• Bestuur
  • Commissiestukken evaluatie RMC trajectbegeleiding 1999 2000

Commissiestukken evaluatie RMC trajectbegeleiding 1999 2000

Documentdatum 28-03-2001
Bestuursorgaan Commissie Onderwijs, Cultuur en Financien
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

Evaluatie RMC-trajectbegeleiding: 1999k2000

subregio Helmond

1. Algemeen

1.1. Inleiding

Het doel van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) is tweeledig, jongeren uit de

regio Helmond tot 23 jaar worden gestimuleerd om een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt

te behalen en door de meld- en coördinatiefunctie worden leerlingstromen en met name het

voortijdig schoolverlaters in kaart gebracht. Een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is

behaald wanneer een jongere een HAVO diploma haalt of een niveau 2 opleiding aan een

ROC met succes heeft afgesloten.

De RMC-trajectbegeleidingsfunctie is opgenomen in het 1 Loket Leerlingzaken. De functie van

het 1 Loket is het koppelen van zorgvragen van jongeren van 12 tot 23 jaar aan het

zorgaanbod. Naast de RMC trajectbegeleiding participeren de Helmondse leerplicht-

ambtenaren en de PCL-coördinatie in het 1 Loket Leerlingzaken. Door de koppeling van RMC-

Trajectbegeleiding aan het 1 Loket leerlingzaken en de daaruit voortvloeiende werkafspraken

kan gesteld worden dat de regionale RMC functie in tegenstelling tot de leerplichtfunctie zich

vooral bezighoudt met (potentiële) onderwijsverlaters i.p.v. voortijdige schoolverlaters.

De gemeente Helmond valt binnen de RMC-regio Zuid-Oost Brabant en wordt gecoördineerd

vanuit de contactgemeente Eindhoven. Eindhoven verzorgt de RMC Effectrapportage voor het

ministerie van O.C. & W. (Bijlage l). Dit verslag geeft een wat uitgebreider beeld van de RMC

activiteiten in de regio Helmond. Het streven is om Helmond een autonome RMC subregio te

laten zijn en verantwoordelijk voor haar eigen effectrapportage.

Hoofdonderwerpen zijn het uitzetten van trajecten voor (potentiële) voortijdige

onderwijsverlaters, het realiseren van een sluitende melding en registratie en het tot stand

brengen van samenwerking tussen de relevante partijen in de regio die te maken hebben met

deze jongeren. Doel van de samenwerking is het voorkomen dat jongeren tussen de mazen

van het aanbod van de verschillende instellingen verdwijnen en dat hun behoefte aan

begeleiding (richting arbeidsmarkt enlof onderwijs) niet wordt opgepakt.

1.2 Relevante ontwikkelingen

De RMC-functie wordt nu ook verder vorm gegeven middels de aanpak van het probleem van

het voortijdig schoolverlaters. In het kader van Sociale Integratie en Veiligheid G25

(bijdrageregeling Voortijdig Schoolverlaten.), ontvangt de gemeente Helmond voor de

GSB-periode 2000-2003 fl674.638,- jaarlijks. Hiervoor heeft u inmiddels het Rangeerterrein

2000-2003 ingericht. Deze is erop gericht de inspanningen van het onderwijs te ondersteunen,

waardoor beginnende problematiek zich niet verder verzwaart en de kans op een succesvolle

schoolloopbaan wordt vergroot.

In het Rangeerterrein 2000-2003 zijn hiervoor voorzieningen opgenomen verdeeld over een

viertal speerpunten:

1 1

Thema: Afstemming zorgvraag en -aanbod

- 1 loket leerlingzaken

Thema: Versterking zorgstructuur

- Schoolmaatschappelijk werk

Thema: Versterking onderwijsaanbod

- Orthopedagogische onderwijsvoorziening (OOV)

- VMBO\ROC netwerken

- Arbeidstoeleiding speciaal onderwijs

Thema: Begeleiding in buitenschooise setting

- Project Ongediplomeerd Schoolverlaten (POS)

- Spijbelopvang project (SOP)

- 16-17 jarigenproject (arbeidstoeleidingsproject)

1.3 Netwerken RMC subregio Helmond

De algemene knelpunten in het voortijdig schoolverlaters worden sinds juli 1999 besproken in

het netwerkoverleg Voortijdig Schoolverlaten (VSV-overleg). In het VSV-overleg, onder

voorzitterschap van de gemeente Helmond, zijn de volgende partijen vertegenwoordigd:

Instelling vertegenwoordiger

¿ samenwerkingsverband VO\SVO: PCL Voorzitter\VMBO ambassadeur

¿ het ROC-ter AA hoofd studentenbureau

¿ BJ-Brabant, adjunct-directeur; hoofd dagcentrum

¿ STAP teamleider

Bureau Jeugdzorg directeur

Gemeenten gewest Helmond beleidsmedewerker Deurne

RMC Eindhoven cm@ RMC-coördinator

Gemeente Heimond C> leerplichtambtenaar;

RMC-Trajectbegeleider,

Beleidsmedewerker Onderwijs

2

Door afstemming van middelen, programma's en procedures, alsmede trajectbegeleiding voor

jongeren die met schooluitval bedreigd worden, wordt getracht een sluitend netwerk te

realiseren ter voorkoming van voortijdig schooluitval van jongeren tot 23 jaar. Het VSV-overleg

richt zich op de sluitende melding van voortijdig schoolverlaters, op het verzorgen van

trajectbegeleiding\scholingstrajecten en op het afstemmen van het aanbod van de

verschillende participanten.

l -Loket Leerlingzaken

De RMC-Trajectbegeleider participeert in het 1 loket leerlingzaken. Het 1 loket brengt

leerlingen (1 2 tot 23 jaar) en zorg bij elkaar en is gevestigd op het stadskantoor van Helmond.

In het 1 loket zijn taken ondergebracht van bureau leerplicht (1 2 t\m 17 jaar), RMC (tot 23 jaar)

en advisering zorgtoewijzing voortgezet onderwijs (1 2 jaar en ouder). Het 1 loket is een

initiatief van scholen voor (speciaal) voortgezet onderwijs uit de regio Helmond

(samenwerkingsverband VOWSO) enerzijds en de gemeente Helmond anderzijds.

0 RMC regio Eindhoven

RMC Helmond is een subregio van RMC Eindhoven, dit betekent dat Eindhoven de

rapportage naar het ministerie heeft verzorgd en dat de financiën en een aantal meldingen

via Eindhoven lopen. Er is overleg om te komen tot een inhoudelijke afstemming en in het

kader van het vormen van een autonome Helmondse regio wordt het Eindhovense

meldingsprotocol omgebouwd naar Helmonds model (i.c. passend in de structuur van het 1 -

Loket Leerlingzaken).

0 Regio gemeenten

De RMC-Trajectbegeleider speelt een rol bij het adviseren van regio gemeenten bij het

verlenen van, vijstelling van de leerplicht. De taak is op proef overgenomen van het

O.C.G.H.. Doordat RMC trajectbegeleiding ook in het l-Loket Leerlingzaken participeert

snijdt het mes aan twee zijden. De regionale ambtenaren leerplicht worden betrokken bij de

regionale zorgstructuur tegelijkertijd maakt de RMC trajectbegeleider kennis met (een deel

van) de doelgroep. Door deze constructie is er een grote stap gezet in de richting van een

sluitend netwerk voortijdig schoolverlaters. Jongeren die de school verlaten via de

zorgstructuur (via het l -Loket Leerlingzaken wat zich bevindt op niveau 3 van de

zorgstructuur van het samenwerkingsverband VO/SVO) of via het verkrijgen van ontheffing

van de leerplicht (via een verzoek aan de gemeente waarin zij wonen), zijn allen bekend bij

het l -Loket Leerlingzaken i.c. de RMC-Trajectbegeleider Het streven is om de tijdelijke

afspraak met het O.C.G.H. om te zetten in een structurele regeling.

0 VOISVO samenwerkingsverband

In de RMC-subregio Helmond is het samenwerkingsverband VOISVO vanaf 1 augustus

1997 van start gegaan. De scholen in de regio Helmond hebben zich bij het

samenwerkingsverband aangesloten. Naast de eerste fase Voortgezet Onderwijs

participeert ook het ROC. Namens de gemeente Helmond heeft de beleidsmedewerker

onderwijs met het thema Voortijdig Schoolverlaten in zijn portefeuille zitting in de stuurgroep.

3

BVE-meldpunt

Er is tweewekelijks overleg met het BVE-meldpunt. Jongeren die zonder startkwalificatie

uitstromen uit het ROC worden gemeld en doorgesproken. Ook worden jongeren besproken

die zonder diploma eerste fase Voortgezet Onderwijs zich tijdens het schooljaar op het ROC

aanmelden en nagegaan wordt of de informatie overdracht van de afleverende school voldoet

aan de gemaakte 1 -Loket afspraken. Een vast thema is het komen tot een sluitende aanpak

met betrekking tot voortijdig schoolverlaters eerste fase Voortgezet Onderwijs en instroorn

ROC. Het idee is dat voortijdige schoolverlaters eerste fase Voortgezet Onderwijs risico-

leerlingen zijn voor het ROC en opgenomen moeten worden in de zorgstructuur van het ROC.

0 Relatie met Stichting Arbeidsplaatsen Helmond (STAP)

De relatie met de W.I.W. (Wet Inschakeling Werkzoekenden) wordt met name vormgegeven in

de dagelijkse werkzaamheden van de trajectbegeleider en de contactpersonen binnen STAP.

Er wordt door de trajectbegeleider gebruik gemaakt van de arbeidstrainingstrajecten van

STAP. Ook wordt door de betrokkenheid van STAP in het VSV-overleg de afstemming met de

activiteiten van STAP en met name de sluitende aanpak jongeren, geoptimaliseerd.

0 Sporadisch wordt er samengewerkt met een Uitzendbureau

Werkgevers maken vaak gebruik van de diensten van Uitzendbureaus. Soms wordt een

Uitzendbureau gevraagd om te bemiddelen.

1.4 Financiën

In het kader van het plan van aanpak voortijdig schoolveriaten van de rijksoverheid wordt de

RMC-functie structureel gemaakt, met een eenduidig coördinerende rol voor gemeenten en

met nadruk op intergemeentelijke samenwerking. Om de Regionale Meld- en

Coördinatiefuncties (RMC) te versterken, is het beschikbare budget door de rijksoverheid

structureel verhoogd. Voor de gemeente Helmond betekent dit dat in overleg met de

contactgemeente Eindhoven het jaarlijks beschikbare budget is opgehoogd van ca. fl40.000

naar fl68.802 (2000-2003).

Bekostiging trajectbegeleiding\administratie:

¿ RMC ZO Brabant: fl 68.802,--

¿ gemeente Helmond: fl 81.198,--

------

Totaal: fl150.000,--

4

2. Trajectbegeleiding

2.1 De groepen

De omvang van het aantal gemelde personen is zodanig (246 personen), dat eenieder

schriftelijk benaderd kan worden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat in eerste instantie de

leerplichtigen in behandeling worden genomen, direct gevolgd voor door personen die het

VMBO zonder diploma hebben verlaten en tenslotte leerlingen die zonder startkwalificatie het

onderwijs verlaten.

De bij de RMC gemelde personen zijn in de volgende categorieën te verdelen:

volledig leerplichtigen, partieel leerplichtigen en leerplichtvrijen.

0 Volledig leerplichtigen

De zorg voor leerplichtige leerlingen is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de

school en pas in tweede instantie van het l -Loket Leerlingzaken. Het streven is erop gericht

om volledig leerplichtigen het diploma van het VMBO te laten halen, pas in tweede instantie

wordt nagegaan of plaatsing in een project zinvol is. In dat geval wordt het l -Loket

Leerlingzaken ingeschakeld. Slechts in een enkel geval is er sprake van RMC

Trajectbegeleiding voor een volledig leerplichtige leerling, het gaat dan doorgaans om

jongeren die uitvallen op een ROC.

0 Partieel leerplichtigen

De melding van partieel leerplichtigen betreft veelal leerlingen die niet gemotiveerd zijn voor het

volgen van (deeltijd) onderwijs. Jongeren doen een beroep op de mogelijkheid om vrijstelling van

leerplicht te krijgen. De afspraak in de regio Helmond is dat de leerplichtambtenaar in overleg met de

RMCTrajectbegeleider adviseert om ontheffing te verlenen. Een criterium is dat de jongere een

arbeidscontract moet overleggen, een tweede criterium is dat een jongere met een zekere

realiteitszin over zijn (nabije) toekomst moet kunnen praten en moet kunnen funderen waarom (vol of

deeltijds) onderwijs niet meer past.

De activiteiten t.b.v. deze categorie beperken zich in eerste instantie tot het uitbrengen van een

advies aan het gemeentebestuur, het kennismaken met de jongere en de ouders en het bespreken

van arbeids- c.q. scholingsmogelijkheden en het registreren van de melding. Wanneer vrijstelling

verleend wordt, wordt na enige tijd opnieuw contact opgenomen met de jongere. De ervaring leert

dat vooral de mening over het bedrijf (en het werken daar) verandert en ook de mening van de

jongere t.a.v. scholing anders kan zijn.

Naast de hierboven beschreven deelcategorie partieel leerplichtigen is er een categorie

(partieel) leerplichtigen die zich inschrijft voor een opleiding aan een ROC maar na kortere of

langere tijd stopt met de opleiding. Het komt ook voor dat jongeren zich na diplomering VMBO

inschrijven voor een ROC maar niet op komen dagen. Met het ROC Ter AA (BVE-meldpunt) is

afgesproken dat een jongere die bij hen (wil) stoppen een gesprek krijgt en dat men nagaat

waarom de jongere stopt en dat men eventueel samen met de jongere een alternatief traject

uitzet. Pas wanneer het ROC de jongere geen alternatief kan bieden en de jongere stopt,

wordt de jongere gemeld.

Geprobeerd wordt om de groep VMBO'ers die zich aanmeldt maar na de zomervakantie niet

op komt dagen sneller dan via het absoluut verzuim in beeld te krijgen zodat zij nog in kunnen

stromen. Extra aandacht wordt besteed aan de ongediplomeerde VMBO schoolverlaters die

niet voor de intake op het ROC Ter AA op komen dagen en geprobeerd wordt om hen voor

het begin van de zomervakantie al in beeld te hebben en een passend traject uit te zetten.

5

Vanuit het l -Loket Leerlingzaken wordt in overleg met VO scholen, het BVE-meldpunt en de

(regio)leerplichtambtenaren wordt er naar gestreefd om de meldingen van absoluut verzuim

eerder boven tafel te krijgen zodat acties van leerplicht en RMC meer effect hebben.

0 Leerplichtvrijen

De doelgroep kenmerkt zich door het feit dat een groot deel in het bezit is van een diploma

VMBO en dat het merendeel een arbeidscontract heeft. Jongeren die onderwijs volgen en de

school hebben verlaten worden door het BVE-meldpunt gemeld omdat zij niet in het bezit zijn

van een startkwalificatie. Jongeren worden benaderd en zij die willen worden in het

begeleidingsproces opgenomen. Er wordt met de jongeren een gesprek afgesproken en er

wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om jongeren alsnog te laten deelnemen aan het

onderwijs enlof aan de arbeidsmarkt. Voorts wordt in het gesprek nagegaan welke redenen

jongeren hadden om het onderwijs voortijdig te verlaten. De volgende opmerkingen worden

o.a. gemaakt: - geen terugkeer mogelijkheid na het niet behalen van het examen,

- ontbreken van goede begeleiding,

- aansluiting benadering jongeren op school versus buitenschoolse leefwereld

(baantjes, uitgaan, consument zijn)

- verkeerde beroepskeuzelopleidingskeuze,

- en de hoogte van het schoolgeld.

Opvallend zijn de positieve reacties van zowel ouders als jongeren in het geval dat er contact

wordt opgenomen.

De informatieverstrekking aan de leerplichtvrijen bestaat voornamelijk uit:

- het verwijzen,

- het versturen van informatie over opleidingen/bedrijfslevenlinstanties

- en in een aantal gevallen bemiddeling bij plaatsing.

Opvallend is het deel spijtoptanten in deze categorie. Met name deze jongeren zijn

gemotiveerd om de schooldraad weer op te nemen.

2.3 RMC registratie

De belangrijkste doelstelling van de RMC is om via een sluitende registratie een beeld te krijgen van

het aantal voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie. Vanaf de start zijn de volgende aantallen

bij het RMC geregistreerd:

'95\'96 159

'96\'97 220

'97\'98 339

'98\'99 298

'99\'00 246

In het schooljaar 199912000 zijn er in totaal 246 voortijdige onderwijsverlaters gemeld. Van

hen waren er 27 volledig, 76 partieel leerplichtig en 143 leerplichtvrij. In tegenstelling tot

voorgaande jaren zijn in dit getal niet jongeren opgenomen die in de regio Helmond het

onderwijs verlaten maar woonachtig zijn in een andere RMC regio, deze jongeren worden wel

doorgemeld naar de betreffende regio. In het getal zijn evenmin alle jongeren opgenomen die

zonder VMBO diploma (gemeld bij het 1 -Loket Leerlingzaken, zie verslag 1 -Loket)

doorgestroomd zijn naar het ROC Ter AA. Door de taakafbakening binnen het l -Loket

Leerlingzaken is duidelijk dat in verband met RMC het beter is om van (potentiële)

onderwijsverlaters te spreken dan van voortijdige schoolverlaters.

6

Een knelpunt ten aanzien van de registratie blijft dat informatie-uitwisseling met andere

registratiesystemen niet mogelijk is. Om tot een sluitend netwerk te komen is het nodig om de

centrale registratie administreert die nu nog door Eindhoven gebeurt naar Helmond te

verplaatsen en te komen tot afstemming met de verschillende gemeentelijke

leerplichtadministraties. Ook bestaat er nog een overlap tussen (gemeentelijke) leerplicht en

regionale RMC en regionale Loketmeiding wat met name voor regio scholen een

onoverzichtelijke situatie veroorzaakt. Ter verbetering van de gegevensuitwisseling wordt

momenteel gewerkt aan een 1 -Loket protocollenboek waarin de verschillende meldingen op

elkaar afgestemd worden. Het protocollenboek zal door het samenwerkingsverband VO/SVO

besproken worden. Tegelijkertijd worden er ideeën ontwikkeld rondom de regionalisatie van de

leerplicht waarvan een gewestelijke leerplichtadministratie deel uit zou kunnen maken.

2.4 De jongeren

246 Jongeren worden gemeld via leerplichtambtenaren, via scholen voor Voortgezet

Onderwijs, via ROC's en AOC's en via het RMC netwerk. Leerplichtambtenaren melden

jongeren die ontheffing van de leerplicht hebben gekregen.

48 Helmondse jongeren hebben ontheffing van de leerplicht gekregen. Uit de regio waren

dat er 22.

Het RMC netwerk bestaat uit;

- jongerenwerkers,

- consulenten Arbeidsvoorziening,

- docenten,

- straathoekwerkers,

- hulpverleners en welzijnswerkers.

Deze mensen melden jongeren die zij ontmoeten en die vragen hebben op het gebied van

opleiding, werk en scholing. Voor een deel gaat het daarbij om jongeren die tot de RMC

doelgroep behoren, het gaat ook om algemene zorgvragen (Loketleerlingen) en in een enkel

geval om jongeren ouder dan 23.

Het blijkt dat dit netwerk met name voor allochtonen belangrijk is. Allochtonen reageren

minder vaak uit zichzelf dan autochtonen. Via het netwerk zijn zo'n 20 jongeren gemeld.

Vanuit RMC optiek is het netwerk met name belangrijk om er voor jongeren geen

verplichting bestaat om zich te `laten" begeleiden. Het is belangrijk dat wanneer jongeren

vragen hebben op het gebied van opleidingen, werk en scholing dat er dan iemand in hun

omgeving is de weg kent.

Jongeren die in groepen (m.n. via ROC's) gemeld worden krijgen een brief waarin uitgelegd

is wat RMC-Trajectbegeleiding inhoudt en wat zij kunnen verwachten. Jongeren die

individueel gemeld worden, krijgen ook een brief en worden gebeld. Met hen wordt een

afspraak gemaakt.

In het voorbije schooljaar zijn er 246 jongeren gemeld, waarvan;

- 126 jongens en 120 meisjes.

- 29 jongeren waren volledig leerplichtig, 74 partieel en 143 leerplichtig vrij.

Op een enkeling na heeft elke jongere werk. Wanneer een jongere geen werk heeft, is er

doorgaans sprake van meervoudige problematiek enlof ontbreekt het de jongeren aan de

vaardigheden om een arbeidsplaats te verwerven.

Van de 246 jongeren gaven er 78 aan behoefte aan ondersteuning te hebben. Met deze 78

jongeren zijn één of meerdere gesprekken gevoerd.

7

De trajectbegeleiding heeft geresulteerd in:

- 18 jongeren zijn begeleid naar (ander) werk

- 15 jongeren zijn (terug) begeleid naar een BBL opleiding

1 1 jongeren zijn naar een BOL opleiding geleid

3 jongeren kozen uiteindelijk voor een VAVO opleiding

8 jongeren gaven de voorkeur aan een bedrijfsopleiding of cursus

4 jongeren werden geplaatst in het arbeidstoeleidingsproject van BJ-Brabant

1 jongere werd geplaatst in het project ongediplomeerd schoolverlaters

3 jongeren werden verwezen naar hulpverlening

13 jongeren zijn via Arbeidsvoorziening/STAP aan het werk gekomen

2 jongeren solliciteerden bij het leger.

De doelgroep kenmerkt zich doordat:

- zij vaak al langere tijd minder gemotiveerd voor het volgen van onderwijs zijn (geweest)

- het relatief vaak om een stapeling van problematiek gaat waarvan een problematische

schoolloopbaan een onderdeel vormt. In een aantal gevallen geven ouders aan dat de

problemen op school "begonnen", heel vaak is duidelijk dat problemen op school een

signaal functie hebben voor onderliggende problematiek

- pedagogische onmacht van ouders en ouders die blij zijn dat hun kind de leeftijd heeft

bereikt waarop er een einde kan komen aan de schoolloopbaan

- het aspiratieniveau van m.n. allochtonen vaak niet aansluit bij het niveau van de

vooropleiding en niet altijd duidelijk is welke drijfveren gelden. Wel is duidelijk dat men

gemotiveerd is om een opleiding te volgen maar de handvatten mist om hieraan inhoud

te geven

- allochtonen opteren relatief vaak voor de richtingen detailhandel, economie en sociaal

juridisch

- allochtonen worden vaak door weizijnswerkers/hulpverleners en vriendinnen weer op

het spoor gezet daarentegen zijn het bij autochtonen vooral ouders die de kinderen weer

op het onderwijsspoor zetten

- oververtegenwoordiging van VMBO leerlingen

- een groot aantal jongeren uitgebreid kennis heeft gemaakt met de voorzieningen van de

Helmondse zorgstructuur, wat bevestigt dat hun onderwijsloopbaan niet vlekkeloos is

verlopen

- zij opleeft wanneer zij aan het werk kan als gevolg waarvan de problematiek in het gezin

verdwijnt of minstens vermindert

- zij niet altijd een besef heeft van de eigen rol en invloed op problemen c.q. hun

schoolloopbaan

- een enkeling wil eerst persoonlijke problemen (huisvesting, losmaken van ouders)

oplossen voordat aan een opleiding begonnen kan worden

Voor allen geldt dat het gunstige economische klimaat de scherpe randjes weghaalt van het

voortijdig onderwijsverlaten en dat er voor een aantal een zuigende werking van de

arbeidsmarkt uitgaat. Het nadeel van een florerende arbeidsmarkt is dat jongeren niet altijd

open staat voor noodzakelijke en mogelijk langdurige begeleiding omdat er op korte termijn

betaald werk voorhanden is. Dit pleit er extra voor om te voorkomen dat jongeren het

onderwijs verlaten en om binnen een opleiding (eventueel parallel aan) begeleiding te

bieden. Een deel van de doelgroep is zeer gebaat bij de te starten arbeidsmarktgerichte

leerweg binnen de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO. De ervaring leert dat de

RMC doelgroep nog steeds bestaat uit jongeren met een thuismilieu wat niet

vanzelfsprekend positief staat ten aanzien van het volgen van onderwijs.

8

3. Conclusies

3.1 Conclusies

Geconcludeerd wordt dat de RMC-functie een steeds betere plaats krijgt steeds beter gaat

functioneren. Op rijksniveau heeft het kabinet een zelfde conclusie getrokken en is van plan

om de RMC functie voor kleinere gemeenten meer inhoud te gaan geven. Helaas heeft de

rijksoverheid nog niet de RMC wet bekrachtigd en is het moment Ganuari 2001) waarop de

wet ingevoerd zou gaan worden opnieuw uitgesteld. Met andere woorden, scholen zijn

verplicht de voortijdig schoolverlaters te melden bij het RMC meldpunt maar er is geen

sprake van een wettelijke basis evenmin is er sprake van sancties.

Verwacht wordt dat door de intensieve samenwerking binnen het 1 -Loket Leerlingzaken het

aantal gemelde voortijdig schoolverlaters ook zal toenemen. Aangezien ook de rijksoverheid

deze ontwikkeling voorziet krijgen de RMC-regio's extra financiën. Binnenkort zal duidelijk

worden welk bedrag de regio Helmond te besteden krijgt. Met deze middelen kunnen extra

activiteiten in het kader van de RMC-functie worden ontplooid. Nog niet duidelijk is welke rol

de RMC-functie gaat spelen in de toewijzing van de arbeidsmarktgerichte leerweg. Gezien

de ervaring dat projecten die jongeren uit het onderwijs halen slechts in een enkel geval

resulteren in terugplaatsing voltijds onderwijs en dat voor het merendeel van de jongeren het

einde onderwijs betekent valt veel te zeggen voor een koppeling van de RMC-functie aan de

leerwerktrajecten. RMC houdt zich immers bezig met langere termijn planning en met het

verwerven van een plaats op de arbeidsmarkt.

Voorwaarden waaraan voldaan moet worden om trajectbegeleiding tot een succes te maken

zijn:

- Een positieve benadering van jongeren.

Jongeren hebben negatieve ervaringen met school en stoppen met onderwijs is soms eerder

een negatieve keuze dan een positieve keuze voorwerk. Jongeren starten hun

werkloopbaan en opeens zijn zij werknemer en worden er andere eisen aan ze gesteld.

- Een onafhankelijke partij

Een uitgangspunt van de RMC-functie is dat scholen verantwoordelijk zijn voor hun

leerlingen. Pas wanneer de begeleiding van de school geen kans van slagen meer heeft of

door de jongere en zijn ouders afgewezen wordt, kan gemeld worden bij het RMC. Ouders

en leerlingen stellen het op prijs dat een neutrale, onafhankelijke en drempelloze partij de

begeleiding uitgevoerd. Het voelt als het krijgen van een nieuwe kans waarvan m.n. ROC

jongeren gebruik maken.

- Complementaire blik

De schoolloopbaan strekt zich uit van kleuter tot jong volwassene, van school tot arbeid. In

de fase dat jongeren de overstap maken van de school- naar de werkloopbaan maken,

maken zij ook de overgang van adolescent naar jong volwassene. De arbeidsmarkt stelt

andere eisen dan de school. Vaak zijn jongeren opgelucht maar ervaren dat vaak

tegelijkertijd ook als een opgave. Het doel van de begeleiding is jongeren

toekomstperspectief te geven. Er wordt extra benadrukt dat jongeren actor in hun eigen

loopbaan moeten gaan worden. De moderne arbeidsmarkt verwacht ook van jongeren dat zij

hun eigen loopbaan vorm en inhoud kunnen geven.

- Maatwerk

Individuele trajectbegeleiding gaat per definitie uit van maatwerk. Het gaat veelal om

jongeren die moeilijk een plaats binnen ons onderwijsstelsel hebben gevonden. Nagegaan

wordt welke kwaliteiten jongeren hebben en hoe zij die tot hun recht kunnen laten komen.

9

Gelukkig is de ervaring dat met name door de Loketconstructie scholen en instellingen

bereid zijn om mee te denken over en te zoeken naar oplossingen. Dit geldt ook voor de

bemiddelende rol die soms vervult wordt.

- Vangnet

Jongeren hebben recht op begeleiding tot zij 23 zijn geworden of tot zij een startkwalificatie

behalen. De begeleiding is drempelloos en jongeren kunnen ook na een mislukte "laatste"

kans, een beroep doen op begeleiding.

Ten slotte wordt opgemerkt dat het streven om de RMC-functie een plaats te geven in de

diverse netwerken onverminderd voortgaat. Met name van de participatie van de RMC-

functie in het l-Loket Leerlingzaken en de afstemmingmogelijkheden van de RMC-functie

binnen het overleg voortijdig schoolverlaters (VSV-overleg) wordt veel verwacht. Het

reguliere overleg met het BVE-meldpunt en met STAP opent deuren en biedt jongeren

mogelijkheden en nieuwe kansen.

3.2 Aandachtspunten

Aandachtspunten voor het lopende schooljaar zijn het ontwikkelen van een autonome RMC

subregio Helmond en het participeren in het ontwikkelen van een protocollenboek 1 Loket

Leerlingzaken waarin ook de verplichte RMC meldingen een plaats moeten krijgen. Eén en

ander in nauw overleg met de RMC Coördinatie in Eindhoven en het samenwerkings-

verband VONSO. Het doel hiervan is vooral het terugdringen van ongediplomeerd

schoolverlaters eerste fase Voortgezet Onderwijs. Een problematische schoolloop tijdens de

eerste fase Voortgezet Onderwijs laat zich immers maar heel moeizaam herstellen op latere

leeftijd.

Een tweede doel is het komen tot een sluitend netwerk voortijdig schoolverlaters en het

melden voor scholen zo inzichtelijk en eenvoudig mogelijk maken.

Mede door de intensieve samenwerking met het VMBO komt de samenwerking met scholen

voor HAVONWO minder uit de verf. Onduidelijk is hoeveel jongeren het HAVO/VWO

onderwijs verlaten en niet overstappen naar een andere school. Het komend schooljaar

wordt ook dit thema aangepakt.

Een derde aandachtspunt is het uitbouwen van de RMC-functie in het 1 loket Leerlingzaken

met daarin speciale aandacht voor projecten en leerwegen die toezeiden naar de

arbeidsmarkt.

16 januari 2001

DAW. OND.

10

Contactgemeente:

Eindhoven

WGR-regio nummer:

37

Contactgemeente

Contactgerneente:

Eindhoven

Gemeenten

Tabel 11-1:

Ter uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten treedt

de contactgemeente op namens de,volgende gemeenten, die deelnemen aan het regionale

netwerk:

Naam gemeenten:

Asten

Bergeyk

Best

Bladel

Cranendonck

Deurne

Eersel

Eindhoven

Geldrop

Gemert-Bakel

Heeze-Leende

Heimond

Laarbeek

Mierlo

Nuenen c.a.

Oirschot

Reusel-De Mierden

Someren

Son en Breugel

Valkenswaard

Veldhoven

Waaire

Tabel 11-2:

De volgende gemeenten nemen niet deel aan het regionale netwerk; tevens worden de

redenen hiervoor aangegeven:

niet-participerende gemeenten Redenen

N.v.t.

111. Breedte samenwerkingireikwijdte regionale netwerk

Tabel 111-11:

Aantal onderwijsinstellingenlorganisaties die in het schooljaar 1999/2000 wel/niet in het RMC~

netwerk participeren, en het aantal gemaakte afspraken:

het aantal Het aantal instellingen met wie AFSPRAKEN zijn

INSTELLINGEN gemaakt over:

dat wel en niet

deelneemt

wel niet Melding plaatsing hulp- streef- verant-

aanbod doelen woording

Al In de V(S)O-sector 45 0 45 0 45

vo

VS0

A2 in de BVE-sector 5 0 5 2- 3* 0 5

Eindhoven: ROC, Helicon, GLE.

Helmond: ROC, Helicon

2 0 2 0 2

Bl Overgangsregeling

Bekostiging WEB tot

2000 (beleidsagenda)

2 0 2 2 2 0 2

B2 ESFIVSV-projecten

(BVE) 1

2 0 2 2 2 0 2

B3 Samenwerkings-

Verbanden SVO-VO

B4 GOA, SI&V

BS pilot 0 2

Trajectbegeleiding

B6 arbeidsmarktgerichte 1 1 1 1 0 0 1

Deelkwalificaties L- 1 1 i

Plaatsing en hulpaanbod volgens de bestaande structuren

Tabel 111-2

Lijst van onderwijsinsteilingen die in het schooljaar 199912000 wel/niet in het RMC-netwerk

Participeren.

Deéiperoébdo,V i deeln~@

(lbo d i' li gin

nW, n n

1 -ge

Naa@v

Regio Eindhoven/De Kempen

S.G. Augustinianum 01 FY

Christiaan Huygens College 02TC

Grafisch Lyceum Eindhoven 05DZ

Heerbeeck College Best 16RT

Helicon opleiding/Groenschool 26CC

Junior College Cranendonck 02ZR

SG Kernpenhorst 17YQ

Kernpenpoort VO 25MB

Lorentz Casimir Lyceum 2SKX

Pius X 03KN

Pleincollege Aloysius /De Roosten 20AT

Pleincollege Bisschop Bekkers 20113

Pleincollege De Burgh 20AT

Pleincoliege Eckart 201B

Pleincollege St. Joris 20AT

Pleincollege van Maerlant 2OGA

Pleincollege Nuenen 201B

Pleincollege Penta 201B

Rythovius college 18XR

School voor Konsumptieve Beroepen 14HL

Sondervick College 1 SBS

Stedelijk College Eindhoven 2013K

Strabrecht College 01XL

Vrije School Brabant 06NA

S.G. Weredi 21GV

De Beernden 08zp

VSO De Berkenschutse OSHJ

Ekkersbeek OSGS

Mytyischool 16S0

S.G. Anton Schellens 1 9SE

Praktijkschool Eindhoven 07UE

De Stolberg 07JT

De Korenaer 03TV

Regio Helmond:

Varendonck College 13PE

St. Willibrord Gymnasium 02QP

Commanderij College 25MG

Carolus Borrorneus College 2ONF

Dr. Knippenberg College 2OJX

S.G. Jan van Brabant 14LF

14NE

IVO-Mavo St. Joseph 140K

Ter Kernenade College 140Q

14ZQ

School voor Praktijkonderwijs

'T Nieuwveld 26JB

De Hilt 19ES

Franklin Rooseveltschool 26FM

Deken van de Heuveischool OSGX

Deelnemend R'C

,p 0 ond@irwijsinstellingen met@ eelnemende

L- -onderwijsinstell

Na Barak : 1 11 "@ ' 1 1' 1 nOP@,

1 @ gin

Regio Eindhoven:

ROC Eindhoven 25MB

GLE 05DZ

Helicon opleiding 26CC

Regio Helmond:

Roc ter Aa 2SLJ

Helicon opleidingen 26CC

Tabel 111-3:

Aantal ondersteunende instellingenlorganisaties die in het schooljaar 199912000 wellniet in

het RMC-netwerk participeren

c 1 jeugdhulpverlening, 3

jeugdzorg,

welzijnswerk

C2 justitie, 1 0

Politie

C3a arbeidsvoorziening 2 0

RBA's

CWI's

C3b arbeidsvoorziening 2 0

~-organisaties

GSD's

CU arbeidsmarkt 0 2

-werkgevers

Tabel 111-4:

Redenen waarom instellingenlorganisaties niet deelnemen aan het regionale netwerk:

TOELICHTING BIJ NIET DEELNAME: REDENEN

@ m1 @ 2S v"e-, NERW w

M01

Folio 0 015

Al in de V(S)O-sector Nvt

A2 in de BVE-sector Nvt

2

051

Bi Overgangsregeling Nvt

bekostiging WEB tot

2000 (beleidsagenda)

B2 ESIF/VSV-projecten Nvt

(BVE)

B3 Samenwerkings- Nvt

verbanden SVO-VO

B4 GOA, SI&V Nvt

B5 pilot

Trajectbegeleiding De 'pinot trajectbegeleiding' is aangevraagd voor de gehele regio Zuidoost-

Brabant maar niet toegewezen.

B6 arbeidsmarktgerichte

Deelkwalificaties ROC Eindhoven neemt hieraan geen deel omdat zij geen voorkeur gaf aan

de gehanteerde werkwijze van genoemde regeling.

C. Ondersteunende

2@'

org,anisa ies,

cl jeugdhulpverlening, Nvt

jeugdzorg,

welzijnswerk

C2 justitie, politie Politie Justitie participeert in de netwerken van leerplicht (zorgteams,

netwerK veiligheid en JPP). -office)

Leerplicht participeert in het netwerk van Justitie (Front

We arbeidsvoorziening Nvt

RBA's

CWI's

Wb arbeidsvoorziening

~-organisaties Nvt

GSD's

We arbeidsmarkt

- werkgevers De prioriteit ligt bij het herplaatsen van voortijdig schoolverlaters binnen

1 het onderwijs. Contact met de werkgevers is nog niet gerealiseerd.

Tabel 111-5:

Onderwijsinstellingen waarmee (nog) geen meidingsafspraken zijn gemaakt en de redenen

hiervoor:

(Alleen invullen als er sprake is van onderwijsinstellingen zonder meldingsafspraken.)

Onderwijsinstelling

Redenen ontbreken meidingsafspraken

naam brin-nr.

572 W@@

COM

En 1119 Mgo -W

Nvt

Nvt

IV. inzet eigen financiële, personele en materiële middelen

Opmerking RMC:

In de handreiking voor de opstelling van de effectrapportage 2000 wordt bij hoofdstuk 1V - inzet eigen

middelen - in tegenstelling tot vorig jaar, aangegeven dat het hier alleen de inzet van middelen voor

de uitvoering van de RIVIC-functie betreft. Hieraan wordt toegevoegd ` t.w. curatieve taken ten

behoeve van feitelijk voortijdig schoolverlaters`.

Nagenoeg alle geldstromen zijn gericht op preventieve activiteiten en 1 of projecten. Hierbij wordt het

uitgangspunt gehanteerd dat tot preventie al die activiteiten behoren die er voor zorgen dat leerlingen

binnen het onderwijs blijven.

Voor het overzicht van de geplande GSB middelen voortijdig schoolverlaters in de regio

Zuidoost-Brabant verwijs ik u naar de bijlage 1 en 2.

Tabel IVA:

De omvang van de geplande eigen financiële, personele en materiële middelen van de

instellingen en gemeenten die worden ingezet voor 2000 is als volgt:

instantie Financiële Personele Materiële

-[Middelen Middelen Middelen

Gemeenten 95.000

Onderwijsinstellingen

Ondersteunende organisaties

TOTAAL 95.000,-

Tabel IV-2:

Omvang van ingezette eigen financiële middelen van de gemeenten en instellingen ingedeeld

naar herkomst van de middelen

instantie Omvang van Omvang van Omvang van omvang van Omvang van

de financiële de financiële de financiële de financiële de financiële

middelen uit middelen uit middelen uit middelen uit middelen uit

GOA SI&V GSB cum] Gemeentelijke

bronnen

Gemeenten 95.000,-

Onderwijsinstellingen

Ondersteunende organisaties

TOTAAL

Tabel IV-3:

De middelen worden ais volgt ingezet over de genoemde onderdelen (aanduiding in

procenten; a t/m h = 1 00%):

a b c D E f H

coördina- administra- Traject- registratie/ Netwerk projecten overige reserve-

tie tie Begeleiding automati- kosten ring

sering

37%

V. inzet rijksbijdrage RMC-functie

totaal beschikbare rijksbijdrage RMC-functie 20 F372.348,00

Tabel VA:

In het kader van deze regeling beschikbaar gestelde budget voor 2000 wordt als volgt ingezet

over de genoemde onderdelen (aanduiding in geld en in procenten (a t/m h = 100%)

A b c D e f 9 H

Coördina- administra- Traject- registratie/ netwerk projecten overige reserve-

tie tie Begeleiding automati- kosten ring

sering

E 107.000 23.000 100.000 50.000 10.000 1 3.546

H 20.000 20.000 18.802 10.000

T 43.000 120.000 28.802 23.546

% 28.8 11.5 32.3 1 3.4 7.7 6.3

E = regio Eindhoven / De Kempen, H = regio Helmond, T = totaal regio Zuidoost-Brabant

Tabel V-2:

Indien sprake is van inzet van de rijksbijdrage voor preventieve activiteiten voor

risicoleerlingen die dreigen uit te vallen enlof voor de opvang van herplaatste voortijdig

schoolverlaters'in het onderwijs dan dient de omvang hiervan expliciet te worden aangegeven

van het betreffende onderdeel (zoals vermeld in tabel V-1):

(Alleen invullen als sprake is van inzet voor preventie enlof opvang)

Onderdeel waarvan inzet voor preventie enlof opvang

Trajectbegeleiding 120.000

V[ Gegevens over het aantal voortijdig schoolverlaters en streefdoelen

Tabel VIA: kwantitatief VSV-beeld:

B

CATEGORIE LEERLINGEN/VSV-ERS VO/SVO BVE TOTAAL

categorie la: 37.972 18.906 Totaal:

Aantal leerlingen dat op 1-1 0-1 999 stond 56.878

ingeschreven bij de onderwijsinstellingen

V (S) 0:

37.972

BVE

18.906

Totaal:

1.749

categorie 2a: 2.590 4.339

Aantal voor-tijdig schoolverlaters tussen (zonder (zonder

1-8-1999 en 1-8-2000 (voor definiëring: zie diploma) diploma)

Handreiking bijlage 1)

V(S)O:

2.590

(4.095 met dipl. BVE

i.vbo, vso,vrije 1.749

schooien mavo)

Categorie 2b

Aantal prioritaire voortijdig schoolverlaters

(voor definiëring: zie Handreiking @::1---

MO Genialiteit 7777M

Categorie 3a: 2.113 707 Totaal:

Aantal herplaatste voortijdig schoolverlaters 2.820

tussen 1-8-1 999 en 1-8-2000 (159

bestemming

&overig')

Categorie 3b: 2.113

Aantal herplaatste prioritaire voortijdig

Schoolverlaters

Categorie 3c:

Aantal herplaatste voortijdige schoolverlaters 1.637 548 2.185

dat in het reguliere onderwijs is herplaatst (van 707)

Categorie 3d: *2)

Aantal herplaatste voortijdige schoolverlaters

dat in een traject naar werk is ge 1 laatst

Categorie 4: 2155 (+2%) 2877

Streefdoel aantal herplaatste voortijdig 722 (+2%)

schoolverlaters in het schooljaar 200012001

Categorie 5: 2512 (-3%) 4210

Streefdoel aantal voortijdig schoolverlaters in 1698 (-3%

het schooljaar 200012001

Categorie 6: 2197 (+2%) 2934

Streefdoel aantal herplaatste voortijdig 737 (+2%)

schoolverlaters in het schooljaar 200112002

Categorie : 2437 (-3%) 4087

Streefdoel aantal voortijdig schoolverlaters in 1650 (-3%

het schooljaar 200112002

*l) 221 leerlingen zijn gaan werken, hiervan komen 86 leerlingen uit het SVO. Van 256

leerlingen is de uitstroom onbekend.

*2) 666 leerlingen gingen werken. De overige leerlingen vallen onder de categorie: nog in

behandeling (258), verhuisd, militaire dienst, geen reactie op oproep (65) en onbemiddelbaar,

Het betreft bij alle categorieën in de (WGR)-regio woonachtige jongeren tot 23 jaar.

Voor definiëring van de categorieën: zie Handreiking Bijlage 1.

Tabel VI-2:

De mate van compleetheid van het kwantitatieve VSV-beeld,

door weergave van het aantal NIET rapporterende gemeenten:

totaal aantal gemeenten in de regio 1 22

Namen van de gemeenten die niet hebben Gerapporteerd aan de contactgemeenten over

categorie 2a in tabel VIA (betreffende het titaal aantal vsv'ers in 199912000).

Geef per vermelde niet-rapporterende gemeente aan op welke leerplicht-groep het ontbreken

van de rapportage betrekking heeft door vermelding van één of meer kruisjes in de

desbetreffende kolommen.

Het aantal namen van gemeenten dient overeen te komen met het vermeide aantal niet-

rapporterende gemeenten t.a.v. categorie 2a in tabel VIA.

NIET-RAPPORTERENDE GEMEENTEN geen rapportage t.a.v. categorie 2a (totaal

aantal vsv'ers), naar leerplichtstatus:

(aankruisen wat van toepassing is)

Naam

Volledig partieel Niet-

leerplichtige leerplichtige leerplichtige

lvsv'er vsv'ers vsv'ers

Nvt 1 1 1

(aanduiding van aantal niet-rapporterende

gemeenten t.a.v. categorie 2a)

Totaal aantal niet-rapporterende gemeenten

0

Tabel VI-3:

Namen en brin-nummers van de onderwijsinstellingen die geen vsv-ers hebben gemeld aan

gemeenten in het schooljaar 199912000:

(Alleen invullen als er sprake is van niet-meldende onderwijsinstellingen.)

NIET-MELDENDE ONDERWIJSINSTELLINGEN

brinnummer 1 Naam

V(S)0-'instellingen

BVE-instellingen

1

25 Li Het centrum Studentenvoorziening (CSV) van het Roc Ter Aa meldt de vsv'ers bij het meldpunt

RMC in Heimond .

Van het ROC Ter Aa zijn echter geen totaalgegevens_voor deze effectrapportage aangeleverd.

vil Knelpunten bij de voortgang

Tabel Vil-l:

Beschrijving van de gesignaleerde knelpunten/belemmerende factoren en ontbrekende

(rand)voorwaarden) bij de uitvoering van de onderscheiden taken bij de RMC-functie in het

schooljaar 199912000, in vergelijking met 199811999:

taken RMC-functie knelpunten/belemmerende factoren Ontbrekende (rand)voorwaarden

Registratie/ De participerende gemeenten en

monitoring onderwijsinstellingen hanteren diverse

leerlingadministratiesystemen.

Eenduidige gegevensuitwisseling

verloopt moeizaam.

Door beperkte formatie van leerplicht is

er nog steeds een onvolledige

rapportage van de kleinere

regiogemeenten

Er is onvoldoende zicht op de

doorstroom van gediplomeerde VBO 1

mavo leerlingen naar het

vervolgonderwijs.

Regionale De opzet van een regionaal leerplicht 1

afstemming RMC beleid komt onvoldoende van de

grond vanwege tijdgebrek bij

ambtenaren.

Herplaatsen vsv- De huidige structuur van het VMBO

ers voorziet niet in een traject voor de

leerlingen tussen de

beroepsbegeleidende leerweg en het

praktijkonderwijs. Een 5e leerweg (in de

vorm van een duaal, certificeerbaar

traject) - school en arbeid - dient

sluitend in de gehele regio opgezet te

worden.

De motivatie van vsv'ers voor

herplaatsing in het onderwijs ontbreekt

vaak vanwege het aantrekken van de

arbeidsmarkt.

Door het opzetten van een regionale

eenduidige zorgstructuur ligt een

bureaucratische handelswijze op de loer.

Gezamenlijk bereidheid om de

problematiek binnen het VO op te lossen

schiet te kort. lmagoverlies speelt hierbij

een rol.

De tendens is zichtbaar dat een

beperkte categorie leerlingen op grond

van onvoldoende kwaliteiten niet

wordt geplaatst in het VMBO.

De zorgstructuur voorziet in

onvoldoende mate in een

opeidingsaanbod voor leerlingen die met

Leerwegondersteuning een plaats

moeten krijgen in het VIVIBO-

Gediplomeerde vsv-ers uit het

voortgezet onderwijs met een

onduidelijke scholingsvraag kunnen

onvoldoende doorstromen naar het

beroepsonderwijs. Voor bemiddeling

door het interne trajectbureau is

inschrijving in het beroepsonderwijs

noodzakelijk.

*Voor een gespecificeerde opgave van knelpunten in Eindhoven verwijs ik u naar bijlage 3.

viii Succesfactoren bij de voortgang

Tabel VIIU-11:

Beschrijving van de in de regio gebleken succesfactoren en de gunstige (rand)voorwaarden

bij de uitvoering van de onderscheiden taken in het kader van de RMC-functie in 199912000,

in vergelijking met 199811999:

taken RMC-functie Succesfactoren Gunstige (rand)voorwaarden

Trajectbegeleiding De trajectbegeleiding van dreigende vsv-

ers is degelijk ingebed in de

zorgstructuur.

Plaatsing naar arbeid verloopt

voorspoedig dank zij de gunstige

arbeidsmarkt

Netwerken Dankzij de vorming van de 1 -loket in de

regio helmond worden alle zorgfuncties

centraal gebundeld (in het Loket

leerlingzaken). De afstemming in de

netwerken heeft hierdoor meer structuur

gekregen.

Dankzij de uitbreiding van leerplicht is

het uitbouwen en versterken van de

preventie mogelijk.

Melding vsv-ers ]n de regio Zuidoost-Brabant is m.i.v. 1

augustus het meldprotocol RMC van

kracht.

lx Prioriteitstelline

Tabel IX-I:

Beschrijving van de uitgevoerde prioriteitstelling binnen het totale bestand voortijdig

schoolverlaters en de groep herplaatste voortijdig schoolverlaters. (Aanduiding van de

onderscheiden subgroep(en) waarop de acties vooral waren gericht enlof de meeste

herplaatsingsresultaten werden geboekt.)

Vsv-subgroep(en) met prioriteit wijze waarop prioriteitstelling vorrn krijgt

officiële 'prioritaire doelgroep vsVers' Deze groep dreigende vsv-ers krijgt in de regio Zuidoost-

@rabant de meeste aandacht. Activiteiten en voorzieningen

zijn met name gericht op de preventieve actie binnen het

voortgezet onderwijs. Deze activiteiten zijn o.a. zorgteams,

netwerken jeugdhulpverlening, time-out voorzieningen, en

de RMC trajectbegeleiding.

VsVers uit ESFNSV-project De vsv-ers uit de ESFNSV projecten worden, conform de

afspraken in de regio's, gemeld en geplaatst volgens de

bestaande zorgstructuren. Extra aandacht wordt gegeven

1 aan de leerplichtige vsv-ers uit het BVE.

X Trajectbegeleidingsmodel

Beschrijving van de organisatorische vormgeving van de trajectbegeleiding van voortijdig

schoolverlaters in het kader van de RIVIC-functie.

Het is van belang dat in de beschrijving goed inzichtelijk wordt gemaakt:

a) welke - nader gespecificeerde- RMCtaken cq bijbehorende diensten (waaronder:

melding, registratie, diagnoselverwijzing, plaatsing, terugkoppeling informatie),

b) door welke actoren worden uitgevoerd,

c) in welke organisatorische vormgeving.

Trajectbegeleidingsmodel

Regio Eindhoven 1 De Kempen:

De activiteiten i.h.k.v de trajectbegeleiding zijn onderverdeeld naar activiteiten voor de uitvallers van

het voortgezet onderwijs en uitvallers van het beroepsonderwijs.

Voortgezet onderwi*s:

a. taken en diensten: het onderwijs meldt (veelal na bespreking in de zorgteams) de dreigende

vsv-ers bij leerplicht van de woongemeente van de leerling. Zij voeren de eerste bemiddeling

uit en trachten de leerling op school te houden dan wel te herplaatsen. Indien dit binnen een

maximale termijn van 6 weken niet mogelijk is wordt de leerling gemeld bij de RIVIC (en blijft

zoveel mogelijk ingeschreven staan in het onderwijs). Deze melding kan uitsluitend gedaan

worden door leerplicht.

De RMC bekijkt het dossier en stuurt na overleg (en op basis van urgentiecriteria) de leerling

dezelfde dag door naar de naar de uitvoerende trajectbegeleidingsinstantie. Binnen 3 dagen

heeft de leerling het eerste gesprek. Extra aanvullend onderzoek kan ingezet worden indien de

leerling geen inschrijving bij een school heeft. Zij hebben de mogelijkheid tot een huisbezoek,

spreken ouders en leerling, stellen een diagnose, verwijzen en plaatsen de leerling, bieden

nazorg en dragen de leerling weer over naar leerplicht of volgen de leerling nog voor gemiddeld

3 maanden (indien deze niet meer leerplichtig is) en koppelen de resultaten terug naar de RMC

en de betrokken gemeente.

b. Actoren: de trajectbegeleiding RIVIC is het afgelopen jaar uitgevoerd door:

¿ het Doba - Dienstencentrum voor Onderwijs Beroep en Arbeid (tot oktober 1999)

¿ de Geldergroep - adviseurs voor opleiding en beroep (vanaf oktober 1999).

c. Organisatorische vormgeving:

Voor het beroepsonde!@@:

Het GLE en het ROC Eindhoven verrichten ieder intern trajectbegeleidingactiviteiten voor de

leerlingen die met de opleiding willen stoppen. Binnen het ROC Eindhoven is dit als volgt

georganiseerd:

a. Taken en diensten: melding, registratie, diagnose en verwijzing, plaatsing en terugkoppeling.

De uitvoering van de trajectbegeleiding is in handen van het Trajectbureau.De leerling die de

opleiding voortijdig wil verlaten wordt door de betrokken school gemeld bij het trajectbureau (en

blijft ingeschreven staan bij de school), Voor de leerplichtige leerlingen vindt preventieve

doormelding plaats naar de RMC.

De dreigende vsv'ers (tot 23 jaar) worden opgeroepen voor een gesprek. Indien de leerling

reageert volgt een intakegesprek, na analyse en diagnosticeren en zijn er de volgende

mogelijkheden: afnemen van testen en toetsen, deelname aan trainingen, plaatsing in een

opvangklas, doorverwijzing naar hulpverlening enlof herplaatsing.

Melding naar de RMC vindt plaats indien:

¿ de leerling niet wordt aangenomen

¿ de leerling wordt uitgeschreven bij het ROC en

- wordt geplaatst in een andere opleiding buiten het ROC

- Niet reageert op de oproep

- Geen bemiddeling wenst

- Gaat werken

- Onbemiddelbaar is.

b. actoren: ROC Eindhoven

c. Organisatorische vormgeving: intern binnen het ROC. Afstemmingsoverleg met de RMC.

Traiectbureau Grafisch Lyceum Eindhoven:

Het trajectbureau heeft taken op het gebied van instroom-, doorstroom- en uitstroombegeleiding,

De meeste aandacht gaat naar de preventie. Het trajectbureau biedt hiermee aan de twee units

ondersteuning. De dreigende vsv'er wordt opgeroepen voor een intakegesprek en het TB zorgt

voor passende herplaatsing. Er vindt terugkoppeling plaats naar de RMC.

Regio Heimond:

a. Taken en diensten: melding, registratie, diagnose en verwijzing en nazorg.

Het onderwijs meldt de leerling die zonder startkwalificatie de school verlaat bij het 1 -loket. De

casemanager registreert de melding en controleert de gegevens. De RMC trajectbegeleider

tracht de jongere te herplaatsen. Het 1 -loket volgt de leerling.

b. Actoren: leerplicht, RMC en RSV VO

c. Organisatorische vormgeving: het loket is gehuisvest op de afdeling onderwijs van de

gemeente Heimond. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het hoofd van de afdeling onderwijs.

Bijlage 1

PLAN VAN AANPAK VSV

Inleiding

Het Plan van Aanpak Voortijdig Schoolverlaten heeft als centrale doelstelling: het scheppen van

voorwaarden voor jongeren teneinde de voor hen hoogst haalbare en meest passende onderwijs- en/of

arbeidsmarktpositie te bereiken. Naar aanleiding van de kaders voor de inzet van vsv-middelen zal

jaarlijks, voor de periode tot 2004, een bedrag worden ingezet voor de aanpak van de problematiek van

voortijdig schoolverlaters. Het Plan van Aanpak sluit aan bij het bestaande Gemeentelijke Onderwijs

Achterstandenbeleid. Op grond van de indicatoren 'etniciteit', 'uitkeringsgerechtigden' en

1opleidingsniveau' ontvangt de gemeènte Eindhoven f]. 1.605.614. Op basis van de

programmadoeistellingen van het Stedelijk Ontwikkelings Programma 1999 - 2003/4 wordt bij de inzet

van de middelen een gespreide inzet ten behoeve van preventie, intermediairen en curatie gehanteerd.

Preventie

1) Crisisopvang Amundsen (in ontwikkeling)

Het project 'Amundsen' is gestart in september 1999 als voortzetting van project 'De Boogen'.

'Amundsen' beoogt kortdurende opvang te bieden voor leerlingen van 12 tlm 1 7 jaar uit het VO die, om

psychosociale redenen, voortijdig de school dreigen te verlaten en die binnen de bestaande

voorzieningen niet kunnen worden opgevangen. Het doel van de crisisopvang is leerlingen, na een

trainingsprogramma waarin observaties en intensieve begeleiding een belangrijke rol spelen, binnen

een periode van 3 maanden weer te plaatsen op de school van herkomst dan wel een andere school of

opleiding. Teruggeleiding naar het onderwijs heeft prioriteit doch indien dit niet mogelijk is dient de

leerling op een traject richting arbeidsmarkt of jeugdhulpverlening te worden geplaatst. Het project

beoogt een sluitend systeem (loket en kortdurende opvang) te bieden voor bovengenoemde doelgroep.

Het project is gepositioneerd binnen de zorgstructuur van het onderwijs. Het project is tot nu toe

gefinancierd vanuit GOA- en GSB-middelen. Op dit moment is aan het regionaal samenwerkingsverband

VO/SVO de opdracht gegeven om te komen tot de ontwikkeling van een centraal loket voor

zorgleerlingen. Als toekomstig onderdeel zal de herziene opzet van 'Amundsen' hierin een plaats

krijgen.

looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doel: Het bieden van een sluitend systeem voor genoemde doelgroep

Doelgroep: Leerlingen uit het VO die voortijdig de school dreigen te verlaten

Uitvoering: Crisisopvang Amundsen

Financieringsopzet: VSV: fl. 300.000

GOA: fl. 214.000 (indicatief)

2) Schoolmaatschappelijk werk

Ongeveer 15% van de leerplichtige leerlingen heeft problemen waardoor hun prestaties achterblijven

Voor een deel gaat het daarbij om meervoudige problematieken op sociaal-emotioneel terrein, waarbij

met name ook de thuissituatie een belangrijke rol speelt. Teneinde de scholen de helpende hand te

bieden en de problematiek van leerlingen vroegtijdig te kunnen aanpakken, is vanuit de gemeente

Eindhoven in 1 998 het project 'schoolmaatschappelijk werk' in uitvoering genomen.

Aansluitend op het eigen zorgsysteem worden de scholen gefaciliteerd met schoolmaatschappeli'

i

werk, waarbij uren door de gemeente worden ingekocht bij een instelling voor jeugdzorg. Het afgelopen

jaar is de inzet van jeugdhulpverlening geïmplementeerd in de zorgteams en de netwerken

jeugdhulpverlening. Naast de inzet van de bijdrage uit de G0A-middelen is een aanvullend bedrag voor

het voortgezet onderwijs noodzakelijk.

Looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doel: voorkomen van voortijdig schoolverlaters; oplossen van sociaal-emotionele

gedragsproblematiek; bijdrage aan sluitend systeem van leerlingenzorg

Doelgroep: kinderen/jongeren van 3 - 17 jaar die een verhoogd risico lopen vanwege een

cumulatie van problemen

Uitvoering: Stichting Troje (voortgezet onderwijs), SDJ (basisonderwijs)

DOBA (coordinatie)

Financieringsopzet: 2001 2002 2003

Provincie: fl. 200.000 fl. 200.000 fl. 200.000

GOA fl. 250.000 fl. 250.000 fl. 250.000

GSB fl. 300.000 fl. 325.000 fl. 350.000

3) Instroombevordering leerlingen in het beroepsonderwijs (in ontwikkeling)

Onduidelijkheid m.b.t. beroepskeuze, geringe motivatie en het ontbreken van specifieke begeleiding

gedurende de overgang van het voortgezet onderwijs naar het beroepsonderwijs, leiden ertoe dat een

aanzienlijk deel van leerlingen het beroepsonderwijs voortijdig (zonder startkwalificatie) verlaat. Om

scholen te ondersteunen in het begeleidingsproces van deze leerlingen en om het voortijdig

schoolverlaters in het ROC terug te dringen, is het noodzakelijk om deze leerlingen langere tijd te volgen

met het doel tijdig signalen op te vangen die het leerproces van een leerling negatief beïnvloeden. Via

interventies zal het keuzeproces van leerlingen zodanig worden gestuurd dat een tijdige en

gemotiveerde beroepskeuze gemaakt kan worden. E.e.a dient te worden aangevuld met begeleiding

van de leerling gedurende de overstap naar het eerste jaar in het ROC. Het verhogen van de instroom in

het beroepsonderwijs en het verbeteren van het arbeidsmarktperspectief voor deze doelgroep, moeten

hiervan het resultaat zijn

Onlangs is een eerste cohort onderzoek afgesloten op het vbo (beroepsgerichte leerweg) en een

gedeelte van twee mavo scholen (theoretische leerweg) van het Christiaan Huygens College en van het

Pleincollege Aloysius en heeft plaatsgevonden in samenwerking met het ROC Eindhoven. Op basis van

een analyse van bewegingen van leerling-stromen van het voortgezet onderwijs naar het

beroepsonderwijs zijn de leerlingen vanaf het derde jaar in het VO tot en met het eerste jaar in het BO

gevolgd. Binnenkort zal, in het kader van voortijdig schoolverlaters, een soortgelijk project worden

ingediend waarbij verbreding plaatsvindt naar VO-scholen. Na afloop van het project wordt beschreven

op welke wijze de school het keuzeproces van de leerling zelfstandig kan beïnvloeden.

looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doet: verhoging instroorn beroepsonderwijs; reduceren van het aantal voortijdige

schoolverlaters; verbeteren van het arbeidsmarktperspectief van de doelgroep

Doelgroep: leerlingen van 15 - 18 jaar uit de eerste fase VO tot en met het eerstejaar BO

Financieringsopzet: fl. 400.000 (indicatief)

intermediairen

4) Uitbreiding Bureau Leerplicht

Met de uitbreiding van de formatie wordt op de eerste plaats beoogd op een verantwoorde wijze

uitvoering te geven aan de, in 1994 herziene, leerplichtwet. Sinds deze wetwijziging is de nadruk steeds

meer te komen liggen op zorg en preventie. In het landelijk actieplan over bestrijding van voortijdig

schoolverlaters wordt preventie en individuele trajectbegeleiding als belangrijk instrument gezien. De

aanvankelijke leerplichttaak is daarmee fors uitgebreid en heeft geleid tot een sterk verhoogde

werkdruk. Deze verhoogde werkdruk in combinatie met de toename van het aantal leerlingen,

bemiddelingen, processen verbaal en verzuimpercentages noodzaakt tot uitbereiding van de huidige

formatieomvang met 2,5 fte. Het voorstel is besproken in GOA-ciuster 11 en 111 en van positief advies

voorzien. Het voorstel is tevens besproken in de Programmagroep Integraal Jeugdbeleid en eveneens

van positief advies voorzien.

Looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doel: het reduceren van ieerplichtige leerlingen die de school niet meer bezoeken

Doelgroep: alle leerplichtige potentiele schoolverlaters (leerlingen die een sterk verhoogd

risico lopen 'verkeerd terecht te komen')

Uitvoering: Bureau Leerplicht gemeente Eindhoven

Financieringsopzet: 1 fte coordinator (s 1 1) fi. 131.000

1 fte consulent (s 10) f]. 126.000

0,5 administratie (s 5) fl. 43.000

scholingskosten fl. 20.000

ontwikkeling PR-materiaal fl. 20.000

------

Totaal structureel fl. 300.000

Totaal eenmalig fl. 40.000

5) Allochtone onderwijsvoorlichters (in ontwikkeling)

Het project allochtone voorlichters heeft tot doel voorlichters van allochtone herkomst op te leiden.

Deze vooffichters kunnen, vanuit een dicht bij de doelgroep staande positie, werken aan een betere

begripsvorming tussen scholen en instellingen, allochtone ouders en leerlingen. Zij leveren een

belangrijke bijdrage aan het verkleinen van de kloof tussen leerlingen, ouders en scholen en bevorderen

de betrokkenheid bij ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen. Tevens kunnen de allochtone

onderwijsvoorlichters het begrip bij scholen en instellingen, voor cultuurverschillen tussen deze

instellingen en de ouders en tussen de ouders onderling, vergroten.

Looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doel: het verbeteren van de communicatie tussen allochtone ouders en de schoot,

bevorderen van onderwijs- en opvoedingsondersteunend gedrag van allochtone

ouders.

Doelgroep: allochtone ouders van kinderen op voorschoolse voorzieningen, primair- en

voortgezet onderwijs; instellingen voor voorschoolse voorzieningen en primair-

en voortgezet onderwijs; allochtone kinderen (indirect)

Uitvoering: PALET (projectverantwoordelijke) en DOBA (projectuitvoerder)

Financieringsopzet: fase 0 t/m 3: start en ontwikkelingskosten fl. 70.000.-

fase 4 t/m 5: uitvoering fl. 150.000.-

Curatie

6) Arbeidstoeleiding 15-jarigen (in ontwikkeling)

Er bestaat een groep leerlingen die niet passen in het programma van het initieel onderwijs. Voor hen

bestaat een alternatief in de vorm van een leerroute die uitzicht biedt op een vervolgopleiding, in

combinatie met werken of een goede plek op de arbeidsmarkt. In het kader van een sluitende aanpak

worden voortijdige schoolverlaters op deze wijze voorbereid op een opleiding in het kader van de

beroepsbegeleidende leerweg. Het programma bestaat uit het 'werken aan sociale vaardigheden,

praktijkvaardigheden, loopbaan-orientatie en het bemiddelen naar een BPV-plaats.

Looptijd: 1 januari 2001 - 1 januari 2004

Doel: opvang en doorgeleiding van voortijdige schooluitvallers naar de arbeidsmarkt

Doelgroep: 1 5-jarigen vsv'ers zonder scholingsmotivatie die onvoldoende vaardigheden

bezitten om zonder begeleiding in testromen in de arbeidsmarkt

Financieringsopzet: Eindhoven Impuls Montfransgelden fl. 256.000

GOA-onderwijs fl. 70.000

(in ontwikkeling)

7) 1-loketfunctie

Zoals reeds vermeld is aan het regionaal samenwerkingsverband VO/SVO de opdracht gegeven om te

komen tot de ontwikkeling van een Centraal Loket voor zorgleerlingen. Door middel van zo'n loket

wordt in gezamenlijk verband de toestroom van leerlingen gecoordineerd op grond van een centrale

intake. Het hierbij te volgen traject kent drie onderscheiden fases: het voortraject (in eerste instantie de

verantwoordelijkheid van de school), de indicering/verwijzing door de Permanente Commissie

Leerlingenzorg (PCL) en de daarop volgende trajectbegeleiding (TB). Het samenwerkingsverband stelt

een constructie voor waarbij de PCL en de TB tezamen de taak vervullen van Centraal Loket. De PCL

verzorgt de intake, indiceert'en stelt een actieplan op in termen van toeleiding. De TB is

verantwoordelijk voor de uitvoering van het actieplan. De functie van hert Centraal Loket is te duiden in

termen van 'front-office' en toegang c.q. bemiddeling naar de zgn. 'back-office!-instellingen. Het loket

vervult de rol van een informatie- en adviescentrum voor de scholen in het verzorgingsgebied met een

directe toegang tot alle dienst- en hulpverlening in de gemeenten en regio ten aanzien van speciale

leerlingenzorg en jeugdwelzijn- en zorg. Voor de dienst- en hulpverlening is er de 'back-office'-functie

die wordt vervuld door de deelnemende organisaties (onderwijsvoorzieningen, instellingen voor

jeugdzorg e.d.). Het Centraal Loket is er voor de school die binnen haar eigen zorgmogelijkheden de

leerling niet meer adequaat kan begeleiden.

Bijlage 2

Samenvatting Plan van aanpak voortijdig schoolveriaten

Gemeente Helmond

De gemeente Heimond ontvangt voor de GSB periode 2000-2003 jaarlijks f 674.638,- in het

kader van het Plan van aanpak voortijdig schoolverlaters.

De gemeente Helmond gaat er van uit dat de scholen voor een groot deel zelf

verantwoordelijk zijn voor de problematiek van het voortijdig schoolverlaters.

Het Rangeerterrein 2000-2003 (een stelsel van voorzieningen dat beoogt het voortijdig

schoolverlaters terug te dringen) is er op gericht de inspanningen van het onderwijs te

ondersteunen, waardoor beginnende problematiek zich niet verder verzwaard en de kans

op een succesvolle loopbaan wordt vergroot.

De planning voor de inzet van bovengenoemde GSB middelen is als volgt.

Preventie

Afstemming tussen zorgvraag en zorgaanbod 175.000,-

1 loket leerlingzaken

Versterking zorgstructuur

Schoolmaatschappelijk werk voor VO en ROC 200.000,-

Versterking onderwijsaanbod

Orthopedagogische onderwijsvoorziening (OOV).

Deze is gericht op het verbeteren van het onderwijs

voor leerlingen met ernstige (gedrags)problemen 90.000.-

VMBO/ROC netwerken

Ondersteuning ten behoeve van een goede aansluiting. 74.000,- (eenmalig)

Arbeidstoeleiding speciaal onderwijs

Ten behoeve van een goede introductie op de

Arbeidsmarkt en nazorg vanuit de vertrouwde

onderwijssetting. 105.000,-

Curatie

Begeleiding buitenschooise setting

Spijbelopvang project (SOP)

Time-out project voor volledig leerplichtige voortijdige

Schoolverlaters. 90.000,-

1 6-1 7 ja rigen project

Opvang van partieel leerplichtige vsv'ers. 120.000,-

Project ongediplomeerd schoolverlaters (POS)

Werkleertraject uitgevoerd door 3 VNIBO scholen

in de regio. 24.000,-

Bijlage 3

0

cn

0 r_ 5 CD

> I.U CD

C)

,ad

CL

w CL

E <

cv

CL

w

> cc

>

C- Lu

ai

0

> >

Un un

0 0

> >

> Ln >

tn

r:

CD

-0

C: ai

0 > (U D-

'C:

0 E 0

r

aikD 0) (vrom O,W=

m > -u e- -1.14

QJ 01

ai

> Cl E 1>ll ai Q)

ai 0 cn0 -0

w 75 S@ r_ -row

3 m 2 0

ra >

-CE

0 c: >

> 0 (u M á

< ui CL o

W

> >

di

0

w E

73

cn m

M =3

0 ai a)

eiE "j

o r@ -d, Q)

to -0 c) E

re

J.4r

>C:, ror

c:

W 1M

0 M CM J, cn >

N m E ,(u

E w 0) E

Er_

0 E

,W c W ai ai -0 raw

,- 0 ai 4- C - - =M . - . = (U

r ru - Q)U = W> = r - m

r- 211@ (VWE (U -u w ruE M

0 -sc, r_ r

CL > m E ol .0 m .

W E 0 >

(V 0) .2 Cl.

.0 > r cn 0

0

r

E o 2 jt

or-F,

cl. a) Q)

C) < r_ 0

< x vi> * 1 * v Ew -E

-0 E o-> < rem

V E

m -u@ (u0 -0 0

cv

cl0 u) r 0

> N -U (V

0 0 CL ei0 > r_

Q) 0 73

0- 2IJ

= ai > =

cn -cn c: r

E

> 0 Fi

-0 re >

> - (u c) o E 0

0) lu E

E -d E (U

w E 0 WW cnW 0>

tol (4 c:

@32 o

r ;>

m < (UM CU

< o 4

r-

< > 0 > > 0) -8>-c a)>

iJ

>

0 En

cc @D CF CF

>

E

cm

>C) 0

0 0 0

r_0

N

C: cj W

ai

0

> wLi

al

rn

E

M

> c: >

0m 1.@

> 0> >

ai>@R 3: c

C) w

>

>

qir

0

>

cc0

0

C) CYIE tv :E-

(V 01

ww C-W wtw.

C: tn' r-

E 0 -0 >0E

Cl>W< 0 w c)om0

c:E 0 > CC

o > cc

(Uw

N

a) W 0

=co

CD c: a) 0 @

=Qjo, ctwo, -0

c: -D a) c: rn re - = 0> 0.

kj >r- (V

N LW

(U a) E

a)> (u é,0 Na)0 71c > -

> cmE -- -0 -0 CLo

a) co

w 0 re @

-Z:5 -0

W -@e -- a) C)wò cc

> a,

en

E

a)o-0

c: en

7@ ei -0

Q) 73 (U 0

-6 w o , w t

0E =0 C) om v r_

o ro C)>0C: 13)

> 0

Ln 0r

0 (u

CF

ni-

E EE

0

0)

w=

E -0mo

Q)

Er- 0,

0 >

m cn N >

rm0 E 1^

rEr_ CL-E E a)

a)

C) o- a,0

0 a)

E Ln

(U ai

D->w r- LU 0C)

> a) -a

-0 cr

viNa) N

0) -0 - ai= -0

EOEm=o

Wcu no--

±@UWO@-cm0

0)>c: Q-N > c:

>

>

E

Ln

mm

Q)

> N

0> CL

Co

n

>

Cl- LLI

N

0

> >

Lf)E V)

c:m

0Q) 0

> >

> > E

ro LnuC) (.n (V

-cnr

>

ru

w

M ró

re

>a% U M Ei lu o Ln

< > N N

>

co

CD 0)

0

0 r_

N >

c: C)

(D oi .2

N ei E

cv re

E w

<

4-"NW

0

0 -E

r0 cl-Ecc0

r0 > N

0) rm

E

CD-

CD CL

wc

cm

M

E >

CV

22- m N

w -aiwOE0-"'@

r -@e=-= -

0 0@Ij 1) a)

vn 1@ >

N N @ @:

n

0

>

21

a) > > 4.1

E > 40-

> al

VI m ai

cc CC C- N

al

> ro W

C -"4

w @5

Ui >

r

m (U

0

0

-C

41 W

a) -C cm

r r-5

0 r-

r_

0) E

7;

E a;

(U

CD 0)

ra

E 2

r-

N >

ei

G)r_

> a;

a) -2 r.-0 E

< > c -

Lu m 0 0

> -0> 0

4@

a;

c:

>

-x: -0

m :3

E 0

r_ CL

a,

E

< 0

>

a) M (J

> -0

N

M c)

CU

w áo, a>

0) E

00 r_ cw-C-0

r r-

E m> - -0 75 w 0 W W 0

E E r_ .0 -0 -Ie z

W E E cv

5 o al -6

o- C3) ei 0

N 'o > r

a) r

ei Q) < - M

0ro Lu > C) 0 0 n 0 >

>

Ln -11@@ L

Ln

CO

Cl. LU

7E

7 OF

>

C) al

>

Ln >

al

S

0 CL

0

ro E 75 N

E

cn

ei c:

CD

0

N

ei ui

0 -0

C)" -1

0 0

>

<

N

m 0 a)

r- 's w Q) r_ E

cm E a) -

ai 0 ai r

E = a; .c

0 N c:

E

> w

E > E

E cw 0 3 r_ 0

w 'm-z-,-ow mo o=r-

0 N a; w

m W c) w 0

> 0

E 0

E 0

m -ocwo .> >, >ww

o m = E (V X LU 1 - 0

m u (U CD >

>

cn

m r- re W (V

r

>

M

E

m QJ w vi "-

a) w

ai

<

r E

w CL:. Z;; @0

-0

ai 0 0 Q) Cl- a) M a,

0 0 co m Ln 0 m

<

0 > > CL

a) cu F=

N

CU CL

0

>

0

>

> >

E n V)

0

<

cc

0

00

ai

0 > CD

> 0

0

>

0 M a) Ln

> >

CL)

m

0

r_ >

_j

r a) c)

cl.

0

0

> E

<

c:

E al

C: N

co >

W

QJ +@ co

ro -7n

-0 (U

E ru

>

- -0 c w

fu

0 r 0 ra

0)-'Z (1) >Owwo-a ucuwm -cu=

- - > E a) 0 CU r- m

ró 2 0 0 -0 cn cm

w a) a)

re E

a, a)

a) E 0 u

0 cn (u

0 r13 ai ai r_ Q)

Ln

r 0 C) k.J

0) (u

a) N -0 IV cv r_

-u r- 0 73 (u -u@ >

C) := C)

-2 > ai

<

r c Q) r C» W m > -a 41

0

= w ' -E

c@uE -be

l-J w w r- CL >

-) L@3 W 0

> w m > E o 0 0 >

>

Ln

0

>

> E

<

Ln w 0

CF 7 Y

ai

a, > 4-

0 N (v

<

> > >

0 ei :2,

(u 0 @5

c: > E

Or-

ts

m

Q) 0 (V (U

0

<

Lu 01 r- cu) > 0) fu 0 C

Je

25 te

r 0

0

te

> >

r_

:3

0

N

0

0

a> V)

0

(u

CM w a, -0 0 a-)

cc qj -0 _C r 4.1

-C r

0 (V -D 0

r- N w 0 m

-0 ai N C w =

r- 2 -6 a) a)

0

N M -0

-U o u

F@ -0 E w

w (V o C: cn

0 r_

a) o o) Q, ai c: a'

(D

ei

E

CM N Ln W 0 -u >

o a- -0

d E m o r_

0 cv > > (V 0

C= CD > E lu >,

(U > E cv

ai Qj Ln

W, 0 "I = - ~

LIJ

rw C3) e) w > Ln w

0 3@

>

M- LU

>

m @jn W

C@

0 C (U

ro

0 cn

C:

>

C: GJ

0 C) cu -ie

> W-C-0w,w-

0 c = > >

> en

>

cm

7E a@ (U -0 0)

(u C: 0)

>

-0 CD

LU

F@ 2

_be

> ra CM

,0

0 r_ r- 0

bt (V r W

cm m 0

0

- a >

01 M

>

C:

E

0 >

4i

N

0

>

CL 12 E C3)

w m- S

> 4 -

<

<

.al

m

N -0

m

v

7:3 cv

W cu

> Q) E

0 0

0

0 >

> N

c: (1)

ca 0 0) C: a) cn

a) m

>

CL

br-, cc 0 w > >

Uw Reactie
Uw Reactie