Raadsnotulen

Documentdatum 09-11-1999
Bestuursorgaan Gemeenteraad
Documentsoort Raadsnotulen
Samenvatting

NOTULEN

VEERTIENDE vergadering van de raad der gemeente Helmond, gehouden op dinsdag 9

november 1999 des avonds om zeven uur.

Bij aanvang der vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, C.J. Bethlehem,

J.F.C. Damen, drs. S. Ferwerda, drs. E.R.M. Hesen, R.A.C. van Heugten, mevrouw B.M.

Houthooft-Stockx, mevrouw M.M. Jonkers-Goedhart, mevrouw J.S.A.M. Jurrius-Hakvoort,

G.T.H. Klaus, W. Klerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.J. Lintérmans, mevrouw

A. Meinardi, S. Mokadim, T.J. van Mullekom, M. Naourn, drs. G.B. Praasterink, drs. S.H.

Prinsen, W.C.M. Raaymakers, J.L.C. van Rest, J.H.J.M. Roefs, J.N.M. van Rooij, L.M.M.

Smits, P.G.M. Tielemans, T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, A.F.H. Wijnen, J.P. Witteveen,

S.H. Yeyden en R.A.L. van der Zanden.

Later ter vergadering komt het lid: M.P.J. Rieter.

Afwezig zijn de leden: drs. W.M.H. Dams en J.L. Henraat.

VOORZITTER: mr. W.J.B.M. van Elk, burgemeester.

SECRETARIS: mr. A.C.J.M. de Kroon.

De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat bericht van verhindering is

ingekomen van de heren Dams en Henraat en dat de heer Rieter heeft laten weten later te

vergadering te komen.

1 Aanwijzing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het Reglement van orde 1997.

De VOORZITTER trekt nummer 29, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen

aanvangen bij het lid Klaus.

2. Vaststelline van de notulen van de openbare vergadering van 7 sotember 1999.

Deze notulen worden zonder stemming ongewijzigd vastgesteld.

3. Voorstel tot benoeming van:

a. de heer M. Naourn tot lid van de commissie stedelijk beheer en volkshuisvesting ter voorziening

in de vacature ontstaan door het vertrek van mevrouw H.A. van der Putten-van Vugt;

b. mevrouw H.A. van der Putten-van Vugt tot lid van de commissie maatschappelijke dienstverle-

ning en sociale zaken ter voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer S.H.

Yeyden.

c. de heer S.H. Yeyden tot lid van de commissie algemene en bestuurli-jke aangelegenheden ter

voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer M. Naoum.

Tegelijkertijd stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 van de l' aanvullingsagenda:

Voorstel tot benoeming van de heer H.F.J. Bekkers tot lid van het georganiseerd overleg ter

voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer S.H. Yeyden.

4. Voorstel tot benoemin@- van de heer L.T.J. Fransen tot lid van de commissie maatschgppelijke

dienstverlening en sociale zaken ter voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van

mevrouw J.K. Dekker-de Witte.

Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders

-2- 9 november 1999.

besloten.

5. Voorstel tot het aangaan van een grondtransactie met de heer A.F.J. Jansen te Helmond (bijlage nr.

MOL

Het lid ROEFS (CDA): Voorzitter! Wij kunnen instemmen met de voorliggende grondtrans-

actie met de heer Jansen. Wij vragen aandacht voor de verplaatsing van het bedrijf van de heer

Jansen naar Brandevoort 7. Wij rekenen erop dat door middel van een adequate Hinderwetvergun-

ning de overlast voor de omegving tot een minimum beperkt zal worden. Het is o.i. een goede zaak

als de bewoners door middel van een informatieavond geïnformeerd worden.

Het lid KUIJPERS (HSP): Voorzitter! Ik ben het eens met de heer Roefs. Ik hoop dat zo

snel mogelijk de Hinderwetvergunning voor de heer Jansen beschikbaar is, zodat hij vooruit kan.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Ik heb in de commissie

al aangegeven dat ik begrip heb voor het feit dat de omwonenden graag nadere informatie hebben

over de komst van de heer Jansen en de activiteiten die er gaan plaatsvinden. Ik herhaal de

toezegging uit de commissie dat wij voor een adequate communicatie zullen zorgen.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

6. Voorstel tot aankoop van grond van de heren J.L.M. Hagelaar en W.L.G.J. Willems te Helmond

(bijlage nr. 236).

Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

7. Voorstel met betrekking tot:

a. de herinrichting van de Kanaalzone (bijlage nr. 252);

b. het initiatiefvoorstel van de fractie Sociaal Democraten Helmond;

c. het initiatiefvoorstel van de fracties Helmondse Belangen en Helmondse Senioren Panä.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Vanavond zijn wij toe aan het trekken van

slotconlusies met betrekking tot de verkeerssituatie in de nieuwe kanaalzone. Na een lange en

pittige reeks debatten over deze kwestie - in het bijzonder over de verkeersftinctie van de

Kasteelbrug - is het nodig dat vandaag definitief knopen worden doorgehakt. Alvorens de positie

van de SDH-fractie af te bakenen, wil ik namens mijn fractie onze waardering uitspreken voor de

actieve en hartstochtelijke wijze waarop de Helmondse bevolking in de afgelopen maanden blijk

heeft gegeven van haar betrokkenheid bij dit onderwerp. Op de schouders van de raad rust

vanavond de plicht om hiermee serieus rekening te houden.

In de laatstgehouden gezamenlijke vergadering van de commissies SO en SBV op 28

september jl. bleek een ruime meerderheid van de fracties onvoldoende overtuigd van de noodzaak

om de Kasteelbrug open te stellen voor gemotoriseerd verkeer in beide richtingen, dan wel in één

richting (oost-west). Op de valreep van die bespreking, terwijl sommige fracties de vergaderzaal al

hadden verlaten, deed het CDA het voorstel om hierop slechts één uitzondering te maken, namelijk

voor de afwikkeling van centrumgebonden bevoorradingsverkeer. Aan een zorgvuldige afweging

van deze variant kwam de vergadering helaas niet toe.

(Het lid Rieter komt, te 20. 1 0 uur, ter vergadering.)

Zowel in de discussies voor als in de discussies na het zomerreces heeft de SDH-fractie

geopteerd voor afsluiting van de Kasteelbrug voor gemotoriseerd verkeer in beide richtingen. Dat

was ook de kern van ons initiatiefvoorstel dat wij hebben voorgelegd in de raadsvergadering van 6

juli jl. Pas bij verwerping van dit voorstel overwogen wij de raad te vragen akkoord te gaan met

openstelling van de brug voor gemotoriseerd verkeer in slechts één rijrichting (oost-west). Het is

goed vast te stellen dat deze variant inmiddels door de feiten is achterhaald en dus niet langer

achter de hand gehouden hoeft te worden. Deze is van tafel.

De centrale vraag die rest, is: Dient de Kasteelbrug afgesloten te worden voor alle

-3- 9 november 1999.

gemotoriseerd verkeer of is een uitzondering voor centrumgebonden bevoorradingsverkeer

geboden? De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn fractie tijdens het beraad van gisteravond met

deze vraag geworsteld heeft en er nog niet helemaal uit is. Voor de SDH-fractie staat de onvermij-

delijkheid van deze uitzonderingsbepaling nog niet onomstotelijk vast.

De raadsbijlage stelt dat het centrumgebonden bevoorradingsverkeer zeer beperkt van

omvang is. Daarvan uitgaande, zijn er volgens het DHV-rapport van 8 oktober - dat mij helaas pas

vandaag bereikte - drie afwikkelingsmogelijkheden: (1) via de Kasteelbrug, (2) via de Kasteellaan,

het Kasteelpark en De Wiel of (3) via het viaduct verlengde Smalle Haven en De Wiel. Voor onze

fractie staat vast dat de laatste twee opties ongewenst zijn. Ze staan het herstel van de positie van

het Kasteelpark in de weg, leiden tot verkeersonveiligheid ter hoogte van De Wiel en gaan gepaard

met excessieve kosten in verband met bochtverruimingen ter hoogte van De Wiel en/of verhoging

van de doorrijhoogte van het viaduct verlengde Smalle Haven.

Daarmee lijkt afwikkeling van het verkeer via de Kasteelbrug de enig reëel aanwezige

optie. Toch kleven ook aan deze optie bezwaren. In de eerste plaats komt het beoogde herstel van

de positie van het Kasteelpark in deze optie niet helemaal en ongeschonden uit de verf. Een tweede

minpunt is dat deze optie de doorstroming op de Kanaaldijk-Noordwest verslechtert. Ten derde is

deze maatregel slechts van tijdelijke aard. Op het moment dat het Traverseviaduct verdwijnt - al

dan niet onder de grond - komt deze mogelijkheid immers hoogst waarschijnlijk te vervallen.

Gezien deze bezwaren en mede gelet op het zeer beperkte aantal verkeersbewegingen dat in

het geding is, is voor de SDH-fractie bespreekbaar om het centrumgebonden bevoorradingsverkeer

af te wikkelen via het stadserf ter hoogte van De Kei en de Veestraatbrug, uiteraard in één richting

(oost-west) en met behulp van een flexibele afsluiting. Voor de uitvoering van de plannen van het

ter plaatse geprojecteerde stadserf hoeft dit geen gevolgen te hebben. Voor andere delen van het

stadserf in het centrum (Markt, Veestraat en Ameidestraat) geldt momenteel eenzelfde soort

regeling. Waarom kan dit dan niet hier?

In afwachting van de reactie van het college houden wij vooralsnog vast aan initiatief-

voorstel 1, dat door de SDH-fractie is ingediend op 6 juli 1999.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Wij stemmen in met het

collegevoorstel. Als democratische partij leggen wij ons neer bij een besluit dat door de meerder-

heid van de raad wordt gedragen. Het Kasteel en het park zijn ook voor de VVD van grote waarde.

Toch wijzen wij op de gevolgen voor de bereikbaarheid van het centrum. In het oorspronkelijk

vastgestelde inrichtingsplan kanaalzone werd van een betere bereikbaarheid van het centrum

uitgegaan. De consequenties van voorliggend voorstel houden echter een verslechtering in van de

bereikbaarbeid. Wij rekenen erop dat via de studie hoofdwegenstructuur en de integrale structuur-

visie centrum er structurele oplossingen komen voor een betere bereikbaarheid.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik heb het collegevoorstel met belangstelling

gelezen en volgens mij is het college ontzettend pissig op ons.

De VOORZITTER: Hoe kunt u dat nu veronderstellen?!

Het lid FERWERDA (D66): Dat blijkt uit de volgende zinsnede:

"Wij respecteren deze stellingname en willen ons voegen naar deze politieke reali-

teit, echter niet nadat wij uw raad willen wijzen op de consequenties van deze

keuze voor zowel de interne logica en consistentie van het totaalproject rond de

herinrichting van de Kanaalzone als voor de bereikbaarheid van ons centrum als

geheel en delen daarvan in het bijzonder."

Kortom: Raad, weet wat u doet! U neemt eigenlijk een slecht besluit. Dat wil ik rechtzet-

ten. Het college heeft namelijk een voorstel ontwikkeld dat - zo bleek uit latere studies -helemaal

niet reëel was. Het college wilde een afwikkeling op de Kanaaldijk-Noordwest van tweerichtings~

verkeer vanaf de Kasteelbrug, dat qua ruimte daar al helemaal niet mogelijk was. Ik had het wel

sportief gevonden als het college in het raadsvoorstel had gezegd dat het oorspronkelijke college-

voorstel toch eigenlijk niet zo goed was.

De VOORZITTER: Als wij al onze zonden zouden moeten bekennen...

Het lid FERWERDA (D66): Daarom zitten wij hier kennelijk als biechtvaders!

Het voorstel dat voorligt, is naar mijn mening het beste dat wij nu kennen. Ik heb er geen

bezwaar tegen dat er enige ruimte aan bestemmingsverkeer wordt gegeven op de Kasteelbrug. In de

-4- 9 november 1999.

toekomst zullen wij nog veel praten over de verkeersafwikkeling in het citygebied.

In het kader van dit voorstel zou m.i. ook bezien moeten worden in hoeverre een uitbrei-

ding van de parkfunctie op termijn zou kunnen plaatsvinden, waarbij in principe alle parkeren (ook

het parkeren achter de Heina) uit het park wordt weggehaald. Ik heb al de suggestie gedaan om het

Kunstencentrum Helmond te huisvesten onder de Traverse.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! Doorgaans worden bruggen geslagen

of aangelegd om mensen en zaken met elkaar te verbinden. Bruggen zijn een hulpmiddel om

natuurlijke barrières te overwinnen. Dit geldt ook voor de bruggen in de kanaalzone. Het kanaal is

reeds lang een natuurlijke barrière in de gemeente Helmond. Echter, wij leerden ermee leven en

sinds de aanleg van de Traverse en hoofdzakelijk na de omleiding van het kanaal oostelijk om

Helmond, is deze hinderlijke, inmiddels natuurlijke (het was een cultuurlijke) barrière komen te

vervallen. Echter, de streep water bleef. Dit is een historische streep. Op stedelijk niveau bleef de

vraag over: Wat doen wij ermee? Plannen, met name dure plannen, werden gesmeed. Het kanaal

moest uiteindelijk onderdeel gaan uitmaken van de klus rondom Boscotondo. -Terecht is gekozen

voor het behoud van het water.

De omgeving van het kanaal moest worden omgetoverd tot een verblijfsgebied. Het kanaal

zou de uiterlijke verschijnselen van een binnenwater oftewel een gracht moeten gaan krijgen,

compleet met gemetselde kades, vlonders en bruggen met majestueuze bruggenhoofden. De

bruggen zouden tegelijkertijd dienst moeten gaan doen om de verschillende verblijfsgebieden aan

elkaar te koppelen. In deze verblijfsgebieden zouden hoofdzakelijk voetgangers en fietsers zijn. De

Veestraatbrug was daar het voorbeeld van. Verkeer moest geweerd worden om de kanaalzone

autoluw te maken, niet alleen de oostoever, maar ook de westoever. Hierover mochten wij terecht

een brief ontvangen van toekomstige Boscotondo-bewoners.

De havenbrug en de parkbrug (zoals wij de nieuwe brug noemen) waren de nieuwe

elementen die een verkeerstaak kregen toebedeeld. Met de functie van de havenbrug heeft onze

fractie niet zoveel moeite. Met het huidige voorstel om deze in west-oostelijke richting open te

stellen, gaat onze fractie akkoord. Zo gaan wij in principe ook akkoord met de voorgestelde functie

van de Veestraatbrug, alhoewel wij de alternatieve optie, die in een eerdere vergadering door de

PvdA en nu door de heer Tielemans naar voren wordt gebracht, meer dan bespreekbaar vinden.

Het uiteindelijke voorstel van het college inzake de parkbrug, dat na heel wat discussie met

commissies en burgers tot stand is gekomen, gaat Helmondse Belangen niet ver genoeg. Saillant

detail in het huidige voorstel is dat de actiegroep "Doe dè Nie" als een van de aanstichters van de

discussie, in het geheel niet wordt genoemd.

Het voorstel inzake de parkbrug voorziet in het gebruik door uitsluitend bedienend

bestemmingsverkeer, dat alleen via technische snufjes het gebied in en uit kan rijden. Het college

geeft in het voorstel aan dat het om een minimale hoeveelheid verkeer gaat. Hoeveel verkeer zal er

over de brug rijden en welke voertuigen betreft het? Daarover is geen informatie. In de commissie

was er sprake van een Hema-vrachtwagen van wel 18 m lang. Uit eigen waarnemingen hebben wij

niets bijzonders inzake het bedienend verkeer kunnen ontdekken. De achterzijde van de Veestraat is

naar onze inzichten voldoende bereikbaar. Dat moge ook blijken uit de bevoorrading tijdens de

huidige uitvoering. Ondanks de afgesloten Veestraatbrug is deze plek bereikbaar. Verwacht het

college dat wij gaan instemmen met een oplossing voor minimale problemen van logistieke aard,

waarvan iedereen weet hoe slim leveranciers zijn aW er logistieke problemen moeten worden

opgelost? Bevoorrading op maat is een normale zaak in logistiek Nederland, alleen schijnbaar niet

in Helmond. Uiteindelijk zouden wij voor enkele problemen een 14 m brede brug moeten

neerleggen. Dat is, in één woord, kul! "Kul" staat daarbij voor: kompleet uit de lucht gegrepen.

Het standpunt in de initiatiefvoorstellen van Helmondse Belangen en de Helmondse

Seniorenpartij is duidelijk. Wij willen geen autoverkeer over de brug, ook niet over een brede brug

van 14 m breed. Wij willen een slanke parkbrug (zandlopermodel), zodat wij in lengte van jaren

gegarandeerd zijn van een auto- en vrachtwagenvrije Kasteeltuin. Hiermee kan bovendien in de

toekomst gemakkelijker worden ingespeeld op een autoluwe Kanaaldijk, waar terecht door de

toekomstige bewoners van Boscotondo op wordt gewezen, uitgebreid met de Steenweg.

Wat moet er gebeuren met de bestelde brug? Die kunnen wij opslaan, om te gebruiken voor

de ongetwijfeld nieuwe plannen die uit de verkeersstructuurstudie kunnen komen. Kosten voor de

nieuwe, smalle brug kunnen gefinancierd worden uit de diverse reservepotjes die het financieel

gezien gezonde Helmond volgens informatie uit de laatste vergadering van de commissie EFP

heeft.

In het collegevoorstel wordt geen aandacht besteed aan de initiatiefvoorstellen van

-5- 9 november 1999.

Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij. Er is zelfs geen aandacht voor het initiatief

om van de Kasteeltuin een gemeentelijke monument te maken en deze de status van beschermd

stads- en dorpsgezicht te geven. Dit wordt een sympathiek idee geacht, hebben wij in een van de

stukken mogen vernemen. Het collegevoorstel gaat ons niet ver genoeg. Wij verzoeken u alle

initiatiefvoorstellen van Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij voor stemming voor

te leggen.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Mijnheer de voorzitter! Over de Kasteelbrug, nader de

parkbrug genoemd, is al veel terechte cominotie onder de Helmondse bevolking geweest. Er is veel

gesprekstof en twijfel, ook bij raadsleden, geweest. Wie zijn wij als raad, die aanvankelijk zo

radicaal tegen auto's over de brug waren, om nu te zeggen: "Mijnheer de voorzitter, het zijn maar

een paar bevoorradingsauto's. Wij hebben niet voor niets een brug erbij. Nu kunnen deze enkele

auto's er toch wel over"? Nee, die moeten erover. Alsof het leven van de ondernemers in de

binnenstad ineens aan een zijden draadje gaat hangen. Het is toch al tientallen jaren finaal fout

gegaan met de bevoorrading, via Julianabrug, Vliscobrug en Veestraatbrug.

Wij als Helmonders hebben ons politiek kandidaat gesteld en zijn als gekozenen daardoor

politiek verantwoordelijk voor wat er leeft onder de bevolking. Het zich massaal uitspreken van de

Helmondse gemeenschap tegen gemotoriseerd verkeer over de parkbrug, uitmondend in de

actiegroep 'Doe dè Nie", en de terechte onvrede die is uitgesproken door de toekomstige bewoners

van Boscotondo mogen niet tegen dovemansoren gezegd zijn. Zijn er eventueel financiële claims te

verwachten van de bewoners van Boscotondo? Wat zijn wij politiek gezien nog waard als wij deze

massale wens van de Helmondse bevolking negeren? Hebben wij als raad nog niet genoeg geleerd

uit het verleden (1953-1962)?

Als de belangrijke vraag inzake gemotoriseerd verkeer over de parkbrug door onderzoeks-

bureau Nipo aan de burgers zou zijn voorgelegd, zou de uitslag zijn dat 97% van de ondervraagden

tegen gemotoriseerd verkeer over de brug is. Laten wij onszelf niet voor de gek houden! Onze

initiatiefvoorstellen, in gezamenlijkheid met Helmondse Belangen ingediend, zullen wij verdedigen.

Als alternatief voorstel dragen wij aan dat het bevoorradingsverkeer maar het centrum uit

moet via de Veestraatbrug. Een wip over deze brug van 12 m en weg zijn de vrachtauto's! Waarom

moeilijk doen, als het makkelijk kan.

De Helmondse bevolking hecht van oudsher veel waarde aan het stadspark. Het mag u

duidelijk zijn: de Helmondse Seniorenpartij is tegen gemotoriseerd verkeer over de parkbrug en

gaat over tot de orde van de Veestraatbrug!

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Mijnheer de voorzitter! Vanmiddag

kreeg ik het rapport van DHV ten aanzien van de Kasteelbrug. Ik heb geen tijd gehad om het te

lezen.

Vroeger was er een wet van Meden en Perzen. Dat is een wet die nooit ofte nimmer kon

worden teruggedraaid. Toch vond men er iets op. Men heeft de joden toch het recht gegeven zich

te verdedigen en daarmee ging het hele feest niet door. Hier dreigt een beetje hetzelfde te

geschieden. Wij blijven krampachtig vasthouden aan een kanaalscenario dat destijds met heel veel

spoed door de raad is geloosd, zonder dat er eigenlijk voldoende over de consequenties is

nagedacht. Wij hebben misschien met z'n allen een beetje zitten slapen. Met de fout die het college

destijds heeft gemaakt ten aanzien van de Koninginnewal, zijn wij heel gul mee omgegaan. Die

herstellen wij in een keer. Hier, waar toch veel meer belangen spelen, ook in de ogen van de

bevolking, doen wij niets.

Het gaat om een politiek uiterst interessant verhaal. Wij hebben er in deze discussie niet

zoveel behoefte aan om alle argumenten over en weer over tafel te gooien. Iedere partij is in

voorgaande discussies voldoende in geweer gekomen om haar oplossingen aan te dragen. Wij

hebben bij herhaling gesteld, te beginnen in mei en vervolgens bij motie in juli, dat wij de

Veestraatbrug open willen houden. Wij hebben dat oprecht bepleit. Die motie is destijds niet

aangenomen. Dat spijt mij. Tijdens de inspraak in de Gaviolizaal is nadrukkelijk naar voren

gekomen dat dit een redelijke en de meest logische oplossing is. De Veestraatbrug is technisch

gezien in staat het verkeer af te wikkelen. U zult echter een keer moeten slikken en dat moeten

doen. Wellicht bespaart u dan ook nog een verkeersregelinstallatie.

Ondernemend Helinond zal tegen iedere oplossing stemmen, waarbij de Veestraatbrug niet

in oost-westrichting open blijft. Dat hebben wij vanaf mei beweerd en dat blijven wij volhouden.

Het lid TIELEMANS (SDH): Pleit de heer Praasterink voor openstelling in oost-west-

-6- 9 november 1999.

richting voor alle gemotoriseerd verkeer of uitsluitend voor bevoorradingsverkeer?

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): In principe hebben wij het over alle

gemotoriseerd verkeer. Trouwstoeten moeten er ook over kunnen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Dat is een significant verschil met ons standpunt. Wij pleiten

alleen voor openstelling van de brug voor bevoorradingsverkeer.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Voorzitter! Alle zaken met betrekking

tot voorliggend onderwerp zijn besproken binnen en buiten deze zaal. In de gezamenlijke

vergadering van de commissies SO en SBV heeft het college een voorstel voorgelegd, bestaande uit

vijf punten. Met vier punten zijn wij akkoord gegaan. Op één punt heeft de heer Van Heugten op

het laatst een o.i. heel aardig idee gelanceerd. Naast de voetgangers en de fietsers, zou het

bevoorradingsverkeer van oost naar west over de brug moeten kunnen gaan. Zowel in deze zaal als

daarbuiten werd positief op het voorstel gereageerd. Het college heeft dit idee7 gelukkig overgeno-

men, zij het met moeite. De heer Ferwerda refereerde hier al aan.

Gaandeweg zijn er, de eerste gevolgen overziend, toch nog hobbels tevoorschijn gekomen

die opgelost moeten worden. Zo zullen de ontheffingsmogelijkheden voor laden en lossen voor de

bewoners boven de winkels en de horecagelegenheden aan de Kasteellaan nog aangepakt moeten

worden. Dat moet lukken. Wij streven immers een stukje leefbaarheid in de stad na middels

bewoning boven de zaken.

In grote lijnen vindt de CDA-fractie het nu voorliggende voorstel het maximaal haalbare.

Wij zeggen dit met respect voor alle burgers die zich er de laatste maanden voor inspanden om ons

tot een goed besluit te laten komen. Wij zeggen dit ook met respect voor de visie dat het verblijfs-

klimaat rondom het kanaal - van Havenplein tot en met Kasteeltuin - versterkt moet worden. Er

moet een echt verblijfsgebied ontstaan.

Wij hebben er rekening mee gehouden dat de sfeer van de Kasteeltuin zoveel mogelijk

gehandhaafd zal blijven en bewaakt zal worden. Alleen aan de rand van de Kasteeltuin zal verkeer

zijn. Er zullen geen auto's meer zijn tussen De Wiel en de Kasteelbrug.

Wij hebben rekening gehouden met de bereikbaarheid van het centrum (over de havenbrug

van west naar oost). Als wij het aan de winkeliers vragen, blijkt de bereikbaarheid volgens hen

verre van optimaal te zijn. Maar het gaat om meer dan een herinrichting. De VVD is daarop

ingegaan.

Wij hebben rekening gehouden met de toekomstige bewoners van Boscotondo. Vergelijk

het eerste inrichtingsplan eens met het voorstel dat vanavond voorligt!

De studie hoofdwegenstructuur en de integrale structuurvisie centrum zullen in de toekomst

wellicht de dan verantwoordelijke raad tot andere inzichten brengen. Dan zal er wellicht duidelijk-

heid zijn over de Traverse.

In de raadsbijlage staat dat het college op korte termijn overleg zal voeren met o.a. de

provincie om de ontlasting van de Kanaaldijk-Noordwest te maximaliseren. Wij worden daar graag

nader over geïnformeerd.

In een van de laatste punten van het voorstel legt het college aan ons voor dat het

wandelpaden wil opknappen in het Kasteelpark. Dat is een nieuw onderdeel van het voorstel. Wij

vinden het prima dat dit gebeurt, maar pleiten ervoor dat dit punt en andere zaken binnenkort in de

commissie SBV aan de orde komen (uitwerking en financieel plaatje). Het college stelt immers

voor de kosten voor deze maatregel ten koste te brengen van het krediet kanaalzone. Daaraanslui-

tend vragen wij het college om in de commissie SBV de stand van zaken te geven betreffende de

f 15 miljoen, die wij volgens afspraak ten bate van de inrichting van de Kanaalzone zullen

gebruiken. Wat is er voor het bedrag gedaan en wat moet er nog voor gedaan worden?

Ons komt ter ore dat de inrichting van de Steenweg aangepakt zal worden. In 1998 is

afgesproken om dit project naar voren te halen. Het lijkt ons dat er schot in komt. Wij vragen het

college dit zo snel mogelijk aan ons voor te leggen in de commissie SBV, zodat wij ons inzicht in

de materie kunnen vergroten en mee kunnen praten. Daarbij denken wij zeker aan de dekking van

het project.

Wij steunen het voorstel.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel van

mevrouw Jurrius met betrekking tot de Steenweg, maar ik wijs er wel op dat bij de begrotings-

behandeling van vorig jaar en die van dit jaar opnieuw is afgesproken dat het krediet voor de

-7- 9 november 1999.

herinrichting van (een bepaald deel van) de Steenweg naar voren gehaald zal worden en dat de

bekostiging is geregeld in het investeringsprogramma.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Om die reden heb ik gesteld dat wij

daarin opnieuw inzicht willen hebben. Hier en daar komt ons wel eens ter ore dat het geld voor de

kanaalzone voor andere zaken gebruikt wordt dan wij graag zouden zien.

De VOORZITTER: Dat zou niet mogen.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! Na alle uitvoerige beraadslagingen

wordt het hoog tijd dat wij de discussie ten aanzien van de parkbrug afronden. Van onze kant komt

er dus geen herhaling van eerder gehouden betogen over de waarde van het Kasteelpark, een

verkeersluw centrum, de cityring, de bereikbaarheid enz. Wel constateren wij dat het heel

bijzonder is dat een beweging vanuit de stad, heel breed gedragen, het gemeentebestuur tot andere

gedachten en andere plannen heeft kunnen brengen.

Tijdens de commissievergadering van 28 september jl. was ons standpunt dat er geen

autoverkeer over de parkbrug zou moeten gaan. Wij vonden het bespreekbaar om een uitzondering

te maken voor het bevoorradingsverkeer van oost naar west. De vraag is nu of voldoende is

aangetoond dat voor dit verkeer geen andere of een minder gewenste oplossing mogelijk is. Het is

betreurenswaardig dat ik pas vandaag per post de aanvullende notitie van DHV ontving. Deze

notitie is belangrijk, omdat daarin de vragen worden beantwoord die op 28 september zijn gesteld.

Vraag 1 luidde: Met welke techniek wordt geregeld dat alleen specifiek bevoorradings-

verkeer van de brug gebruik kan maken? Het antwoord is: met de paal die nu voor in de Veestraat

staat. De paal sluit normaal gesproken het voetgangersgebied af, behalve 's morgens op werkdagen

tot elf uur en als je met een chipkaart de paal kunt bedienen. Daartoe word je geautoriseerd door de

gemeente. Als ik het niet goed begrepen heb, dan hoor ik het graag. Een vervolgvraag daarop is: Is

het de bedoeling dat de paal uitsluitend met een chipkaart bediend gaat worden of zijn er ook

perioden dat de paal automatisch naar beneden is? Dat laatste lijkt ons niet de bedoeling.

Vraag 2 is eigenlijk veel belangrijker. Over welk bevoorradingsverkeer hebben wij het

precies? Om hoeveel vrachtwagens gaat het? Vanuit de dienst kon op deze vraag geen antwoord

gegeven worden. Logisch zou het zijn dat het gaat om vrachtwagens die het voorste gedeelte van de

Veestraat bevoorraden, een deel van het Havenplein, Kanaaldijk-Noordoost, Kasteellaan, maar ook

de Kegelbaan en de Parkweg. Ook op deze vraag hebben wij vervolgvragen. Is het mogelijk deze

winkels te bevoorraden met kleinere wagens die zonder probleem het centrum via De Wiel kunnen

verlaten? Is er overleg geweest met de betrokken ondernemers? Hoe is hun standpunt terzake?

Hoeveel grotere vrachtwagens blijven er gemiddeld per dag of per week over, die noodgedwongen

via het kanaal het centrum moeten kunnen verlaten?

Het standpunt van GroenLinks is dat de gemeente moet stimuleren dat de bevoorrading

zoveel mogelijk via kleinere vrachtwagens (maximaal 12 m) plaatsvindt en aan tijd gebonden is (tot

elf uur 's morgens op werkdagen of 's nachts). Dit bevoorradingsverkeer gaat via De Wiel het

centrum uit. Als het onverhoopt een gegeven blijft dat enkele winkels met grote vrachtwagens

worden bevoorraad (dat zal hoogstwaarschijnlijk de realiteit zijn) dan is de uitweg via de parkbrug

de minst slechte oplossing. Voorwaarde daarbij is dat het college voorwaarden opstelt ten aanzien

van de vraag welke vrachtwagens wel en welke vrachtwagens niet van de brug gebruik kunnen

maken. Uitsluitend in bijzondere gevallen, die voldoen aan nader te stellen criteria, zal de gemeente

een chipkaart verstrekken, waarmee de chauffeur de paal kan laten zakken. Het gaat dan om enkele

wagens, uitgesmeerd over de gehele dag.

Naar aanleiding van het idee om verkeer over de Veestraatbrug toe te staan het volgende.

Mijn collega en ik hebben uitvoerig de uitvoeringstekeningen nader bestudeerd en ons daarover

laten voorlichten. Als je de plannen goed op je laat inwerken, dan moet je constateren dat het

alternatief van verkeer via de Veestraatbrug ongewenst is. Als je daartoe zou besluiten, dan

betekent dit een ingrijpende wijziging van de plannen die nu in uitvoering zijn.

Wij kunnen ons vinden in het voorstel inzake eenrichtingsverkeer op de havenbrug alsook

in de maatregelen om het doorgaande verkeer van de Kanaaldijk-Noordwest af te krijgen.

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! De discussie gaat over de nieuwe Kasteelbrug (wel of niet

afsluiten) en over de Kasteeltuin (wel of niet gedeeltelijk afsluiten). Maar eigenlijk gaat de discussie

weer over de vraag wat wij willen met het centrum. Deze raad weet al sinds jaar en dag niet wat hij

wil met het centrum. En zolang je dat niet weet, blijf je steeds weer tegen dit soort problemen

-8- 9 november 1999.

aanlopen. Eén van de discussiepunten is dan telkens weer: de auto. Moet deze buiten het centrum

blijven of moet het centrum een soort McDrive worden? In Helmond is gezien de plaats van de

parkeergarages de eerste mogelijkheid al lang niet meer denkaar. De vraag is vervolgens: laten wij

het toe dat automobilisten rond gaan rijden op zoek naar de "beste" parkeerplaats of dat mevrouw

even de winkel inloopt en mijnheer wat rond blijft rijden of sturen wij de automobilist via de kortst

mogelijke weg naar een van de parkeergarages, zodat het centrum een echt verblijfsgebied wordt

voor iedereen? Willen wij dat laatste, dan beperken wij niet de toegankelijkheid van het centrum,

zoals sommige mensen in en buiten deze raad steeds maar weer beweren, maar dwingen wij alleen

een paar mensen om net als andere automobilisten gebruik te maken van de door ons gebouwde,

daarvoor bestemde parkeervoorzieningen. Dit zijn voorzieningen die op de rand van het voetgan-

gersgebied liggen. Dichterbij kan echt niet. Het centrum nog beter bereikbaar maken - zoals het

college schrijft - betekent m.i. dat wij het centrum als een soort McI)rive inrichten.

Het zal duidelijk zijn dat wij kiezen voor het centrum als verblijfsgebied, waarbij autoluw

en waar mogelijk autovrij voorop dienen te staan. Wij zijn dan ook vóór afsluiting van de

Kasteelbrug en indien mogelijk het @zoveel mogelijk bestemmingsverkeervrij -maken van een zo

groot mogelijk gedeelte. van de Kasteeltuin. Kleinere c.q. lagere vrachtwagens kunnen daarin

mogelijk voorzien. De vraag die wij daarbij hebben, luidt: Om hoeveel bestemmingsverkeer gaat

het? Waar bestaat het uit? Op welke tijden is het aanwezig?

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Voorzitter! Wij hebben in eerste instantie het voorstel gedaan

om de Veestraatbrug te gebruiken als uitgang voor het bedienend verkeer. Dat hebben wij warm

aanbevolen. Omdat daarvoor destijds in de raad niet voldoende draagvlak bestond, hebben wij ons

ervoor ingespannen om het nu door het college overgenomen voorstel te realiseren.

Wij gaan onder bepaalde voorwaarden akkoord met het voorstel. Wij keuren in de eerste

plaats het voorstel voorlopig goed, tot de PW205/210 is opengesteld. Ten tweede blijven de

uitgangspunten overeind van de door de raad goedgekeurde cityring, inclusief afsluiting spoorweg

met Vlisco- en West-End-route. Ten derde zal het onderzoek hoofdwegenstructuur moeten

uitwijzen welke mogelijkheden er nog meer aanwezig zijn om ons uitgangspunt - een verkeersluwe

Kanaaldijk-Noordwest - te kunnen realiseren. Op het moment dat er vooral over voorwaarde 1 en 3

meer duidelijkheid is, moet de discussie over de verkeerssituatie op de Kanaaldijk, inclusief de

bruggen, wederom worden geopend. De discussie is wat ons betreft na vanavond niet afgelopen.

Men heeft mij verzocht om mede namens het CDA en de VVD het woord te voeren ten

aanzien van de initiatiefvoorstellen die vanavond voor ons liggen. Wij hebben met enige verbijste-

ring kennisgenomen van een achttal initiatiefvoorstellen van Helmondse Belangen en de Helmondse

Seniorenpartij. Het is naar onze mening nooit de bedoeling geweest artikel 35, lid 3 van het

reglement van orde op deze manier te gebruiken. Hier kan zelfs van misbruik gesproken worden.

Het bewuste artikel is er uitermate geschikt voor om direct op actuele gebeurtenissen te kunnen

reageren of om te gebruiken wanneer onderdelen van beleid weinig of onvoldoende politieke

aandacht krijgen of zelfs wanneer het college van B. en W. geen voorstel wil doen of geen

behandeling wil van een bepaalde beleidskwestie. Naar onze mening moet artikel 35, lid 3, dat de

mogelijkheid geeft om bepaalde initiatiefvoorstellen te doen, met de nodige zorgvuldigheid gebruikt

worden en het moet zeker niet misbruikt worden om zaken te forceren. Daarbij gaat het in dit geval

om zaken die nota bene nog in behandeling waren en waar op korte termijn over gesproken ging

worden.

Als oudste van de raad wil ik proberen de indieners een goedbedoeld advies te geven. De

gemeente Helmond heeft in het verleden veel bereikt. Er is veel bereikt, omdat ondanks alle

politieke meningsverschillen, telkenmale is geprobeerd de eensgezindheid in de raad zoveel

mogelijk te bevorderen. Die politieke eensgezindheid heeft ons geen windeieren gelegd. Wij

hebben o.a. Den Haag en Den Bosch indertijd platgelopen. Juist omdat wij als argument konden

gebruiken "Zo denkt de gemeenteraad van Helmond erover" werd er naar ons geluisterd en werden

er met succes vele zaken ingevuld. Daar hebben wij heel veel mee bereikt. Iedere Helmonder die

een beetje op de hoogte is van de toenmalige Helmondse situatie, weet hoe moeilijk wij het als stad

hebben gehad. Wat doen Heknondse Belangen en in mindere mate de Heknondse Seniorenpartij?

Ze beïnvloeden, om het zacht uit te drukken, door hun optreden de eensgezindheid en sfeer in deze

raad in ongunstige zin. Zij dienden een initiatiefvoorstel in, terwijl de informatieavond, die wij

mede zagen als een belangrijk stuk inspraak voor de bevolking, nog gehouden moest worden.

Daarbij kwam er een aangepast voorstel van het college, waar wij in de commissievergadering van

28 september jl. nadrukkelijk om verzocht hadden. Na de informatieavond zou het college met een

definitief voorstel komen om het onderdeel te kunnen afhandelen.

-9- 9 november 1999.

Wij hadden alle hoop, mede na de gesprekken na de commissievergadering met de meest

fanatieke actievoerders, dat er overeenstemming mogelijk zou zijn. Het ging immers om een ruil

van 3000 auto's in de Kasteeltuin tegen drie, vier of misschien geen auto's per dag. Dat was de

situatie. Wij zagen het zitten dat er overeenstemming bereikt zou worden. De toezegging was

gedaan door de actievoerders dat erover te spreken was.

In tegenstelling tot hetgeen de fractie van Helmondse Belangen altijd beweert, heeft ze hier

door middel van het initiatiefvoorstel gedemonstreerd dat ze als politieke groepering de bevolking

passeerde. Dat is een heel duidelijke stelling. De informatieavond (die wij ook zagen als inspraak-

mogelijkheid) moest nog komen. De nieuwe voorstellen zouden gelanceerd worden. Desondanks

gaf de politieke partij die in haar vaandel heeft staan dat ze de bevolking raadpleegt, al een schot

voor de boeg. Het is mogelijk dat dit louter en alleen gedaan is vanwege een stuk politieke

profilering. Als alles in deze raad ondergeschikt gemaakt moet worden aan politieke profilering,

dan kunnen wij het wel vergeten. Dan doet iedereen daaraan mee en is zaken doen voor de stad een

bijkomstigheid. Daaraan doen wij niet mee.

Wij zijn altijd bereid geweest met elke positief ingestelde partij - ik benadruk nogmaals dat

ik spreek namens de drie coalitiepartijen - samen te werken, als het belang van de stad en haar

bevolking maar prevaleert. Dat is onze voorwaarde. Het is het goede recht van Helmondse

Belangen om gebruik te maken van artikel 35 van het reglement van orde. Er moet echter geen

misbruik van gemaakt worden.

In mijn betoog neem ik mee het feit dat de ontelbare vragen die schriftelijk door deze partij

aan het college worden gesteld beantwoord moeten worden, terwijl er ook op een andere manier

informatie ingewonnen kan worden. Heeft de partij er wel enig idee van wat dit kost? Heeft ze er

wel enig idee van welke irritaties dit opwekt in de ambtelijke wereld, om van de politiek maar niet

te spreken? Ik vraag het college om een summier overzicht te geven van de kosten en de tijd die

gemoeid zijn met het beantwoorden van tien vragen in één schrijven (dit schijnt tegenwoordig bij

sommigen in te zijn).

Wij als coalitiepartijen zijn het zat om ons langer te laten manipuleren en ons een

werkwijze op te laten dringen die elke voorbereiding uitsluit en met niets of met niemand rekening

wil houden. Dit moet voor de toekomst voorkomen kunnen worden. Wij hebben er lang over

nagedacht, maar als de partij doorgaat op deze weg, dan zijn wij als coalitie van plan - daar zal

vanavond het eerste voorbeeld van gegeven worden - om alle initiatiefvoorstellen af te wijzen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik heb begrepen dat de heer Van Rooij zojuist namens de

coalitie heeft aangegeven dat de coalitie alle initiatiefvoorstellen van Helmondse Belangen en de

Helmondse Seniorenpartij zal afwijzen. Ik heb de naam van de SDH niet horen noemen. Ik put

daaruit enig optimisme ten aanzien van het stemgedrag van de coalitie!

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Ik weet niet of die hoop terecht is, maar de heer Tielemans

mag wat mij betreft zijn optimisme houden.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Ik heb ook nog niets over mijn brieven

gehoord. Ik neem aan dat die nog legitiem zijn.

Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Wij hebben het vanavond over het sluitstuk van

een lange weg, waarin de actiegroep "Doe dè Nie" een heel belangrijke rol heeft gespeeld.

Actiegroep "Doe dè Nie" heeft een aantal zwakke elementen die gaandeweg de besluitvorming

duidelijk werden, aan de orde gesteld. Hier hebben wij tijdens de discussie goed op kunnen

reageren. Daarmee heb ik overigens twee keer "Doe dè Nie" gezegd en daarmee heb ik een zware

omissie hersteld die de heer Rieter bij het college constateerde.

De discussie inzake de herinrichting van de kanaalzone, met name in de uitvoeringsfase,

illustreert hoe complex zo'n ingreep in het centrumgebied is. Misschien hebben wij ons dat als raad

niet genoeg gerealiseerd, toen wij vrijwel unaniem besloten tot deze herinrichting. Wij stelden het

belang vast van de herinrichting met een voor Heimondse begrippen gigantische middeleninzet.

Lang voor er een plan-Boscotondo was, was de herinrichting al volop in discussie. Eigenlijk gaan

aan dit plan meerdere plannen vooraf. Er is geen stukje van de stad dat zo goed tegen het licht is

gehouden als de kanaalzone (in alle mogelijke varianten). Dan nog bleek eigenlijk iedere keer dat

er nieuwe invalshoeken waren, waarmee je naar de kanaalzone kon kijken. Dat onderstreept nog

eens de veelheid van belangen die in de kanaalzone, in het hartje van onze stad, in het geding zijn.

Het is aan de politiek om de verschillende belangen te wegen. Dat is lastig. Wij hebben echter in

-10- 9 november 1999.

eerste instantie heel sterk gekozen voor de kwaliteit van het plan.

Het plan met betrekking tot de kanaalzone diende ertoe om te verbinden. De verbindende

bruggen tussen de oost- en de westkant van de stad waren voorzien als een soort materiële slachting

van de sociale en ruimtelijke barrière die in onze stad aanwezig is. Het moet mij van het hart dat

wij daar eigenlijk allemaal het voordeel van hebben gezien. De bereikbaarheid van het centrum

vanuit de westkant was een belangrijke kern van het plan, ook waar het het autoverkeer betrof. In

menige raadsbehandeling is dit aan de orde geweest. Zelfs bij de afconcludering van het plan is dit

als een dominante kwaliteit van het plan genoemd. Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat dit het

enige belang is. Daarbij zijn gekomen de belangen van de inwoners van Boscotondo. Daarnaast is

er het belang van de horeca, de ondernemers en een distributiecentrum dat op die plek gelegen is

en waar wi .rekening mee moeten houden. Wij beginnen niet vanuit een nulsituatie.

De discussie over de herinrichting van de kanaalzone die met raad en burgers is gevoerd, is

een kwalitatief hoogwaardige discussie geweest, ondanks het feit dat ze stevig gevoerd is. Het

college heeft moeten constateren dat enkele geplande zaken, gegeven de huidige situatie (met name

de verkeerssituatie) materieel gezien niet konden. Ik wijs op de bereikbaarheid van het centrum ter

hoogte van de Kanaaldijk, wanneer het oorspronkelijke plan van een tweezijdig toegankelijke brug

zou zijn doorgevoerd. Tegen dit plan hebben de raad en met name ook de actiegroep "Doe dè Nie"

stelling genomen. Wij hebben andermaal zeer grondig onder de loep genomen wat in dezen relevant

is. Tijdens twee openbare bijeenkomsten (een vergadering van de commissies SBV en SO en een

informatieavond) hebben wij uitdrukkelijk aan de aanwezigen verteld wat de omissies waren in de

oorspronkelijke plannen. De discussie heeft dan ook een meerwaarde gekend.

Op de Kanaaldijk komt veel minder verkeersbelasting en obstructie door verkeer als het nu

voorliggende plan wordt doorgevoerd en eigenlijk ook als het tussentijdse plan dat het college had

geleverd, doorgevoerd zou worden. Dat is winst. Op de verandering van plannen moeten wij niet

terugzien met bitterheid. Ook in de uitvoeringsfase, op het moment dat wij de stenen aan het leggen

zijn, zijn wij bereid op basis van argumenten een discussie te voeren. Dat wij elkaar daarin

misschien niet ten volle overtuigd hebben, blijkt uit de raadsbijlage. Het college vond het andere

voorstel een beter voorstel. Wij worden echter geconfronteerd met de politieke realiteit. Die kan

winstpunten opleveren, met name voor wat betreft het draagvlak in de stad. Dat is buitengewoon

belangrijk voor plannen als die met betrekking tot de kanaalzone. Per slot van rekening zijn dit

plannen ten behoeve van de stad en niet tegen de stad in.

Wij zijn helemaal niet pissig. Wij hebben alleen een andere opvatting over de manier

waarop je de plannen kunt taxeren. Wij vonden het eerdere plan een beter plan. Dat hebben wij

gezegd, evenals wij hebben gezegd dat de in eerste instantie door ons voorgestelde uitvoering

omissies kende. Daar zijn wij heel open over geweest. Ik vind dat dit de manier moet zijn, waarop

wij met elkaar discussiëren. Je moet gaan voor een positie, je positie helder maken, maar op het

moment dat je het niet bij het rechte eind hebt, moet je dat openlijk durven te erkennen. Ik vind dat

dit in voldoende mate is gebeurd.

Ik waardeer het dat de raad ook vanavond een meedenkende houding aanneemt. Er worden

enkele zeer zakelijke vragen gesteld.

Zo wordt er gevraagd wat het betekent als wij het bedieningsverkeer op de Kasteelbrug

toelaten. De exacte omvang van het bedieningsverkeer kan ik op dit moment nog steeds niet

aangeven. Het gaat mij in essentie om de functie. Het gaat om een binnenstedelijk gebied. Dat

gebied moet bevoorraad kunnen worden op minsten§ een drietal plekken: de Veestraat, de

Kegelbaan en de Kanaaldijk-Noordoost. Ter adstructie van hetgeen ik stel, wil ik melden dat op de

Kanaaldijk-Noordoost een belangrijk distributiecentrum is gevestigd. Dat is een belangrijk belang,

waarmee wij rekening moeten houden. Het distributiecentrum moet de gelegenheid hebben zijn

werkzaamheden te verrichten.

De inhoud van het oorspronkelijke plan is zodanig dat, als wij zouden kiezen voor een

verkeersafwikkeling via de Veestraatbrug, deze in verband met de draaicirkels van de vrachtauto's

materieel gezien een onmogelijkheid zou zijn. In die zin heeft de raad tot op het laatste moment

vastgehouden aan de herinrichting van de Kanaaldijk-Noordoost en het Havenplein. Ik hoop de

raad ervan te overtuigen dat wij niet voortdurend aan de gang kunnen blijven om dat ter discussie

te stellen. Daaraan voeg ik een argument toe, dat te maken heeft met omvang en schaal van de

brug. De brug in de Kasteellaan heeft een maatvoering van 14 m met een scheiding van de

verkeerssoorten. Dit is op de Veestraatbrug - die veel smaller is - niet mogelijk. Ik vraag aandacht

voor het feit dat de discussie inzake het autoverkeer uiteindelijk zijn aanvang nam met en vooral

ging over de hoeveelheid auto's die over de brug zou rijden.

9 november 1999.

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! De wethouder weet niet hoeveel auto's over de brug gaan

rijden. Hebben wij het over één of over tien grote vrachtwagens? Als het maar om één of twee

vrachtwagens gaat, dan is het voor een vrachtwagenbedrijf toch wel mogelijk om twee kleinere

vrachtwagens te laten rijden. Als de wethouder niet kan zeggen om hoeveel vrachtwagens het gaat,

kan hij van mij toch niet verwachten dat ik om wellicht een onnozel aantal auto's de hele zaak op

zijn kop ga zetten.

Het lid HESEN (wethouder): Wij zetten niets op zijn kop.

Het lid KLAUS (SP): Jawel, het college wil het bestemmingsverkeer de mogelijkheid geven

om over de Kasteelbrug te rijden, terwijl dat misschien niet noodzakelijk is, omdat het maar gaat

om één grote vrachtwagen. Daarvoor in de plaats kunnen er makkelijk twee kleinere rijden. Als wij

een zakelijke discussie voeren, dan moetje weten wat er aan de hand is.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): De vrachtwagens komen nu ook het

centrum binnen.

Het lid HESEN (wethouder): Materieel gezien is het gebied tussen de Parkweg en de

Havenweg op dit moment een toegankelijk gebied. Het feit dat het thans open ligt en ondernemers

daar hinder van ondervinden en daarover niet klagen, wil niet zeggen dat de functie in het gebied

niet noodzakelijk is. Ik wijs o.a. op het bestaan van het distributiecentrum Van Oorschot, dat per

dag een vijftal grotere vrachtauto's moet afvoeren. Het exacte aantal auto's dat zich beweegt op de

Kegelbaan en de Veestraat, ken ik niet. Het gaat mij om het garanderen van de functie.

Het lid TIELEMANS (SDH): De wethouder zegt dat het centrale bevoorradingsverkeer niet

van oost naar west via de Veestraatbrug afgewikkeld kan worden, omdat de draairuimte te beperkt

is en de breedte niet voldoende is. Hoe ging dat dan vroeger? Vroeger was de draai kennelijk wel

te maken en was de breedte van de brug genoeg om deze te gebruiken voor de afwikkeling van het

bevoorradingsverkeer. Ik neem niet aan dat de brug een metamorfose heeft ondergaan.

Het lid HESEN (wethouder): Wij hebben zeer recent een discussie gevoerd over het

handhaven van het oorspronkelijke plan tussen de Havenweg en de Parkweg. De raad heeft gezegd

vast te willen houden aan de kwaliteit die is vastgesteld. Die staat absoluut niet ter discussie.

Het lid KLAUS (SP): Die staat voor het college niet ter discussie, maar die staat voor mij

wel ter discussie. Als mi.wordt gevraagd een oordeel te geven over het wel of niet over de brug

i

laten rijden van bestemmingsverkeer, dan wil ik dat aan de hand van zakelijke overwegingen doen.

Die geeft de wethouder niet.

Het lid TIELEMANS (SDH): Het een hoeft niet ten koste van het andere te gaan. Ik ga

mee met het college als het zegt dat het persisteert in de stadserffunctie van het gebied tussen

grofweg De Kei en het Havengebied. Dat sluit echter niet uit - zeker als wij het hebben over een

beperkt aantal verkeersbewegingen - dat centraal bevoorradingsverkeer via de Veestraatbrug kan

worden afgewikkeld, tenzij de wethouder mij argumenten geeft waarom dit om technische redenen

niet mogelijk is in de nieuwe situatie.

Het lid HESEN (wethouder): Ik blijf er bij dat, gegeven de herinrichtingsplannen die wij

hebben vastgesteld, een verkeersafwikkeling via de Veestraatbrug onmogelijk is.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Waarom is dit technisch niet mogelijk?

Waarom worden wel de plannen inzake de Zuid-Koninginnewal veranderd? Dat kost ook handenvol

met geld.

Het lid HESEN (wethouder): Laten wij elkaar serieus blijven nemen. De commissies SBV

en SO hebben als uitgangspunt gekozen dat ze vasthouden aan het oorspronkelijke inrichtingsplan

dat was vastgesteld.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Dat heb ik niet gedaan. Ik heb een

motie ingediend om de zaken te blokkeren tot er nader gepraat was.

-12- 9 november 1999.

Het lid HESEN (wethouder): Er ligt een in overgrote meerderheid gegeven advies van de

commissies. Ik pleit ervoor om niet op elk moment dat weer ter discussie te stellen. Het gaat om

een beperkte functie. Het gaat om wat grotere vrachtauto's (met name die voor de distributie van

Van Oorschot van belang zijn). De Kasteelbrug is de beste afwikkelingsvariant.

De heer Rieter heeft enkele zaken aan de orde gesteld, die overigens geschiedkundig gezien

niet helemaal juist zijn. De plannen voor de kanaalzone zijn al lange tijd in voorbereiding, al lang

voordat er überhaupt een Boscotondo-discussie was.

Wat de heer Rieter doet, vind ik buitengewoon eigenaardig. Eerder heeft de heer Rieter

gezegd dat hij het gegoochel met f 15 miljoen op de betrokken plek zuivere geldverspilling vindt,

overigens in weerwil van hetgeen de meerderheid van de raad ervan vindt. Nu doet hij voorstellen

om weer tot nieuwe investeringen en terugdraaiing van investeringen te komen, die natuurlijk ook

consequenties kennen. Ik vind dat de heer Rieter die stap nogal gemakkelijk zet. Daarbij wijs ik

erop dat er in de vergadering van de commissies SBV en SO en tijdens de informatieavond een

duidelijke meerderheid aanwezig was voor de realisering van de brug. Dat kan materieel gezien

eigenlijk niet meer anders. Dat heb ik proberen uit te leggen, maar dat is mij helaas niet gelukt.

De heer Praasteri nk gaat een stapje verder als het gaat om de oost-westtoegankelijkheid van

de Veestraatbrug voor verkeer. Dat standpunt staat lijnrecht tegenover de essentie van de plannen

met betrekking tot de kanaalzone, die zijn geaccordeerd door de raad. Maar dat is niet het

belangrijkste. Wij hebben ook verwachtingen gewekt in de richting van daar aanwezige onderne-

mers en in de richting van de horeca.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Tijdens de bijeenkomst in de Gavioli~

zaal hebben de winkeliers uit de Veestraat allen con amore achter het openblijven van de Veestraat-

brug gestaan. De enige die daar het grote woord voerde, was de wethouder.

Het lid HESEN (wethouder): Jazeker. De raad stelt een beleid vast en dat voer ik uit. Als

de raad een andere visie ontwikkelt, probeer ik toch nog altijd tegemoet te komen aan de daar

aanwezige belangen (winkeliers, horeca, ondernemers Kanaaldijk-Noordoost). De raad heeft dit

overigens ook bepleit in de gezamenlijke vergadering van de commissies SBV en SO. Het voorstel

inzake de openstelling voor verkeer van de Veestraatbrug is dan ook afgewezen.

Het CDA wil een aantal zaken nader uitgewerkt zien. Dat is nodig. Overigens merk ik op

dat het opknappen van het Kasteelpark aanvankelijk was opgenomen in het budget inzake de

kanaalzone. Vanwege een paar optimalisaties heeft de raad eerder besloten dat dit element eruit zou

vallen. Wij komen in de commissie SBV met een uitwerking inzake het op niveau brengen van de

padenstructuur in het Kasteelpark. Dat hebben wij in de Gaviolizaal beloofd aan de burgers.

Ook de heer Raaymakers vraagt om een uitwerking van bepaalde zaken (als de regulering

van het verkeer). Op vragen in dit kader (paal, chipkaart enz.) moet ik nu het antwoord schuldig

blijven. Die zaken betreffen de uitwerking en zullen besproken worden in de commissie.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Uit de discussie in de

afgelopen maanden is wel gebleken dat zowel de Helmondse bevolking als de Helmondse

gemeenteraad het herstel van het Kasteelpark als een hot item beschouwt. Met dat fenomeen zullen

wij in de toekomstige discussie over het opstellen van de integrale structuurvisie centrum terdege

rekening houden. Hetzelfde geldt voor de opmerking van de heer Ferwerda dat wat hem betreft de

parkeervoorziening achter de Hema eschrapt kan worden. Dit kan niet gebeuren op een achterna-

9

middag. In een afgewogen discussie is dit echter wel degelijk een optie, die zich verhoudt tot de

manier waarop wij aankijken tegen het Kasteelpark.

In algemene zin blijkt uit dit heftige debat wel hoe wij worstelen met de discussie over de

bereikbaarheid van de stad en die van het centrum, een discussie die overigens niet is afgerond. Op

die manier moet men de opmerkingen van het college in de raadsbijlage lezen. Wij voorzien,

zonder de wijsheid in pacht te hebben, dat de bruggen die wij nu aanleggen bij Boscotondo en de

Havenweg op termijn in het licht van mogelijk het verdwijnen van het Traverseviaduct en het

verkeersluw maken van de Kanaaldijk een rol kunnen gaan spelen. Dat is niet op dit moment het

geval, maar op de iets langere termijn is dit zeker niet uitgesloten. Wij moeten hierover niet te veel

speculeren. Wij zullen er nader over praten in het kader van de nota hoofdwegenstructuur en de

integrale structuurvisie centrum. Het gaat om heel belangrijke ingrediënten voor een discussie waar

wij met elkaar nog lang niet uit zijn.

Wij voeren momenteel overleg met de provincie. Wij gaan er immers van uit dat de A67 en

-13- 9 november 1999.

een mogelijk iets andere vormgeving van de N266 een rol gaan spelen in het oplossen van de

bereikbaarheidsproblemen van de stad. Wij gaan op korte termijn met de provincie overleggen hoe

wij de aansluiting op de Rochadeweg en van de Rochadeweg op de PW205 vorm kunnen geven,

waardoor deze effectief worden ten aanzien van het verkeersluw maken van de Kanaaldijk. Ik hoop

dat deze zaken in de tijd allemaal bij elkaar passen. Ik ben er nog niet zeker van of wij in staat zijn

om op het moment dat de PW205 af is, alle andere maatregelen afgerond te hebben. Als wethouder

verkeer ben ik allang blij als wij binnen nu en anderhalf tot twee jaar een heldere visie op tafel

hebben over de bereikbaarheid van de stad en van het centrum. Daarover zullen wij nog vele malen

discussiëren met elkaar.

Mevrouw Jurrius wijst op de herinrichting van de Steenweg. Al lijkt dit buiten de orde, ik

denk niet dat dit het geval is. Met de keuze voor de openstelling van de havenbrug in de west-

oostrichting, geef je een functie en een richting aan de Steenweg. Wij gaan op dit moment van start

om in overleg met de ondernemers te bekijken hoe die inrichting eruit moet zien. Daar is op het

investeringsprogramma een bedrag voor geraamd. Wij hebben inmiddels in de afgelopen maanden

geleerd dat wij heel nadrukkelijk moet kijken naar de manier waarop de aansluiting van de

heringerichte Steenweg op de Kanaaldijk vorm moet krijgen. Daar ligt mogelijk een relatie met het

budget van f 15 miljoen 'Voor de herinrichting van de kanaalzone. Voor mij speelt ook een rol dat

op dit moment nog niet duidelijk is welk deel van de Steenweg wij meenemen in de herinrichting.

Ik blijf bij voortduring last houden van een Steenwegdiscussie die slechts gaat tot de Kromme

Steenweg, terwijl de winkelfunctie van de Steenweg zich uitstrekt tot de Wilhelminalaan. Het is

voor mij - daarover is overigens het laatste woord nog niet gezegd - iets meer vanzelfsprekend om

het hele winkelgebied van de Steenweg in de herinrichting te betrekken dan om dat half te doen (tot

de Kromme Steenweg). Ik denk dat het hier een echte inrichtingsdiscussie betreft. Ik zal met

collega Hesen afspreken dat die discussie zich ook in zijn commissie afspeelt.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Het lijkt ons onzorgvuldig om de

Steenweg maar gedeeltelijk aan te pakken. Dat is onlogisch, omdat wij daarmee horeca en

winkeliers van het andere gedeelte tekortdoen. Ik zie daar het voordeel niet van in, tenzij

kostenoverwegingen een rol spelen. Als dat het geval is, moeten wij de zaak herzien.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): In de aansluiting van de Steenweg

op de Kanaaldijk zal in de commissie SBV inzicht worden gegeven. Verder zal daar, neem ik aan,

inzicht worden geboden in het bestede bedrag en de ruimte die daarin nog aanwezig is.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik vind de beantwoording voor wat betreft onze

bijdrage niet bevredigend. Ik heb gepoogd om coöperatief met het college mee te denken. Ik heb

aangegeven dat mijn fractie gisteravond geworsteld heeft en een aantal argumenten heeft ingecal-

culeerd ten aanzien van het hanteren van de Kasteelbrug als brug voor langzaamverkeer, met

uitzondering van het centrale bevoorradingsverkeer. Ik heb daar wat tegenargumenten, bezwaren en

kritische kanttekeningen naast gelegd. Daarop heb ik geen enkele reactie geki@.gen van de zijde van

het college. Daarmee blijven de door mij genoemde argumenten recht overeind staan.

Datzelfde geldt voor het voor ons bespreekbare alternatief van afwikkeling van het centrale

bevoorradingsverkeer via het nieuwe stadserf ter hoogte van De Kei over de Veestraatbrug in oost-

westrichting. In de beantwoording van het college heb ik geen enkel argument gehoord dat

impliceert dat handhaving van de stadserffunctie (waar wij voorstander van zijn) op gespannen voet

zou komen te staan met afwikkeling van een beperkt aantal vervoersbewegingen in het kader van

het centrale bevoorradingsverkeer. Zolang ik daarvoor niet klip en klaar een argument hoor (wij

hebben niet voor niets een dienst stadsbeheer die ons daarover moet kunnen informeren), handhaaf

ik initiatiefvoorstel 1, dat ik overigens al ver vóór de informatieavond (op 6 juli) heb ingediend.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik vind het jammer dat wethouder Hesen niet zo

goed antwoord kan geven op de vraag waarom de Veestraatbrug niet gebruikt kan worden voor de

afwikkeling van bestemmingsverkeer in oost-westrichting. Misschien kan de heer Raaymakers het

antwoord wel geven, want die gaf aan dat kijkend naar het karakter van het plan...

helpen! Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Ik was van plan de wethouder dadelijk wat te

Het lid FERWERDA (D66): Goed zo!

-14- 9 november 1999.

De heer Klaus heeft gelijk. Het gaat hier in feite om de vraag in hoeverre wij al in staat

zijn te zeggen dat wij het citygebied autovrij gaan maken. Wij kunnen dat natuurlijk prima autovrij

maken, op het moment dat wij zulke mooie parkeergarages aan de randen hebben. Dan is het alleen

maar een kwestie van gemakzucht van ons allen dat wij te beroerd zijn om een paar honderd meter

te lopen naar het citygebied. Het gaat hierbij echter om een groeiproces.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Ook wij hebben overwogen

om de Veestraatbrug open te stellen voor bestemmingsverkeer. Het lijkt ons echter dat het

voetgangersdomein er baat bij heeft als het straks één geheel vormt met de heringerichte Steenweg.

Door de Veestraatbrug ontstaat een verbinding tussen Veestraat en Steenweg, waardoor wij een

compacter centrum krijgen. Ga je dit onderbreken, ook als is het alleen maar 's ochtends vroeg

voor vrachtverkeer, dan sneeuw je dat geheel onder. Dat zou jammer zijn. Wij blijven dan ook bij

onze steun aan het collegevoorstel om de Kasteelbrug te gebruiken voor het bestemmingsverkeer.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! Ik dank de heer Van Rooij van harte

voor zijn bijdrage in eerste instantie. Ik beschouw zijn bijdrage als een stemverklaring. Dat maakt

het voor dadelijk wat gemakkelijker.

Het was aanvankelijk de bedoeling dat de brug zowel in oostelijke als in westelijke richting

voor alle verkeer zou worden opengesteld. Het voorstel is nu om de brug nog slechts open te

stellen voor bedienend verkeer. Er is heel veel winst behaald. Men zou kunnen stellen dat wij

daarom voor het voorstel zouden kunnen stemmen, maar ik heb het idee dat het een halsstarrig

vasthouden van het college en de coalitiepartijen is om toch nog een enkele auto over de brug te

laten rijden.

Het lid HESEN (wethouder): Ik maak hier bezwaar tegen. Het gaat mij er niet om een

enkele auto over de Kasteelbrug te transporteren als een soort victorie voor het college. Verre van

dat. Dat is geen instelling. Het plan is breder. De reden waarom wij het plan met elkaar hebben

bejubeld, is dat het een aantal zeer belangrijke elementen - niet alleen in het Kasteelpark, maar ook

in het nieuwe voetgangersgebied - zou toevoegen aan de plek. Dit was een belangrijke kwaliteit

van het plan. Daarbij ging het om bomenrijen. Men weet dat de discussie inzake de brug is

begonnen met een discussie over bomen. Er was een gebrek aan groen op die plek. Er was een

gebrekkig straatmeubilair. Al die elementen maken onderdeel uit van het plan voor de kanaalzone.

Die maken dat er materieel gezien op de Kanaaldijk-Noordoost minder ruimte is om de draaicirkel

te maken als een vrachtwagen bijvoorbeeld van de noordkant rechtsaf naar de Kanaaldijk gaat,

tenzij je inboet op het plan. Daarom hechten wij eraan om vast te houden aan de afwikkeling van

het bedienend verkeer over de Kasteelbrug.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik begrijp uit deze woorden dat afwikkeling via de

Veestraatbrug technisch gezien wel kan, maar dat de wethouder dit liever niet ziet vanwege het

karakter van het plan.

Het lid HESEN (wethouder): De raad heeft gezegd dat hij graag vasthoudt aan het karakter

van het plan.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik stel dit vast, omdat deze uitleg afwijkt van de uitleg die

door de wethouder in eerste instantie is gegeven.

De VOORZITTER: Het gaat om het karakter van het plan en het karakter van de brug.

Het lid TIELEMANS (SDH): Nee, het gaat om de technische uitvoerbaarheid. Ik houd

ervan de zaken te scheiden.

Het lid HESEN (wethouder): Ik heb gezegd dat als men vast wenst te houden aan de

kwaliteit van het plan, het niet kan.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! De heer Van Rooij vond dat wij wat

vroeg met een initiatiefvoorstel zijn gekomen. Ik wijs erop dat de SDH in een nog vroeger stadium

met een te huldigen initiatiefvoorstel is gekomen. Ik denk dat wij als niet-collegepartijen het feit dat

er een actiegroep en een hoop tamtam is geweest en 97% van de Helmondse bevolking tegen

-15- 9 november 1999.

autoverkeer over de parkbrug blijkt te zijn, als basis kunnen en mogen nemen.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Het was de heer Rieter bekend dat de informatieavond

gehouden zou worden. Vlak voor die avond is hij met de initiatiefvoorstellen gekomen, terwijl wij

duidelijk in de commissievergadering gezegd hebben dat de informatieavond niet alleen bedoeld

was voor het verstrekken van informatie, maar dat er ook inspraak kon plaatsvinden. Enkele dagen

voor de informatieavond heeft Helmondse Belangen de initiatiefvoorstellen ingediend.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Dat is niet waar.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Dan moet de heer Rieter de eigen aanbiedingsbrief maar eens

lezen.

Het lid KLAUS (SP): Ik vraag de heer Van Rooij wat er mis mee is als iemand een idee

heeft en hij dit in de openbaarheid brengt, op welke manier dan ook, om daarmee de discussie te

sturen. Dat doet de PvdA natuurlijk net zo goed.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Het was niet de bedoeling het idee in de openbaarheid te

brengen. Het idee was voldoende bekend. De discussie is overal in Helmond gevolgd. Als er dan,

terwijl er een informatieavond gehouden gaat worden, initiatiefvoorstellen worden ingediend, dan

is dat overbodig. Toegezegd was dat het college met een nieuw voorstel zou komen. Het kan echter

dat de initiatiefvoorstellen alleen maar ten dienste hebben gestaan van politieke profilering. Ze

waren niet terzake doende.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Praat de heer Van Rooij nu ook namens het CDA?

De VOORZITTER: Zover is de politieke integratie nog niet voortgeschreden, denk ik. Ik

verzoek de heer Rieter zijn betoog af te ronden.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Wij hebben eind mei een bijzonder prettige

informatiemiddag en -avond gehad in Rotterdam, toen wij hoorden dat mevrouw Riek Bakker in

Helmond zou komen. Vanavond zullen wij daarover naar aanleiding van een volgend agendapunt

nog met genoegen van gedachten wisselen. Wij vinden dat juist vanwege de ingrijpendheid van de

voorliggende plannen, er best een pas op de plaats gemaakt had kunnen worden in het vooruitzicht

dat mevrouw Bakker aan komt stormen.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Mijnheer de voorzitter! Ik vraag de heer Hesen welke

schade het openstellen van de Veestraatbrug tot 's morgens tien uur toebrengt. Mevrouw Houthooft

zei dat dit helemaal niet kon.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Ik heb niet gezegd dat het niet kon. Ik

zei dat de uitstraling van de Veestraat naar de Steenweg toe niet bevorderd zou worden als er

vrachtwagens over de brug zouden rijden.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Dat is juist.

Er zullen best veel mensen 's morgens gaan winkelen. Deze mensen zullen echter de markt

bezoeken. Ik zie geen enkele reden om de Veestraatbrug niet open te stellen voor het uitgaande

verkeer van oost naar west. De ondernemers in de Veestraat willen dat zelf ook.

Als het niet mogelijk is om de Veestraatbrug open te stellen voor bestemmingsverkeer, dan gaat dat

ten koste van iets anders. Dat andere houdt in dat er een diepe ingreep wordt gepleegd aan de

Kasteeltuin. Er zijn bijvoorbeeld bomen gekapt.

Er is weer een diepe ingreep gepleegd aan de rand van de Kasteeltuin. Waarom zijn wij met

z'n allen zo gek om dat toe te laten? Waarom moet dat nou doorgedrukt worden? Laat die brug

toch gewoon een voetgangersbrug zijn. Dan is Boscotondo tevreden. Dan is Helmond tevreden.

Dan is iedereen tevreden.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Voorzitter! Ik begrijp dat de wethouder

vasthoudt aan de kwaliteit van het plan. Het is echter technisch uitvoerbaar dat de Veestraatbrug

gebruikt gaat blijven.

-16- 9 november 1999.

De heer Tielemans en ik zijn het eens over het principe dat de Veestraatbrug open moet

blijven. Daarin kan de een verder gaan dan de ander, maar in principe gaat het erom dat de brug

open moet blijven. Het gaat om een circulatieplan. Men moet zich eens bedenken wat er gaat

gebeuren als de brug niet openblijft. Dan gaat het verkeer over De Wiel en de Koninginnewal.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Zijn mijn mederaadsleden op de hoogte

van de voorstellen die er zijn met betrekking tot de inrichting rondom de Veestraatbrug? Er zijn

niet zozeer problemen met de Veestraatbrug op zichzelf, maar veeleer met de inrichting aan zowel

de kant van het centrum als de kant van de Steenweg. Ik heb de indruk dat zowel de heer

Tielemans als de heer Praasterink daar eigenlijk niet voldoende van op de hoogte is. Wellicht kan

de wethouder daar nader op ingaan. Hij heeft het over het karakter van het plan, maar betreft dit de

stoepstenen of aanplanting met omliggende voorzieningen? Die kunnen het vrachtverkeer vreselijk

veel overlast bezorgen. Als je in het plan gaten schiet, dan kan dat nadelig zijn voor het totale

verblijfsklimaat.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Ik merk op dat ik niet op de hoogte ben

van wat er allemaal speelt. Misschien weten de coalitiepartijen veel meer dan ik weet.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Dat heeft niets met de coalitiepartijen te

maken. Ook de heer Praasterink kan naar de commissie SBV toestappen.

Het lid HESEN (wethouder): Neem me niet kwalijk, maar...

De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij eerst de discussie in tweede instantie van de raad

afronden.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Als er achterliggende ideeën zijn die ik

niet ken, dan zijn er argumenten die niet over tafel zijn gekomen. Ik heb destijds gevraagd om een

pas op de plaats te maken. Ik vond dat in het grote circulatieplan bekeken moest worden wat wel en

wat niet past. Ik betreur het dat ik niet op de hoogte ben van alle gegevens. Wij blijven bij ons

standpunt dat de Veestraatbrug open moet blijven voor gemotoriseerd verkeer.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Voorzitter! Wij geven voorlopige goedkeuring aan de

plannen. De wethouder heeft gezegd dat de discussie niet afgerond is. In de toekomst zijn er nog

zaken genoeg aan de orde die misschien een verbetering, misschien een verslechtering inhouden.

De perspectieven zijn er. Wij gaan ervan uit dat, als de realisering van de cityring gevaar loopt of

niet uitgevoerd zou kunnen worden, dit tijdig tegen de raad gezegd zal worden. Het gaat om een

raadsbesluit. Als wij dit niet kunnen uitvoeren, dan moeten wij geïnformeerd worden, want dat

heeft enorme consequenties. Daarmee verandert de hele situatie.

Technici hebben mij verteld dat, als in de oude situatie een vrachtwagen de Veestraatbrug

op moest rijden, hij op het fietspad kwam. De draaicirkel was zo groot dat de fietsers gevaar

liepen. Ik weet niet hoe de constructie nu zal worden, maar als er een combinatie ontstaat van

ruimte voor voetgangers en fietsers, dan zal m.i. de situatie nog erger worden of de brug moet

verbreed worden.

Wij hebben indertijd het voorstel gedaan om de Veestraatbrug te gebruiken als uitgangs-

basis voor het bedienend verkeer. De heren technici konden zich daarin niet vinden en ook het

politieke draagvlak daarvoor was niet aanwezig. Er wordt nu volop gesproken over gebruik van de

Veestraatbrug door vrachtverkeer, maar de technici hebben mij destijds al verzekerd dat dit in de

oude situatie al niet goed ging, laat staan in de nieuwe situatie.

Ik heb met genoegen geluisterd naar de opmerking van de wethouder dat het mogelijk is dat

de zaak over anderhalf tot twee jaar opnieuw bespreekbaar wordt gemaakt. Daar wachten wij op.

In de richting van de bewoners van Boscotondo merk ik op dat het om een voorlopige

maatregel gaat. Niemand kan de garantie geven dat de brug vrij wordt van gemotoriseerd verkeer.

Als die mogelijkheid zich voordoet, zullen wij dat echter met alle plezier doen.

De uitbreiding van het park staat bij ons hoog in het vaandel.

Ik had graag een reactie gehad op mijn vraag of het college een kostenplaatje kan maken

met betrekking tot vragen die worden gericht aan het college. Daar gaat ontzettend veel tijd aan

verloren. Een kostenoverzicht brengt mensen misschien tot het inzicht dat ze met dit middel heel

zorgvuldig om moeten gaan.

-17- 9 november 1999.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil ingaan op de definitie van het

verkeer waarover wij het hebben. Men heeft het vanavond over "bestemmingsverkeer" en over

'bevoorradingsverkeer". In mijn beleving hebben wij het, als wij het over het kruisen van het

kanaal hebben, over bevoorradingsverkeer. Dat is verkeer dat winkels of magazijnen bevoorraad

heeft en ergens het centrum moet verlaten. Wij hebben het niet over bestemmingsverkeer in de zin

van mensen die voor wonen, werken of winkelen in het centrum moeten zijn.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Is een bruidsstoet bevoorradings-

verkeer?

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Dat is geen bevoorradingsverkeer. Bij bevoorra-

dingsverkeer gaat het om vrachtwagens die spullen afleveren bij winkels. Het voorstel is om een

ontsluiting voor dat verkeer naar buiten toe te laten plaatsvinden via de parkbrug. Het alternatief is

de Veestraatbrug.

Ik heb gevraagd om criteria te ontwikkelen waaraan bevoorradingsverkeer moet voldoen,

wil het gebruik maken Van de overgang over het kanaal. Ik betreur het dat daarop niet echt is

gereageerd. Ik vind dat die criteria moeten worden uitgewerkt, zodat wij in de hand houden wie

van de overgang gebruikmaakt. Ik neem aan dat er een mogelijkheid is dat de gemeente overleg

voert met ondernemers die bevoorraad worden door wat grotere wagens, om daarin te kunnen

sturen. Daarop kan beleid gevoerd worden.

Ook in onze fractie heeft de vraag gespeeld of de Veestraatbrug een alternatief is. Om een

beeld te krijgen van wat mogelijk en wat onmogelijk is, zijn wij naar stedelijk beheer gegaan, waar

de grote tekeningen van het plan aan de muur hangen. Die gelegenheid heeft iedereen. Medewer-

kers hebben ons op een objectieve manier uitgelegd hoe het zit. Wij waren erg enthousiast over het

plan dat nu in uitvoering is, inclusief de inrichting van het erf van Havenplein tot aan het Traverse-

viaduct. Er komen leiplatanen, zitobjecten en een smalle rijbaan, die het mogelijk maakt dat

bevoorradingsverkeer in één richting van Havenplein naar viaduct kan rijden.

Het valt op dat de Veestraatbrug de belangrijkste verbindingsader wordt voor voetgangers

en fietsers tussen het westelijke en het oostelijke stadsdeel, tussen Steenwegkwartier en Veestraat-

kwartier. Die brug wordt daarom aangepast. Het brugdek is gewijzigd. De voetpaden zijn verbreed

met houten vlonders, zodat er in het midden een rijbaan overblijft van 3.50 m. Technisch gezien

kun je de brug natuurlijk in zijn oude staat terugbrengen en de toeleiding naar de brug zo maken

dat je er met vrachtverkeer over kunt rijden, maar de vraag is of wij dat wensen. In het plan is het

heel duidelijk dat het verblijfsmilieu van het stadserf van Havenplein tot viaduct, waarbij in één

richting auto's kunnen rijden, zo is dat je als voetganger voelt dat je er de hoofdrol speelt.

De Veestraatbrug is een heel belangrijke ader in de verbinding tussen oost en west. Op het

moment dat je daar een voorziening maakt voor grote vrachtwagens - ook al zijn het er maar een

paar - dan moet je de inrichting daarop aanpassen. Als men het plan ziet, zal men ervan overtuigd

zijn dat dit een slechte oplossing is. Jammer genoeg ontbreekt die kennis nu, omdat men het plan

nog niet gezien heeft. Het is wellicht aardig om daar nog eens nadere informatie over te geven aan

de commissie.

Als je de Veestraatbrug opent voor selectief bevoorradingsverkeer, dan krijg je een

circulatie via Kegelbaan, Parkweg, rechts de hoek om de Kasteellaan op naar de brug. Daardoor

krijg je ter plekke van twee kanten verkeer. Dat betekent dat je een ander milieu krijgt in het

gedeelte tussen de Veestraatbrug en het viaduct. Daar komt meer verkeer dan wenselijk is. Wij

willen juist het gedeelte van Havenplein tot viaduct het karakter van een rustig verblijfsmilieu

geven. Daarvoor hebben wij gekozen. Ik ben het dan ook eens met de wethouder dat wij aan het

uitvoeringsplan niet moeten tornen.

GroenLinks gaat akkoord met het selectief toelaten van bevoorradingsverkeer op de

parkbrug volgens een systeem waarmee je dat nader kunt regelen en criteria die je daarvoor

ontwikkelt.

Ik doe een oproep aan de raad om wat positiever te worden over de plannen die nu in

uitvoering zijn. Ik passeer dagelijks meerdere malen het gebied. Elke keer zie je weer nieuwe

dingen. Er is iets heel moois aan het groeien en dan hebben wij het nog niet eens over de visuele

vormgeving van de bruggen die in aantocht zijn. Ik heb daar verhalen over gehoord. Ik denk dat

wij straks allen zullen zeggen: Potverdorie, het ziet er hartstikke mooi uit! Laten wij daarop nu een

voorschotje nemen en wat positiever insteken.

-18- 9 november 1999.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): De heer Raaymakers zegt dat het niet mogelijk is dat

het verkeer dat achter de Veestraat uitkomt, via de Kasteellaan de Veestraatbrug op rijdt. Maar het

omgekeerde gebeurt toch ook? Vanuit de Veestraat gaat het verkeer via de Kasteellaan naar de

Kasteelbrug.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Er ligt nu een smal baantje in één richting. Daar

rijden de vrachtwagens die de Veestraat uitkomen. Dat zijn er echter aanzienlijk minder dan

wanneer ook de vrachtwagens van de Kegelbaan en de Parkweg naar de Veestraatbrug zouden

rijden.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Heeft de heer Raaymakers dat gecontroleerd?

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Ja, dat ben ik nagegaan.

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Ik begrijp dat ik voor de echte discussie inmiddels een

medestander heb. Daarvoor spreek ik mijn dank uit aan het adres van de heer Ferwerda. Het zal

nog wel even duren voor'wij die discussie hier echt gaan voeren.

Ik had maar een enkele simpele, zakelijke vraag gesteld. Ik wilde weten om welk soort

bevoorradingsverkeer het gaat, om hoeveel auto's het gaat en op welke tijden die op de brug rijden.

Daarop wordt geen antwoord gegeven. Ik heb het idee dat daar eigenlijk ook geen antwoord op is.

Hoe kunnen wij een plan ontwikkelen, als wij niets eens weten wat wij nodig hebben? Ik was graag

meegegaan in de variant dat er een zeer beperkte mate van bestemmingsverkeer over de brug zou

mogen rijden als er geen andere oplossing is, maar aangezien er geen antwoord is op de vragen die

ik stelde, vind ik dat zaken maar moeten stranden. Ik schat in dat logistiek Nederland de oplossing

zelf wel zal aandragen. Bij de gemeente Helmond is het in ieder geval niet bekend hoe dit zou

moeten of kunnen.

Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Wij vertrokken in de discussie met 3800 auto's

over de Kasteellaan naar Kanaaldijk-Noordoost. Wij zijn nu in de discussie aangeland bij het

openstellen voor beperkt bestemmingsverkeer, waaronder dagelijks een vijftal grotere vracht-

wagens, komend vanaf de noordkant over de Kanaaldijk-Noordoost plus een beperkte verkeers-

stroom vanuit de Veestraat en een beperkte verkeersstroom vanaf de Kasteellaan. De exacte

aantallen heb ik niet paraat. Daarover ben ik open geweest. Ik vind het belangrijk dat de functie

wordt gewaarborgd en er zo min mogelijk schade wordt gedaan aan de kwaliteit van het plan. Daar

ben ik van uitgegaan. Anders dan de heer Praasterink, die ze destijds overigens in het college nog

met genoegen heeft vastgesteld, ben ik niet van mening dat de raad de inhoud van de plannen niet

kent. De plannen zijn voor wat betreft kwaliteit en inhoud uitgebreid bediscussieerd. Ik ben er

heilig van overtuigd dat een aantal belangrijke karakteristieken van het plan bij de raad bekend zijn.

Daarbij denk ik aan het aantal te planten bomen in de kanaalzone. Het ging erom dat wij daar een

stuk kwaliteit zouden terugbrengen naast het stenige karakter dat het gebied nu heeft. Het

voetgangersgebied, het verblijfsgebied moest ook in dat deel van het hart van ons centrum

benadrukt worden.

Wij zijn inmiddels doorgegaan met de uitvoering. Tot op dit moment heeft de raad het

voetgangersgebied tussen de Park-weg en de Havenweg eigenlijk niet ter discussie wensen te stellen.

Het is heel belangrijk dat wij de kwaliteit inzet houden van het heel mooie plan, dat een oppepper

moet zijn voor de hele stad. Als wij daarop gaan inleveren, zelfs als het technisch gezien zou

kunnen, vanwege de afwikkeling van een beperkt aantal vrachtwagens, boeten wij te veel in aan

kwaliteit van een plan dat wij allen bejubeld hebben. Is het dat waard, gegeven het feit dat wij al zo

enorm veel winst boeken in het Kasteelpark door van 3800 auto's per etmaal te gaan naar een

beperkt aantal auto's ten behoeve van het bedienend verkeer en de ontsluiting voor het distributie-

centrum van Van Oorschot? Het zou heel jammer zijn als wij vlak voor de finish op die kwaliteit

zouden inleveren. Het college adviseert de raad aan het plan vast te houden.

Het plan is bekend. Het is in de commissie SBV een poosje geleden toegelicht. Het plan

stond als zodanig niet meer ter discussie. Het is in vele sessies, ook met burgers, ook met de raad,

stap voor stap door wethouder Jonkers tot stand gebracht. Wij hebben een informatieplicht. De

discussie ging vooral over de verkeersfunctie. Voor het overige staat alle informatie met betrekking

tot het vastgestelde bestemmingsplan kanaalzone, inclusief de gemaakte tekeningen, voor de raad

ter beschikking. De raadsleden kunnen die raadplegen.

Ik hoop dat wij uit de hele gang van zaken een belangrijke les voor de toekomst trekken.

-19- 9 november 1999.

Wij zijn misschien heel lyrisch geweest over de eindsituatie die wij wilden bereiken in de

kanaalzone - en dat moeten wij ook blijven - maar waar het om gaat is dat er in een centrumgebied

vele belangen zijn waar tussen gewogen moet worden. Ik hoop dat wij daar in het vervolg, ook als

wij bezig zijn met het opstellen van het bestemmingsplan, nog meer aandacht aan besteden dan wij

in het verleden misschien gedaan hebben.

De VOORZITTER: Dames en heren! Wij moeten ons thans uitspreken over een aantal

initiatiefvoorstellen. Het oudste initiatiefvoorstel is dat van de SDH.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Initiatiefvoorstel 2 is wat ons betreft achterhaald

door de feiten en dus van tafel.

De VOORZITTER constateert dat initiatiefvoorstel 2 van de SDII is ingetrokken.

Het lid TIELEMANS (SDH): Wij hebben gepoogd argumenten uit te wisselen met het

college, zodat er over en weer duidelijkheid zou bestaan over de mogelijkheden en onmogelijk-

heden van de afwikkeling van met name het centrale bevoorradingsverkeer. Voor ons staan twee

dingen centraal. Wij willen in de eerste plaats handhaving en zo mogelijk versterking van de

kwaliteit van de Kasteeltuin. Daartoe levert de beste bijdrage een afsluiting van de Kasteelbrug in

twee richtingen voor gemotoriseerd verkeer. Aan de andere kant wensen wij ook aan de stadserf-

functie tussen De Kei en het havengebied vast te houden. Ons is niet duidelijk geworden dat de

vormgeving daarvan niet zodanig kan geschieden dat de afwikkeling van uitsluitend het centrale

bevoorradingsverkeer toch via de Veestraatbrug kan plaatsvinden. Wij handhaven initiatiefvoorstel

1 .

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Ik neem aan dat daar verder geen

conditie aan zit. De Veestraatbrug moet gewoon open blijven.

Initiatiefvoorstel 1 van de SDH wordt vervolgens in stemming gebracht en verworpen met

21 tegen 12 stemmen.

Tegen stemmen de leden: Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart, Bethlehem,

Hesen, Ferwerda, Damen, mevrouw Houthooft-Stockx, Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hakvoort

Klerkx, Mokadim, Van Rest, Roefs, Bekkers, Naoum, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden,

mevrouw Meinardi en Raaymakers.

Voor stemmen de leden: Klaus, Verbakel, Van de Ven, Tielemans, Wijnen, Smits, Rieter,

Kuijpers, Van Mullekom, Kuypers, Praasterink en mevrouw Lintermans.

De VOORZITTER: Dan is thans aan de orde de stroom initiatiefvoorstellen van Helmondse

Belangen en de Helmondse Seniorenpartij. Het zijn er liefst acht. Welke voorstellen willen de

indieners, gehoord de discussie, nog aan ons voorleggen?

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! Het gaat in eerste instantie om het

eerste initiatiefvoorstel. Op basis van de uitkomst van de stemming daarover wordt overwogen de

voorstellen 2 tot en met 8 in stemming te brengen.

Initiatiefvoorstel 1 van Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij wordt

vervolgens in stemming gebracht en verworpen met 29 tegen 4 stemmen.

Tegen stemmen de leden: Klaus, Verbakel, Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart,

BethIehern, Hesen, Van de Ven, Tielemans, Wijnen, Ferwerda, Damen, mevrouw Houthooft-

Stockx, Kuypers, Praasterink, Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hakvoort Klerkx, Mokadiffl, Van

Rest, Roefs, Bekkers, Naoum, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden, mevrouw Meinardi,

Raaymakers en mevrouw Lintermans.

Voor stemmen de leden: Smits, Rieter, Kuijpers en Van Mullekom.

De VOORZITTER: Mijnheer Rieter, wat wenst u met de overige initiatiefvoorstellen te

-20- 9 november 1999.

doen?

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Wij willen nog één poging doen. Er is een

initiatiefvoorstel dat naar onze mening positief bejegend is door het college. Het betreft initiatief-

voorstel 4, dat beoogt van de Kasteeltuin een gemeentelijk monument te maken. Het zou vertragend

werken om de overige zes voorstellen apart in stemming te brengen.

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Haalt de heer Rieter daarmee het initiatiefvoorstel van

tafel om een stuk Kasteeltuin alleen voor langzaamverkeer open te stellen? Naar mijn idee ging

daar de discussie van vanavond over. Ik vind het vreemd dat de indieners zoveel voorstellen

voorleggen en dan juist het voorstel dat betrekking heeft op de essentie van het onderwerp van tafel

te halen, maar het is uiteraard aan de indieners om te beslissen welke voorstel ze in stemming

brengen.

De VOORZITTER: Ik waardeer uw hulp in de richting van Helmondse Belangen en de

Helmondse Seniorenpartij, maar ik heb geconstateerd dat zij op dit moment daar geen behoefte aan

hebben.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Wij nemen toch ter harte wat de heer Klaus heeft

gezegd. Wij willen de initiatiefvoorstellen 4 en 5 in stemming brengen.

De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat de initiatiefvoorstellen 2, 3, 6, 7 en

8 van Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij zijn ingetrokken.

Er zijn buitengewoon goede voornemens van het college ten aanzien van de Kasteeltuin.

Een formele status als bedoeld in initiatiefvoorstel 4, wijzen wij af.

Initiatiefvoorstel 4 van Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij wordt

vervolgens in stemming gebracht en verworpen met 29 tegen 4 stemmen.

Tegen stemmen de leden: Klaus, Verbakel, Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart,

Bethlehem, Hesen, Van de Ven, Tielemans, Wijnen, Ferwerda, Damen, mevrouw Houthooft-

Stockx, Kuypers, Praasterink, Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hakvoort Klerkx, Mokadim, Van

Rest, Roefs, Bekkers, Naoum, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden, mevrouw Meinardi,

Raaymakers en mevrouw Lintermans.

Voor stemmen de leden: Smits, Rieter, Kuijpers en Van Mullekom.

Initiatiefvoorstel 5 van Helmondse Belangen en de Helmondse Seniorenpartij wordt

vervolgens in stemming gebracht en verworpen met 26 tegen 7 stemmen.

Tegen stemmen de leden: Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart, Bethlehem,

Hesen, Van de Ven, Tielemans, Wijnen, Ferwerda, Damen, mevrouw Houthooft-Stockx, Kuypers,

Praasterink, Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hakvoort Klerkx, Mokadim, Van Rest, Roefs,

Bekkers, Naoum, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden, mevrouw Meinardi en Raaymakers.

Voor stemmen de leden: Klaus, Verbakel, Smits, Rieter, Kuijpers, Van Mullekom en

mevrouw Lintermans.

De VOORZITTER: Dan is thans aan de orde de afhandeling van het collegevoorstel.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! De fractie van Helmondse Belangen zal

consequent als ze was en hopelijk zal blijven tegen het voorstel stemmen.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter! Wij zijn pertinent tegen het voorstel.

Het lid KLAUS (SP): Voorzitter! Wij hadden graag vóór het voorstel gestemd, maar

aangezien wij niet de informatie hebben gekregen die wij wilden hebben, zullen wij tegen het

voorstel stemmen.

-21- 9 november 1999.

Het collegevoorstel wordt vervolgens in stemming gebracht en aangenomen met 21 tegen

1 1 stemmen.

(Het lid Tielemans is tijdens deze stemming niet in

de zaal aanwezig.)

Tegen stemmen de leden: Witteveen, Prinsen, mevrouw Jonkers-Goedhart, Bethlehem,

Hesen, Ferwerda, Damen, mevrouw Houthooft-Stockx, Van Heugten, mevrouw Jurrius-Hak-voort

Klerkx, Mokadim, Van Rest, Roefs, Bekkers, Naourn, Van Rooij, Van der Zanden, Yeyden,

mevrouw Meinardi en Raaymakers.

Voor stemmen de leden: Klaus, Verbakel, Van de Ven, Wijnen, Smits, Rieter, Kuijpers,

Van Mullekom, Kuypers, Praasterink en mevrouw Lintermans.

8. Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan BedriJventerrein Zuid-Oost-Brabant (bijlage

nr. 249).

Het lid ROEFS (CDA): Voorzitter! Voor ons ligt het bestemmingsplan bedrijventerrein

Zuid-Oost Brabant (BZOB). Het is een erg belangrijk bestemmingsplan. Het beslaat in zijn

totaliteit zo'n 200 ha. Daar zal de komende jaren een groot gedeelte van de bedrijvigheid van de

gemeente Helmond geconcentreerd worden. De economie draait momenteel op volle toeren. Wij

zijn ervan overtuigd dat mede daardoor vele bedrijven hun weg zullen vinden naar het nieuwe

bedrijventerrein.

Er is gekozen voor een logische opbouw van het terrein, zodat diverse soorten industrieën

naast elkaar kunnen bestaan en een vestiging kunnen verwezenlijken op het BZOB.

De inrichting van een bedrijventerrein is een complexe zaak en geeft altijd weer aanleiding

tot veel reacties. Waar mogelijk is o.i. aan bezwaren tegemoetgekomen. Wij zijn tevreden met de

toezegging inzake de natuurcompensatie in de ecologische verbindingszone van de Astense Aa en in

de geledingszone Brouwhuis. De agrarische belangen zijn o.i. voldoende gewaarborgd. Wij

vertrouwen erop dat door de milieu- en de geluidscontour de overlast voor de omgeving beperkt

blijft.

Kortom: het nieuwe bedrijventerrein kan bijdragen aan een positieve beeldvorming voor de

gemeente Helmond. Wij wensen het college veel succes met de uitvoering.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! In de commissie hebben wij ons al

positief opgesteld ten opzichte van het bestemmingsplan BZOB, hoewel ik een voorbehoud heb

gemaakt ten aanzien van de boegkavel en de inrichting van de Rochadeweg. Onze fractie wil voor

het voorstel stemmen, maar wij wensen daarbij aangetekend te zien dat wij tegen de boegkavel en

tegen de inrichting van een facility point zijn, waarbij is betrokken een relict van een stukje natuur,

dat o.i. een meerwaarde aan de Rochadeweg zou kunnen zijn.

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! In de commissie heb ik mijn twijfel uitgesproken

over de boegkavel. Na intern beraad vinden wij die toch wel een goede zaak.

Je zou eigenlijk een industrieterrein willen dat je niet ziet, niet hoort en niet ruikt. Niet zien

kan gewaarborgd worden als je alle energie zet op een heel goed bestemmingsplan voor de

geledingszone. Aan niet horen zitten wettelijke regelingen vast. Niet ruiken is echter het zwakke

punt. Ik hoop dat alles goed komt en ga ervan uit dat wij voldoende instrumentarium hebben om dit

op een behoorlijke manier te regelen. Alle nadruk zal komen te liggen op het bestemmingsplan

geledingszone.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! Ik was enthousiast over de behandeling

van het voorliggende voorstel in de commissie SO.

Wij stemmen in met het bestemmingsplan, inclusief de later nog voorgelegde wijzigingen.

Daarbij nemen wij echter mee het unanieme advies van de commissie SO om in de geledingszone

maatregelen te treffen in de vorm van coulissen. Ik hoor graag de toezegging van het college dat

het met dit advies instemt.

De stad rukt op, het landschap wijkt. Een mooi gebied wordt ingeruild voor werkgelegen-

heid, volgens het masterplan dat destijds door de raad is vastgesteld. Het is het waard om dit offer

te brengen.

-22- 9 november 1999.

Het plan heeft in de loop der tijd nogal wat verbeteringen ondergaan. Met name de

milieuaspecten hebben een prominente rol gekregen in de uitwerking van het plan. De ecologische

zone in het beekdal van de Aa en het accent dat daarop wordt gelegd, doen ons veel deugd. De

bedrijven worden landschappelijk ingepast. De milieucontour waarborgt hopelijk dat het een veilig

gebied is binnen genormeerde grenzen van geluidsbelasting en geurhinder. De discussie over het

bos, het boegbeeld en het facility point heeft geleid tot voor ons aanvaardbare oplossingen. Last hut

not least, het exploitatietekort zal waarschijnlijk aanzienlijk worden teruggebracht.

Ik wil een opmerking maken over de toekomst. In de commissie EFP heeft de heer Swinkels

van de afdeling economische zaken al een doorkijk gegeven. De uitgifte van het BZOB gaat zo snel

dat wij eigenlijk nu al zouden moeten beginnen met de ontwikkeling van het gebied ten zuiden van

het BZOB. Wij hebben in het kader van de stadsvisie daarmee niet ingestemd. Wij vinden het op

dit moment voorbarig om al aan die ontwikkeling te werken. Mocht er een moment komen dat op

basis van redenen van werkgelegenheid, economische uitgangspunten en behoefte vanuit het

bedrijfsleven, het zinvol is om voor dat gebied toch de planontwikkeling te starten, dan komen wij

op basis van de dan aangevoerde argumenten terug op de discussie.

In het bestemmin splan BZOB is aan de zuidkant een zone in ontwikkeling die na-

. 9

tuurlecologische waarde heeft. Het ontwikkelen van het gebied ten zuiden daarvan zal los van het

BZOB behandeld moeten worden, zodat deze zone haar ecologische waarde op langere termijn kan

houden.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Veel is al gezegd. De PvdA steunt het

collegevoorstel.

Wi . beoordelen het als positief dat het college op belangrijke punten tegemoet is gekomen

aan de bezwaarmakers. Wij horen de toezegging met betrekking tot het voorkomen van visuele

vervuiling in de geledingszone hier graag herhaald.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Bedrijventerreinen zijn een

noodzakelijk k-waad. Wij hebben die nodig voor de werkgelegenheid en de economische groei van

Helmond. Het BZOB heeft een goed vestigingsklimaat. In het bestemmingsplan is zoveel mogelijk

rekening gehouden met de omgeving. Om ervoor te zorgen dat de bewoners van Brouwhuis zo min

mogelijk overlast ondervinden van het BZOB, verzoeken wij het college het gebied ten noorden

van de Rochadeweg (de geledingszone Brouwhuis) tot een echte groene bufferzone te maken. Wij

kunnen dan met een gerust hart instemmen met het bestemmingsplan BZOB.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! De omschrijving die de

heer Roefs geeft over dit grote en zeer belangrijke bestemmingsplan spreekt mij zeer aan. Het is

voor een stad in de omvang van de gemeente Helmond van het grootste belang dat wij niet alleen

mooie woonwijken bouwen, maar dat wij ook de werkgelegenheid op een goede manier kunnen

accommoderen.

Het feit dat er eigenlijk op dit moment zo weinig echt kritische opmerkingen van uw kant

komen, zegt iets over de procedure die wij hebben gevolgd. Aanvankelijk is er een masterplan

opgesteld, waarvan de uitgangspunten in 1997 met grote steun van de raad zijn geaccordeerd en

vervolgens zijn vertaald in alle juridische spelregels van het bestemmingsplan. Van de zijde van het

gemeentebestuur, maar met name ook vanuit het ambtelijk apparaat is veel energie gestoken in het

wegen van alle belangen die ter plekke een rol spelen. Ik denk dat er nog weinig bestemmingsplan~

nen zijn opgesteld in de gemeente Helmond, waarbij zo intensief overlegd is met alle spelers en

betrokkenen. Als het oordeel van de raad vanavond inderdaad positief uitvalt (inclusief de te

verwachten milieubelasting en milieuafbakening voor woonwijk Brouwhuis), dan beschouw ik dat

als een compliment voor de weg die wij zijn gegaan. Ik breng dat graag over aan de medewerkers.

Het laatste jaar hebben wij gewikt en gewogen waar het ging om de belangen van derden.

Men kan van harte instemmen met de oplossingen voor individuele bezwaren die wij met name naar

aanleiding van de laatste hoorzitting nog hebben kunnen inbrengen.

Een veel groter belang speelt uiteraard waar het gaat om de bewoners van de wijk

Brouwhuis. De commissie SO was uitgesproken eensgezind toen het erom ging dat op dit moment

het zicht vanuit de woonwijk Brouwhuis op het bedrijventerrein een harde confrontatie is. Als je

daaraan iets wilt doen, moet je dat zo dicht mogelijk bij de woonwijk doen. Om die reden - dat

was niet bij verrassing, maar omdat wij erover nadenken - zijn wij de workshops, de planontwik-

keling en de haalbaarheidsstudie van Ballast Nedam ingegaan vanuit het perspectief: wat doen wij

in de geledingszone zelf. Aan de hand van het persbericht heeft men kunnen constateren dat de drie

-23- 9 november 1999.

workshops in ieder geval uiteindelijk geleid hebben tot een gezamenlijk standpunt van de meerder-

heid van de deelnemers. Het inbrengen van een stevige impuls in het groen en in de natuur is voor

de wijk een voldoende compensatie voor het feit dat wij daar hoogstwaarschijnlijk woningbouw

gaan plegen. Ik koppel dit aan de nadrukkelijke voorwaarde van de raad op dit punt. Ik denk dat

wij daaraan tegemoet zullen kunnen komen.

De inrichtingsplannen vergen, voordat ze een besluitvormingstraject ingaan, nog heel wat

nader overleg. Omdat deze zaak zo leeft bij de commissie SO, zal het goed zijn als ik in januari

probeer in een wat vertrouwelijke sfeer de commissie alvast de informatie te geven die ook aan de

bewoners in de groepen is gegeven. Ik heb er zelf behoefte aan de commissie een beetje mee te

nemen in de discussie die is gevoerd, zodat ze een kijkje in de keuken krijgt over wat ze kan

verwachten. Ik hoop de commissie op dit punt gerust te kunnen stellen.

Een aantal commissieleden had twijfels over de waarde van de boegkavel. Ik ben blij dat

men, op de fractie van Helmondse Belangen na, na intern beraad de boegkavel kan accepteren.

Wat doen wij als het BZOB op korte termijn uitgegeven is? Voor het gebied ten zuiden van

de Astense Aa is er nog geen bestemmingsplan en nog geen masterplan. De gemeente Asten heeft

daar de zeggenschap. Wij kunnen alleen maar straks voortborduren op het feit dat in het regionaal

algemeen structuurplan 'daar toch een werkgelegenheidsontwikkeling voorzien is. De discussie

terzake komt een keer. Dat zal niet morgen zijn, maar ik denk ook niet dat die vreselijk lang op

zich zal laten wachten. Het tempo waarin wij in Helmond grond uitgeven ten behoeve van de

werkgelegenheid is immers heel hoog.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik wil ingaan op de toekomstige uitbreiding van

het BZOB in de richting van Diesdonk, nu nog gemeente Asten. Wij vertrouwen erop dat dit

gebied conform het voorstel van gedeputeerde staten aan Helmond wordt toegevoegd. Wij vinden

het een must dat dit gebied bij Helmond komt, juist vanwege de functie bedrijventerrein die er

mogelijk is. Wij kunnen daarmee de groei van werkgelegenheid bundelen in de centrale stad

Helmond. Daarnaast hebben wij een- en andermaal vastgesteld dat de groei van de werkgelegen-

heid, ondanks de positieve impulsen die te bespeuren zijn, nog steeds achterblijft bij de groei van

de bevolking. Daar zijn inhaalslagen te plegen. Het terrein ten zuiden van het BZOB zien wij als

een heel belangrijke potentiële groeilocatie.

De wethouder brengt bij voorliggend bestemmingsplan te berde de geledingszone. Wij zijn

het eens met de ontwikkelingen die zijn gepland en ingekaderd in het masterplan en bestemmings-

plan BZOB. Dat vereist echter wel dat wij heel veel aandacht en zorg schenken aan de kwaliteit en

de groene-bufferfunctie van de geledingszone. Daarmee zeg ik niet dat een zekere mate van

bebouwing van de geledingszone voor ons onbespreekbaar is. Ik heb tijdens de begrotingsbehande-

ling in dit verband de term "overgangmarkerende bebouwing" genoemd. Ik leg me hier echter op

voorhand niet op vast. Dat zal het college overigens ook niet verwachten, want wij kennen de

plannen nog niet eens. Wij horen alleen heel positieve berichten over workshops en een bepaalde

consensus over de richting die de ontwikkeling uit moet. Wij kunnen (dit zeg ik ook in relatie tot

agendapunt 10a) daarmee instemmen, maar wij leggen ons niet op voorhand vast op welke

ontwikkeling dan ook in welke omvang dan ook. Daar spreken wij in januari over.

Voor ons waren in het kader van het bestemmingsplan geledingszone Stiphout op zeer

beperkte schaal bespreekbaar twee bouwkavels. Daar lag toen een taboe op. Dat kon niet.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Bij de provincie met name.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ook de gemeente heeft gezegd dat ze geen verdere ontwikke-

lingen zou initiëren, gelet op de opstelling van de provincie.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Maar kende de heer Tielemans de

opstelling van het college?

Het lid TIELEMANS (SDH): Ja, daarom herinner ik de wethouder er graag aan. Wat je

vandaag niet binnenhaalt, kun je misschien overmorgen binnenhalen. Ik zie dan ook graag dat de

wethouder het dossier revitaliseert, zeker gelet op de ontwikkelingen die in de geledingszone

Brouwhuis aan de gang zijn. Overigens begrijp ik dat het college het dan niet heeft over twee, maar

over meer kavels.

Het lid KUIJPERS (HSP): Voorzitter! Wij zijn vóór het bestemmingsplan. Wij zijn erg blij

-24- 9 november 1999.

dat tot tevredenheid van allemaal de zaken opgelost zijn. Dat is natuurlijk ook te danken aan de

ambtenaren. Die hebben er veel zorg aan besteed.

Wij zijn bijzonder blij met het feit dat op de Heitveldweg een zeer goede regeling is

getroffen voor de heren Pijnenburg en Relou.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik ben een beetje in de war geraakt door de reacties

van twee collega's. Ik meende van de VVD-fractie begrepen te hebben dat ze min of meer als

voorwaarde stelt dat de geledingszone Brouwhuis een echt groene buffer moet worden. Sluit de

VVD-fractie daarmee het villaplan uit?

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Dat sluiten wij niet uit. Dat plan is

ingebed in de groene buffer, stond in het persbericht.

Het lid VERBAKEL (SP): Ik meen mij te herinneren dat de SDH-fractie zich bij de

algemene beschouwingen duidelijk heeft uitgesproken tegen het zogenaamde vilfaplan.

Het lid TIELEMANS (SDH): Wij hebben toen gezegd dat een massieve bebouwing op dit

moment niet onze voorkeur heeft. Wij keren ons niet tegen een bepaalde vorm van verweving van

wonen in de groene buffer, mits het een het ander versterkt.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Ik ben het met de heer

Tielemans eens waar het gaat om het accommoderen van de werkgelegenheid. Dat is een punt van

aandacht. Wij hebben meer ruimte om de woningbouw te verzorgen dan wij op termijn hebben

voor de werkgelegenheid.

Ik dacht toch even dat de heer Verbakel gelijk had, toen hij opmerkte dat de heer Tielemans

wat kritischer was tijdens de algemene beschouwingen dan hij nu is. Ik waardeer het echter zeer dat

de heer Tielemans zich nu heel duidelijk uitlaat over zijn opvattingen inzake de geledingszone

Brouwhuis. Het is goed dat daar consensus over komt.

De heer Tielemans heeft mij ietwat scherp bevraagd over de twee woningen in de geledingszone

Stiphout. De gemeente was daar echter niet tegen. Na de zoveelste poging bij de provincie hebben

wij het opgegeven. Als hij erop wijst dat dit voor hem niet einde discussie is, dan merk ik op dat

zich misschien nog wel eens nieuwe mogelijkheden voordoen. Voor ons is het van belang dat wij

bij de inrichtingsplannen van de geledingszone Brouwhuis nu wel de support van de provincie

krijgen. Een voorzichtige, oriënterende verkenning richting provincie heeft tot op heden, in het

stadium waarin wij nu zijn, positieve geluiden van de kant van de provincie opgeleverd. Dat zegt

niet alles. De provincie is zo nu en dan een groot, log lichaam. De ene discipline kijkt wel eens

anders naar een zaak dan een andere. Wij hebben echter toch de verwachting dat wij verder kunnen

met de plannen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik gezegd: "Dit neemt

niet weg dat de SDH-fractie initiatieven om wonen aan het water te bevorderen graag ondersteund,

maar dan wel op geschikte locaties." De manier waarop ik ons standpunt heb verwoord, is alleszins

genuanceerd.

Zonder stemming wordt, met inachtneming van de door de fractie van Helmondse Belangen

in eerste instantie gevraagde aantekening, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en

wethouders besloten.

9. Voorstel tot het definitief vestigen van voorkeursrecht ex artikel 2 Wet voorkeursrecht gemeenten

op percelen Geleiden in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuid-Oost Brabant (bijlage nr. 242).

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

10. Voorstel tot het nemen van een voorbereidiusbesluit voor:

a. 'Omeving Geledingszone Brouwhuis" (bijlage nr. 245);

b. "Herziening Centrum 't Hout/Hoofdstraat woningen" (bijlage nr. 244);

c. "Herziening Molenstraat/omgeving Tiendstraat en Burgemeester Van Houtlaan" (bijlage nr.

246);

-25- 9 november 1999.

d. "Omgeving Voorstadhalte 't Hout, fase l' (bijlage nr. 247).

Het lid FERWERDA (D66): Voorzitter! Mijn opmerking betreft punt 10a. Waarom is als

derde uitgangspunt opgenomen dat het plan woningen aan het water zal omvatten en voorziet in een

behoefte van de markt. Als je dit niet opneemt, is er in mijn ogen niets aan de hand. Ik lees in het

persbericht dat de jachthaven niet doorgaat. Hoe zijn deze twee zaken met elkaar te rijmen?

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! De manier waarop de

hoofdlijnen van het ontwerpmasterplan van de geledingszone Brouwhuis tot stand zijn gekomen, is

een perfect initiatief. Samen met de meest betrokkenen, de bewoners van Brouwhuis, is gekomen

tot een plan dat uitvoerbaar is en de nodige bescherming biedt aan de bestaande woonwijk. Wij

stemmen dan ook in met het voorstel onder punt 10a.

Het is heel prettig dat de wethouder heeft toegezegd dat ze op korte termijn een voorlichting

zal geven over de stand van zaken en de wijze waarop de samenwerking verlopen is met de

deelnemers aan de workshop.

Het lid KUYPERS (Ondernemend Helmond): Voorzitter! Ik wil een opmerking maken over

punt 10b, dat drie punten betreft. Op Hoofdstraat 122 worden appartementen gebouwd met een

doorgang voor het langzaamverkeer. Verder vindt er op Beukehoutstraat 42 een beperkte uitbrei~

ding van het medisch centrum plaats. Op Hoofdstraat 119 beoogt de planherziening een horeca-

voorziening of andere commerciële invulling. Over het laatste punt hebben wij een paar vragen.

Als er op de locatie een horecavoorziening wordt beoogd, welke omvang heeft deze dan? Als er

geen horeca komt, wat is dan de andere eventuele invulling? Komt dit punt terug in de commissie

of eventueel in de commissies?

Wij hebben een vraag met betrekking tot de realisering van het besluit. Wordt er in de

voorkomende werkzaamheden ook rekening gehouden met andere factoren, zoals reconstructie

Hoofdstraat, rioleringsplan en gereedkomen BrandevoortsedreeP. Voorzover ik uit de antwoorden

van de wethouder tijdens de commissievergadering SO van 25 oktober jl. en tijdens de inspraak-

avond aangaande dit onderwerp van 3 november jl. heb begrepen, worden werkzaamheden, vooral

voor wat betreft het verbreden van de Hoofdstraat, zo dicht mogelijk bij elkaar uitgevoerd. Is dit

juist?

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik wil citeren uit mijn bijdrage tijdens de

begrotingsbehandeling. Op 14 oktober tijdens de tweede termijn hebben wij gezegd: "Evenals in

Stiphout zijn wij in Brouwhuis bereid om een beperkte en overgangmarkerende woningfunctie in de

geledingszone op zijn merites te beoordelen, maar niet uitsluitend op grond van exploitatieoverwe-

gingen.

Het lid KLAUS (SP): Twee of tweehonderd villa's?

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik heb me niet uitgelaten over aantallen. Ik vind het een

beetje kinderachtig om dat nu te doen.

Het lid KLAUS (SP): Tweehonderd villa's kun je niet beperkt noemen.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik heb niet gezegd dat wij ons verbinden aan tweehonderd

villa's.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! Wij vinden het open planproces dat zich

tot nu toe met betrekking tot de geledingszone Brouwhuis heeft ontwikkeld. een goed initiatief en

wachten nieuwsgierig de nadere informatie af over wat tot nu toe is bereikt. Het is heel duidelijk

dat wij met het vaststellen van het voorbereidingsbesluit in inhoudelijke zin nog geen enkel

uitgangspunt kiezen, behalve hetgeen in de raadsbijlage staat. Wij hebben eigenlijk dezelfde vraag

als de heer Ferwerda met betrekking tot hetgeen in het persbericht staat.

In de raadsbijlage staat niets over de toepassing van artikel 19 WRO/50 WW. Dat is een

heel goede zaak. Daarmee spreken wij af dat wij dat deel van de Wet op de ruimtelijke ordening nu

niet toepassen.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! De heer Raaymakers zegt dat wij met het besluit dat

-26- 9 november 1999.

voorligt onder punt 10a geen enkel uitgangspunt kiezen. Ik meen toch begrepen te hebben dat als

het villaplan niet aan de orde zou zijn, dit voorbereidingsbesluit niet aan de orde zou zijn. Het een

vloeit uit het ander voort. Ons probleem is dat wij geen voorstander zijn van het villaplan. Wij zien

dit voorbereidingsbesluit toch op z'n minst als een intentieverklaring. Wij hebben dan ook geen

behoefte aan het voorbereidingsbesluit.

Overigens is volgens mij vermeldenswaardig dat ons standpunt voor wat betreft de

geledingszone heel aardig spoort met het raadsbeleid dat in 1994 in het bestemmingsplan is

vastgelegd.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Ik kan de raad

verzekeren dat, als er geen gezamenlijk initiatief lag van Ballast Nedam en de gemeente Helmond,

het voorbereidingsbesluit onder punt 10a nu niet zou voorliggen. Het enige dat wij dan zouden

kunnen doen, is het uitvoeren van het bestaande bestemmingsplan geledingszone Brouwhuis,

voorzien van de nodige financiële middelen. Het initiatief van Ballast Nedam doorkruist de

uitvoering van dat bestemmingsplan. @ Daar waren wij ook nog niet zo vreselijk actief mee bezig.

Dat bezwaar is met name vanuit de wijk bij herhaling naar voren gebracht. De aard van het

voorbereidingsbesluit is om de raad in kennis te stellen van een gezamenlijke initiatief, waarin de

woningen heel wezenlijk zijn. Omdat het nog geen concreet bouwplan betreft, is er nog geen

sprake van een nadere uitwerking ontwikkeling bouwplan. Het gaat puur om een beschermings-

constructie, om ongewenste ontwikkelingen tijdens het verder uitwerken van de haalbaarheidsstudie

te kunnen voorkomen. Dat is het enige dat wij met het voorstel beogen.

Er is een verschil tussen het allereerste initiatief, waarmee Ballast Nedam naar de gemeente

is gekomen en de ontwikkeling die ik nu signaleer. In het allereerste initiatief, dat dateert van twee,

drie jaar geleden, was sprake van een combinatie van wonen aan het water en een jachthaven.

Gaandeweg de workshops is echter ook bij Ballast Nedam het inzicht gegroeid dat de ontwikkeling

van de jachthaven in de omvang die iedereen op het netvlies stond, niet is te combineren met een

groene inrichting van het gebied. Die zaken staan bijna haaks op elkaar. Wij hebben ons dan ook

gefocust op het wonen aan het water. Het is heel erg nodig dat wij de commissie de informatie uit

de workshops geven, zodat men beter begrijpt wat ik bedoel. Het beetje commerciële karakter dat

aan het woord 'jachthaven" kleeft, moet men uit zijn hoofd zetten. De ontwikkeling richt zich op

een groot stuk natuurinbreng, waarin woningen vrij verspreid en verweven komen te liggen.

Ten aanzien van punt 10b constateer ik dat wij waar het gaat om het bouwen voor ouderen

nog heel wat moeten presteren in de gemeente Helmond, omdat ook bij de informatieavond over de

betrokken bouwplanontwikkeling de belangstelling in de zaal overweldigend was. De meeste

mensen moesten staan. Het plan is nu al vier of vijf keer overtekend. Dat geeft aan dat de kwaliteit

van het bouwplan van hoge aard is en dat de animo groot is.

Het is de bedoeling dat aan de kant van de Hoofdstraat 119 een horecavoorziening van zeer

bescheiden omvang komt, primair gelieerd aan de squashhal zelf. Mocht deze voorziening niet

totstandkomen, dan is er voor een klein stuk van de kavel de mogelijkheid om daar in de richting

van commerciële activiteiten en horeca iets te ontwikkelen. Wij hebben daar op dit moment geen

concrete plannen voor. Wij beginnen uiteraard te praten met de eigenaar van de squashhal.

Voorliggen de mogelijkheden die het bestemmingsplan ons in de onderhandelingen biedt. De

horeca vormt qua omvang geen concurrentie voor de horeca die daar direct in de buurt aanwezig is.

In 't Hout woedt een permanente discussie over het opknappen van het oude winkelcentrum

en de herinrichting van de Hoofdstraat. Dit bouwplan heeft zijn eigen dynamiek. Wij hebben

kenbaar gemaakt op de informatieavond dat direct vóór of direct na de bouwvakantie de bouw van

de woningen start.

Ik heb vanmiddag overleg gevoerd met de commissie verkeer uit 't Hout. Wij hebben

vastgelegd dat wij de herinrichting van de Hoofdstraat ter hand zullen nemen eind 2000, begin

2001, zodat de herinrichting van de Hoofdstraat afgerond is op het moment dat de Brandevoortse-

dreef in functie komt in de loop van 2001. Ik ben heel helder. De herinrichting zou op zich in de

tijd anders kunnen geschieden, maar ik wens op geen enkele manier de rijkssubsidie voor de aanleg

van de Brandevoortsedreef in gevaar te brengen. De Brandevoortsedreef moet derhalve onmiddel-

lijk na realisatie de functie en capaciteitbenutting krijgen waarvoor die beoogd is. Er wordt nog

bekeken of de rioolcapaciteit het toelaat dat wij de uitbreiding daarvan met een jaar uitstellen. Als

dat het geval is, dan denken wij in één keer de uitbreiding van de riolering en de herinrichting van

de Hoofdstraat ter hand te kunnen nemen. Dan hebben wij het volledige financiële plaatje in beeld

en de kans gehad om met de wijk nog een aantal malen te overleggen over de vormgeving van de

plannen.

-27- 9 november 1999.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder bevestigt wat ik in eerste instantie heb

gezegd. Het voorbereidingsbesluit zou niet aan de orde zijn geweest zonder het plan van Ballast

Nedam. De wethouder bevestigt ook dat dit een doorkruising is van het bestaande beleid. Wij

willen dan ook aangetekend zien dat wij tegen punt 10a zijn.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter! Het is de bedoeling tegelijkertijd de

riolering uit te breiden en de Hoofdstraat herin te richten. Is het niet wenselijk dat er eerst een

periode van inkuiling plaatsvindt? Je krijgt anders onherroepelijk een verzakking in het wegdek.

Dat heb ik al vaak meegemaakt. Wellicht is een noodvoorziening op zijn plaats.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Verzakkingen zijn niet

mijn deskundigheid. Ik denk dat wij het werk zo moeten faseren dat de kwaliteit van wat er

terugkomt, gewaarborgd is.

Het lid HESEN (wethouder): Voorzitter! Wij vervangen vele rioleringen in de stad. Mij is

er niets van bekend dat dit niet goed gaat.

Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders

besloten.

De leden van de fractie van de SP verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat

zij zich niet hebben verenigd met de genomen beslissing voor wat betreft 10a.

Voorstel tot vaststelling van de bestuursopdracht "Integrale structuurvisie centrum" alsmede het

beschikbaar stellen van een krediet voor de externe inzet van het proces (bijlage nr. 250).

Het lid KLERKX (CDA): Voorzitter! In de laatstgehouden vergadering van de commissie

SO is de voorliggende bestuursopdracht uitvoerig aan de orde geweest. Onder leiding van prof.

Riek Bakker heeft het Bureau van Riek (BvR) zich uitvoerig gepresenteerd en is uiteengezet hoe het

bureau deze opdracht wil aanpakken. Het opstellen van een integrale structuurvisie centrum zal, zo

zal later ongetwijfeld blijken, van eminent belang zijn voor de verdere ontplooiing van onze stad,

maar zeker van het centrum. Het is daarom een belangrijk besluit dat wij vanavond moeten nemen.

Het krediet (f 2 miljoen) dat het college aan de raad vraagt, is fors. Het is een pittig

prijskaartje. In het investeringsprogram is daar rekening mee gehouden, maar dat vrijwaart ons er

niet van om dit krediet zomaar te accorderen. In onze fractie hebben de volgende overwegingen een

rol gespeeld.

Wij merken op dat al diverse plannen inzake het centrum deze raad gepasseerd zijn. Enkele

jaren geleden lagen er het bestemmingsplan centrum en het bestemmingsplan kanaalzone. Onlangs

was er nog de kernstadsvisie, waarin als speerpunt van beleid is vastgelegd de integrale aanpak van

ons centrum. In feite zijn al deze plannen gebaseerd op het algemeen structuurplan uit 1991.

Meerdere malen, en dat al jarenlang, hebben wij gediscussieerd over allerlei plannen. Wij hebben

onze ambities vastgelegd in de zojuist genoemde nota's. Wat is de nuchtere constatering op dit

moment? De plannen voldoen, hoe goed ook bedoeld, 'niet aan de verwachtingen. Met andere

woorden: het centrum ontwikkelt zich niet op de manier die wij met z'n allen graag zouden zien.

Plannen stagneren. Het centrum vertoont negatieve ontwikkelingen. Het gewenste voorzieningen-

niveau wordt niet gehaald en de centrumfunctie die Helmond ten opzichte van de regio zou moeten

vervullen, laat te wensen over.

In het laatste Lux Magazine staat een artikel over onze stad. "Helmond. Ik worstel, maar

kom nog niet helemaal boven", luidt de tekst op de omslag. In dit artikel wordt een duidelijke

evaluatie gegeven van onze stad in de laatste twintig jaar. Over het algemeen is dit een positief

verhaal. Er staan lovende woorden in over de durf die deze stad getoond heeft door er niet voor te

schuwen grote namen op architectonisch gebied aan Helmond te binden. Zo zijn er voor Brande-

voort Krier & Kohl en voor Boscotondo Natalini. Er is momenteel veel belangstelling van

architectonische zijde voor Dierdonk, Boscotondo en Brandevoort. Maar volgens het magazine laat

een bezoeker aan onze stad het centrum links liggen.

Wij hebben veel aan het papier toevertrouwd, maar op de een of andere manier werkt het

niet. Kennelijk zien investeerders er geen brood in. Juist om te achterhalen waarom het niet werkt,

is het een goede zaak dat door BvR dit probleem geanalyseerd wordt. Het bureau zal de gemaakte

-28- 9 november 1999.

plannen naast elkaar leggen en met elkaar vergelijken. In de commissievergadering hebben wij

ingebracht dat wij wel vinden dat met een zeker respect omgegaan moet worden met de reeds

vastgestelde nota's, omdat die na zorgvuldig beraad door de raad zijn vastgesteld. Wij zijn uw

college ervoor erkentelijk dat onze opmerking in de verbeterde raadsbijlage is meegenomen. Er

staat: "Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van kennis en inzichten

die binnen en buiten het bestuurlijk apparaat aanwezig is en van bestaand materiaal.' Wij zijn

ervan overtuigd dat wij na de analyse (fase 1) wederom voor moeilijke beslissingen komen te staan.

Ongetwijfeld zal door het bureau geconstateerd worden wat wel en wat niet haalbaar is. Het zal ons

een spiegel voorhouden en de raad zal de moed moeten opbrengen om eventueel niet haalbare en

toch vastgestelde ambities aan de kant te zetten. Deze analyse is voor onze fractie een van de

redenen om positief tegenover het krediet te staan. Wij halen, net als bij eerder genoemde grote

projecten, iemand met naam binnen. Met de commissie SO hebben wij een van haar projecten - de

Kop van Zuid in Rotterdam - mogen bezoeken. Overigens heeft zij niet alleen daardoor, maar ook

door projecten in andere steden in ons land, een geweldige reputatie opgebouwd.

Wat ons bijzonder aanspreekt, is dat dit bureau de plannen, die na een goed communica-

tietraject doorlopen te hebben, op de rails worden gezet, ook daadwerkelijk mee zal realiseren. Het

zoeken naar realistische'planconcepten, die duurzaam zijn en waar investeerders vertrouwen in

hebben, spreekt ons eveneens zeer aan. Daar heeft het wellicht de laatste jaren in ons centrum aan

ontbroken. Het doel van prof. Bakker is om van Helmond het kloppende hart van de regio te

maken op dezelfde wijze waarmee ze op diverse plaatsen in het land al veel succes heeft geboekt.

Het blijft niet alleen bij plannen maken. Ze zorgt ook voor investeerders. Ze weet kennelijk als

geen ander deuren te openen om plannen te realiseren. Dat spreekt ons zeer aan.

Tijdens de commissievergadering hebben wij onze ambities met betrekking tot het centrum

niet meer herhaald. In totstandgekomen nota's liggen die voldoende vast. Het is aan BvR om daar

zoveel mogelijk aan tegemoet te komen. Aan het eind van de commissievergadering zei iemand (ik

meen de heer Raaymakers): Je gelooft erin of je gelooft er niet in. Voorzitter, wij geloven erin!

Wij hebben er vertrouwen in dat BvR, om met de woorden van Riek Bakker te spreken, het

vliegwiel zal worden om samen met alle betrokkenen het centrum de allure te geven die bij onze

stad past en die ze verdient.

Het moge duidelijk zijn dat wij van harte voorliggend voorstel ondersteunen. Wij hebben er

vertrouwen in dat ook hier het spreekwoord geldt: de kost gaat voor de baat uit. Later zal wellicht

geschreven worden: Helmond. Ik heb geworsteld met het centrum en het is er helemaal bovenop

gekomen!

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik wil de heer Klerkx twee vragen stellen.

De heer Klerkx geeft aan dat er al heel wat plannen de revue zijn gepasseerd, die door bekwame

mensen zijn opgesteld en die op integrale wijze tot stand zijn gekomen. Denkt het CDA dat wij nu

de finale plannenmaker, laat ik zeggen de moeder aller plannenmakers, te pakken hebben?

Terecht wijst de heer Klerkx erop dat het om een heel fors bedrag gaat. Het gaat om f 2

miljoen. Als uit het onderzoek een advies voortvloeit, heb je dan nog wel de moed om zo'n duur

advies naast je neer te leggen?

Het lid KLERKX (CDA): De heer Verbakel is het met mij eens dat wij al veel plannen

hebben gemaakt voor het centrum. Ik meen dat hij zelf in een commissievergadering ook heeft

gezegd dat zaken niet verlopen zoals ze zouden moeten verlopen. Daar zijn wij het allen over eens.

Het gaat nu om een bureau dat zijn verdienste in Nederland op heel moeilijke punten heeft

bewezen. Dan mag je toch het vertrouwen uitspreken dat wij in BvR hebben. Wij denken dat wij

gaan samenwerken met een bureau dat niet alleen de plannen kritisch naast elkaar legt, maar dat

ook de weg weet - dat is bewezen - om investeerders te vinden. Dat is een enorm pluspunt.

De heer Verbakel heeft gelijk als hij zegt dat f 1,7 miljoen veel geld is. Maar als wij op de

huidige wijze doorgaan met ons centrum, hollen wij achteruit. Met dit bureau hebben wij de kans

dat wij weer op de rails komen.

Het lid VERBAKEL (SP): Ik begrijp dat ik heel moeilijke vragen heb gesteld.

Het lid KLERKX (CDA): Waarom?

Het lid VERBAKEL (SP): Ik heb twee heel duidelijke vragen gesteld. Ik begrijp dat daar

heel moeilijk antwoord op te geven is. De heer Klerkx heeft niet concreet aangegeven of hij denkt

-29- 9 november 1999.

dat wij nu de finale plannenmaker te pakken hebben of dat wij weer een stap zetten in een

voortdurende ontwikkeling. Verder heb ik gevraagd of wij, daar het advies zo duur wordt, straks

de moed hebben om als dat nodig is het advies naast ons neer te leggen.

Het lid KLERKX (CDA): Het is toch onmogelijk om nu te zeggen dat wij de finale

plannenmaker hebben. Wij spreken ons vertrouwen erin uit. Niemand kan van tevoren een garantie

geven. Wie wij ook binnenhalen, wij kunnen nooit zeggen dat dit onherroepelijk tot een eindpunt

zal leiden. Wij hebben echter een groot vertrouwen in het bureau.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! Het medicijn is gevonden. Het Bureau

van Riek zal onze stad, met name het centrum, gaan redden. Ons centrum is ziek. Volgens velen is

het ernstig ziek en zelfs al op sommige onderdelen niet meer te redden. Maar als de nood het

hoogst is, is de redding nabij. Thans wordt voorgesteld om supervisor Riek Bakker een opdracht te

geven, zodat ze ons gaat vertellen wat en op welke wijze wij dat moeten doen. Over het bureau

horen wij niets dan lof. Mevrouw Bakker heeft haar stedenbouwkundige sporen inmiddels al in

diverse steden achter- c.q. nagelaten. Dit is gebeurd met goed gevolg. Dat hebben wij tijdens het

werkbezoek in Rotterdam in mei jl. en tijdens de laatste commissievergadering SO vernomen. Zij

onderscheidt zich met name van anderen, doordat ze tot aan het eind van het proces het project

begeleidt. Als fractievoorzitter was ik razend enthousiast over haar aanpak, die wij in mei hebben

vernomen. Ik heb mezelf ertoe verleid om het college direct na het werkbezoek daarover een brief

te schrijven met het verzoek om zo snel mogelijk BvR in Helmond aan de slag te zetten.

Overigens klopt tekstueel gezien pagina 2 van het voorstel niet. Wij stonden in mei

blijkbaar voor een etalage zonder prijskaartje. Onder het kopje "plan van aanpak" staat dat ná

consultatie van de raadscommissie mevrouw Riek Bakker is benaderd. Volgens mij moet dit zijn:

vóór consultatie. Er was voor de bijeenkomst al goed getafeld met mevrouw Bakker.

Het prijskaartje valt plots toch wel heel erg hoog uit. Het is dure brandstof voor een

buitenboordmotor, een vliegwiel. Het gaat om veel geld voor de zaken die BvR beoogt te zijn in

het planproces. Kwaliteit heeft ook hier zijn prijskaartje.

Als BvR de patiënt beter maakt, dan profiteren Helmond en ook een beetje de regio van een

dynamisch Helinonds stadscentrum. Dan is de investering terecht geweest en zal niemand nog

zeuren over het prijskaartje. Helmond is echter uniek. Dat zal BvR nog wel gaan merken. Als de

buitenboordmotor en het vliegwiel gaan haperen en het hersteladvies ons als raad, college,

ambtenaren, burgers, centrummanagement etc. niet zo dynamisch voorkomt, wat dan? Zitten wij

dan vast aan BvR? Als Riek ook volgens haarzelf geen meerwaarde kan leveren, kunnen wij of zij

dan nog terug? In het voorstel wordt fasegewijze opdracht nagestreefd. Na iedere fase wordt ons

volgens BvR een spiegel voorgehouden. In de fases moeten wij keuzes maken. Naar onze mening

dient bij het ingaan van een nieuwe fase telkens de vraag voor te liggen of wij met BvR wensen of

BvR met ons wenst door te gaan. Hiermee spreken wij overigens geen twijfel over het bureau uit.

Wij willen als bestuurders echter vrijgelaten worden in onze politieke keuzes.

In de commissie SO heeft mijn collega Smits bij mijn afwezigheid een klein voorbehoud

gemaakt bij het voorstel. Misschien kan aanname van het amendement dat ik zo dadelijk zal

indienen, ook andere fracties over de streep trekken. Overigens merk ik op dat een conceptbesluit

bij het voorstel ontbreekt.

Dan dien ik thans het aangekondigde amendement in, dat is ondertekend door de heren

Sinits, Van Mullekom, Kuijpers en mijzelf en als volgt luidt:

`Amendement.

De gemeenteraad van Helmond in vergadering bijeen op dinsdag 9 november 1999,

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van de

bestuursopdracht 'Integrale structuurvisie centrum",

overwegende dat:

A. De opdrachtgever en het BvR een inspanningsverplichting aangaan waarin zij aan-

geven voornemens te zijn tot het eind van het planproces samen te willen werken;

B. De bestuursopdracht max. f 2.000.000,-- incl. BTW doch excl. ambtelijke interne

kosten zal gaan bedragen:

besluit dat:

1. Aan het BvR in eerste instantie een opdracht wordt verleend voor fase 1 ad

f 350.000,-- excl. BTW;

2. Voorafgaand aan de volgende fases telkens een raadsvoorstel zal worden voorge-

-30- 9 november 1999.

legd om tot verdere vervolgopdrachten te komen;

en gaat over tot de orde van de dag."

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Op de eerste plaats willen

wij complimenten maken voor het binnenhalen van een stedenbouwkundige die te goeder naam en

faam bekend is in heel Nederland. Wij zijn ervan overtuigd dat BvR voor Helmond en met name

voor het centrum van Helmond de allerbeste keuze is. Tijdens het bezoek aan Rotterdam en de

eerste kennismaking met mevrouw Riek Bakker waren de meeste leden van de commissie er al van

overtuigd dat haar aanpak goed voor Helmond zou zijn. Dit heeft vooral ook te maken met de

uitstraling en de kordate aanpak die ook weer duidelijk bleek tijdens de toelichting van het bureau

van Riek Bakker in de vergadering van de commissie SO. Daarom vind ik het zo jammer dat de

fractie van de SDH niet aanwezig was tijdens deze commissievergadering en alleen schriftelijk

commentaar heeft gegeven. Een echte discussie is dan niet mogelijk, terwijl de fractie van de SDH

toch altijd blijk geeft van interesse in het centrum. Dat is jammer. Het is een gemiste kans, want

een zo belangrijk gegeven moetje meu alle fracties kunnen bespreken.

Het lid TIELEMANS (SDH): Dat ben ik helemaal met u eens, maar voordat u verder gaat

op uw aanmatigende toontje, wil ik u toch even deelgenoot maken van onze bijdrage op het

hoofdstuk "centrumvernieuwing' tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling in eerste en tweede

termijn. Ik weet niet hoe de VVD acteerde tijdens de eerste en de tweede termijn van de begro-

tingsbehandeling, maar toen vond ik u ten aanzien van juist dit thema de grote afwezige.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Dat kan wel zijn, mijnheer Tielemans,

maar dan hadden wij daarover kunnen discussiëren in de commissievergadering. Dat is het

uitgangspunt.

Het lid TIELEMANS (SDH): Wij hebben in het kader van de begrotingsbehandeling een

debat in twee termijnen gevoerd. Onze fractie heeft uitvoerig en gemotiveerd kond gedaan van haar

standpunt. Als u tijdens de begrotingsbehandeling niet de behoefte heeft om op dat thema in te gaan

noch ons van repliek te dienen, dan moet u nu niet met dit soort flauwe verhaaltjes komen.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Het gaat nu om een nieuw initiatief.

Het is gewoon onze mening dat het jammer is...

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik ben blij dat u ook een mening heeft. Proficiat!

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Voorzitter! Ik wil even ingaan op de

manier waarop wij vanavond bezig zijn. Ik hoor alleen maar opmerkingen in de richting van de niet

in de coalitie deelnemende partijen in de zin van "jullie moeten het zo niet doen" en "wij verwijten

jullie dat". Ik vraag me in gemoede af wanneer ik aan de beurt ben.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Ik heb slechts gezegd dat ik het een

gemiste kans vond. Het is veel prettiger om een discussie.te voeren met alle fracties in de raad.

Het lid TIELEMANS (SDH): Wij hebben een discussie gevoerd over dit thema, die wij

hebben aangezwengeld tijdens de begrotingsbehandeling. U moet geen onwaarheden vertellen. U

moet uw dossiers goed lezen. En nogmaals proficiat dat u eens een keer een standpunt heeft.

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Het bureau van Riek Bakker is

toentertijd niet ter sprake geweest.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik heb uitvoerig in eerste en tweede termijn tijdens de

begrotingsbehandeling over deze zaak gesproken.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Voorzitter! Het irriteert ook mijn

fractieleden de laatste tijd enigszins dat de cultuur lijkt te bestaan dat men niet in de commissie

aanwezig is en de gang van zaken al dan niet schriftelijk probeert te beïnvloeden. Daar heeft men

overigens het goede recht toe. Ik denk dat daar de opmerking van mevrouw Houthooft uit voort is

gekomen.

-31- 9 november 1999.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik constateer dat de coalitie zich vanavond in buitengewone

mate tegenspreekt. De heer Van Rooij doet - ik vind dat een voorbeeldig gebaar - onder verwij-

zing naar vroeger een oproep tot het terug tot leven brengen van de consensuscultuur in deze raad.

Met dit soort kinderachtige pogingen dragen mevrouw Houthooft en mevrouw Jurrius daar op geen

enkele wijze toe bij. De fractie van de SDH heeft alle verwikkelingen van vorig jaar ten spijt, met

name de afgelopen begrotingsbehandeling blijk gegeven van investeren in coöperatie en consensus.

Dat hebben de spreeksters kennelijk niet begrepen. Gecondoleerd.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Mijnheer Tielemans, wij kennen uw

charme om op deze wijze te reageren, maar ik denk dat u best weet wat wij bedoelen en ik hoop

dat uw fractie daar notitie van neemt.

Het lid TIELEMANS (SDH): Ik ben verantwoording verschuldigd aan mijn fractie en niet

aan u. Als u graag mensen de maat neemt, dan doet u dat maar in uw eigen fractie. Daar heeft u de

handen meer dan vol aan.

Het lid mevrouw JURRIUS-HAKVOORT (CDA): Het is niet mijn bedoeling de heer

Tielemans alleen aan te spreken. Ik wilde juist de hele fractie aanspreken. Wij hebben de mogelijk-

heid ons te laten vervangen.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Mijnheer de voorzitter! Mogen wij deze

discussie een keer in het seniorenconvent voeren en niet hier? Ik denk dat wij nu een onwaardige

discussie voeren.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): Die heeft u zelf mee aangewakkerd door over de houding van

de coalitiepartijen te beginnen.

De VOORZITTER: Dames en heren, laten wij alstublieft de hersens erbij houden.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Als de heer Van Rooij - zoals hij via

een gebaar aangeeft - ons weg wil gooien, dan mag hij het nu zeggen, want dan verlaten wij nu de

raadzaal. Als u wilt, houden wij erover op. Ik laat mij niet wegsturen.

Het lid VAN ROOIJ (PvdA): De heer Praasterink beschuldigt de coalitie. Daarop wordt

ingehaakt. Nu zegt hij dat wij moeten ophouden. Ik vind dat er een eind moet komen aan de

persoonlijke aantijgingen.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Iedereen heeft een eigen verantwoorde-

lijkheid. De heer Van Rooij kapittelt de een, mevrouw Houthooft kapittelt de ander, het lijkt wel of

het afgesproken werk is. Dat vind ik een onwaardige vertoning. Ik vind dat iedere fractie zijn eigen

verantwoordelijkheid heeft. Als de heer Van Rooij dan een gebaar van "ga maar" maakt, dan zal ik

wel gaan.

De VOORZITTER: Dames en heren! Laten wij aan deze onwaardige discussie een einde

maken.

Het lid WIJNEN (SDH): Voorzitter, ik wil toch iets zeggen, want onze hele fractie wordt

aangesproken. Ik vind het jammer dat men zo reageert, terwijl van grotere fracties, waarvan

meerdere mensen in de commissie zitting hebben, ook regelmatig iemand,afwezig is. Ik vind het

betreurenswaardig dat wij erop worden aangevallen dat in bepaalde commissies een bepaalde fractie

niet vertegenwoordigd zou zijn. Het is heel gemakkelijk als je met twee of drie mensen in de

commissie zit. Als er dan eens iemand niet is, dan wordt er niets van gezegd. Wij kunnen ook wel

zeggen dat van een bepaalde fractie een bepaalde persoon regelmatig weg is.

De VOORZITTER: Dames en heren! Laten wij er nu alstublieft een punt achter zetten.

Het lid WIJNEN (SDH): Nee, maar ...

-32- 9 november 1999.

De VOORZITTER: Wij zetten er een punt achter. Nu!

Het lid mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (VVD): Voorzitter! Ik verzoek het college de

plannen met forse economische belangen te behandelen in een gecombineerde vergadering van de

commissies EFP en SO. Onze fractieleden die zitting hebben in de commissie EFP zouden mede

dankzij de bezielende toelichting van mevrouw Riek Bakker zonder moeite direct enthousiast zijn

geweest over het plan. Dat zou wat gemakkelijker zijn geweest, want op de huidige manier kost het

ons enige overredingskracht.

Het lid FERV@ERDA (D66): Voorzitter! Ik wil aansluiten bij de voorgaande discussie,

omdat hierin juist het discussiepunt ligt van de brief van de fractie van Sociaal Democraten

Helmond, waarin ze zegt dat het onverstandig of te duur is om BvR in te huren. Dan gaat het mij

om twee zinnen.

De SDH-fractie stelt dat er een cultuuromslag moet komen. Er staat -dat investeren in

cultuurverandering de fractie urgenter lijkt dan investeren in nieuwe plannen. Ik ben het daar

volstrekt mee eens. Maar de ellende is dat dit vanuit het Helmondse zelf niet luk-t. Daar is BvR

juist zo sterk in. Daarom ben ik zo enthousiast over BvR.

Een tweede zin die ik heb aangekruist is: Doen wat we weten en weten wat we doen, is ons

motto. Maar het probleem met het citygebied is nu juist dat wij het niet weten. Hoe krijg je de

ambities met beide benen op de grond? In dat proces speelt in mijn ogen mevrouw Bakker een

belangrijke rol. Daarom vind ik het een goede keuze van de wethouder - en je kunt direct zien dat

ze goed met elkaar kunnen opschieten, dat scheelt ook weer - om mevrouw Bakker binnen te

halen.

Ik ben het absoluut oneens met het amendement van Leefbaar Helniond ... o nee, Hel-

niondse Belangen, omdat ik vind dat, als je het proces ingaat met mevrouw Bakker, je dat in

principe voor vier fasen ingaat. Als het misgaat, zijn partijen mans genoeg om ermee te stoppen.

Ik denk dat wij met mevrouw Bakker een krachtpatser binnenhalen en in haar stevige

slipstream hopelijk vele investeerders.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Tijdens de begrotingsbehandeling en in de menio

van 2 november aan de commissie SO heeft de SDH-fractie bezwaren tegen het voorliggende

voorstel ingebracht en gemotiveerd. Het commissieadvies spreekt van een negatief standpunt van de

SDI-I-fractie. Ik bestrijd deze kwalificatie. Aan de orde was en is een constructief-kritische

benadering, niet meer en niet minder.

Onze eerste stelling is, was en blijft dat niet alle planproducten van de afgelopen jaren

inmiddels verouderd en dus waardeloos zijn. Met name de planproducten van tamelijk recente

datum, zoals het beeldkwaliteitsplan en de bestemmingsplannen centrum en kanaalzone, bevatten

nog vele en goede actuele beleidsafspraken. Het gaat naar onze mening niet aan om die terzijde te

schuiven, zo dat overigens al de bedoeling is.

Met revisie is niets mis en evenmin is er iets mis met het opnieuw inschakelen van externe

expertise, zeker niet als dat het bureau van mevrouw Riek Bakker betreft, een bureau dat in den

lande goede naam en faam gevestigd heeft op het terrein van gebiedsontwikkeling. Maar als revisie

niet wordt gedefinieerd en gelocaliseerd, dreigen alle beleidsafspraken op losse schroeven te komen

staan. Met andere woorden: dan liggen desoriëntatie en vertraging op de loer, terwijl onze fractie -

en gelukkig wij niet alleen - ervan overtuigd zijn dat het in het kader van de centrumvernieuwing

de hoogste tijd is voor aanpakken en doorpakken. Dat doen wij uiteraard niet met het verstand op

nul en de blik op oneindig, maar wel vastberaden en doortastend, met voldoende ruimte voor

flexibiliteit en bijstelling.

Helaas was ik namens onze fractie niet in de gelegenheid de presentatie van het bureau van

mevrouw Bakker in Rotterdam en evenmin de extra vergadering van de commissie SO van 1

november jl. over dit onderwerp bij te wonen. Eventuele informatieachterstand is inmiddels

ingelopen - kan ik ter geruststelling verzekeren - door gesprekken op ambtelijk niveau met de

heren Verspaget en Van Hal en een uitgebreide briefing van het bureau van mevrouw Bakker zelf.

De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat deze gesprekken en de aanvullende informatie ons

standpunt genuanceerd hebben, maar helemaal gerustgesteld zijn wij nog niet. Wij willen dan ook

enkele indringende vragen stellen. (Als het mag, dames en heren coalitiegenoten, zoek ik namens

de SDH-fractie opnieuw naar consensus.)

De toegevoegde waarde van de inschakeling van het bureau van Riek Bakker wordt

gemotiveerd vanuit de behoefte van gemeentewege aan externe expertise ten aanzien van integrale

-33- 9 november 1999.

planvorming en integrale procescoördinatie. Onze concrete vraag is: welke gevolgen heeft het

verlenen van een opdracht aan het bureau van mevrouw Bakker voor de status van het beeldkwali-

teitsplan en de bestemmingsplannen centrum en kanaalzone? Welke plannen en projecten vinden de

komende jaren ongehinderd doorgang, welke worden op een laag pitje gezet en welke verdwijnen

in de ijskast?

Wil de wethouder garanderen dat de opdrachtverlening aan het bureau van mevrouw Bakker

niet ten koste gaat van de voortgang van de uitvoering van afspraken gemaakt in het kader van het

beheer en het onderhoud van gebouwen en openbare ruimte in het centrumgebied?

Wij vatten het krediet van f 2 miljoen op als een raamkrediet, een verzamelpost van

deelkredieten die gefaseerd worden aangesproken, afhankelijk van de voortgang van het plan-

proces. Is de wethouder bereid om per deelkreditering de commissie SO op de hoogte te brengen

van de actuele stand van zaken?

Afhankelijk van de antwoorden van het college, zullen wij onze positie definitief bepalen.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik ben in de commissie zeer kritisch geweest ten

aanzien van het aan de orde zijnde voorstel. Die lijn wil ik vasthouden.

BvR heeft zich in de commissie gepresenteerd. Het bureau vergeleek zichzelf met een

buitenboordmotor, die Helniond komt helpen met de aandrijving. Ons probleem is echter dat het

schip de verkeerde koers volgt. Wat moeten wij met een buitenboordmotor als het schip al op de

verkeerde koers ligt?

De SP heeft er steeds voor gepleit om met betrekking tot het centrum pas op de plaats te

maken. Wij hebben gepleit voor meer rust in het centrum in plaats van het voortdurend volproppen

en volstoppen van dit beperkte gebied in onze stad. Het feit dat het centrum voortdurend en al vele

jaren op deze manier onderwerp van discussie is, hangt samen met het gemeentelijke beleid. Het is

daar mede verantwoordelijk voor. Daardoor wordt het ook iedere keer weer opnieuw geagendeerd,

ook al hebben wij net weer de zoveelste opknapbeurt achter de rug. Het beleid voedt in hoge mate

de onrust, die steeds als een waas rond het centrum hangt. Zo kun je nooit tevreden zijn. Dat is ons

hoofdbezwaar.

Het lid FERWERDA (D66): Wat is dan de oplossing?

Het lid VERBAKEL (SP): Rust op de plaats. Wij willen niet voortdurend vierkante meters

winkeloppervlak en activiteiten toevoegen. Wij willen meer aandacht voor de wijken.

Het lid FERWERDA (D66): De SP kiest dus voor de huidige status quo, daar je anders

weer onrust krijgt.

Het lid VERBAKEL (SP): Nee. Wat ik nu vertel, is niets nieuws. Wij hebben dit verhaal

bij voortduring naar voren gebracht. Ik heb o.a. om deze reden tegen de stadsvisie gestemd. Maar

ook iedere keer als er bijvoorbeeld een parkeergarage aan bod komt, hebben wij hierop gewezen.

Een parkeergarage is een symptoom van dit beleid van het volproppen van het centrum. Je kunt

geen kant meer uit. Je moet of de grond in of de hoogte in. Iedere keer komen wij met deze

analyse. Op zich vertel ik dan ook niets nieuws.

Het lid FERWERDA (D66): Ik ben het met de analyse misschien wel eens, maar ik hoor

van de SP de oplossing niet. Als je zegt dat er verder niets meer hoeft te gebeuren, dan handhaaf je

de status quo, de situatie zoals die nu is. En die is, zo blijkt uit vele onderzoeken, gewoon

hartstikke slecht.

Het lid VERBAKEL (SP): Als de heer Ferwerda het eens is met mijn analyse, dan mag je

verwachten dat hij het ook eens is met mijn conclusie. Vanwege onze analyse van de situatie in het

centrum hebben wij o.a. gestemd tegen parkeergarages in het centrum als symptoom van het beleid.

Als de heer Ferwerda het met mijn analyse eens is, had hij daar destijds ook tegen kunnen

stemmen.

Wij bepleiten veel meer aandacht voor de wijken en rust in het centrum. Wij moeten ons

niet voortdurend spiegelen aan de omgeving, aan andere winkelcentra in nabijgelegen plaatsen, in

het bijzonder in Eindhoven. Door dat voortdurend te doen, voed je de onrust die al tien jaar of

langer rondom het centrum bestaat.

-34- 9 november 1999.

Het lid FERWERDA (D66): Ik ben erachter gekomen dat een stad toch herkend wordt aan

zijn centrum en niet aan zijn wijken. Ik heb een hele tijd gedacht dat dit niet zo was, maar zo is het

eigenlijk wel.

Het lid KLAUS (SP): Wil de heer Ferwerda daarmee zeggen dat alle centra hetzelfde

moeten zijn?

Het lid FERWERDA (D66): Nee, geen sprake van. Eigenheid is belangrijk.

Het lid KLAUS (SP): Wat is die eigenheid?

Het lid TIELEMANS (SDH): Daarvoor hebben wij o.a. mevrouw Bakker nodig.

Het lid KLERKX (CDA): Vindt de heer Verbakel dat het nu goed gaat met het centrum of

vindt hij dat het niet goed gaat?

Het lid VERBAKEL (SP): Er is wel degelijk kritiek mogelijk op het centrum, maar die

hangt samen met het gevoerde beleid.

Het lid KLERKX (CDA): Het beleid dat gevoerd is, is gevoerd. Daar hebben wij met z'n

allen bij gezeten. De heer Verbakel geeft toe dat het niet goed gaat met het centrum. Is het dan zo

gek dat wij als raad proberen daar iets aan te doen?

Het lid VERBAKEL (SP): De heer Klerkx moet goed in de gaten houden de volgorde van

de dingen. Er is kritiek denkbaar op het centrum. Die is mede het gevolg van het gevoerde beleid

door de gemeente. Dat is de punt.

Het lid KLERKX (CDA): Wij hebben gezegd dat er kennelijk iets ontbreekt en dat wij daar

hulp voor nodig hebben. Daar kan de heer Verbakel in alle eerlijkheid toch niet tegen zijn.

Het lid VERBAKEL (SP): Ja, ik ben daar wel tegen. Als de heer Klerkx mijn analyse zou

begrijpen, zou hij ook begrijpen waarom ik daar tegen ben.

De VOORZITTER: Zullen wij proberen in de discussie iets verder te komen? Mijnheer

Verbakel, wilt u uw betoog voortzetten?

Het lid VERBAKEL (SP): De essentie van mijn verhaal is dat de problemen in het centrum

mede zijn terug te voeren op het steeds door de gemeente gevoerde beleid. Wij hebben op dit punt

een andere insteek. Om die reden hebben wij bijvoorbeeld gestemd tegen de stadsvisie. Doordat

zaken voortdurend op de betrokken wijze worden geagendeerd, houd je de voortdurende onrust in

stand. Zo kun je dus nooit tevreden zijn. Wij willen daarom niet meegaan met dit voorstel.

Het is niet zo dat, als dit voorstel er niet zou zijn (dat zegt de heer Tielemans eigenlijk

ook), er niets zou gebeuren. Er gebeurt juist heel veel in Helmond.

Wij hebben een probleem met de hoge kosten die gepaard gaan met het voorstel. Er zijn

meer urgente problemen in de stad die dringend om een aanpak vragen.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! De behandeling in de commissie SO van

het onderhavige voorstel vond ik uitvoerig, boeiend en verhelderend. Wij gaven dan ook een

positief advies over het voorstel en zullen dat vanavond ook doen, hoewel wij daar enkele voor ons

wezenlijke kanttekeningen bij plaatsen.

Wij zien in dat er "iets" met ons centrum moet gebeuren en dat wij een aantal moeilijke

vraagstukken moeten oplossen. Wij zijn het op dit punt dan ook niet eens met de benadering van de

SP. Wat dat "iets" moet zijn, is heel lastig. De kracht van het voorstel is dat wij als stad zelf in

een open planproces het plan en de strategie ontwikkelen om te komen tot een wervend, gezellig en

mooi centrum. Wij zijn ervan overtuigd dat wij met Riek Bakker en haar medewerkers topkwaliteit

in huis halen om dat o zo belangrijke proces te managen. Vanuit een integrale analyse van de

knelpunten wordt gezocht naar oplossingen en wordt draagvlak geschapen voor het ontwikkelen

van plannen. Wij geloven in Riek en haar aanpak.

Helaas is het prijskaartje niet gering. Voor dit bedrag kunnen wij veel andere dingen doen.

-35- 9 november 1999.

Wij zien in dat het plan van aanpak enorm veel tijd, energie en inzicht kost. Wij gaan ervan uit dat

die wijze van werken zoveel perspectief gaat bieden op een wervend centrum dat allerlei marktpar-

tijen bereid zijn te investeren. Dat betekent een hoog rendement van onze investering nu. In het

investeringsprogramma staan de kosten geraamd waar wij het nu over hebben. Tijdens de

begrotingsbehandeling heb ik daar niemand iets over horen zeggen.

De behandeling in de commissie SO stond bol van beeldspraak. Wij hadden het over het

.vliegwiel" of "Helmond als lichaam met organen, spieren en botten met het centrum als kloppend

hart'. Dat dit hart een opkikker moet krijgen, ziet iedereen. Dat er de nodige bypasses gemaakt

moeten worden, ook. Maar het moet niet te kunstmatig gebeuren en al zeker niet met genetische

manipulatie. Wij willen creatieve oplossingen via een natuurlijk proces met ingrepen en verande-

ringen waar draagvlak voor is.

Een andere beeldspraak betrof het bootje met het Bureau van Riek als buitenboordmotor.

Wij hebben in de fractie lang stilgestaan bij de richting die het bootje moet uitvaren. Is de richting

van het Bureau van Riek ook onze richting? Dat is moeilijk te zeggen. Om op voorhand te stellen

dat het Bureau van Riek een voor ons ongewenste richting uitgaat, vinden wij -prematuur. Het is

interessant om een discussie te voeren over de vraag of je met het Bureau van Riek een kant uitgaat

die je politiek gezien niet wilt. Dat is de discussie die na de commissievergadering werd gevoerd.

Het lid VERBAKEL (SP): De richting wordt bepaald door de gemeente, heeft mevrouw

Bakker gezegd. Zij komt daarbij helpen.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Ja, zij zal ons dus ook een spiegel voorhouden en

ons heldere, strategische keuzes laten maken op de momenten die daarvoor in de planning zijn

opgenomen.

Onze kanttekeningen betreffen in de eerste plaats de door ons gewenste richting van het

bootje en ten tweede de relatie met de ontwikkeling van Binnenstad-Oost.

Waar moet het naartoe? Het centrum is van en voor iedereen, rijk en arm, jong en oud. Er

moeten op de eerste plaats meer mensen komen wonen. Wij vinden het een goede zaak dat er een

aanvalsplan komt tegen de lege woningen boven winkels. Dat kan nu al verder ontwikkeld worden.

Als het over nieuwe woningen gaat, denken wij niet alleen aan koopwoningen en duurdere

huurwoningen, maar ook aan sociale huurwoningen. Het centrum is immers van iedereen. Verder

zullen er ingrepen gedaan moeten worden om het centrum gezelliger, intiemer en sfeervoller te

maken. Het moet een trekpleister worden van ontmoeting met veel activiteiten. De winkels moeten

bieden wat de klanten vragen. Een kwaliteitsimpuis is derhalve nodig. Laten wij in godsnaam

oppassen voor overbewinkeling en leegstand. Die is er namelijk en dreigt verder toe te nemen. Wat

verkeer en vervoer betreft, moeten wij niet vergeten dat veel mensen geen auto hebben en op een

andere wijze naar het centrum willen. Wij willen vrij baan voor het openbaar vervoer, standplaat-

sen voor taxi's en meer plekken voor de fiets.

Dan wil ik ingaan op de relatie met de Binnenstad-Oost. De relatie in ruimtelijke zin is

natuurlijk belangrijk vanwege de verknoping met het centrum. Maar in dit verband doel ik meer op

de ontwikkeling van de plannen voor Binnenstad-Oost met minstens evenveel prioriteit als ten

aanzien van het centrum gebeurt. Er moet evenveel capaciteit en kwaliteit zijn om dat proces met

voortvarendheid aan te pakken. Op 7 september jl. hebben wij in deze raad de nota "Vernieuwing

Binnenstad-Oost, Integraal kader" vastgesteld als fundament voor de wijkontwikkeling. In een lang

betoog heb ik toen mijn zorgen uitgesproken over de aanpak, over onduidelijkheid in de planning,

over gebrek aan menskracht en managing van het proces. Van het voorstel inzake het centrum kan

in ieder geval gezegd worden dat het uitblinkt in een heel heldere planning. De stappen zijn in

fasen uitgewerkt, waarbij zelfs de tijd is aangegeven. Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen

over. Mijn zorgen ten aanzien van de Binnenstad-Oost heb ik herhaald in de commissie SO. Het

mag niet zo zijn dat de ontwikkeling van de plannen voor het centrum gaat concurreren met de

ontwikkeling van de plannen voor Binnenstad-Oost qua inzet van capaciteit, inzet van middelen en

het aantrekken van marktpartijen die willen investeren. Het is een en/en-verhaal. Een gezond hart,

maar ook gezonde longen: vitale organen, die niet zonder elkaar kunnen. De wethouder heeft in de

commissie SO volmondig de prioriteit van Binnenstad-Oost onderschreven. Bij Feijenoord zeggen

ze echter: geen woorden, maar daden! Het is van belang dat wij als raad de vinger aan de pols

blijven houden met betrekking tot de ontwikkeling van Binnenstad-Oost.

GroenLinks heeft geen behoefte aan het amendement van Helmondse Belangen. Daarbij

verwijs ik naar de argumentatie die door de heer Ferwerda is gegeven.

-36- 9 november 1999.

Het lid VAN DER ZANDEN (PvdA): Voorzitter! Wij steunen het betoog van de heer

Raaymakers ten aanzien van de wijkontwikkeling. Ook wij hebben onze zorgen over de ontwikke-

ling van de plannen met betrekking tot de Binnenstad-Oost.

Tijdens de behandeling in de commissie SO heb ik namens mijn fractie een voorbehoud

gemaakt bij dit voorstel. Het voorbehoud had met name betrekking op de financiële kant en niet op

de aanpak. Binnen onze fractie zijn wij ervan overtuigd dat het hoognodig is dat er eindelijk eens

werk wordt gemaakt van ons centrum. Veel burgers in onze stad geven aan dat het centrum

onaantrekkelijk is, geen uitstraling heeft en geen kwaliteit biedt. Cruciaal daarin is voor ons de

discussie inzake de Kasteel-Traverse.

Het is goed dat wij alle plannen die wij inmiddels voor het centrum hebben gemaakt eens op

elkaar leggen en bekijken of wij wel op de goede weg zijn. Ik denk daarbij ook aan de Steenweg,

ten aanzien waarvan al jaren gesproken wordt over een aanpak, maar daar blijft het bij. Praten,

praten en nog eens praten. Verder niets!

De PvdA is er al lang een voorstander van om het centrum op te krikken. Dat is een

noodzaak. Wij gaan er hierbij wel van uit dat het niet ten koste gaat van de andere wijken. Positief

vindt de PvdA het dat nu eens niet alleen gekeken wordt naar stenen, maar dat wij bereid zijn

verder te kijken, namelijk naar de noodzakelijke versterking van het aanbod en naar de mensen die

er horen te wonen en te leven.

Ervan uitgaande dat het college de kansrijke projecten nu niet in afwachting van dit

onderzoek gaat stilzetten, kan ik mededelen dat de PvdA-fractie het voorstel zal steunen.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Voorzitter! Toen de heer Van Duppen

tijdens de vorige raadsperiode namens Ondernemend Helmond eens f 1 miljoen vroeg om iets aan

de binnenstad te doen, werd hij bijna weggelachen. Nu hebben wij het over f 2 miljoen. Dat vind

ik een verschrikkelijk hoog prijskaartje, dat los staat van de ambtelijke inzet die nodig is. In

principe zijn wij het ermee eens dat er iets in gang wordt gezet.

Mevrouw Houthooft had het over de betrokkenheid van andere commissies. De gevolgde

werkwijze is wellicht een schoonheidsfoutje, maar ook wij zijn van mening dat andere commissies

van bijstand (zoals de commissies EFP en SBV) ten onrechte niet zijn geraadpleegd. Juist ook deze

commissies hadden in het kader van een integrale aanpak hun advies moeten geven. Dat kan alleen

maar verrijkend werken. Immers, waar het college op bladzijde 7 stelt dat de raadscommissie en de

meest bij het centrum betrokken leden van het college bij de zaak betrokken worden, stellen wij

voor ook andere commissies de kans te geven mee te denken of kennis te nemen van de ontwikke-

ling. Het betreft hier een klein communicatieprobleem.

Wij zijn de mening toegedaan dat, als je het betrokken plan gaat installeren, je daarbij heel

reële targets moet gaan stellen. Je moet stellen dat je binnen x jaar een bepaalde omzetverbetering,

inzetverbetering of verhoging van het aantal bezoekers wilt. Als je niet concreet bent, gelooft er

straks niemand in. Er zijn zo verschrikkelijk veel plannen geweest, die gefunctioneerd hebben of

niet gefunctioneerd hebben. Van de targets die je stelt, moet je afliankelijk maken wat je verder met

het onderzoek wilt doen.

Er zijn aanrakingspunten tussen de onderzoeken inzake de Binnenstad-Oost en het centrum.

Die moet je zeker meenemen in de beschouwing. Je kunt je niet alleen focussen op het centrum en

de Binnenstad-Oost daar los van zien. Over de wethouders heen moeten deze zaken geïntegreerd

worden om te bekijken in hoeverre de plannen elkaar bevruchten.

Financieel gesproken halen wij twee zaken door elkaar: het verrichten van onderzoeken,

respectievelijk het inhuren van externe deskundigheid, en het doen van investeringen in het kader

van bijvoorbeeld co-financiering. De wethouder van financiën zou moeten weten dat eemnalige

onderzoeken of het inhuren van externe expertise niet thuishoren in een investeringsprogramma. In

het investeringsprogramma kan de zaak niet geactiveerd worden, want dan ken ik er nog wel een

paar! Dan kan ik voortaan altijd dekkingen aangeven vanuit het investeringsprogramma. Dat is

flauwekul. Dergelijke zaken moeten uit de begroting gedekt worden. Als ze niet uit de begroting

gedekt kunnen worden, moet het college dat eerlijk toegeven.

Bij de begrotingsbehandeling is toegezegd dat wij een inzicht krijgen in lopende onderzoe-

ken etc. Dat wachten wij af.

De heer Raaymakers zegt dat niemand bij de begroting iets heeft gezegd over het bedrag.

Dat is logisch, want het staat onder stadsvernieuwing. Onder stadsvernieuwing versta ik heel iets

anders dan het verrichten van onderzoeken. Wij zijn ervan uitgegaan dat er concrete projecten

onder werden verstaan. Het is zinnig om te bekijken welke concrete projecten er in het meerjaren-

programma stadsvernieuwing zaten, die eruit zijn gevallen.

-37- 9 november 1999.

Wij praten mede over de invulling van het verhaal. Wij zijn er niet rouwig om dat er

gdinvesteerd wordt. Wat mij betreft mag het college met co-financiering gaan werken, maar daar

moet dan wel een budget voor zijn vanuit het investeringsprogramma. Van die investeringen met

ondernemers kan en moet gelijk het resultaat worden gemeten.

Wij hebben in eerste instantie geen behoefte aan verdere verandering van infrastructuur

(zoals nieuwe tegels). Daar kunnen wij best een keer over praten, maar niet in het kader van dit

verhaal. Men zou mij een plezier doen met het afsluiten van de Markt en met het daar rugdekking

geven.

Wij hebben al eerder aangegeven dat er niet allerlei postzegelplannetjes gemaakt moeten

worden, maar dat zaken moeten passen in een groter geheel. Ik ben blij dat het college dit mede wil

laten toetsen door het bureau van mevrouw Bakker.

Het gegeven blijft overeind dat er geen budget is voor co-financiering.

Het lid VAN MULLEKOM (HSP): Voorzitter! Wij mogen er trots op zijn dat prof. Riek

Bakker een leerstoel heeft in ons eigen,Brabant, namelijk aan de TU Eindhoven. Mijn contacten

daar zijn zodanig dat de Helmondse Seniorenpartij gerust mag stellen dat het college een echte

topper heeft binnengehaald. Zoals u weet, zijn wij in zijn algemeenheid tegen inhuur van dure,

externe bureaus. Toch constateren wij in dezen de noodzaak hiervan. Opdrachten door het Bureau

van Riek hebben alom lof geoogst.

Wij mogen niet meer denken en handelen aan de hand van postzegelplannen, maar in één

keer structureel de trein op de rails zetten en dan ook houden. Wij denken dat er iets moois gaat

groeien door het inschakelen van prof. Riek Bakker en haar bureau.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! Hoewel er in verschil-

lende toonaarden over wordt gesproken, zijn wij het in deze raad gelukkig toch wel over een paar

dingen eens. Ten eerste moeten wij wat meer doen dan datgene wat wij in de plannen tot nu toe

hebben vastgelegd. Ten tweede is de raad het ermee eens dat wij daarbij wat assistentie kunnen

gebruiken. Ten derde kan de raad zich ook wel een beetje vinden in de persoon van Riek Bakker en

haar medewerkers, waarvan ik zelf - inderdaad tijdens een etentje en een eerste kennismaking -

ook wel gecharmeerd ben geraakt. Dat heeft te maken met een stuk deskundigheid, ervaring en met

name door de manier waarop in een open planproces plannen tot stand gebracht worden. BvR komt

geen plannen maken of brengen. Integendeel. Het zal zijn uiterste best doen om uit ons allen alles

te halen om een integraal plan te kunnen formuleren. Dat betekent dat de inwoners, de bezoekers,

de eigenaren, de horecamensen, de detaillisten, kortom alle mensen die iets met het centrum van

doen hebben, op de een of andere manier bij het proces betrokken zullen worden. Ook de raad zelf

zal echter bij het planproces betrokken worden. Het is niet zo dat aan het eind van elke fase BvR

met een rapport komt, waarvan de politiek kan zeggen of ze dat zo wel of niet wil. Integendeel. De

raad zal uitgenodigd en uitgedaagd worden om de eigen argumenten over wat er in de stad, met

name in het centrum, moet gebeuren nog eens te belichten, te wikken en te wegen. Soms zullen wij

om de beurt iets prijs moeten geven van wat wij nu vinden.

Wij komen, zelfs op basis van goede plannen (bestemmingsplan kanaalzone, bestemmings-

plan centrum, projectenboek), niet tot die laatste integrale afronding in het centrum, die uitnodi-

gend werkt voor investeerders. Tot nu toe is het goed gegaan. Boscotondo is een parel. De

ontwikkelingen aan de Koninginnewal - ook die rond Mater Dei - zijn uitstekend, maar de

afronding van het proces, het brengen van de samenhang in het centrum, waardoor het gaat

floreren, en de bereikbaarheid zijn de laatste dingen waar wij tot op heden niet uit zijn gekomen.

De raad wordt bij het proces betrokken. Mevrouw Bakker was er heel duidelijk in dat er

gekozen moet worden door de raad. Dat zal in diverse stappen gebeuren. Zij zal ons helpen om

ervoor te zorgen dat het materiaal voorhanden is dat nodig is om keuzes te maken.

Met de zojuist gegeven toelichting op de aanpak, heb ik al een heleboel gezegd over de

voortgang in het centrum nu. Diverse sprekers hebben daaraan gerefereerd. Wij verwijzen ernaar

in de raadsbijlage. Enkele ontwikkelingen die gewenst zijn voor het centrum en die helemaal niet

hoeven te wachten op deze planontwikkeling gaan gewoon door. Toch heb ik aan het begin van

deze periode enkele postzegelplannetjes uit het projectenboek in overleg met de investeerden en met

instemming van de projectontwikkelaar even geparkeerd. Wij vroegen ons af of wij er verstandig

aan doen hier en daar een bepaalde bouwplanontwikkeling te plegen en of wij onszelf dan niet klem

zetten, als wij bijvoorbeeld nog ooit iets willen doen aan het Traverseviaduct. In die afweging heb

ik de projectontwikkelaars steeds aan onze kant zien staan. Het basisargument daarvoor is dat ook

zij aarzelen over de juistheid en het gewenste rendement van de investering.

-38- 9 november 1999.

Wij hebben een afspraak gemaakt met een niet onbelangrijke particuliere ondernemer in de

stad die ideeën heeft over de manier waarop wij met omniddellijke ingang kunnen gaan werken aan

met name de beeldvorming van het centrum. Zien onze gevels er echt zo mooi uit als wij graag

zouden zien? Ademt de inrichting van het stadserf, zonder overigens alle tegels er weer uit te

willen lichten, de sfeer uit die wij wensen? Als dat niet het geval is, dan gaan wij er een plan voor

maken om dat te doen.

Wij hebben in de begroting een bedrag van f 2 miljoen in het stadsvernieuwingsfonds

gepresenteerd voor de betreffende stedenbouwkundige plannen. Op het investeringsprogramma

staat verder een fors bedrag voor de uitwerking van dat laatste idee. Daarmee heeft de raad

voorlopig ingestemd. Voorlopig, omdat er immers nog een krediet wordt voorgelegd. Feitelijk

heeft de raad evenwel beide sporen omarmd: het maken van een integraal stedenbouwkundig plan

via een zeer open planproces en ondertussen de winkel niet stilzetten. Dat doet wethouder Hesen

ook niet waar het gaat om de verdere uitwerking van de inrichting van de kanaalzone. Het gaat om

belangrijke impulsen, waarmee wij doorgaan.

Tijdens een bezoek aan Rotterdam voor een eerste oriënterend keniiismakingsgesprek

(zonder enige verplichting) is duidelijk gemaakt dat het inhuren van een bureau van het kaliber van

BvR veel geld kost. Mevrouw Bakker was daar zeer openhartig over. Ze heeft duidelijk aangege-

ven dat ze op een koopje niet te krijgen is. Wij mogen er echter ook wat van verwachten. Wij

krijgen niet alleen op den duur - als wij allemaal de schouders eronder zetten - een goed integraal

stedenbouwkundig plan met een stevig draagvlak, maar mevrouw Bakker tekent er ook voor dat ze

dat afrondt met een laatste hoofdstuk, waarin is aangegeven hoe je de plannen uit kunt voeren en

waar je het geld vandaan moet halen om ze uitgevoerd te krijgen. Ze zegt, en daar heeft ze het

bewijs van geleverd, dat ze in staat is om ook particuliere investeerders te interesseren voor het

meedoen aan de uitwerking van een plan. Daarmee bagatelliseer ik niet dat het ons als gemeente

iets zal gaan kosten. Wij moeten elkaar niet voor de gek houden. Het naar ons toe halen van een

grote bijdrage van de kant van het particulier initiatief is evenwel iets dat deze gemeenteraad bij

herhaling als speerpunt heeft genoemd.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Daarom pleit ik voor een budget voor

co-financiering.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat krijgt men in het laatste

hoofdstuk helemaal te zien. Daar tekent mevrouw Bakker voor. In het laatste hoofdstuk wordt

zichtbaar wat het kost per onderdeel, wie wat betaalt en waar de benodigde co-financiering vandaan

moet komen. Ze tekent ervoor om dat tot een stuk realiteit te maken.

Het centrum hoeft niet te concurreren met dat andere belangrijke speerpunt, de herontwik-

keling van de Binnenstad-Oost. In de commissie heb ik gezegd dat in het licht van een evenwichtige

woningbouwontwikkeling in Helmond de herontwikkeling van de Binnenstad-Oost van levens-

belang is. Beide speerpunten heeft de raad in de stadvisie en het meerjarenontwikkelingsprogramma

onderschreven. Het is ook een beetje aan de raad om in de gaten te houden of wij het evenwicht

tussen beide speerpunten goed bewaken.

Ik ben het niet met de heer Rieter eens dat wij toe moeten naar een constructie, waarin wij

per fase gaan bekijken hoe wij ervoor staan en dan opnieuw gaan afwegen. Ik ben het van harte

eens met alle fracties die zeggen dat wij pas in zee gaan met BvR als wij er vertrouwen in hebben.

Je moet wel zakelijk blijven, waar het gaat om de besteding van gemeenschapsgelden, maar je moet

ook vertrouwen uitspreken middels het beschikbaar stellen van voorliggend raarnkrediet. Mevrouw

Bakker is mans genoeg om het aan ons kenbaar te maken wanneer zij haar toezegging aan ons niet

kan waarmaken.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Dat is het probleem niet. Dat hebben wij al

meerdere malen verwoord. Wij willen echter een veiligheidsklep inbouwen, omdat wij niet weten

wat er morgen of overmorgen gaat gebeuren. Het is mogelijk dat ineens het ei van Columbus

binnenrolt. Moeten wij dan nog een rekening betalen van f 2 miljoen, terwijl misschien ook

mevrouw Bakker zegt: "Dat is het!"?

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Dat is niet het voorstel. Wij

onderscheiden diverse fases, waaronder een berekening ligt. Wij willen het vertrouwen echter wel

verwoorden doordat wij ons realiseren dat, als de samenwerking slaagt, dit het bedrag is dat wij op

termijn met elkaar betaald hebben. Het college neemt het amendement dan ook niet over.

1

-39- 9 november 1999.

Er is gevraagd naar de betrokkenheid van andere commissies. Wij zullen naar een vorm

moeten zoeken, waardoor alle raadsleden in de situatie gebracht kunnen worden om een inbreng te

leveren. Of dat betekent dat de plannen ook in allerlei commissies behandeld moeten worden, weet

ik nog niet. Ik ben het ermee eens dat het niet gaat om een eenzijdige ontwikkeling van de stad die

alleen in de commissie stedelijke ontwikkeling aan de orde kan zijn.

In de commissie bleek al dat de heer Verbakel en ik qua visie uiteenlopen. Dat is vanavond

nog steeds het geval. Ik doe geen poging om hem nog aan onze kant te krijgen, hoewel het heel

mooi zou zijn als de raad zich unaniem over het voorstel zou uitspreken.

Ik ben heel blij dat wij de afgelopen maanden tot een soort consensus zijn gekomen over de

analyse en de aanpak.

Het gaat met betrekking tot dit voorstel om f 2 miljoen uit het stadsvernieuwingsfonds en

niet uit het investeringsprogramma. Het is wel vaker aan de orde dat je voor de opstart van een

stuk stadsvernieuwing ook planontwikkelingskosten in het proces inbrengt. Komt er te zijner tijd

een uit te voeren plan, dan zal dat uiteraard via een krediet op het investeringsprogranima zijn plek

vinden.

Het lid PRAASTERINK (Ondernemend Helmond): Ik heb gevraagd of het mogelijk is in de

loop van de tijd concrete targets te stellen.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Het is heel wezenlijk dat dit

gebeurt. De minimale target die wij stellen, is de omkering van de tendens van het afkalvende

bezoek aan en het afkalvend floreren van het centrum. De tendens moet eigenlijk met geweld de

andere kant op.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Voorzitter! Met betrekking tot ons amendement

vraag ik een reactie op het voorstel van de heer Tielemans om de gang van zaken in de commissie

SO aan de orde te stellen.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Ik heb er totaal geen moeite mee

dat er in de commissie een stuk terugkoppeling plaatsvindt. De commissie krijgt ook echter een

stevige rol in het proces. Ik denk dat er meer aan de orde zal zijn dan slechts het informeren van de

commissie. Wij hebben het over actieve betrokkenheid.

Het lid RIETER (Helmondse Belangen): Na deze toezegging en vanwege de gegevens in het

raadsvoorstel dat wij de zaak kritisch mogen volgen, trekken wij ons amendement in.

De VOORZITTER constateert dat het amendement is ingetrokken.

Het lid VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder heeft gelijk. Zij en ik hebben hierover

een op de schaal van Helmond serieus verschil van mening.

Het is niet zo dat BvR straks in een luchtledige gaat werken. Het zal werken in de context

van het beleid dat voortdurend is vastgelegd. Dat is ons probleem. BvR zal een buitenboordmotor

zijn voor beleid waar wij het niet mee eens zijn. Daarom zijn wij tegen het voorstel.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik mag erop vertrouwen dat mevrouw Bakker

interactiever is dan het college. Ik vind dat er onvoldoende wordt ingegaan op de zorgen die ik

namens de fractie heb verwoord. Ik ga die punten niet herhalen. Ik zit niet in een kleuterklas. Als

het college niet meer te antwoorden heeft op de zorgen die ik verwoord heb dan het heeft gedaan,

zullen wij helaas tegen het voorstel stemmen.

Het lid RAAYMAKERS (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil nog een opmerking maken over

de relatie van de centrumontwikkeling met de ontwikkeling van Binnenstad-Oost. Het vliegwiel dat

wij nu inbrengen in de ontwikkeling van het centrum ontbreekt voor ons gevoel momenteel in de

Binnenstad-Oost. Ik hoop dat dit vliegwiel helder wordt. Er moet een open planproces komen dat

heel helder uitgewerkt is in een organisatie die daar managing aan geeft. Wij hebben daar een basis

voor gelegd. Als raad moeten wij het gevoel hebben dat het vliegwiel voor Binnenstad-Oost gelijk

oploopt. De wethouder kan zeggen dat dit zo is, maar ik zie het nog niet.

Het lid KLERKX (CDA): Voorzitter! Ik vind het jammer dat de fractie van de SDH

-40- 9 november 1999.

tegenstemt, maar dat is haar goed recht. Ik heb het idee dat de meerwaarde van mevrouw Bakker,

doordat zij deuren kan openen, niet wordt onderkend door de SDH-fractie. Dat vind ik heel

jammer.

Het lid mevrouw JONKERS-GOEDHART (wethouder): Voorzitter! In de richting van de

heer Verbakel merk ik op dat mijn constatering in eerste termijn een terechte was. Mogelijk wordt

het ooit anders.

Ik beantwoord de heer Tielemans nu serieus. Dat heb ik ook gedaan bij de algemene

beschouwingen. Wij hebben heel nadrukkelijk in de tekst aangegeven hoe wij denken dat tijdens de

activiteiten in samenwerking met BvR een aantal zaken in de stad doorgaat. Als de heer Tielemans

vindt dat hij daarmee niet serieus genomen wordt, dan heeft hij mij volmaakt verkeerd begrepen.

Dan constateer ik echter ook dat ik ondanks al mijn inspanningen niet verder kom. Dat vind ik

jammer. Ik heb op dit punt niet meer te bieden dan ik gedaan heb.

De heer Raaymakers heeft gelijk. In de Binnenstad-Oost hebben wij nog een heel proces te

gaan. Ik bespeur dat de heer Raaymakers er op dit moment nog onvoldoende Vertrouwen in heeft

dat een vliegwiel daar tot stand kan komen. Wij hebben dat vertrouwen wel. Of echter al in

voldoende breedte bij de commissie bekend is hoe het vliegwiel voor de Binnenstad-Oost eruitziet,

weet ik niet. Daar zal ongetwijfeld door collega Hesen in zijn commissie nader op worden

ingegaan.

Het lid TIELEMANS (SDH): Voorzitter! Ik wil een korte stemverklaring afleggen. Wij zijn

niet tegen inschakeling van het bureau van mevrouw Bakker. Wij hebben daar een hoge pet van op.

Wij zijn echter niet tevreden over de manier waarop wordt omgegaan met de zorgen die door ons

in relatie tot de andere planproducten zijn uitgesproken. Dat is de reden dat wij tegen het voorstel

zijn.

Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders

besloten.

De aanwezige leden van de fracties van SDH en SP verkrijgen op hun verzoek aantekening

in de notulen dat zij zich niet hebben verenigd met de genomen beslissing.

De VOORZITTER schorst hierna, te 22.46 uur, de vergadering, die zal worden voortgezet

op woensdag 10 november 1999 des avonds om zeven uur.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De secretaris,

Uw Reactie
Uw Reactie