• Bestuur
  • Commissiestukken Rapportage lokaal gezondheidsbeleid Binnenstad Oost

Commissiestukken Rapportage lokaal gezondheidsbeleid Binnenstad Oost

Documentdatum 08-12-2003
Bestuursorgaan Commissie Samenleving en Economie
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

- ,

~

. .

Gemeente Helmond

Commissie-format

Verzoek College van B en W voor Commissiebehandeling.

Vastgesteld in B en W vergadering van: 4 november 2003

Onderwerp: rapportage lokaal gezondheidsbeleid met wijkgerichte uitwerking voor Binnenstad Oost

Inhoud: De gemeente voert al jaren specifiek gezondheidsbeleid dat vooral door de GGD wordt uitgevoerd.

De kadernota "op weg naar een gezonder Helmond' uit 2000 biedt de uitgangspunten voor (de uitwerking

van) het gemeentelijk beleid. In december 2002 heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van het

Wijkontwikkelingsprogramma Binnenstad Oost (WOP) besloten deze kadernota uit te werken door middel

van een wijkgerichte aanpak, te beginnen in Binnenstad Oost. De ervaringen van de pilot Binnenstad Oost

worden meegenomen in de ontwikkeling van het gezondheidsbeleid gemeentebreed en in andere wijken.

De Wet collectieve preventie volksgezondheid - die per 1-1-2003 in werking is getreden - schrijft gemeenten

voor om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid vast te stellen. Met de kadernota en deze rapportage

voldoet de gemeente aan deze wettelijke opdracht. Inliggende rapportage bestaat enerzijds uit een gedeelte

waarin een stand van zaken wordt geschetst en een aantal aspecten van het gezondheidsbeleid in

beschrijvende zin aan de orde komen. Daarnaast komt een wijkgerichte concretisering voor Binnenstad Oost

aan bod, die het resultaat is van een interactief proces met een breed scala aan participanten.

U wordt voorgesteld om kennis te nemen van de rapportage Lokaal gezondheidsbeleid 2003 en besluiten te

nemen inzake de wijkgerichte uitwerking 2004-2007.

.

Met dit verzoek mee te zenden stukken: rapportage Lokaal Gezondheidsbeleid 2003 met wijkgerichte

uitwerking voor Binnenstad Oost

12 Q Q G~ btc-~

ri'Qo.oh ~ ~-f

Het college van B en W verzoekt:

om behandeling in de raad op 8 januari 2004 waarbij rekening gehouden dient te worden met de adviezen

van:

de commissie SE op 8 december 2003

raadsbijlage

Pagina 1 van 2

GEMEENTERAAD VAN HELMOND

Vergadering 8 januari 2004, agendapunt

Onderwerp

: rapportage lokaal gezondheidsbeleid met wijkgerichte uitwerking voor

Bin nenstad-Oost

: 1

: 4 november 2003

: SEWOS

Bijlage

B&W vergadering

Dienst I afdeling

Aan de gemeenteraad,

De gemeente voert al jaren een specifiek gezondheidsbeleid dat vooral door de GGD wordt

uitgevoerd.

De kadernota "op weg naar een gezonder Helmond' uit 2000 biedt de uitgangspunten voor (de

uitwerking van) het gemeentelijk beleid.

In december 2002 heeft u bij de vaststelling van het Wijkontwikkelingsprogramma Binnenstad Oost

(WOP) besloten deze kadernota uit te werken door middel van een wijkgerichte aanpak, te beginnen

in Binnenstad Oost. De ervaringen van de pilot Binnenstad Oost worden meegenomen in de

ontwikkeling van het gezondheidsbeleid gemeentebreed en in andere wijken.

De Wet collectieve preventie volksgezondheid - die per 1 januari 2003 in werking is getreden - schrijft

gemeenten voor om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid vast te stellen. Met de kadernota en

deze rapportage voldoet de gemeente aan deze wettelijke opdracht

De rapportage bestaat enerzijds uit een gedeelte waarin een stand van zaken wordt geschetst en een

aantal aspecten van het gezondheidsbeleid in beschrijvende zin aan de orde komen. Daarnaast komt

een wijkgerichte concretisering voor Binnenstad Oost aan bod, die het resultaat is van een interactief

proces met een breed scala aan participanten. De concept-rapportage is vanwege die reden reeds ter

kennisgeving toegestuurd aan de participanten die betrokken waren de interactieve totstandkoming

van de activiteiten.

.

Wij leggen u voor de rapportage Lokaal gezondheidsbeleid 2003, en daarbij verzoeken wij u de

volgende besluiten te nemen inzake de wijkgerichte uitwerking 2004-2007

de activiteiten (in bijlage 3) vast te stellen als onderwerp voor uitwerking

een krediet beschikbaar te stellen ad ¿ 45.200 voor de kosten van activiteit 2.1

dekking van dit bedrag kan als volgt plaatsvinden:

¿ 18.500,-- Voortijdig Schoolverlaten POS-project (begroting 2003) en ¿ 18.000,-- GOA-

voortijdig schoolverlaten. Op de transitoria staat een bedrag van ¿ 18.500,--. Het gehele

bedrag laten vrijvallen op post 6.1.917.95 en daarvan het tekort ad ¿ 8.700,-- bestemmen als

incidentele dekking voor dit project (begrotingswijziging 132-2003). het restant kan vrijvallen

tg.v. de algemene middelen.

Het advies van de commissie samenleving en economie zal, na ontvangst, voor u ter inzage worden

gelegd.

Burgemeester en wethouders van Helmond,

De burgemeester,

Drs. AAM. Jacobs.

De secretaris,

Mr. AC.J.M. de Kroon.

Gemeenteraad van Helmond

Bijlage: 1

blz. 1

BESLUIT

Bijlage: 1

Raadsvergadering d.d.: 8 januari 2004

De raad van de gemeente Helmond;

Gelezen de in juni 2000 vastgestelde kadernota "Op weg naar een gezonder Helmond"

Gezien het feit dat met de vaststelling van het Wijkontwikkelingsprogramma Binnenstad Oost (WOP)

in december 2002, besloten is deze kadernota uit te werken door middel van een wijkgerichte aanpak,

te beginnen in Binnenstad-Oost.

Gelezen het Jaarprogramma 2003 van het WOP (maart 2003) waarin de Pilot wijkgerichte aanpak

gezondheidsbeleid is ondergebracht in het Deelprogramma Sociaal Maatschappelijk.

Kennis genomen hebbende van het interactieve proces dat bestond uit drie bijeenkomsten

(knelpuntendialoog, oplossingendialoog en activiteiten overeenkomen en concretiseren) met

participanten die een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de gezondheid in Binnenstad

Oost

Gelet op de Wet collectieve preventie volksgezondheid die gemeenten voorschrijft om elke vier jaar, te

beginnen in juli 2003, een nota gezondheidsbeleid dient vast te stellen.

Vanwege het feit dat wij met het rijk zijn overeengekomen dat wij met de kadernota en onderhavige

notitie voldoen aan deze wettelijke verplichting.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2003.

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

besluit:

Kennis te nemen van de rapportage Lokaal gezondheidsbeleid 2003, en daarbij

het activiteitenplan (hoofdstuk 4) als pilot voor Binnenstad Oost (periode 2004-2007) vast te stellen,

het betreft de volgende activiteiten:

. activiteit 1.1 a: inventarisatie gegevens betreffende gezondheidssituatie BlO.

. activiteit 1.1 b: inventarisatie gegevens betreffende voorzieningen in BlO.

. activiteit 2.1: inschakelen jeugdarts bij leerlingen met ziekteverzuim.

. activiteit 2.2: voorzieningen voor opvoedingsondersteuning.

. activiteit 3.1 a: voorzieningen ter bevordering van gezonde leefstijl.

. activiteit 3.1 b: voorzieningen ter bevordering van gezond eetgedrag.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 4 januari 2004, bijlage 1.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De griffier,

Gemeenteraad van Helmond

Bijlage: 1

blz. 2

RAPPORTAGE

LOKAAL G EZON DH EIDSBELEID

GEMEENTE HELMOND

OKTOBER 2003

RAPPORTAGE LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 2003

Inhoudsopgave

1. Inleiding.

2. Ontwikkelingen.

2.1 De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid.

2.2 De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

2.3 Toekomst Openbare Gezondheidszorg.

3. Gezondheidsbeleid Algemeen.

3.1 Leefwijze en gedrag.

3.1.1 Project gezonde voeding in beweging.

3.2 Sociale omgeving.

3.2.1 Regionaal project voorkoming eenzaamheid.

3.2.2 Integrale Jeugdgezondheidszorg.

3.3 De organisatie van de gezondheidszorg.

3.3.1 Toegang tot de zorg.

3.3.2 Integrale Jeugdgezondheidszorg.

3.3.3 (Openbare) Geestelijke Gezondheidszorg.

3.3.4 Zorginfrastructuur.

4. Activiteitenplan voor Binnenstad-Oost.

4.1 Inleiding.

4.2 Beschrijvende samenvatting gezondheidssituatie.

4.3 Actiepunten en activiteiten.

4.3.1 De gezondheidssituatie.

4.3.2 Leefwijze en gedrag.

4.3.3 Fysieke omgeving.

4.3.4 Sociale omgeving.

4.3.5 De (organisatie van de) gezondheidszorg.

4.4 Financiële paragraaf.

4.5 Hoe nu verder.

5. Voorstel aan de raad.

BIJLAGEN

Pagina

RAPPORTAGE LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 2003

1.

INLEIDING

De gemeente voert al vele jaren specifiek gezondheidsbeleid. Het heeft betrekking op de openbare

gezondheidszorg (OGZ), die vooral wordt uitgevoerd door de GGD (gemeentelijke

gezondheidsdienst). In onze regio is op basis van een gemeenschappelijke regeling de GGD

Zuidoost-Brabant actief. Maar gemeentelijk gezondheidsbeleid is meer.

In juni 2000 heeft de gemeenteraad van Helmond de nota "Op weg naar een gezonder Helmond"

vastgesteld. Deze kadernota biedt met name de uitgangspunten voor (de uitwerking van) het

gemeentelijk beleid tot 2010. Daarnaast wordt een schets gegeven van de programma- en

actiepunten voor de periode 2000 tot en met 2003. Een samenvatting van de kadernota, die op heel

de gemeente van toepassing is, treft u aan in bijlage 1 .

In december 2002 heeft de gemeenteraad bij vaststelling van het Wijkontwikkelingsprogramma

Binnenstad Oost (WOP) besloten deze kadernota uit te werken door middel van een wijkgerichte

aanpak, te beginnen in Binnenstad-Oost. In het Jaarprogramma 2003 van het WOP (maart 2003) is

deze activiteit als Pilot wijkgerichte aanpak gezondheidsbeleid ondergebracht in het Deelprogramma

Sociaal-maatschappelijk. De ervaringen van deze pilot worden betrokken bij de verdere ontwikkeling

van het gezondheidsbeleid, zowel gemeentebreed als in de andere wijken.

Met genoemd besluit geven wij tevens uitvoering aan het gebiedsgericht werken als één van de

programmapunten van het Grotestedenbeleid (GSB). Verder is dit besluit genomen met het oog op

een wijziging van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV), die inmiddels per 1 januari

2003 in werking is getreden. In de vernieuwde wet is vastgelegd dat iedere gemeente elke vier jaar, te

beginnen in juli 2003, een nota gezondheidsbeleid dient vast te stellen. Met het rijk zijn wij

overeengekomen dat wij met de kadernota en onderhavige notitie voldoen aan deze wettelijke

verplichting.

Voor u ligt een rapportage over de stand van zaken Jlajaar 2003 met betrekking tot het

gezondheidsbeleid in het algemeen en specifiek de aanpak in Binnenstad-Oost.

Met deze notitie willen wij u dus op de hoogte stellen over de huidige uitvoering van beleid. Een

evaluatie en eventuele herziening van het beleid is niet aan de orde.

De in de kadernota genoemde programmapunten vormen de leidraad voor de rapportage.

De programmapunten zijn:

1) gezondheidssituatie,

2) leefwijze en gedrag,

3) fysieke leefomgeving,

4) sociale leefomgeving,

5) de organisatie van de gezondheidszorg.

De opbouw van de rapportage is verder als volgt.

.. Hoofdstuk 2: ontwikkelingen:

specifieke aandacht voor het in de inleiding genoemde herziene wettelijk kader, voor de

modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en voor de toekomst van

de Openbare Gezondheidszorg (OGZ); ontwikkelingen zoals vermaatschappelijking van de zorg,

het thema wonen, welzijn en zorg en de rol van recente regiovisies laten wij hierbij achterwege,

omdat deze voor een belangrijk deel in de binnenkort te verschijnen ouderennota aan bod komen;

op onderdelen zal hieronder wel naar deze ontwikkelingen worden verwezen.

\) Hoofdstuk 3 "gezondheidsbeleid algemeen":

enkele actuele onderwerpen inzake de programmapunten leefstijl en gedrag, sociale omgeving en

de organisatie van de gezondheidszorg vanuit het sectorbeleid; de andere programmapunten

komen in het volgende hoofdstuk aan de orde en facetbeleid (bv. gezondheid vanuit het

milieubeleid) wordt buiten beschouwing gelaten.

.. Hoofdstuk 4 "activiteiten plan voor Binnenstad-Oost":

de wijkgerichte uitwerking van het lokaal gezondheidsbeleid 2004-2007.

.. Hoofdstuk 5 "voorstel aan de raad".

3

2.

ONTWIKKELINGEN

2.1

De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid.

Met de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid ~CPV) uit 1990 werden de gemeenten voor een

deel verantwoordelijk voor de gezondheid van hun inwoners. Het betreft de zogeheten openbare

gezondheidszorg (OGZ), die zich richt op preventie en het bevorderen van een gezonde leefstijl.

Daarbij geldt tevens de verplichting om voor het nakomen van deze verantwoordelijkheid een GGD in

stand te houden.

In de praktijk wordt gezondheidsbeleid en -uitvoering dan ook veelal overgelaten aan een GGD.

Naar aanleiding van een aanbeveling van de adviescommissie Lemstra nam het kabinet in juli 2000

het besluit om een lokale nota gezondheidsbeleid verplicht te stellen. Deze verplichting is vastgelegd

in een wijziging van de WCPV per 1 januari 2003. Het is de bedoeling dat gemeenten (en uitdrukkelijk

niet de GGD namens de gemeente) elke vier jaar een nota vaststellen met als inhoud behalve de

uitvoering van reguliere GGD-taken ("sectorbeleid") met name:

a) een beschrijving van de gezondheidstoestand van hun inwoners,

b) de aanpak van specifieke problemen,

c) het bewaken van gezondheidsaspecten van bestuurlijke beslissingen door verbanden te leggen

tussen volksgezondheid en terreinen als wonen, werken, welzijn en onderwijs ("facetbeleid").

Het rijk heeft, overigens zonder enige sanctie, de deadline voor de eerste nota gesteld op 1 juli 2003.

Zoals in de inleiding vermeld, is met het rijk overeengekomen om de kadernota "Op weg naar een

gezonder Helmond" (2002) en de wijkgerichte uitvoering daarvan in Binnenstad-Oost (zie hoofdstuk 4)

te beschouwen als de vereiste lokale gezondheidsnota.

Tevens is met de gewijzigde WCPV de gemeente per 1 januari 2003 verantwoordelijk geworden voor

de preventieve zorg voor alle kinderen van 0 tot 19 jaar. Dit beleidsterrein wordt de "integrale

jeugdgezondheidszorg (JGZ)" genoemd. In de wet is het basistakenpakket JGZ opgenomen. Zie voor

dit onderdeel verder onder het volgende hoofdstuk.

2.2

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Ook de modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is belangrijk voor de

verdere ontwikkeling van lokaal gezondheidsbeleid. De per 1 april 2003 vernieuwde AWBZ stelt de

cliënt (klant) centraal, streeft naar levering van zorg op maat, stimuleert vermaatschappelijking van de

zorg en bevordert doelmatigheid. In bijvoorbeeld de omslag van aanbodsturing naar vraagsturing zijn

belangrijke stappen gezet met de invoering van de functiegerichte aanspraken, de bijbehorende

indicatiestelling en het persoonsgebonden budget nieuwe stijl.

Voor de uitvoering van de AWBZ is op mandaat van de gezamenlijke zorgverzekeraars per regio een

zorgkantoor in het leven geroepen, in ons geval het Zorgkantoor Zuidoost-Brabant. De samenwerking

met het zorgkantoor is van belang, omdat het beleid van het zorgkantoor raakvlakken heeft met

gemeentelijke beleidsterreinen (bijvoorbeeld op het terrein van de openbare geestelijke

gezondheidszorg (OGGZ).

Deze relatie staat echter onder druk in het kader van het recent afgekondigde kabinetsbeleid om de

zorguitgaven van onder meer de AWBZ binnen de budgettaire kaders te houden en het beslag op de

collectieve uitgaven niet verder te laten oplopen. De taak van de zorg kantoren wordt wellicht beperkt

tot de organisatie van (niet commercieel verzekerbare) langdurige chronische zorg.

De komende tijd en dan met name in het voorjaar van 2004 zal het Rijk diverse aanvullende

maatregelen en onderwerpen ter discussie stellen. Om er slechts enkele te noemen:

.. het schrappen van de zogenoemde "zorgvernieuwingsmiddelen" vanaf 2004, waarmee onder

meer enkele OGGZ-projecten worden gefinancierd (opgenomen in de begroting 2004 van het

Ministerie van VWS);

.. aanspraken op het ondersteunen van cliënten gaan (grotendeels) uit de AWBZ omdat die primair

tot de eigen verantwoordelijkheid van het individu moeten worden gerekend;

" de gemeente wordt verantwoordelijk voor een goede infrastructuur voor maatschappelijke zorg in

de vorm van zogenoemde vangnetvoorzieningen (integrale ketens van wonen, zorg en welzijn;

één loket);

.. hiervoor krijgen gemeenten een nieuwe wettelijke grondslag in de Wet maatschappelijke zorg

(vanaf 2006), waarin de huidige verantwoordelijkheid voor de Wvg en de Welzijnswet alsmede die

voor het vangnet samenkomen, en ook financiële middelen.

4

2.3

Toekomst Openbare Gezondheidszorg.

Uit landelijk onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en GGD Nederland

blijkt dat gemeentelijk gezondheidsbeleid op de politieke agenda staat. Per 1 juli 2003 heeft ruim 20%

van de gemeenten een nota gezondheidsbeleid vastgesteld en is 74% daarmee bezig.

Met de herziene WCPV wordt weliswaar versterking van ziektepreventie en gezondheidsbevordering

beoogd, maar de VNG constateert dat de gewenste voldoende en structurele financiering tot nu toe

achterwege is gebleven. Wellicht biedt de in dit kader toegezegde en binnenkort te verwachten

landelijke nota preventie enige duidelijkheid.

In VNG verband is recent gestart met het formuleren van een visie op de schaalgrootte en de

dienstverlening van de GGD.

In regionaal verband (het Portefeuillehoudersoverleg zorg in de regio Helmond) hebben wij onlangs

het initiatief genomen voor een discussie over de toekomst van de OGZ en met name de relatie met

de GGD, mede in het licht van de voorgenomen fusie van de GGD'en in Zuidoost-Brabant (zie verder

par. 3.3).

Een belangrijk onderwerp van de discussie is de aard en omvang van het takenpakket van de GGD.

Het huidige contract met de GGD Zuidoost-Brabant is opgebouwd uit de volgende activiteiten, die zijn

gebaseerd op een tot nu toe gehanteerd onderscheid tussen wettelijke taken en facultatieve taken:

a) wettelijke taken:

Beleidsontwikkeling en advisering, Infectieziekten, Hygiënebegeleiding, Milieu (leefomgeving) en

gezondheid, Gezondheidsinformatievoorziening, Preventieprogramma's, Gezondheidsonderzoek,

Jeugd en gezondheid, Lokaal gezondheidsbeleid, Rampenbestrijding;

b) facultatieve taken:

Individuele advisering (sociaal medische advisering en regionaal indicatieorgaan), Forensische

geneeskunde, Ambulancezorg, Cursussen, Medische opvang asielzoekers, Gezondheidszorg voor

mensen zonder verblijfsvergunning, GGD huisartsenvervoer.

De in de WCPV genoemde gemeentelijke verantwoordelijkheden en daarmee taken van de GGD zijn

volgens de VNG echter onder te verdelen in wettelijke verplichtingen (infectieziektebestrijding,

jeugdgezondheidszorg en een vierjaarlijkse beleidsnota) en bevorderingstaken (bijvoorbeeld

bevolkingsonderzoek, epidemiologie/advies, medische milieukunde en OGGZ).

5

3.

GEZONDHEIDSBELEID ALGEMEEN

3.1

leefwijze en gedrag.

3.1.1

PROJECT GEZONDE (OP)VOEDING IN BEWEGING.

In de periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006 (in Helmond noemen we dit

Onderwijskansen ofwel Oké) is in de organisatiestructuur de werkgroep OK-Voorschools opgenomen.

Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Stichting Welzijnsbevordering Helmond,

Helmondse Overkoepeling Peuterspeelzalen, GGD, Stichting Kinderopvang Helmond en Kruiswerk.

De gemeenschappelijke deler van deze instellingen is het kind in de leeftijd 0-6 jaar.

De werkgroep OK-Voorschools heeft een projectplan uitgevoerd met als titel 'gezonde opvoeding in

beweging'.

De stelling van dit project was dat kinderen van Q-6 jaar weinig bewegen en dat hun voedingspatroon

beter kan.

In de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven werd onder andere gesignaleerd dat kinderen

zonder ontbijt binnenkomen, dat ze koek meekrijgen in plaats van fruit voor in de pauze en dat ze

soms gevulde koeken als lunch meekrijgen.

Het doel van het project is ouders rechtstreeks of via hun kinderen laten weten hoe belangrijk

bewegen en goede voeding voor hun kind is.

De doelgroep voor het project waren kinderen in de leeftijd van Q-6 jaar en hun ouders, met name in

de aandachtswijken/OK-gebieden (Helmond-West, Helmond-Noord, Binnenstad en Rijpelberg).

De eK-basisscholen, de plusspeelzalen, de consultatiebureaus en de kinderdagverblijven in de

betreffende wijken namen deel aan het project.

In september 2003 heeft een themaweek bewegen en voeding plaatsgevonden op alle deelnemende

speelzalen, consultatiebureaus, kinderdagverblijven en basisscholen. Er zijn themadozen en

Ieskaarten samengesteld. De themaweek kende een spectaculair einde: in de speeltuinen in de

betreffende wijken werd een mini-markt georganiseerd met informatieve kraampjes. Ook werd er in

samenspraak met de buurtfanfare een wandeltocht voor de kinderen georganiseerd.

In principe ging het hier om een eenmalig project. Echter, de evaluatie - die naar verwachting dit jaar

wordt afgerond - zal uitwijzen of dit project een vervolg kan en moet krijgen.

3.2

Sociale omgeving.

3.2.1

REGIONAAL PROJECT VOORKOMING EENZAAMHEID.

In de Regiovisie Verzorging en Verpleging (oktober 2001) is voor de subregio Helmond gekozen voor

verdieping en uitwerking van onder meer het thema preventie. Door het Regionaal Beraad Verpleging

en Verzorging (V&V) Regio Helmond, inmiddels omgedoopt tot Beraad wonen, zorg en welzijn regio

Helmond, per thema een werkgroep ingesteld om op projectmatige basis het thema uit te werken.

De werkgroep preventie, onder voorzitterschap van de GGD, heeft op grond van enerzijds de

gezondheids- en behoeftepeiling door de GGD en anderzijds signalen uit het veld gekozen voor het

project "Sociaal Isolement Doorbreken" (SID-project). Dit project met een looptijd van twee jaar is in

mei 2003 gestart.

Onder eenzaamheid wordt in dit project als werkdefinitie verstaan: "eenzaamheid is het niet in staat

zijn om naar behoefte contacten te leggen". Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd.

Uit landelijk en regionaal onderzoek komt naar voren dat bijna eenderde van de bevolking op enigerlei

wijze een risico loopt voor sociaal isolement. Sociaal isolement of vereenzaming kan daarbij in

beginsel iedereen treffen. Vereenzaming treedt bijvoorbeeld niet vaker op onder ouderen, jongeren of

allochtonen.

Het is de bedoeling om in het eerste jaar van het project, dat financieel wordt ondersteund door de

Provincie Noord-Brabant, op basis van een literatuuronderzoek en een draagvlakonderzoek/sociale

kaart allereerst het bestaande hulpverlenings- en activiteiten aanbod en een behoeftepeiling voor

aanvullend aanbod te inventariseren.

Hierover zal naar verwachting eind dit jaar een voortgangsrapportage verschijnen. Daarin zal ook op

hoofdlijnen zijn opgenomen een sterkte- zwakteanalyse. Naar verwachting zal op basis van deze

rapportage aan de gemeenten worden gevraagd om (mede) de kosten van de projectuitvoering (door

B.O.O.G projecten te Best) in het tweede jaar voor hun rekening te nemen.

6

Deels nog in het eerste jaar, maar met name in het tweede jaar komen vervolgens de ontwikkeling

van nieuwe interventiemethodieken (met een tweede voortgangsrapportage) en de implementatie

daarvan aan bod. Het project zal worden afgesloten met een eindrapportage.

3.2.2 INTEGRALE JEUGDGEZONDHEIDSZORG.

Voorjaar 2003 hebben wij de gemeenteraad uitgebreid geïnformeerd over de jeugdgezondheidszorg

(JGZ) als onderdeel niet alleen van het gezondheidsbeleid maar ook van het jeugdbeleid. Inhoudelijk

is dit beleidsterrein te rangschikken onder het programmapunt "sociale omgeving".

In 2002 hebben de gemeenten in Zuidoost-Brabant besloten om in gezamenlijkheid de afstemming in

de JGZ gestalte te geven als onderdeel van een op te stellen regionaal beleidskader. De jaren 2003

en 2004 zijn in dit kader bestempeld als overgangsjaren met een mogelijke verlenging tot maximaal

vijf jaar (c.q. de overgangsperiode van de bekostigingssystematiek).

De afgelopen periode hebben de betrokken instellingen een rapport opgesteld over de huidige

producten, doelstellingen en knelpunten met een actieplan voor oplossing van de knelpunten. Dit

rapport is in de vorm van een concept Regionaal beleidskader Integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19

jarigen regio Zuidoost-Brabant gepresenteerd tijdens een discussiebijeenkomst eind september 2003.

Vervolgens is dit document d.d. 9 oktober 2003 vastgesteld in het Portefeuillehoudersoverleg

Gezondheidszorg c.a. van het SRE en zal het te zijner tijd ter besluitvorming worden aangeboden aan

de betrokken gemeenteraden. Tevens is in laatstgenoemd overleg besloten de Stuurgroep Integrale

Jeugdgezondheidszorg op te richten, met name om een meerjarenplan voor de organisatorische

integratie van de 0-19 jarigen zorg op te stellen (zie verder onder par. 3.3).

3.3

De organisatie van de gezondheidszorg.

TOEGANG TOT DE ZORG.

3.3.1

a. Regionale Indicatie Organen (RIO's); rijksbeleid

Het rijksbeleid is gericht op een onafhankelijke, objectieve (uniform, geprotocolleerd, professioneel) en

integrale (voor de gehele AWBZ en advisering over de Wvg-voorzieningen) indicatiestelling, uit te

voeren door de RIO's.

Sinds 1 april 2003 zijn de RIO's formeel verantwoordelijk voor een integrale AWBZ-indicatiestelling; dit

wil zeggen voor alle drie de sectoren: verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg en (per die datum)

de geestelijke gezondheidszorg. De huidige mandatering van de indicatiestelling gehandicaptenzorg

aan het LCIG (Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg) loopt per 1 januari 2004 af en

er bestaat nu nog de mogelijkheid om de indicatiestelling in de GGZ te mandateren.

Eind september jongstleden heeft het College Evaluatie Implementatie Indicatiebeleid (de zogeheten

commissie Buurmeijer) een advies uitgebracht over de bestuurlijke positionering van de RIO's. Het

advies betreft het onderbrengen van het RIO in een nieuw op te richten zelfstandig bestuursorgaan

(ZBa), waarmee de gemeentelijke (financiële) bemoeienis komt te vervallen. Daarnaast wordt in het

advies een nadrukkelijk verband gelegd met de gemeentelijke zorgloketten, zonder een verplichtend

karakter, waarmee de gemeenten een indirecte bemoeienis met de RIO's (zouden kunnen) blijven

behouden.

Wij merken hierbij op dat nog niet duidelijk is wat dit advies mede in het licht van de beoogde

aanpassing van de AWBZ (zie par. 2.2) gaat betekenen voor de Wvg-indicatieadvisering en voor een

door de VNG veronderstelde uitname van middelen uit het gemeentefonds. Het Ministerie van VWS

heeft aangekondigd nog dit najaar een standpunt over het advies aan de Tweede Kamer te zullen

aanbieden.

b.

Robuuste RIO's; regionaal project

c.

Lokaal Zorgloket; lokale visie

Eind 2002 hebben wij een concept visie op een lokaal (zorg)loket vastgesteld. Vanwege met name

capaciteitsproblemen zijn wij niet in staat (geweest) om dit jaar een vervolg te geven aan de discussie

met interne en externe partners over deze concept visie.

7

3.3.2 INTEGRALE JEUGDGEZONDHEIDSZORG.

Behalve dat de gemeente sinds de wijziging van de WCPV inhoudelijk verantwoordelijk is voor de

inhoud van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) speelt zij ook een rol in de organisatie ervan. Een

belangrijk element is namelijk de afstemming in de uitvoering van het beleid tussen (in onze subregio)

de thuiszorgorganisatie 8tg. Kruiswerk Peelland (onderdeel van De Zorg boog) middels de

consultatiebureaus voor de 0-4 jarigen en de GGD Zuidoost-Brabant middels de preventieve

jeugdgezondheidszorg voor 4-19 jarigen.

3.3.3 (OPENBARE) GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG.

3.3.4 ZORG INFRASTRUCTUUR.

a. Huisartsenzorg en eerstelijnsgezondheidszorg

b. Gezondheidscentrum Brandevoort

c. Gezondheidscentrum leonarduskerk

Ten behoeve van Binnenstad Oost wordt door Groeps Care bv een gezondheidscentrum in de

leonarduskerk ontwikkeld. De leonarduskerk is een rijksmonument. Uitgegaan wordt van een

gezondheidscentrum, in combinatie met diverse bij een gezondheidscentrum passende functies. In

het gezondheidscentrum worden een huisartsenpraktijk, een fysiotherapiepraktijk en een apotheek

gevestigd. Verder is er ruimte voor een medisch sportcentrum, tandartsen, psychologen, logopedist,

maatschappelijk werk e.d. Ook wordt er nog een multifunctionele zaal gerealiseerd. Naar verwachting

wordt begin 2005 gestart met de bouw. Het gezondheidscentrum zou dan medio 2006 operationeel

kunnen zijn.

d.

Fusie GGD'en.

Al enige tijd wordt nationaal en regionaal een discussie gevoerd over een betere samenwerking op

hulpverleningsgebied. Onder meer is op regionaal niveau door het SRE in 2002, als reactie op de

vliegtuigramp in 1996 in Eindhoven, een onderzoek gestart naar de operationele en bestuurlijke

vormgeving van de volgende voorzieningen: de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA), de

Regionale Ambulancevoorziening (RA V} , de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

(GHOR) en de beide GGD'en (behalve "onze" GGD ook de GGD Eindhoven). Deze vormgeving

moest worden bezien in relatie tot de gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsregio Zuidoost

Noord-Brabant (HVR).

Op basis van dit onderzoek zijn de direct betrokken besturen van de beide GGD'en, het SRE en de

HVR begin 2003 tot de volgende intenties gekomen:

1) voor versterking van de openbare gezondheidszorg is een fusie tussen de beide GGD'en

wenselijk;

2) de zogeheten witte kolom dient versterkt te worden door samenhang en samenwerking tussen de

gefuseerde GGD, de CPA, de RAVen de GHOR;

3) voor een betere samenwerking op hulpverleningsgebied dient (of bezien te worden?) er onder de

vlag van de HVR één bestuurlijke aansturing te komen voor zowel de witte kolom als de rode

kolom (brandweer) en afstemming met de blauwe kolom (politie).

In september verwachten wij een concept voorstel over de fusie en een aanpassing van de HVR

voorgelegd te krijgen en eind 2003 een vervolgvoorstel, zodat de gemeenteraad omstreeks maart

2004 een zogenoemde "go-no go-beslissing" kan nemen.

Om tot een goede beoordeling van genoemde voorstellen te kunnen komen hebben wij het initiatief

genomen om met ondersteuning van de VNG in subregionaal verband (de regio Peelland) in het

najaar van 2003 een visie op de toekomst van de GGD te ontwikkelen. Hierbij komen onderwerpen

aan de orde als de rolverdeling (verantwoordelijkheden) zowel ambtelijk als bestuurlijk tussen de

gemeenten en de GGD, de discussie over de kerntaken van de GGD en de gewenste schaalgrootte

van de uitvoering in relatie tot de positionering, rol en taakopvatting van de GGD.

8

4.

ACTIVITEITENPLAN VOOR BINNENSTAD-OOST

4.1

Inleiding.

In het kader van het lokaal gezondheidsbeleid wil de gemeente een wijkgericht activiteitenplan

opstellen voor Binnenstad Oost. Hiertoe is een interactief proces gestart waarvoor drie bijeenkomsten

hebben plaatsgevonden. De eerste bijeenkomst (november 2002) stond in het teken van de

knelpunten met betrekking tot de gezondheid in de wijk. Tijdens de tweede bijeenkomst (mei 2003)

zijn mogelijke oplossingen voor de gezondheid van de bevolking in deze wijk aan de orde gesteld (in

bijlage 2 vindt u een samenvatting van de twee bijeenkomsten). In de laatste bijeenkomst op 7 oktober

jl. is de omslag gemaakt van denken naar doen, om te komen tot het beoogde resultaat, Lc. een zo

concreet mogelijk concept activiteitenplan. De vraag van de inwoners uit de wijk gold hierbij steeds als

vertrekpunt.

De derde bijeenkomst heeft geleid tot consensus over de actiepunten en de hierop aansluitende

concrete activiteiten. - Naast het concrete resultaat waar naar toe gewerkt is zijn er gedurende het proces tal van goede

tips/aanvullingen/suggesties/interacties/beleidsideeën etc. naar voren gebracht. Een aantal items komen in dit hoofdstuk (of

deze rapportage) niet meer aan de orde, waarmee niet gezegd is dat ze (voor de toekomst) geen positieve impuls zouden

kunnen geven aan het lokale gezondheidsbeleid. - Participanten hebben ingestemd met het gepresenteerde

overzicht, en dat daarmee de komende vier jaar in de Binnenstad concreet gewerkt kan gaan worden.

De fase van meedenken is daarmee afgesloten. Vervolgens is in werkgroepverband aan de orde

gebracht welke inzet organisaties daadwerkelijk konden leveren bij de realisatie van die activiteiten

(doen). Uiteindelijk heeft deze aanpak geleid tot 6 concrete activiteiten waar diverse organisaties de

komende 4 jaren mee aan de slag kunnen. In bijlage 3 treft u de uitgewerkte activiteitenformats aan:

het resultaat uit de werkgroepen in de derde bijeenkomst.

Wij vonden de drie interactieve bijeenkomsten uitermate inspirerend en wij hopen dat ze voor veel

participanten inspiratiebron zijn om vanuit de eigenstandige verantwoordelijkheid te werken aan de

verbetering van de gezondheid van de Helmondse inwoners in het algemeen en de bewoners van

Binnenstad Oost in het bijzonder.

Naast dit wijkgerichte initiatief loopt er een landelijk-initiatief voor de aanpak van sociaal economische

gezondheidsverschillen (SEGV). Vanuit deze Masterclass kunnen gemeenten een interventie kiezen

die bijdraagt aan het verkleinen van sociaal economische gezondheidsverschillen. Op dit moment

leggen wij ook vanuit dit kader een mogelijke activiteit/interventie voor, die goed aansluit bij de

problematiek in de wijk Binnenstad-Oost. De activiteit "inschakelen jeugdarts bij leerlingen met

ziektverzuim" kan reeds rekenen op steun van de partners die deze interventie uit zouden moeten

gaan voeren, Lc. het TKC-Oost, Uilenburcht, GGD en leerplicht.

Allereerst wordt in dit hoofdstuk een samenvatting gegeven van de gezondheids-situatie in

Binnenstad-Oost. Vervolgens worden een aantal concrete actiepunten en activiteiten genoemd; het

betreft dan activiteiten die zeker plaats (gaan) vinden en voortvloeien uit andere /reeds ingezette

trajecten. Daarnaast betreft het uiteraard die concept activiteiten welke voortvloeien uit de hiervoor

beschreven interactieve werkwijze. Deze zijn voor de periode 2004-2007 zo concreet mogelijk

uitgewerkt (voor zover dat kon) in formats (zie bijlage 3) en worden ter vaststelling aan u voorgelegd.

De opbouw van dit hoofdstuk haakt aan bij de programmapunten uit de Kadernota. Vervolgens vindt

nadere verfijning in respectievelijk actiepunten en activiteiten plaats.

4.2

Beschrijvende samenvatting gezondheidssituatie.

Op basis van diverse bronnen, zoals GGD onderzoeken, 't LENS onderzoek, inwonersenquêtes van

de gemeente Helmond etc. is een korte beschrijving gegeven van de gezondheidssituatie in

Binnenstad-Oost. Deze wijk kenmerkt zich, ten opzichte van Helmond als totaal, als volgt: veel minder

rooms-katholieken en meer islamieten, beduidend lager opleidingsniveau, minder betaald werk, vaker

werkloos of arbeidsongeschikt, lager inkomen (meer dan helft beneden modaal), meer moeite met

rondkomen. Ook wonen er meer mensen alleen.

Wat betreft de gezondheid, oordelen veel meer mensen In Binnenstad-Oost (soms) slecht over de

eigen gezondheid. Men heeft vaker last van hartkwaal, overspannenheid, depressie en suikerziekte.

9

Men wordt vaker belemmerd in dagelijks werk, gezinsleven en vrije tijd. Ouderen gebruiken vaker

medicijnen, hebben ook meer problemen met hun medicijngebruik.

Ook het geestelijk welbevinden is slechter. Meer mensen voelden zich het laatste jaar (zeer) slecht /

somber. Op veel'levensdomeinen' heeft men vaker problemen: o.a. financiën, zorgen over toekomst,

leefsituatie in gemeente/buurt, wonen/huisvesting. Men heeft vaker meegemaakt: achteruitgang

financiën, werkloosheid, ernstige ziekte. Er zijn meer eenzamen, men wil meer bezoek thuis van

familie/vrienden. Ouderen ervaren meer belemmeringen om deel te nemen aan activiteiten

buitenshuis.

Ook bij de leefgewoonten worden verschillen gevonden. Zo zijn er in Binnenstad-Oost meer rokers

(helft rookt), er wordt minder (excessief) alcohol gebruikt, er wordt minder gesport, men eet (evenals

Helmond) te weinig groenten en fruit. Ouderen gebruiken beduidend minder vaak elke dag een warme

maaltijd. Minder ouderen maken thuis gebruik van Internet.

Wat betreft wonen en woonomgeving wordt gevonden dat er veel minder koophuizen zijn. Veel

meer mensen geven een onvoldoende voor woning (bijna een kwart) en de voor buurt (bijna de helft).

Men heeft meer last van lawaai van verkeer, Iaden/lossen, kinderen, jongeren, buren en vaker stank

overlast van stank van verkeer, allesbranders/haarden. Meer mensen vinden dat eigen buurt erop

achteruit gaat. Ouderen geven vaker aan binnen een jaar te gaan verhuizen: een kleinere groep geeft

aan in de huidige buurt te willen blijven wonen.

Ook bij voorzieningen worden verschillen gevonden. Men vindt vaker als 'onvoldoende aanwezig in

buurt': speelruimte kinderen, sportvoorzieningen, wijkagent! netwerker, postkantoor, brievenbus.

4.3

Actiepunten en activiteiten.

4.3.1

DE GEZONDHEIDSSITUATIE.

Ten aanzien van de gezondheidssituatie in Binnenstad Oost worden met name twee actiepunten naar

voren gebracht.

Actiepunt (1):

MEER GEBRUIK MAKEN VAN BESTAANDE KENNIS, MET NAME UIT REGISTRA TIESYSTEMEN

Twee concrete activiteiten (beide uitkomst van de gevolgde werkwijze) kunnen in dit kader nader

uitgewerkt worden.

0 Inventarisatie en afstemmen wie, gegevens betreffende de gezondheidssituatie in BlO, op welke

manier inventariseert en/of registreert

0

(1.1 a ter besluitvorming)

Inventarisatie en afstemmen wie, gegevens betreffende voorzieningen (ter bevordering van de

gezondheidssituatie) in BlO, op welke manier inventariseert en/of registreert

(1.1 b ter besluitvorming)

4.3.2

LEEFWIJZE EN GEDRAG.

Naast de resultaten uit de gezondheidssituatie wordt ook door de professionals en kenners van de

wijk Binnenstad-Oost bevestigd dat er een ongezonde leefstijl is. De gemeente vindt dat mensen een

eigen verantwoordelijkheid hebben. De taak van de gemeente is wel om ze te wijzen op de mogelijke

consequenties en de mogelijkheden om er iets aan te doen. Dit geldt voor zowel de leefstijl-thema's

(bewegen, stress, alcohol, voeding en overgewicht, roken en drugsgebruik), als de gedrags-thema's

(gerelateerd aan 'waarden en normen').

De inkomens zijn relatief laag, de werkloosheid relatief hoog, er zijn relatief veel jongeren met

problemen in leefwijze en gedrag en zij zijn minder in staat zelf verantwoordelijkheid te dragen dan

volwassenen. De gemeente voert, zoals u onder meer kunt lezen in het sociaal-maatschappelijk en

het wijkeconomisch deel van het wijkontwikkelingsprogramma, in samenwerking met partners in dit

kader reeds diverse activiteiten uit. Het betreft activiteiten om de werkloosheid aan te pakken,

arbeidsplaatsen te creëren, mensen te laten bewegen en andere zaken in hun leefwijze en gedrag te

veranderen.

10

De gemeente Helmond participeert in de landelijke Master Class Sociaal Economische

Gezondheidsverschillen en kan in dat kader een interventie kiezen die aansluit op de Binnenstad

Oost. De activiteit "begeleiden door jeugdarts van leerlingen met ziekteverzuim (2.1)" wordt in dat

kader beoogd. Deze activiteit past ook prima binnen de suggestie die tijdens de oplossingen-dialoog is

gedaan, namelijk om via 'bemoeizorg' actief op zoek te gaan en scholen of ouderenorganisaties in te

schakelen om de doelgroep te bereiken.

Samenvattend gaan de gedachten gaan uit naar de volgende actiepunten:

Actiepunt (2):

SPECIREKE AANDACHT VOOR GEDRAG EN LEEFWIJZE VAN JEUGD

Uitgangspunten voor de activiteiten voor leefwijze en gedrag zijn:

informeren en communiceren al dan niet in eigen taal;

scholen en jeugd;

faciliteiten relatief dicht bij huis;

bijdragen aan een gezonder leven in Binnenstad-Oost.

Paragraaf 3.1.1 beschrijft een onlangs afgerond project gezonde (op)voeding in beweging dat

gespeeld heeft vanuit de OK-scholen, en dus ook in de Binnenstad Oost prominent naar voren is

gekomen. Nadrukkelijk wordt de verbinding gezocht met dit succesvolle initiatief.

De volgende concrete activiteiten kunnen binnen dit actiepunt genoemd worden:

.. Begeleiden door jeugdarts van leerlingen met ziekteverzuim

..

Betere afstemming in opvoedingsondersteuning aan ouders

(2.1 ter besluitvorming)

..

het project Helmond Actief (voor werk en sociale activering)

de breedtesportstimulans, waardoor allerlei initiatieven om meer te bewegen (financieel) gesteund

(2.2 ter besluitvorming)

.

Actiepunt (3):

GEZONDERE LEEFGEWOONTEN IN BINNENSTAD-DoST (ZOWEL DOOR JEUGDIGEN ALS VOLWASSEN)

De volgende concrete activiteiten kunnen binnen dit actiepunt genoemd worden:

.. Creëren van ruimte voor bewegen in Binnenstad-Oost

.. de realisatie van een sportzaal bij het nieuwe Wijkhuis/brede School, een plek om voor de

wijkbewoners vanaf medio 2005, dichtbij, laagdrempelige sportmogelijkheden te realiseren.

.. Veel bestaande kinderspeelveldjes, trapveldjes e.d. in de niet-herstructureringsgebieden van

de wijk zullen in het kader van het Buurt aan Zet-programma een opknapbeurt krijgen, zodat

ze weer beter toegankelijk zijn

.. het beschikbaar houden van een goede hoeveelheid openbare ruimte, veldjes en

braakliggende gebieden, waar mensen kunnen bewegen en sporten

'" Goed eetpatroon van bewoners bevorderen

..

(3.1 a ter besluitvorming)

Gezonde leefstijl (BRAVO: Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding, Ontspanning) van bewoners

bevorderen

(3.1 b ter besluitvorming)

4.3.3 FYSIEKE OMGEVING.

De knelpunten die hierbij als belangrijkste naar voren komen zijn de woon overlast, zoals

verwaarlozing en vervuiling, lawaaioverlast van verkeer, buren, kinderen en jongeren. Daarnaast te

weinig handhaving, een slecht binnenmilieu, een eenzijdig woning aanbod en onvoldoende

aanwezigheid van vervoersmogelijkheden.

Diverse punten zijn opgenomen binnen het WijkOntwikkelingsProgramma Binnenstad-Oost. In de

deelprogramma's ruimtelijk structureel, ruimtelijk beheer en handhaving wordt reeds ruim aandacht

besteed aan deze punten. Vanuit het Gezondheidsbeleid zullen de mogelijke oplossingsrichtingen aan

de programmamanagers worden overgedragen. Een goede afstemming tussen de deelprogramma's

is hierbij belangrijk.

- 11

Het betreft ondermeer de projecten:

. Aanpak woon overlast en bemoeizorg, waar diverse organisaties zoals gemeente, algemeen

maatschappelijk werk SWH, Novadic, RIAGG, Politie, SMO, Politie, Corporaties, etc. bij betrokken

zijn.

e Vanuit het programma Buurt-aan-Zet is een intensievere handhaving gerealiseerd door de inzet

van 4 buurtbrigadiers in de wijk, hun werkzaamheden concentreren zich hoofdzakelijk op het

wegnemen van zaken als woon- en geluidsoverlast, verwaarlozing, hangjongeren etc. Om

problemen in de fysieke sfeer duidelijk te maken worden vanuit Buurt-aan-Zet ook zgn.

buurtschouwen georganiseerd, waarbij de buurtbewoners specifieke zaken onder de aandacht

van de gemeente brengen, waarna in gezamenlijkheid het probleem wordt aangepakt.

4.3.4 SOCIALE OMGEVING.

De inkomens zijn relatief laag, de werkloosheid relatief hoog, er zijn relatief veel ouderen met minder

mobiliteit, meer gezinnen met complexe en meer problemen, er wonen mensen van veel verschillende

culturen (verschillende normen en waarden), er wordt veel beroep gedaan op de thuiszorg (o.a. door

minder sociale cohesie), de verwaarlozing neemt toe, er is een gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden

en er wordt geconstateerd dat er minder initiatief is vanuit de bewoners. Dit zijn knelpunten die door

professionals en kenners van de wijk Binnenstad-Oost geconstateerd worden.

Uit de gezondheidssituatie komt naar voren dat het geestelijk welbevinden in deze wijk slechter is ten

opzichte van dat in andere wijken. Er is meer eenzaamheid, er zijn belemmeringen om buitenshuis

aan activiteiten deel te nemen en er zijn vaker problemen met financiën, zorgen over toekomst dan

elders in de stad.

Actiepunt (4):

PREVENTIE VAN EENZAAMHEID

De activiteit "Doorbreken van sociaal isolement" is in dit kader opgevoerd en het leek erop dat het

commitment hiervoor groot was. De volgende participanten hebben deelgenomen aan de werkgroep

met de insteek om deze activiteit nader te concretiseren. Algemeen Maatschappelijk Werk (D.

Hamers), Buitenlands Vrouwencentrum (mw. T. Celik), Stichting Welzijn Ouderen Helmond (mw. M-J

v. Mierio), Contactgroep Allochtonen (K. Ajouaou), GGD (mw. E. v.d. Dobbelsteen), Huisartsen,

RCO/RPCP (mw. L. de Vries) , WOS/BE (mw. M. Vervaet). Uit de werkgroep is gerapporteerd dat er

eigenlijk al heel veel gebeurd op dit terrein. Rond dit actiepunt kunnen dan ook geen nadere

activiteiten vermeld worden.

Wel kan gemeld worden dat er in dit kader vanuit de regiovisie Verzorging en Verpleging een project

Sociaal Isolement Doorbreken loopt in de subregio Helmond (zie paragraaf 3.2.1). Voor de aanpak

van deze problematiek zijn (en worden) voorts diverse activiteiten opgenomen binnen het

WijkOntwikkelingsProgramma Binnenstad-Oost:

. het op de individu gerichte case-management van het project Helmond Actief,

'" activiteiten gericht op bewonersparticipatie

¿I buurtcampagnes,

.. ABCD methode,

" andere buurt-aan-zet activiteiten

.. digitale trapveldjes.

.. Zie ook:

'" Betere afstemming in opvoedingsondersteuning aan ouders

(activiteit 2.2)

12

4.3.5 DE (ORGANISATIE VAN DE) GEZONDHEIDSZORG.

Er zijn diverse knelpunten in Binnenstad-Oost, namelijk: het is moeilijk om een huisarts te vinden, er is

onvoldoende afstemming tussen de hulpverlening, de ketenbenadering is onvoldoende en de

samenhang is soms moeilijk te zien. Er ontbreekt een consultatiebureau en gezondheidscentrum en

de drempel naar de toegang tot de zorg is hoog. Tenslotte vormt ook de communicatie met

hulpverleners, o.a. door aanwezigheid van relatief veel allochtonen, een probleem.

Er worden al initiatieven genomen voor de realisatie van een Gezondheidscentrum, maar dit gaat

trager dan alle partijen eigenlijk zouden willen. Dit moet onder de aandacht blijven bij de realisatie van

het WijkOntwikkelings-Programma. Vanuit Gezondheidsbeleid kan hieraan bijgedragen worden.

Binnen dit thema zijn geen nadere actiepunten en activiteiten opgevoerd c.q. uitgewerkt.

4.4

Financiële paragraaf.

Vanaf de begroting 2004 is voor vier jaar lang een bedrag geraamd ad ¿ 15.000, dat maximaal

inzetbaar is voor de realisatie van dit activiteitenprogramma. De GGD-keuze-uren GBV 2004 kunnen

ingezet worden ter ondersteuning van activiteit 1.1, 2.2 en 3.1. Verdere ondersteuning dient te komen

uit de reguliere middelen die organisaties reeds inzetten voor activiteiten die raakvlakken hebben met

bovengenoemde activiteiten.

Los van het ingezette traject heeft de gemeente in het kader van de Masterclass SEGV een

interventie op het oog. Het betreft de activiteit "inschakelen jeugdarts bij leerlingen met ziekteverzuim.

Het betreft activiteit 2.1 en in de uitwerking van deze activiteit (in bijlage 3) is een volledig kosten- en

dekkingsvoorstelonder het kopje randvoorwaarden geïntegreerd. Mochten de eerstegenoemde

dekkingsopties tot daadwerkelijke financiële bijdrage leiden (toekenning vanuit het fonds OGZ en een

subsidie vanuit de ontwikkelingsgelden van de GGD), dan kan een gedeelte vrijvallen ten gunste van

de algemene middelen.

4.5

Hoe nu verder.

Met de vaststelling van de activiteiten kunnen we aan de slag en het is hierbij van groot belang notie

te nemen van de (tijdens de knelpuntendialoog) geconstateerde tekortkomingen in de huidige

samenwerking en afstemming tussen de betrokken instellingen. Er is behoefte aan betere

werkafstemming, hiervoor zijn ook concrete suggesties gegeven tijdens de oplossingendialoog. Juist

die participanten welke daadwerkelijk activiteiten ontplooien in Binnenstad Oost hebben inzicht in "het

werkveld" en mogelijke overlap/witte vlekken daarin. Met name dit aspect is aanleiding voor de

hieronder beschreven vervolgaanpak.

Tijdens de derde bijeenkomst hebben een aantal participanten zich reeds gecommitteerd aan een

activiteit waaraan men een bijdrage zou willen leveren. In de formats zijn de daadwerkelijke

participanten en de mogelijke participanten die ook nog beoogd worden aangegeven (de feitelijke

deelnemers aan de werkgroepen in de derde bijeenkomst zijn in de formats cursief aangegeven).

Na vaststelling van dit plan door de raad zal per (cluster van) activiteit(en) een aftrap-bijeenkomst

belegd worden, waarbij zowel zekere als beoogde participanten uitgenodigd worden.

Insteek van deze aftrap-bijeenkomsten is tweeledig. Enerzijds wordt partners verzocht hun bijdrage

aan de activiteit nader te concretiseren. Daarnaast is insteek dat men uit zijn midden een trekker

benoemd, waarbij gedacht kan worden aan de participant/instelling die vanuit zijn reguliere taak het

meest affiniteit heeft met betreffende activiteit. De trekker die de activiteit "adopteert" kan daar niet

apart voor gefaciliteerd worden, maar kan wel op andere manieren ondersteund worden. Hij/zij draagt

zorg voor de onderlinge werkafstemming ten aanzien van die activiteit, rapporteert aan de

gemeentelijke aandachtsfunctionaris en bespreekt daarmee eventuele noodzakelijke

randvoorwaarden. De trekkers van de activiteiten en de aandachtsfunctionaris LGB hebben zitting in

een lokale begeleidingsgroep lGB die jaarlijks evalueert en bijstelt waar dat noodzakelijk is.

13

Tevens wordt in de lokale begeleidingsgroep bekeken welke elementen uit de wijkgerichte uitwerking

interessant zijn voor versterking van de gemeentebrede/regionale aanpak van het gezondheidsbeleid.

Het plan wordt integraal overgenomen in het WijkOntwikkelingsProgramma Binnenstad-Oost en ook

dit wordt structureel geëvalueerd. Bekeken moet worden op welke wijze maatschappelijke

organisaties vanuit deze activiteiten synergie met andere activiteiten in de Binnenstad Oost kunnen

realiseren. Na vaststelling, zal dit plan in ieder geval ter kennisname gebracht worden van de

klankbordgroep Binnenstad Oost.

Inzet is activiteiten realiseren die haalbaar zijn, en iets opleveren voor de gezondheid van de

bewoners van de Binnenstad. De vaststelling van dit hoofdstuk is een opmaat om hieraan gevolg te

geven. Daarnaast levert het beschreven vervolg informatie op welke kansen biedt om ook in breder

verband aan gezondheidsdoelstellingen een duurzaam vervolg te geven.

5.

Voorstel aan de raad

De gemeenteraad wordt voorgesteld:

1. kennis te nemen van de rapportage Lokaal gezondheidsbeleid 2003, en daarbij

2. de volgende besluiten te nemen inzake de wijkgerichte uitwerking 2004-2007:

lil de activiteiten (in bijlage 3) vast te stellen als onderwerp voor uitwerking;

.. activiteit 1.1 a: inventarisatie gegevens betreffende gezondheidssituatie BlO

.. activiteit 1.1 b: inventarisatie gegevens betreffende voorzieningen in BlO

.. activiteit 2.1: inschakelen jeugdarts bij leerlingen met ziekteverzuim

.. activiteit 2.2: voorzieningen voor opvoedingsondersteuning

. activiteit 3.1 a: voorzieningen ter bevordering van gezonde leefstijl

e activiteit 3.1 b: voorzieningen ter bevordering van gezond eetgedrag

Cl de beschikbare middelen uit de begroting 2002 en 2003 inzetten ter dekking van een deel van

de kosten van activiteit 2.1

14

BIJLAGE 1

SAMENVATTING KADERNOTA "OP WEG NAAR EEN GEZOND HELMOND", juni 2000

De kadernota kan zonder de opsommingen van de toentertijd bestaande activiteiten als volgt worden

samengevat.

Begripsbepaling gezondheid en gezondheidsbeleid.

Begrippen (Iezond en gezondheid.

"Gezond" of "gezondheid" heeft een bredere betekenis dan "niet ziek zijn".

Factoren die de menselijke gezondheid beïnvloeden zijn: biologische en erfelijke eigenschappen,

fysieke en sociale omgeving, leefwijze en gedrag van mensen, organisatie van de gezondheidszorg.

Gemeentelijk gezondheidsbeleid omvat alle activiteiten op het terrein van gezondheid en zorg. Het

overlapt grotendeels met het begrip openbare gezondheidszorg (OGZ). Aan OGZ ligt veelal geen

individuele hulpvraag ten grondslag ligt en OGZ richt op gezondheidsbevordering, bescherming,

ziekte preventie en acute hulpverlening.

Omschrijving beleid.

Het Helmondse gezondheidsbeleid wordt omschreven als: "het scheppen van gelijke kansen voor

iedereen om zich sociaal, geestelijk en lichamelijk goed en dus gezond te voelen".

Doelstellingen.

De doelstellingen zijn: "vergroten van de gezondheid van mensen en het verkleinen van

gezondheidsverschillen" .

Streefbeeld 2010.

Hoewel de gemeente niet alle omstandigheden waarin mensen verkeren kan beïnvloeden, dient het

gemeentelijk beleid bij te dragen aan het volgende streefbeeld in 2010: "In 2010 is de gezondheid van

de Helmondse inwoners ten opzichte van 1999 verbeterd en zijn de gezondheidsverschillen tussen

mensen verkleind. Er is sprake van een optimale leefomgeving, waarin de gezondheidstoestand van

de inwoners er een is van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden."

De situatie rond 1999.

, de qezondheidssituatie.

De gezondheidssituatie wordt in het algemeen beschreven op basis van zowel objectieve gegevens

(over de feitelijke gezondheidstoestand) als subjectieve gegevens (over de gezondheidsbeleving).

Zowel op landelijk, regionaal als lokaal niveau zijn veel gegevens voorhanden, maar is ook nog veel

onbekend.

Landelijk is geconstateerd, dat Nederland tot de gezondste landen van de wereld behoort. Echter de

laatste levensjaren brengen vooral de vrouwen niet in goede gezondheid door. Tevens neemt de

ongelijkheid in gezondheid tussen groepen met een hogere dan wel lagere sociaal-economische

status niet af. Gezondheidsrisicogroepen concentreren zich in de kwetsbare wijken van de grotere

steden.

De situatie in Helmond is, gebaseerd op diverse onderzoeken en gesprekken, in het kort als volgt:

(> er is weinig bekend over de algemene ontwikkeling van de gezondheidssituatie en wat bekend is

geeft geen systematisch beeld (de gezondheidspeiling 1999 van de GGD is niet in de nota

verwerkt);

" de gezondheidsbeleving is: 75% goed, 19% het gaat wel, 6% niet zo best of slecht

(inwonersenquête 1995);

" het aantal mensen met migraine en het aantal rokers (met name vrouwelijke rokers) en niet-

sporters is in Helmond hoger dan in de regio;

(> specifiek voor jongeren geldt dat de gezondheid afneemt naar mate het onderwijsniveau afneemt

en dat de gezondheidsbeleving bij meisjes slechter is dan bij jongens;

0 het meest complex en het meest op de terreinen hygiëne, verzorging, inkomen/sociale zekerheid

en huishouding doen de problemen zich voor in Binnenstad-Oost, Helmond-West, Helmond-Oost

en Rijpelberg.

2

,. de fysieke omGevinG.

Het betreft maatregelen en activiteiten op het gebied van wonen, de woonomgeving, voorzieningen en

verkeersveiligheid om mensen te beschermen tegen omstandigheden, die hun gezondheid negatief

kunnen beïnvloeden. Ten tijde van de kadernota werden o.a. behoeften gesignaleerd op het gebied

van meer buitenruimte rondom de woning (vooral bij etnische groepen), verbetering van het

binnen klimaat in oudere delen van het woningbestand in Binnenstad-Oost en Helmond-Noord en de

toegankelijkheid van veel openbare gebouwen en bereikbaarheid van winkelcentra voor

gehandicapten.

de sociale omGevinG.

Het betreft de manier van omgaan met elkaar, hoe men wordt benaderd en in hoeverre er met

handicaps wordt rekening gehouden. Op dit terrein valt vooral het toenemende gevoel van

onveiligheid op en de wensen tot verbetering van voorlichting en preventieve activiteiten en tot het

beter inspelen op de vraag.

de GezondheidszorG.

De organisatie van de gezondheidszorg is gericht op het realiseren van een "zorgcontinuum" (een

samenhangend geheel van wonen, welzijn en zorg zodat mensen met een zorg behoefte zo lang

mogelijk in hun eigen omgeving kunnen functioneren). Er leven wensen op het gebied van verbetering

van onder meer de huisartsenzorg, de capaciteit van de opvang van dementerenden in een

verpleeghuis, de opvang van uitbehandelde psychiatrische patiënten (vooral jongeren van 21/22 jaar),

de mantelzorg en de (taalkundige) ondersteuning van mensen uit etnische groepen.

Kaders.

wetteliik kader.

De basis voor het gezondheidsbeleid ligt vast in de WCPV (Wet Collectieve Preventie

Volksgezondheid).

,. beleidsmatiG kader.

Van belang zijn het Grotestedenbeleid (GSB) en de bijbehorende Kernstadsvisie en Meerjaren

Ontwikkelings Programma (MOP) met als onderdeel van het programmapunt "verkleining

maatschappelijke tweedeling" het opstellen en uitvoeren van een gezondheidsbeleid, regiovisies op

de terreinen verstandelijk gehandicapten, jeugdzorg, ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg en

specifieke gemeentelijke plannen zoals bv. het Algemeen Structuurplan, het

Volkshuisvestingsprogramma en het jaarlijkse Programma Welzijn.

Hierbij wordt de ontwikkeling geconstateerd dat de gemeente zich steeds verantwoordelijk voelt voor

het uitzetten van hoofdlijnen van beleid op basis van integraal denken en het formuleren van

resultaatgericht doen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en het bereiken van de resultaten

overlaat aan verschillende partners.

uitGangspunten.

Om het in het begin geformuleerde streefbeeld in 2010 te kunnen bereiken wordt uitgegaan van het

volgende:

IJ op elk gemeentelijk beleidsterrein wordt rekening gehouden met gezondheidseffecten;

IJ elke inwoner is primair verantwoordelijk voor zijn eigen individuele gezondheid; inwoners,

instellingen, organisaties en gemeente zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de collectieve

gezondheid;

" de inwoners zijn betrokken bij het gezondheidsbeleid en participeren zoveel mogelijk als

initiatiefnemer in de uitvoering (concrete activiteiten);

" het gezamenlijk aanbod van gezondheidsvoorzieningen is afgestemd op de collectieve vragen;

IJ gezondheidsvoorzieningen zijn voor iedereen, zo mogelijk dichtbij, bereikbaar.

proGrammapunten.

1. Gezondheidssituatie:

0 afspraken met de GGD over toetsing van de beleidsvoornemens;

" afstemmen van onderzoek en monitoring door gemeente (Onderzoek&Statistiek) en GGD;

0 inventarisatie van wensen en mogelijkheden van diverse partners op het terrein van weten en

meten.

3

2. Leefwijze en aedrag:

.. inventarisatie en evaluatie van preventieve activiteiten samen met de GGD om te komen tot

afspraken over voorwaarden en eisen aan preventieprojecten.

3. Fysieke omgevina:

.. de herstructurering van de woningvoorraad in Binnenstad-Oost biedt kansen voor aangepaste

of toegankelijke woningen voor ouderen en voor realisatie van zorgvoorzieningen in de directe

woonomgeving;

.. binnen wijk- en buurtbeheer voortzetting van afspraken over o.a. schoonmaakacties en

opheffing onveilige plekken en binnen Mooi Zo Goed Zo voortzetting van aanleg

speelvoorzieningen en herinrichting openbare ruimten door bewoners en bedrijfsleven;

.. (gefaseerde) invoering van 30 km zones in alle wijken.

4. Sociale omgeving:

Behalve voortzetting van het vele bestaande beleid extra aandacht voor:

.. vroegtijdige onderkenning van opvoedings- en ontwikkelingsstoornissen;

.. normen en waarden in gezin, school, werk en sport;

.. participatie aan de samenleving (inkomen, schulden, vereenzaming, sportdeelname,

vrijwilligers kader) .

5. De organisatie van de gezondheidszorg:

.. met name een sluitende aanpak voor kwetsbare groepen en afstemming en samenwerking

tussen de verschillende voorzieningen voor gezondheidszorg met specifieke aandacht voor:

woonruimte voor dakloze ex-psychiatrische patiënten,

toenemend zorgtekort voor verzorgings- en verpleeghuispatiënten,

zorgtekort voor chronisch zieken, verstandelijk gehandicapten en terminale patiënten;

.. ervaringen met realisatie zorgvoorzieningen in Brandevoort worden benut voor andere

nieuwbouwprojecten en herinrichting van woongebieden.

BIJLAGE 2

Samenvatting van de belangrijkste resultaten uit Knelpunten- en Oplossingendialoog in

Binnenstad-Oost

Achtergrond

In het kader van het ontwikkelen van een activiteitenplan Lokaal Gezondheidsbeleid in Binnenstad-

Oost is een Knelpunten- (18 november 2002) en Oplossingendialoog (24 maart 2003) in deze wijk

georganiseerd. Geparticipeerd hebben de diverse maatschappelijke organisaties die werkzaam zijn op

het brede gebied van 'welzijn, wonen, zorg' in Binnenstad-Oost, maar ook vertegenwoordigers van

bewoners van de Binnenstad, en medewerkers en bestuurders van de gemeente Helmond. De

belangrijkste uitkomsten worden hieronder, per rubriek, weergegeven.

Knelpunten op het gebied van: SAMENWERKING TUSSEN INSTANTIES/HULPVERLENERS

Onvoldoende afstemming in hulpverlening, samenhang moeilijk te zien (lappendeken)

. Multiproblematiek: complex

Weinig vraaggericht werken (onvoldoende vanuit leefwereld bewoners)

@ Voornaamste genoemde oplossingen voor het verbeteren van de samenwerking:

Algemeen werkafstemmingsoverleg

Fysieke afstand tussen organisaties kleiner maken

Heldere doelen afspreken met draagvlak, meerwaarde onderschrijven

Goed helder hebben: wie is de producer

Instellen van een uitgebreid "home-team / klantgericht team"

Beleidsafstemmend/ vormend platform (wonen welzijn en zorg).

1<11~~unten op het gebied van: INZICHT BIJ BEL~DSMAK~R_~I!!-""'E~~I;I..I.J~~_fJ_FlQ!3~EMATIE~

. Beleidsmakers weten niet wat er werkelijk speelt

@ Voornaamste genoemde oplossingen voor het verbeteren van inzicht bij beleidsmakers

van de gemeente Helmond in de werkelijke problematiek:

Meer gebruik maken van de kennis die er bij diverse organisaties reeds is, met name van de

registratiesystemen

Zowel/luisteren' als 'terugkoppelen', dus na een inventarisatie ook terugkoppelen wat er met

de resultaten is gebeurd

Gezondheidsbeleid vast agendapunt maken bij diverse overleg vormen

Maandelijks (of 3-maandelijks) de wijk gaan verkennen met 1e lijnorganisaties

Beleidsmedewerkers meer informeel en met regelmaat contact met de wijk

Bottum-up werken in plaats van top-down en bij voorkeur interactief met veldwerkers

Ki'lE!!P!I!1J~I"Ic:mI'1~tg_~bieti"al1: P AFlT!CJP~TIE BEW()(II~FlS

. Weinig initiatief vanuit bewoners zelf

Kloof tussen professionals en bewoners

Voorlichting middels folders aan allochtonen werkt niet

(i;) Voornaamste genoemde oplossingen voor het verbeteren van participatie door bewoners:

Houd bij het benaderen van de doelgroep rekening met de fase waarin iemand verkeert. geef

mensen de ruimte om te groeien, stem je verwachtingen af op de fase

Kies voor een laagdrempelige plaats

Breng iemand niet de boodschap wat je niet moet doen, maar stimuleer en motiveer dat wat

je extra kunt bereiken

Vertrouwen is basisvoorwaarde om mensen tot activering te brengen

Men moet zich veilig voelen (in een groep)

Eventuele financiële drempels zoveel mogelijk wegnemen

KI1_BJpU 1'!~~I1,QP _het.. g~bl~ti ,,~Il:~!:Z()NJ)I-iJ:ID~SIIlJ~!1 E

Meer sociaal isolement; meer eenzaamheid, meer overspannenheid en depressie

0 Slechtere beoordeling eigen gezondheid

@ Voornaamste genoemde oplossingen voor het verbeteren van het geestelijk welzijn

(eenzaamheid, sociaal isolement, depressie):

Organiseer leuke dingen die aansluiten op diverse interesses die mensen zichzelf gunnen:

faciliteren en stimuleren

opzetten van een coachingsproject om mensen instrumenten in handen te geven om hun

situatie te verbeteren:

* heb respect voor hoe mensen met het probleem willen omgaan; zoek samen naar

haalbare oplossingen

* probleem omzetten in een positief doel dat hij/zij zelf moet kunnen realiseren en neem

zo het gevoel van machteloosheid weg

* in stapjes moet hij/zij daar zelf kunnen komen, eigen verantwoordelijkheid laten nemen

Knelpunten op het gebied van: LEEFWIJZE EN GEDRAG

slechte leefwijzen op het gebied van: bewegen, stress, alcohol, voeding en overgewicht, roken,

drugs

@ Voornaamste genoemde oplossingen voor het bevorderen van gezond gedrag:

Gericht subsidie geven aan mensen met lage sociaal economische status, middelen voor

speciale voorzieningen voor doelgroepen (bijv. zwemmen voor buitenlandse vrouwen)

Bij nieuwbouw in Binnenstad-Oost rekening houden met aanleg van sportaccommodaties,

veldjes, en ook braakliggend terrein laten om te spelen

Optimaal gebruik maken van voorzieningen, zoals 's avonds leegstaande sporthallen van

scholen

Fruit op scholen

Aanbod van de kantines op (sport)scholen reguleren

Bemoeizorg, actief op bezoek gaan: inschakelen via scholen, ouderen etc.

Druggebruik breder aanpakken (verslaving algemeen)

ISnet~unterLQP_he~ie~va_n: FYSIEKE OMGEVING

woon overlast: verwaarlozing en vervuiling, lawaaioverlast van verkeer, buren, kinderen, jongeren

weinig handhaving

slecht binnenmilieu (oudere woningen)

G eenzijdig woningaanbod

0 onvoldoende aanwezigheid vervoersmogelijkheden

@ Voornaamste genoemde oplossingen hiervoor:

Niet besproken tijdens oplossingendialoog

Kl1elpuJ'J~!lQP_tl~t gebi~~Y!lr1_:__S()CIALE OMgEVI~c>

slechte sociale cohesie, daardoor groot beroep op bijv. de Thuiszorg

gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden (ook m.b.t. voorlichting) voor allochtone ouderen

verschillende culturen (en verschillende waarden en normen)

CL] Voornaamste genoemde oplossingen hiervoor:

Niet besproken tijdens oplossingendialoog

K,nelplmtel10p het _g~iJJed v~!f'I:_()f!C>J\~ISA"Jl~ VAN DEggON[)HEIDSZORG

moeilijk om huisartsen te vinden

onvoldoende ouderenzorg op maat (ook voor allochtonen, die aansluit op de culturele

achtergrond)

moeizame communicatie met bijv. huisarts (taalprobleem)

ontbreken in de wijk van: Consultatiebureau, gezondheidscentrum

hoge drempel toegang zorg / hoge drempel om voorzieningen aan te vragen

Cé) Voornaamste genoemde oplossingen voor het opvangen van het dreigende tekort aan

huisartsen:

Vormen van woon-zorgzones

Oprichten van een Gezondheidscentrum

BIJLAGE 3

In de laatste interactieve bijeenkomst op 10 oktober jl. zijn keuzes gemaakt voor activiteiten.

Vervolgens zijn participanten verzocht zich te committeren aan een activiteit waaraan een

daadwerkelijke bijdrage geleverd kon worden. De cursief gedrukte instellingen/personen hebben

commitment gegeven aan betreffende activiteit en in werkgroepverband onderstaande

activiteitenformats (op basis van gedane voorzetten) geconcretiseerd. De niet-cursief vermelde

participanten zijn tijdens het proces genoemd als kandidaat participant en ook zij zullen voor de

aftrapbijeenkomst (het vervolg) een uitnodiging ontvangen (zie paragraaf 4.5).

Dit actiepunt geldt voor Binnenstad-Oost, maar mogelijk ook voor de hele stad waarbij Binnenstad-

Oost als pilot dient.

Activiteit 1.1 a Inventarisatie en afstemmen wie, wat, op welke manier

Inventariseert en/of registreert

Omschrijving

Activiteit A

Doelstelling

Participanten

Gegevens betreffende gezondheidssituatie BlO

Beter Gezondheidsbeleid in BlO

GGD (mw. L. Pijnenburg - jeugarts), Zorgboog-kruiswerk (mw. T. Keijsers).

SE/WOS/BE (A. Ketelaars), BG (mw. J. v. Meer)

Savant, huisartsen, apotheken, maatschappelijke opvang, woningcorporaties,

scholen, SWH, SWOH, gemeente: SE/WOS/BE, BC/O&S, GGZ, bureau

Jeugdzorg, RIO, ziekenhuis

Resultaat A

tot 2007

--- -- -- -- --

Randvoorwaarden

1

rapport met opsomming van alle verzamelde

gegevens voor gezondheidsbeleid door

participanten, met vermelding van welke

(computer)systemen hiervoor gebruikt worden,

en met welke frequentie, en paraat voor BlO,

dan wel snel te verkrijgen

rapportage welke gegevens zijn relevant voor

BlO voor gezondheidsbeleid en hoe frequent

verzamelen voor het maken en evalueren van

beleid

database (uit 1 en 2) voor gezondheid in BlO

(en mogelijk uitbreiden voor stad)

0 hoe klein - hoe groot: hoeveelheid

gegevens mogelijk klein beginnen en dan

uitbouwenachterhalen

Hoe implementeren: beschikbaar voor wie,

welke afspraken over toegang/koppeling,

wat samenvoegen, hoe beheren en up to

date houden

Trekker Tijdpad

Gemeente Jan-Mrt.

O&S en/of 2004

GGD

Gemeente

BC/O&S Apr. 2004

(SE/WOS,

evt. GGD))

Ad 1

inventarise

I ren wie

daartoe de

meest

deskundig

eis

Mei 2004 -

Jan 2005

en dan

uitbreiden I

tot 2007

2

3

Het betreft een indicatief tijdpad

Mogelijke ondersteuning vanuit het GGD-takenpakket (de ureninzet vanuit

epidemiologie is geheel afhankelijk van de concrete vraag)

Nadere afspraken tussen SE/WOS en BOC/O&S zijn nodig

Mogelijk gebruik maken van: diensten KCGS, Landelijke monitors, Lokaal

loket

Aandachtspunt: Klein beginnen voor snel succes_____--~~-~

-~----~---

Activiteit 1.1 b Inventarisatie en afstemmen wie, wat, op welke manier

Inventariseert en/of registreert

Omschrijving Gegevens betreffende voorzieningen (ter bevordering van de

Activiteit B gezondheidssituatie) in BlO

. Sportmogelijkheden;

. preventie activiteiten die lopen in Binnenstad-Oost op het gebied van

bewegen, stress, alcohol, voeding en overgewicht, roken en drugsgebruik;

. voorlichtingsmogelijkheden die al worden gebruikt of op de plank liggen;

. activiteiten op het gebied van opvoeden in Binnenstad-Oost;

. activiteiten en voorzieningen die gerelateerd zijn een preventie van

eenzaamheid

. hulp- en zorgvoorzieningen in Binnenstad-Oost (witte vlekken in kaart

brengen)

het betreft dus tevens een inventarisatie als opmaat ten behoeve van

. activiteit 2.2: voorzieningen voor opvoedingsondersteuning

. activiteit 3.2a: voorzieningen ter bevordering van gezonde leefstijl

. activiteit 3.2b: voorzieningen ter bevordering van gezond eetgedrag

Doelstelling Betere voorzieningen in BlO

Opzetten / afstemmen van (nieuwe) activiteiten

Resultaat B 1. Een handzame klapper op diverse openbare locaties in BlO

tot 2007 2. Een rapportage voor andere activiteiten uit dit activiteiten plan met witte

vlekken

3. Een digitale sociale kaart met mogelijkheden van wet en regelgeving en

financiën inzake deze inventarisatie

Participanten GGD (mw. L. Pijnenburg - jeugarts), Zorgboog-kruiswerk (mw. T Keijsers)

SE/WOS/BE (A. Kete/aars), BC (mw. J. v. Meer)

Savant, huisartsen, apotheken, maatschappelijke opvang, woningcorporaties,

scholen, SWH, SWOH, GGZ, bureau Jeugdzorg, RIO, ziekenhuis, gemeente:

WaS/BE, was/sP, SE/WOS/SP, BC, PMT BjOost

Trekker Nader te concretiseren.

Tijdpad Januari 2004 - juni 2004

Randvoorwaarden Maak gebruik van wat er al is: gemeenteboekje, digitaal trapveldje, leg

concepten voor aan gebruikers etc.

Probeer parallellen te trekken met:

- Format sociale kaart WaS/BE.

- In het kader van de opzet van een nieuwe Stadsvisie (BC) dient een

nieuwe O-situatie beschreven te worden.

- Ontwikkeling van het lokaal zorgloket

2

Omschrijving

I Activiteit

I

Gedurende twee schooljaren het intensiever begeleiden van het

! ziekteverzuim bij leerlingen op TKC-Oost en basisschool De

! Uilenburcht (bemoeizorg).

i Landelijke organisatie NIGZlSLAG levert ondersteuning bij onder meer

de implementatie en de monitoring.

Doelstelling Doel is dat het ziekteverzuim beduidend afneemt. Tevens is als doel

gesteld, dat er leerervaringen voor andere scholen/wijken uit getrokken

worden.

Resultaat - leerlingen, leerkrachten en ouders zijn op de hoogte van het nieuwe

tot 2007 ziekteverzuimbeleid van de school

- het ziekteverzuim op de participerende school is met 30 % gedaald

- er is een handzaam draaiboek voorhanden, op basis waarvan andere

scholen deze manier van ziekteverzuim begeleiding kunnen invoeren

Participanten Gemeente WaS/BE en WOS/leerplicht, GGD-jeugdgezondheidszorg,

TKC-Oost, Uilen burcht, NIGZlSLAG

Trekker Gemeente SE/WOS/BE

Status Aftrap bijeenkomt met kandidaatpartners 1 oktober '03

Inventarisatie aandachtspunten/werkafspraken januari 2004

Doorvoeren/implementeren afspraken maart 2004

Proefdraaien (2 weken) juni 2004

Bijstellen/fine tunen afspraken

Operationeel sept. 2004

Tijdpad Eval u ati e/im plementati e/vervol g 2006

Randvoorwaarden Kosten GGD (jeugdarts, assistent en ~rOjectleiding):

2 jaar * (14.200 ¿ + 8.400 ¿) = 45.200

Dekkingsvoorstel:

Optie ontwikkelingsgelden GGD: 14.200 ft

Optie fonds OGZ: 16.800 ¿

Scholen: O¿

GSB-voortijdig schoolverlaten: 37.000 ft

GOA-voortijdig schoolverlaten: 18.000 ¿

GOA Nieuw Beleid: pm

~-~~-~

1 Voor het voortgezet onderwijs wordt ingestoken op 3 uur per week jeugdarts, voor de basis school 2 uur per

week. Daarnaast is er sprake van ondersteuningskosten (assistent, projectleiding).

2 De GGD kan begin december uitsluitsel geven over een mogelijke bijdrage ten aanzien van deze interventie.

Deze bijdrage beperkt zich tot het voortgezet onderwijs en betreft een aandeel van de kosten.

3 In januari 2004 kan het fonds OGl pas besluiten over subsidieverzoeken. Voorwaarde is dat het project

landelijk vernieuwend is en onze keuze voor een basisschool heeft mogelijk dit vernieuwend aspect in zich.

4 Scholen is nadrukkelijk verzocht om een financiële inzet, maar kunnen en willen die (na intern beraad) niet

leveren. Kinderen zijn doelgroep van dit project en school is het middel om deze doelgroep te bereiken. School

levert de organisatorische inspanningen (automatisering verzuimadministratie, meldingsbeleid etc.) die nodig zijn

in het kader van dit project.

Het inzetten van cum i-middelen en gewichtengelden zou overwogen kunnen worden, ware het niet dat deze voor

de komende korte termijn al een bestemming hebben.

5 In de begroting 2003 staat onder POS een bedrag ¿ 18.500. Eenzelfde bedrag was in 2002 beschikbaar en

staat nu op Transitoria. Het betrof een project dat een bijdrage leverde aan het voorkomen van voortijdig

schoolverlaten en speerpunt dat ook vanuit deze interventie ondersteund wordt. Mochten de opties tot

daadwerkelijke financiële bijdrage leiden, dan kan een gedeelte vrijvallen ten gunste van de algemene middelen.

3

, Omschrijving

I Activiteit

!

i

Doelstelling

Resultaat

tot 2007

-

Participanten

. . ..

Met gebruikmaking van de inventarisatie uit 1.1 b dient er allereerst een

analyse gemaakt te worden (activiteiten beter op elkaar en op de behoeften

van ouders afgestemd) en vervolgens dienen er afspraken gemaakt te

worden en kan er geïmplementeerd worden. De analyse en implementatie

kan uitgevoerd worden onder regie van de reeds bestaande stuurgroep OK

(onderwijskansenbeleid). Een opwaardering van deze stuurgroep met extra

leden van organisaties die nu niet deelnemen is wellicht nodig.

Het doel is ouders beter te Ieren omgaan met vragen betreffende de

opvoeding van hun kinderen, ouders zijn ook beter op de hoogte van de

ondersteuningsmogelijkheden die er zijn. Deze ondersteuningsmogelijk-

heden sluiten goed aan op de behoeften van ouders en zijn

toegankelijk/laagdrempelig. Realiseren sluitende keten.

i Tijdpad

Vraagbepaling

een inventarisatie van bestaande mogelijkheden is

gereed;

een analyse is uitgevoerd Juni 2004

in samenwerking met relevante organisaties / personen?

zijn activiteiten op elkaar afgestemd c.q. opgezet

waaraan grote behoefte is bij ouders (bijvoorbeeld op

basis van de vragen bij het consultatiebureau of de

jeugdarts of de huisarts). -> afsprakenlijst met keuzes

er is eenvoudig overzicht voorhanden van wat er aan

ondersteuningsmogelijkheden zijn; dit kan door scholen, ?

huisartsen, maatschappelijk werkers, thuiszorg en

andere professionals gebruikt worden om uit te reiken

aan ouders met opvoedingsvragen (zonodig in diverse

talen); een presentatie van dit overzicht bij

ouderavonden op alle scholen in de wijk en bespreken

om dit standaard ieder jaar op te laten nemen in de

schoolgids en op de internetsites van alle betrokken

partijen; ->implementatie

Algemeen Maatschappelijke Werk (mw. A. Hathie), Bureau Jeugdzorg (M.

Ermens) , Stichting Kinderopvang Helmond (mw. D. Post), gemeentelijk OK-

beleid (mw. A. Fonseca), GGD (mw. M. Brouwers), PMT BID (A. v. Hout)

Juni 2004

Consultatiebureau, b.s. Uilenburcht, SWH, HOP, gemeente: SE/WOS, BC,

PMT BiOost

I Trekker Er zijn nog geen afspraken gemaakt over de trekkers rol. Het is voor de hand

[ ~r;de;n~ dat de activiteiten onder regie van de stuurgroep OK plaats gaan

Ra _ndvoorwaarden Nader overleg dient uit te wijzen op welke wijze de GGD-keuzemodule

"bouwen aan opvoeding" ondersteuning gaat bieden aan deze activiteit.

Afstemming met het project 'Gezonde (op)voeding in beweging' zoals

- ---- ------ ------ beschrevenJ.r!J)?ragr?~!~..l~--- ~~-~

4

Omschrijving

I Activiteit A

!

Participanten

Bevorderen van gezonde eetgewoonten (leefstijl) voor kinderen op

basisscholen. Een project, dat past in dit kader, is het project

"Leefstijl", dat loopt op de Uilenburcht. Belangrijk aspect hierbinnen

moet zijn het actief betrekken van ouders (ouderavonden,

kookbijeenkomsten (ook voor low-budget), kookboeken, info via

'budgetwinkel', etc.).

Kinderen en ouders van de basisschool (Uilenburcht) zijn op de hoogte I

van wat een gezonde leefstijl is, via het project 'Leefstijl', en passen dit I

zoveel mogelijk ook toe. Ouders moeten hierin goed betrokken worden. !

Leerlingen en ouders van de Uilenburcht kennen het project 'Leefstijl',

en weten wat een gezonde leefstijl is. Dit geldt voor alle groepen

leerlingen en ouders.

Vrijwilliger (mw. A. Meinardij, ...., GGD (0. Aben)

Doelstelling

I

I

Resultaat

tot 2007

Status

Uilenburcht, SWOH, Zorgboog, sociaal restaurant, SWH, na-schoolse

opvang, gemeente: SE/WOS/BE, SE/WOS/SP, BG, PMT BiOost..

Gedachten gaan uit naar de basisschool de Uilenburcht (project

'Leefstijl') die een belangrijk aanknopingspunt is/kan zijn

Project 'Leefstijl' op de Uilenburcht is reeds gestart

Trekker

Tijdpad

In juni 2004: een inventarisatie van bestaande mogelijkheden is gereed

een nadere analyse uitgevoerd

Randvoorwaar -

Den

Wellicht financiële ondersteuning nodig om binnen project 'Leefstijl'

extra activiteiten te organiseren (bijv. meer activiteiten richting ouders,

geven van fruit op school, etc.)

GGD-GBV-keuze uren voor 2003 worden ter ondersteuning van deze

activiteit ingezet.

Nader overleg WOB-GGD dient uit te wijzen op welke wijze en in

hoeverre de GGD-GBV-keuze-uren 2004 ondersteuning kunnen bieden

aan deze activiteit.

Afstemming met het project 'Gezonde (op)voeding in beweging' zoals

beschreven in paragraaf 3.1.1.

5

Activiteit 3.1 b Goed eetpatroon van bewoners bevorderen

Omschrijving

Activiteit B

Participanten

Inventarisatie van alle lopende activiteiten op gebied van Leefstijl in

Binnenstad-Oost is gereed. Levert een advies op voor het vervolg.

Participanten gaan samen aan de slag.

Het betreft hier (in principe) alle groepen en alle leefstijlaspecten

(BRAVO: Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding, Ontspanning).

Diverse instanties zijn reeds bezig op dit gebied. Op dit moment is

daar geen compleet overzicht van. Startpunt voor activiteiten is dan

ook het inventariseren van de lopende activiteiten op dit gebied

(alle doelgroepen, alle leefstijlaspecten) (zie 1.1 b). Aan de hand

hiervan worden afspraken gemaakt met participanten over

afstemming en uitvoering van (nieuwe) activiteiten. De reeds

lopende activiteiten op de Uilenburcht dienen hierin opgenomen te

worden.

Bevorderen van een gezonde leefstijl van inwoners in de Binnenstad.

April 2004: inventarisatie bestaande aanbod op het gebied van alle

leefstijlaspecten is gereed. Advies voor vervolg is hieraan

gekoppeld. Vervolgens: participanten bij elkaar brengen,

activiteiten worden afgestemd/ opgestart.

Vrijwilliger (mw. A. Meinardi), GGD-gezondheidsbevordering (mw. H.

Roberts, GGD, Nederlands Rode Kruis. (mw. B. v.d. Linden), GGD (0.

Aben)

I

!

I

Doelstelling

Resultaat

tot 2007

Trekker

-----

GGD, gemeente, Huisarts, SWH (Buitenlands Vrouwencentrum),

SWOH, Thuiszorg, Woonpartners, Uilen burcht, Middelbare scholen,

Sportclubs, Novadic, Gehandicaptenoverleg, gemeente: SE/WOS,

PMT BiOost

GGD (inventarisatie activiteiten leefstijl, sluit aan op 1.1 b))

--

Status

Aanhakingsmogelijkheden voor de inventarisatie zijn aanwezig bij

initiatieven van het Onderwijskundig Centrum Gewest Helmond

Tijdpad

In juni 2004: een inventarisatie van bestaande mogelijkheden is gereed

een nadere analyse is uitgevoerd

Randvoorwaar-

den

----- ----

Nader overleg WOS-GGD dient uit te wijzen op welke wijze en in

hoeverre de GGD-GBV-keuze-uren 2004 (Bouwen aan een gezond

bestaan) ondersteuning kunnen bieden aan deze activiteit.

Bij de uitvoering van activiteiten daarna, dienen de diverse betrokken

instellingen/personen samen te werken.

Afstemming met het project 'Gezonde (op)voeding in beweging' zoals

__beschreven in paragraaf 3.1 .1.

6

Uw Reactie
Uw Reactie