vorenbedoeide besluiten .Indien deze kosten worden gemaakt in het kader van de voorbereiding van de reconstructie, kunnen gemeenten deze kosten deciareren bij de provincie. In de toelichting op dit artikel wordt verwezen naar de brief van GS van 4 juli 2002 13 ; artikel 7 van de bestuursovereenkomst is van toepassing indien er een relatie bestaat tussen de brief van GS en het gemeentelijke besluit. De redactie van artikel 7 is zodanig dat de kosten door de gemeente gedeciareerd kunnen worden indien deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de gemeente behoren te komen. Het laatste moet worden uitgelegd in die zin dat kosten verbonden aan een gemeentelijk besluit dat in het belang van de reconstructie is, maar om andere redenen toch al genomen zou (moeten) worden, 14 geheel of gedeeltelijk ten laste van de gemeente komen Naast de kosten die samenhangen met het nemen van de besluiten genoemd in de artikelen 5 en 6, is het eveneens mogelijk dat degenen die door dergelijke besluiten schade lijden 15 een verzoek om planschade- vergoeding in de zin van artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening doen. Onherroepelijk besluiten van gemeenteraden tot het toekennen van planschadevergoeding zullen ingevolge artikel 8 van de bestuurs- overeenkomst, voor de provincie aanleiding zijn om deze te vergoeden T6, mits voldaan is aan een aantal voorwaarden: Het besluit is op uitdrukkelijk (schriftelijk) verzoek van GS genomen 17; De planschadevergoeding niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad behoort te komen vanwege het specifieke belang voor de reconstructie van het schadeveroorzakende besluit; Verzoekers om planschadevergoeding nog geen beroep kunnen doen op de schaderegeling zoals die is opgenomen in artikel 30 van de Reconstructiewet. Het bepaalde dat GS de planschadevergoeding niet vergoedt indien deze geheel of gedeeltelijk ten laste van de gemeenteraad behoort te komen vanwege het specifieke belang van het schadeveroorzakende besluit voor de reconstructie, wordt in de toelichting op artikel 8 van de bestuursovereenkomst niet nader toegelichte. Bij het commentaar op de veranderingen die de provincie ten opzichte van de concept bestuursovereenkomst heeft doorgevoerd wordt bij artikel 8 (planschadevergoeding) verwezen naar het commentaar bij de wijziging van artikel 7. in het commentaar bij de wijziging van artikel 7 (plankosten- vergoeding) wordt de link gelegd met een 'zekere maatschappelijk risico' dat een ieder binnen de samenleving loopt. De bepaling 'redelijkerwijs niet ten laste van de gemeente' is in dit opzicht gerecht- vaardigd. Aangegeven wordt dat met deze formulering tot uitdrukking wordt gebracht dat de plankosten (art 7) die gemaakt zijn vanwege de reconstructie niet voor rekening van de gemeente moeten komen en dat vergoeding door GS derhalve redelijk is. In de toelichting op artikel 7 wordt het voorgaande als volgt aangegeven: 'Er kunnen omstandigheden zijn dat een besluit in het belang van de reconstructie is, om andere redenen toch al genomen zou (moeten) worden'. Verderop stelt de toelichting dat'Voor deze formulering van artikel 7 is gekozen om aan te geven dat de gemeenten inderdaad iets extra's hebben moeten doen in verband met de reconstructie, wat zij zonder reconstructie (nog) niet zouden hebben gedaan'. 12 Te denken valt 'aan plan- en publicatiekosten (m.b.t. de besluiten genoemd in artikel 5 en 6 van de bestuursovereenkomst). Blijkens een toelichting op de wijzigingen komen reguliere ambtelijke kosten niet voor vergoeding in aarnnerking. 13 In deze brief worden de colleges van Burgemeester en Wethouders door Gedeputeerde Staten gevraagd om gedurende de voorbereiding van het reconstructieproces, actief in te spelen op toekomstige ontwikkelingen om de reconstructie tot een succes te maken. 14 In de toelichtin bij de bestuursovereenkomst staat dat in de argumentatie van gemeentelijke besluiten bijvoorbeeld . 9 een verwijzing opgenomen moet zijn naar het provinciale verzoek van 4 juli 2002. 15 Het gaat dan om schade in de zin van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 16 Kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, betreffen naast de door de gemeenteraad toegekende planschadevergoeding ook de kosten die gemoeid zijn met de ingevolge de procedureverordening uitgebrachte advieskosten aan de gemeenteraad. 17 Eerdere verzoeken van GS worden niet als 'uitdrukkelijk schriftelijk verzoek' in de zin van artikel 8 aangemerkt, zodat besluiten die gebaseerd zijn op deze eerdere verzoeken niet onder de reikwijdte van artikel 8 vallen. 's In de toelichting op artikel 8 staat wel dat als gemeenten zich ertoe verbinden om planologische maatregelen te nemen in het belang van de reconstructie, de systematiek van kostenvergoeding zoals die zal gelden als de Reconstructiewet eenmaal van toepassing is, van overeenkomstige toepassing moet zijn. De systematiek van de Reconstructiewet is aldus dat planschade als gevolg van ruimtelijke elementen van het reconstructieplan die leiden tot wijziging van het bestemmingsplan voor rekening van GS komt (artikel 30 Rwc). Peel Pagina 5 van 9 Het bepaalde in artikel 8 dat planschadevergoeding door GS aan de gemeenteraad wordt vergoed 'mits de planschadevergoeding redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad behoort te komen vanwege het specifieke belang voor de reconstructie van het schadeveroorzakende besluit, moet met andere woorden aldus worden uitgelegd dat, indien het schadeveroorzakende besluit een specifiek belang voor de reconstructie heeft, de planschadevergoeding (n.a.v. het schadeveroorzakende besluit) redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad behoort te komen. De systematiek van de planschadebepaling uit de Reconstructiewet (artikel 30 Rwc); dat GS verantwoordelijk is voor planschade- vergoedingen indien de 'planologische verslechtering' een rechtstreeks gevolg is van de directe doorwerking van de ruimtelijke elementen van het reconstructieplan, is met onderhavige redeiijkheidstoets verwoord in de bestuursovereenkomst. Gedurende de voorbereiding van het reconstructieproces zijn de colleges van Burgemeester en Wethouders onder andere door GS verzocht om medewerking te verlenen aan het reconstructieproces en te anticiperen op het in voorbereiding zijnde reconstructieplan. Als gevolg hiervan hebben sommige gemeenteraden voorbereidingsbesluiten genomen of hun bestemmingsplan herzien. Deze besluiten, genomen voorafgaande aan het sluiten van een bestuursovereenkomst, vallen niet onder de werking van artikel 8. Artikel 8a bepaalt dat planschade in de zin van artikel 49 WRO, die een gevolg is van gemeentelijke besluiten in de zin van artikel 5 en 6 en die genomen zijn voordat de bestuursovereenkomst is gesloten, door Gedeputeerde Staten aan de betreffende gemeenteraad zal worden vergoed. Artikel 8 (zie hiervoor) is van overeenkomstige toepassing verklaart'9. Bestuursovereenkomst over uitvoering Ingevolge artikel 1 van de bestuursovereenkomst behoort de voorbereiding van een overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het reconstructiepian, waarvoor het krokusakkoord mede richtinggevend zal zijn 20 , alsmede de afstemming van de procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmings- plannen als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot de taken (op grond van de bestuursovereenkomst) van partijen in de voorbereiding van het reconstructieplan. Ingevolge het derde lid van artikel 10 van de bestuursovereenkomst spannen partijen 21 zich in om bij het eindigen van de voorliggende bestuursovereenkoMSe2 , een vervolgovereenkomst te sluiten waarin afspraken zullen worden gemaakt over de coördinatie van de besluitvorming en werkzaamheden van partijen bij de uitvoering van het reconstructieplan. De werkingsduur van deze (tweede) bestuursovereenkomst loopt parallel met de duur van het reconstructieplan; 12 jaar. In deze vervolgovereenkomst zullen in ieder geval afspraken moeten worden gemaakt voor het geval bezwaren en beroepen tegen het reconstructieplan slagen. Volgens de toelichting op artikel 1 zullen partijen zich in de nadere overeenkomst conformeren aan het reconstructieplan en afspraken maken over de coördinatie van werkzaamheden. Concrete onderwerpen die in de nadere overeenkomst aan de orde kunnen komen, betreffen: ¿ Bestemmingsplan als planologische basis voor het uitvoeren van het reconstructieplan; er zijn twee mogelijkheden: (1) gemeenten maken, indien noodzakelijk, gebruik van de vrijstellingsmogelijkheden van artikel 19 WRO. (2) er wordt gebruik gemaakt van de directe planologische doorwerking van artikel 27 RWC23. m Schade die buiten het regime van de reconstructiewet valt24; '9 Dit betekent dat de voorwaarden van artikel 8 van overeenkomstige toepassing zijn. Het besluit moet op uitdrukkelijk verzoek van GS zijn genomen (verwijzing naar brief van 4 juli 2002), de planschadevergoeding behoort niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad te komen vanwege het specifieke belang voor de reconstructie van het schadeveroorzakende besluit en verzoekers om planschadevergoeding kunnen nog geen beroep op de schaderegeling zoals die is opgenomen in artikel 30 Rwc doen. De leden 2 toten met 4 van artikel 8 zijn eveneens van overeenkomstige toepassing op artikel 8a. 20 In het Krokusakkoord hebben de staatssecretaris van VROM, de staatssecretaris van VWS, de reconstructieprovincies en de VNG overeenstemming bereikt over de financiële inspanning van partijen in de reconstructie en de start van de uitvoering van de reconstructie in de vorm van enkele concrete, urgente projecten. 21 Ten overvloede: met partijen wordt gedoeld op GS, B&W en de gemeenteraad. 22 De voorliggende bestuursovereenkomst eindigt zoals gezegd op het moment dat het reconstructieplan in werking treedt. 23 Artikel 27 van de Reconstructiewet concentratiegebieden bepaalt dat indien het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met het reconstructieplan, de bepalingen uit het reconstructieplan, indien dit in het reconstructieplan uitdrukkelijk is aangegeven, als voorbereidingsbesluit (tegengaan ongewenste activiteit) of vrijstelling (toestaan gewenste activiteit) gelden. In een dergelijk geval werken bepalingen uit het reconstructieplan rechtstreeks in het bestemmingsplan door. Peel Pagina 6 van 9 Kosten in de zin van artikel 93 RWC25. Artikelsgewiis Hieronder wordt op een bondige wijze de inhoud van de bestuursovereenkomst weergegeven. Artikel 1. In dit artikel wordt het doel van de bestuursovereenkomst beschreven alsmede de voorbereiding van een overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het bestemmingsplan, waarbij het krokusakkoord richtinggevend is. Artikel 2. Het reconstructieplan wordt voorbereid door reconstructiecommissies. Artikel 3. Gedeputeerde Staten (GS) spannen zich, in overleg met de reconstructiecommissies, in om al het nodige voor de voorbereiding van het reconstructieplan te doen. Artikel 4. De reconstructiecommissie doet aan GS voorstellen voor de aanwijzing van onderdelen van het reconstructieplan die ingevolge artikel 27 Rwc een directe doorwerking naar bestemmingsplannen hebben. Artikel 5. Gemeentebesturen spannen zich zodanig in dat, indien GS hierom verzoekt en de reconstructiecommissie van mening is dat dit dringend gewenst is, gemeenteraden voorbereidingsbesluiten voor gebieden om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan die het belang van de reconstructie kunnen schaden. Daarnaast spannen gemeentebesturen zich in om in aansluiting op het voorgaande uiterlijk binnen één jaar na de datum van de inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit, een of meer herzieningen van bestemmingsplannen) ter inzage te leggen. Om ontwikkelingen die volgens de reconstructiecommissie in het belang van de reconstructie dringend gewenst zijn, te bevorderen, spannen gemeentebesturen zich in om op verzoek van GS zo spoedig mogelijk een of meer ontwerpen van herzieningen van bestemmingsplannen) ter inzage te leggen voor die gebieden waarvoor dit naar de mening van de reconstructiecommissie dringend gewenst is. Artikel 6. Op verzoek van GS, voor die projecten die naar de mening van de reconstructiecommissie dringend gewenst zijn, spannen gemeentebesturen zich in om besluiten i.d.z.v. artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te nemen. Artikel 7. De kosten die aan het nemen van besluiten bedoeld in artikel 5 en 6 zijn verbonden (of gemeenten reeds hebben moeten maken), zullen door GS vergoed worden als die kosten redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de gemeente behoort te komen. Zie voor verdere bespreking onder algemeen. Artikel 8. GS zullen als gevolg van besluiten bedoeld in artikel 5 en 6 planschadevergoedingen aan de gemeenteraad vergoeden, mits: - de planschadevergoeding niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad behoor-t te komen vanwege het specifieke belang voor de reconstructie van het schadeveroorzakend besluit, en; - nog geen beroep op de schaderegeling in de Reconstructiewet kan worden gedaan; - het schadeveroorzakende besluit op verzoek van GS is genomen. Artikel 8a. 24 Uit de memorie van toelichting bij de Reconstructiewet volgt dat de schadevergoedingsregelingen van de Reconstructiewet met name zien op schade die het gevolg is van directe planologische maatregelen die voortvloeien uit het reconstructieplan. Nu het bestemmingsplan verdergaande maatregelen kan bevatten, dienen hierover afspraken gemaakt te worden. 25 In artikel 93 Rwc is onder andere geregeld welke kosten ten laste van het rijk komen Peel Pagina 7 van 9 Zie artikel 8 maar nu voor besluiten die voorafgaand aan het sluiten van de bestuursovereenkomst zijn genomen. Artikel 9. Gedeputeerde Staten en de gemeentebesturen zullen bevorderen dat zo mogelijk prioriteit wordt gegeven aan de handhaving van regelgeving die van essentieel belang is voor het welslagen van de reconstructie. Artikel 10. Na ondertekening treedt de bestuursovereenkomst in werking. De overeenkomst kan niet tussentijds beëindigd worden. De overeenkomst eindigt na de inwerkingtreding van het reconstructieplan, partijen spannen zich in om op dat moment een vervolgovereenkomst te sluiten over de coördinatie van de besluitvorming en werkzaamheden van partijen bij de uitvoering van het reconstructieplan. Artikel 1 1. Partijen bij deze overeenkomst kunnen een voorstel tot wijziging van de overeenkomst formuleren welke na bespreking in de reconstructiecommissie en na overeenstemming tussen partijen deel uit maakt van de overeenkomst. Artikel 12. Geschillenbeslechting langs mannelijke weg. Artikel 13. Bijlage 1: kaart van het betreffende reconstructiegebied. Bijlage 2: besluit van Provinciale Staten van 17 januari 2003 tot het instellen van reconstructiecommissies. 4. Juridische status bestuursovereenkomst Gelet op het voorgaande en op het in hoofdstuk 4 van het onderzoeksrapport modelovereenkomst van de VNG bepaalde over de juridische status van de bestuursovereenkomst, kan terzake het volgende worden opgemerkt. De juridische binding van deze overeenkomst betreft twee zaken: ten eerste de juridische binding tussen partijen en ten tweede de ijuridisch) bindende werking t.o.v. derden die op grond van de algemene beginselen van bestuur juridische gevolgen aan bijna elke uitspraak van het bestuur kunnen verbinden. Ten aanzien van de juridische binding tussen partijen dient opgemerkt te worden dat onderhavige bestuursovereenkomst enkel een inspanningsverplichting beoogt om op verzoek van GS en indien de reconstructiecommissie dit dringend gewenst acht, een besluit (i.d.z.v. art. 5 en 6) te nemen. Deze inspanningsverplichting is niet gesanctioneerd. De rechtswaarborgen van derden, bezwaar en beroep tegen het besluit, worden derhalve niet aangetast. Omdat de mate van de binding van de overeenkomst nauw samenhangt met de formulering van de bepalingen in de overeenkomst, zou geconcludeerd kunnen worden dat onderhavige bestuursovereenkomst tussen partijen geen bindende werking beoogt. Het vorenstaande vindt steun in de nota naar aanleiding van het verslag waarin de regering aangeeft dat de binding van de bestuursovereenkomst beperkt is tot een politiek-bestuurlijk karakter en dat de nakoming van de overeenkomst derhalve niet in rechte kan worden afgedwongen. De bepalingen uit de bestuursovereenkomst zijn bovendien dermate geformuleerd dat niet gezegd kan worden dat een derde vanwege de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (o.a. het vertrouwensbeginsel) een beroep op de bepalingen kan doen. Het voorgaande doet echter geen afbreuk aan het feit dat de bestuursovereenkomst een betrekkelijk nieuw rechtsfenomeen is, hetgeen ook blijkt uit hoofdstuk 4 van het onderzoeksrapport, zodat een absolute zekerheid omtrent genoemde punten op dit moment niet te geven is. 5. Advies De stad Heimond kent een sterke samenhang met het omringende landelijk gebied, zowel ruimtelijk, economisch als sociaal. Het omringende landelijk gebied geeft bovendien extra kwaliteit aan de stad, vanwege de recreatieve waarden voor de inwoners. Het Reconstructiepian dat momenteel wordt voorbereid, heeft als doelstelling om de kwaliteit van het landelijk gebied te verhogen. Voor de stad Heimond is het van belang dat het omringende landelijk gebied een hoge kwaliteit kent en heeft dus belang bij de inhoud en uitvoering van het Reconstructieplan. Peel Pagina 8 van 9 Het Reconstructieproces kent ook een directe relatie met de stedeli ke ontwikkeling van Heimond. In het plangebied van Brandevoort liggen nog enkele intensieve veehouderij bedrijven, die verplaatst dienen te worden. Het Reconstructieplan kan hiervoor wellicht ruimte bieden. De bestuursovereenkomst biedt ons de gelegenheid om de problematiek van de intensive veehouderijbedrijven in Brandevoort weer eens bij de provincie onder de aandacht te brengen. In het kader van de intentieovereenkomst Ruimte voor Ruimte zijn hierover in 2002 reeds afspraken gemaakt. Deze kunnen in het kader van de bestuursovereenkomst nog een keer bevestigd worden. De bestuursovereenkomst heeft geen bijzondere consequenties voor Heimond. Er valt niet te verwachten dat nog voor de vaststelling van het Reconstructieplan specifieke planologische maatregelen uitgevoerd dienen te worden. Mocht dat wel het geval zijn, dan kunnen bepaalde kosten verhaald worden op de provincie. De bestuursovereenkomst bevat tekstfragmenten, die niet overeenkomen met de specifieke Heimondse situatie ten aanzien van de planschaderegeling. Om in te kunnen stemmen dient de tekst van de bestuursovereenkomst met de bijbehorende toelichting te worden aangepast. De provincie wil voor alle gemeenten een gelijkluidende bestuursovereenkomst sluiten, maar is ook van mening dat, indien nodig, maatwerk geleverd moet worden. Hiervoor heeft de provincie, op ons Verzoek, een 1side-letter' behorende bij de bestuursovereenkomst opgesteld, waarin de specifieke Heimondse punten zijn verwoord. Vanuit de provincie is nog wel het verzoek gekomen om deze punten nog schriftelijk formeel aan hen voor te leggen. Dit in verband met de dossiervorming. Geadviseerd wordt om in te stemmen met de bestuursovereenkomst met bijbehorende'side-letter' en door middel van een brief de bereidheid uit te spreken om de bestuursovereenkomst te ondertekenen, indien daarin de noodzakelijke aanpassingen ten aanzien van de Heimondse planschaderegeling worden overgenomen alsmede een passage over de relatie met de problematiek in Brandevoort. Peel Pagina 9 van 9 Bestuursovereenkomst ex artikel 14 Reconstructiewet tussen provincie Noord-Brabant en gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de voorbereiding van reconstructieplannen Partijen: De provincie Noord-Brabant, ten deze vertegenwoordigd door het lid van voornoemd College belast met de portefeuille 'Revitalisering van het Landelijke Gebied, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d . ............. De raad van de gemeente ...........................1 Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente ........................... hierna tezamen ook te noemen "partijen" Overwegende: 1 dat op 1 april 2002 in werking is getreden de "Reconstructiewet concentratiegebieden" hierna aan te duiden als "Reconstructiewet" met als doel een integrale aanpak van verbetering van de kwaliteit van gebieden die in het bijzonder kampen met problemen op het vlak van inrichting, landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water en milieu; 2 dat in de Reconstructiewet voor het bereiken van het daarmee beoogde doel onder andere is voorzien in de mogelijkheid van het vaststellen van een of meer reconstructieplannen voor concentratiegebieden; 3 dat in artikel 14, lid 2, van genoemde Reconstructiewet is bepaald dat voorafgaand aan de opstelling van een (ontwerp)reconstructieplan Gedeputeerde Staten, in voorkomend geval gezamenlijk met Gedeputeerde Staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, een bestuursovereenkomst sluiten met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen omtrent de wij'ze waarop invulling zal worden gegeven aan de betrokkenheid van de desbetreffende gemeenten en waterschappen bij de totstandkoming en uitvoering van het reconstructieplan, alsmede de afstemn-iing met de procedures voor de vaststelling of herziening van bestenuningsplannen als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zal worden gewaarborgd; 4 dat partijen deze bepaling, gezien de strekking van de Reconstructiewet zoals blijkend uit de Memorie van Toelichting bij het voorstel van wet, zo begrijpen, dat de besturen van de bij het opstellen en uitvoeren van een reconstructieplan betrokken overheden zich dienen in te spannen teneinde overeenstemming te bereiken over bedoelde betroldcenheid; 5 dat op 18 april 2003 op landelijk niveau bestuurlijke afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het reconstructieproces tussen het Rijk, de betrokken provincies en gemeenten, waarbij deze laatsten vertegenwoordigd zijn geweest door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en dat partijen hierbij het belang van het reconstructieproces hebben onderschreven en overeenstemming hebben bereikt over diverse, ook financiële, afspraken; oktober'03 6 dat Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant bij besluit van 17 januari 2003, nr 881495, hebben besloten tot de instelling van een zevental reconstructiecormnissies voor de betreffende reconstructiegebieden, welk besluit als bijlage 2 aan deze overeenkomst is gehecht en als zodanig is gewaarmerkt, verklaren te zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1 Doel van deze overeenkomst Het doel van deze bestuursovereenkomst is het vastleggen van afspraken over een gecoördineerde voorbereiding van het reconstiuctieplan voor het betreffende reconstructiegebied en over de daarmee verband houdende activiteiten van partijen, waaronder de voorbereiding van een overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het reconstructieplan, waarvoor het Krokusakkoord mede richtinggevend zal zijn, alsmede de afstemming van de procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 1 0 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; Artikel 2 Reconstructiecommissie 2.1 Bij de voorbereiding van het reconstructiepl an voor het reconstructiegebied werken partijen samen binnen een reconstructieconunissie, als bedoeld in artikel 6 van de reconstructiewet, waarin namens partijen de volgende aantallen leden zitting hebben: namens Gedeputeerde Staten: .... leden; namens de betrokken gemeentebesturen: .... leden als vertegenwoordigers van alle betrokken gemeentebesturen (alternatief .... leden per samenwerkingsverband van gemeenten, waarbij de volgende samenwerkingsverbanden worden onderscheiden); 2.2 De leden van de reconstructiecommissie dragen zorg voor afstenuning van hun standpunten met de organen die zij in de reconstructiecommissie vertegenwoordigen. 2.3 Ter ondersteuning en ter voorbereiding van besluitvorming door de reconsüuctiecommissie is op ambtelijk niveau een projectgroep ingesteld. Artikel 3 Opstellen reconstructieplan Gedeputeerde Staten zullen zich inspannen om al het nodige te doen ter voorbereiding van het reconstiuetieplan in overleg met de reconstructiecommissie. Artikel 4 Onderzoek naar toepassing doorwerkingsregehng De reconstructieconunissie doet aan Gedeputeerde Staten voorstellen voor de aanwijzing van onderdelen van het reconstructieplan die zullen worden aangewezen als delen van het reconstructiegebied als bedoeld in artikel 27 van de Reconstructiewet. Artikel 5 Voorbereidingsbesluiten en herziening van bestemmingsplannen 5.1 Gedeputeerde Staten leveren de gemeentebesturen al dan niet op hun verzoek tijdig de nodige onderzoeksgegevens waarover de provincie beschikt en welke gebruikt kunnen oktober '03 2 worden voor het onderzoek ten behoeve van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied als bedoeld in artikel 9 Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. 5.2 De gemeentebesturen zullen zich inspannen dat, indien Gedeputeerde Staten hierom verzoeken, de gemeenteraden een of meer voorbereidingsbesluiten nemen voor die gebieden waarvoor dat naar de mening van de reconstructiecommissie, dringend gewenst is ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen die het belang van de reconstructie kunnen schaden. 5.3 De gemeentebesturen zullen zich inspannen dat uiterlijk binnen één jaar na de datum van de inwerkingtreding van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in het tweede lid voor de gebieden waarop dat voorbereidingsbesluit of die voorbereidingsbesluiten betrekking hebben, een of meer ontwerpen van een herziening van bestenuningsplan(nen) ter inzage worden gelegd, door middel waarvan de ongewenste ontwikkelingen als bedoeld in dat lid worden tegengegaan. 5.4 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel zullen de gemeentebesturen zich er voor inspannen dat, indien Gedeputeerde Staten hierom verzoeken, zo spoedig mogelijk een of meer ontwerpen van een herziening van bestemmingsplan(nen) ter inzage worden gelegd voor die gebieden waarvoor dit naar de mening van de reconstluctieconunissie dringend gewenst is ter bevordering van ontwikkelingen die in het belang zijn van de reconstructie. Artikel 6 Vrijstelling van geldende bestemmingsplannen in verband met uitvoering van reconstructiemaatregelen De gemeentebesturen zullen zich inspannen dat, indien Gedeputeerde Staten hierom verzoeken, zo spoedig mogelijk een of meer besluiten ter verlening van vrijstelling als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO kunnen worden genomen voor die projecten, die naar de mening van de reconstructiecommissie dringend gewenst zijn ter bevordering van ontwikkelingen en maatregelen, die in het belang zijn van de reconstructie. Artikel 7 Kostenvergoeding De kosten die bestuursorganen van de gemeenten hebben moeten maken in verband met het in het belang van de reconstructie nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 en welke kosten om die reden redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van die gemeente behoren te komen, zullen door Gedeputeerde Staten op daartoe strekkend verzoek aan de desbetreffende gemeente worden vergoed, mits is aangetoond dat het besluit waarom het gaat, is genomen op verzoek van Gedeputeerde Staten. Artikel 8 Planschadevergoeding Planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, die als gevolg van besluiten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 door een gemeenteraad dient te worden toegekend, zal door Gedeputeerde Staten aan de desbetreffende gemeenteraad worden vergoed, mits: de planschadevergoeding niet of niet geheel ten laste van de gemeenteraad behoort te komen vanwege het specifieke belang voor de reconstructie van het schade veroorzakend besluit en; verzoekers om planschadevergoeding nog geen beroep kunnen doen op de schaderegeling zoals die is opgenomen in artikel 30 van de Reconstructiewet en; oktober '03 3 de gemeenteraad het schade veroorzakend besluit heeft genomen op uitdrukkelijk verzoek van Gedeputeerde Staten. 8.2 Onmiddellijk na de ontvangst van een verzoek om planschadevergoeding als bedoeld in het eerste lid, stuurt het gemeentebestuur een afschrift hiervan door aan Gedeputeerde Staten. 8.3 Gedeputeerde Staten stemmen in met toepassing van de procedureverordening 'planschadevergoeding' van de gemeente die het verzoek om vergoeding van planschade in behandeling neemt, met dien verstande dat Gedeputeerde Staten in elk geval nadat een externe schadebeoordelingscommissie of een andere door de gemeente ingeschakelde deskundige advies uitbrengt, zullen worden gehoord. 8.4 De op grond van het eerste lid van dit artikel te vergoeden kosten bestaan uit: de door de gemeenteraad toegekende planschadevergoeding, met dien verstande dat, ingeval tegen een gemeentelijk besluit op een verzoek om planschadevergoeding beroep wordt ingesteld, voor het door Gedeputeerde Staten aan de gemeente te betalen bedrag de uitspraak van de administratieve rechter in hoogste betrokken instantie bindend zal zijn, vermeerderd met de kosten van de ingevolge de procedureverordening uitgebrachte adviezen aan de gemeenteraad. Artikel 8a Planschade in de zin van artikel 49 WRO, die een gevolg is van gemeentelijke besluiten in de zin van artikel 5 en 6 maar die genomen zijn voordat deze bestuursovereenkomst is gesloten, zal door Gedeputeerde Staten aan de desbetreffende gemeenteraad worden vergoed onder dezelfde restricties als genoemd in artikel 8 lid 1 en verder met overeenkomstige toepassing van de leden 2, 3 en 4 van artikel 8 Artikel 9 Handhaving milieuregels Gedeputeerde Staten en de gemeentebesturen zullen als partij bij de bestuursovereenkomst milieuwethandhaving, partij'en genoegzaam bekend, in het kader van de uitvoering van die overeenkomst bevorderen dat zo mogelijk prioriteit wordt gegeven aan de handhaving van regelgeving die een essentiële bijdrage levert aan het welslagen van de reconstructie in het reconstructiegebied. Artikel 10 Inwerkingtreding en beëindiging van de overeenkomst en vervolgovereenkomst 10.1 Deze bestuursovereenkomst treedt onmiddellijk na ondertekening in werking en eindigt zodra het reconstructieplan is bekendgemaakt. 10.2 De overeenkomst kan niet tussentijds worden beëindigd. 10.3 Partijen zullen zich inspannen om bij het eindigen van deze overeenkomst op grond van het bepaalde in het eerste lid, een vervolgovereenkomst te sluiten waarin afspraken zullen worden gemaakt over de coördinatie van de besluitvorming en werkzaamheden van partijen bij de uitvoering van het reconstructieplan. Artikel 11 Wijziging van de overeenkomst Indien een partij, na ondertekening van deze bestuursovereenkomst, wijziging of aanvulling ervan wenst, formuleert zij een voorstel daartoe. Dit voorstel wordt binnen de reconstructiecommissie oktober'03 4 besproken en maakt, na bereikte overeenstemming hierover tussen partijen, deel uit van de overeenkomst. Artikel 12 Geschillenregeling Verschillen van mening tussen partijen ter zake de uitleg en uitvoering van deze overeenkomst zullen zoveel mogelijk langs mannelijke weg worden opgelost in gezamenlijk overleg. Indien een verschil van mening niet langs mannelijke weg is opgelost, wordt geacht een geschil te bestaan. Mocht één van de partijen besluiten een geschil voor te leggen aan de rechter, dan is ter zake van het geschil bevoegd de rechter in het arrondissement 's-Hertogenbosch. Artikel 13 Bijlagen Bij deze overeenkomst behoren de volgende bijlagen: Bijlage 1: kaart van het betreffende reconstructiegebied Bijlage 2: besluit Provinciale Staten van 17 januari 2003 tot het instellen van reconstructiecommissies. Aldus overeengekomen, in .... voud opgemaakt, De provincie Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch, d.d .......... .............................. gedeput eerde De raad van de gemeente .................... d.d . .............. ............................... voorzitter ............................... griffier Het college van de gemeente ............... d.d ......... ............................. voorzitter ............................. secretaris oktober'03 Toelichting bestuursovereenkomst reconstructiegebieden Partijen Het reconstiuetieproces is niet alleen een provinciaal proces. Het is een proces waarbij meerdere partijen betrokken zijn. Deze gedachte is tot uitdrukking gebracht in artikel 14, tweede lid van de reconstructiewet. Hierin is bepaald dat voorafgaand aan de opstelling van het reconstructieplan afspraken gemaakt worden omtrent de wijze waarop de betrokkenheid van partijen bij de totstandkoming en uitvoering van het reconstructieplan gewaarborgd zal zijn, alsmede de wijze waarop de afstemming met de procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen zijn gewaarborgd. Met de voorliggende bestuursovereenkomst wordt invulling gegeven aan dit artikel 14, lid 2 van de Reconstructiewet. Gezien de verschillende rollen van gemeenten en waterschappen in het reconstructieproces is de voorkeur gegeven aan het opstellen van twee afzonderlijke bestuursovereenkomsten. Inmiddels is de bestaursovereenkomst met de waterschappen op 21 februari 2003 ondertekend. Het betreft hier een overeenkomst die gesloten wordt tussen Gedeputeerde Staten enerzijds en besturen van gemeenten, gelegen in het reconstructiegebied anderzijds. Om het reconstructieproces te kunnen laten slagen is het vanzelfsprekend dat het provinciaal bestuur zich, in een zo -vroeg mogelijk stadium, zo veel mogelijk verzekert van medewerking van de betrokken partijen. Door middel van onderliggende bestuursovereenkomst tussen provincie en gemeenten worden waarborgen geschapen omtrent het procesverloop. Hierbij moet ook gedacht worden aan afspraken die regelen dat gemeenten in de gelegenheid worden gesteld te participeren in de besluitvorming over voornemens met betrekking tot de reconstructie. In het bijzonder ten aanzien van de ruimtelijk aspecten van de reconstructie in relatie tot het bestenuningsplan. Door middel van de onderliggende bestuursovereenkomst worden gemeenten in staat gesteld de voornemens met betrekking tot de reconstructie binnen de gemeente democratisch te legitimeren. (zie par. 4.2. 1. Memorie van Toelichting Reconstructiewet) De onderliggende bestuursovereenkomst voorziet niet in financiële bijdragen van de betrokken gemeenten. Op landelijk niveau zijn hierover in het Krokusakkoord van 18 april 2003 bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het.Rijk en de betrokken provincies en gemeenten. Partijen hebben het belang van het reconstructieproces onderschreven en een akkoord bereikt omtrent allerlei (financiële) afspraken die met name gericht zijn op de uitvoering van het reconstructieproces. Wat betreft het financiële aspect in deze bestuursovereenkomst: deze is vooral gericht op het treffen van een regeling voor de vergoeding van kosten die gemeenten mogelijk moeten maken in. verband met planologische maatregelen ter bescherming van het reconstructieproces. Artikel 1 De overeenkomst beperkt zich tot de periode van voorbereiding van het reconstructieplan. De uitvoering van het reconstructieplan zal op grond van een afzonderlijke overeenkomst plaatsvinden. Artikel 1 signaleert dit meteen, door erop te wijzen dat het voorbereiden van een nadere overeenkomst onderdeel uitmaakt van de taken van partijen op grond van de onderhavige overeenkomst. Die nadere overeenkomst zal er een zijn op basis van het dan al bekende reconstructieplan. Partijen zullen zich in die nadere overeenkomst confonneren aan dat plan en afspraken maken over de coördinatie van werkzaamheden. oktober '03 6 Artikel 2 De reconstructieconunissie is op basis van de Reconstructiewet ingesteld als een commissie in de zin van hoofdstuk V van de Provinciewet. De wet zegt niets over de taken en bevoegdheden van de reconstructiecommissie. Bij besluit van 17 januari 2003, nr 01/03F- zijn, door provinciale Staten een zevental reconstructiecommissies ingesteld als adviescommissies van Gedeputeerde Staten' met de daarbij behorende taken en bevoegdheden. (lid 1) In het algemeen kan gezegd worden dat aan de reconstructiecorinnissie de rol is toegekend om Gedeputeerde Staten te adviseren omtrent het reconstructieproces en de daannee samenhangende aangelegenheden, alsmede bij te dragen aan het oplossen van problemen en het stimuleren van activiteiten die verband houden met de reconstructie. De keerzijde van deze regeling is dat de betrokken vertegenwoordigers er wel voor moeten zorgen dat met de betrokken bestuursorganen goed wordt teruggekoppeld. Hierop ziet lid 2. De betrokkenheid van alle bij de reconstructie betrokken partijen wordt hiennee zoveel mogelijk gegarandeerd. De reconstructiecommissie heeft om haar taak goed uit te kunnen voeren, ondersteuning nodig. Deze ondersteuning wordt gegeven door een projectgroep, bestaande uit gebiedcoördinator, een planschijver en projectmedewerker. Artikel 3 Gedeputeerde Staten en de reconstructieconunissie zijn twee belangrijke organen in het kader van de reconstructie. Dit artikel spoort GS aan om zich voor de reconstructie in te zetten en bij de inspanningen de reconstructiecommissie te betrekken daar waar dit functioneel is. De reconstructiecommissie wordt via de overeenkomst betrokken bij een aantal belangrijke beslissingen. Andersom dient de reconstructiecomrnissie ervoor te zorgen dat er in voldoende mate afstemming plaatsvindt met GS. Dit verdient extra aandacht indien GS ervoor kiezen zich ambtelijk te laten vertegenwoordigen in de reconstructiecommissie. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de uit de Reconstructiewet sprekende noodzaak van een complementaire voorbereiding van beslissingen in het kader van de reconstructie, die het meest duidelijk blijkt uit de wettelijke opdracht om een bestuursovereenkomst te sluiten. Artikel 4 Een belangrijk doel van het bestuursconvenant zoals de Reconstructiewet dat noemt, is de afstemming van de activiteiten van de betrokken bestuursorganen. Dit terwijl de Reconstructiewet op zichzelf een betrekkelijk centralistische opzet kent. In dit artikel is aan de afstemmingsgedachte van artikel 14, lid 2, Reconstructiewet invulling te geven door de reconstructieconunissie, waarin alle bestuursorganen (al dan niet via clustering) zijn vertegenwoordigd voorstellen te laten doen aan GS voor de aanwijzing van artikel-27-gebieden, waarvoor de doorwerking het sterkst zal zijn. (art 27 Rew regelt de planologische doorwerking van het reconstructieplan) Artikelen 5 en 6 Ter voorbereiding van de opstelling - en daarna ook de uitvoering - van het reconstructieplan, is het noodzakelijk dat gemeenten de aanpassing van bestemmingsplannen ter hand nemen. Bij herziening van de bestemmingsplannen en andere planologische besluiten kan nader onderzoek gewenst zijn. Voorzover dit onderzoek past in, dan wel heeft plaatsgevonden ter voorbereiding van het reconstructieplan stelt de provincies de onderzoekgegevens beschikbaar aan de gemeenten (artikel 5.1). oktober'03 7 Bij aanpassing van bestenuningsplannen gaat het om zowel planologisch ruimte maken voor ontwikkelingen die passen biimen de reconstructiegedachten door het opstellen van bestemmingsplannen (artikel 5.3 en 5.4) en het verlenen van vrijstelling (artikel 6.1 en 6.2) als om het weren van negatieve ontwikkelingen door middel van het nemen van voorbereidingsbesluiten (artikel 5.2) en het voorkomen van een verkeerd gebruik van de vrijstelling (artikel 6.2). De artikelen 5 en 6 moet dan ook zo gelezen worden dat de reconstructieconunissie van mening is dat een verzoek aan de gemeente, om een besluit als bedoeld in art 5 en 6, moet worden gedaan. De reden om de reconstructieconirnissie hier op te nemen is dat indien de reconstructieconunissie unaniem een dergelijk mening is toegedaan, dat er sprake is van een breed draagvlak en bovendien heeft ook de gemeente haar inbreng kunnen leveren. Dit betekent dat indien Gedeputeerde Staten binnen het reconstructieproces een bepaalde ontwikkeling zouden willen stimuleren zij een verzoek moeten indienen bij de reconstructieconunissie. De reconstructieconimissie beoordeelt dan dit verzoek. Voor deze constructie is het niet nodig dat de reconstructiecommissie partij is bij deze bestuursovereenkomst. Het formele verzoek aan de betreffende gemeente wordt echter door Gedeputeerde Staten gedaan. Immers aan de reconstructiecomniissie is slechts een adviserende taak toegekend. Zie ook toelichting bij artikel 2. Voor de termijn van één jaar, zoals bedoeld in lid 3, is aangesloten bij het wettelijk termijn zoals opgenomen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De werking van een voorbereidingsbesluit vervalt namelijk indien niet binnen één,jaar na datum van inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit een ontwerp bestenuningsplan ter inzage is gelegd. Dit betekent dat aan een bepaalde ongewenste ontwikkeling alsnog medewerking verleend zal moeten worden. Een voorbereidingsbesluit wordt genomen met het oog op het weren van bepaalde ontwikkelingen die ongewenst zijn voor de voorgenomen reconstructie. Ook in verband met eventuele schadeclaims is het noodzakelijk dat er in het voorbereidingsbesluit een relatie wordt gelegd met de reconstructie. De kans dat een 'leeg' voorbereidingsbesluit wordt genomen, wordt derhalve dan ook niet reëel geacht. Aandacht is er voor de 'dubbelrol' die gedeputeerde Staten hier hebben. Enerzijds zijn Gedeputeerde Staten in het belang van de reconstructie voorstander van bepaalde ontwikkelingen, anderzijds zijn Gedeputereerde Staten ook verantwoordelijk voor de afgifte van de vereiste verklaring van geen bezwaar. Vandaar dat de formulering "kunnen worden genomen" is gebruikt. Immers de gemeentebesturen zijn voor het nemen van hun vrijstellingsbesluit afhankelijk van een vooraf verleende verklaring van geen bezwaar. Het feit dat Gedeputeerde Staten vanwege het, belang van de reconstructie voorstander zijn van een bepaalde ontwikkeling ontslaat het college uiteraard niet van de verplichting om een daarop gericht verzoek om een verklaring van geen bezwaar objectief en op zijn eigen merites te beoordelen. Artikel 7 Met het door gemeenten nemen van de in de artikelen 5 en 6 bedoelde besluiten, zijn kosten gemoeid. Artikel 7 voorziet erin dat deze kosten door de gemeenten bij de provincie kunnen worden gedeelareerd, indien deze kosten gemaakt worden in het kader van de voorbereiding van reconstructie. Gedurende de voorbereiding van het reconstructieproces zijn, bij brief van 4 juli 2002, de colleges van Burgemeester en Wethouders door Gedeputeerde Staten gevraagd actief in te spelen op toekomstige ontwikkelingen en kansen te benutten om de reconstructie tot een succes te maken. oktober'03 8 Als gevolg hiervan hebben een aantal gemeenteraden voorbereidingsbesluiten genomen. Er zijn ook gemeenten die op verzoek van de provincie (lees PPC) hun bestenuningsplan herzien hebben. Echter niet alleen de Gedeputeerde Staten van Noord Brabant hebben de gemeentebesturen om medewerking binnen het reconstructieproces verzocht. Bij brief van 14 februari 2002 heeft de Directeur Zuid van het Ministerie van LNV namens het Ministerie van VROM een beroep gedaan op de gemeentebesturen om met name ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Centrale gedachte is het voorzorgbeginsel. Er wordt vanuit gegaan dat deze gedachte in de gemeentelijke vergunningverlening wordt meegenomen. Daar waar gemeente deze afweging onzorgvuldig maken, behoudt het l@ijk zich het recht voor om bij de beoordeling van de reconstructieplannen geen reconstructiemiddelen in te zetten voor de sanering van recent gecreëerde probleemgevallen. Het zou inderdaad redelijk zijn dat als Gedeputeerde Staten een verzoek doen aan de gemeente dat zij ook voor de bijbehorende kosten zorg dragen. Met andere woorden er moet een relatie zijn tussen het verzoek van Gedeputeerde Staten, brief 4 juli 2002, en het gemeentelijke besluit. Gedeputeerde Staten zullen de kosten, alsook de schadeclaims voor haar rekening nemen indien gemeentebesturen aantonen dat zij het besluit tot herzien van het bestemmingsplan en/of het verlenen van vrijstelling hebben genomen als gevolg van een verzoek om medewerking van Gedeputeerde Staten. In de argumentatie van de gemeentelijke besluiten zal bijvoorbeeld een verwijzing opgenomen moeten zijn naar het provinciaal verzoek van 4 juli 2002. Bij het redigeren van dit artikel is aansluiting gezocht bij de fortnulering, die voorkomt in diverse wettelijke voorschriften, die een regeling bevatten waarop een burger een beroep kan doen als er sprake is van nadeelcompensatie of planschade. Hierin komt altijd een bepaling voor dat er sprake moet zijn van kosten of schade die redelijkerwijs niet ten laste van de burger behoort te komen. Er kunnen omstandigheden zijn dat een besluit dat in het belang van de reconstructie is, om andere redenen toch al genomen zou (moeten) worden. Om misverstanden omtrent het vergoeden van kosten te voorkomen. De in artikel 7 bedoelde kosten zijn kosten die de gemeente heeft moeten maken om de besluiten in de zin van artikel 5 en 6 te kunnen nemen. Hieronder vallen plan- en publicatiekosten. Van belang is dat er een relatie is tussen het verzoek om planologische maatregelen en het genomen gemeentelijk besluit. Voor deze formulering van artikel 7 is gekozen om aan te geven dat de gemeenten inderdaad iets extra's hebben moeten doen in verband met de reconstructie, wat zij zonder reconstructie (nog) niet zouden hebben gedaan. Artikel 8 Aan de besluiten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 zijn niet alleen kosten verbonden die samenhangen met het nemen van die besluiten, maar ook kunnen degenen die door dergelijke besluiten schade lijden een verzoek doen om bijvoorbeeld planschadevergoeding (art. 49 WRO). Mits op de gebruikelijke zorgvuldige wijze voorbereid, zullen onherroepelijke besluiten van gemeenteraden tot het toekennen van (plan)schadevergoeding, voor de provincie aanleiding zijn om deze te betalen, mits voldaan is aan de voorwaarden genoemd in artikel 8. Het schadeveroor- zakende besluit is door gemeenteraad op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van Gedeputeerde Staten genomen. Om onduidelijkheden te ven-nijden moet door Gedeputeerde Staten schriftelijk een uitdrukkelijke verzoek aan de gemeente gedaan worden. Voor alle duidelijkheid wordt benadrukt dat het niet de bedoeling is om de eerder genoemde brieven van de provincie of reconstructiecommissie te beschouwen als een uitdrukkelijk verzoek oktober'03 9 om alsnog anno 2003 een voorbereidingsbesluit te nemen. Indien de medewerking van gemeenten nodig is zal de gedeputeerde Staten een verzoek richting gemeenten moeten doen. Gemeenten hebben in de regel een planschadeverordening waarin geregeld wordt de wijze waarop schade wordt vastgesteld. In het derde lid van artikel 8 wordt bepaald dat Gedeputeerde Staten instennnen met de planschadeverordeningen van de betreffende gemeenten. Gedeputeerde Staten stemmen dus in met de afdoening van schadeelaims via de gemeentelijke planschadeverordening. In een groot aantal gevallen is in de gemeentelijk planschadeverordening SAOZ aangewezen als vaste en onafhankelijke schadebeoordelingscommissie. Indien de gemeenteraad aanleiding ziet om het verzoek om planschade te vergoeden kan deze verhaald worden op Gedeputeerde Staten, mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden. Indien een gemeente niet beschikt over een gemeentelijke planschadeverordening zal ook SAOZ, als onafhankelijke schadebeoordelingsdeskundige, ingeschakeld worden. Het verzoek om planschade wordt dan op vergelijkbare wijze afgedaan. Opname van artikel 8 is het logische complement van de artikelen 5 en 6 als gemeenten zich ertoe verbinden om planologische maatregelen te nemen in het belang van de reconstructie, behoort daarbij ook een zelfde systematiek van kostenvergoeding als zal gelden wanneer de reconstructiewet eenmaal van toepassing is. Artikel 8a Zoals eerder aangegeven zijn gedurende de voorbereiding van het reconstructieproces en voorafgaand aan de ondertekening van de bestuursovereenkomst gemeenten gevraagd om medewerking te verlenen aan het reconstructieproces door zowel de provincie als Ministerie van LNV. (zie ook toelichting art 7) Er zijn gemeenten die aan dit verzoek gehoor hebben gegeven door voorbereidingsbesluiten te nemen. Een aantal gemeenten hebben zelfs hun bestemmingsplan herzien. Eventuele planschadeclaims vallen niet onder de werking van artikel 8. Om die reden is artikel 8a in de onderhavige bestuursovereenkomst opgenomen. Ook hier geldt dat planschadeclaims via de gemeentelijke planschadeverordening worden afgedaan. De leden 8.2, 8.3 en 8.4 van artikel 8 zijn overeenkomstig van toepassing verldaard. Opgemerkt dient te worden, zowel bij artikel 8 en artikel 8a, dat het indienen van een verzoek om planschade pas mogelijk is na de terinzage legging van een vastgesteld bestemmingsplan. Dit betekent mischien wel na het beëindigen van onderhavige bestuursovereenkomst. Indien een schadeclaim wordt ingediend nadat het reconstructieplan in werking is getreden en deze bestuursovereenkomst dus is beeindigd, wordt het verzoek om planschade alsnog afgehandeld door middel van de schaderegeling van de onderhavige bestuursovereenkomst. Voorbereidingsbesluiten die genomen zijn in het kader van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (RBV) / Ruimte voor ruimte vallen buiten het bestek van deze overeenkomst. Het betreft hier de uitvoering van een rijksregeling die los staat van Reconstructiewet. Artikel 9 Handhaving van de milieuwetgeving heeft in algemene zin prioriteit, zoals blijkt uit de bestuursovereenkomst milleuwethandhaving. Artikel 9 brengt hierbinnen een nadere prioritering aan, door voorrang te geven aan de handhaving van milleuregels die voor de reconstructie positief uitwerken. oktober'03 10 Artikel 10 De overeenkomst eindigt zodra het reconstructieplan is bekend gemaakt op de door de wet voorgeschreven wijze. Op dat moment is er inuners de basis voor het sluiten van een nadere overeenkomst, omdat dan bij alle besluiten kan worden gerefereerd aan een vaste basis. Wel zal in de vervolgovereenkomst een regeling moeten worden opgenomen voor het geval bezwaren en beroepen tegen het reconstructieplan slagen. Artikel 11 Dit artikel moet in die zin worden uitgelegd dat indien een paffij (GS, gemeenteraad, B&W) wijzigig / aanvulling van de bestuursovereenkomst wenst, zij hiertoe een voorstel formuleert. Dit voorstel wordt vervolgens in de reconstructiecommissie besproken. Na overeenstemming over de wijziging / aanvulling tussen partijen bij de bestuursovereenkomst maakt deze onderdeel uit van de overeenkomst. Een wijziging / aanvulling van de bestuursovereenkomst dient derhalve ook door de gemeenteraad en het college van B&W, zijnde partijen bij de overeenkomst te worden ondertekend. Artikel 12 De inhoud van dit artikel spreekt voor zich Artikel 13 De inhoud van dit artikel spreekt voor zich. oktober '03 -SIDE-LETTER- behorende bij de bestuursoveireenkomst ex artikel 14 Reconstractiewet tussen provincie Noord- Brabant en de gemeenten in de Provincie Noord-Brabant in het kader van de voorbereiding van reconstmctiepla.unen. Partijen: De Provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de Commissaris van de koningin in die provincie, die voor het aangaan en ondertekenen van deze overeenkomst, als haar bijzondere gemachtigde heeft aangewezen, het college van Gedeputeerde Staten, welk college handelt op grond van voornoemde bijzondere machtiging en tevens handelend op grond van en ter uitvoering van eigen bestuursbevoegdheid en wel de bevoegdheid genoemd in artikel 14 van de Reconstructiewet concentratiegebieden, hierna in die laatste kwaliteit, vertegenwoordigd door het lid van hun college belast met de portefeuille Revitalisering landelijk gebied, de heer drs. P. Rüpp, hierna aangeduid als Cceollege van Gedeputeerde Staten", De raad van de gemeente Helmond, Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond. Overwegende: dat de ontwikkeling van de stedelijke uitbreidingen Brandevoort en Berenbroek in Helmond belemmerd wordt doordat intensieve veehouderijen ter plaatse alleen verworven kunnen worden op basis van verplaatsing naar elders beschikbare locaties; dat onder meer met behulp van het Ruimte voor Ruimte instrumentarium en de reconstructie er tussen partijen een inspanningsverplichting bestaat al het mogelijke te bewerkstelliggen vrijkomende alternatieve locaties hiervoor in aanmerking te laten komen. dat voorts in verband met het ontbreken van een procedureverordening planschadevergoeding in de gemeente Helmond artikel 8, derde lid van de hierbovengenoemde bestuursovereenkomst als volgt gelezen moet worden: "Gedeputeerde Staten stemmen in met de pi@ocedure die de gemeende Helmond hanteert bij het in behandeling nemen van een verzoek om planschade". Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt, College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant, d.d gedeputeerde Kanttekening van de gemeente Helmondl, bij brief van P??? 2004, kenmerk PP??, bij het aangaan van de hier bedoelde bestuursovereenkomst. De raad van de gemeente Helmond, d.d voorzitter 'ffier gri Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond, d.d. voorzitter secretaris Kanttekening van de gemeente Helmondl, bij brief van P P P P 2004, kenmerk ? P P P, bij het aangaan van de hier bedoelde bestuursovereenkomst. |