Raadsnotulen

Documentdatum 07-12-2004
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsnotulen
Samenvatting

NOTULEN

DERTIENDE

vergadering van de gemeenteraad van Helmond, gehouden op dinsdag 7 december

2004 om 19.30 uur.

Bij aanvang van de vergadering zijn aanwezig de leden: J.F. Boetzkes, L den Breejen, C.H.M.

van der Burgt, W.M.H. Dams, H.M.J.M. van Dijk, S. Ferwerda, LT.J. Fransen, J.L Henraat, EAH. van

Kilsdonk, G.T.H. Klaus, W. Klerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw-Jongejans,

mevrouw MAJ. Mattheij-van Woensel, mevrouw A Meinardi, S. Mokadim, TJ. van Mullekom, M.

Naoum, G.B. Praasterink, LJA Ristenpatt, J.H.J.M. Roefs, AJ.G. Sauvé, LM.M. Smits, OAW.M.

Spierings, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, A Spruijt, P.H.C. Streed er, MA Tijani, T.J.W. van

de Ven, J.G.M. Verbakei, C.J.M. Vereijken, mevrouw EP.W. de Voogd-van Dortmont, J.M.C. van

Wetering, AF.H. Wijnen, mevrouw JAM. Witteveen-van den Berg en S.H. Yeyden.

Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethlehem, RAC. van Heugten, J.B.C.W. van den Heuvel,

mevrouw B.M. Houthooft-Stockx en P.G.M. Tielemans.

VOORZITTER: drs. AAM. Jacobs, burgemeester,

GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers.

De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt:

Wij hebben vanavond vele gasten op de publieke tribune. De grote belangstelling voor de raad

van de gemeente Helmond doet ons goed.

Dames en heren! Wij beginnen de vergadering altijd met een korte overdenking. Daarbij wil ik

graag ons medeleven uitspreken met de koninklijke familie bij het overlijden van Prins Bernhard. Er is al

heel veel over gezegd, maar ik denk dat wij het er allemaal over eens zijn dat wij onze Prins veel dank

verschuldigd zijn. Ik hoop dat u dit bij uw overdenking wilt betrekken.

(Hierop nemen de aanwezigen staande enige

ogenblikken van stilte in acht.)

Nadat de aanwezigen weer zijn gaan zitten, spreekt de VOORZITTER als volgt:

Er hebben zich twee insprekers gemeld. Eerst zal de heer Dijkers van de Regionale Voedsel-

bank Zuidoost-Brabant inspreken naar aanleiding van ingekomen stuk 21, aangevuld met de

antwoordbrief van het college van burgemeester en wethouders.

Daarna zal de heer De Rijk voor Klein Arsenal inspreken naar aanleiding van agendapunt 19.

Ik verzoek de insprekers zich te beperken tot de toegestane vijf minuten.

De heer DIJKERS: Mijnheer de voorzitter, dames en heren! Allereerst mijn dank voor het feit

dat ik vanavond het woord tot u mag richten. Dat doe ik naar aanleiding van de afwijzende reactie van

het college op ons verzoek om subsidie. Ik vind het jammer dat wij tot nu toe geen gelegenheid gehad

hebben om de reden aan te geven waarom wij om subsidie vragen. Maar nu kan ik dat even doen.

Misschien is het verstandig eerst te vertellen wat de doelstellingen van de Voedselbank zijn.

Dat is ten eerste de verspilling van voedsel tegengaan en ten tweede het voedsel dat vrijkomt, ten

goede doen komen van mensen die in stille armoede leven. Dat zijn vaak mensen die in de financiële

problemen zijn gekomen en te maken hebben met schuldsanering.

De Voedselbank is een initiatief van Toon en Eliane van Bakel uit Aarle-Rixtel geweest. Ook zij

verkeerden in een moeilijke situatie en op een gegeven moment wilden zij mensen in moeilijke

omstandigheden gaan helpen, omdat zij uit ervaring wisten hoe moeilijk het was om de eindjes aan

elkaar te knopen.

Wat is de doelgroep van de Voedselbank? Wij proberen uit te gaan van een op maandbasis

netto vrij te besteden inkomen. Dat hebben wij voor een volwassene gesteld op ¿ 200,--. Voor iedere

volwassene meer komt daar ¿ 50,-- bij en voor ieder kind ¿ 25,--. Een simpel voorbeeld: voor een

gezin met twee kinderen stellen wij het vrij besteedbaar inkomen op ¿ 300,--. Heeft een gezin minder

te besteden, dan zorgt de Voedselbank ervoor dat dit gezin een voedselpakket krijgt waar het drie tot

-2-

7 december 2004

vier dagen mee vooruit kan. De mensen moeten ervoor tekenen dat zij een voedselpakket krijgen en

dat zij het niet zullen verkopen. Als zij dat wel zouden doen, komt de Voedselbank in de problemen

omdat degenen die de levensmiddelen gratis verstrekken, niet blij zullen zijn als die weer de markt op

komen. Degenen die in aanmerking komen voor een voedselpakket, zullen dat zeker niet weer gaan

verkopen.

De mensen aan wie een voedselpakket wordt uitgereikt, worden meestal aangebracht via het

maatschappelijk werk of via kerkelijke instanties en ook via de schuldsanering. Als stichting hebben

wij geen politiemacht of rechterlijke macht tot onze beschikking om te controleren of de gegevens

waarop wij ons baseren, helemaal juist zijn. Wij zullen de mensen ook nooit vragen hoe zij in de pro-

blemen geraakt zijn. Het enige dat wij doen is, proberen de mensen te helpen en ervoor zorgen dat zij

en hun kinderen in ieder geval voedsel krijgen.

Dan iets over de ontwikkelingen van de laatste tijd. Ik heb al aangegeven dat Toon en Eliane

ooit een keer begonnen zijn. Dat deden zij met een pakkelje of vijf, zes. Inmiddels zitten wij op week-

basis op 450 a 500 pakketten, die wij iedere donderdag uitreiken in de Brantstraat 2a. 's Morgens

worden ze verstrekt voor mensen in de regio. Vrijwilligers uit andere gemeentes (Oss, Veghel, Venlo,

Tilburg, Geldrop, Veldhoven enz.) komen naar de Brantstraat toe om de pakketten voor de mensen uit

deze gemeentes op te halen. Vervolgens worden ze in de gemeentes zelf weer aan de mensen uit-

gereikt. 's Middags komende mensen uit de regio Helmond naar ons toe om hun pakket op te halen.

Heeft het zin wat de Voedselbank doet? Ja, dat heeft zin. Wij moeten echter wel kosten maken

om de pakketten bij de mensen te krijgen. Als je de kosten uitrekent, kom je op ¿ 2,-- EI 3,-- per pakket.

Maar daarmee hebben de mensen wel een kleine week goed te eten. Wij hebben de gemeente een

projectplan opgestuurd waarin heel keurig alle zaken, ook logistieke zaken zoals vervoer en opslag,

staan vermeld. Stel dat wij van Unilever spullen krijgen. Dan moeten die in een diepvrieswagen naar

Helmond gebracht worden en hier in een koelruimte worden opgeslagen. Zowel voor de ruimte als de

auto zijn investeringen nodig geweest. Verder kost het geld om een auto te laten rijden en de huur van

het pand moet ook betaald worden. Om structureel wat aan al die kosten te doen, hebben wij aan alle

gemeentes in de regio gevraagd of zij ons willen helpen.

De vraag is natuurlijk ook hoe lang de Voedselbank nodig is. Wij helpen sowieso mensen die

een schuldsaneringsregeling hebben omdat deze mensen en hun gezin, naast de schuldsanering,

eigenlijk niet meer geholpen kunnen worden. Zolang deze mensen er zijn en er vanuit de politiek niet

adequaat hulp wordt geboden, zal de Voedselbank helaas moeten blijven bestaan.

Het gebied dat de Voedselbank bestrijkt, loopt ongeveer van Tilburg naar Venlo en dan naar

beneden tot aan de Belgische grens. In Helmond wonen globaal 35.000 gezinnen. Daaronder zijn

5000 gezinnen met een laag inkomen en 850 gezinnen hebben langdurig een minimaal inkomen.

Voorzitter, ik heb geprobeerd te verduidelijken wat ons doel is en wat wij doen. Het college

schrijft in zijn brief dat er voldoende sociale middelen zijn om de mensen die in armoede leven op te

vangen. Ik denk dat dit niet waar is. Dat is net zoiets als tegen de mensen zeggen: leest u maar een

kookboek, dan heeft u ook te eten gehad. Zo is het natuurlijk niet.

Ik dank u voor uw aandacht.

De VOORZITTER: Heeft u uw verhaal op papier staan?

De heer DIJKERS: Nee, voorzitter. Ik heb wel een kort persbericht en een ondernemingsplan

waar alles in staat.

De VOORZITTER: Het ondernemingsplan hebben wij al.

De heer KLAUS (SP): Voorzitter, ik zou graag een vraag stellen.

De VOORZITTER: U mag een vraag stellen als u iets niet begrepen heeft of wilt weten. Het is

niet de bedoeling dat wij nu met elkaar in debat gaan.

De heer KLAUS (SP): Mijn vraag is of er een kopie van het ondernemingsplan naar de fracties

toe kan komen.

De VOORZITTER: Ja, daar zullen wij voor zorgen.

Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Wat moeten wij met het kranten-

bericht dat de moederorganisatie Voedselbank Nederland niet op de hoogte was van mogelijke finan-

ciële problemen bij de Brabantse tak? Volgens de voorzitster, mevrouw Sies, heeft de moeder-

-3-

7 december 2004

organisatie geen signalen daarover ontvangen, want anders zou men een handreiking hebben

geboden. Kan de heer Dijkers mij daar duidelijkheid over geven?

De heer DIJKERS: Ik ken mevrouw Carla Sies, want ik zit met haar in de landelijke overleg-

groep. Ik weet niet exact wat er in het krantenbericht staat, maar ik weet wel dat het niet is zoals het

nu wordt verteld. In het artikel staat namelijk dat de Voedselbank geen hulp krijgt van gemeentes,

maar dat is wel degelijk het geval. De gemeente Rotterdam heeft via het Havenbedrijf 1700 vierkante

meter opslagruimte ter beschikking gesteld voor het symbolische bedrag van één euro per jaar.

Verder heeft de Voedselbank subsidie aangevraagd bij de gemeente Rotterdam en bij de gemeente

Den Haag, want ook daar steunt men op het particulier initiatief.

Het is overigens niet zo dat wij acute problemen hebben. Wel willen wij proberen onze financiën

structureel op orde te krijgen, zodat wij verder dan een halfjaar vooruit kunnen kijken. Daarvoor is het

nodig dat wij niet alleen afhankelijk zijn van giften van particulieren.

Mevrouw MATTHEIJ-VAN WOENSEL (CDA): Voorzitter! Ik begrijp van de heer Dijkers dat de

Voedselbank het voedsel gratis krijgt en dat vrijwilligers vervolgens de pakketten samenstellen. Heeft

de Voedselbank wel eens overwogen om, teneinde aan de nodige financiën te komen, een heel kleine

bijdrage voor de pakketten te vragen, bijvoorbeeld de kostprijs van twee of drie euro?

De heer DIJKERS: Nee, dat hebben wij niet overwogen en dat zullen wij ook niet gaan doen.

Wij krijgen het voedsel gratis. Als de leveranciers die het voedsel beschikbaar stellen horen dat wij

daar geld voor vragen en daarmee het commerciële circuit in gaan, dan krijgen wij daar problemen

over met onze leveranciers. Dat willen wij zeker niet.

Mevrouw MEINARDI (GL/D66): Voorzitter! Ik constateer dat de Voedselbank een goed geoliede

organisatie heeft opgezet die ook op de langere termijn wil doorgaan en groeien. Wij denken echter

dat er in de toekomst meer preventie moet komen.

De VOORZITTER: Mevrouw Meinardi, u gaat nu een verklaring afleggen. Het is nu alleen toe-

gestaan een verduidelijkende vraag te stellen.

Mevrouw MEINARDI (GL/D66): Voorzitter! Ik heb begrepen dat de instanties indiceren voor

hulp van de Voedsel bank. Mijn vraag is of de heer Dijkers een rol ziet weggelegd voor de Voedsel-

bank om mee te helpen aan een betere preventie, zodat mensen met financiële problemen eerder en

beter geholpen worden.

De heer DIJKERS: Ik zie niet dat wij dat kunnen. Wij zijn allemaal vrijwilligers. Zelf heb ik een

40-urige job en werk ik als vrijwilliger mee bij de Voedsel bank. Alles wat wij doen, is eraan meewerken

dat mensen voedsel krijgen. Wij vragen niet naar het waarom en gaan de mensen niet helpen met hun

financiën, net zomin als wij een analfabeet zouden helpen te Ieren lezen en schrijven. Voor ander

soort hulp moeten de mensen naar andere instanties toe gaan. Wat wij doen, is alleen maar helpen te

voorzien in de primaire behoefte aan voedsel.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik neem aan dat wij op het onderwerp terugkomen als onder

agendapunt 4 het desbetreffende ingekomen stuk aan de orde is.

De VOORZITTER: Ja. Onder agendapunt 4 is aan de orde of de raad kan instemmen met de

antwoordbrief van het college. Dat betekent dat wij geen inhoudelijk debat gaan voeren.

De heer SMITS (HB): Dat is duidelijk, voorzitter.

Ik lees de krant natuurlijk ook en heb begrepen dat de Voedsel bank waarschijnlijk in financiële

nood komt. Daarom zou ik de heer Dijkers willen vragen hoe hoog de nood op dit moment is.

De heer DIJKERS: Voor zover wij het kunnen overzien, kunnen wij ongeveer nog een halfjaar

vooruit. Omdat wij afhankelijk zijn van giften, kunnen wij nooit exact zeggen wat onze inkomsten zijn.

Wel weten wij hoeveel wij kwijt zijn aan vaste kosten voor benzine, verzekeringen, huur van het pand,

gas, water, licht enz.

De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Ik heb twee vragen aan de heer Dijkers.

-4-

7 december 2004

Uit het subsidieverzoek van de Voedsel bank maak ik op dat men ook op de lange termijn bezig

is. Verwacht de heer Dijkers dat de situatie van de mensen waar de Voedselbank zich op richt ook

voor de lange termijn blijvend is?

In de krant is meermaals het bedrag van ¿ 70.000,-- genoemd. Klopt dat bedrag?

De heer DIJKERS: Wij hebben een budgetplan gemaakt dat staat in ons ondernemingsplan.

Dat komt voor het komende jaar uit op ongeveer ¿ 53.000,--. Wij kenden de kosten tot en met

september en wij zijn zo vrij geweest om aan de hand daarvan de kosten tot het eind van het jaar te

berekenen. Volgend jaar wil de Voedselbank meer pakketten beschikbaar stellen, omdat de situatie

niet is verbeterd en wij verwachten dat wij daardoor gaan naar een bedrag van ¿ 60.000,-- tot

65.000,--. Zolang de situatie blijft zoals die is, willen wij de mensen kunnen blijven helpen. Op zich

zouden wij als Voedselbank er liever niet zijn, maar feit is dat wij er wel zijn, omdat het vangnet

schijnbaar niet voldoende is om mensen in een financieel moeilijke situatie op te vangen.

De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Ik wil graag duidelijkheid. Verwacht de heer Dijkers dat

het aantal klanten in de toekomst toeneemt?

De heer DIJKERS: Ja, absoluut. Ik heb zo-even al wat cijfers gegeven. De raad zal de

gegevens kennen en weten dat in Nederland 3% van de mensen in armoede leeft. Dit geldt voor 3%

van 17 miljoen inwoners, dus voor 510.000 mensen. Helmond heeft 80.000 inwoners en 3% daarvan

komt neer op 2400 mensen.

De heer PRAASTERINK (SDOH): De Voedselbank bedient een heel groot gebied. Zijn de

getallen die de heer Dijkers heeft genoemd voor dat hele grote gebied?

De heer DIJKERS: Ja, dat klopt.

De heer PRAASTERINK (SDOH): Vraag twee is, gezien het feit dat de Voedselbank met een

heleboel regiogemeentes te maken heeft, wat de andere gemeentes doen?

De heer DIJKERS: Er zijn drie gemeentes die ons al helpen: Veghel, Geldrop en Veldhoven.

Behalve Helmond hebben wij natuurlijk ook de andere gemeentes in de regio aangesproken. Toen ik

een gesprek had met mensen van de gemeente GemerUBakel zeiden zij, toen zij het een beetje

benauwd kregen, dat zij de zaak wel bij de Peelgemeenten zouden inbrengen. Dat vond ik nu echt

een goedkope manier om er onderuit te komen.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik zou graag een ordevoorstel doen.

Aan de vragen van de heer Dijkers en de vragen die bij de raad leven, merk ik dat er behoefte

aan is om het onderwerp nader te bespreken. In een vergadering van de commissie samenleving en

misschien ook wel de commissie MO&E kunnen wij dan eens goed met de heer Dijkers in discussie

gaan over het onderwerp en ook de antwoordbrief van het college op het subsidieverzoek van de

Voedselbank.

Mijn ordevoorstel is, voorzitter, om het verzoek van de Voedselbank en de antwoordbrief van

het college terug te verwijzen naar de commissie samenleving, en misschien ook wel de commissie

MO&E, om er daarover te spreken.

Overigens had ik de excuses verwacht van het college voor het feit dat de antwoordbrief al ver-

stuurd was, voordat wij er als raad over hadden kunnen spreken.

De VOORZITTER: Ik hoop niet dat u denkt, mijnheer Smits, dat ik de vazal van een papegaai

ben, want ik heb...

De heer SMITS (HB): Dan weet ik niet wie hier de papegaai is, voorzitter.

De VOORZITTER: U heeft heel slecht geluisterd bij de begrotingsbehandeling, mijnheer Smits.

Toen u het punt van de afhandeling van de brief van de Voedselbank tijdens de begrotingsverga-

dering aan de orde stelde heb ik, nadat de griffier het desbetreffende stuk had opgezocht, meteen

mijn excuses voor onze vergissing gemaakt. Ik denk dat andere raadsleden zich dat levendig kunnen

herinneren en het lijkt mij dat ik mijn excuses niet aan het begin van elke vergadering hoef te her-

halen. Dat noem ik papegaaien.

-5-

7 december 2004

De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik heb niet zozeer een vraag als wel een suggestie

aan het adres van het college, althans, als ik die nu mag doen.

De VOORZITTER: Nee, dat mag niet in het kader van een vragenuur. Het lijkt mij goed als ik nu

eerst de mening van de raad vraag over het ordevoorstel van de heer Smits om het onderwerp van de

ingekomen brief te verwijzen naar de commissie samenleving en daar de antwoordbrief van het

college bij te betrekken.

Ik zie overal instemmend geknik en ik stel vast dat het onderwerp geagendeerd zal worden voor

de januarivergadering van de commissie samenleving, met daarbij de kopie van het ondernemings-

plan waarom de heer Klaus gevraagd heeft.

Dames en heren! Hiermee is het onderwerp voldoende behandeld. Ik dank de heer Dijkers voor

zijn bijdrage.

Hierna verleent de VOORZITTER het woord aan de heer De Rijk.

De heer DE RIJK: Geachte voorzitter, geacht college, geachte gemeenteraadsleden! Allereerst

wil ik opmerken dat ik namens zeven andere burgers van de gemeente Helmond verlenging van de

spreektijd heb gevraagd. Dit verzoek is helaas afgewezen, waarvan akte.

Vanavond is het vierde bedrijf van het dossier Klein Arsenal aan de orde, waarbij ik reken vanaf

3 december 2002. Naar het standpunt van Klein Arsenal is het geen hoofdpijndossier, zoals laatst in

de krant stond, maar een dossier van de lange adem.

Van het dossier Klein Arsenal wil ik ingaan op twee aspecten: het juridische traject met betrek-

king tot de status van veld 2 op sportpark Houtsdonk en het cultuurtechnische en publiekrechtelijke

traject aangaande de herhuisvesting van Klein Arsenal op het sportpark.

1. Het juridische traject.

Het is bekend dat de huurovereenkomst met HW is opgezegd, maar dat HW toch nog gebruik

blijft maken van veld 2 op sportpark Houtsdonk. Er is een procedure gevoerd en er is bij de rechtbank

een ontruimingsvordering door de gemeente ingediend. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld, en

zijn overweging om tot dit oordeel te komen is heel belangrijk, dat wanneer veld 3 aan redelijke kwali-

teitseisen voldoet zodat het door HW volwaardig gebruikt kan worden en wanneer er concreet zicht is

op het feit dat Klein Arsenal gebruik kan maken van kleedaccommodatie en van verlichting op veld 2,

de situatie wezenlijk anders komt te liggen. Naar het standpunt van Klein Arsenal komt het standpunt

van de voorzieningenrechter erop neer dat, wanneer veld 3 is opgeknapt en veld 2 is voorzien van

kleedaccommodatie en verlichting, HW veld 2 dient te verlaten.

Met andere woorden: thans is heel concreet en duidelijk aan welke juridische voorwaarden het

college moet voldoen om veld 2 ontruimd te krijgen. In dat verband wijs ik op een schrijven dat HW

op 16 januari 2004 heeft verzonden aan de commissie samenleving, waarin HW uitspreekt dat men

onder voorwaarden bereid is medegebruik door Klein Arsenal van sportpark Houtsdonk toe te staan.

Nogmaals: het college weet aan welke voorwaarden het dient te voldoen om te komen tot ontruiming

van veld 2 en de herhuisvesting van Klein Arsenal mogelijk te maken.

2. Het cultuurtechnische en publiekrechtelijke traject.

Eind november 2003 is heeft de KNVB een accommodatiecheck uitgevoerd op sportpark

Houtsdonk. Daaruit is naar voren gekomen dat veld 3 opgeknapt moet worden. Dat is eind 2003 bij

het college aan de orde gesteld. In ieder geval heeft op 16 februari de verantwoordelijke wethouder

gezegd dat een offertetraject in werking moest worden gesteld. Dat is min of meer stilgelegd in

verband met de gemeenteraadsvergadering van begin april 2004. Er is toen, wat Iaat, een kortgeding-

vordering ingediend. Eind augustus 2004 is het kort geding pas behandeld en op 14 september is

daar een vonnis uitgerold. Op 15 september heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de wet-

houder en Klein Arsenal, waarbij het Klein Arsenal gebleken is dat het offertetraject nog in gang moest

worden gezet.

Dan enkele opmerkingen met betrekking tot de bedragen in het collegevoorstel dat het college

vandaag aan de raad ter beslissing heeft voorgelegd. Heel uitdrukkelijk wil ik namens Klein Arsenal

opmerken dat het gaat om offertebedragen. Commercieel bekeken betekent dit dat de bedragen lager

kunnen uitkomen in het kader van het aanbestedingstraject. Ik doe een beroep op het college dat het,

als het raadsvoorstel wordt aangenomen, acht slaat op dit aspect.

Ook blijkt uit de cijfers die in het collegevoorstel zijn verwerkt, dat ineens ¿ 50.000,-- aan amb-

telijke kosten in mindering wordt gebracht op het budget. Klein Arsenal heeft zich, met alle respect,

altijd op het standpunt gesteld dat de ambtenaren hun werk doen en er ook zitten om hun werk te

doen. Het is nogal wat om opeens op het dossier Klein Arsenal een fors bedrag af te schrijven. Zoiets

mag in het kader van de belangenafweging niet aan de orde zijn.

-6-

7 december 2004

Het publiekrechtelijke traject is heel belangrijk. De bouwvergunning is verleend, de kap-

vergunning is verleend, de vergunning voor het aanleggen van de verlichting is verleend, de WRO-

vrijstelling ex artikel 19, lid 2, is door het college bij de provincie aangevraagd en inmiddels is de vrij-

stelling aan het college verleend. Behoudens een bouwvergunning zijn andere vergunningen onher-

roepelijk. Verder is het belangrijk dat er in het kader van de zienswijze- en bezwaarschriftenprocedure

maar één belanghebbende een bezwaar en een zienswijze heeft ingediend, te weten voetbal-

vereniging HW. De verwachting is dat, met inachtneming van het gegeven dat wanneer vergunningen

conform de wettelijke regelingen zijn verleend en een redelijke belangenafweging heeft plaats-

gevonden waarbij zeker wordt gekeken naar belangen van omwonenden, de vergunningen in stand

zullen blijven.

Al met al is het standpunt van Klein Arsenal dat het college de herhuisvesting van Klein Arsenal

zonder meer kan oplossen, indien het collegevoorstel vandaag wordt aangenomen. Aanname van dit

voorstel geeft voldoende ruimte om de herhuisvesting effectief en met daadkracht ter hand te nemen.

Eén ding mag duidelijk zijn: het kan niet zo zijn dat Klein Arsenal de rode kaart krijgt in het geval

het voorstel wordt afgewezen, door bestuurlijke onwil dan wel nalaten om dit dossier efficiënt ter hand

te nemen. In ieder geval hoopt Klein Arsenal op een goede uitkomst in deze. Ik heb gezegd.

Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde:

1.

Aanwiizinq van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reqlement van orde 2002.

De VOORZITTER trekt nummer 17, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij

mevrouw De Leeuw-Jongejans.

2.

Vaststellinq ontwerpaqenda.

De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Wij zouden graag voorstel 6, dat nu is aangemerkt als

hamerstuk, aan de orde gesteld hebben.

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! Wij zouden graag twee zinnen wijden aan agenda-

punt 16, dat nu ook een hamerstuk is.

De VOORZITTER: Oké. De agendapunten 6 en 16 zullen kort aan de orde komen.

De ontwerpagenda wordt, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen, zonder stemming

vastgesteld.

3.

Voorstel tot vaststellinq van de notulen van de openbare verqaderinqen van 5 oktober en 2 november

2004.

Deze notulen worden, met inachtneming van de door mevrouw De Voogd en de heer Wijnen

ingediende tekstuele wijzigingen, zonder stemming vastgesteld.

4.

Behandelinq inqekomen stukken en mededelinqen zoals vermeld op de bij deze aqenda behorende

rug .

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Met betrekking tot ingekomen stuk 10, een brief d.d. 6

november 2004 van de heer L. Schulte betreffende de woonlasten, is voorgesteld deze voor kennis-

geving aan te nemen. Ik zou echter graag zien dat deze brief om advies in handen van het college

werd gesteld.

De VOORZITTER: Ik zie de desbetreffende wethouder knikken. U krijgt een advies van het

college met betrekking tot de beantwoording van de brief van de heer Schutte.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Stuk 24 betreft een verzoek van volkstuinvereniging Apostel-

hoeve om aansluiting op nutsvoorzieningen. Ik constateer dat het college er bijna een jaar over heeft

gedaan om op deze brief, die dateert van 28 januari 2004, een antwoord te formuleren. Ik vind dat

heel jammer en, gezien het antwoord dat het college geeft, is het ook heel frustrerend voor de volks-

tuinvereniging. De fractie van Helmondse Belangen kan de visie van het college niet onderschrijven.

-7-

7 december 2004

Wij zijn tegen verzending van de antwoordbrief. Ik zou graag zien dat in de antwoordbrief wordt op-

genomen dat onze fractie tegen het verzenden van de antwoordbrief heeft gestemd.

De VOORZITTER: Ik ben van mening dat wij dit soort passages nooit aan een antwoordbrief

zouden moeten toevoegen. De raad beslist over een antwoordbrief en geeft als raad antwoord, ook

als een van de raadsfracties een minderheidsstandpunt inneemt. U kent de wegen maar al te goed

om duidelijk te maken dat u een andere opvatting heeft dan de meerderheid van de raad.

De heer SMITS (HB): Dan zullen wij het met de notulen moeten doen, voorzitter.

De VOORZITTER: Daarin wordt uw standpunt vastgelegd.

Met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen wordt, met inachtneming van hetgeen

is toegezegd met betrekking tot de ingekomen stukken 10 en 21 (brief Voedselbank), zonder stemming

besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld.

5.

Voorstel tot benoeminq van leden van de Rekenkamercommissie en vaststellinq van wiiziqinq van de

Verordeninq Gemeentelijke Rekenkamercommissie (biilaqe 234).

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten de wijziging van de Verordening

Gemeentelijke Rekenkamercommissie vast te stellen.

Op voorstel van de heer Roefs wordt de Rekenkamercommissie bij acclamatie als volgt samen-

gesteld:

Voorzitter: de heer drs. E.W.G.N. van Thiel;

Lid, tevens plaatsvervangend voorzitter: mevrouw mr. G.H.J. Branten-van Hoof;

leden: de heren LT.J. Fransen, LM.M. Smits, drs. J.M.C. van Wetering en mevrouw JAM.

Witteveen-van den Berg. .

6.

Voorstel tot vaststellinq van de Boeteverordeninq Wet inburqerinq nieuwkomers (biilaqe 186).

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Bij de bespreking van het voorstel in de commissie-

vergadering hebben wij wat kritiek op de regeling geuit. Ik heb ook gezegd dat ik het persoonlijk geen

erg sympathieke manier van omgaan met mensen vind. Aan de andere kant is het ook wel weer

begrijpelijk dat er regels worden afgesproken. In de commissievergadering hebben wij niet echt een

voorbehoud gemaakt en alleen maar wat gemopperd. In onze fractievergadering kwam er nog iets

nieuws naar boven, want gelukkig hebben wij heel deskundige leden in ons midden en deze groep

groeit per maand, dankzij het landsbeleid. Dat maakt dat wij nu nog even op het onderwerp willen

terugkomen.

Wij zullen niet alsnog protesteren tegen de boeteverordening en het opleggen van boetes aan

personen die niet voldoen aan de regels van de verordening. Wel willen wij de andere kant van de

medaille nog eens nadrukkelijk laten zien. Als mensen niet voldoen aan de regels van de verordening

en een boete opgelegd krijgen, dan gebeurt dat op grond van het feit dat zij in gebreke zijn gebleven.

Je zou je echter ook moeten afvragen wat de oorzaak is van het in gebreke blijven. Ons inziens is

onvoldoende naar voren gekomen dat ook aan de kant van de instanties, op grond van diverse oor-

zaken, duidelijker sprake zou moeten zijn van sancties en van een evaluatie. Dit aspect is wel

genoemd in de commissievergadering, maar er is vrij snel overheen gelopen. Daarom hebben wij de

behoefte om dit hier alsnog aan de orde te stellen.

Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! De boeteverordening behelst eigen-

lijk twee zaken: de Wet inburgering nieuwkomers en de Wet werk en bijstand. Een evaluatie is er altijd

in de vorm van een jaarlijks beleidsplan dat wij opstellen met betrekking tot het reïntegratiebeleid. Dit

beleidsplan is vanavond toevallig aan de orde.

Als een sanctie of maatregel wordt opgelegd, wordt dat nooit zomaar gedaan. Daaraan gaan

altijd diverse waarschuwingen vooraf. De mensen worden gewezen op hun eigen verantwoordelijk-

heid. Het is een lastige zaak, maar als je geen sanctie kunt opleggen, betekent het ook dat je de

regels in bepaalde trajecten niet kunt handhaven.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ik zal niet bestrijden dat het opleggen van een

sanctie zorgvuldig gebeurt. Desondanks zou er, meer dan nu in het traject wordt gedaan, gekeken

-8-

7 december 2004

moeten worden wat de oorzaken van het verzuim zijn. Die worden nu te veel bij de personen gelegd

en te weinig bij de instellingen, die daar ook wel iets mee te maken kunnen hebben. Welke sancties

staan er bijvoorbeeld op slecht beleid in de uitvoering? Geen! Daar hebben wij moeite mee.

De VOORZITTER: Ik denk dat wij nu iets te ver gaan. Uw boodschap is helder, mijnheer Den

Breejen.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ik wil wel graag een antwoord van de wethouder. Dat hoeft u

niet te geven, voorzitter. Wat krijgen wij nou toch?! De wethouder is toch wel in staat om zelf in tweede

instantie te reageren?

De VOORZITTER: Ik vind dat u nu geen recht doet aan het duale stelsel. Naar mijn mening

gaan wij daarin nu te ver. Ik stel voor het voorstel aan te nemen.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Als u de wethouder belet om in tweede instantie te ant-

woorden, stemmen wij tegen!

De VOORZITTER: U begrijpt nog steeds niet hoe de vergadering in elkaar zit. Ik constateer dat

de PvdA-fractie tegen is, evenals de fractie van de heer Naoum.

De heer YEYDEN (PvdA): Ik vind dit echt te kort door de bocht, voorzitter. Waar stuurt u nu op

aan?

De VOORZITTER: Op de behandeling van de agendapunten!

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

De leden van de fracties van PvdA en FMN verkrijgen op hun verzoek aantekening in de

notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd.

7.

Voorstel tot vaststellinq van de Verordeninq voorzieninqen qehandicapten Helmond 2005 (biilaqe

198).

8.

Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. de uitbreidinq van Alarmerinqsapparatuur

(biilaqe 217).

9.

Voorstel tot vaststellinq van de Alqemene Subsidieverordeninq 2005 (biilaqe 220).

10. Voorstel tot vaststellinq diverse wiiziqinqen verordeninqen in verband met handhavinq (biilaqe 233).

11. Voorstel tot vaststellinq nieuwe qemeenschappeliike reqelinq SRE (biilaqe 232).

12. Voorstel tot vaststellinq van het beleidsverslaq Abw. Ioaw. en loaz 2003 (biilaqe 181 ).

13. Voorstel tot het vestiqen van een voorlopiq voorkeursrecht planqebied Geledinqszone Brouwhuis

(biilaqe 219).

14. Voorstel tot vaststellinq van voorbereidinqsbesluit Zanqershof (biilaqe 221 ).

15. Voorstel tot vaststellinq van wiiziqinq Bouwverordeninq (biilaqe 225).

Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders

besloten.

16. Voorstel tot onqeqrondverklarinq bezwaarschrift (biilaqe 227).

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! Alle fracties hebben een brief ontvangen van

mevrouw Stock waarin staat dat ons burgercommissielid de heer Noten een leugenaar is en dat hij

nooit bij de familie Stock op bezoek is geweest. Dat wordt echter ten onrechte gesteld. De heer Noten

-9-

7 december 2004

is daar wel degelijk binnen geweest. Wij komen daar bij de vaststelling van de notulen van de com-

missie RF op terug, maar ik wilde hier heel nadrukkelijk de beschuldiging aan het adres van de heer

Noten tegenspreken.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

17. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. de vervanqinq van verkeersreqelinstallaties

2004 (biilaqe 228).

18. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. stimulerinq openbaar vervoer (biilaqe 229).

Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders

besloten.

19. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. voetbalvereniqinq Klein Arsenal (biilaqe

212).

De heer SPRUIJT (SP): Voorzitter! Je kunt in dit stadium over het dossier Klein Arsenal nog

heel lang praten. Wat ons betreft is dat niet nodig. Wij willen dat er nu eens een oplossing komt.

Daarom zullen wij het voorstel steunen, en wel om de volgende redenen.

In een brief van vandaag aan de advocaat van Klein Arsenal schrijft het college dat er geen

sprake is van een resultaatsverbintenis. Anders gezegd: de gemeente heeft zich niet juridisch ertoe

verplicht om Klein Arsenal op Houtsdonk onder te brengen. Maar, voorzitter, er is wel zoiets als een

morele plicht om Klein Arsenal aan een voetbalveld te helpen. Voetbalvereniging Bruheze krijgt een

andere locatie om de huidige plek vrij te maken voor woningbouw. Dan geldt dat even zo goed voor

Klein Arsenal.

Verder vinden wij dat bij structurele overcapaciteit niet de clubs maar de gemeente de regie

moet hebben. Het liefst natuurlijk in goed onderling overleg, maar het gaat er vooral om dat het al-

gemeen belang van eerlijk delen tot zijn recht komt.

Hierbij willen wij het laten en wij hopen dat Klein Arsenal en HW als goede buren naast en

vooral met elkaar de toekomst in zullen gaan.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Deze tijd, de aanloop naar Kerstmis, is traditie-

getrouw een periode van bezinning. Wij maken ons op voor het feest van het grote licht: Kerstmis. Met

de kerst wensen wij elkaar veel goeds en vooral vrede toe. De grote vrede op de aarde en de kleine

vrede in onze eigen omgeving, in onze eigen harten. Kunnen wij er dit jaar voor zorgen dat onze

vredeswensen in onze stad ook vrede en licht brengen bij de leden van de rooms-katholieke voetbal-

vereniging Klein Arsenal? Immers, over Klein Arsenal valt veel te vertellen. Het is een slepend dossier

geworden waarachter klein én groot menselijk leed schuilgaat. Dat is de schaduwkant. De lichtkant

van dit dossier wordt al lang niet meer met Klein Arsenal in verband gebracht. Mag ik dpartoe een

poging wagen, mijnheerde voorzitter?

Het gaat goed met Helmond, ook met Suytkade, een prachtig plan in ontwikkeling. Momenteel

is een informatiecentrum geopend om deze prachtige zichtlocatie aan het Helmondse kanaal te

promoten. Deze locatie is ons als het ware in de schoot geworpen. Het komt zelden voor dat een zo

grote binnenstedelijke locatie met zo weinig moeite tot stand komt. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld

Binnenstad-Oost. Om de locatie Suytkade te ontwikkelen, moesten een probleem en een probleempje

worden opgelost. De bodemvervuiling is op een deskundige wijze ter hand genomen en zal in de toe-

komst geen problemen geven. Het probleempje was een kleine voetbalclub die daar al sinds jaar en

dag voetbalde. Deze club moest wijken voor de moderne tijd.

Het college en de raad hebben zich sinds het moment dat de club daar weg moest, zeer inten-

sief beziggehouden met de toekomst van Klein Arsenal. Ondanks de terugkeer naar emoties, bleef de

raad op koers. Klein Arsenal hoort bij Helmond en Klein Arsenal moet een plek hebben om te voet-

ballen. Deze koers is terug te vinden in het huidige voorstel van het college. De oplossing lijkt mis-

schien wel duur. Maar laten wij ons in herinnering brengen dat het dossier Klein Arsenal voortvloeit uit

besluiten van de raad om de locatie Suytkade te ontwikkelen. En over wat voor bedragen praten wij

eigenlijk, als wij een vergelijking maken met Binnenstad-Oost? Wat kost het niet om een enkel pand in

de Heistraat aan te kopen om de plannen in Binnenstad-Oost te kunnen realiseren? Is het in het

raadsvoorstel genoemde bedrag om een oplossing te bieden voor zowel Klein Arsenal als ook HW

dan wel zo groot? Hoort dat niet bij de normale herstructureringskosten, als een binnenstedelijk

-10-

7 december 2004

gebied tot ontwikkeling wordt gebracht? Daarbij zul je altijd zorgvuldig moeten omgaan met de parti-

culieren, bedrijven, instellingen en sportverenigingen die moeten wijken voor nieuwe ontwikkelingen.

Want als wij investeren in stenen, moeten wij niet vergeten ook te investeren in mensen. Overigens wil

ik hierbij wel stellen dat de kosten die voor HW moeten worden gemaakt, vooral zijn veroorzaakt door

achterstallig onderhoud.

De fractie van Helmond Aktief vindt het niet meer dan terecht dat door de raad verwachtingen

zijn gewekt bij Klein Arsenal en bij HW. Als raad hebben wij immers, door onze terechte ambities na

te jagen, de problemen opgeroepen. Het is aan ons, 37 raadsleden, om de problemen op te lossen.

Helmond krijgt daarvoor een prachtige nieuwe Suytkade terug. Het is toch niet normaal dat Klein

Arsenal daar als enige de wrange vruchten van zou moeten plukken? Inderdaad, de kosten vallen wat

hoger uit dan enkele jaren geleden was geraamd. Er is bijvoorbeeld geen gebruikgemaakt van offertes

van enkele jaren geleden. Als dat wel gedaan was, waren de kosten binnen de raming gebleven.

Laten wij als raad vooral redelijk blijven. Er liggen minstens drie raadsbesluiten en er zijn bestuurlijke

toezeggingen gedaan door het college. Het zou absoluut geen pas geven als wij nu op onze schreden

zouden terugkeren.

Voorzitter! Ik heb geprobeerd het dossier Klein Arsenal terug te brengen tot de juiste proporties.

De situatie vloeit voort uit onze inspanningen iets tot stand te brengen. De afgelopen jaren is wel eens

de vraag gesteld of het college, in casu de wethouder, de greep op het dossier verloren had. Anderen

probeerden hun belang nadrukkelijk te koppelen aan de inspanningsverplichting om Klein Arsenal te

herhuisvesten. Bij een aantal voetbalverenigingen bestond en bestaat weerstand tegen de herhuis-

vesting van Klein Arsenal. Deze verenigingen voetballen op velden die tot stand zijn gekomen met

gemeenschapsgeld, ons belastinggeld. Dat wil ik hier nadrukkelijk stellen. Het lijkt wel of zij een ander

het licht niet in de ogen gunnen. Is het zo moeilijk een ander ook iets te gunnen? Mag er in Helmond

sprake zijn van een rechtvaardige verdeling van de voetbalvelden, temeer waar bij clubs een over-

capaciteit aan velden is geconstateerd?

Ter afsluiting: ik ben voor het voorstel van het college. Voorstellen die niet uit de schoot van de

raad naar voren komen, kenmerken zich door uitstel, waarvan wel eens afstel kan komen. Laten wij

met opgeheven hoofd het dossier Klein Arsenal afsluiten en elkaar straks een oprecht gemeend

vredig en gezond Kerstmis en Nieuwjaar wensen. Laten wij hopen dat in Helmond de sport weer ver-

broedert, vanaf nu, vanavond, en in de toekomst.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! De heer Van Mullekom heeft mooie woorden gesproken. Ik zal

nu de mening van de fractie van Helmondse Belangen naar voren brengen.

Na de uitspraak van de rechter in september jl. is het college aan de slag gegaan om de kosten

van sportpark Houtsdonk vanwege de inbreiding met Klein Arsenal in beeld te brengen. De rechter

verbond aan zijn uitspraak dat eerst de nodige zaken op het sportpark uitgevoerd moesten zijn, al-

vorens hij zou kunnen komen tot een uitspraak inzake de ontruiming van veld 2.

Er is weer veel werk verricht. Althans, dat moeten wij uit de stukken opmaken. In het verleden

hebben wij wel eens vaker kritiek geuit, met name over de voortgang in hef dossier Klein Arsenal.

Daar wil ik het vandaag maar bij laten. Ons lijkt het meer de processie van Echternach: voorzichtig

twee pasjes vooruit en dan weer een pasje terug. Dat schiet niet op.

Het college heeft zijn huiswerk weer gemaakt en legt ons vandaag de resultaten voor. Het is

een uitwerking van de beraadslagingen van de raad, zo stelt het college, want het college voert uit wat

de raad zegt. Duaal, noemen wij dat tegenwoordig. Wij hebben de resultaten gewikt en gewogen, net

zoals wij dat bij andere voorstellen doen. Eén ding is echt duidelijk geworden. Daarvoor refereer ik aan

de woorden van oud-wethouder en oud-raadslid Etienne Hesen die hij, in de laatste vergadering die

hij hier meemaakte, uitsprak over het dossier Klein Arsenal. Ik moet namelijk nogmaals constateren

dat het college dit dossier nog steeds als een "non-dossier" beschouwt. Het college is van mening dat

het niet de taak van de gemeente is om Klein Arsenal te herhuisvesten. Dat hebben wij in verleden al

vaker gehoord.

Dan kom ik aan het standpunt van de fractie van Helmondse Belangen met betrekking tot

raadsbijlage 212. Kort samengevat: wij vinden het een onverantwoord voorstel. Het is onverantwoord

omdat wij absoluut geen zekerheid hebben of de voorgestelde oplossing juridisch wel haalbaar is. Wij

hebben als gemeente tenslotte al twee keer de afgang bij de rechtelijke macht gemaakt. Dat is niet

leuk voor een overheid. Mijn fractie vindt het onverantwoord, omdat wij nog steeds van mening zijn dat

er betere en goedkopere oplossingen zijn voor de herhuisvesting van Klein Arsenal. Inmiddels worden

wij gesterkt in onze stelling door het laatste advies dat wij van de Raad voor de Sport mochten ont-

vangen, waarin wordt gesproken over een ultieme poging. Tot slot noemen wij het ook onverantwoord

na datgene wat wij erover hebben gehoord, omdat wij onze politieke voelsprieten hebben uitgezet in

de samenleving.

-11-

7 december 2004

Vele mensen zullen nu denken en ook zeggen dat het juist altijd de fractie van Helmondse

Belangen is geweest die heeft gepleit voor herhuisvesting of een nieuwe accommodatie voor Klein

Arsenal. Ja zeker, dat is ook zo. Vanaf het begin hebben wij aangegeven dat het probleem door de

gemeente is gecreëerd en dat de gemeente het probleem dan ook moet oplossen: de morele

zorgplicht, zoals wij dat in de raad hebben vastgesteld, mede ondersteund door onze fractie. Aan

deze morele zorgplicht wil onze fractie ook nu vasthouden.

Wij vinden het dus onverantwoord het voorliggende voorstel ten uitvoer te brengen, maar wij

willen toch vasthouden aan de zorgplicht Ik begrijp dat vele fracties op dit moment de boot een beetje

afhouden en gewacht hebben hun vingertje op te steken om hier een bijdrage te mogen doen. Ik wil

hier heel duidelijk zeggen dat wij datgene overeind willen houden wat wij zojuist uitgesproken hebben

en dat wij de moeite hebben genomen daarvoor een motie op te stellen. Wij hebben de tekst de

afgelopen dagen al rondgestuurd naar de verschillende fracties en die is dus al bekend. Ik wil onze

motie bij deze indienen en ik zal de tekst nu voorlezen:

Motie

"Naar aanleiding van agendapunt 19, beschikbaar stellen van een krediet tb.v. voetbal-

vereniging Klein Arsenal.

De raad van de gemeente Helmond bijeen d.d. 7 december 2004

Onderwerp: Huisvesting voetbalvereniging Klein Arsenal op sportpark Houtsdonk

De raad,

Gehoord de beraadslaging,

Overwegende dat;

- Binnen de raadsopdracht de inbreiding van v.v. Klein Arsenal op sportpark Houtsdonk

verder is onderzocht en de financiële consequenties hiermee in beeld zijn gebracht,

- Met een mogelijke uitvoering van dit besluit, de juridische haalbaarheid nog steeds

onder druk staat,

- De oplossingsrichting en mogelijkheden tot een separate huisvesting op bestaande en

zo mogelijk nog te ontwikkelen sportaccommodaties nog divers zijn,

- De huidige oplossing mogelijk niet als de meest goedkoop adequate kan worden aan-

gemerkt,

- Juridische vervolgprocedures onvermijdelijk zullen blijven,

- Binnen het - te lange - voorbereidingstraject tot een heroverweging c.q. bezinning is

gekomen,

- Een recent advies van de Raad voor de Sport Helmond d.d. 25 november jl. deze

heroverweging heeft doen versnellen,

Besluit;

- het college op te dragen in samenspraak met de Raad voor de Sport binnen redelijke

termijn, doch uiterlijk binnen 3 maanden, met een uitwerking van een eigen

accommodatie voor Klein Arsenal te komen, e.e.a. zoals verwoord in het advies van

de Raad voor de Sport d.d. 25 november 2004.

- Voetbalvereniging Klein Arsenal de huidige tijdelijke oplossingen op sportpark De

Braak vooralsnog door te laten zetten,

- Expliciet te blijven vasthouden aan de morele zorgplicht tot huisvesting van voetbal-

vereniging Klein Arsenal.

En gaat over tot de orde van de dag."

De VOORZITTER: Mijnheer Smits! Ik ben zo vrij om uw motie een amendement te noemen,

want het is een wijziging op het voorliggende voorstel en het is geen motie in de zin van een uitspraak

van de raad.

De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Is de heer Smits van mening dat de regie over de gemeen-

schapsvoorzieningen in Helmond vanaf nu niet meer aan de raad is, maar dat individuele vereni-

gingen in Helmond zelf kunnen bepalen of zij wel of niet een veld inleveren, als er sprake van over-

capaciteit is? Ik wil dit nader toelichten. Stel dat het ledental van een willekeurige vereniging, ik noem

nu maar HW, terugloopt naar honderd leden. Dan hebben ze nog één sportveld nodig en zouden ze

er drie moeten inleveren. Als HW zelf vindt dat ze gewoon op vier velden kan blijven voetballen, zou

volgens het verhaal van de heer Smits de gemeente Helmond daar niets aan kunnen doen. Daarom is

mijn vraag aan de heer Smits: wil hij inderdaad dat de gemeente op die manier de regie uit handen

geeft?

-12-

7 december 2004

De heer SMITS (HB): Nee, zeker niet. Ik wil de heer Klaus herinneren aan de situatie die wij

hebben meegemaakt op het gebied van onderwijs, toen daar ook capaciteitsproblemen waren. Toen

wisten wij dat sommige scholen lege lokalen hadden en andere scholen over te weinig lokalen

beschikten. Geprobeerd is die lege lokalen te claimen op grond van overcapaciteit. Dat is toen niet

gelukt. Dat wil niet zeggen dat je de regie kwijt bent. Maar om de regie goed vast te houden, moet je

wel bekijken welke mogelijkheden er op een gegeven moment zijn om de regie te kunnen voeren.

De heer KLAUS (SP): De heer Smits beantwoordt mijn vraag niet en trekt nu een vergelijking

met een situatie bij het onderwijs. Wat ik van hem wil weten is, of hij vindt dat wij als gemeentelijke

overheid de baas zijn over gemeentelijke voorzieningen of dat individuele mensen in de stad dat zijn.

De heer SMITS (HB): Natuurlijk blijft de gemeente de baas over haar eigendommen, maar men

moet wel in goede samenwerking en harmonie met anderen tot oplossingen zien te komen. In dit

dossier is dat op dit moment schijnbaar niet mogelijk.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik zou nog iets willen toevoegen in de richting van

de Raad voor de Sport. Toen ik nog voorzitter van Klein Arsenal was...

De VOORZITTER: U mag nu alleen een verduidelijkende vraag aan de heer Smits stellen.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Ik heb deze inleiding nodig om tot mijn vraag te kunnen

komen. Toen ik voorzitter was, heb ik drie of vier keer het voorzittersoverleg meegemaakt. Daarbij

ging het over de inkoop van kroketten, frikandellen en bier. Klein Arsenal heeft toen, onder mijn voor-

zitterschap, getracht het probleem van Klein Arsenal op de agenda van de Raad voor de Sport te

krijgen. Dat is nooit gelukt en onze pogingen werden door het bestuur van de Raad voor de Sport

weggewoven. Het bestuur heeft altijd aan de leiband van het college gelopen en is ook altijd mee-

gegaan met de collegevoorstellen. Nu de Raad voor de Sport eindelijk inziet dat de situatie heeft

geleid tot verschillende procesvormen, komt het eindelijk uit de hoek met een voorstel. Deze bureau-

cratische groep van zogenaamde bestuurders, die niets toevoegen aan... .

De VOORZITTER: Mijnheer Van Mullekom, dit is geen vraag meer.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Deze groep komt er nu ineens mee dat er bij HW geen inbrei-

ding kan plaatsvinden ten behoeve van Klein Arsenal. Wil mijnheer Smits dáár nu eens op reageren?

De heer SMITS (HB): Als gemeenteraad hebben wij de Raad voor de Sport ingesteld om ons

gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien. Op dit moment heeft de Raad voor de Sport dat

gedaan.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Dat had de Raad voor de Sport eerder moeten doen, mijnheer

Smits, toen wij daar twee jaar geleden om gevraagd hebben!

De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik heb nog een vraag om verduidelijking aan de heer

Smits. Als ik het goed begrijp, is het belangrijkste argument waarom de fractie van Helmondse

Belangen tot haar standpunt komt, de verwachting of misschien wel de zekerheid dat HW, als de

raad met het voorstel instemt, het raadsbesluit juridisch zal gaan aanvechten. Begrijp ik goed dat de

fractie van Helmondse Belangen het inhoudelijk wel eens is met het collegevoorstel en het enkel en

alleen afwijst omdat zij er een juridisch gevecht over verwacht?

De heer SMITS (HB): Wij hebben de uitspraak van de rechter gelezen en wij denken dat, als het

raadsbesluit wordt uitgevoerd, de gemeente nog steeds het risico loopt dat de ontruimingsvordering

straks niet gehonoreerd wordt.

De heer VERBAKEL (SP): Dus de heer Smits is het inhoudelijk wel eens met het college-

voorstel?

De heer SMITS (HB): Nee, wij vinden het onverantwoord.

De heer VERBAKEL (SP): Ja, maar toch vanwege het vooruitzicht op een juridisch gevecht?

-13-

7 december 2004

De heer SMITS (HB): Dat is één van onze overwegingen geweest.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Stel dat het amendement het zou halen en er zou

inbreiding plaatsvinden bij een andere Helmondse voetbalclub. Wat verwacht de heer Smits dan? Wij

kennen toch allemaal het verleden? Alle voetbalclubs hebben steeds Klein Arsenal afgewezen.

Beoogt de heer Smits soms een totaal nieuwe grondaankoop? Wat is precies de bedoeling?

De heer SMITS (HB): Ik denk dat het antwoord dat ik ga geven, de heer Van Mullekom niet

tevreden zal stemmen. Als de Raad voor de Sport ons ongevraagd advies geeft, dan is dat één. Maar

het is ook een taak van de Raad voor de Sport om, behalve het geven van dat advies, de zaak verder

uit te zoeken. Ik heb al vaker aangegeven dat er binnen de gemeente Helmond meerdere oplossingen

mogelijk zijn.

De VOORZITTER: Ik denk dat wij nu in herhaling vervallen. Ik geef het woord aan de heer Den

Breejen.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Gelukkig krijg ik nu wel het woord, voorzitter. Ik hoop dat het

wel voor even is.

Voorzitter! Het liefste zouden wij aansluiten bij het laatste advies van de Raad voor de Sport om

over te gaan tot het ontwikkelen van een eigen apart sportveld en een aparte accommodatie voor

Klein Arsenal. Dan zouden wij de vlag uithangen. Als wij, met de kennis die wij nu hebben, dit advies

terug projecteren naar een jaar of vijf, zes geleden, hadden wij toen het wijze besluit genomen een

dergelijk advies over te nemen. Dat zou "eind goed al goed" betekend hebben. Maar helaas, de zaken

zijn gelopen zoals ze gelopen zijn.

De situatie ligt namelijk niet zo eenvoudig. Als wij het advies van de Raad voor de Sport zouden

overnemen, zou het traject weer helemaal opnieuw doorlopen moeten worden, inclusief alle bezwaar-

procedures en tijdelijke voorzieningen om Klein Arsenal aan het voetballen te houden. (Overigens:

Klein Arsenal doet het niet slecht, in de zesde klasse). In dit licht bezien kan de PvdA-fractie niet

anders dan het amendement van Helmondse Belangen afwijzen. Een verhaal met een open eind, dit

amendement, dat aanvankelijk was aangekondigd als motie. Dat geldt zeker voor het tijdsbeslag.

Want heeft de heer Smits van Helmondse Belangen er enig idee van hoeveel tijd het inzetten van een

heel nieuw traject zou kosten en hoeveel financieringsrisico dat weer zou betekenen?

De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat zou ongeveer het dubbele kosten, dus zo'n 8 a 9 ton.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Dat denk ik ook.

De heer SMITS (HB): Als de wethouder de oplossingsmogelijkheden kent, weet hij ook dat dat

bedrag stukken minder kan zijn.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): De heer Smits moet nu ook maar eens even naar ons luis-

teren! De fractie van Helmondse Belangen is heel goed in praten en ook veel praten. Gehoord de

reactie die de WD-fractie daar nu op geeft, moet ik constateren dat deze fractie wel eens iets zegt dat

helemaal waar is... Als de bijdrage van de WD-fractie bij dit agendapunt zo blijft en ik er van harte

mee kan blijven instemmen, gebeurt er hier een wonder!

De heer VAN KILSDONK (HB): De heer Den Breejen doet nu nogal lacherig over een serieus

onderwerp!

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ik ben nog maar nauwelijks over uw fractie begonnen,

mijnheer Van Kilsdonk, of u begint meteen al weer commentaar te leveren. U bent wel vaker veel te

snel!

De fractie van Helmondse Belangen maakt met het ingediende amendement een draai van

honderdtachtig graden of, anders gezegd, een vlucht naar voren. De fractie van Helmondse Belangen

Iaat hiermee eigenlijk Klein Arsenal vallen. Het is ons inziens een dolksteek in de rug. Dat verbloemt

deze fractie met een sympathiek amendement dat is gebaseerd op drijfzand. Wat de fractie van

Helmondse Belangen hier ten beste geeft, is volstrekt ongeloofwaardig. Enkele partijen hebben daar

ook al vragen over gesteld, en geheel terecht.

Inderdaad zou, als het collegevoorstel wordt aangenomen, het daarop volgende juridische tra-

ject risico's met zich mee kunnen brengen. Maar de vorige keer gold dat ook al en toen was de fractie

-14-

7 december 2004

van Helmondse Belangen wel voor een oplossing. Het voorliggende collegevoorstelligt in de lijn van

het vorige raadsbesluit en de fractie van Helmondse Belangen heeft op geen enkele wijze

aangegeven op welke punten de situatie nu anders is dan deze toen was.

De heer SMITS (HB): Dan geef ik de heer Den Breejen het advies om de notulen daar eens op

na te lezen.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Misschien moet de heer Smits nu gewoon eens luisteren.

Als het amendement het niet haalt, wat wij hopen en verwachten, blijft de vraag hoe de fractie

van Helmondse Belangen zich opstelt tegenover het collegevoorstel, al heeft de heer Smits dat in

eerste instantie wel min of meer duidelijk gemaakt. Wij betreuren de opstelling van deze fractie zeer.

Nogmaals: het collegevoorstelligt in de lijn van het vorige raadsbesluit, toen het verhaal van de fractie

van Helmondse Belangen totaal tegenovergesteld was aan het verhaal dat deze fractie nu naar voren

brengt.

Dan kom ik aan het collegevoorstel. Een van de redenen waarom veel partijen moeite hebben

met het voorstel, is gelegen in de hoge kosten. Als je de kosten in ogenschouw neemt, kun je vast-

stellen dat het totale bedrag stukken hoger is dan het bedrag dat in de vorige raadsvergadering

genoemd werd, toen het onderwerp aan bod was. De meerderheid van onze fractie is van mening dat

de renovatie van veld 3 eerder toe te schrijven is aan achterstallig onderhoud en in de toekomst

sowieso een keer had moeten gebeuren. Ambtelijke kosten mogen wel toegeschreven worden aan

een voorstel, maar het hoeft niet per se. In elk geval gebeurt dat niet standaard bij elk voorstel. Van de

juridische kosten kun je Klein Arsenal moeilijk de schuld geven, ook al hebben die kosten met Klein

Arsenal te maken. De aanleg van het voetpad staat al helemaal buiten het onderwerp. Als je de des-

betreffende posten bij elkaar optelt, kom je op ¿ 219.000,--. Wanneer je dit bedrag aftrekt van

¿ 405.000,--, houd je ¿ 184.000,-- over, een bedrag dat valt binnen de 2 ton. Uiteraard is dit reken-

sommetje aanvechtbaar en ik ga dan ook niet in debat met raadsleden die een ander rekensommelje

hebben opgesteld, want je kunt ook rekensommetjes maken waarbij de bedragen hoger uitvallen. Feit

is wel dat je over de toerekening van de kosten een hele boom kunt opzetten. Dat zal ook zo blijven

na de behandeling van het collegevoorstel, ongeacht de uitslag van de stemming. .

Ik heb zojuist het meerderheidsstandpunt van de PvdA-fractie verwoord. De meerderheid van

onze fractie zal dan ook het collegevoorstel steunen. Helaas - wij hebben er lang over vergaderd -

kunnen wij daar niet eensgezind in zijn. Het komt niet vaak voor, maar over het voorliggende voorstel

verschillen wij binnen de fractie helaas enigszins van mening. Mevrouw Witteveen houdt vast aan het

uitgangspunt van de vorige raadsvergadering over het onderwerp Klein Arsenal, te weten dat het om 2

ton zou moeten gaan. Zij kijkt anders aan tegen de toerekening van de kosten dan de meerderheid

van de PvdA-fractie dat doet. Dat hebben wij ook gerespecteerd. De heer Boetzkes staat er nog weer

anders in, want de vorige keer toen het onderwerp Klein Arsenal werd behandeld, zat hij nog niet in de

raad. Hij heeft er behoefte aan zijn standpunt zelf toe te lichten.

De gehele PvdA-fractie blijft van mening dat het de morele plicht van de raad is om Klein

Arsenal te helpen. Over de kostentoerekening en de oplossingsrichting verschillen wij binnen de

fractie echter blijvend van mening en twee leden van onze fractie zien zich genoodzaakt om, op grond

van de situatie die nu voorligt, tegen het raadsvoorstel te stemmen. Maar wij zijn er nog niet: er komt

nog een antwoord van het college en er is nog een tweede instantie. Wie weet gebeurt er iets ver-

rassends, want het zou niet de eerste keer zijn dat er in het dossier Klein Arsenal tijdens de raads-

vergadering iets verrassends gebeurt.

De meerderheid van onze fractie steunt het collegevoorstel. Het vorige college en het huidige

college hebben in het dossier Klein Arsenal geen gelukkige hand gehad. Tegelijkertijd moeten wij

vaststellen dat het ook geen eenvoudig dossier is geweest. De meerderheid van onze fractie vindt het

voorstel van de Raad voor de Sport wel sympathiek, maar vindt ook dat het veel te Iaat is ingediend,

vindt het ook zeer vrijblijvend en dus niet echt serieus te nemen. In het juridische steekspel dat helaas

onafwendbaar lijkt, is het in onze ogen het beste om het collegevoorstel te steunen.

Ten slotte willen wij tegen de tegenstemmers het volgende zeggen. Draait u zichzelf geen rad

voor ogen. Met een afwijzing van het voorliggende raadsvoorstel is de voetbal kous niet af, maar treedt

een volgende episode van het juridische steekspel in werking waardoor een oplossing misschien nog

wel duurder zal uitpakken dan het collegevoorstel dat straks mogelijk weggestemd zal worden. Met

name de fracties van WD en CDA zouden dit aspect nog eens goed bij hun overwegingen moeten

betrekken.

De heer KLERKX (HSP): Voorzitter! Het dossier Klein Arsenal kent een lange, zelfs te lange,

doorlooptijd. In meerdere raadsvergadering heb ik daarover het woord gevoerd. Op 3 februari en 6

-15-

7 december 2004

april van dit jaar heb ik dat gedaan op persoonlijke titel. Nu maak ik deel uit van de fractie van de HSP.

Dit dossier kent zijn tragische begin echter allang voordat ik mij aansloot bij deze fractie. Vandaar dat

het logisch is dat ik vanavond, naast mijn fractievoorzitter, in een korte verklaring mijn standpunt wil

geven.

Voorzitter! Vanaf de opening van het dossier Klein Arsenal ben ik heel duidelijk geweest. Mijn

mening in dit dossier mag dan ook bekend verondersteld worden. Mijn oprecht onderbouwde argu-

menten ga ik nu niet herhalen. In diverse verslagen van raadsvergaderingen zijn ze zo terug te

vinden. In de raadsvergadering van 3 februari van dit jaar heb ik als enig raadslid tegen het amen-

dement van de heer Praasterink gestemd. In dit amendement werd de verantwoordelijkheid bij HW

gelegd, waardoor HW later de zwartepiet toegespeeld zou krijgen, zouden er hoge juridische kosten

volgen. Daar paste ik voor. Ik stemde dus tegen.

Daarna kwam de vergadering van 6 april jl. Ik was duidelijk voor het toen voorliggende college-

voorstel, omdat ik er vertrouwen in had dat het dossier Klein Arsenal definitief gesloten zou kunnen

worden. Maar helaas, de vergadering verliep heel anders dan ik verwacht had. Het collegevoorstel

haalde het niet en werd met 20 tegen 15 stemmen verworpen. In mijn ogen een gemiste kans.

Het uiteindelijke resultaat van de debatten en de genomen besluiten kan in mijn opinie heel

eenvoudig als volgt omschreven worden. De verantwoordelijke wethouder Bethlehem werd met een

onmogelijk door hem uit te voeren opdracht opgezadeld. Wel ben ik van mening dat het college erg

veel tijd nodig gehad heeft om met een nieuw raadsvoorstel te komen.

Uit het dossier Klein Arsenal moge ook duidelijk blijken dat met pappen en nathouden in moei-

lijke dossiers niets bereikt wordt. Integendeel zelfs: de partijen komen steeds verder van elkaar te

staan. Anders gezegd: dit dossier kent alleen maar verliezers. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid

komen.

Voorzitter, ik ben in het dossier Klein Arsenal altijd consequent geweest en dat wil ik uiteraard

blijven. Ik zal dus tegen stemmen.

De heer BOETZKES (PvdA): Voorzitter! Het melodrama rond Klein Arsenal ontgaat mij volledig.

Het is te betreuren dat er bestuurders zijn die blijkbaar in gesprekken met bestuurders van Klein

Arsenal toezeggingen hebben gedaan dan wel verwachtingen hebben gewekt. Daaruit moeten wij een

wijze lering trekken. Die lering is dat personen die een bestuursfunctie bekleden in onze stad, zich

vooraf goed op de hoogte dienen te stellen van de Helmondse situatie. Het is nog steeds zo dat het

verleden het kompas is voor de toekomst. Tenslotte is het nu eenmaal zo, dat bestuurders moeten

zeggen wat zij willen doen en doen wat zij gezegd hebben.

Als nieuw raadslid krijg ik een onbehaaglijk gevoel wanneer ik de bewegingen van het college

zie, met de voorstellen aan de raad. Ik zeg dit omdat het college een aantal voorstellen aan de raad

gedaan heeft - december 2002, september 2003 en april 2004 - met mijns inziens als doel de hete

aardappel op het bord van de raad te plaatsen. Ik denk dat deze beweging van het college weinig of

niets te maken heeft met het begrip dualisme. De drie voorstellen van het college aan de raad zijn

door de rechter gelogenstraft en HW is tot drie maal toe in het gelijk gesteld.

Het voorliggende collegevoorstel kost in zijn totaliteit ongeveer 5,5 ton in euro's. Vooropgesteld

dat belofte schuld maakt, wil ik erop wijzen dat er een mogelijkheid te vinden zou moeten zijn waar-

door de leden van Klein Arsenal actief hun sport kunnen bedrijven, hetzij op een eigen veld, hetzij

door gebruik te maken van een gezamenlijk veld.

Het vorige college heeft destijds een voorstel tot fusie met de Dijkse Boys gedaan. Hierop is

door Klein Arsenal negatief gereageerd. Wellicht had het college een verhuispremie moeten instellen

die als smeerolie had kunnen dienen om het proces te doen slagen. Helaas is dat niet gebeurd. Men

heeft een oplossing gezocht in geldverslindende gerechtelijke procedures.

Afgelopen jaar heeft Klein Arsenal gebruik kunnen maken van de velden van Oranje-Zwart op

sportpark De Braak. Misschien zou het college kunnen nagaan of het inzetten van een redelijke ver-

huispremie van toepassing zou kunnen zijn om te komen tot een oplossing via Oranje-Zwart, Dijkse

Boys of Mulo. Waarom. stel ik dat, voorzitter? Omdat rechtelijke uitspraken ten aanzien van de

pogingen HW te dwingen tot schikken, totnogtoe mislukt zijn. Maar bovenal is aan de Helmondse

burger niet uit te leggen hoe het mogelijk is dat aan een respectabele club met een klein aantal leden

als Klein Arsenal is, een bedrag van plusminus 5,5 ton in euro's wordt gespendeerd. Wij hebben het

afgelopen jaar allerlei bezuinigingen op verschillende terreinen ingevoerd. De verwachting is dat

volgend jaar nog meer bezuinigingen nodig zullen zijn. Daarbij moeten wij niet vergeten dat de

gemeentelijke belastingen verhoogd zijn. Vooral voor de minderbedeelden onder de Helmondse

burgers is dit voorstel niet te verkopen - wij hebben het zojuist over de Voedselbank gehad!

Bovendien is het vreemd te moeten constateren dat, ondanks eerdere uitspraken van de raad,

het college een overschrijding op het oorspronkelijke budget wil effectueren. Dat is ongeloofwaardig.

-16-

7 december 2004

Voor Jos Witteveen en voor mij ligt de maatlat op 2 ton in euro's, niet meer en niet minder. Het

collegevoorstel creëert bij ons een gewetensprobleem. Daarom kunnen wij, op grond van de kosten-

batenanalyse van de operatie, niet met het collegevoorstel meegaan. Laat ik heel duidelijk zijn: wij

vinden dat de leden van Klein Arsenal hun sport moeten kunnen uitoefenen, maar niet als daar het

door het college gepresenteerde prijskaartje aan vastzit. Dat is voor ons te hoog.

De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Is de heer Boetzkes van mening dat de gemeente vanaf nu

allerlei kleine verenigingen op de een of andere manier kan gaan opheffen? Dat is namelijk wel de

consequentie van zijn verhaal, want ik heb hem eigenlijk horen zeggen dat Klein Arsenal, op basis van

het kleine ledenaantal, wel kan worden opgeheven.

De heer BOETZKES (PvdA): Dat heb ik zeker niet gezegd, mijnheer Klaus.

De heer KLAUS (SP): Maar de heer Boetzkes spreekt over het financiële plaalje en daar Iaat hij

het van afhangen. Laat hij vooral in gedachten houden dat Klein Arsenal er niet om gevraagd heeft om

van zijn plek weg te moeten. De gemeente en de projectontwikkelaar samen hebben ervoor gezorgd

dat er een probleem ontstond voor het voortbestaan van Klein Arsenal. De gemeente zou dan moreel

verplicht zijn het probleem op te lossen. Nu is mijn vraag of dit zelfde verhaal gaat gelden voor allerlei

andere kleine verenigingen.

De heer BOETZKES (PvdA): Voor ons geldt dit niet voor iedere prijs, voorzitter.

De heer KLAUS (SP): Maar ik begrijp dat er wel een prijskaartje aan hangt!

De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter, ik zou de heer Boetzkes graag een vraag stellen.

Hoe komt hij aan het bedrag van 5,5 ton? Klein Arsenal is bij mijn weten altijd akkoord gegaan met

een bedrag van 2 ton. Het meerdere is niet toe te rekenen aan Klein Arsenal. Als Klein Arsenal van-

daag de dag 2 ton krijgt, is het hele probleem opgelost!

De heer BOETZKES (PvdA): Die oplossing wil ik graag horen. Ik heb er een uitspraak over

gedaan. Laat de heer Van Mullekom maar met een voorstel komen. Dan vinden wij elkaar wel.

De heer DAMS (WD): Voorzitter! Reeds bij eerdere behandeling van het dossier Klein Arsenal

in commissie of raad heeft onze fractie aangegeven van mening te zijn dat de renovatie van veld 3

van het Houtsdonkcomplex noodzakelijk wordt als gevolg van de voorgenomen huisvesting van Klein

Arsenal op Houtsdonk. Recente uitspraken van HW in de commissievergadering hebben ons verder

gesterkt in deze opvatting. Aangegeven werd immers dat, indien Klein Arsenal niet op Houtsdonk

gevestigd wordt, de renovatie van veld 3 achterwege kan blijven.

Verder hebben wij al eerder aangegeven dat wij een krediet van maximaal 2 ton een zeer hoge

inzet van gemeenschapsgeld achten in het kader van herschikking van voetbalveldcapaciteiten. Wij

concluderen nu, op basis van de overgelegde cijfers - waarbij wij gezien de marges er geen enkele

behoefte aan hebben om de cijfers op basis van de ingediende offertes te verifiëren, noch om te

beoordelen of de offertes zodanig hard zijn dat deze definitief moeten worden geacht -, dat er sprake

is van een overschrijding van de ter beschikking gestelde kredieten met ¿ 134.000,--. Oftewel: geen

marginale maar een majeure overschrijding. Immers, de overschrijding bedraagt 52%.

In februari 2004 zijn wij akkoord gegaan met het amendement van de SDOH-fractie. Op dat

moment hebben wij expliciet vermeld dat wij sterk blijven hechten aan het maximale, taakstellende

aspect van het krediet, dat bovendien uitdrukkelijk gekoppeld is aan huisvesting op sportpark Houts-

donk. Wij kunnen en willen nu niet anders dan consequent blijven in deze en blijven het onverant-

woord vinden om een hoger bedrag ter beschikking te stellen, zoals het college dat nu voorstelt.

De suggestie van de Raad voor de Sport om een eigen accommodatie te creëren, kunnen wij

evenmin omarmen. Deze gemeenteraad heeft immers, op grond van de overweging de bestaande

voetbalveldcapaciteit optimaler te benutten, destijds de keuze gemaakt om in te voegen. De destijds

van kracht zijnde argumenten daartoe zijn wat ons betreft nog altijd valabel. Het door Helmondse

Belangen ingediende amendement past dan ook niet in het destijds geformuleerde en raadsbreed

gesteunde uitgangspunt waar wij, zoals eerder gesteld, nog altijd achter staan en zal door de WD-

fractie dan ook niet ondersteund worden.

Kortom, voorzitter: ondanks de wijze raad van de heer Den Breejen, zullen wij tegen het voor-

stel stemmen.

-17-

7 december 2004

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ik zou graag van de heer Dams horen of hij niet

enigszins bezorgd is over wat het nog gaat kosten als de raad het collegevoorstel afwijst. Maakt hij

zich echt geen zorgen dat dat misschien heel veel geld gaat kosten? En dat is dan wel verdiend!

De heer DAMS (WD): Wij realiseren ons dat, of wij nu linksom of rechtsom gaan, wij altijd

geconfronteerd zullen worden met kosten van juridische procedures. Dus laten wij die maar op ons af

komen.

De heer VAN MULLEKOM (HA): Ik zou graag ook een vraag stellen, voorzitter, privé en gewoon

recht uit het hart. Ik heb vroeger zelf altijd gevoetbald, ook redelijk hoog, zelfs nog op de plek waar nu

Helmond Sport zit. Voetbal is een volkssport en ik kan het niet laten het hier te zeggen: als het tennis

of hockey was geweest, was de zaak allang geregeld geweest!

De VOORZITTER: Ik zou de heer Van Mullekom willen vragen of hij, als hij aankondigt een

vraag te willen stellen, voortaan inderdaad een vraag te stellen. En naar aanleiding van de reacties

vanaf de publieke tribune, zou ik aan mensen op de publieke tribune willen vragen of zij zich, zoals dat

gebruikelijk is, van tekenen van goedkeuring of afkeuring willen onthouden.

De heer FERWERDA (GL/D66): Voorzitter! Met het aannemen van een op ons verzoek door de

SDOH-fractie ingediend amendement in de raadsvergadering van februari jl. was voor ons het dossier

Klein Arsenal eigenlijk al snel daarna geslotenó Het SDOH-amendement, dat door een meerderheid

van de raad omarmd werd, ook door onze fractie, bevatte een tweetal onderdelen. Ten eerste zou er

niet meer dan 2 ton worden uitgetrokken voor de herhuisvesting van Klein Arsenal. Ten tweede

zouden alle juridische procedures gestaakt moeten worden. Toen al snel daarna bleek dat van het

opgeven van juridische procedures door partijen geen sprake zou zijn, was voor ons de kous af.

Jammer, zo constateerden wij; wij hebben onze uiterste best gedaan, maar voor Klein Arsenal is

kennelijk in de Helmondse voetbalwereld geen plaats. Een zeker gevoel van schaamte bleef bij ons

achter.

In het vervolgtraject bleek dat een meerderheid van de raad de consequenties van het amen-

dement niet wilde aanvaarden. Men stopte er dus niet mee. Alsnog werd een offensief ingesteld erop

gericht om in de oorspronkelijke opzet te slagen, namelijk huisvesting van Klein Arsenal op Houts-

donk. Het voorliggende voorstel is hiervan het resultaat. Ruim 4 ton in totaal is nodig om Klein Arsenal

op Houtsdonk gevestigd te krijgen. Daarnaast zullen er juridische procedures blijven lopen waarvan

het einde nog niet in zicht is. Voorzitter, het zal u duidelijk zijn: in lijn van het eerder door ons in-

genomen standpunt zullen wij, met pijn in ons hart, tegen uw voorstel stemmen.

De fractie van Helmondse Belangen heeft ons een amendement doen toekomen waarin zij het

college oproept het Houtsdonkpad te verlaten en binnen drie maanden te komen met een plan voor

een eigen accommodatie. voor Klein Arsenal. Voorzitter, je bent toch wel heel ongeloofwaardig bezig

als je enerzijds tot op de dag van gisteren het college hebt gemaand om te zorgen voor een accom-

modatie op Houtsdonk en nu opeens komt aanzetten met een amendement dat in onze ogen de op-

lossing geen stap voorwaarts brengt, valse hoop vestigt bij partijen en een definitieve ontknoping

alleen nog maar langer Iaat wachten. Was dan in april consequent geweest en had dan, nadat bleek

dat het eerder ingediende amendement in de praktijk niet haalbaar was, tegen het college gezegd:

stop ermee! Of was op dát moment gekomen met een amendement. Dit amendement helpt ons

inziens niemand verder en is wellicht alleen bedoeld voor het behagen van eigen kiezersvolk. Wij

vinden dit amendement op dit moment - om in de woorden van de heer Smits te spreken - onverant-

woord.

Ten slotte nog een opmerking over de rol van het college. Ons stoort het langzamerhand wel

dat het college in dit dossier nauwelijks of geen eigen standpunt inneemt. Het college volgt en doet

keurig duaal datgene wat de raad het college opdraagt. Ik kan mij echter situaties voorstellen waarin

het college, tegen de wens van de meerderheid van de raad in, zegt: leden van de raad, dit door u

gewenste beleid kunnen wij of willen wij, om ons moverende redenen die wij u zullen toelichten, niet

uitvoeren. Voorzitter, wij hadden in dit dossier graag zo'n moment willen meemaken.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! De heer Ferwerda kent het dossier. Het is een lang en slepend

dossier en hij zal zich dus kunnen indenken dat situaties of omstandigheden veranderen. Wij hebben,

na de gerechtelijke uitspraak in september, contacten gelegd, ook met bestuurders van HW. Van

deze bestuurders hebben wij gehoord dat de oplossing zelfs op Houtsdonk zou kunnen liggen. Dat

soort zaken hebben wij in ons amendement willen aangeven. Schijnbaar heeft de Raad voor de Sport

-18-

7 december 2004

zich daar ook over gebogen, waar men in een ultieme poging oplossingsmogelijkheden ziet. Daar

hebben wij weer uit geput om het amendement op te stellen zoals wij dat hebben gedaan. Wij zien in

Helmond - en dan heb ik het niet over de overcapaciteit van twee velden op De Braak, de

mogelijkheden van een fusie met Oranje-Zwart of Rijpelberg - echt diverse mogelijkheden die wij

verder kunnen uitzoeken. Dat zijn zaken die in de periode vanaf september tot en met vandaag

gespeeld hebben.

De VOORZITTER: Het blijkt heel moeilijk een concrete vraag te stellen. De heer Ferwerda kan

nauwelijks antwoord geven op een niet-gestelde vraag.

De heer FERWERDA (GLlD66): Ik ben blij met de toelichting van de heer Smits. Punt.

De VOORZITTER: Inderdaad. Het was geen vraag.

De heer VERBAKEL (SP): Ik heb wel een vraag aan de heer Ferwerda, voorzitter! Ik begrijp uit

het verhaal van de heer Ferwerda dat Groenlinks/D66 het verzet van HW heel zwaar Iaat wegen.

Realiseert deze fractie zich dat zij daarmee het verzet van HW ook beloont?

De heer FERWERDA (GLlD66): Ik denk niet in termen van belonen of bestraffen. Ik denk

eerder in termen van het amendement dat de raad heeft aangenomen en waarin een uitspraak is

gedaan over het bedrag van 2 ton en het stoppen van de juridische procedures. Wij hebben gecon-

stateerd dat deze zaken niet gebeurden en dat er van alles door elkaar ging lopen. Daarmee was voor

ons, na de twee jaar dat wij al met dit dossier bezig waren, helaas de kous af.

De heer ROEFS (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie kan het tegenover de bevolking van

Helmond niet verantwoorden om voor het collegevoorstel te zijn. Ook wij hebben ons in het verleden

gecommitteerd aan het voorstel om het college de inspanningsverplichting op te leggen om, binnen

bepaalde kaders, Klein Arsenal aan een speelveld te helpen. Deze kaders wil ik hier graag nog eens

noemen, want ik heb heel sterk de .indruk dat heel veel partijen die wat uit het oog verloren zijn. Het

waren de volgende kaders:

1. Geen nieuwe accommodatie voor Klein Arsenal; er dient een veld vrijgemaakt te worden op een

bestaande accommodatie. Daarvoor is de zogenaamde Helmond-norm in het leven geroepen.

2. De totale oplossing mag maximaal 2 ton in euro's kosten.

3. De oplossing dient zowel juridisch als ruimtelijk mogelijk te zijn.

Nu ligt er een voorstel voor dat ruim 4 ton kost. Daarnaast moeten wij tot onze spijt constateren

dat de juridische strijd nog volop woedt en dat een definitieve oplossing nog niet in zicht is. Dat te

samen heeft ertoe geleid dat wij tegen het collegevoorstel zullen stemmen.

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! Een lang of kort verhaal doet niet meer ter zake.

Desgewenst kunt u ze alle twee van ons krijgen. Gamma Holding had destijds, conform het koop-

contract, het terrein vrij van huur moeten opleveren. De ontruiming had dan kunnen plaatsvinden. De

gemeente heeft toen toezeggingen gedaan, op basis waarvan het dossier is heropend in juli 2002.

Degenen die dat binnen het college hebben gedaan, zitten nu nog steeds met de gebakken peren.

Maar de raad zit er inmiddels ook mee.

Simpel gezegd: het college heeft Klein Arsenal een toezegging gedaan en de raad had die toe-

zegging kunnen honoreren of afwijzen. Dat is niet gebeurd. Daarmede lag de regie verder bij het col-

lege. Al dan niet geconditioneerd, is de raad bij voortduring akkoord gegaan met de collegevoorstellen

waarbij gezocht werd naar oplossingen. Ook de SDOH-fractie is daarin consequent geweest. Als het

college plotseling vindt dat Klein Arsenal niet de dupe mag worden van onrechtvaardig handelen,

hebben wij onder het mom "gelijke monniken gelijke kappen" de collegevoorstellen gesteund. Daarbij

hebben wij van het begin af aan de dekking gezocht waar die hoort te liggen, te weten in de grond-

exploitatie.

Uiteindelijk bleef er één alternatief over: de herhuisvesting van Klein Arsenal op sportpark

Houtsdonk. Laatstelijk is dit gebeurd in april. In de raadsvergadering van april jl. werd het voorstel van

het college tot sluiting van het dossier Klein Arsenal afgewezen met 20 stemmen tegen en 15

stemmen voor. Voor de goede orde: tegen stemden toen de fracties van SDOH, HB, SP, PvdA, FMN

en FEH. Indien de fracties die zich toen achter die afwijzing hebben geschaard thans van standpunt

zouden veranderen, zou de politiek onbetrouwbaar worden, in ieder geval de zojuist genoemde

partijen. De SDOH-fractie steunt derhalve voorshands het voorliggende voorstel.

-19-

7 december 2004

In dat kader past het amendement van Helmondse Belangen niet. De heer Den Breejen sprak

daarover in termen van "een dolksteek in de rug van Klein Arsenal". Ik kan mij voor een groot deel

achter deze uitspraak scharen. Immers, waar de fractie van Helmondse Belangen in april tegen

sluiting van het dossier Klein Arsenal heeft gestemd en derhalve het nu voorliggende voorstel zou

kunnen steunen, zou verdere vertraging onzin zijn. Ik moge u verder wijzen op een amendement dat

wij ingediend hebben in 2001, luidende: "indien medegebruik van Klein Arsenal niet kan worden

afgedwongen, medewerking te verlenen aan verplaatsing van Klein Arsenal naar een alternatieve

accommodatie en hiervoor middelen vrij te maken." Dat hebben wij in 2001 gesteld en de heer Smits

en zijn hele fractie hebben daar toen voor gestemd. Trouwens de heer Ferwerda heeft daar toen ook

voor gestemd.

De Helmondse politiek is niet gebaat met een zigzag koers. Nu opnieuw van standpunt veran-

deren getuigt niet van politieke duidelijkheid. Wij realiseren ons dat het dossier hiermee helaas niet zal

zijn afgesloten. Daarbij wilde ik het in eerste instantie houden.

Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! In de vergadering van de com-

missie samenleving is van de kant van de Helmondse Seniorenpartij een voorbehoud gemaakt. Daar

willen wij hier toch nog eens een toelichting op geven. Velen van u, behalve misschien de pers - want

daar horen wij in dat opzicht nauwelijks iets van -, kennen inmiddels het standpunt van de Helmondse

Seniorenpartij met betrekking tot het dossier Klein Arsenal. Wij blijven achter ons standpunt staan. Het

resterende budget a raison van ¿ 200.000,-- kan nog worden besteed aan dit dossier. In deze tijd van

bezuiniging, met name in de zorg, kunnen wij tegenover onze achterban dit soort extreem grote

bedragen op geen enkele manier meer verantwoorden. Wij zijn tegen het amendement van

Helmondse Belangen, omdat dit ons inziens geen enkele oplossing biedt. Het zou opnieuw een gebed

zonder end worden, zoals wij al eerder gezegd hebben.

Kort en goed: de HSP-fractie blijft bij haar standpunt. Wij stemmen tegen het collegevoorstel.

De VOORZITTER: Dames en heren! Ik neem aan dat u een reactie van wethouder Bethlehem

op prijs stelt. Het woord is aan de wethouder.

De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Het is inderdaad een dossier dat een heel lang

traject kent, waarbinnen partijen verschillende posities hebben ingenomen. Het lijkt mij verstandig daar

nu niet op terug te komen. Wel is belangrijk datgene wat in de raadsvergadering van 6 april jl. aan de

orde is geweest. In het verlengde daarvan ligt het huidige voorstel aan de raad. Ik heb dan ook niet

gehoord dat het voorliggende voorstel niet voldoet aan datgene wat destijds het voornemen was met

betrekking tot de herhuisvesting van Klein Arsenal op sportpark Houtsdonk.

Allereerst een opmerking over een blijkbaar halsstarrig misverstand dat het opknappen van veld

3 van HW te maken heeft met achterstallig onderhoud. Ik heb al een keer eerder gememoreerd dat

dit niet aan de orde is. Wel was destijds aan de orde het aanbrengen van drainage in veld 3, omdat de

afwatering niet goed was. Wij hadden ingeschat dat daarvoor ¿ 30.000,-- nodig zou zijn. Dat is een

ander bedrag dan nu nodig is voor een wedstrijd/trainingsveld. Dat verschil staat in het voorstel aan-

gegeven en het is ook conform de offerte.

Over de offertebedragen wordt ook steeds gesproken. Wij hebben netjes offerte gevraagd

volgens een bestek. Dit bestek was opgesteld o.a. aan de hand van de voorwaarden die de KNVB

aan het veld gesteld had. Immers, HW had inmiddels de KNVB om advies gevraagd. Om te

voorkomen dat hierover weer discussie zou ontstaan tussen gemeente en HW, hebben wij de vier

bedrijven die wij om een offerte hadden benaderd, gevraagd om conform dit bestek offerte uit te

brengen. Wij gaan ervan uit dat de offertes kloppen.

Ik heb bij interruptie de kosten van een nieuwe accommodatie al genoemd. Wij schatten in dat

wij dan praten over het dubbele van het bedrag dat nu nodig is en dat een nieuwe accommodatie

tussen de 8 en 9 ton zal kosten. In de beginfase is daar al eens een berekening van gemaakt en ik

neem aan dat het er niet:goedkoper op geworden zal zijn. Misschien kan dit de raad helpen bij zijn

overwegingen.

Sommige sprekers zijn ingegaan op de hoogte van de kosten. Op het moment van de discussie

naar aanleiding van het commissievoorstel waarover de commissie een negatief advies gaf dat weer

resulteerde in een negatief raadsvoorstel, waren de kosten al ingeschat op de omvang die nu in het

voorstel staan. Daar kan volgens mij geen verschil in zijn.

Gesuggereerd is dat een verhuispremie mogelijk het samengaan van Klein Arsenal met Dijkse

Boys zou hebben vergemakkelijkt. Deze suggestie zou ik willen ontkrachten. Van de kant van Dijkse

Boys is destijds al gezegd dat Klein Arsenal daar één seizoen mocht komen voetballen en dat de

clubs daarna zouden moeten fuseren, omdat het bestuur van Dijkse Boys geen twee verenigingen op

-20-

7 december 2004

één accommodatie wenste. Dat is overigens een standpunt dat ik ken uit mijn eigen verleden. Daar is

men bij Dijkse Boys heel consequent in geweest. Een verhuispremie had daarbij echt niet geholpen. Ik

kan mij voorstellen dat Klein Arsenal daarop heeft gereageerd in de zin dat men als voetbalvereniging

niet bereid was de eigen identiteit op te geven.

Dan kom ik aan de juridische gevolgen. Het college had gehoopt dat de uitspraak van de

rechter zou zijn geweest dat Klein Arsenal op Houtsdonk gevestigd kon worden. Daarmee hadden wij

het groene licht gehad om de uitgaven te doen die daarvoor nodig waren. De rechter deed echter een

omgekeerde uitspraak in die zin, dat hij vond dat wij als gemeente eerst ons huiswerk moesten doen.

Wij zouden er eerst voor moeten zorgen dat HW vooruit kon en dat de velden in orde gemaakt

werden. Pas daarna konden wij beschikken over veld 2. Wij moesten ook laten zien dat wij bereid

waren het geld voor de accommodatie ter. beschikking te stellen. Dat is onze interpretatie van de

uitspraak van de rechter. Of dit juist is, weten wij niet honderd procent zeker, want de volgende keer

zal een andere rechter in een procedure daar weer een uitspraak over doen. Maar gezien de uitspraak

- en wij hebben de raad erop gewezen dat het een bijzondere uitspraak is - mogen wij ervan uitgaan

dat, als alles gaat zoals wij denken dat het gaat, er een positieve uitspraak van de rechter zal komen.

Wat dat daarna weer voor procedures oplevert, weet ik niet en daar kan ik nu uiteraard niets over

zeggen. Welke beslissing de raad vanavond ook neemt, één ding staat vast: wij zijn nog niet af van de

juridische procedures.

De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Dit is een belangrijk punt, want dit is nu juist waarom de

fractie van Helmondse Belangen vindt dat het voorstel van het college onverantwoord is, namelijk de

verwachting dat de rechter straks weer een andere uitspraak zal doen. Het gaat erom dat de

wethouder naar vermogen, want garantie kan hij niet geven...

De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat is ook zo, anders zou ik het voorstel niet gedaan

hebben. De vorige keer dachten wij al aardig zeker te zijn dat wij met ons voorstel in de lijn van de

vorige uitspraak hadden gewerkt. Enerzijds bevestigt de uitspraak datgene wat wij dachten, maar

anderzijds is de uitspraak ook verbazingwekkend te noemen. Wij hadden namelijk graag groen licht

gehad om te gaan investeren, zeker wetend dat het geld besteed kon worden. Nu is het omgekeerde

het geval: wij moeten er eerst voor zorgen dat de zaken voor elkaar komen en dan pas zou er bij de

rechter de bereidheid zijn een positieve uitspraak te doen. Honderd procent zekerheid kan ik dus niet

geven, want ook rechtspraak is mensenwerk.

De heer VERBAKEL (SP): Misschien is dit aanleiding voor de fractie van Helmondse Belangen

om haar stellingname dat het voorstel onverantwoord is, nog eens te heroverwegen.

De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik zal in elk geval nog kort ingaan op het amendement van

Helmondse Belangen. .

De eerste overweging dat binnen de raadsopdracht de inbreiding van voetbalvereniging Klein

Arsenal op sportpark Houtsdonk is onderzocht klopt, evenals de daarop volgende overweging dat bij

mogelijke uitvoering van het besluit de juridische haalbaarheid nog steeds onder druk staat.

Ik moet de raad ontraden akkoord te gaan met de overweging dat de oplossingsrichting en

mogelijkheden tot een separate huisvesting op bestaande en zo mogelijk nog te ontwikkelen sport-

accommodaties nog divers zijn. De raad heeft al vastgesteld dat er op dit moment sprake is van over-

capaciteit. De overweging zou dus in strijd zijn met de eigen opdracht van de raad, waarbinnen ik

steeds gevangen ben gehouden. Ik moest binnen de bestaande accommodaties een oplossing

zoeken. Wij hebben ooit een zijsprongetje gemaakt naar ROe ter Aa en wij hebben met een schuin

oog gekeken naar de Past. Van Leeuwenstraat, maar uiteindelijk moest het toch een oplossing op de

huidige accommodaties worden.

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! In 2001 is een dergelijk voorstel op basis van het

door ons ingediende amendement verworpen. De Raad voor de Sport loopt dus gewoon achter de

feiten aan en de heer Smits doet dat helemaal!

De heer SMITS (HB): Ik heb in augustus niet voor niets gevraagd naar de overcapaciteit op de

Helmondse sportparken. Wij zijn toen tot de conclusie gekomen dat er sprake was van overcapaciteit.

Op dit moment heeft sportpark De Braak twee velden overcapaciteit.

De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat is prachtig, maar met het volgende punt van het amen-

dement wil ik de opmerking van de heer Smits van zo-even ontkrachten. In het amendement staat

-21-

7 december 2004

namelijk: "De huidige oplossing mogelijk niet als de meest goedkoop adequate kan worden aan-

gemerkt." Zoals ik al heb gezegd: ik had geen vrije keus.

De heer SMITS (HB): De wethouder heeft zelfs de keuze op sportpark Houtsdonk gehad!

De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat is niet waar, mijnheer Smits. Nadat het raadsbesluit

genomen was, heb ik, voorafgaand aan het seniorenoverleg, alle sportverenigingen uitgenodigd voor

overleg over een oplossing voor Klein Arsenal. Ik heb toen alle verenigingen aan tafel gehad en aan

alle verenigingen de vraag gesteld of zij bereid waren vrijwillig aan een oplossing mee te werken.

Daarbij heb ik gezegd dat ik bereid was om in mijn binnenzak te kijken of ik daar extra geld voor kon

vinden. Maar alle verenigingen hebben gezegd: nee, wij werken niet vrijwillig mee aan een oplossing.

Daarop heb ik gezegd dat wij een systeem zouden gaan ontwikkelen om een vrijwilliger aan te wijzen.

Daarna is een discussie ontstaan over de vraag op grond waarvan de gemeente dat zou kunnen

doen. De verenigingen gaven toen unaniem aan dat, als de gemeente de KNVB-norm zou toepassen

- er waren toen meer dan vijf accommodaties in Helmond ter beschikking - zij de oplossing niet

zouden accepteren. Met andere woorden: dan had ik niet met één vereniging maar met alle ver-

enigingen ruzie. De verenigingen wilden alleen de Helmond-norm accepteren en daar is HW uit-

gekomen. Dat was een keuze conform de Helmond-norm. Ik kon niet kiezen voor een goedkope op-

lossing of een oplossing buiten de bestaande sportaccommodaties, omdat ik moest kiezen op grond

van overcapaciteit. De raad heeft dit uiteindelijk zelf bevestigd.

De heer SMITS (HB): Ik wil nog eens herinneren aan de oplossing door middel van veld-

verdraaiing. Daarmee kom ik terug op de 15 meter ecologische zone aan de achterzijde van Houts-

donk die daarvoor nodig was. De wethouder heeft mij er nooit van kunnen overtuigen dat de provincie

uitdrukkelijk en zwart op wit heeft verboden het hek vijftien meter te verplaatsen, waardoor een veld

aan de achterzijde van het sportpark kon worden neergelegd. Daarmee zou HW drie velden

overhouden, met een royale capaciteit voor jeugd en trainingen. De wethouder heeft mij er ook nooit

van kunnen overtuigen dat inbreiding op sportpark Houtsdonk aan de achterzijde via veldverdraaiing

geen goede oplossing was.

De heer BETHLEHEM (wethouder): Het ligt heel eenvoudig, voorzitter. De provincie heeft deze

oplossing verboden vanwege de ecologische hoofdstructuur. Die is heilig. Daar kan ik nog een voor-

beeld van geven. Voor het kantelen van een veld ten behoeve van Stiphout moeten vijftig bomen

gekapt worden. Ook in dit geval geeft de provincie geen toestemming vanwege de ligging in de eco-

logische hoofdstructuur. Die grond kan niet gebruikt worden. Met het bestuur van Stiphout Vooruit had

ik ook al gesproken over een betere afwatering, die tegelijkertijd gerealiseerd zou kunnen worden.

Daarmee zouden wij de accommodatie en de omgeving helpen. Onbespreekbaar! Wij mogen in de

omgeving van de ecologische hoofdstructuur niet in die mate ingrijpen dat daar een veld gecreëerd

kan worden.

De lange voorbereidingstijd die in het amendement wordt genoemd, is ook een lastig punt.

Anderen hebben dat ook al gezegd. Het is een lastig traject dat veel overleg vraagt. Bovendien kijken

juristen mee bij alle stappen die wij doen. Dat betekent dat wij voorzichtig zijn bij elke stap die wij

doen. Dat dit heel veel extra tijd gevraagd zou hebben, kan ik mij niet voorstellen.

Dan staat er iets in het amendement over het advies van de Raad voor de Sport Helmond d.d.

25 november jl. Ik vind het overigens jammer dat er kritiek wordt geleverd op de Raad voor de Sport,

zonder dat er leden van deze raad aanwezig zijn die het advies kunnen verdedigen. Dat maakt de

situatie lastig. Ik accepteer het advies, want de Raad voor de Sport is een adviesorgaan dat wij zelf

hebben ingesteld. Wel vind ik het jammer dat het advies buiten de kaders van de opdracht van de

raad valt, omdat wij daardoor niet met dat advies aan het werk kunnen.

Ik denk dat ik duidelijk genoeg ben geweest. Met het besluit van het amendement kan ik niets.

Ik ga niet weer drie maanden met allerlei verenigingen zitten praten. Daar hebben wij al heel veel tijd

in gestoken en daar begin ik niet meer aan. Er zijn al heel wat inspanningen in gestoken en wij willen

hier gewoon verder mee komen.

De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Het zal duidelijk zijn dat het antwoord van de wet-

houder voor mij niet moeilijk te accepteren is. De wethouder heeft gelijk dat drainage van veld 3

stukken goedkoper is dan de nu voorgestelde uitvoering van het voetbalveld. Ik blijf toch bij de stelling

dat op termijn toch datgene gebeurd zou zijn wat nu versneld wordt uitgevoerd. Dat is echter een punt

waarover je over en weer kunt strijden.

-22-

7 december 2004

De fractie van Helmondse Belangen heeft, ondanks alle interrupties, in eerste termijn niet dui-

delijk kunnen aangeven wat nu eigenlijk het draaipunt is. Ik blijf erbij dat deze fractie het advies van de

Raad voor de Sport heeft aangegrepen om van standpunt te veranderen, zonder dat inhoudelijk te

kunnen onderbouwen. De opstelling van de fractie van Helmondse Belangen zal straks het verschil

uitmaken bij de stemming, want daardoor zal het collegevoorstel het zo goed als zeker niet halen. Ik

vraag de fractie van Helmondse Belangen dan ook nogmaals zich nog eens heel goed te beraden op

de vraag in hoeverre zij straks nog op een politiek geloofwaardige manier verder kan gaan.

De VOORZITTER: Deze opmerkingen behoeven geen beantwoording door de wethouder. Ik

stel voor dat wij gaan stemmen over het amendement, aangenomen dat de fractie van Helmondse

Belangen haar amendement handhaaft.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Gehoord de beraadslaging en vanwege de stemming die er

waarschijnlijk zal komen, wil ik het amendement toch overeind houden. Wij zien in aanname van ons

amendement de enige mogelijkheid om voetbalvereniging Klein Arsenal in stand te houden.

Hierna wordt het amendement-Smits bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter con-

stateert dat de leden van de fractie van Helmondse Belangen hebben voorgestemd.

Vervolgens geeft de voorzitter gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring over het

collegevoorstel.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Voordat wij overgaan tot het afleggen van stemverklaringen,

wil ik graag een korte schorsing.

Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor fractieberaad.

Na hervatting der vergadering verleent de VOORZITTER het woord aan de heer Smits.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Mijn fractie heeft altijd aangegeven dat de gemeente de

morele plicht heeft om Klein Arsenal een eigen veld te geven. Het huidige voorstel heeft binnen onze

fractie te weinig draagvlak gekregen om er ja tegen te kunnen zeggen. Ik heb daar een aantal argu-

menten voor gegeven.

Onze fractie heeft niet het idee dat onze stemmen het verschil gaan maken bij de stemming.

Alle tegenstemmers zullen in feite tegen Klein Arsenal stemmen. Op dat punt bestrijd ik het verhaal

van de heer Den Breejen en alle anderen die hetzelfde zeggen. Kortom: zoals de zaak er nu voor-

staat, willen wij het college de opdracht graag teruggeven. Als het voorstel het niet haalt, betekent dit

namelijk dat het college de opdracht terugkrijgt en aan de slag zal moeten gaan, met alle juridische

procedures die nog volgen. Dit dossier is dus nog niet gesloten en wordt vervolgd. Wat ons betreft

heeft Klein Arsenal nog steeds recht op een eigen veld.

Hierna wordt het voorstel in stemming gebracht en met 22 tegen 15 stemmen verworpen.

Tegen stemmen de leden: mevrouw De Leeuw-Jongejans, Roefs, Van Wetering, mevrouw De

Voogd-Van Dortmont, Klerkx, Spierings, mevrouw Spierings-van Deursen, Vereijken, Smits, Van Kils-

donk, Mokadim, Sauvé, mevrouw Mattheij-van Woensel, Fransen, Dams, Ferwerda, mevrouw

Meinardi, mevrouw Witteveen-van den Berg, Boetzkes, Van der Burgt, Ristenpatt en Streeder.

Voor stemmen de leden: Van de Ven, Van Dijk, Wijnen, Praasterink, Kuypers, Henraat,

Kuijpers, Van Mullekom, Spruijt, Klaus, Verbakei, Naoum, Tijani, Den Breejen en Yeyden.

20. Voorstel tot vaststellinq van de Leqesverordeninq 2005. eerste wiiziqinq (biilaqe 230).

De heer VEREIJKEN (HB): Voorzitter! De commotie rond de verhoging van de leges voor een

terrasvergunning is door de aanvullende brief van de directeur van de dienst middelen en onder-

steuning achterhaald. Prima, wat ons betreft. Maar, voorzitter, met de vaststelling van de voorliggende

verordening krijgen wij als raad de kans om over de leges voor de ontheffing ingevolge artikel 35

Drank- en Horecawet te praten.

Tijdens algemene beschouwingen en begrotingsbehandelingen hebben wij het college meer-

dere malen gevraagd om tot een vrijstelling van deze leges te komen, met name vrijstelling van leges

-23-

7 december 2004

voor non-profit instellingen die kleinschalige evenementen organiseren, zoals buurtverenigingen,

carnavalsverenigingen en dergelijke. Zij ervaren bij het organiseren van hun laagdrempelige eve-

nementen waar alcohol geschonken wordt, de legesheffing als een extra financiële last. Inmiddels zijn

de leges al verlaagd van ¿ 163,-- naar ¿ 125,--, en dat allemaal binnen de bezuinigingsopdracht van

¿ 200.000,--. Wij willen hier pleiten voor algehele vrijstelling van de genoemde doelgroepen. Daartoe

hebben wij een amendement voorbereid, dat luidt als volgt:

"AMENDEMENT

Naar aanleiding van agendapunt 20, bijlage 230 van de gemeenteraad.

De raad van de gemeente Helmond bijeen d.d. 7 december 2004.

Onderwerp:

Vaststelling van de Legesverordening 2005, 1e wijziging

De raad,

Gehoord de beraadslaging,

Overwegende dat;

- de voorziene verlaging van de leges voor de ontheffing ingevolge art. 35 van de

Drank- en Horecawet van ¿ 163,00 naar ¿ 125,00 voor betrokkenen al een kleine

besparing oplevert,

- non-profit instellingen zoals buurt-, sport-, carnavals- en andere verenigingen zonder

eigen accommodaties streven naar het organiseren van laagdrempelige evene-

menten,

- de legeskosten voor deze doelgroep een extra financiële onkostenpost oplevert,

- door deze non-profit I sociaal maatschappelijke I culturele instellingen geen of na-

genoeg geen paracommerciële activiteiten gemunt op winstbejag worden gedaan,

Besluit;

- voor deze doelgroep een vrijstelling voor de legeskosten voor de ontheffing ingevolge

art. 35 van de Drank- en Horecawet in de Legesverordening op te nemen,

- deze doelgroepen niet ontslaat van de plicht tot het aanvragen van ontheffing.

En gaat over tot de orde van de dag."

De heer TIELEMANS (wethouder): Voorzitter! Ik heb er eerst en vooral behoefte aan te ont-

zenuwen als zou er sprake zijn geweest van commotie. Ik heb geen commotie vastgesteld. Dat er

vervolgens een krantenartikel verschijnt waarin getracht wordt commotie op te roepen, is iets anders.

Feitelijk is er geen sprake geweest van commotie; er is sprake geweest van een misverstand inzake

de legesvoorstellen met betrekking tot terrasvergunning. Dat hebben wij rechtgezet middels een brief

namens het college die de raad is toegestuurd door de directeur van de dienst middelen en onder-

steuning. Er is dus helemaal niets achterhaald.

De heer Vereijken brengt in zijn amendement ter sprake de leges voor de ontheffing ingevolge

artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Ik wijs erop dat als gevolg van ons pakket legesvoorstellen de

leges kosten voor deze ontheffing aanzienlijk naar beneden gaan: ruim 20%. De heer Vereijken noemt

dat een kleine besparing, maar ik vind dat een substantiële besparing. - -

Ik heb hier verder weinig aan toe te voegen, anders dan dat wij in de commissievergadering al

hebben gezegd dat wij, met het oog op de begrotingen 2006, nog zullen bekijken of en, zo ja, in hoe-

verre het tarief nog verder naar beneden kan. Ik heb de commissie namelijk een efficiencyonderzoek

in het vooruitzicht gesteld. In dat onderzoek zullen de feitelijke kosten die gemaakt worden in het

kader van de verstrekking van vergunningen en de toerekening van deze kosten kritisch bekeken

worden. Ik stel voor de uitkomsten van dit onderzoek af te wachten en mede aan de hand van de

onderzoeksresultaten te bepalen of de leges adequaat zijn dan wel bijstelling behoeven. Vanuit deze

optiek wil ik namens het college duidelijk stellen dat wij geen behoefte hebben aan het amendement.

De heer VEREIJKEN (HB): Voorzitter! Met het antwoord van de wethouder kunnen wij leven.

Wij trekken ons amendement in.

De VOORZITTER: Ik constateer dat het amendement is ingetrokken.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

21. Voorstel tot het vaststellen van het Beleidsplan Reïnteqratiebeleid 2005 (biilaqe 180).

-24-

7 december 2004

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! Wij hebben een voorbehoud gemaakt in de com-

missievergadering. Ons voorbehoud stoelde op het feit dat wij duidelijke en concrete resultaten wilden

verkrijgen. Wij hebben toen de afspraak gemaakt om de zaken in nader overleg te toetsen en te kijken

of wij er op die manier uit zouden komen. Wij zijn ervan overtuigd dat wij, na de vaststelling van het

beleidsplan, er nog zinniger over kunnen praten. Vanuit deze geloofsovertuiging gaan wij akkoord met

het beleidsplan.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

22. Voorstel tot vaststellinq conceptproqramma, bedraq en overzicht onderwiishuisvestinq 2005 (biilaqe

216).

Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

23. Voorstel tot vaststellinq Nota Bomen (biilaqe 223).

Mevrouw SPIERINGS-VAN DEURSEN (HB): Voorzitter! In de commissievergadering had ik een

voorbehoud gemaakt om de antwoorden van de wethouder met mijn fractiegenoten te kunnen door-

nemen. Zij waren overigens allemaal zeer lovend over de nota.

Het enige waar ik hier nog eens op wil hameren, is het volgende. De wethouder heeft in de

commissievergadering aangegeven dat een aantal juridische zaken getoetst zou worden. Wij zouden

graag van de wethouder willen weten of het inderdaad komt tot een Bomenverordening Helmond.

De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Ik vind het een prima nota. Op nota staat: Bomen in Helmond,

'van Kwantiteit naar Kwaliteit'. Het viel mij bij lezing van de nota dan ook op dat er met geen woord

wordt gerept over de verhouding tussen de flora en de fauna in de stad en wat in een stad als

Helmond het belang van bomen is voor de insecten, de vogels en alle andere fauna die ermee te

maken heeft. Dat valt mij echt op in zo'n kwaliteitsnota.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! Mevrouw Spierings refereert aan het juri-

dische kader. Dat moet inderdaad nog gemaakt worden en zal nog aan commissie en raad worden

aangeboden. De discussie daarover zullen wij dus op een wat later moment voeren. Wij zullen dan

onder meer op het kapvergunningenbeleid terugkomen. Daarmee komt er nog een gelegenheid om

daar nader op in te gaan.

Ik ben blij met de opmerking van de heer Klaus en ik kan deze opmerking ook wel onder-

steunen. Toch verwijs ik naar het pas vastgestelde Beleidsplan flora en fauna, waarin de samenhang

waar de heer Klaus over spreekt, is geregeld en de relatie wordt gelegd.

De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Daar bestaat geen misverstand over. Als het echter gaat over

kwantiteit en kwaliteit, valt het mij erg op dat er in de nota alleen maar wordt gerept over bomen

tegenover vleermuizen!

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Akkoord. Dan houd ik het op de gedane constatering.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

24. Voorstel tot vaststellinq beleidsplan Techniekeducatie en de beqrotinqswiiziqinq 138 in verband met

aanwendinq GSB-middelen (biilaqe 231).

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! De SDOH-fractie is blij met het initiatief te komen

tot een beleidsplan techniekeducatie. Juist in het kader van aansluiting zoeken tussen bedrijfsleven en

onderwijs is het hard nodig om tot samenwerking te komen.

Bij de behandeling van het Algemeen Structuurplan heeft de SDOH-fractie al kanttekeningen

gemaakt bij de ontwikkelingen in met name de "maakindustrie". Wij constateren steeds meer dat deze

industrie met een ticket enkele reis naar het Oosten vertrekt. Dit geldt met name voor bedrijven waar

de arbeidscoëfffiënt een groot deel van de kostprijs uitmaakt. Derhalve geldt dit in onze ogen even-

zeer voor de zogenaamde kennisindustrie waarbij de arbeidscoëfficiënt hoog is. Het resultaat daarvan

kan zijn een structurele druk op de werkgelegenheid. Daar waar het deel arbeid door robotisering kan

-25-

7 december 2004

worden opgevangen, betekent dat evenzeer druk op de werkgelegenheid, omdat arbeid wordt ver-

vangen door machines. Al deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor ons ruimtelijke beleid, maar

vooral ook voor ons werkgelegenheidsbeleid. Dat betekent dat wij ons gezamenlijk - overheid,

bedrijfsleven en onderwijs - moeten richten op plannen op de langere termijn en op basis daarvan

invulling moeten geven aan een arbeidsbeleid op de langere termijn. Er zal daarbij onder meer een

verschuiving plaats moeten vinden naar techniek en de interesse daarvoor bij ouders en leerlingen.

Terecht is daar in ons collegeprogramma ook grote aandacht aan besteed.

Simpel gezegd: de plaatselijke loodgieter en elektricien zullen wel blijven. Maar zij zullen ook

betaald moeten worden. En als de werkgelegenheid afneemt, kan dat een probleem worden. Dan

komen wij in een spiraal terecht.

Mijnheer de voorzitter, de ontwikkeling van de werkgelegenheid op korte maar ook op langere

termijn baart de SDOH-fractie zorgen. Zelfs zo veel zorgen, dat wij uitgebreider met het college

zouden willen ingaan op de mogelijkheden hieraan sturing te geven. Onbeperkt uitbreiden van

industrieterreinen zou in dat kader wel eens de foute beslissing kunnen zijn op langere termijn. Ove-

rigens zullen wij als gemeente Helmond in dit opzicht kritisch moeten zijn op de samenwerking met

Eindhoven. Deze samenwerking zal goed gestructureerd en gecontroleerd moeten worden.

Concreet: wij willen het hele werkgelegenheidsbeleid van de gemeente in de commissie MO&E

aan de orde hebben op basis van een startnotitie van het college.

De heer DAMS (WD): Voorzitter! In de commissievergadering hadden wij een voorbehoud

gemaakt. Ons voorbehoud richtte zich niet op de intentie die onder het verhaal ligt. Wij zijn met het

college de mening toegedaan dat de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven een continu punt

van aandacht is. De zorg daarvoor zal ook in de toekomst gecontinueerd moeten worden, mede in

verband met aspecten die de heer Praasterink zo-even heeft aangehaald.

Het voorbehoud dat wij gemaakt hebben, houdt verband met het feit dat in het beleidsplan wel

concrete acties geformuleerd zijn, maar niet in concreto geformuleerd is welke kwantitatieve doel-

stellingen wij op welke termijn wensen te halen. Na fractieberaad hebben wij gemeend toch voor het

voorstel te moeten stemmen en het daarmee het voordeel van de twijfel te geven, ook om de ontwik-

keling niet te frustreren.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! De heer Praasterink memoreert aan de

sociaal-economische aspecten die alles met de maakindustrie te maken hebben. Ik kan hem nu al

namens wethouder Houthooft meedelen dat het Sociaal-economisch beleidsplan in de februari-

vergadering van de commissie uitgebreid bediscussieerd zal worden. Dat lijkt mij een uitstekend

moment om over dit onderwerp, waarover ook de heer Dams een opmerking maakte, met elkaar in

discussie te gaan.

In de nota wordt het programma heel concreet aangegeven. De heer Dams moet de notitie

meer zien als een impuls in de richting van het onderwijsveld om aandacht te schenken aan het vak

techniek. Daarvoor worden voorwaarden gecreëerd en er wordt ook een financiële impuls gegeven.

Die heeft er onder meer toe geleid dat een zeer groot aantal leerkrachten zich heeft ingeschreven

voor een cursus die hen weer schoolt om de kinderen inde klas op dit vlak verder te helpen.

Bovendien hebben wij een relatie gezocht met de regio, niet alleen binnen de Peel maar ook in

SRE-verband. Op die manier willen wij proberen het vak techniek bij alle scholen structureel op de

agenda te zetten. Als zodanig is de notitie "Vaart achter techniek" ook bedoeld. Het is dus niet de

bedoeling om kwantitatieve doelstellingen te formuleren waarop men vervolgens kan worden af-

gerekend. Het is een project van drie jaar en als het goed is, is na deze drie jaar de steun van de

gemeente op dit vlak niet meer nodig.

De heer DAMS (WD): Voorzitter! Wat ons betreft onderstreept de wethouder nog eens datgene

wat wij gesteld hebben.

De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Ook wij steunen het voorliggende initiatief. Wat de finan-

ciering betreft wil ik nog het volgende opmerken. Er zijn fondsen voor de techniek die gigantisch veel

geld bevatten. Ik vind het jammer dat er geen afstemming heeft plaatsgevonden om te komen tot een

gezamenlijke aanpak. Er zijn zo veel fondsen binnen de metaal en andere technische sectoren, dat

elke activiteit die maar ontplooid wordt, financieel fors ondersteund wordt. Dat mis ik een beelje in het

verhaal.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! In de nota "Vaart achter techniek" kan men

lezen dat wij juist de samenhang hebben gezocht in de regio, niet alleen op het gebied van de onder-

-26-

7 december 2004

wijsinstellingen en overheid, maar ook op het gebied van het bedrijfsleven. Ondernemingen hebben

zich geschaard achter de inhoud van het beleidsplan en participeren daar ook financieel in. De raad

heeft nu de begrotingswijziging voorgelegd gekregen in verband met de eerder door de raad geaccor-

deerde GSB-gelden. Het werkelijke budget waarmee techniekeducatie de komende jaren behept is,

ligt vele malen hoger. Dat bedrag wordt opgebracht door provincie, gemeentes, ondernemers en het

onderwijs zelf.

De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Ik bedoel de fondsen sec en niet de ondernemers. Ik hoop

dat de wethouder op de hoogte is van de fondsen die in het kader van techniek beschikbaar zijn.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

25. Voorstel tot beschikbaar stellen van een aanvullend krediet uitbreidinQ woonwaqenlocatie Bakelsediik

(biilaQe 218).

Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! De HSP-fractie heeft inde ver-

gadering van de commissie RF een voorbehoud gemaakt. Wij hadden in de commissievergadering

twee vragen gesteld.

1. Is er bewijslast ten aanzien van de koperverontreiniging ten gevolge van kabelverbranding?

(Antwoord van de wethouder: "nee".)

2. Valt er financieel iets te verhalen, hetzij op de bewoners, hetzij via een verzekering? (Antwoord van

de wethouder: woonwagenbewoners kunnen zich niet laten verzekeren. In de toekomst zal hierin

mogelijk verandering komen. )

Hierbij gevoegd het gegeven dat de te sluiten nieuwe contracten van zeer strikte regels worden

voorzien en de handhaving op dit moment reeds beter is geworden, gaan wij alsnog met het voorstel

akkoord.

De heer PRAASTERINK (SDOH): Voorzitter! Ik kan het eigenlijk niet beter zeggen dan

mevrouw De Voogd dat gedaan heeft. Ook onze fractie had in de commissievergadering een voor-

behoud gemaakt en ik ben het dan ook volledig eens met mevrouw De Voogd.

Verder ben ik de wethouder dankbaar dat hij onmiddellijk actie heeft ondernomen en met een

aantal ambtenaren het kamp heeft bezocht. Ik zou willen pleiten in voorkomende gevallen voor een

stringentere budgettering en bewaking om dit soort uitwassen te voorkomen.

De heer FERWERDA (GLlD66): Voorzitter! In de commissievergadering hebben wij gecon-

stateerd dat het een ongelooflijk trieste zaak is. Achteraf, omdat de gemeente kennelijk niet in staat is

geweest om vooraf de zaken goed te regelen, is de gemeente een ton kwijt om zaken te herstellen. Ik

heb in de commissievergadering al aangekondigd dat ik de wethouder handhaving c.q. de burge-

meester de vraag wil stellen in hoeverre in de toekomst dit soort zaken vermeden kan worden, want

dit moet natuurlijk niet te vaak gebeuren. Daarmee doel ik op zowel de bedragen die ermee gemoeid

zijn als de overtredingen.

De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Aan de opmerkingen van mevrouw De Voogd

en de heer Praasterink valt weinig toe te voegen. De constateringen zijn correct.

Tegen de heer Ferwerda heb ik in de commissievergadering al gezegd dat de aangetroffen

bodemverontreiniging te maken heeft met activiteiten die in het verleden op deze locatie hebben

plaatsgevonden. In het heden kijken wij anders aan tegen handhaving, ook op de woonwagenlocaties.

Ik verwijs naar de vele constateringen die gedaan worden bij bezoeken van woonwagenlocaties door

handhavers van de gemeente, door de politie en zelfs door de wethouder, in dit geval ikzelf.

Binnenkort gaan wij een aantal nieuwe vakken aanleggen en ik sluit niet uit dat wij opnieuw te

maken krijgen met een aantal bodemsaneringskwesties. Laat ik vooropstellen dat wij trachten te voor-

komen dat wij in de toekomst in soortgelijke situaties terechtkomen. Ik ga ervan uit dat die ook niet

meer aan de orde zullen zijn, al kan niet uitgesloten worden dat wij nog zaken moeten corrigeren die

daar in het verleden gebeurd zijn. Nogmaals: vanaf nu zullen wij een ander regime voeren ten aanzien

van de controle op activiteiten die daar plaatsvinden. Daar weet onze portefeuillehouder handhaving

alles van.

De VOORZITTER: Conform onze "Vlindernotitie" hebben wij de afspraak dat primair en inhou-

delijk de verantwoordelijkheid ligt bij de desbetreffende beleidsportefeuilles, maar dat de coordinatie

-27-

7 december 2004

van de handhaving ligt bij de burgemeester. Zeker op het punt van de handhaving in de openbare

ruimte ben ik direct aanspreekbaar. In dit geval gaat het om handhaving van beleid op dit punt. Dan is

het de wethouder die daar verantwoordelijk voor is, zij het dat wij met elkaar een uitvoeringsplan

hebben gemaakt waar ook de inzet van de politie bij betrokken is. Wij zullen programmatisch op de

kampjes gaan handhaven. Dat moet u geruststellen, mijnheer Ferwerda.

De heer FERWERDA (GL/D66): Ik ben dol op "programmatisch handhaven", voorzitter!

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

26. Voorstel tot vaststellinq van voorbereidinqsbesluit Krommeweq/ Hazelaar (biilaqe 222).

De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil u vooraf melden dat de heer Van der Burgt, als

belanghebbende in deze kwestie, de zaal niet hoeft te verlaten. Hij zal echter niet deelnemen aan de

beraadslaging en zich ook van stemming onthouden.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

27. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. communicatie- en participatiekosten

Binnenstad (biilaqe 235).

Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

1ste Aanvullingsagenda

1.

Voorstel met betrekkinq tot uitvoerinq van de verordeninq ex artikel 213a van de Gemeentewet

(biilaqe 236).

2.

Voorstel tot vaststellinq van wiiziqinq van de qemeentebeqrotinq 2004 nr.130 Berap.

Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders

besloten.

De VOORZITTER: Dames en heren! U heeft vanavond op gedisciplineerde manier een paar

moeilijke punten met elkaar besproken. Dank daarvoor.

Het is onze laatste vergadering van dit jaar geweest. Ik wens u allen heel fijne en stemmige

kerstdagen en een goede jaarwisseling toe en spreek de hoop uit dat wij elkaar in het nieuwe jaar

gezond en wel in deze raadzaal terugzien.

Vanwege het feit dat dit de laatste raadsvergadering van het jaar is, heeft de griffier mij gezegd

dat iedereen is uitgenodigd om een glas wijn of iets anders te drinken in café Boscotondo.

Hierna sluit de voorzitter, om 21.50 uur, de vergadering.

Aldus vastg steld in zijn openbare vergadering van 1 februari 2005.

I

-28-

7 december 2004

NOTULEN

van het vragenuur, gehouden op dinsdag 7 december 2004 om 19.00 uur.

VOORZITTER: drs. AAM. Jacobs, burgemeester;

SECRETARIS: mr. J.P.T.M. Jaspers, griffier.

De VOORZITTER opent het vragenuur en stelt tegelijkertijd aan de orde:

1. Vraqen van de fractie van HSP, qesteund door de fractie van PvdA. inzake reconstructie Kanaaldiik

NW, deelqebied Boscotondo.

2. Vraqen van de fractie van HB inzake herhaalde brief van Vereniqinq van Eiqenaren Boscotondo

qebouw DIE d.d. 16-11-2004.

Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Nog een korte aanvulling op onze

vragen. De vragen met betrekking tot de reconstructie van de Kanaaldijk-NW zijn door de Helmondse

Seniorenpartij en de PvdA naar voren gebracht omdat de beantwoording van de brief aan de

gemeente van 16 november, geschreven door de Vereniging van Eigenaren Boscotondo, nogal even

op zich liet wachten. Daar moet ik nog bij zeggen dat inmiddels de heer Sanders, hoofd van het

Ingenieursbureau Helmond, de brief inmiddels beantwoord heeft. Aangezien er vragen zijn die niet of

onvoldoende zijn beantwoord, zouden wij graag van de wethouder een toelichting krijgen op de

vragen die wij schriftelijk ingediend hebben.

- Waarom is het plan zoals het nu wordt uitgevoerd, niet in overeenstemming met het door het

college gepresenteerde?

- Is het verleggen van het wegtracé met 1.50 tot 2.00 meter richting Boscotondo, gebouw DIE, bij

gedeputeerde staten aangemeld?

- Is er een adequaat akoestisch onderzoek geweest?

- Is er onderzoek gedaan naar mogelijke bodemvervuiling? (Op het verzoek van de WE Boscotondo

om het railsysteem te verwijderen werd een negatief antwoord gegeven; er zou een keideriput zijn

vol verontreinigingen).

- Is er onderzoek gedaan naar toename van de luchtvervuiling ten gevolge van uitlaatgassen?

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik ben blij te horen dat de brief inmiddels beantwoord is, zij het

niet tot volle tevredenheid, zoals ik zojuist van de kant van mevrouw De Voogd hoor. Ik denk dat de

wethouder daar dadelijk op zal ingaan.

Mijn aanvullende vraag aan het college is, of er wel voldoende gecommuniceerd is met de WE

Boscotondo en of deze voldoende is geïnformeerd.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! Allereerst een reactie op de vragen van de

fractie van Helmondse Belangen. Na een inleiding komt deze fractie in haar vraagstelling tot de

volgende concrete vraag: Is het mogelijk om op essentiële vragen concrete antwoorden te geven?

Daar kan ik met een gerust hart "ja" op antwoorden.

Vervolgens de vragen van de fracties van HSP en PvdA, die heel concreet geformuleerd zijn.

Het plan zoals het nu wordt uitgevoerd, is inderdaad niet in overeenstemming met het oor-

spronkelijke plan. In De Wissen is uitgebreid voorlichting gegeven over de reconstructie van de

Kanaaldijk-NW. Bovendien heb ik persoonlijke contacten gehad met de voorzitter en de secretaris van

Casatonda om een toelichting te geven op het plan zoals dat werd voorgelegd. De verandering ten

opzichte van het oorspronkelijke plan is, dat de bocht bij het Frans Joseph van Thielpark wat is ver-

legd. Wij vonden het belangrijk dat een vrachtwagen, komend van Casatonda, de bocht op een goede

manier zou kunnen maken. De bocht ligt nu zo, dat de uitdraaimogelijk van een wat langere vracht-

wagen gefaciliteerd wordt. Gebleken was namelijk dat er nogal wat vrachtwagens voorraden moesten

afgeven bij Casatonda. Daarom is de bocht nu veranderd.

Vervolgens wordt de essentiële vraag gesteld of er sprake is van het verleggen van het weg-

tracé. De as van de weg is inderdaad verlegd. Het fietspad is weggehaald en is betrokken bij de ver-

-29-

7 december 2004

keersfunctie van de weg. Daardoor is de veiligheidsfunctie van de weg verbeterd. Dat past uitstekend

in het bestemmingsplan "Verkeersdoeleinden Kanaalzone", omdat er een combinatie van de

genoemde twee functies is gemaakt.

De derde vraag is of er een akoestisch onderzoek is geweest. Ook op het punt van de lawaai-

overlast hebben wij extra gefaciliteerd, want op verzoek van de WE Boscotondo is er nu zogenaamd

stil asfalt aangelegd. Dat is kostbaarder dan hetgeen wij oorspronkelijk voor ogen hadden: wij zouden

daar aanvankelijk dezelfde soort klinkerbestrating toepassen die aan de overzijde ligt. Wij hebben wel

klinkers toegepast op de Steenweg, omdat ze daar geen extra akoestische belasting veroorzaken.

Omdat wij de woonfunctie bij Boscotondo willen respecteren, hebben wij daar stil asfalt neergelegd en

doorgetrokken. Stil asfalt vereist niet alleen hogere aanlegkosten; ook het onderhoud zal straks

hogere kosten met zich meebrengen.

De vraag of er onderzoek naar mogelijke bodemvervuiling is gedaan, is bijna een open deur.

Als er één plek is waar onderzoek is gedaan naar vervuiling van de bodem en waar ook is gesaneerd,

dan is dat wel het Begemann-terrein geweest. Ons is niet bekend dat er nog sprake zou zijn van rest-

verontreinigingen. In dezelfde vraag wordt ook nog gedoeld op het railsysteem en de leuningen. Ik kan

toezeggen dat deze zaken alsnog worden verwijderd.

De laatste vraag is of er onderzoek is gedaan naar toename van de luchtvervuiling ten gevolge

van uitlaatgassen. Verkeer blijft natuurlijk een probleem in het kader van de luchtverontreiniging. De

autonome verkeerstoename brengt ook meer luchtverontreiniging met zich mee. Uit onderzoeken is

echter steeds opnieuw gebleken dat in heel Helmond binnen de normen geopereerd wordt. Er is dus

geen sprake van dat wij op dit punt tot aanvullende maatregelen zouden moeten overgaan.

Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Er zijn toch nog wat punten over-

gebleven die de WE niet helemaal helder zijn. Om nu nog, in deze kakofonie, een heel lang verhaal

te gaan houden, lijkt mij niet zo heel verstandig. Ik stel voor dat ik de wethouder een kopie geef van de

openstaande vragen die leven bij de WE. Dan kan de wethouder met de betrokkenen in contact

treden, zodat op de een of andere manier een adequate oplossing kan worden gevonden.

De heer SMITS (HB): Voorzitter! De wethouder kapte onze vraag om een vijftal essentiële

vragen te beantwoorden, wel heel snel af. Toch heeft hij deze vragen wel beantwoord bij de beant-

woording van de vragen van mevrouw De Voogd. Er is echter nog een vraag blijven liggen.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): De heer Smits had maar één vraag gesteld, voor-

zitter!

De heer SMITS (HB): Ja, maar het ging uiteraard om de vijf vragen die de WE had gesteld. De

vraag die is blijven liggen, luidt of het college voornemens is de Kasteelbrug open te stellen voor auto-

verkeer in beide richtingen.

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Het antwoord op deze vraag is "nee".

De heer VAN KILSDONK (HB): Voorzitter! Ik heb geen gelegenheid gehad om een aanvullende

vraag aan de wethouder te stellen, omdat hij meteen al met zijn antwoord begonnen was. Daarom wil

ik het nu even doen. Het is mij opgevallen...

De VOORZITTER: Kunt u uw vraag kort stellen?

De heer VAN KILSDONK (HB): Er ligt water op het nieuwe wegdek en dat water trekt niet weg.

Is dat vanwege de nieuwe aanleg? Of kan het regenwater niet voldoende weglopen?

De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! De weg zal dit weekend/begin volgende

week opengesteld worden voor verkeer. Het is altijd zo dat op pas aangebracht asfalt wat water blijft

liggen, omdat de asfaltlaag nog niet volledig en optimaal functioneert. Ik heb niet de illusie te denken

dat alle problemen nu meteen zijn opgelost. Wij werken er hard aan en, naar het zich Iaat aanzien, zal

het er straks allemaal keurig uitzien.

Hierna verklaart de VOORZITTER het vragenuur voor geëindigd.

Uw Reactie
Uw Reactie