• Bestuur
  • Commissiestukken Notitie lokaal onderwijsbeleidsplan gemeente Helmond

Commissiestukken Notitie lokaal onderwijsbeleidsplan gemeente Helmond

Documentdatum 28-02-2002
Bestuursorgaan Commissie Onderwijs, Cultuur en Financien
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

1

Lokaal

Onderwiisbeleidsplan

Gemeente Heimond

Februari 2002

Inleiding

Het lokaal onderwijsbeleidsplan, plan in ontwikkeling

Het lokaal onderwijsbeleidsplan, zoals hier voor u ligt, is een plan in ontwikkeling. De hoofdstukken

zullen op hoofdlijnen het beleid voor de komende jaren beschrijven. Gestart wordt met een korte

samenvatting van het Meeijaren Ontwikkelings Programma, omdat dit een belangrijk aansturingspunt

vormt voor het gemeentelijk beleid. Daarna wordt in het eerste hoofdstuk de algemene visie op

onderwijsbeleid van de gemeente weergegeven, die vervolgens hoofdstuksgewijs wordt uitgewerkt. In

dit plan zijn de thema's opgenomen waarvan de gemeente Heimond vindt dat die in de komende

periode 2002-2006 nadrukkelijk op de politiek-bestuurlijke agenda moeten komen en de thema's die

op de middellange termijn 2006-2010 de politiek-bestuurlijke aandacht vragen. In de loop van de

aanstaande periode zullen de hoofdlijnen verder worden geconcretiseerd middels actiepunten en zal

de financiële verantwoording worden uitgewerkt. Daarbij zal het lokaal onderwijsbeleidsplan verder

worden afgestemd het lokaal sociaal beleid en het lokaal jeugdbeleid zodat er sprake zal zijn van een

integrale benadering. De totstandkoming van lokaal onderwijsbeleid is een dynamisch proces en dat

betekent dat de huidige versie niet alleen verdere uitwerking maar ook voortdurend bijstelling behoeft,

daar dit plan de situatie van 2002 weergeeft.

Meerjaren Ontwikkelings Programma

In 1999 is de Kernstadvisie Heimond 201 0 vastgesteld door de gemeenteraad. De Kernstadvisie

bevat vier speerpunten, te weten versterking van de centrumpositie, verbetering van de

bereikbaarheid, versterking van de sociaal-maatschappelijke basis en versterking van de

economische positie. Deze speerpunten zijn verder uitgewerkt in het Meerjaren Ontwikkelings

Programma (MOP), waar ze zijn vertaald naar respectievelijk de economische, fysieke, sociale en

uitvoeringsstructuur. Het hoofdstuk over de sociale structuur in het Meerjaren Ontwikkelings

Programma bevat een aantal programmapunten die van groot belang zijn voor de totstandkoming van

het nieuw lokaal onderwijsbeleidsplan. Een aantal programmapunten zal hieronder kort worden

samengevat.

Verkleining van de maatschappelijke tweedeling

Het college wil een integraal jeugdbeleid opstellen en uitvoeren, samen met allochtone en autochtone

betrokkenen en instellingen. Dit integraal jeugdbeleid moet gericht zijn op versterking van de positie

van deze doelgroep:

'een deel van de jongeren (landelijk wordt dit aantal op circa 15% geschat) ondervindt problemen in

de ontwikkeling naar volwassenheid, wat zich uit in gedrag (o.a. overlast, vandalisme), uitval uit school

en andere maatschappelijke verbanden en een aantal jongeren vertoont crimineel gedrag. ( ... ) Voor

deze risicojeugd, die voornamelijk in de aandachtsgebieden woont, zijn extra inspanningen nodig.

Het college spreekt zich in deze uit over het OK-beleid, voortijdig schoolverlaters en naschooise en

buitenschooise opvang.

Participatie

De gemeente streeft naar het vergroten van de participatie van haar burgers in de samenleving.

Onderwijs versterkt de kansen van zowel jeugdigen alsook volwassenen op deze participatie.

De gemeente wil de jeugdparticipatie vergroten bij de voorbereiding en uitvoering van op hen gericht

beleid.

'Van betrokkenheid van jeugd en jongeren bij de ontwikkeling en uitvoering van op henzelf gericht

jeugdwelzijnswerk is nog nauwelijks sprake'.

Veiligheid

Hierbij gaat het met name om het voortzetten van de programmaonderdelen Integraal

Veiligheidsbeleid. De gemeente hecht belang aan een goede veiligheid in de stad en ook in en om de

scholen. Waar mogelijk dient veiligheid zo veel mogelijk geïntegreerd te worden in bestaande

beleidsthema' s. Uit een onderzoek van de GGD is naar voren gekomen dat '1 1 % uit het tweede en

15% uit het vierde jaar zegt bij het uitgaan te hebben gevochten; ruim 30% uit beide schooljaren zegt

een mes of ander wapen op zak te hebben gehad en 6% van de tweede klassers en 7% van de vierde

klassers zeggen dat wapen ook te hebben gebruikt. Alle cijfers voor Heimond liggen hoger dan het

gemiddelde in Zuidoost-Brabant'.

Sociaal-emotionele ontwikkeling is een belangrijk aspect van met name mentale veiligheid waarin

scholen een belangrijke bijdrage leveren.

Gebiedsgericht werken

De verdere uitwerking van het werkconcept "De Brede School" is in dit verband een programmapunt

van het huidige college. In samenwerking met schoolbesturen, schooibegeleidingsdiensten, welzijns-

en maatschappelijk werk, culturele instellingen lopen er trajecten in de voorschooise periode, het

(speciaal) basisonderwijs, het (speciaal) voortgezet onderwijs en nog enkele overstijgende activiteiten.

Al deze trajecten en projecten dragen bij'... aan het voorkomen en bestrijden van

onderwijsachterstanden bij jongeren in de leeftijd van 0 - 25 jaar.

Daarnaast bevat ook het hoofdstuk over de economische structuur in het Meerjaren Ontwikkelings

Programma een aantal programmapunten die mee zijn genomen in de totstandkoming van het nieuw

lokaal onderwijsbeleidsplan.

Versterken van de relatie onderw@s en arbeidsmarkt

'in de periode tot 2004 wordt er gewerkt aan een adequate scholings-, opleidings- en zorgstructuur

voor de totale (potentiële) beroepsbevolking, waarmee het opleidingsniveau van de beroepsbevolking

beter zal aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt.'

Hiertoe worden het Onderwijskansenbeleid en de aanpak van voortijdig schoolverlaters voortgezet,

maar wordt ook de optie voor combinatie van het technisch beroepsonderwijs met een Industrieel

Praktijk Centrum nadrukkelijk bekeken. Daarnaast zijn de ontwikkeling van een brede structuur

vmbolhavo/vwo, de stimulering van een beroepskeuze in de technische sector (ROB en ROBje),

vergroting van de doorstroming vanuit het ROC Ter Aa naar HBO-instituten en uitbreiding van het

netwerk programmaonderdelen die een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt verder

vergroten.

Ook de realisatie van een Groene Campus, in deze inspelend op de groeiende behoefte aan

opleidingen op het gebied van voedsel, groen en leisure draagt hier in belangrijke mate aan bij.

Versterken van de economische positie van Heimond

Om de economische positie van Heimond te versterken is een tweetal speerpunten van belang. In de

eerste plaats de verbetering van de arbeidsmarktsituatie. Dit kan worden gerealiseerd door het

creëren van betere aansluitingen tussen het aanbod aan (beroeps)onderwijs en de toenemende vraag

naar hoger gekwalificeerd personeel vanuit het bedrijfsleven. Waar mogelijk en wenselijk zal de

gemeente dit stimuleren.

Een ander speerpunt is de uitbreiding van (de voorzieningen voor) het beroepsonderwijs op

middelbaar (MBO) en hoger (HBO) niveau en andere vormen van vakopleidingen.

Stimulerenlbevorderen kennisoverdracht en kennisclusters

Heimond noemt zich kennisstad. Beleid dient er meer op gericht zijn dat deze kennis ook bij het

midden- en kleinbedrijf terecht komt.

Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in Helmond is gemiddeld lager dan het regionale- en

landelijke gemiddelde. Er is een tekort aan arbeidsplaatsen voor ongeschoolden.

Het beroepsonderwijs en de vraag vanuit het bedrijfsleven sluiten nog onvoldoende aan op elkaar, al

is er de afgelopen jaren door vakgerichte manifestaties voor jeugdigen al hard gewerkt om dit tij te

keren.

Er worden op de Heimondse scholen voor VMBO in onvoldoende beroepsrichtingen opleidingen

verzorgd; naar verhouding volgen veel Heimondse jongeren opleidingen in omliggende gemeenten. In

Heimond ontbreken hogere technische, verzorgende en algemeen vormende beroepsopleidingen.

Het karakter van de werkgelegenheid wordt steeds kennisintensiever, waardoor de behoefte aan goed

opgeleid personeel de komende jaren nog verder zal toenemen.

In 2000 is de Integrale Stadsvisie vastgesteld door de raad. Hierin zijn opmerkingen en resultaten van

een peiling onder de Heimondse bevolking opgenomen en verwerkt.

De Integrale Stadsvisie is een beleidsdocument, dat de visie van het gemeentebestuur weergeeft op

de toekomst van de stad. Het gaat hierbij om een lange-termijnvisie tot 201 0.

Het MOP is veel meer uitvoeringsgericht en mede bepalend voor de invulling van de dienst- en

afdelingsplannen, die samenhangen met de begrotingscyclus.

Procedure lokaal onderwijsbeleidsplan

Zowel schoolbesturen als gemeente hebben vorig jaar aangegeven dat er voor de volgende

raadsperiode een lokaal onderwijsbeleidsplan beschikbaar dient te zijn. Op 20 december 2001 heeft

de gemeente een werkconferentie georganiseerd met sleutelfiguren uit het onderwijsveld. Deze

sleutelfiguren zijn geselecteerd vanwege hun brede expertise met betrekking tot het onderwijsveld.

Het doel van de werkconferentie was om die thema's te specificeren die in de komende jaren politiek-

bestuurlijke positionering vragen. De visie van de gemeente op onderwijsbeleid en de uitkomsten van

de werkconferentie zijn uitgewerkt in een conceptversie van het lokaal onderwijsbeleidsplan, een stuk

op hoofdlijnen die na de gemeenteraadsverkiezingen verder zullen worden uitgewerkt middels

actiepunten.

Vervolgens is gekozen voor een brede terugkoppeling door het gehele onderwijsveld. Alle directeuren,

alle schoolbesturen en vertegenwoordigers van relevante instellingen zijn individueel aangeschreven

en gevraagd om hun reactie. Aan dit verzoek is breed gehoor gegeven. Ook de Stuurgroep

Maatschappelijke Ontwikkeling, Onderwijs en Cultuur (SMOC) heeft op het concept gereageerd. Deze

reacties zijn vervolgens verwerkt in eindproduct dat aan het Stedelijk Heimonds Overleg Platform

(SHOP) en de Raad wordt voorgelegd ter goedkeuring. Dit eindproduct is nog steeds een stuk op

hoofdlijnen. Na de goedkeuring door de raad zal het stuk in nauwe samenspraak met het veld verder

worden uitgewerkt en geconcretiseerd in activiteitenplannen.

1. Onderwijsbeleid in de steigers

In dit hoofdstuk wordt in het kort de historie geschetst die uiteindelijk heeft geleid tot het huidige plan.

Thema's die hierbij aan bod komen zijn onder andere de maatschappelijke en sociaal-economische

context en de gemeentelijke visie op lokaal onderwijsbeleid.

Sinds 1997 heeft het Rijk een groot aantal van haar onderwijstaken gedecentraliseerd naar de

gemeenten en scholen. De achterliggende gedachte bij dit proces was dat op lokaal niveau niet alleen

effectiever en efficiënter vraaggestuurd onderwijsbeleid ontwikkeld zou kunnen worden, maar ook dat

dit goedkoper zou kunnen. De rijksoverheid trok zich terug, maar later bleek dat zij de lokale partners

in bepaalde sectoren onvoldoende financieel had uitgerust. Dit én het feit dat de jarenlange

verhoudingen tussen het onderwijsveld en de gemeente plotseling veranderden, leidde tot spanningen

tussen het veld en de gemeente.

Ook in Heimond ontstonden spanningen. Om de onderlinge verhoudingen te verbeteren werd in

Heimond de Regiegroep Onderwijs opgericht. De regiegroep had de taak de verschillende partijen die

betrokken zijn bij het Heimondse onderwijs te stimuleren de vijf gedefinieerde knelpuntgebieden tot

een oplossing te brengen. Herstel van het onderling vertrouwen stond daarbij centraal. In dat verband

kregen in eerste instantie bijzondere aandacht: de onderwijshuisvesting, de overlegstructuur en het te

ontwikkelen nieuwe onderwijsbeleid.

In navolging van dit laatste punt werd in de zomer van 2001 de Werkgroep Beleid opgericht. Deze

werkgroep heeft de notitie "Regisseren van lokaal onderwijsbeleid" geschreven. In deze notitie werden

enerzijds de aspecten verwoord die van invloed zijn op het proces dat leidt tot een brede beleidsvisie

voor het Heimondse onderwijs. Anderzijds verklaarden de partijen gezamenlijk te willen werken aan

een fundamentele vernieuwing van de onderlinge verhoudingen op basis van een heldere

taakafbakening. De notitie is in het najaar van 2001 vastgesteld door het SHOP en vervolgens kon

gestart worden met de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten.

Verzelfstandiging van het Openbaar Onderwijs

De gemeente Heimond heeft in het kader van de decentralisatie een aantal taken gekregen met

betrekking tot lokaal onderwijsbeleid. Omdat de gemeente met kracht verder vorm wil geven aan het

lokaal onderwijsbeleid, zonder daarbij verder gehinderd te worden door de historische verwevenheid

van een schooibestuurdersrol en de rol van regievoerder van de door de landelijke overheid bij de

gemeente neergelegde taak van maker van lokaal onderwijsbeleid, is besloten de rol van

schoolbestuur openbaar onderwijs op afstand van de gemeente te plaatsen. Beoogd wordt deze

opafstandplaatsing eind 2002 te hebben gerealiseerd. Hierdoor kan de gemeente nu eenduidiger dan

voorheen optreden als belangenbehartiger voor het totale onderwijs.

Maatschappelijke context

In de samenleving is een aantal trends en ontwikkelingen zichtbaar die leiden tot een veranderende

positie van het onderwijs. Er is in toenemende mate sprake van een kennissamenieving: er wordt op

steeds snellere wijze geïnformeerd over steeds sneller plaatsvindende veranderingen. Dit doet een

beroep op andere vaardigheden van mensen. Hierdoor ontstaat meer en meer de noodzaak tot een

leven lang leren. Mensen zijn niet langer klaar met leren na het behalen van een startkwalificatie,

maar er wordt van hen verwacht dat ze zich voortdurend blijven ontwikkelen. Het onderwijs speelt dan

ook een cruciale rol in de voorkoming van een groeiende maatschappelijke (kennis)tweedeling.

Daarnaast is de traditionele gezinssituatie aan het veranderen. Dit leidt tot een toename van het

uitbesteden van opvoedingstaken. Ook hier een groeiende vraag aan het onderwijs: scholen zijn niet

langer enkel plaatsen waar onderwijs wordt verzorgd, maar ze hebben een steeds bredere

maatschappelijke functie gekregen. Andere maatschappelijke ontwikkelingen zijn de toenemende

individualisering, de muiticulturele samenleving, een consument die steeds kritischer en mondiger

wordt en de toenemende aandacht voor jongeren.

Sociaal-economische context

De krapte op de arbeidsmarkt vormt een bedreiging voor de economische groei. De vraag naar

kwalitatief opgeleide arbeidskrachten zal de komende tijd sterk toenemen, met name in de

productieve beroepen en in de dienstensector. Dit zet tevens de positie van de lagere en

middenkaderfuncties sterk onder druk, een groep die in Heimond sterk vertegenwoordigd is op de

arbeidsmarkt.

4

Gemeentelijke visie op lokaal onderwijsbeleid

Rekening houdend met bovenstaande thema's wil de gemeente Heimond zichtbaar maken waar de

prioritering ligt met betrekking tot lokaal onderwijsbeleid. Een gezamenlijke inhoudelijke visie vormt de

basis voor het lokaal onderwijsbeleidsplan. Deze visie bestaat uit een aantal kernbegrippen.

1. lntegraliteit

Het oplossen van de maatschappelijke problemen waar scholen (en de samenleving) mee te maken

hebben, vereist een integrale aanpak. Onderwijs komt tot stand door de inzet van diverse partners. Er

dient sprake te zijn van synergie, samenhang en samenwerking, niet alleen in de onderwijsketen,

maar ook beleidsmatig.

Bewustzijn van de eigen bijdrage aan deze integraliteit (financier, regisseur, meedenken, voortrekker,

innovator, enzovoort) is hierbij van belang.

2. Kansen

Iedere burger dient een eerlijke kans te krijgen zich optimaal te ontplooien. Niet alle kinderen in

Heimond maken echter een even kansrijke start in de huidige samenleving en worden onvoldoende

voorbereid op de eisen die de maatschappij zal gaan stellen. Deze achterstand kan diverse oorzaken

hebben: etnische afkomst, kansarme leefomgeving, kansarme gezinssituatie of persoonlijke

capaciteiten.

3. Vroeg en levenslang leren

Onderwijs en opvoeding zijn een continu proces dat start vanaf de geboorte van een kind. Om

achterstand te voorkomen dient zo vroeg mogelijk een effectief aanbod te worden ingezet. Dit

betekent dat er ook beleid moet zijn voor instellingen die in de voor- en vroegschooise periode te

maken hebben met het kind en de ouders.

4. Resuitaatgericht en rekenschap

Van belang is dat er helderheid ontstaat met betrekking tot resultaten. Scholen en gemeente moeten

laten zien dat ze datgene wat beloofd is ook daadwerkelijk realiseren. Daarnaast is het wezenlijk om

de effecten van beleid zichtbaar te maken.

Op basis van bovenstaande visie is een aantal beleidsterreinen geselecteerd die voor de komende

periode prioritering verdienen, omdat deze terreinen het meest kunnen bijdragen aan de aspecten van

de geformuleerde visie. Deze beleidsterreinen zijn:

¿ Gemeentelijke Onderwijsachterstandenbeleid

¿ Voor- en Vroegschooise Educatie

¿ Zorgstructuur

¿ Informatie- en Communicatietechnologie (ICT)

¿ Beroepsonderwijs en Educatie

¿ Huisvesting

¿ Monitoring

Investeren in de WE betekent investeren op een gunstig moment in de ontwikkeling van de jonge

mens. Gezien de huidige situatie bij de VVE waarbij de professionaliteit van betrokkenen vraagt om

extra aandacht, en waarbij de gemeente een inhaalslag wenselijk vindt, heeft dit beleidsgebied de

hoogste prioriteit.

In de volgende hoofdstukken zullen deze beleidsthema' s verder worden toegelicht en uitgewerkt. Per

beleidsterrein wordt achtereenvolgens ingegaan op de huidige situatie, ons beleid en de gewenste

situatie. Met name de gewenste situatie biedt een inkijk voor de nieuwe collegeperiode.

2. Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid

De huidige situatie: Onderwijskansen 1998-2002

In 1998 is het Onderwijskansenbeleidsplan Heimond 1998-2002 verschenen. Dit plan had als

doelstellingen het verbeteren van de eerste kansen, de schooiresuitaten van kinderen en de

startkwalificaties (aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt). Daarnaast diende er binnen het OK-beleid

sprake te zijn van een flankerend jeugdbeleid, zodat op het terrein van onderwijs en jeugd sprake is

van een geïntegreerde aanpak van achterstanden en er binnen het OK-beleid dient sprake te zijn van

een standaard-werkwijze.

Nu, aan het begin van de tweede periode gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, kan worden

geconstateerd dat er tijdens de eerste periode winst is geboekt op diverse terreinen. Het

gebiedsrapport Heimond 2000-2001 van het Prima-cohortonderzoek en de Landelijke Rapportage

minderheden 2001 van het Sociaal en Cultureel Planbureau laten zien dat de achterstand verminderd

is, met name op het gebied van rekenen en de deelnamepercentages aan hogere vormen van

voortgezet onderwijs. Er is echter nog steeds een achterstand aanwezig, met name een

aanvangsachterstand als de leerling zijn entree maakt in de basisschool.

Ons beleid: OK in Heimond 2002-2006

Na de evaluatie van het landelijke GOA-beleid is de regierol van de gemeenten aangescherpt. De

gemeente zal na 2002 een meer sturende rol krijgen, Dit houdt in dat van scholen verwacht wordt dat

zij ook hun rol en verantwoordelijkheid nemen. Uiteraard is het verzorgen van onderwijs de primaire

taak van een school en dat dient ook zo te blijven. Daarbij echter, moet een goede OK-school haar

deuren openen voor haar omgeving. De school is tegenwoordig dé vindplaats voor diverse

maatschappelijke problemen. Zij moet nadrukkelijk haar partners zoeken om deze maatschappelijke

problemen aan te kunnen pakken. Een goede OK-school is dan ook de spil in wijknetwerken.

Daarvoor dient de school zich wel te verbreden.

De verbreding van scholen is een traject, dat zorgvuldigheid behoeft. De gemeente vraagt in de eerste

plaats scholen hun ambities te formuleren en ook aan te geven hoe zij denken die ambities te kunnen

bereiken. Op basis van deze informatie kan de gemeente randvoorwaarden creëren.

Ook in de nieuwe GOA-periode zal circa 40% van de doeigroepkinderen niet wordt bereikt, doordat de

middelen geconcentreerd ingezet zullen worden. Dit is een noodzaak om verdunning van de middelen

te voorkomen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de doeigroepleerlingen die niet de OK-scholen

bezoeken vaak in een van nature kansrijkere woon- en schoolomgeving zitten.

Speerpunt van de gemeente is dat OK-beleid alleen maar kan slagen als er sprake is van integraal

beleid. Er dient samenwerking plaats te vinden tussen onderwijs, jeugdzorg, maatschappelijke werk,

welzijn en huisvesting. Dit geldt niet alleen voor de partners in het veld, maar ook beleidsmatig.

De gewenste situatie

Naast de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Landelijk Beleidskader Gemeentelijk

Onderwijsachterstanden-beleid (LBK) voor de periode 2002-2006 kent Heimond uiteraard haar eigen

doelstellingen.

¿ Gelijke kansen op een goede toekomst voor alle kinderen in Heimond.

¿ Geen onderwijsachterstanden bij kinderen, leerlingen en jong-volwassenen die op grond van

sociale, economische of culturele factoren een verhoogd risico op onderwijsachterstanden lopen.

¿ Verbeterde resultaten van OK-scholen met achterblijvende prestaties.

¿ Verbreding van OK-scholen.

¿ Wijkgericht OK-beleid.

6

3. Voor- en Vroegschooise Educatie

De huidige situatie

Sinds 1998 staat het beleid voor 0-6 jarigen in het middelpunt van de belangstelling. Een belangrijk

onderdeel van lokaal beleid voor jonge kinderen is het vergroten van onderwijskansen van kinderen

en het verminderen van achterstanden. De gemeente is de regisseur en dient in die hoedanigheid de

samenhang in het voor- en vroegschoois beleid te bevorderen.

De Regeling WE geeft een (financiële) impuls aan het beleid op het gebied van de voor- en

vroegschootse educatie. Taak van de gemeente is deze regeling te integreren in het lokale beleid op

het gebied van vve. Het doel van de Regeling WE is het realiseren van de uitbreiding van de

deelname van het aantal 2 t/m 5 jarigen met grote (taal)achterstand aan effectieve voor- en

vroegschooise programma's teneinde de (taal)achterstand in groep 3 van het basisonderwijs te

voorkomen.

Ons beleid

De gemeente Heimond onderschrijft dat de eerste vier levensjaren voor de taalontwikkeling van groot

belang zijn. Om die reden wordt het VVE-beleid gekoppeld aan het Onderwijskansenbeleid en de

Brede School-ontwikkelingen. In 2001 is naar aanleiding van de Regeling VVE een Beleidskader

lmplementatie VVE in Heimond verschenen. Hieruit komt naar voren dat de gemeente Helmond de

Regeling WE uitvoert in samenhang met beleidskaders van het onderwijskansenbeleid en

jeugdbeleid. Immers, WE is een echt inhoudelijk traject gericht op voorkoming van achterstanden bij

kinderen die de doelgroep vormen voor het onderwijskansenbeleid. Omdat WE ook een onderdeel is

van het 0-6 jarigenbeleid zal bekeken moeten worden hoe dat verband wordt gelegd.

De gemeente Heimond stelt als belangrijk punt bij de inzet van de WE-gelden dat de partners

(speelzalen, kinderopvanginstellingen, consultatiebureaus en de basisscholen) hun institutionele

belangen moeten kunnen overstijgen om een succesvol WE-beleid te kunnen realiseren. Van belang

hierbij is dat gemaakte afspraken ook daadwerkelijk formeel worden vastgelegd. Daarnaast dient er

een discussie te worden gevoerd over de regierol op locatie in dit traject. De gemeente ziet in deze

een rol weggelegd voor de voormalig kleuterleidster, die zicht heeft op het verleden van een kind en

dicht bij de basisschool staat. Uiteraard is deze discussie nog prematuur en ligt de uiteindelijke keuze

voor de regierol op de locatie.

De komende jaren zal de gemeente stimuleren dat peuterspeelzalen en kinderdagopvanginstellingen

aansluiting zoeken bij basisscholen. Hierbij wordt met name een inhoudelijke aansluiting bedoeld. Aan

het einde van het lopende schooljaar wordt besloten of de peuterspeelzalen aansluiten bij de

kinderdagopvanginstellingen of bij het primair onderwijs.

Daarnaast zet de gemeente in op verdere professionalisering van het peuterspeelzaalwerk. Heimond

heeft als enige gemeente van de G21 een nog niet volledig geprofessionaliseerd peuterspeelzaal-

werk en onderschrijft het belang hiervan. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat

de vraag naar professionalisering zich niet alleen voordoet op OK-speelzalen en tevens met het feit

dat dit wellicht financiële consequenties met zich meebrengt, voor de gemeente, voor de betrokken

speelzalen, scholen, instellingen en wellicht ook voor de ouders.

Gewenste situatie

0 Sluitende aanpak

In het BANS-akkoord hebben de overheden afspraken gemaakt over een sluitende aanpak voor 0-6

jarigen. Het doel van de sluitende aanpak is het realiseren van een afdoende aanbod. Dit aanbod

bestaat uit voorzieningen die zich in principe op alle ouders en kinderen richten en voorzieningen voor

bepaalde doelgroepen.

C> Doorgaande lijn

Het begrip 'sluitende aanpak' kan ook vanuit een andere invalshoek worden benaderd. Hierbij staat de

aansluiting en afstemming van de activiteiten van de verschillende instellingen centraal, zodat voor de

kinderen een doorgaande lijn wordt gerealiseerd. Van belang daarbij is dat iedere peuterspeelzaal en

kinderopvanginstelling aansluiting vindt bij een basisschool.

¿ Volledig geprofessionaliseerd peuterspeelzaalwerk.

¿ Het volledig in beeld hebben van alle kinderen vanaf 0 jaar.

7

4. Zorgstructuur

Huidige situatie

Op dit moment wordt vanuit de gemeente Heimond samengewerkt met het samenwerkingsverband

VOISVO. De gemeente draagt zorg voor afstemming met OK-beleid, het arbeidsinpassingsbeleid en

het regionale jeugdzorgbeleid. Nog nadrukkelijker komt de samenwerking tot uiting binnen het 1 loket

waar taken vanuit leerplicht, regionale meld en coordinatiefunctie (RMC) ter voorkoming van voortijdig

schoolverlaters en advisering zorgtoewijzing voortgezet onderwijs bij elkaar worden gebracht en op

elkaar afgestemd. Doelstelling is om advies op maat te leveren ten aanzien van zorg- of

onderwijsvormen voor probleemieerlingen. Ook andere functies kunnen inhoudelijk bijdragen aan

deze doelstelling (Halt, REC-indicatieorgaan, arbeidsinpassing en trajectbegeleiding schoolverlaters)

met name waar het gaat om de zware gedragsmoeilijke jeugd.

Binnen het primair onderwijs loopt de gemeente mee in het dagelijks bestuur van WSNS en onlangs

heeft de gemeente binnen de OK-scholen het schoolmaatschappelijk werk geïntroduceerd.

Tekorten met betrekking tot sociale competentie hebben een stevige invloed op de ontwikkeling van

het kind en op het gehele onderwijs. Sociaal emotionele ontwikkeling is dan ook een thema dat binnen

het onderwijs grote aandacht heeft, en steeds vaker kan rekenen op gemeentebrede of regionale

steun vanuit o.a. samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO. Zo heeft bijvoorbeeld ook het

instellen van schoolmaatschappelijk werk op scholen een aanvang genomen.

Onder het zogenaamde Rangeerterrein draaien diverse projecten die erop gericht zijn voortijdig

schoolverlaters te voorkomen en ongekwalificeerde schoolverlaters terug te dringen. Ook de

betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de arbeidsinpassing en keuze voor het beroepsonderwijs wordt

gestimuleerd door de gemeente.

Ons beleid

Veel thematieken binnen de zorgstructuur hebben of vereisen een gemeentegrensoverstijgende

samenhang. Lokale prioriteiten dienen zorgvuldig afgestemd en bijgesteld te worden met prioriteiten

die die eigen gemeentegrens overstijgen. Het stimuleren en regisseren van overleg tussen

samenwerkingspartners als het samenwerkingsverband VO/SVO, BJ-Brabant en Bureau Jeugdzorg

hebben prioriteit. Vanuit het 1 -loket wordt samenwerking met meer partners aangeknoopt om een

beter antwoord te bieden op de aangekaarte problemen.

De samenwerking van Jeugdzorg en onderwijs wordt bevorderd in het belang van de efficiency en

effectiviteit van de dienstverlening aan zorgleerlingen. Met name de provincie is als

beleidsverantwoordelijke en financier van de jeugdzorg een partner waarmee wordt afgestemd.

Vraagsturing is leidend en dat betekent dat de gemeente een luisterend oor dient te leggen bij

verantwoordelijken voor onderwijs en zorg. Echter ook de participatie van jongeren bij de vraag "hoe

moet een school in de maatschappij staan" verdient nadere aandacht. School noch gemeente heeft

een voortrekkersrol op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het primaat hiervoor ligt bij

de ouders.

Vanwege het wegvallen van de instandhoudingsplicht van schooibegeleidingdiensten, zal ten aanzien

van het onderwerp onderwijsbegeleiding - liefst in samenwerking met de regiogemeente - een aanpak

ontwikkeld worden om de vraag te inventariseren.

Gewenste situatie

De gemeente heeft een integrale visie op samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. De 1 -

loketorganisatie draait optimaal vanwege de samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en

instellingen. De regio Heimond beschikt over een goede systematiek voor onderzoek en diagnostiek.

Een stelsel van voorzieningen is voorhanden dat een bijdrage levert aan het voorkomen van voortijdig

schoolverlaters. Dit betekent ook een optimaal functionerende RMC-functie en leerplichttaak waarmee

voortijdig schoolverlaters en schoolverzuim voorkomen worden. Zowel de structuur van het indiceren

als de voorhanden zijnde voorzieningen op het gebied van onderwijsljeugdzorg zijn transparant en

helder van structuur.

Scholen kunnen zich meer richten op hun primaire taak (lesgeven), en hebben kennis en materiaal in

de nabijheid om problemen snel en effectief door te verwijzen. Tekorten met betrekking tot sociale

competentie kunnen door scholen snel worden getraceerd en doorverwezen naar het juiste adres. De

school is spin in het web voor educatie, schoolmaatschappelijk werk is spin in het web van de

zorgstructuur op schooiniveau. Jeugdzorg is om de school georganiseerd in functionele en zo mogelijk

ook in fysieke zin (Brede School).

8

Onderwijsbegeleiding blijft - ook wanneer schooibegeleidingsdiensten marktconform moeten werken -

een gewaardeerd instrument dat bijdraagt aan de kwaliteit van het lokale en regionale

onderwijs(beleid).

9

5. Informatie- en Communicatietechnologie

Huidige situatie

ICT heeft in korte tijd een enorme vlucht genomen, vooral in het werk is de computer niet meer weg te

denken. In het onderwijs is pas kort geleden begonnen met het op grote schaal invoeren van

computers in de klas.

Onderwijs On Line

In het beleidsplan 'Onderwijs On Line' van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

worden vier thema's beschreven die bij de integratie van ICT in het onderwijs een belangrijke rol

spelen, namelijk deskundigheidsbevordering, methoden en educatieve programmatuur, beheer en

kennisnet. Om ICT effectief te kunnen integreren in de onderwijspraktijk is het van belang dat alle

mensen uit het onderwijsveld kennis en vaardigheden op het gebied van ICT verwerven. Daarnaast

moet er voldoende educatieve programmatuur ontwikkeld worden die aansluit bij nieuwe vormen van

leren en onderwijzen.

Ook de provincie Brabant (@Brabant) is zich bewust van de maatschappelijke en economische

noodzaak om met name contacten met onze buurlanden te stimuleren. Samen met het Europees

Platform voor het Nederlandse Onderwijs is er een projectmogelijkheid voor scholen geboden om die

uitwisseling daadwerkelijk gestalte te geven. In Heimond participeert een tiental

onderwijsachterstandsscholen in een uitwisselingsproject met Vlaamse en Engelse scholen.

Scholen gebruiken de computer al jaren voor administratieve doeleinden. In de klassen zijn te weinig

computers om er structureel mee te werken terwijl het uitstekende mogelijkheden biedt voor onderwijs

op maat, voor zelfstandig leren en werken en voor remediërende programma's bij leerproblemen.

De onderwijskansenscholen (primair onderwijs) zijn vanaf 1999 bezig met een ICT project, bekostigd

uit GOA-middelen, om ervoor te zorgen dat kinderen geen extra achterstand oplopen.

In het voortgezet onderwijs is met de invoering van het studiehuis en het leerhuis een centralere

plaats weggelegd voor ICT.

In het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie wordt evenals in het VO al langere tijd gewerkt

met computers. Daarbij is er het samenwerkingsverband Eduweb waarin onder andere Heimondse

scholen, De Kempel en ROC Ter Aa participeren.

In de voorschooise periode moet nog helemaal gestart worden met ICT, Binnen VVE is hiervoor beleid

gemaakt om ook binnen de peuterspeelzalen met computers te gaan werken. Binnen WE-

peuterspeelzalen zal gewerkt gaan worden met een peutervolgsysteem maar er komen ook

computers voor de peuters.

Het gebruik van computers in het onderwijs is van belang voor het leren omgaan met computers maar

ook omdat de samenleving verandert. Kennis van nu is niet gelijk aan kennis van morgen. Het is van

belang om informatie te kunnen vinden en met die informatie om te kunnen gaan, te bewerken en

verwerken, verbindingen leggen enz.

Ons beleid

ICT is primair een zaak van de schoolbesturen. Echter, gezien de schaalgrootte van de diverse

individuele scholen in Heimond is samenwerking bij de integratie van ICT in het onderwijs essentieel.

De gemeente gaat dan ook afstemming bevorderen tussen alle ICT-projecten en bijdragen aan een

intensievere toepassing van computers en informatie-technologie in het onderwijs door middel van

facilitering en stimulering. Met haar doelgroepen zal de gemeente een plan opstellen waarin kaders

worden vastgelegd voor de facilitering en stimulering.

Gewenste situatie

Alle leerkrachten beschikken over voldoende ICT-kennis (bijvoorbeeld middels een digitaal rijbewijs)

om ICT een goede plaats te geven in het onderwijs en er optimaal gebruik van te maken.

Scholen zitten samen met de gemeente op een "Heimondnet" en gegevens worden digitaal

uitgewisseld.

Op middellange termijn beschikken alle inwoners in Heimond over de capaciteiten en de

mogelijkheden om ICT te kunnen gebruiken. Op diverse vrij toegankelijke plaatsen in Heimond

kunnen mensen gebruik maken van computers binnen bijvoorbeeld digitale trapveidjes, in de

bibliotheek.

10

ICT wordt vooral gebruikt binnen de school. Er zijn voldoende computers en er is goede educatieve

software. Virtueel leren vindt, naast in het studiehuis en het leerhuis, ook plaats in MBO en

volwasseneneducatie.

1 1

6. Beroepsonderwijs en Educatie

Huidige situatie

Tot op heden is het beleid van de gemeentelijke overheid op het terrein van het voorbereidend

beroepsonderwijs vooral gericht geweest op het realiseren van een aantal belangrijke

randvoorwaarden voor het beter doen functioneren van het beroepsonderwijs. Beleidsprestatie in dit

kader is het, tezamen met primaire opdrachtgevers en financiers ROC Ter Aa en OMO, realiseren van

het nieuwbouwcomplex voor het beroepsonderwijs 1 annex innovatief (industrieel) praktijkcentrum. De

ingebruikneming hiervan zal in het schooljaar 2002-2003 plaatsvinden.

Op het terrein van educatie ligt sinds de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)

een belangrijke rol voor gemeenten. Nu worden gemeenten in staat gesteld en geacht om educatie in

te kopen op basis van lokale behoeften, wensen en politieke prioriteiten. In de regio Peelland is het

afgelopen jaar een ontwikkeling in gang gezet waarin betrokkenen op educatieterrein een betere

samenwerking en afstemming tot stand willen brengen. De ambities voor een toekomstige regie en

vraagbepaling zijn vastgelegd in de notitie'Educatie in de regio Heimond'.

Ten aanzien van volwasseneneducatie zijn er 2 hoofdfuncties: Breed Maatschappelijk Functioneren

(voorbereiding op beroepsonderwijs of andere vormen van vervolgonderwijs en werk) en Sociale

Redzaamheid (voorbereiden op beter maatschappelijk functioneren). Vanuit de invalshoek recht op

levenslang leren en vanuit het gegeven dat Nederland 10% (semi-)analfabeten kent en vanwege een

toenemende vergrijzing is een wezenlijk aanbod voor deze doelgroep ook essentieel.

Ons beleid

De thematieken die zich op de terreinen van het beroepsonderwijs en educatie aandienen hebben

veelal een gemeentegrenzen overschrijdende samenhang. Vertrekpunt is hier dat de regio Heimond

heel goed onderwijs voor alle doelgroepen 1 jongeren biedt.

De primaire verantwoordelijkheid voor het geven van kwalitatief goed onderwijs ligt bij de scholen zelf.

Ten aanzien van het vraagstuk van de positie van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

binnen het voortgezet onderwijs in Heimond is de gemeente met het onderwijsveld de mening

toegedaan, dat schoolbesturen hun primaire verantwoordelijk op dit punt moeten nemen om het

voortgezet onderwijs in samenwerking te organiseren naar een adequaat onderwijsaanbod voor alle

leerlingen in Heimond en directe omgeving. Dit met het doel te komen tot efficiënter, doelmatiger en

beter onderwijs. De organisatorische vormgeving van het onderwijsaanbod acht de raad een

verantwoordelijkheid van de betreffende schoolbesturen voor bijzonder en openbaar onderwijs. De

gemeentelijke overheid kan in dit proces een faciliterende en intermediaire rol (b.v. procesbewaker in

de tijd) vervullen.

Prioriteit in het gemeentelijk beleid wordt gelegd bij het vmbo in de opbouw van een goede

zorgstructuur en revitalisering van het onderwijs. Revitaliseren en imagoverbetering moeten scholen in

dit kader vooral zelf doen. De gemeente ondersteunt deze initiatieven in de randvoorwaardelijke sfeer.

Te denken valt hier aan netwerkontwikkeling met het bedrijfsleven, ondersteuning van

subsidieaanvragen bij rijksoverheid en landelijke c.q. Europese fondsen.

Met betrekking tot revitalisering van de beroepskolom vmbo-mbo-hbo achten de gemeente een sterk

vmbo het fundament voor een sterk mbo. Een nieuw perspectief voor het vmbo in de beroepskolom is

voor het gemeentelijk beleid leidend. De raad gaat er vanuit dat het beroepsonderwijs zich zal

aansluiten bij de wijze waarop de industrie zich heeft gemoderniseerd. Versterking van het aantal

leerlijnen dat in de stad aanwezig is, wordt noodzakelijk geacht. Verder achten wij het voor het behoud

van een eigen onderwijsinfra-structuur in het vmbolmbolhbo in de stad en regio Heimond van

wezenlijk belang dat deze deel gaat uitmaken van kennisketens van ondernemingen, overheid en

onderwijs. Het beleid van de gemeente in dit kader is er op gericht partijen te stimuleren deze

kennisketens tot ontwikkeling te brengen en hiervoor, in samenspraak met andere overheden, het

onderwijsveld en het georganiseerd bedrijfsleven de ontwikkeling van instrumenten te bevorderen

(technocentrum, regionaal management onderwijs-arbeid, arbeidsmarktplatform, ondernemende

stad).

Binnen de beroepskolom zal door integratie van volwasseneneducatie beter maatwerk mogelijk

worden. Hierbij wordt gestreefd naar doorlopende leerlijnen van volwasseneneducatie naar

beroepsonderwijs en vormen van duaal leren (leerwerktrajecten). Waar nodig zullen, in relatie tot het

werk van het Centrum voor Werk en Inkomen, voor individuele werkzoekenden instrumenten van

sociale zaken kunnen worden ingezet.

Naast de participatie in de beroepskolom zal in de volwasseneneducatie bijzonder aandacht worden

gegeven aan de inburgering van nieuw- en oudkomers. Verder zijn de gemeente en haar inwoners

gebaat bij een volwasseneneducatie waar deelnemers met onderwijsachterstand, specifieke

12

doelgroepen (allochtonen, vrouwen, ouderen, e.d.) terecht kunnen. Heimond zal samen met de regio-

gemeenten hieraan gericht sturing dienen te geven op basis van vraagbepaling onder haar inwoners.

Gewenste situatie

¿ Komen tot een sterke infrastructuur in het Heimondse beroepsonderwijs in samenhang met de

regio Peelland

¿ Het bevorderen van een sterk vmbo met een compleet aanbod van sectoren en afdelingen

¿ Integreren van de volwasseneneducatie in de beroepskolom

¿ Realiseren van de aanbevelingen uit de notitie'Educatie in de regio Heimond':

¿ Professionalisering van de regievoering.

¿ Organiseren van de regievoering in regioverband.

¿ Een vraaggestuurde volwasseneneducatie

13

7. Huisvesting

Huidige situatie

Binnen de gemeente Heimond is geconstateerd dat de Verordening Voorzieningen Huisvesting

Onderwijs gemeente Heimond niet aansluit op alle huisvestingsvragen vanuit het onderwijsveld. Sinds

1997 hebben zich meerdere onderwijskundige ontwikkelingen voltrokken, die nieuwe eisen stellen aan

de onderwijshuisvesting. Deze hangen grotendeels samen met de nieuwe onderwijswetgeving, de

nieuwe Wet op het Primair Onderwijs (WPO), de Wet op het Voortgezet Onderwijs (VVVO) en de Wet

op de Expertisecentra (WEC). Al deze ontwikkelingen zijn van invloed op het functioneren van de

onderwijsinstellingen en daarmee op de huisvesting. Schoolleiders en -besturen willen de onderwijs-

vernieuwingen zo goed mogelijk vormgeven en daar zijn andersoortige ruimten bij nodig. De landelijke

regelgeving en de lokale Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Heimond bie-

den deze mogelijkheden niet altijd. Op landelijk niveau wordt nadrukkelijk gekeken op welke manier

de regelgeving beter op de ontwikkelingen kan aansluiten. Specifieke vragen ten gevolge van de

bovengenoemde vernieuwingen kunnen vanuit het kader van de Verordening niet adequaat worden

beantwoord. Daarom is in de afgelopen jaren de Verordening als technisch kader voor de aanvragen

onderwijshuisvesting gehanteerd (aanvragen capaciteit en onderhoud) en heeft de beleidsmatige

benadering een plaats gekregen binnen het SHOP. Het Integraal Beleidsplan Onderwijshuisvesting

(IBO) is een voorbeeld daarvan. Verder was tot nu toe het overleg tussen schoolbesturen en

gemeente vooral gericht op het in beeld brengen van de huisvestingsinvesteringen voor het komende

kalenderjaar. Dit brengt beperkingen met zich mee.

Ons beleid

Schoolbesturen en gemeente hebben een Convenant onderwijshuisvesting Heimond opgesteld. Via

de overlegstructuur, die is beschreven in dit Convenant wordt op dit moment gewerkt aan een

meerjarenperspectief op de onderwijshuisvesting. Het doel van het Convenant is om vanuit een visie

op onderwijshuisvesting (gewenste spreiding, inrichting van het VMBO, hoe om te gaan met tijdelijke

voorzieningen, etc.) een meerjarenplan op te stellen en alle activiteiten voor de onderwijshuisvesting

binnen dit meerjarenplan onder te brengen. Het meerjarenbeleid moet een impuls voor de kwaliteit

van de onderwijshuisvesting zijn. ]s dit beleid eenmaal vormgegeven, dan worden het jaarlijks

Programma en Overzicht voor de onderwijshuisvesting de komende jaren ingevuld vanuit het

meerjarenperspectief. Het Integraal HuisvestingsPlan 2003-2010 (IHP) wordt aanvankelijk opgesteld

als een deelplan per wijk (4 deelplannen PO, 1 deelplan VO, 1 deelplan WEC). Uiteindelijk worden de

deelplannen geïntegreerd tot één totaalplan, het Integraal HuisvestingsPlan 2003-201 0 gemeente

Heimond. Op basis van deze structuur kan komend jaar de noodzakelijke discussie over het

meerjaren huisvestingsbeleid van de onderwijsinstellingen in Heimond plaatsvinden.

Daarnaast heeft de gemeente aandacht voor de integratie van jeugdzorg, welzijn en

onderwijshuisvesting. Waar mogelijk zullen brede scholen worden gevormd.

Gewenste situatie

Het doel van het traject IHP 2003-201 0 is om te komen tot een meerjarenplan voor de

onderwijshuisvesting in Heimond. Het plan moet breed gedragen worden door het onderwijsveld en

binnen de gemeentelijke organisatie. Het resultaat van dit traject is een IHP voor de jaren 2003-201 0.

Dit totaalplan bestaat uit een deelplan per wijk voor het Primair Onderwijs, een deelplan voor het

Voortgezet Onderwijs en een deelplan voor het WEC-onderwijs. De planvorming binnen deze

deelplannen is onderling afgestemd, hetgeen resulteert in:

- een beschrijving van de gemeentelijke en schooibestuurlijke uitgangspunten die aan de planvor-

ming ten grondslag liggen.

- een plan voor de periode 2003-2006, waarin per kalenderjaar de beoogde activiteiten op de gebie-

den renovatie, groot onderhoud, nieuwbouw, brede schoolontvvikkeling zijn benoemd, tezamen

met een investeringsraming per activiteit.

- een plan voor de periode 2006-2010, waarin per kalenderjaar de beoogde activiteiten op de gebie-

den renovatie, groot onderhoud, nieuwbouw, brede schoolontwikkeling zijn benoemd, tezamen

met een investeringsraming per activiteit.

Het IHP is een uitwerking van het lokaal onderwijsbeleidsplan. Op basis van het IHP hebben

gemeente en schoolbesturen de grote lijn voor de komende jaren inzichtelijk. Activiteiten in enig

kalenderjaar staan in een meerjarenperspectief. Verklaarbaar wordt waarom onderhoudsactiviteiten

snel uitgevoerd, uitgesteld of helemaal niet meer uitgevoerd worden. In het kader van dit lokaal

14

1

1

onderwijsbeleidsplan zal intern afgestemd dienen te worden hoe in de toekomst omgegaan wordt met

nieuwbouw.

15

8. Monitoring

Huidige situatie

De monitor verzamelt jaarlijks kengetallen (kwalitatief en kwantitatief voor de signalering van

ontwikkelingen en trends. De monitor wordt ingezet om beleidsanalyses of beleidsevaluaties uit te

kunnen voeren, om effecten van beleid te kunnen meten.

De gemeente levert reeds (GOA-)monitor- en evaluatiegegevens aan het Rijk, die inzicht bieden in

zowel de realisatie van gestelde operationele doelen als in de doelmatige en effectieve besteding van

middelen en van de realisatie van aan gemeenten toegekende GOA-taken.

Ons beleid

Meten is weten. De gemeente Heimond zal meer zicht op de effecten van haar beleid. Hiervoor wil zij

de resultaten van haar beleid systematisch registreren en volgen. Hierdoor wordt het beter mogelijk

om te sturen en zal de kwaliteit van het werk toenemen. Monitoring wordt daarmee een instrument om

kwaliteit te verbeteren.

Met ingang van de komende periode verwacht de gemeente van scholen en instellingen dat ze de

geboekte resultaten transparant maken naar hun opdrachtgever c.q. geldschieter.

De gemeente zal zich de komende periode sterk maken om het belang van monitoring bij de scholen

en instellingen duidelijk te maken. Uiteraard is monitoring relatief nieuw en tijdsintensief, daarom is

een goede afstemming van belang. Met de invoering van het onderwijsnummer kunnen gegevens

over leerlingen één maal per jaar worden opgevraagd en voor vantevoren afgesproken doelen

aangewend worden. Ook zullen koppelingen worden gemaakt met gegevens die aan CBS en Cfl/IBG

worden geleverd.

De gemeente Heimond wil de monitor gebruiken voor de sturing van het eigen gemeentelijke beleid.

Heimond registreert reeds in het kader van de Jeugd-Onderwijs Monitor en verder nog in het kader

van leerplichthandhaving en de RMC-functie voortijdig schoolverlaters. Bepaalde monitorgegevens

leveren al snel informatie op, bijvoorbeeld doubleren en uitval. Om het effect van bijvoorbeeld WE te

meten op de leerprestaties en schoolloopbaan is meer tijd nodig.

Daarnaast zal de gemeente aandacht hebben voor een goede communicatie. Cijfers alléén zeggen

niets, de gegevens moeten door deskundigen geïnterpreteerd worden en zo eenduidig en helder

mogelijk worden gecommuniceerd naar doelgroepen. In dat licht geeft de gemeente ook tijdig inzicht

te geven in hoe zij met de gegevens om zal gaan.

Gewenste situatie

Een effectieve en efficiënte onderwijsmonitor, die voor scholen en instellingen relatief eenvoudig is

in te vullen en die resultaten transparant maakt.

Inzicht in de effecten van het beleid

16

Uw Reactie
Uw Reactie